Your cart is currently empty!
Tag: Michael Moore
-
Planet of the Humans. “De controle over de milieubeweging en onze toekomst terugwinnen van de miljardairs”

Naar aanleiding van de 50e dag van de Aarde op 22 april publiceerde Michael Moore de documentaire ‘Planet of the Humans’, een documentaire geregistreerd door Jeff Gibbs. De documentaire stelt financiers en grote aandeelhouders aan de kaak wegens greenwashing: een groen profiel gebruiken om het eigen imago en de winsten op te krikken, zonder dat dit evenwel de klimaatbeweging of het milieu ten goede komt.
Door Julien (Brussel)
Gedurende de hele film haalt Jeff Gibbs uit naar deze valse vrienden van de milieubeweging: Barack Obama, Elon Musk, Robert F. Kennedy, Al Gore … De vermeende ‘groene’ omschakeling van de Amerikaanse energie-industrie vult de zakken van banken en industriëlen ten nadele van de bossen en de bevolking in de gebieden waar de houtindustrie de ogen op liet vallen. Het sterke punt van de documentaire is dat geïllustreerd wordt dat de oplossing voor de klimaatcrisis niet moet verwacht worden van de miljardairs die het debat in de richting van zuiver technologische oplossingen sturen om niet te moeten praten over systeemverandering.
Onder het kapitalisme is de productie in handen van de rijksten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het onderzoek dat ons anderhalf uur lang wordt voorgelegd, voortdurend gericht is op de rijksten en hun leugens ontmaskert. Dit besef dat de klimaatcrisis wordt veroorzaakt door het kapitalisme wordt gedeeld door steeds grotere lagen, vooral onder jongeren. Het onderzoek van Jeff Gibbs is nuttig om voorbeelden te geven van de impact van het kapitalisme op klimaatactivisme.
Het is echter jammer dat na 1u30 voorbeelden over hoe de rijken de planeet vernietigen… de film eindigt met de uitleg dat “het niet de CO2 is die de planeet vernietigt, het zijn wij.” Het feit dat de film helemaal aan het eind struikelt, neemt het onderzoekswerk niet weg, maar illustreert de huidige beperking van veel mensen in de klimaatbeweging. De woede en de ongerustheid zijn groot, maar hoe de klimaatcrisis efficiënt bestrijden?
Een aantal van de tussenkomsten in de documentaire zijn gericht op de globale demografie, met de veronderstelling dat we met te veel mensen zouden zijn. Dit soort conclusies heeft helaas het nadeel dat ze het kapitalisme niet ter discussie stellen en zich vooral richten op neokoloniale landen. Bij het zien van de klimaatcatastrofe (“nog maar 12 jaar om een onomkeerbare ecologische catastrofe te voorkomen”), kunnen jongeren en arbeiders ertoe worden gebracht om in deze richting te denken, niet vanuit racisme maar uit de terechte angst dat de mensheid bedreigd is.
Gelukkig is er een oplossing voor het behoud van de natuur en de mensheid. Dit is natuurlijk niet mogelijk onder het kapitalisme. Een systeem dat gebaseerd is op winstbejag zal het milieu en de werkenden altijd op de tweede plaats zetten. Als het gaat om de keuze tussen het stimuleren van de economie aan de ene kant en het redden van levens en het klimaat aan de andere kant, zullen de intellectuelen van het kapitalisme zich altijd voordoen als pragmatici, maar ook als de enigen die de dingen duidelijk zien. We moeten echter buiten de kapitalistische logica treden.
Het kapitalisme komt sneller in de problemen dan welk ander systeem dan ook in het verleden, en dit reeds vanaf de eerste jaren van zijn bestaan. De aandeelhouders hebben altijd de voorkeur gegeven aan winst boven de gezondheid van de arbeiders en de schade die de fabrieken aan de omliggende dorpen hebben toegebracht. Nu het kapitalisme is gegroeid, bedreigt het de hele planeet. Maar de arbeidersklasse is ook groter dan ooit.
Het ergste zou zijn om in fatalisme te vervallen. Het kapitalisme is niet het eerste systeem dat beweert het laatste te zijn dat de mensheid ooit zal kennen. Wij verdedigen een socialistische samenleving waarin een democratische planning van de productie een einde maakt aan de verspilling en de vervuiling die inherent zijn aan de logica van de winst. Het wordt dan mogelijk om massaal te investeren in de zoektocht naar ecologische alternatieven. Laten we niet alleen het kapitalisme bekritiseren. Laten we het naar de verleden tijd verwijzen. Er staan ons veel strijd te wachten: sluit je aan bij LSP om deel te nemen en een duidelijk alternatief te verdedigen: democratisch socialisme.
-
Nieuwe Michael Moore: “Where to Invade Next”
Het is ondertussen zes jaar geleden dat Michael Moore nog een nieuwe film uitbracht. Met ‘Where to Invade Next’ geeft hij aan nog steeds in topvorm te zijn. De film is wellicht wat minder belerend (op zich een goede zaak), maar het toont nog steeds waar Michael Moore voor staat: recht voor de raap met een vleugje verontwaardiging die op populistische wijze wordt gebracht.Recensie door Tim Heffernan
De titel van de documentaire kan laten uitschijnen dat het een kritiek op het buitenlandse beleid van de VS is. Dat is het slechts indirect. Het uitgangspunt is dat er na decennia van invasies zonder voordelen voor de gewone Amerikanen nood is aan een andere benadering.
En dus probeert Moore het Pentagon ervan te overtuigen dat de troepen aan rust toe zijn. In plaats daarvan trekt Moore zelf naar een reeks landen waar hij op zijn eentje een ‘inval’ doet. In plaats van olie en andere grondstoffen te koloniseren, zoekt hij naar de beste praktijken en maatregelen die vervolgens naar de VS kunnen ‘geëxporteerd’ worden.
Hij start in Italië waar hij met een koppel spreekt over hun vakantierechten. Moore is verbaasd dat ze daar acht weken (40 dagen) verlof per jaar hebben, in de VS is dat een pak minder: er is geen wettelijk recht op betaald verlof. Ook de werkgevers lijken tevreden te zijn met het betaald verlof: tevreden en uitgeruste werknemers zijn immers productiever. Het goede onderdeel van dit item is het (veel te korte) interview met een vakbondsmilitant die uitlegt dat geen van deze verworvenheden zomaar werd toegekend, er was steeds een strijd van de werkenden nodig om deze rechten af te dwingen en vervolgens om ze te verdedigen.
Het minder goede onderdeel – een vaak terugkerende zwakte in zijn films – is dat Moore onnodig overdrijft of de zaken verkeerd voorstelt om een punt te maken. Om even bij het Italiaanse verlof te blijven: de norm is daar niet dat er 40 dagen verlof zijn. Iedereen heeft 20 dagen betaald verlof en dan nog eens 12 wettelijke feestdagen. In een aantal sectoren dwongen de vakbonden extra dagen af.
In Frankrijk ontdekt Moore dat de schoolmaaltijden in het publiek onderwijs niet alleen gratis en gezond zijn, maar ook in de scholen zelf klaargemaakt worden. Hij probeert de kinderen te verleiden met een Big Mac en een cola, maar de kinderen moeten er niets van weten. Moore trekt naar Finland dat internationaal goed scoort inzake onderwijs. Hij stelt er vast dat kinderen er bijna geen huiswerk hebben en dat er geen standaardproeven voor alle kinderen zijn. De schoolgaande kinderen kloppen minder uren op school (777 lesuren per jaar tegenover 900 à 1.000 in de VS). In Slovenië is het hoger onderwijs gratis, er is geen inschrijvingsgeld en studieschulden komen er amper voor.
Moore vergelijkt de wijze waarop de Duitse geschiedenisboeken het naziverleden behandelen met de manier waarop in de VS de kwesties van slavernij en onderdrukking van zwarten verdoezeld worden. In IJsland is hij enthousiast over de wijze waarop de regering na de financiële crisis van 2008 een reeks bankiers veroordeelde tot gevangenisstraffen. Hij ziet er ook een progressieve benadering van vrouwenrechten. Hetzelfde geldt voor Tunesië. Hij brengt een progressieve behandeling van drugsverslaafden in Portugal in beeld, waar druggebruik gedecriminaliseerd is en de nadruk ligt op behandelingscentra. Het leidde tot een aanzienlijke daling van drugsgerelateerde misdaad.
Doorheen de film brengt Moore verschillende goede punten, maar hij heeft de neiging om andere landen en hun beleid wel heel rooskleurig en geromantiseerd voor te stellen. Dit blijkt uit de interviews met politici, bedrijfsleiders, academici of het brede publiek. Hetzelfde geldt overigens voor de mythologische benadering van wat hij de ‘Amerikaanse idealen’ noemt.
Zo stelt hij dat de Italiaanse vakantieregeling verderbouwt op wat in de VS begon met de strijd voor de achturendag in de jaren 1880. “Dit waren geen Europese ideeën,” stelt Moore, “het waren de onze.” Het is nuttig om verworvenheden van de werkenden te koppelen aan specifieke strijdbewegingen, maar het is verkeerd om dit voor te stellen als een “ideaal” dat uniek is voor één land.
Moore blijft in de illusie verkeren dat het naoorlogse sociaaldemocratische welvaartsmodel van verschillende Europese landen – een model dat overigens onder vuur ligt door neoliberale besparingsregeringen – zomaar naar de VS vandaag kan overgebracht worden. Onder de voorwaarden van het kapitalisme vandaag is dat niet mogelijk. Maar ondanks deze elementen van kritiek, is de film echt de moeite waard. De linkse, grappige en populistische boodschap zal velen aanspreken.
Trailer van deze film die op 8 juni in België uitkomt: