Tag: Leon Trotski

  • 75 jaar geleden: de moord op Leon Trotski

    trotskymilitantVijfenzeventig jaar geleden werd de belangrijkste toenmalige revolutionair, Leon Trotski, om het leven gebracht door een huurmoordenaar van Stalin, Ramon Mercader. Er waren eerder een aantal pogingen om Trotski te vermoorden, maar op 20 augustus 1940 werd een fatale slag met een ijshouweel toegebracht. Een dag later, op 21 augustus 1940 overleed Trotski. Daarmee werd het symbool van onverzettelijke oppositie tegen kapitalisme en totalitair stalinisme omgebracht. Hieronder een archieftekst over de moord op Trotski.

    [divider]

    In 1940 werd Leon Trotski in ballingschap in Mexico vermoord op bevel van Stalin. De motieven van Stalin waren niet beperkt tot persoonlijke rivaliteit of kwade wil. Het was voor de heersende bureaucratie in de Sovjetunie noodzakelijk om de Vierde Internationale in de kiem te smoren, deze organisatie zette immers de strijd voor internationalisme en arbeidersdemocratie verder.

    Dossier door Lynn Walsh (2000)

    Op 21 augustus 1940 kreeg Leon Trotski een fatale slag van een ijshouweel. De dader van de aanslag was Ramon Mercader, een agent van Stalin die naar Mexico was gestuurd door de geheime politie van Stalin (de GPU) om de revolutionaire balling te vermoorden.

    De moord op Trotski was niet enkel een manier van Stalin om na te trappen. Het was het hoogtepunt van een systematische en bloedige terreurcampagne tegen een hele generatie van Bolsjewistische leiders en tegen de jonge revolutionairen van de tweede generatie die bereid waren om de echte opvattingen van het marxisme te verdedigen tegen het bureaucratische en repressieve regime dat zich ontwikkelde onder Stalin. Tegen de tijd dat de GPU Trotski kon aanpakken in 1940 waren er al heel wat familieleden van Trotski vermoord (of tot zelfmoord gedreven, tot arbeidskampen veroordeeld,…) net als veel dichte vrienden en aanhangers. Tal van leiders en aanhangers van de Internationale Linkse Oppositie ondergingen hetzelfde lot.

    Zeventig jaar na datum zullen sommige media en academici de moord op Trotski, net als in 1940, voorstellen als het resultaat van een persoonlijk conflict tussen Trotski en Stalin. Ze zullen ongetwijfeld wijzen op een grote rivaliteit tussen twee ambitieuze leiders die elkaar bestreden voor de macht en vanuit een burgerlijk standpunt even slecht waren. De meest giftige commentaar zal ongetwijfeld betrekking hebben op Trotski’s zogenaamd “romantische” opvattingen over de “permanente revolutie” die potentieel veel gevaarlijker zijn dan de “praktische” positie van Stalins bureaucratie die het had over de opbouw van “socialisme in één land”. Bij herdenkingen wordt doorgaans wel gewezen op de rol van Trotski, maar doorgaans vooral om die rol te minimaliseren.

    Indien Trotski effectief een van de belangrijkste leiders van de Bolsjewistische partij was en aan het hoofd van het Rode Leger stond, waarom liet hij dan toe dat Stalin de macht in zijn handen concentreerde? Waarom nam Trotski niet gewoon zelf de macht? Er is ook het vaak terugkerende argument dat Trotski te “doctrinair” was waardoor het voor Stalin mogelijk was om hem aan de kant te schuiven. En als dooddoener is er dan nog de suggestie dat Stalin een meer praktische benadering had en bovendien een “krachtiger” leider was.

    Trotski heeft zelf op deze kwestie geantwoord met zijn analyse van de politieke degeneratie van de arbeidersstaat in de Sovjetunie. Vanuit een marxistisch standpunt is het kunstmatig om het conflict na 1923 af te doen als een persoonlijke strijd tussen rivaliserende leiders. Stalin en Trotski waren beiden op verschillende wijze een uitdrukking van tegenstrijdige sociale en politieke krachten. Trotski deed dit op een bewuste wijze, Stalin onbewust. Trotski verzette zich op een politieke wijze tegen Stalin. Stalin daarentegen bestreed Trotski en zijn aanhangers met een door de staat gesteunde terreurcampagne. Trotski schreef: “Stalin voert op een andere schaal strijd. Hij probeert niet de ideeën van zijn tegenstander aan te pakken, maar het lijf van die tegenstander.” Dat was een ijzingwekkend voorgevoel.

    Triomf van de bureaucratie

    Trotski beschreef in 1935 de rol van Stalin: “Tegen de achtergrond van een langdurige neergang van de internationale revolutie, was de overwinning van de bureaucratie – en bijgevolg van Stalin – voorbestemd. Het resultaat dat nutteloze waarnemers en dwazen toeschrijven aan de persoonlijke krachtdadigheid van Stalin, of minstens aan zijn buitengewone sluwheid, vloeide voort uit oorzaken die in de dynamiek van historische krachten besloten zijn. Stalin kwam naar voor als de half-bewuste uitdrukking van het tweede hoofdstuk van de revolutie, de “dag nadien”.”

    Trotski en geen enkele andere Bolsjewistische leider in 1917 dacht dat de arbeidersklasse in Rusland in staat zou zijn om geïsoleerd te bouwen aan een socialistische samenleving in een economisch achtergebleven en cultureel primitief land. Ze waren ervan overtuigd dat de arbeiders de macht moesten grijpen om de grotendeels onvervulde taken van de burgerlijk-democratische revolutie te vervullen. Maar dat was enkel mogelijk indien de taken van een socialistische revolutie werden aangevat. En dat kon enkel indien werd samengewerkt met de arbeidersklasse van meer ontwikkelde kapitalistische landen. Dat was nodig omdat het socialisme in vergelijking met het kapitalisme nood heeft aan een hogere vorm van productie en materiële cultuur.

    De nederlaag van de Duitse revolutie in 1923 – mee het gevolg van de blunders van de leiding van Stalin en Boecharin – versterkte het isolement van de Sovjetunie en de gedwongen intrekking van de Nieuwe Economische Politiek versterkte de vorming van een bureaucratische kaste die haar eigen comfort, wil tot rust en roep voor privileges centraal stelde en niet de belangen van de internationale revolutie.

    De heersende laag van de bureaucratie stelde al snel vast dat Stalin aan haar kant stond. Als uitdrukking van de belangen van de bureaucratie begon Stalin een strijd tegen het “trotskisme”, het ideologische kwade, een term die hij had uitgevonden om de echte opvattingen van het marxisme en van Lenin te stigmatiseren. Deze opvattingen werden immers verdedigd door Trotski en de Linkse Oppositie.

    De bureaucratie was bang dat het programma van de Oppositie voor het herstel van arbeidersdemocratie een echo zou vinden onder een nieuwe laag van jonge arbeiders en dat dit de strijd tegen de bureaucratische degeneratie zou versterken. Dat was de motivatie voor Stalins bloedige vervolging van de Oppositie. De opvattingen van de Linkse Oppositie waren “de bron van de grootste angsten van Stalin: hij was bang voor deze ideeën omdat hij hun explosieve kracht kende alsook zijn eigen zwakte tegenover deze opvattingen.” (Trotski, Dagboek in ballingschap, p.66, eigen vertaling)

    Hij antwoordde op voorhand op de verkeerde opvatting dat het conflict op een of andere manier het resultaat was van een “misverstand” of een gebrek aan bereidheid tot compromis. Trotski legt uit dat hij in 1928 tijdens zijn ballingschap in Alma-Ata door een “sympathieke” ingenieur – wellicht uitgestuurd om “de temperatuur op te meten” – werd gevraagd of hij geen mogelijkheden zag voor een verzoening met Stalin. “Ik antwoordde hem dat er op dat ogenblik geen verzoening mogelijk was. Niet omdat ik dat niet wilde, maar omdat Stalin geen vrede kon nemen met mij. Hij was gedwongen om de koers die hem werd opgelegd door de bureaucratie verder te zetten. ‘Waar zal dat naar toe leiden?’ ‘Het zal een taai einde zijn’, antwoordde ik. ‘Stalin kan het niet anders regelen.’ Mijn bezoeker was zichtbaar geschrokken, hij had geen dergelijk antwoord verwacht en blies al snel de aftocht.” (Dagboek in ballingschap, p 39)

    Vanaf 1923 leidde Trotski een strijd in de Russische Communistische Partij. In een reeks artikelen (gepubliceerd als “De nieuwe koers”) begon hij te waarschuwen voor het gevaar van een reactie na de revolutie. Het isolement van de revolutie in een achtergebleven land zorgde voor het begin van groei van een bureaucratie in de partij en de staat. Trotski begon te protesteren tegen het willekeurig optreden van de partijbureaucratie die zich begon te kristalliseren onder Stalin. Kort voor zijn dood in 1924 ging Lenin akkoord met Trotski om een blok te vormen in de partij om de bureaucratie te bestrijden.

    Toen Trotski en een groep linkse oppositionisten een strijd voor arbeidersdemocratie opzetten, zag het politburo zich verplicht om het recht op de vrijheid van meningsuiting en kritiek in de partij te herstellen. Maar Stalin en zijn aanhangers zouden ervoor zorgen dat dit formele recht slechts theorie zou blijven.

    Slechts vier jaar later – op 7 november 1927, de tiende verjaardag van de Oktoberrevolutie – moest Trotski het Kremlin verlaten en samen met zijn aanhangers op de loop gaan. Een week later werd Trotski samen met Zinoviev, de eerste voorzitter van de Communistische Internationale, uit de partij gezet. De volgende dag pleegde Adolf Joffe, een vriend en medestander van Trotski, zelfmoord uit protest tegen het dictatoriale optreden van de leiding rond Stalin. Joffe was één van de eerste kameraden en vrienden van Trotski die tot de dood zou worden gedreven of rechtstreeks vermoord zou worden door het regime van Stalin. De systematische en meedogenloze repressie van het regime zou een rivier van bloed trekken tussen echte arbeidersdemocratie aan de ene kant en bureaucratische totalitaire methoden aan de andere kant.

    In januari 1928 werd Trotski na twee eerdere ballingschappen onder het tsarisme gedwongen tot zijn laatste buitenlandse ballingschap. Hij werd eerst gedeporteerd naar Alma Ata in Kazachstan, vlakbij de Chinese grens. Van daaruit werd hij overgebracht naar Turkije, waar hij op het eiland Prinkipo verbleef.

    In een poging om het literaire en politieke werk van Trotski stil te leggen, sloeg Stalin toe onder het kleine “apparaat” van Trotski dat bestond uit vijf of zes dichte medewerkers. “Glazman: aangezet tot zelfmoord; Butov: overleden in een GPU-gevangenis; Blumkin: neergeschoten; Sermuks en Poznanski: verdwenen. Stalin zag niet in dat ik ook zonder secretariaat kon blijven schrijven en dat dit de basis zou vormen om een nieuw apparaat uit te bouwen. Zelfs de slimste bureaucraat toont op sommige vlakken een ongelofelijke kortzichtigheid.” (Dagboek in ballingschap, p 40). Al deze revolutionairen hadden een belangrijke rol gespeeld, vooral als leden van het militaire secretariaat of op Trotski’s gewapende trein tijdens de burgeroorlog.

    In ballingschap: opbouw van de Internationale Linkse Oppositie

    Als Stalin nadien zoveel middelen van de geheime politie (bekend onder verschillende afkortingen: Cheka, GPU, NKVD, MVD en KGB) heeft ingezet om de moord van Trotski te plannen en uit te voeren, waarom liet Stalin dan toe dat zijn tegenstander in ballingschap ging?

    In een open brief aan het politburo in januari 1932 waarschuwde Trotski publiekelijk dat Stalin een poging zou ondernemen om hem het leven te ontnemen. “De kwestie van terroristische wraakmaatregelen tegen de auteur van deze brief stelde zich al lang geleden: in 1924-25 woog Stalin op een bijeenkomst in kleine kring de voor- en nadelen af. De voordelen waren duidelijk. Het belangrijkste nadeel was dat er teveel jonge Trotskisten waren die mogelijk zouden antwoorden met anti-terreur acties.” (Trotski’s Writing, 1932 , p. 19). Trotski werd door Zinovjev en Kamenev op de hoogte gebracht van deze discussies. Dat gebeurde toen beiden het voormalige triumviraat met Stalin doorbraken om zich – tijdelijk – tegen Stalin te keren.

    Trotski vervolgde: “Stalin kwam tot de conclusie dat het een fout was om Trotski uit de Sovjetunie weg te sturen. In tegenstelling tot wat hij had verwacht, bleek dat ideeën een kracht kunnen hebben, zelfs zonder apparaat en zonder middelen. De Komintern heeft een enorme structuur, maar het is een lege huls, zowel op theoretisch als politiek vlak. De toekomst van het revolutionaire marxisme, en dus ook van het leninisme, is onafscheidbaar vervonden met de internationale kaders van de Linkse Oppositie. Geen enkele vervalsing kan dat veranderen. Kaders van de oppositie zijn er nog niet veel, maar er zijn er in alle landen. Stalin begrijpt heel goed dat de ideologische onverzoenelijkheid en de groei van de Internationale Linkse Oppositie een gevaar voor hem persoonlijk vormt alsook voor zijn valse ‘autoriteit’ en zijn Bonapartistische almacht.” (Writings, 1932, p. 19-20)

    Toen hij net in Turkije in ballingschap verbleef, schreef Trotski zijn monumentale boek “Geschiedenis van de Russische Revolutie” en zijn eveneens briljante autobiografie “Mijn Leven”. Doorheen de omvangrijke correspondentie met oppositiefiguren uit andere landen en vooral door het Bulletin van de Oppositie (dat vanaf de herfst van 1929 uitkwam), begon Trotski de kern bijeen te brengen van een internationale oppositie van echte Bolsjewieken. Maar Trotski’s prognose dat Stalin door middel van de GPU zou proberen om alle mogelijke middelen tegen hem in te zetten, bleek evenzeer correct te zijn.

    Naar het einde van zijn Turkse ballingschap kreeg Trotski een zware slag. Zijn dochter, Zinaida, was ziek en gedemoraliseerd. Dat bracht haar tot zelfmoord in Berlijn. Haar man, Platon Volkov, een jonge militant van de oppositie, werd opgepakt en verdween. Trotski’s eerste vrouw, Alexandra Sokolovskaja, de vrouw die hem kennis liet maken met socialistische opvattingen, werd naar een concentratiekamp overgebracht waar ze nadien overleed. Later werd Trotski’s zoon Sergei, een wetenschapper zonder enige politieke banden of interesse, opgepakt en onder het valse voorwendsel dat hij arbeiders zou hebben “vergiftigd” in de gevangenis gestopt. Trotski zou later vernemen dat Sergei was overleden in de gevangenis. Naast een angst voor de opvattingen van Trotski, speelde “het motief van persoonlijke wraak steeds een belangrijke rol in het represieve beleid van Stalin.” (Diary in Exile, p. 66)

    Van meet af aan begon de GPU te infiltreren in de kringen rond Trotski en de groepen van de Linkse Oppositie. Er waren verdenkingen tegenover een aantal figuren die opdoken in de organisaties van de Oppositie in Europa of die naar Prinkipo kwamen om Trotski te bezoeken. Jakob Frank uit Litouwen bijvoorbeeld werkte een tijd in Prinkipo maar bleek nadien een stalinist te zijn. Er was ook het geval van Mill (Paul Okun of Obin) die eveneens naar de stalinisten trok, waarbij het voor Trotski onduidelijk was of hij zijn kar had gekeerd of een infiltrant was.

    Waarom werden dergelijke figuren toegelaten in de beweging? Trotski antwoordde publiekelijk op het verraad van Mill. Hij stelde dat de Linkse Oppositie “onder erg moeilijke omstandigheden” moest werken “vanuit een organisatorisch standpunt. Geen enkele revolutionaire partij heeft in het verleden onder een dergelijke vervolging moeten werken. Naast de repressie vanwege de kapitalistische politie van de verschillende landen, staat de Oppositie ook onder druk van de slagen die de Stalinistische bureaucratie toebrengt. De Russische afdeling krijgt het daarbij het hardste te verduren. Maar het is enorm moeilijk om elders Bolsjewiek-Leninisten te vinden, zelfs voor gewoon technische taken. Dat en enkel dat verklaart waarom Mill een tijdlang een administratieve taak vervulde op het secretariaat van de Linkse Oppositie. We hadden iemand nodig die Russisch kon en administratieve taken kon vervullen. Mill was lid geweest van de officiële partij en in die zin was er een zeker vertrouwen.” (Writings, 1932, p. 237)

    Achteraf bekeken had het gebrek aan degelijke veiligheidsmaatregelen tragische gevolgen. Maar de middelen waren enorm beperkt en Trotski begreep dat fobie omtrent infiltratie en overdreven verdachtmakingen van iedereen die de Oppositie wou steunen een contraproductieve rol zou spelen. Met zijn positieve en optimistische kijk tegenover de mens, had Trotski er een afkeer van om individuen te onderwerpen aan persoonlijke onderzoeken.

    De moord op Sedov in Parijs

    Trotski wou het isolement van Prinkipo achter zich laten en zocht een uitvalsbasis die dichter bij het centrum van de Europese gebeurtenissen lag. De kapitalistische democratieën waren niet bepaald welwillend om Trotski asielrecht te verlenen. In 1933 werd hij uiteindelijk in Frankrijk toegelaten. De verscherpte politieke spanningen en vooral de groei van de nationalistische en fascistische rechterzijde zouden de regering van Daladier er evenwel snel toe aanzetten om Trotski uit het land te zetten. Zowat ieder Europees land weigerde hem asiel. Trotski leefde, zoals hij het omschreef, op een “planeet zonder visa”. In 1935 werd Trotski uit Frankrijk gezet en vond hij tijdelijk onderdak in Noorwegen. Daar schreef hij in 1936 “De Verraden Revolutie”.

    Kort na zijn aankomst in Noorwegen begon in Moskou het eerste zuiveringsproces. Stalin zette een grote druk op de Noorse regering om regels op te leggen aan Trotski zodat hij niet zou kunnen antwoorden op de potsierlijke beschuldigingen die hem in Moskou ten laste werden gelegd. Om een virtuele gevangenschap te vermijden, moest Trotski een ander onderkomen vinden. Hij ging uiteindelijk in op een aanbod van de regering-Cardenas om hem asiel te verlenen in Mexico. Op weg naar Mexico herinnerde Trotski aan de open brief aan het poliburo die hij eerder had geschreven en waarin hij vooruitliep op de “wereldwijde bureaucratische moddercampagne” en waarin hij aanslagen op zijn leven voorspelde.

    De zuiveringen in Rusland werden niet beperkt tot de oude Bolsjewieken of de aanhangers van de Linkse Oppositie. Voor iedere leider die in de showprocessen werd opgevoerd, werden honderden of duizenden anderen in alle stilte gevangen genomen, een zekere dood tegemoet gestuurd in de gevangenenkampen of gewoon afgemaakt in de kelders van de gevangenissen. Minstens acht miljoen mensen werden opgepakt tijdens de zuiveringen, vijf tot zes miljoen mensen kwijnden weg in de kampen, velen tot aan hun dood. De aanhangers van de Linkse Oppositie kregen het het hardste te verduren.

    De zuiveringen in Rusland waren direct verbonden met de contra-revolutionaire interventies van Stalin in de revolutie en burgeroorlog die in Spanje losbarstte in de zomer van 1936. Doorheen de bureaucratische leiding van de Spaanse Communistische Partij, die werd gecontroleerd van Moskou, voerde het apparaat van militaire adviseurs uit de Sovjetunie samen met de GPU de terreur uit tegenover de anarchisten, linkse militanten en vooral de trotskisten die het beleid van Stalin in de weg stonden.

    De geheime politie van Stalin voerde intussen ook haar campagne tegen het secretariaat van de Internationale Linkse Oppositie op. Dat secretariaat bevond zich in Parijs en werd geleid door de zoon van Trotski, Leon Sedov. Sedov speelde een belangrijke rol in het voorbereiden en verspreiden van de werken van Trotski, het Bulletin van de Oppositie en in het onderhouden van contacten met groepen van de oppositie doorheen de hele wereld. Sedov leverde ook een belangrijke eigen bijdrage aan het werk van de oppositie. Begin 1938 werd hij echter ziek, vermoedelijk wegens een appendicitis. Op het advies van een man die zijn nauwste medewerker was geworden, ‘Etienne’, ging Sedov naar een ziekenhuis waarvan naderhand bleek dat het werd geleid door “Witte” Russische vluchtelingen met stalinistische standpunten. Sedov leek te herstellen van de operatie, maar hij overleed kort nadien van mysterieuze symptomen. Minstens één dokter bevestigde dat dit het gevolg van vergiftiging was. Verder onderzoek bracht aan het licht dat zijn ziekte van in het begin het resultaat was van vergiftiging.

    Trotski schreef een ontroerend eerbetoon aan zijn overleden zoon, “Leon Sedov, Zoon, Vriend, Strijder.” (Writings, 1937/38, p. 166-179). Hij bracht hulde aan de rol van Sedov in de strijd voor de verdediging van de oprechte marxistische opvattingen tegen de stalinistische verdraaiingen. Maar hij gaf ook een indicatie van de mate waarin dit een persoonlijke slag vormde. “Hij was een deel van ons beiden”, stelde Trotski in naam van zichzelf en van Natalia. “Ons jonge onderdeel. Via honderden kanalen bereiken onze gedachten en gevoelens hem dagelijks in Parijs. Samen met Sedov overlijdt alles dat nog jong was in ons.”

    Naderhand werd bekend dat Leon Sedov was verraden door ‘Etienne’, die eigenlijk een agent van de GPU was en brutaler en meedogenlozer te werk ging dan gelijk welke spion of provocateur voor hem. Etienne bleek ene Mark Zborowski te zijn. Eind jaren 1950 werd bekend dat hij een cruciale figuur uit het netwerk van de GPU in de VS was. Zborowski had toen al een lange geschiedenis van verraad, dubbelspel en bloed. In zijn rechtszaak in de VS gaf hij toe dat hij een hand had in de moord op Rudolf Klement (de secretaris van Trotski die werd vermoord in Partijs in 1938), Erwin Wolf (een aanhanger van Trotski, vermoord in Spanje in juli 1937) en Ignace Reiss (een topagent van de GPU die afstand nam van de stalinistische terreurmachine om zijn steun aan de Vierde Internationale te betuigen, vermoord in Zwitersland in september 1937).

    Zborowski had contact met agenten van de GPU in Spanje die verantwoordelijk waren voor de moord op Erwin wolf. Onder die contacten bevond zich de berichte kolonel Eitingon. Dat was de man die onder tal van pseudoniemen de operatie leidde om Trotski te vermoorden in Mexico. Hij deed daarbij beroep op zijn minnares Caridad Mercader en haar zoon, Ramon Mercader, die uiteindelijk Trotski effectief zou vermoorden.

    De aanval van 24 mei

    Trotski, Natalia Sedova en een handvol dichte medewerkers kwamen in januari 1937 in Mexico aan. De regering van generaal Lazaro Cardenas was de enige regering ter wereld die asiel wou geven aan Trotski tijdens diens laatste levensjaren. In tegenstelling tot de ontvangst die hem te beurt viel in andere landen, werd hij hier op een officiële wijze verwelkomd. Hij zou zich vestigen in Coyoacan, een voorstad van Mexico-stad. Hij woonde er in een huis die hem werd geleend door een vriend en politieke aanhanger, Diego Rivera, een bekende Mexicaanse schilder.

    De aankomst van Trotski viel samen met een tweede showproces in Moskou en er volgde al snel een derde nog grotesker proces. Natalia vertelde hierover: “We luisterden naar de radio, openden de post en de kranten uit Moskou en we dachten dat de waanzin, absurditeit en woede, fraude en bloed langs alle kanten op ons afkwamen, zowel hier in Mexico als voordien in Noorwegen…” Eens te meer legde Trotski de interne tegenstellingen bloot in de gefabriceerde bewijzen tegen hem en zijn aanhangers.

    Er werd een “tegenproces” opgezet onder leiding van de liberale Amerikaanse filosoof John Dewey. Deze onderzoekscommissie sprak Trotski over de hele lijn vrij van de beschuldigingen die tegen hem werden geuit. Trotski waarschuwde dat het doel van de processen was om een nieuwe golf van terreur te rechtvaardigen. Die golf van terreur zou zich richten tegen iedereen die ook maar enige bedreiging zou vormen voor de dictatoriale leiding van Stalin, zowel tegen actieve tegenstanders als tegen potentiële bureaucratische rivalen of gewoon om vervelende elementen uit het verleden aan de kant te schuiven. Trotski was er zich van bewust dat de doodsstraf die tegen hem was uitgesproken geen louter abstract gegeven was.

    De Mexicaanse Communistische Partij werd geleid door figuren die loyaal de lijn vanuit Moskou volgden. Zodra Trotski naar Mexico kwam, begonnen zij een campagne om de bewegingsvrijheid van Trotski te beperken en vooral om te vermijden dat hij zou kunnen antwoorden op de beschuldigingen van de Moskouse processen. Ze kwamen op voor de uitwijzing van Trotski uit het land. De kranten en magazines van de CP en van door de CP gecontroleerde vakbonden (in de vakbondsfederatie CTM) waren goed voor een stroom van lasterlijke beschuldigingen. Er werd zelfs beweerd dat Trotski deel uitmaakte van een complot tegen de regering van Cardenas en daarbij zou samenwerken met fascistische en reactionaire elementen. Trotski was er zich van bewust dat de stalinistische media een taal gebruikte die militanten ertoe zou aanzetten om de discussie met wapens te beslechten.

    Midden in de nacht van 24 mei 1940 was er een eerste directe aanval op het leven van Trotski. Een gewapende groep viel zijn huis binnen en trok naar de kamers van het huis met machinegeweren. Ze probeerden alles in brand te steken om de archieven van Trotski te vernietigen en om zoveel mogelijk schade aan te richten. Trotski en Natalia ontsnapten aan de dood door zich te verbergen onder een bed. Hun kleinzoon Seva werd licht gewond door een kogel. De aanvallers lieten een zware bom achter, maar die ging gelukkig niet af. Nadien bleek dat de aanvallers waren binnen gelaten door Robert Sheldon Harte, één van de veiligheidsagenten die blijkbaar om de tuin was geleid door iemand onder de aanvallers die hij had gekend en vertrouwd. Zijn lijk werd later teruggevonden.

    Alle bewijsmateriaal wees in de richting van de Mexicaanse stalinisten en de GPU. Een gedetailleerde analyse van de stalinistische media in de weken voor de aanval maakte duidelijk dat ze voorkennis hadden en zich hadden voorbereid op een gewapende moordpoging. De Mexicaanse politie arresteerde een aantal medeplichtigen, die een beperkte rol hadden gespeeld. Hun getuigenissen wezen al snel in de richting van leidinggevende figuren uit de Mexicaanse Communistische Partij. In het proces werd al snel gewezen op de rol van David Alfaro Siqueiros, net als Diego Rivera een bekende schilder maar dan wel als leidinggevend lid van de CP. Siqueiros was in Spanje geweest en werd al langer verdacht van banden met de GPU. De stalinisten probeerden de aanval af te doen als iets dat door Trotski zelf was “uitgelokt”, alsof Trotski het zelf had georganiseerd om de CP en de regering te discrediteren. Uiteindelijk werden de verantwoordelijken, waaronder Siqueiros, opgepakt. Onder druk van de CP en de CTM werden ze in maart 1941 al vrijgelaten, zogezegd wegens een “gebrek aan bewijzen”.

    Sinquieros ontkende zijn rol in de aanval niet langer. Hij begon er openlijk over op te scheppen. De leiding van de CP vond dat vervelend. Niet de aanval zelf was vervelend vanuit het CP-standpunt, maar wel het mislukken ervan en de nasleep. Er werd geprobeerd om afstand te nemen van de aanval en de verantwoordelijkheid werd afgeschoven op “oncontroleerbare elementen” en “provocateurs”.

    De stalinistische media voerde Siquieros eerst op als een held maar stelde al snel dat hij “half-gek” was en er werd zelfs gesuggereerd dat hij door Trotski was betaald. De logica was ver te zoeken in de CP-argumentatie. Er werd gesteld dat de aanval een provocatie was tegen de CP en tegen de Mexicaanse staat en dat Trotski bijgevolg onmiddellijk het land moest worden uitgezet.

    38 jaar later bekende een leidinggevende CP’er de waarheid. In zijn memoires, “Mijn getuigenis”, die in 1978 werden uitgegeven door de Mexicaanse CP zelf, ging Valentin Campa in tegen de officiële ontkenningen van de partij en gaf hij details over de voorbereidingen voor de poging om Trotski te vermoorden.

    Campa stelde dat hij in de herfst van 1938 samen met Raphael Carrillo (een lid van het centraal comité van de partij) bij de algemeen secretaris van de partij, Herman Laborde, werd geroepen. Hij werd daar geïnformeerd over een “erg vertrouwelijke en delicate zaak”. Laborde vertelde dat hij bezoek had gekregen van een vertegenwoordiger van de Comintern (het ging eigenlijk om de GPU) die hem op de hoogte had gebracht van de “beslissing om Trotski te elimineren” en daarbij hulp had gevraagd om “deze eliminatie uit te voeren”. Na een “grondige analyse” werd volgens Campa dat voorstel afgewezen. “We kwamen tot de conclusie dat Trotski politiek had afgedaan, zijn invloed was quasi nihil, dat hadden we overigens vaak genoeg in heel de wereld verkondigd. En zijn eliminatie zou de Mexicaanse CP geen dienst bezorgen, evenmin als revolutionaire beweging in Mexico en de internationale communistische beweging. We kwamen tot de conclusie dat het voorstel om Trotski uit de weg te ruimen een ernstige fout was.” Laborde en Campa werden als gevolg van dit standpunt beschuldigd van “sectair opportunisme” en ze werden uit de partij gezet.

    De campagne om de moord op Trotski voor te bereiden, werd wel verder gezet door een aantal stalinistische leiders die ervaring hadden in het nauwkeurig naleven van de orders vanuit Moskou. Siquieros was in Spanje actief geweest en was wellicht sinds 1928 een agent van de GPU. Vittoria Codovilla was een Argentijnse stalinist die in Spanje onder Eitingon had gewerkt en wellicht een rol had gespeeld in het martelen en vermoorden van POUM-leiders Andreas Nin. Pedro Checa was een leider van de Spaanse CP die in ballingschap in Mexico verbleef, zijn naam (een pseudoniem) ontleende hij overigens aan de naam van de Russische geheime politie, de Tsjeka. Carlos Contreras ten slotte, alias Vittorio Vidali, was actief voor de GPU in Spanje onder het pseudoniem “generaal Carlos”. De coördinator van het gebeuren was de onvermijdelijke kolonel Eitingon.

    Stalin bereidt een nieuwe poging voor

    Na de mislukte poging door Siquieros en zijn groep om het huis van Trotski te bestormen, werd volgens Campa “een derde alternatief in de praktijk omgezet. Raymond Mercader, die het pseudoniem Jacques Mornard gebruikte, vermoordde Trotski op de avond van 20 augustus 1940.”

    Trotski zag het feit dat de aanval van Siquieros was mislukt als een uitstel van executie. Natalia schreef achteraf: “Ons gevoel van geluk omdat we gered waren, werd getemperd door het vooruitzicht dat nieuwe bezoeken op de agenda zouden staan en daar moesten we ons op voorbereiden.” De verdediging van Trotski’s huis werd opgedreven met nieuwe voorzorgsmaatregelen. Jammer genoeg werden geen maatregelen genomen om een grondiger onderzoek te doen naar de man die uiteindelijk de moordenaar van Trotski zou worden, ondanks het feit dat verschillende huisgenoten bedenkingen hadden bij deze vreemde figuur.

    Trotski verzette zich tegen een aantal van de bijkomende veiligheidsmaatregelen die hem werden aangeraden. Zo wou hij niet dat hij steeds werd begeleid door een veiligheidswacht. “Het was onmogelijk om ons leven volledig om te vormen tot een soort zelfverdediging”, stelde Natalia. “In die omstandigheden verliest het leven haar waarde.” Maar met het belang van het werk van Trotski en de onvermijdelijkheid van nieuwe aanslagen op zijn leven, kon de veiligheid ongetwijfeld toch beter zijn georganiseerd. Kort voor de ontvoering van Sheldon Harte stelde Trotski vast dat hij arbeiders die het huis moesten versterken zomaar vrije toegang liet tot het terrein. Trotski klaagde hierover en stelde dat het onvoorzichtig was. Hij voegde er – ironisch genoeg slechts enkele weken voor de dood van Harte – aan toe: “je zou wel eens het eerste slachtoffer van je onvoorzichtigheid kunnen worden” (Natalia Sedova, Father and Son)

    Enkele dagen na de mislukte aanslag door Siquiero en co was er een eerste ontmoeting tussen Mercader en Trotski. De voorbereidingen voor een aanslag door Mercader werden echter al veel vroeger aangevat. Via Zborowski en andere GPU-agenten die de aanhangers van Trotski hadden geïnfiltreerd in de VS, kwam Mercader in contact met Sylvia Ageloff. Dat was een jonge Amerikaanse trotskiste die naderhand voor Trotski zou gaan werken in Coyoacan. De GPU-agent slaagde er in om Ageloff te verleiden waardoor ze een ongewilde medeplichtige zou worden van zijn misdaad.

    Mercader had een uitgebreid levensverhaal op politiek vlak uitgewerkt, maar er waren toch verdachte elementen. Hij was lid geworden van de CP in Spanje en werd actief in de periode 1933-36, toen het al een volledig stalinistische partij was geworden. Wellicht was het via zijn moeder, Caridad Mercader, dat hij met de GPU in contact kwam. Zijn moeder was bij de GPU en een kennis van Eitingon. Na de nederlaag van de Spaanse republiek, een nederlaag die in de hand werd gewerkt door de sabotage van Stalin, trok Mercader naar Moskou waar hij werd voorbereid op zijn toekomstige rol. Hij ontmoette Ageloff in Parijs in 1938 en trok met haar naar Mexico in januari 1940 waar hij zich stapsgewijs integreerde in de omgeving rond Trotski.

    Toen hij in de directe omgeving van Trotski was binnen geraakt, zocht hij een persoonlijk contact met hem. Dat gebeurde met het excuus om over een artikel te discussiëren dat hij had geschreven. Trotski vond het artikel niet bepaald goed, het was banaal en nutteloos. Maar de eerste persoonlijke ontmoeting diende voor Mornard/Mercader slechts als generale repetitie voor de eigenlijke moord.

    Zijn volgende bezoek kwam er in de morgen van 20 augustus 1940. Ondanks tegenkantingen van Natalia en de lijfwachten van Trotski, werd Mornard opnieuw met Trotski alleen gelaten. “Na drie of vier minuten”, zo vertelde Natalia, “hoorde ik een verschrikkelijk geroep… Lev Dadidovich [Trotski] verscheen, hij leunde voorover tegen de deurrand. Zijn hoofd hing vol met bloed, zijn blauwe ogen waren niet meer verborgen achter zijn bril, zijn armen hingen er lusteloos bij…” Mornard had Trotski een fatale slag op het achterhoofd toegebracht met een ijshouweel dat hij had binnen gesmokkeld onder zijn regenjas. De slag was niet direct dodelijk. Trotski bleef maar roepen en probeerde zich te verzetten door zijn aanvaller neer te halen en verdere slagen met het ijshouweel te vermijden.

    “De dokter stelde dat de verwondingen niet zo ernstig waren”, stelde Natalia. “Lev Davidovich luisterde emotieloos naar de dokter die nochtans een geruststellende boodschap bracht. Hij wees naar zijn hart en zei: “Ik voel… hier… dat dit het einde is… deze keer… is het hen gelukt.” (Life and Death of Leon Trotski, p268).

    Trotski werd naar het ziekenhuis overgebracht. Hij werd er geopereerd en leefde nog meer dan een dag tot hij op 62-jarige leeftijd overleed op 21 augustus 1940.

    Mercader leek te hopen dat hij er na de zachte bestraffing van Siquieros ook met een lichte straf zou van af geraken. Maar hij werd veroordeeld tot 20 jaar gevangenisstraf en die termijn heeft hij ook uitgezeten. Maar zelfs nadat zijn ware identiteit bekend was geraakt en bevestigd door middel van vingerafdrukken en andere bewijzen, bleef hij weigeren om te zeggen wie hij was of wie hem had opgedragen om Trotski te vermoorden. Deze misdaad werd algemeen toegeschreven aan Stalin en de GPU, maar de stalinisten bleven alle verantwoordelijkheid ontkennen. Er zijn nochtans bewijzen dat de moeder van Mercader, die samen met Eitington uit Mexico kon wegvluchten, aan Stalin werd voorgesteld en een hoge decoratie kreeg voor zichzelf en haar zoon. Mercader werd gehuldigd na zijn terugkeer naar Oost-Europa toen hij zijn termijn had uitgezeten. Zijn stilzwijgen kon niet vermijden dat er een pak bewijsmateriaal was dat nadien werd bevestigd door getuigenissen van Russische spionnen die in de VS werden berecht, topagenten van de GPU die naar het Westen overliepen en de late memoires van diverse stalinistische leiders zelf. Alles wijst op een duidelijke band tussen Mercader en de terreurmachine van Stalin in Moskou.

    Uiteindelijk slaagde Stalin er in om de man te vermoorden die samen met Lenin de belangrijkste revolutionaire leider uit de geschiedenis was. Maar zoals Natalia achteraf schreef: “Er zal vergelding komen voor deze moordenaars. Doorheen zijn volledige moedige en mooie leven, geloofde Lev Davidovich in de geëmancipeerde mensheid van de toekomst. In de laatste jaren van zijn leven was die overtuiging niet afgezwakt, het werd integendeel meer matuur en vastberadener dan ooit. De mensheid zal in de toekomst worden bevrijd van alle onderdrukking.” (How it Happened, november 1940).

    Trotski’s blijvende erfenis

    Er zijn veel pogingen gedaan om Trotski af te schilderen als een “tragisch” figuur, alsof zijn perspectief van socialistische revolutie in de kapitalistische landen en van politieke revolutie in de Sovjetunie wel “nobel” was maar toch hopeloos idealistisch. Dat is het standpunt dat impliciet wordt ingenomen door Isaac Deutscher in het derde volume van zijn biografie van Trotski, “The Prophet Outcast”. Daarin laat hij zich laagdunkend uit over de pogingen van Trotski om een nieuwe internationale marxistische leiding te organiseren. De enorme inspanningen van Trotski worden er als een futiliteit gezien.

    Als er iets tragisch was aan het leven van Trotski, dan kwam dit omdat zijn volledige leven en werk na de geslaagde Russische revolutie onafscheidelijk verbonden was met de revolutionaire strijd van de internationale arbeidersklasse en dat in een periode van nederlagen. Omdat Trotski een leidinggevende rol had gespeeld in de Oktoberrevolutie, werd hij bij de eb in het revolutionaire getij gedwongen tot ballingschap en politiek isolement. Sceptici hebben afstand gedaan van marxistische perspectieven of zich neergelegd bij het stalinisme of het kapitalisme (of beiden). Trotski en de kleine groep aanhangers die zich bleven organiseren in de Oppositie daarentegen voerden strijd om een nieuwe generatie van revolutionaire leiders te vormen voor een toekomstige hernieuwde opgang van de internationale arbeidersbeweging.

  • Om het besparingsbeleid te stoppen, moeten we vechten voor een nieuw systeem

    2001trotskyHet “Overgangsprogramma” is een tekst die door Leon Trotski werd geschreven in 1938. Dat is 77 jaar geleden. Het zou dus waanzin zijn om programma-eisen uit deze tekst rechtstreeks over te plaatsen naar de hedendaagse context. Nochtans zijn er heel wat gelijkenissen te trekken tussen de periode waarin Trotski dit werk schreef en de periode die we vandaag doormaken. Hoewel lang niet alle concrete eisen uit Trotski’s overgangsprogramma hun relevantie vandaag bewaren, blijven het werk en de ideeën die erin vervat zitten een uitstekende gids en leidraad voor socialisten en marxisten.

    Dossier door Jarmo uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Het Overgangsprogramma is voor 8 euro (verzendingskosten inbegrepen) verkrijgbaar via onze webshop
    Het Overgangsprogramma is voor 8 euro (verzendingskosten inbegrepen) verkrijgbaar via onze webshop

    Vandaag beleven we een periode van crisis zoals de meesten van ons nooit eerder meemaakten. Overheden overal ter wereld zitten met enorme schuldenbergen omdat ze de gecrashte banken “nationaliseerden” (d.w.z. ze nationaliseerden de verliezen, waardoor de gemeenschap voor de speculatie van een kleine elite aan de top moet opdraaien) en waanzinnige bedragen in de economie injecteerden in de hoop ze zo terug op gang te krijgen. Overal ter wereld wordt de arbeidersklasse, de werkende bevolking, gedwongen de crisis te betalen door middel van loonverlies, afbouw van sociale voorzieningen en een totale ontmanteling van de welvaartsstaat.

    Historische en hedendaagse context

    Deze situatie lijkt erg op de maatschappelijke context in 1938. In een periode van diepe crisis – de Grote Depressie – werd de arbeidersklasse gedwongen de prijs te betalen in de vorm van een algehele teloorgang van hun levensstandaard. In sommige Europese landen hadden fascistische krachten van de wanhoop onder de massa’s gebruik gemaakt om regimes aan te stellen die het kapitaal met brute kracht verdedigden tegen de organisaties en de belangen van de werkende bevolking. Uiteindelijk zou de wereldbrand van de Tweede Wereldoorlog nodig zijn om de productiekrachten opnieuw aan te zwengelen; iets dat Trotski tegen 1938 al als een onvermijdelijke ontwikkeling omschreef. In deze situatie stond de arbeidersklasse uitermate zwak. Volgens Trotski was het een situatie “waarin elke ernstige eis van de arbeidersklasse en zelfs elke progressieve eis van de kleinburgerij onvermijdelijk de grenzen van het kapitalistische eigendom en de burgerlijke staat overschrijdt.”

    Dat is een zeer belangrijke parallel met de situatie vandaag. Ook nu stoot elke eis tot een correctere of eerlijkere verdeling van de welvaart op het idee dat “iedereen de broeksriem moet aantrekken.” Het is echter enkel de arbeidersklasse die de broeksriem aantrekt: de 1% superrijken – die de crisis veroorzaakten – zagen hun rijkdom sinds het begin van de crisis alleen maar toenemen.

    Vandaag komen steeds grotere lagen van de werkende bevolking tegen dit dogma in opstand. Een half jaar geleden ontspon zich in België het grootste en meest indrukwekkende syndicale actieplan van de afgelopen decennia. Dat was in de jaren ‘30 niet anders, met nog een gigantische stakingsgolf in ons land in 1936. Maar op het moment dat de arbeidersklasse de strijd aanging, verviel haar leiding (de op dat moment reusachtige sociaaldemocratische partijen, maar ook de stalinistische communistische partijen die met handen en voeten aan de USSR-bureaucratie gebonden waren) in een hemeltergend conservatieve houding. Op het moment dat de massa’s in beweging kwamen, weigerden zij een revolutionaire strategie te overwegen. De sociaaldemocratie hield vast aan een “minimumprogramma” (eisen om de levensstandaard van de arbeidersklasse te verbeteren, voor zo ver het aanvaardbaar bleef voor de burgerij) en een “maximumprogramma” (het idee van een socialistische toekomst die niet geconcretiseerd mocht worden, maar enkel ceremonieel beleden op zon- en feestdagen). De stalinistische bureaucratie in de Sovjet-Unie zag, van haar kant, meer heil in vriendschappelijke relaties met de zogenaamd “democratische landen” dan in allianties met buitenlandse arbeiders om tot een socialistische samenleving te komen.

    Trotski verwoordde het kort en bondig: “de huidige crisis van de mensheid valt terug te brengen op de crisis van de leiding van de arbeidersbeweging.” Als de mensheid geen perspectief zag op een betere toekomst, had ze dat te danken aan het cynisme van de leiders van die laag in de samenleving die een dergelijke toekomst tot stand kon brengen: de arbeidersklasse.

    Vandaag, 70 jaar later, is er heel wat veranderd. De stalinistische partijen zijn als invloedrijke politieke factoren van het toneel verdwenen; de sociaaldemocratische partijen zijn schimmen van zichzelf geworden, kozen resoluut de kant van het neoliberale besparingsbeleid en zagen hun steun in de samenleving smelten als sneeuw voor de zon. Het fundamentele probleem van de arbeidersklasse – nog steeds de motor voor vooruitgang en verandering – is niet alleen het conservatisme van haar leiding, maar ook het gebrek aan massaorganisaties die haar belangen politiek opnemen en verdedigen.

    Hoe de weg bereiden naar een andere samenleving?

    De problemen waarmee de samenleving vandaag geconfronteerd wordt – groeiende permanente werkloosheid, een dreigende milieucatastrofe, daling van de levensstandaard, extreme ongelijkheid, … – kunnen niet binnen de grenzen van het kapitalistische systeem opgelost worden. Daarvoor is een andere samenleving nodig. Dat is voor LSP een democratisch socialistische samenleving.

    Wie naar een dergelijke samenleving streeft kan zich niet beperken tot minimumeisen. Wij zijn uiteraard voorstander van een miljonairstaks. Jammer genoeg weten we dat miljonairs achterpoortjes genoeg zullen vinden om zich aan de taks te onttrekken. Natuurlijk willen wij een democratischer en breder onderwijs. Maar we beseffen ook dat de enorme investeringen die we daarvoor nodig hebben, nooit uitgevoerd zullen worden door kapitalistische regeringen. En het spreekt voor zich dat wij er niet tegen zijn dat mensen inspraak krijgen door bindende referenda; toch beseffen we dat zulke referenda in de huidige samenleving geen beslissingsmacht aan de bevolking zullen geven over thema’s die de kapitalistische eigendomsverhoudingen zouden kunnen raken.

    Nieuwe linkse formaties steken vandaag overal de kop op. Socialisten wereldwijd houden Syriza in Griekenland en Podemos in Spanje met argusogen in de gaten. We zien echter keer op keer dat formaties die op zoek gaan naar wat aanvaardbaar is voor het kapitalisme, binnen de kortste keren op de grenzen van hun eigen programma botsen. Om in Griekenland een fors investeringsplan in sociale voorzieningen, jobcreatie en pensioenen te lanceren, moet je natuurlijk de dictaten van de trojka naast je neerleggen. Dat is voor het kapitalisme onaanvaardbaar. Zolang je het echter niet doet, zul je vroeg of laat geconfronteerd worden met de beperkingen van de hervormingen die je wel kan doorvoeren.

    Bovendien ondervinden we vandaag maar al te goed wat verwezenlijkingen in het kapitalisme betekenen. De 8-urige werkdag was ooit een enorme stap vooruit voor de arbeidersklasse en zou aangetoond hebben dat fundamentele verandering wél mogelijk is binnen de krijtlijnen van dit systeem. Ga vandaag maar eens na wie er in jouw familie of vriendenkring werkelijk 8 uur of minder per dag werkt onder een voltijds contract. Via de indexsprong, de aanval op onze pensioenen, jarenlange besparingen in onderwijs en gezondheidszorg, wordt waar onze grootouders voor gevochten hebben, ons vandaag weer afgenomen.

    Uiteraard zijn wij als socialisten voorstander van elke verbetering in de levensomstandigheden van de werkende bevolking. Maar we moeten er steeds aan toevoegen dat het verzekeren van deze verworvenheden een andere samenleving vereist. Deze samenleving vereist ook een ander type strijd: niet om de verdeling van de koek, maar om de controle over de koek.

    Welke overgangseisen in 2015?

    Om dagdagelijkse eisen ter verbetering van onze levensstandaard te koppelen aan de strijd voor een rechtvaardige samenleving, baseren we ons nog altijd op Trotski’s overgangsprogramma. Trotski stelde dat elke eis die een revolutionaire organisatie naar voor brengt, de link moet maken met het eindstreven van onze politieke activiteit: een socialistische samenleving.

    Zo brengen wij vandaag de eis van een 30-urige werkweek naar voor. Niet omdat we denken dat hiermee alle problemen opgelost zouden zijn, wel omdat het een opstap kan betekenen naar een maatschappelijke discussie over de flexibilisering en enorme werkdruk. Vandaar uit kan gediscussieerd worden over een samenlevingsmodel waarin het beschikbare werk en de beschikbare welvaart correct verdeeld worden.

    De steunpilaren van het kapitalisme zijn voor ons geen heilige huisjes. Bij het opstellen van ons programma vertrekken wij vanuit de concrete noden van de arbeidersklasse, net zoals de traditionele partijen van de concrete noden van de burgerij uitgaan. Privé-eigendom van de productiemiddelen in de samenleving vormt vandaag de grootste hindernis voor vooruitgang en een betere toekomst. Wie zijn job verloor bij Ford Genk, kan – terecht – niet begrijpen dat een dergelijke fabriek geen toekomst zou kunnen hebben, enkel en alleen omdat elders ter wereld goedkopere arbeidskrachten bestaan, die aan een hogere uitbuitingsgraad tewerkgesteld kunnen worden. Wij eisen dat een dergelijke fabriek genationaliseerd wordt onder arbeiderscontrole en -beheer.

    Bindende referenda kunnen mensen bewust maken van bepaalde thema’s, maar stellen hen niet in staat om controle over de productiewijze in onze samenleving uit te oefenen. Daarvoor zijn democratisch verkozen en permanent afzetbare vertegenwoordigers nodig. Zulke vertegenwoordigers moeten hetzelfde loon krijgen als de geschoolde arbeiders die ze vertegenwoordigen – wiens brood men eet, diens woord men spreekt.

    Amper 85 superrijken bezitten evenveel als de armste helft van de wereldbevolking. Een honderdtal grote bedrijven controleert het grootste deel van de wereldhandel. We moeten die bedrijven onder democratische controle van de gemeenschap plaatsen. In eerste instantie moet het bankgeheim opgeheven worden, zodat de arbeidersklasse kan zien wat er met de door haar geproduceerde rijkdom gebeurt. Het zou ons toelaten om te breken met het besparingsbeleid.

    Wanneer op 15 december de grootste staking in België plaatsvond, was dat uiteraard om de regering weg te staken. Geen enkele linkse organisatie kwam met een ordewoord dat op die evidentie verder bouwde. Geen enkele, behalve LSP. Wij kwamen naar voor met de slogan “Michel I én het hele besparingsbeleid wegstaken.” Een nieuwe tripartite na Michel I zou immers geen fundamentele veranderingen teweeg brengen. Om dat te bekomen, zou een voortzetting van de strijd na de val van de regering noodzakelijk zijn. Maar het moment ging verloren.

    De noodzaak aan nieuwe massaorganisaties voor de arbeidersklasse stelt zich vandaag op een acute manier. De eerste stappen in de richting van zo’n organisaties zien we onder meer in het zuiden van Europa, maar de ontwikkeling ervan verloopt uiteraard niet rechtlijnig. Aan ons om ervoor te zorgen dat ze niet verzanden in compromissen met de burgerij die hun bestaansreden en steun ondermijnen.

    Als we ons vandaag nog steeds op het Overgangsprogramma baseren, is dit omdat het een gids voor revolutionaire actie is. Lezers van onze krant weten dat ze ons te allen tijde in de vuurlinie van de strijd zullen tegenkomen bij het verdedigen en opeisen van onze rechten. Dat doen we in functie en ter ondersteuning van fundamentele verandering in de vorm van een democratisch socialistische maatschappij.

  • Leon Trotski 1879- 1940: Zijn belangrijkste bijdrage tot het marxisme

    In september 1990 verscheen in Vonk nummer 103 een dossier over het leven en werk van Leon Trotski. Het ging om een vertaling van een artikel door Phil Frampton uit de Britse Militant. Aanleiding was de 50ste verjaardag van de moord op Trotski.

     

    Leon Trotski
    Leon Trotski

    Op 21 augustus laatstleden was het precies 50 jaar geleden dat Leon Trotski vermoord werd. Trotski was de architect van de opstand van Oktober 1917 in Rusland. Hij organiseerde het Rode Leger in de daaropvolgende burgeroorlog en was Lenins onmisbare medestander. In het onderstaande artikel van Phil Frampton dat oorspronkelijk verscheen in het Britse marxistische blad Militant van 17 augustus ’90 wordt echter ingegaan op de belangrijkste bijdrage van Trotski voor de internationale arbeidersbeweging. Dit leverde hij in een periode waarin hij politiek geïsoleerd stond en met een handvol medestanders een bittere strijd voerde tegen het stalinisme, een strijd die hem uiteindelijk het leven zou kosten.

    Zonder Lenin, die in de vorm van de Bolsjewistische partij het massa-instrument voor de revolutie opbouwde, zou er waarschijnlijk geen overwinning geweest zijn in 1917. Zonder Trotski’s klassieker “De Verraden Revolutie” (voor zover we weten spijtig genoeg niet verkrijgbaar in het Nederlands nvdr.*) zou de wereld decennialang verstoken zijn gebleven van een samenhangende analyse van het stalinisme dat nog steeds –zij het aan een zijden draadje – over een derde van de wereldbevolking heerst.

    Van de overlevende Bolsjewistische leiders van 1917 was Trotski de enige die niet capituleerde voor de “theorieën” van Stalin, die nu door de bureaucratie veroordeeld worden.

    Aan kapitalistische zijde zijn de geleerde professoren – ondanks hun zogenaamde oppositie tegen het stalinisme – na meer dan 70 jaar nog steeds niet in staat om door te dringen tot de fundamentele processen van het stalinisme.

    Trotski werd in 1929 voor de derde keer verbannen uit de Sovjet-Unie. De vorige malen was dat echter het resultaat van zijn revolutionaire activiteit tegen het tsarisme. Hij vergeleek dan ook de situatie met de jaren van tsaristische reactie van 1908-11, die aan een revolutionaire storm vooraf gingen.

    Hij zag zijn rol als “fundamenteel hetzelfde – het vrijwaren van revolutionaire tradities, het behoud van contacten tussen de meest bewuste elementen binnen de partij, de analyse van de zich ontwikkelende gebeurtenissen van Thermidor [bureaucratische reactie, PF], de voorbereiding op de toekomstige revolutionaire golf op wereldvlak en in de Sovjet-Unie.”

    Hij begreep dat hij “herleid was tot het interpreteren van gebeurtenissen en tot het trachten te voorzien van de toekomst.” Bijna onmiddellijk zette de verbannen Trotski zich aan het schrijven van zijn Geschiedenis van de Russische Revolutie. Dit was geen academische studie. Het was een handboek over de cruciale rol van een marxistische leiding in de arbeidersbeweging.

    Het was een krachtig tegengif voor de verdraaiingen van de geschiedenis door de bureaucratie teneinde de positie van de kliek rond Stalin te rechtvaardigen. Niettemin blijft het ook voor ’s werelds historici een gezaghebbend werk, volgens de Britse Times zelfs een “historische klassieker”.

    Rond dezelfde tijd schreef Trotski “Mijn leven” als een vastlegging van zijn revolutionaire activiteiten en een weerlegging van de stalinistische verdraaiingen. Indien Trotski niet meer klassieke historische studies schreef, dan was dat omdat hij ertoe gedreven werd het nieuwe tijdperk van kapitalistische crisis te analyseren dat ingetreden was met de crash van Wall Street van 1929.

    “Frankrijk waarheen” en zijn “Spaanse geschriften” (geen van deze werken zijn in het Nederlands beschikbaar **) zijn verzamelingen van materiaal dat hij schreef ten behoeve van de Internationale Linkse Oppositie binnen de Communistische Internationale (Comintern). Trotski ijverde voor de opbouw van deze Linkse Oppositie.

    Eerst trachtte hij de beste krachten van de Comintern voor zich te winnen. Maar waarom, indien Trotski het bij het rechte eind had, won hij niet meer dan enkele duizenden activisten ervan voor de Oppositie?

    Nadat ze alle macht naar zich hadden toegetrokken in de Sovjet-Unie, genoten Stalin en zijn aanhangers een enorme autoriteit bij de arbeiders omdat ze zich voordeden als de leiders van de partij die in de revolutie van 1917 had geleid. Stalin was hun dunne band met Oktober. Onder het mom van de “Verdediging van de Sovjet-Unie”, slaagde hij erin via maneuvers om de leiders van de Communistische partijen volledig naar zijn wensen te laten handelen.

    De arbeiders die de Communistische Internationale hadden opgebouwd zouden er niet gemakkelijk mee breken, ook niet met haar leiders. De meerderheid zou slechts van het bankroet van het stalinisme overtuigd worden door bittere ervaring. Anderzijds werd de verderfelijke rol van de bureaucratie ook verborgen door de snelle vooruitgang van de Sovjet economie en door het gevaar van een kapitalistische interventie.

    Het debacle in Duitsland, waar de machtige KPD (Communistische Partij) eigenlijk de weg opende voor de machtsovername van Hitler in 1933, overtuigde er Trotski uiteindelijk van dat de Communistische Internationale, net als het regime in de Sovjet-Unie, niet meer voor hervorming vatbaar was.

    De stalinistische leiding maakte van het wetenschappelijk socialisme een farce. Ze schilderde Trotski af als een paniekzaaier vanwege zijn aandringende waarschuwingen voor het gevaar van een machtsovername door de nazi’s. Hitler zelf, het eraan voorafgaande kapitalistische Bruning-regime, de reformistische sociaaldemocratische SPD en Trotski werden allemaal afgeschilderd als varianten van het fascisme! De KPD stelde zelfs: “Indien Hitler aan de macht komt, zullen wij de volgende zijn!”

    De geschiedenis van de arbeidersklasse kent geen grotere tragedie dan de verplettering van de machtigste arbeidersbeweging van Europa door de laars van het fascisme, en dit zonder het minste gevecht. Tot het laatste moment baseerde Trotski zich op de lessen van de Russische Revolutie – die van het eenheidsfront, nl. dat verschillende arbeidersorganisaties samen moeten vechten voor de verdediging van hun democratische rechten, en dat enkel een beslissende tussenkomst van de arbeidersbeweging erin zou slagen de boeren en de middenklassen voor zich te winnen, die anders naar het fascisme zouden uitkijken voor een uitweg.

    In plaats daarvan trad de KDP op sommige momenten samen op met de nazi’s om de “sociaal-fascistische” SPD te bevechten. Indien de KDP aangetoond had dat ze bereid was een einde te maken aan het kapitalistische systeem dat de middenklassen aan het verpletteren was, dan zou dit de contrarevolutie hebben kunnen doen omslaan tot een revolutie.

    Eens te meer werden de waarschuwingen van Trotski bewaarheid. Doch hij was er zich van bewust dat het effect van de nederlaag in Duitsland een versterking zou zijn van het gevoel van isolatie in de Sovjet-Unie en dat ze de vrees voor een imperialistisch militair offensief zou vergroten. Datgene wat de Sovjet-Unie verzwakte, leek de gewapende bureaucratie te versterken die zich opwierp als de verdediger van de staat.

    De marxistische beweging werd teruggeworpen, zoals dat het geval geweest was in 1914 toen de sociaaldemocratische leiders “trouw” hun “eigen” heersende klassen gesteund hadden in de Eerste Wereldoorlog. Opnieuw was het noodzakelijk om de krachten van het marxisme van vooraf aan op te bouwen, beginnende met individuen en kleine groepen.

    Internationaal zette Trotski er zijn aanhangers onophoudelijk toe aan om de weg te vinden naar de politiek meest bewuste arbeiders, om deel te nemen in de arbeidersorganisaties en de juistheid van het marxistische programma in actie aan te tonen.

    Tijdens zijn verblijf in Noorwegen in 1936 schreef Trotski “De Verraden Revolutie” als een “wetenschappelijke beoordeling van wat er eigenlijk gaande was in het land van de Oktoberrevolutie”.

    Indien Marx en Engels het Communistisch Manifest schreven teneinde de arbeidersklasse voor te bereiden op de omverwerping van het kapitalisme, dan is de Verraden Revolutie een manifest voor de arbeiders in de stalinistische staten. Niet verkrijgbaar voor de Sovjetarbeiders gedurende een halve eeuw, zal het een enorme impact hebben op allen die actief betrokken zijn in de strijd tegen het stalinisme en tegen de kapitalistische restauratie. In dit boek stelt Trotski dat de macht en de voorrechten van de bureaucratie hun oorsprong vonden in de achterlijkheid van de Sovjet-Unie ten tijde van de revolutie en in haar gedwongen isolatie na de nederlaag van de revolutie in de rest van Europa. Het socialisme kan zich niet ontwikkelen in een primitieve maatschappij van tekorten. Daarom hadden Lenin en Trotski altijd de revolutie in de ontwikkelende landen van Europa als sleutel beschouwd tot de ontwikkeling van de Sovjet-Unie zelf. Op dat ogenblik zou moderne technologie beschikbaar geweest zijn in eenieders voordeel.

    In een maatschappij van tekorten moet men echter in de rij aanschuiven. De verhouding van de bureaucraten tot de arbeiders was als die van de politieman tot de rij. Onvermijdelijk zal de politieman ervoor zorgen dat hijzelf eerst en best bediend wordt.

    De bureaucraten probeerden de omvang van hun privileges voor de massa’s te verbergen. Kritiek werd steeds harder uitgeschakeld. Trotski beschuldigde Stalin ervan revolutionaire idealen op te offeren aan privileges en van de Sovjet staat om te vormen tot “het meest gecentraliseerde, despotische en bloeddorstige apparaat.”

    Trotski argumenteerde dat het systeem van bureaucratisch bevel als middel tot ontwikkeling van de economie vreemd was aan het socialisme. Een geplande economie heeft behoefte aan arbeidersdemocratie zoals een lichaam zuurstof nodig heeft. Onder het kapitalisme gebeurt de toewijzing van middelen op basis van de winst. “Een socialistische economie,” schreef Trotski, “moet door haar aard zelf, de belangen van de producenten en de noden van de verbruikers als drijfveer hebben.” Maar “de heersende kaste kan geen producenten en consumentendemocratie toelaten, om de eenvoudige reden dat ze zowel de producenten als de verbruikers meedogenloos berooft.”

    Ondanks de bureaucratie, ging de planeconomie met sprongen vooruit, met groeipercentages van meer dan 10% per jaar. Vanuit haar hoofdkwartier, waarbij ze vrees als een wapen gebruikt, kan de bureaucratie slagen in de betrekkelijk ruwe taak van het aanleggen van een basisinfrastructuur in een achterlijke economie. Doch de kwantitatieve opbouw van de economie brengt steeds meer complexe taken met zich mee – vandaag moeten één miljoen goederen in de Sovjet-Unie voorzien worden van een prijskaartje. Dat vergt een steeds grotere nadruk op de kwaliteit.

    Kwaliteit kan echter niet verkregen worden via de brutale methode van bureaucratisch bevel. De economische en sociale ontwikkeling zélf, zou in toenemende mate de bureaucratische elite onthullen als een obstakel voor verdere vooruitgang.

    Trotski waarschuwde ervoor dat de bureaucratie, die haar eigen bevrijding bewerkstelligd had, de sociale verworvenheden van de revolutie slechts zou vrijwaren in zoverre ze de arbeidsklasse vreesde. Het dilemma van een overgangsmaatschappij, waarin het privébezit van de productiemiddelen afgeschaft was, maar waar de bureaucratie de weg naar het socialisme blokkeerde, zou slechts opgelost kunnen worden door ofwel een terugkeer naar arbeidersdemocratie, ofwel een herstel van het kapitalisme.

    Vermits de bureaucratie haar privileges nooit zou opgeven zonder strijd, moeten de Sovjet-arbeiders een nieuwe, politieke revolutie organiseren. Ze zouden de beperkingen op de staatsmacht moeten herinvoeren, zoals die door Lenin werden voorgesteld in 1917. De uitbreiding van de macht door de Sovjets (arbeidsraden), samengesteld door democratisch verkozen, afzetbare vertegenwoordigers die niet meer betaald worden dan het gemiddelde loon van de arbeiders. Andere maatregelen zijn de instelling van een rolbeurt voor administratieve taken, geen staand leger maar een bewapend volk en democratisch beheer van de industrie door de arbeiders.

    Om de Sovjet arbeiders opnieuw op het strijdtoneel te brengen, dacht Trotski, was er nood aan “een nieuwe revolutionaire dageraad in het Westen of het Oosten”.

    Een dergelijke kans deed zich voor in de vorm van de Spaanse revolutie van 1931-37. Na de Duitse catastrofe, besloot de Sovjet bureaucratie echter dat er voor de verdediging tegen de Nazi-dreiging, vriendschapsrelaties nodig waren met de kapitalistische democratieën in Europa, vooral met Frankrijk en Groot-Brittannië. Alles wat hen ook maar enigszins zou afschrikken, moest vermeden worden. Dat gold ook voor een overwinning van de Spaanse arbeidersklasse.

    In de strijd tegen Franco’s fascistische coup, begonnen de arbeiders de socialistische revolutie door te voeren in die helft van Spanje die gecontroleerd werd door de republikeinse regering. Het land en de fabrieken werden onteigend. Arbeidersmilities werden opgericht teneinde weerstand te bieden aan de krachten van het fascisme. Een burgeroorlog brak uit.

    Gebruik makend van de “stakingsbrekende samenzwering” van het Volksfront – het verbond van arbeiderspartijen met “liberale” kapitalistische partijen – werd de revolutie tegengehouden en dan teruggeschroefd. Gehoorzaam stelden de leiders van de Spaanse Communistische Partij alles in het werk om een kapitalistische republiek te vrijwaren.

    Stalin stuurde zijn geheime politie, de GPU, om ervoor te zorgen dat elk protest tegen dit laaghartig verraad de kop werd ingedrukt en dat het vuile karwei kon worden opgeknapt. Doch het resultaat van dit verraad was niet de versterking van de positie van de Sovjet-Unie. Zoals Trotski had voorspeld, werd ze integendeel verzwakt door de demoralisatie van de arbeiders en doordat Hitler er een fascistische bondgenoot bijkreeg.

    In de Sovjet-Unie zelf vreesde Stalin dat de strijd van de Spaanse arbeiders een inspiratiebron zou worden voor de Sovjet arbeiders om eveneens in actie te treden. Teneinde elke beweging de kop in te drukken nog voor ze begon, ontketende Stalin een ingrijpende zuivering van de communistische partij om al diegenen uit te schakelen die een aantrekkingspool zouden kunnen vormen voor een oppositie.

    Deze startte met de Moskouse processen van augustus 1936. Ex-leiders van de revolutie,  zoals Kamenev en Zinoviev, geterroriseerd door vrees voor zichzelf en voor het leven van hun gezinsleden, “bekenden” fascistische contrarevolutionairen te zijn onder leiding van Trotski. Trotski stelde: “De generatie van de revolutie, hoewel vernederd en verpletterd, bleef in de ogen van Stalin een bedreiging. Zijn vrees voor de massa’s was groter dan alles en hij mobiliseerde het hele bureaucratische apparaat om hen onder controle te houden.”

    De terreur had haar eigen logica. Honderdduizenden mensen werden gevangengezet, vele duizenden werden terechtgesteld. Geschat wordt dat 20 miljoen mensen omkwamen als resultaat van Stalins brutale uitspattingen. Net voor zijn dood gaf Trotski het volgende commentaar: “Het is geen toeval dat 90% van die revolutionairen die de Bolsjewistische Partij opbouwden, de Oktoberrevolutie maakten, de Sovjet staat en het Rode Leger opzetten en leiding gaven in de burgeroorlog, als “verraders” uitgeschakeld werden in de loop van de laatste 12 jaren.”

    De bureaucratie had zich eindelijk bevrijd van het Bolsjewisme en verstevigde haar controle over de Sovjet maatschappij. De zuiveringen leidden tot een uitdunning van de militaire Sovjet bevelhebbers. Aldus bereidde de dodelijke greep van de bureaucratie de weg voor de fascistische invasie van de Sovjet-Unie in 1941 voor. Reeds in 1935 had Trotski geoordeeld dat Stalin hem zou proberen te vermoorden “indien er een oorlogsdreiging is, of indien zijn eigen positie in gevaar zou komen.” Dit bleek correct, niet alleen voor Trotski zelf maar ook voor zijn gezin en medestanders.

    Stalin begreep dat de Trotskisten bezield waren door een leider die onverzoenlijk was tegenover elk ander doel dan de emancipatie van de mensheid. Datgene wat Lenin en Trotski van anderen onderscheidde was hun bekwaamheid om de methode van het marxisme te hanteren – niet enkel om de ontwikkeling van de geschiedenis te begrijpen, maar ook om de noodzakelijke conclusies te trekken voor de arbeidersklasse en voor hun eigen activiteit, waarbij ze zich stevig in de rangen van de actieve arbeiders plaatsten.

    Er zijn diegenen in de Sovjet-Unie van vandaag die beweren dat ze geen verschil kunnen zien tussen Trotski en Stalin. Politiek bewuste arbeiders die het verleden bestuderen zullen eens te meer leren dat er oceanen van bloed liggen tussen de stalinistische bureaucratie en de ideeën van Trotski.

    Ze zullen vernemen hoe zijn vier kinderen, Leon, Sergei, Nina en Zina, vermoord werden of naar hun dood gedreven werden door Stalin, hoe zeven van zijn secretarissen vermoord werden, hoe zijn kleinkinderen moordaanslagen overleefden, hoe de GPU zijn medestanders afslachtte, hoe zijn naam besmeurd werd over de hele wereld. Ze zullen de vijf moordpogingen vernemen op een man van 60, die slechts gewapend was met zijn pen.

    In 1940 keek Trotski terug op het voorbije decennium, waarbij hij zijn eigen rol bescheiden onderwaardeerde: “in een reactionaire periode als de onze, is een revolutionair verplicht om tegen de stroom in te gaan. Ik doe dat naar best vermogen. De druk van de wereldwijde reactie heeft zich misschien nog het onverbiddelijkst uitgedrukt in mijn persoonlijk lot en in het lot van mijn naasten. Ik zie hierin geen verdienste van mezelf: het is het resultaat van de ineenstrengeling van historische omstandigheden.”

    Niet toevallig werd aan de duizenden Trotskisten in de arbeiderskampen van Siberië een bijzonder lot toebedeeld. In Vorkuta, waar ze voor de laatste maal hun volgers massaal en heroïsch uitdaagden, kregen ze elk een stuk brood en marcheerden ze in groep de bevroren toendra in om er doodgeschoten te worden. Zelfs op dat ogenblik zongen ze de Internationale.

    Al deze vervolgingen konden de ideeën van de Oktoberrevolutie, zoals belichaamd door Leon Trotski, niet verpletteren. Toen Coulondre, de Franse ambassadeur, tegenover Hitler zijn beklag maakte in 1939 over diens beruchte pact met Stalin, waarschuwde hij: ”Ik hoop dat u zich realiseert dat in geval van oorlog, de echte overwinnaar Trotski zal zijn.” Hitler antwoordde: “Ik weet het.”

    Op 21 augustus 1940 schakelde de GPU uiteindelijk de organisator uit van de Oktoberopstand die aan 150 miljoen arbeiders en boeren de macht gaf om zelf de bedrijven en het land te beheren in de Sovjet-Unie.

    De geschiedenis bereidt nog steeds voorwaarden en de krachten voor die Trotski’s programma van echte arbeidersdemocratie in de praktijk zullen brengen, en dit zowel in het Oosten als in het Westen. De ineenstorting van de stalinistische dictaturen in Oost-Europa vormt een nieuw begin.

    De jonge generatie zal een inspiratiebron vinden in de ideeën en de strijd van Trotski. De misdaden van Stalins handlangers zullen nooit vergeten worden maar eraan herinneren dat de arbeidersdemocratie geen luxe was – haar instelling is een kwestie van leven en dood voor de mensheid.

    [divider]

    Het testament van Trotski

    “Gedurende drieënveertig jaar van mijn bewuste leven ben ik een revolutionair gebleven; gedurende tweeënveertig ervan heb ik gevochten onder het vaandel van het marxisme. Als ik helemaal opnieuw zou moeten beginnen zou ik natuurlijk proberen enkele fouten te vermijden, maar de grote lijn van mijn leven zou onveranderd blijven. Ik zal sterven als proletarisch revolutionair, als marxist, als dialectisch materialist, en derhalve als onverzoenlijk atheïst. Mijn geloof in de communistische toekomst van de mensheid is niet minder vurig, het is zelfs sterker vandaag, dan het was in de dagen van mijn jeugd.

    “Natasha is net van de patio naar het raam gekomen en heeft het wijder opengezet zodat de lucht makkelijker mijn kamer kan binnenstromen. Ik kan de heldergroene strook gras aan de voet van de muur zien, en de stralend blauwe lucht boven de muur, en zonlicht overal. Het leven is mooi. Laten de toekomstige generaties het ontdoen van alle kwaad, onderdrukking en geweld, en er ten volle van genieten.”

    [divider]

    (*) Tot op heden is ‘De Verraden Revolutie’ nog niet in het Nederlands verschenen. Maar, goed nieuws! Onze uitgeverij marxisme.be heeft het klaar staan om naar de drukker te versturen. Meer hierover binnenkort.

    (**) Het grootste deel van ‘Frankrijk waarheen’ is inmiddels wel in het Nederlands verschenen en maakt deel uit van het door marxisme.be uitgegeven boek ‘Fascisme: wat het is en hoe het te bestrijden’.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop