Tag: Michel I

  • Belgische Thatchers in actie… Vrouwen in de vuurlinie van het besparingsbeleid

    Artikel door Mandy (Luik) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Vrouwen zullen het besparingsbeleid hard voelen. Uiteraard zijn er de aanvallen op alle werkenden en uitkeringstrekkers, waaronder zowat de helft vrouwen. Maar de besparingen houden daar niet op. De meest kwetsbare lagen worden het eerst aangepakt, de solidariteit van de sociale zekerheid uitgehold. En dat raakt vrouwen des te harder.

    Onzekerheid, jobverlies, inkomensverlies

    Op alle machtsniveaus is er een aanval op de publieke werkgelegenheid. Dat gebeurt onder meer door slechts een deel van de uitstroom (onder meer door pensionering) te compenseren met instroom. Door wie op pensioen gaat niet te vervangen, neemt het aantal jobs af. Er wordt nu al gezegd dat er mogelijk contractuele interimmers zullen ingezet worden voor ‘specifieke noden’. Het aandeel van vrouwen in de publieke sector ligt hoog – in Europa gaat het om 69,2% van de werkenden. Deze vrouwen hadden in de publieke sector hogere lonen en de arbeidsvoorwaarden zijn bovendien beter waardoor het gemakkelijker is om het werk met de gezinssituatie te combineren. Een aanval op de publieke sector ondermijnt dat verder.

    Op regionaal vlak wordt bespaard op de tewerkstelling in de socio-culturele en de non-profit sectoren waar veel vrouwen actief zijn. In Brussel wil de regering het gebruik van dienstencheques verder aanmoedigen. Dat veel jobs in de deze sector – zeker bij private dienstenchequebedrijven – laag betaalde en onzekere jobs zijn die vooral door vrouwen worden beoefend, zal wel toeval zijn. Een studie van de RVA over de uitsluiting van langdurig werklozen toont aan dat vrouwen nog meer in onzekere jobs zoals deze met dienstencheques terechtkomen dan mannen (10% van de vrouwelijke langdurige werklozen raakt via een job in de sector van de dienstencheques uit de werkloosheid tegenover 0,4% voor mannen).

    Magere pensioentjes nog verder afgeroomd

    De regeling van de pensioenen versterkt de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Er is een pensioenkloof van 23% tussen mannen en vrouwen, bij zelfstandigen loopt dat op tot 33%. Een derde van de mannelijke gepensioneerden en meer dan de helft (60%) van de vrouwelijke gepensioneerden moet rondkomen met minder dan 1.000 euro per maand. De arbeidsmarkt is structureel ongelijk, vrouwen verdienen gemiddeld nog steeds 25% minder als bediende en 17% minder als arbeider. Vrouwen hebben ook minder vaak een rechtlijnige loopbaan, ze gaan gemakkelijker over tot deeltijds werk of tot een onderbreking, vaak omwille van familiale redenen.

    En dan wil de regering nu de pensioenleeftijd verhogen van 65 naar 67 jaar in 2030 met tegelijk ook een langere loopbaanvereiste om recht te hebben op een volledig pensioen. In 2017 zal een loopbaan van 41 jaar vereist zijn, in 2019 wordt dat 42 jaar. Driekwart van de vrouwelijke werkenden (en een kwart van de mannelijke werkenden) komt niet aan die loopbaanvereiste.

    Sociale afbraak

    De middelen voor sociale bescherming worden aan drastische voorwaarden onderworpen. De werkloosheidsuitkeringen, kinderbijslag, hulp aan gezinnen, sociale uitkeringen, … zullen allemaal afnemen. Vrouwen doen meer beroep op sociale uitkeringen dan mannen omdat ze nog steeds het grootste deel van de verantwoordelijkheid voor het gezin opnemen en omdat ze het vaak financieel niet breed hebben. Zij worden nu hard geraakt. De meest kwetsbare groep is die van alleenstaande moeders.

    De kinderbijslag stemt absoluut niet overeen met de reële kosten voor een kind. En nu wil de Vlaamse regering nog eens 176 miljoen euro hierop besparen door de kinderbijslag twee jaar lang niet te indexeren. Voor een gezin met drie kinderen gaat het al snel om een verlies van 220 euro. De nieuwe Vlaamse regering wil bovendien de kinderbijslag hervormen door hetzelfde bedrag voor alle kinderen te betalen. Vanaf 2017 dreigen de 150.000 Vlaamse gezinnen met drie of meer kinderen jaarlijks meer dan 500 euro te verliezen.

    De beperking van de wachtuitkering in de tijd, een maatregel van de vorige regering, zal ertoe leiden dat tienduizenden werklozen vanaf 1 januari hun uitkering zullen verliezen. Het ABVV maakte bekend dat het in Wallonië om 32.000 werklozen gaat en dat 64% van hen vrouwen zijn. Ongeveer een kwart van de vrouwen die hun uitkering zullen verliezen zijn vrouwen met een gezin ten laste. Duizenden alleenstaande vrouwen met kinderen zullen beroep moeten doen op sociale bijstand van het OCMW.

    En dan is er nog de hervorming van de werkloosheidsuitkering die de inkomensgarantie voor deeltijds werkenden die samenwonend zijn afschaft. Vier op de vijf deeltijds werkenden zijn vrouwen. In tegenstelling tot wat ons in de media wordt verteld, gaat het zelden om een vrije keuze. Doorgaans wordt deeltijds gewerkt om voldoende tijd te hebben voor het gezin. Als er iemand in een koppel minder gaat werken om voor de kinderen te zorgen, is het doorgaans de vrouw omdat haar loon meestal lager ligt. Komt daar nog bij dat de wachtuitkering beperkt wordt tot 25 in plaats van 30 jaar, waardoor veel jongeren die hogere studies aangaan of die deeltijds werken geen recht hebben op een uitkering. Met de enorme flexibilisering en onzekere contracten (deeltijds, interim, van beperkte duur, met dienstencheques, …) zal het voor veel vrouwen onmogelijk worden om nog recht te hebben op een werkloosheidsuitkering op basis van arbeid.

    Onzichtbaar en gratis werk

    Er is een algemeen offensief op de openbare diensten: gezondheidszorg, onderwijs, openbaar vervoer, … Overal wordt bespaard en zullen de kosten voor gebruikers toenemen. Dat zal vrouwen des te harder treffen.

    Ten eerste omdat ze het meeste van al gebruik maken van die diensten. Deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt is in grote mate afhankelijk van beschikbare kinderopvang. Vrouwen maken meer gebruik van gezondheidsdiensten voor zichzelf (onder meer wegens zwangerschappen)  of hun kinderen. Ze maken meer gebruik van openbaar vervoer.

    Ten tweede vormen vrouwen de meerderheid van de werkenden in het onderwijs, zowel in het kleuteronderwijs, het lager als het secundair onderwijs maar ook in de buitenschoolse opvang. Er zijn meer vrouwen actief als sociaal assistent maar ook als verplegend personeel. De besparingen treffen deze groepen bijzonder hard.

    Ten slotte zijn het meestal vrouwen die voor het werk opdraaien als een dienst niet langer door de gemeenschap wordt aangeboden.

    Een besparing van 355 miljoen euro in de gezondheidszorg in 2015, met onder meer een verhoging van het remgeld van 8,23 tot 12 euro voor bepaalde specialisten (waaronder gynaecologen, nochtans geen luxespecialisten), komt hard aan. Vrouwen die bevallen zullen een halve dag sneller het ziekenhuis uit moeten. De prijs die een patiënt zelf moet betalen bij een specialist neemt met meer dan 45% toe en ook wie recht heeft op een verhoogde tussenkomst (wie minder dan 1400 euro per maand verdient) zal meer moeten betalen.

    In Wallonië is daarenboven beslist om investeringen, waaronder die in kinderopvang en rust- en verzorgingsinstellingen, uit te stellen. Investeringen die uitgesteld worden, gaan gepaard met de bijhorende jobs die eveneens uitgesteld worden. In Vlaanderen komt er een verhoging van de minimumtarieven voor kinderopvang. Een kind naar de opvang brengen zal 65 euro per maand meer kosten, op jaarbasis is dat 780 euro. Tegelijk met deze besparingen worden de openbare diensten van de steden, gemeenten en provincies eveneens afgebouwd.

    De zorgsector en het onderwijs worden aan hun lot overgelaten door een gebrek aan publieke middelen. Dat verhoogt de druk op vrouwen door de toename van hun onbetaalde arbeid in het gezin. Degelijke collectieve diensten die financieel toegankelijk zijn versterken de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, de financiële onafhankelijkheid van vrouwen en op termijn versterkt het de emancipatie. Het besparingsbeleid maakt het moeilijker om een job uit te oefenen, laat staan dat er voldoende jobs die aangepast zijn aan een gezinssituatie. Het zorgt ervoor dat veel vrouwen hun zogenaamd ‘traditionele’ rol van huismoeder noodgedwongen opnemen. De afbouw van de openbare diensten staat gelijk met een toename van huishoudelijk werk en zorgtaken voor vrouwen. Er is dan niet veel andere keuze dan deeltijds werken of afzien van betaalde arbeid.

    Voor de emancipatie van vrouwen

    We stellen vast dat er een scherpe tegenstelling is tussen het besparingsbeleid aan de ene kant en emancipatie van vrouwen aan de andere kant. De noden van vrouwen zijn noden voor de volledige werkende bevolking: goede lonen, degelijke arbeidsvoorwaarden, kwaliteitsvolle en betaalbare openbare diensten die een deel van het huishoudelijk werk opnemen.

    Ongelijkheid zit ingebakken in de genen van het kapitalisme. Om ongelijkheid te stoppen, moeten we het kapitalisme aan de kant schuiven en vervangen door een samenleving waarin de noden van de meerderheid van de bevolking centraal staan, een democratisch socialistische samenleving.

  • Belgische Thatchers in actie… Ontmanteling en uitverkoop van openbare sector

    Artikel door Tim (Brussel) uit maandblad ‘de Linkse Socialist’

    openbaredienstenHet regeerakkoord van de regering Michel is een totale oorlogsverklaring aan de hele openbare sector. De regering gaat voor de volledige ontmanteling van openbare diensten en collectieve voorzieningen, en zet een frontale aanval in op het statuut en de rechten van ambtenaren. Ze trekt de kaart van een harde, individualistische maatschappij, waarin de meerderheid van de bevolking in de toekomst meer zal moeten betalen voor minder openbare dienstverlening.

    De bedragen die de regering wil besparen op de openbare uitgaven zijn hallucinant: 8 miljard euro per jaar, waarvan 2,3 miljard euro op overheidsinstellingen en ambtenaren, en 5,1 miljard euro op de sociale zekerheid. Een dergelijke besparing is onmogelijk zonder fundamenteel te raken aan de openbare dienstverlening.

    Op een verkeerd spoor

    De NMBS alleen al zal een flink deel van deze besparing moeten ophoesten: over de hele legislatuur gaat het om zo’n 2,1 miljard euro besparingen. Op kruissnelheid zal jaarlijks 663 miljoen euro moeten bespaard worden, ongeveer een derde van de hele overheidsdotatie aan de maatschappij.

    De verwarring die de regering oorspronkelijk zaaide door de onduidelijkheid over de precieze omvang van de besparingen maakte dat spoorarbeiders reeds spontane acties voerden, en uiteindelijk een speciale trein met mobiliteitsminister Galant tegenhielden om haar een rekenmachine aan te bieden. Helaas werd het worstcasescenario realiteit: een besparing van een derde van de overheidsdotatie is niets anders dan de volledige ontmanteling van de NMBS als openbare dienstverlening.

    Als vandaag de stiptheid van ons spoorverkeer al zo zwaar lijdt onder verouderd en slecht onderhouden materieel en personeelsleden die nauwelijks vakantiedagen kunnen opnemen om te rusten tussen twee stresserende shifts: hoe zal ons spoornet er over enkele jaren uitzien door deze besparing? De intentie is duidelijk: het voorbereiden van de NMBS op de totale privatisering: het is geen toeval dat het deel van de regeerakkoord over de spoorwegen ook expliciet eindigt met net dat voorstel.

    Instortingsgevaar voor de kathedraal van de sociale zekerheid

    Ook de ruim 5 miljard die bespaard wordt op de sociale zekerheid bereidt eenzelfde scenario voor: door de werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid te verlagen tot 25% zorgt de regering ervoor dat onze pensioenen en uitkeringen in de toekomst onbetaalbaar zullen worden.

    Het Belgisch sociale zekerheidssysteem is een kathedraal die internationaal hoog aangeschreven staat: de regering beseft dat het rechtstreeks afbreken van zo’n systeem voor velen onaanvaardbaar is. Haar tactiek bestaat er dus in om de steunberen weg te nemen, in de hoop dat de kathedraal op termijn vanzelf zal instorten.

    Alleen al in de gezondheidszorg wordt zo’n 2,6 miljard euro bespaard, ondanks de steeds stijgende kosten voor medische uitgaven wordt de groeinorm in de gezondheidszorg beperkt tot 1,5%, bij de vorige regering was dit nog 4,7%. Tegelijk maakt de regering duidelijk wie de klappen mag opvangen: patiënten zullen meer moeten betalen voor de zorg, zorgverleners zullen nog slechtere arbeidscondities krijgen: zo wordt een extra flexibilisering van de werkuren voor verplegend personeel ingevoerd door de verplichting van de wachtdiensten.

    Maar ook tegen het statuut van andere ambtenaren wordt de aanval ingezet: pensioenen en werkcondities worden afgebroken, en interimarbeid bij de overheid wordt sterk uitgebreid. Als we de regering vrij spel laten, zullen onze openbare diensten over 5 jaar herleid zijn tot enkel rokende ruïnes.

    Verdedig de openbare diensten!

    Verzet is een absolute noodzaak. In een maatschappij die steeds harder wordt, zijn openbare voorzieningen noodzakelijk om iedereen, ook de zwaksten in de maatschappij, een degelijke levensstandaard te bieden. We leven in een wereld van nooit geziene tegenstellingen: nooit eerder werden zoveel rijkdomen geproduceerd als vandaag, maar nooit eerder waren deze rijkdommen zo ongelijk verdeeld. Terwijl de meerderheid van de bevolking lijdt onder gigantische besparingen en asociale aanvallen, blijven de allerrijksten buiten schot.

    Laat ons de strijd voeren tegen deze regering van de rijken: laat ons vechten tegen de besparingen, en opkomen voor een socialistische maatschappij waarin de rijkdommen collectief worden beheerd, en kunnen ingezet worden om de noden in te lossen van de hele wereldbevolking!

  • Rechtse Thatcheriaanse regering zoekt harde confrontatie op

    15336495221_0b3ca2ce1b_z

    “Dit is de regering die ik wilde”, stelde Bart De Wever tevreden. De volledige plannen zijn nog niet bekend, maar wat al geweten is gaat ver. Deze rechtse regering gaat een pak verder dan alle vorige regeringen bijeen. De aanvallen gaan verder dan het Generatiepact, het Globaal Plan en het St Annaplan, vorige aanvallen waartegen hard actie werd gevoerd. De vraag die zich dan ook meteen opwerpt is hoe we dit kunnen stoppen?

    Pensioenen onder vuur

    Voor de begroting van dit of volgend jaar zal dit wellicht weinig impact hebben, maar de rechtse regering moet persé heilige huisjes slopen. De verhoging van de pensioenleeftijd in 2025 tot 66 jaar en in 2030 tot 67 jaar is daar een voorbeeld van. Deze partijen willen duidelijk maken dat hun besparingsbeleid niet alleen voor de komende vijf jaar geldt, maar ook voor daarna. Tegelijk wordt de mogelijkheid van vervroegd pensioen verder beperkt, de minimumleeftijd voor vervroegd pensioen gaat naar 63 jaar. Het vroegere brugpensioen kan vanaf 2015 nog maar vanaf 62 jaar (en 60 bij collectieve maatregelen zoals een sociaal bloedbad). Voor de berekening van de ambtenarenpensioenen blijft voorlopig de regel dat de laatste 10 jaren in rekening worden genomen, wel zal het voor nieuwe ambtenaren langer duren om een volwaardige loopbaan op de teller te hebben.

    Deze aanvallen op de pensioenrechten gaan verder dan wat met bijvoorbeeld het Generatiepact werd opgelegd. Daartegen werd massaal actie gevoerd, onder meer met het argument dat het niet opgaat om ouderen langer aan de slag te houden op een ogenblik dat veel jongeren geen werk vinden. Nu gaat de regering dus nog een stap verder en wordt ook de bijzonder symbolische pensioenleeftijd opgetrokken. Alsof het met de huidige werkdruk mogelijk is voor verplegend personeel om tot 67 patiënten op te heffen, voor leraars om nog voeling met jongeren te hebben of voor wie zware handenarbeid verricht om dit vol te houden. Het optrekken van de pensioenleeftijd is een harde provocatie die een hard antwoord vereist.

    Lees ook: Pensioenen onbetaalbaar? Een leugen

    Indexsprong en gemeenschapsdienst voor werklozen

    De erg lage inflatie en zelfs deflatie op dit ogenblik maakt dat een indexatie van de lonen er nog niet direct zit aan te komen. Maar dat betekent niet dat een indexsprong, zelfs met de beperkte aanpassingen die er zouden komen voor de laagste lonen, minder hard zal zijn. De regering gaat er zelf van uit dat dit de bedrijven 2,6 miljard euro oplevert. Een bedrag dat eigenlijk aan de werkenden toekwam wordt aan de werkgevers gegeven. Sommigen klagen hard over communautaire transfers maar organiseren zelf veel grotere transfers van de werkende bevolking naar de rijksten. Een indexsprong is een aanval op onze koopkracht.

    Dat N-VA op dat vlak verder wil gaan, bleek uit een voorstel dat het wellicht niet gehaald heeft (zoals opgemerkt zijn de definitieve teksten nog niet bekend). Vorige week stelden de neoliberale Vlaams-nationalisten immers voor om het minimumloon voor jongeren naar beneden te halen. VOKA juichte en voegde er aan toe dat de maatregel best veralgemeend kan worden. Mogelijk zal deze maatregel van een directe verlaging van de lonen het niet halen, maar een indexsprong komt uiteindelijk op hetzelfde neer: minder reëel loon voor evenveel werken.

    Als de werkenden aangepakt worden, mogen de uitkeringstrekkers niet achterblijven. Neen, de enige discriminatie die deze regering aanvaardt is deze voor de rijksten. Die moeten we gerust laten en met steeds meer cadeaus paaien. Voor de werklozen hebben de liberalen hun zin niet volledig gekregen, er komt immers geen beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Maar er moest een heilig huisje sneuvelen en dus wordt verplichte gemeenschapsdienst van twee halve dagen per week ingevoerd voor langdurig werklozen. Duizenden werklozen kunnen voortaan door onder meer de steden en gemeenten ingeschakeld worden. Het kan de lokale overheden toelaten om het reguliere personeel te vervangen door deze dwangarbeiders die niet voor een regulier loon werken, maar voor hun armoedige uitkering. Als er toch werk is voor deze werklozen, waarom krijgen ze dan geen degelijke job aan degelijke voorwaarden aangeboden?

    Lees ook: Geen indexsprong, maar herstel van de volledige index
    Van echte jobs naar dwangarbeid

    Annualisering van de arbeidstijd

    Wat de omvang van dit voorstel zal zijn, is nog niet bekend. Maar verschillende media wijzen op het voorstel van de annualisering van de arbeidstijd. Dat betekent dat de arbeidstijd niet langer per dag en per week wordt bekeken, maar per jaar. De ene week 60 uur werken en de volgende 20 betekent dat gemiddeld 40 uur wordt gewerkt en is dan perfect legaal. Het is een vorm van doorgedreven flexibiliteit waarbij werkenden als citroenen volledig kunnen uitgeperst worden. En dat uiteraard tot aan hun 67ste.

    Cadeaus voor patronaat

    “We nemen, maar we geven meer terug”, aldus De Wever. Dat klopt, alleen vertelt De Wever er niet bij dat bij ons gepakt wordt om aan het patronaat te geven. Er wordt bijna 8 miljard bespaard in de sociale zekerheid, onder meer de uitgaven voor de gezondheidszorg worden afgeremd en het brugpensioen afgebouwd. Het afremmen van de uitgaven voor de gezondheidszorg zal de bestaande tekorten verder versterken, een kwart van de ziekenhuizen is bedreigd door een tekort aan middelen. Er wordt gezegd dat we een deel zullen terugkrijgen via onder meer een hogere forfaitaire beroepskost in de personenbelasting, maar dat zal niet opwegen tegen wat we extra moeten betalen voor gezondheidszorg, brandstof en tabak (met opnieuw hogere accijnzen) en de vele andere besparingsmaatregelen op zowel federaal als regionaal en lokaal niveau.

    Aan wie wordt dan wel gegeven? De bedrijven krijgen meteen 1 miljard euro en met de indexsprong wordt nog eens 2,6 miljard cadeau gedaan. En het houdt niet op. De regering wil zoals eerder aangekondigd de werkgeversbijdragen op het loon verminderen van 33% tot 25%. Naargelang de berekeningen zou dat tot 5 miljard euro kosten.

    Van de veel besproken meerwaardetaks op aandelen waar CD&V op aandrong is niets meer terug te vinden. De stelling dat ook de grootste vermorgens moeten bijdragen dient vooral voor de retoriek. Een beperkte hogere transactietaks op het verhandelen van aandelen en de belofte dat structuren in belastingparadijzen harder zullen aangepakt worden (met welk personeel dacht de regering dat te doen?), moeten de schijn van evenwichtigheid redden. Maar de essentie blijft overeind: “deze regering rijdt voor de rijken”, zoals ACV-voorzitter Leemans opmerkte.

    Het verzet organiseren

    De maatregelen die al bekend zijn, vormen een grote provocatie voor de werkenden en hun gezinnen. Dat de ongerustheid groot was, na de maatregelen van de Vlaamse regering was dat niet verwonderlijk, bleek al in de goede opkomst voor de syndicale bijeenkomst van 23 september. Ook onder jongeren zijn de eerste acties al op gang getrokken met na eerste scholierenacties in Gent een goede opkomst voor een nationale studentenbetoging en druk om de strijd verder te organiseren met een democratische betrokkenheid van onderuit waarbij het verzet niet beperkt wordt tot enkel de verhoging van de inschrijvingsgelden. In de socioculturele sector kreeg de oproep Hart boven Hard een brede weerklank.

    In een pamflet dat onder meer op de syndicale meeting stelden we dat het stoppen van de aanvallen “krachtsverhoudingen en een massabeweging vereisen. De regering zal niet alle munitie ineens verschieten, maar in de tijd gespreide aanvalsgolven plannen. Als we wachten tot alle details gekend zijn, komen we te laat. Maar alleen met de overtuigden in actie gaan, zonder de tijd te nemen om collega’s voor te bereiden en te betrekken bij het bepalen van de acties, is eveneens fout.

    “Iedereen is nodig, ook wie bij een andere vakbond is of bij geen enkele. Niet door hen van alles te verwijten, maar door samen de moeilijkheden te overstijgen, kunnen we hen winnen voor gezamenlijke strijd. De rechtse regering zal om ons te verdelen maatregelen nemen die de ene regio harder treffen dan de andere. Veel Vlaamse arbeiders zijn net zo hard tegen het rechtse beleid als hun Waalse en Brussselse collega’s, andere hebben zich schromelijk vergist. We willen hen niet isoleren, maar argumenten aanreiken waarmee ze ook hun gemeenschap kunnen overtuigen. Solidariteitsbezoeken kunnen wonderen verrichten.

    “Waarom geen informatiecampagne, met degelijke argumentatie, pamfletten en affiches om collega’s op de werkvloer aan te spreken en te motiveren. Liefst met een concreet ordewoord zodat we gezamenlijk reageren en niet alle richtingen tegelijk uitgaan. Dat kan een nationale betoging of meerdere provinciale betogingen en meetings zijn om de strijdvaardigheid te meten. We kunnen er algemene vergaderingen tijdens de werkuren op de werkvloer aankondigen. Daar kan dan een actieplan ter discussie worden voorgelegd, met provinciale beurtstakingen en betogingen die uitmonden in een nationale 24 of 48 urenstaking. Als de regering tegen dan nog niet toegegeven heeft of gevallen is, kan een week later op algemene vergaderingen op de werkvloer de idee van een dagelijks hernieuwbare staking worden voorgelegd, gestemd en georganiseerd.”

    Welk alternatief?

    In ons pamflet stelden we nog: “De algemene stakingen van 1993, van 2005 en van 30 januari 2012 waren er niet op gericht de regering te doen vallen. Ieder mogelijk alternatief leek toen nog rechtser dan de zittende regering. Dat argument is nu van de baan. Maar het betekent nog niet dat de vakbeweging zich in de armen moet gooien van de tripartite of de alternatieve coalities in Brussel en Wallonië. Die blijven wel van de symbolen af, maar hun strategie is die van de vorige federale regering: besparingen waarvan de scherpe kantjes zijn afgevijld in de hoop erger te voorkomen.

    “Waar dat toe leidt weten we nu. Bij veel werknemers heeft dat de idee gevoed dat besparen de enige mogelijkheid is, bij de patroons de lust opgewekt naar nog meer. In plaats van erger te voorkomen heeft men zo de rode loper uitgerold voor de rechtse coalitie. De federatie Wallonië-Brussel bespaart de komende twee jaar 300 miljoen € in het onderwijs, dat is proportioneel meer dan Vlaanderen. Bovendien worden de eerste twee jaren slechts 1 op de 5 vertrekkende ambtenaren vervangen, 1 op 3 de volgende jaren. Dat is geen alternatief.

    “We moeten integendeel strijden voor een programma dat de reële behoeften vervult van de overgrote meerderheid van de bevolking, niet het winstbejag van een handvol superrijken.”

    • Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
    • Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen. Geen annualisering van de arbeidstijd
    • Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing
    • Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
    • Geen verhoging pensioenleeftijd. Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
    • Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 32u/week zonder loonverlies

    De patroons vinden dit onbetaalbaar. We hebben nochtans nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Niet de middelen, maar de politieke wil ontbreekt. Ook LSP wil rechtvaardiger fiscaliteit, maar kapitaalbezitters en huiseigenaars zullen de toegenomen fiscale druk doorrekenen aan consumenten, werknemers of huurders. Enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap biedt daaraan garanties. We willen een einde aan dit voorbij gestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop