Your cart is currently empty!
Tag: jongeren
-
Jongeren en vakbonden: geen match?

Foto: PPICS We krijgen vaak te horen dat vakbonden ouderwets zijn en geen aansluiting vinden bij jongeren. Nochtans valt het op dat ook jonge werkenden zich actief inzetten in de strijd tegen de rechtse regering. Volgens een studie van de KU Leuven zouden jongeren omwille van het imagoprobleem van de vakbonden minder interesse tonen en pas lid worden als ze problemen op hun eigen bedrijf ervaren.
Mogelijk heeft het ontbreken van sterke syndicale jongerenorganisaties inderdaad een effect op de betrokkenheid van jongeren bij de vakbonden. Maar zelfs de cijfers wijzen op een vrij groot aantal vakbondsleden. De Tijd stelde: “Slechts 7 à 8 procent van de leden van het ACV en het ABVV is jonger dan 25 jaar. Daarmee is de groep -25-jarigen die lid is van de vakbond kleiner dan het aantal 60-plussers.” De twee grote bonden zijn goed voor 3,2 miljoen leden waarvan er dus minstens 224.000 (7%) jonger dan 25 jaar zijn. Dat betekent dat meer jongeren lid zijn van de vakbonden dan van de chiro of scouts. De actieve bevolking jonger dan 25 jaar bestond in 2015 uit 307.622 werkenden en 87.432 werklozen of samen bijna 400.000 jongeren. Daarvan is ruim de helft lid van de vakbond. Zo weinig is dat toch niet?
Maar uiteraard kan alles beter: strijdbare vakbonden die jongeren niet alleen organiseren rond de thema’s die op elke specifieke werkvloer leven maar ook rond kwesties in de samenleving waar jongeren mee bezig zijn, vakbonden die scholieren en studenten organiseren in het verzet tegen duurder wordend onderwijs waarbij het tekort aan middelen steeds groter wordt. Toen de Gentse scholieren in 2014 naar de grote vakbondsbetoging in Brussel trokken in het kader van hun strijd tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld, werden tientallen van hen lid van de vakbond om mee naar Brussel te trekken. Het ging niet enkel om de treintickets die hiervoor aangeboden werden, maar ook om het afstemmen van de acties van de scholieren op die van de arbeidersbeweging. Tegen het besparingsbeleid ingaan, betekent vechten voor een toekomst voor de jonge en komende generaties.
-
Generatie K: na de strijd tegen het Capitool, strijd tegen het kapitaal
Zoals steeds in de maanden juni en september komen er ook dit jaar duizenden jongeren vanop de schoolbanken op de arbeidsmarkt terecht. De toekomst ziet er voor velen niet goed uit: terwijl sommigen kreunen onder de werklast, zoeken anderen vruchteloos naar werk. Het besparingsbeleid maakt het allemaal nog moeilijker voor jongeren, denk maar aan het opdrijven van de flexibiliteit door de wet-Peeters. De enige manier om tot verandering te komen, is door samen te strijden voor een andere samenleving.Artikel door Emily (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Hotel Mama
Amper de helft van de jongeren vindt een job binnen de zes maanden nadat ze op de arbeidsmarkt komen: 54,4% volgens de jaarlijkse studie van de RVA in 2015. Ondanks die cijfers moeten jongeren sinds de maatregelen van de vorige regering minstens een jaar naar werk gezocht hebben vooraleer ze recht hebben op een kleine werkloosheidsvergoeding, de zogenaamde inschakelingsuitkering. Hoe moeten jongeren ondertussen rondkomen?
Het maakt dat velen geen andere keuze hebben dan beroep te doen op de ouders en nog een tijdlang op hun kosten te leven. Hotel mama blijft steeds langer open. In plaats van solidariteit doorheen de samenleving is er nu enkel nog hulp binnen de familie. Voor wie dit onmogelijk is, blijft enkel het OCMW over. Maar ook daar is er een chronisch gebrek aan middelen, vorig jaar alleen nam het aantal leefloners met 12,4% toe, de grootste stijging ooit.
Het enige antwoord van de regering van de rijken op de toename van het aantal leefloners bestaat uit verplichte gemeenschapsdienst. Om een leefloon te genieten, moeten opleidingen gevolgd worden, zijn er evaluaties en moet binnenkort verplicht gemeenschapsdienst verricht worden. Dit betekent werken zonder loon in ruil voor een kleine uitkering. Het leefloon is de laatste stap vooraleer iemand in complete ellende terechtkomt. Het gebrek aan middelen voor de OCMW’s zal die groep groter maken. Om dit te stoppen, moet het beschikbare werk verdeeld worden door de arbeidsweek in te korten.
Wegwerparbeiders
Doorgaans beginnen jongeren met een arbeidsovereenkomst van drie maanden of minder, zo is het alleszins in meer dan 60% van de gevallen. Vaak wordt gestart met interimcontracten. Het zorgt ervoor dat jongeren tegen elkaar uitgespeeld worden om steeds slechtere arbeidsvoorwaarden te aanvaarden in de hoop op die manier aan de slag te kunnen blijven. Wetten en regels die arbeidsvoorwaarden beschermen, worden gemakkelijker opzij geschoven dan wetten in het voordeel van het patronaat.
De indexsprong zorgt ervoor dat jongeren gemiddeld 35.000 euro verliezen op een volledige loopbaan, de verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar na een volledige loopbaan van 42 jaar maakt dat een volledig pensioen stilaan onmogelijk wordt en dan pakt Peeters nu ook nog de arbeidsvoorwaarden aan. Een algemene annualisering van de arbeidstijd in alle sectoren zonder overleg met het personeel maakt willekeurige flexibiliteit mogelijk. Moeten we werken tot we erbij neervallen?
Deze maatregelen raken wie met onzekere contracten werkt het hardst, voor veel jongeren is dit het geval. Straks moeten we steeds meer overuren kloppen om rond te komen of om wat te kunnen sparen, bijvoorbeeld om een auto te kopen aangezien het openbaar vervoer onvoldoende uitgebouwd is. De druk is groot om alle eisen van de werkgevers in te lossen om toch maar een nieuw contract te krijgen. De wet-Peeters doet compensaties voor overuren (in de vorm van overloon of compensatiedagen) verdwijnen. Wij moeten flexibel zijn naargelang het de werkgever uitkomt. Met ons sociaal leven wordt geen rekening gehouden, straks weten we pas een dag op voorhand wanneer we moeten werken.
De mogelijkheden voor interimarbeid worden uitgebreid: beperkingen voor bedrijven die er beroep op doen worden afgebouwd. Voortaan wordt het mogelijk om voor onbepaalde duur interim te werken. Een volledige loopbaan van de ene job naar de andere hollen met steeds nieuwe collega’s en andere sectorvoorwaarden, maakt het ook moeilijker om ons te organiseren op de werkvloer.
Het verzet organiseren
De steeds slechtere omstandigheden leiden tot een zeker gevoel van pessimisme. Vier op de vijf adolescenten is bang om geen werk te vinden, een op de drie Belgen tussen 18 en 30 jaar heeft ooit aan zelfmoord gedacht (studie van Solidaris). Tegelijk wordt begrepen wie voordeel uit dit systeem haalt. Volgens een studie van Noreena Hertz onder Britse en Amerikaanse tieners heeft amper 6% vertrouwen in de grote bedrijven, onder volwassenen is dat 60%. Hertz omschrijft deze generatie als “Generatie K” naar Katniss Everdeen, het hoofdpersonage in de Hunger Games. Deze generatie komt in opstand, in het geval van de Hunger Games tegen het Capitool, en heeft geen vertrouwen meer in de autoriteiten.
We moeten de afkeer tegen het systeem en de opstandigheid organiseren. Jongeren hebben een belangrijke rol tespelen in de strijd tegen de wet-Peeters en alle besparingsmaatregelen. Jongeren kunnen voor een dynamiek zorgen die ook voor de rest van de arbeidersbeweging aanstekelijk werkt.
We stellen vast dat het overleg niet meer werkt. Hoe kunnen we onderhandelen met diegenen die totaal tegenovergestelde belangen verdedigen als die van ons? Scholieren, studenten en jonge werkenden (met of zonder job) moeten de strijd uitbouwen en kunnen bijdragen aan het succes van de vakbondsacties.
Laat ons aansluiting vinden bij de beste tradities van de arbeidersbeweging die geleid hebben tot onze sociale zekerheid en onze openbare diensten. We kunnen dit door algemene vergaderingen te houden op onze scholen, in de wijken en op de werkvloer. Deze algemene vergaderingen kunnen strijdcomités verkiezen om de organisatie van onze stakingsacties in handen te nemen. In de stakingen kan iedereen een rol spelen: werkenden, jongeren, werklozen kunnen samen de piketten versterken. Samen kunnen we de regering en het besparingsbeleid wegstaken.
De ervaring van 2014 leert ons dat we ook de discussie over een politiek alternatief moeten aangaan. De regering doen vallen is niet evident. We hebben een brede steun nodig en moeten die in acties en een krachtsverhouding omzetten. Het volstaat niet om de regering weg te krijgen, er is nood aan een politiek alternatief. Jongeren hebben een rol te spelen in de discussie daarover.
-
Van ‘generatie down’ naar ‘generatie strijd’
“Jongeren onder de 30 zoeken geen werk, maar een levensritme”. Dat soort nonsens horen we van ‘experts’ op pakweg de site van de kwaliteitskrant Le Monde (11 april 2013). Na ‘generatie X’ hebben de sociologen het vandaag over een ‘generatie Y’, daarna ‘Z’ en sommigen hebben het zelfs over ‘generatie down’.Artikel door Alain (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Generatie ‘Why’
Sociologen omschrijven jongeren onder de 30 jaar als ‘generatie Y’ waarmee ze bedoelen ‘Why’ (waarom). Veel jongeren stellen zich inderdaad vragen: waarom wordt het milieu om zeep geholpen? Waarom worden de rijken steeds rijker terwijl de armoede toeneemt? Gemiddeld leeft een kind op de zes in ons land onder de armoedegrens. In een stad als Namen zijn 1/3 van de leefloners jongeren. De jongerenwerkloosheid in Brussel blijft volgens Actiris stabiel op 28,9%. Voor wie werk heeft, is het evenmin een feest.
Het Instituut voor Duurzame Ontwikkeling merkte in 2012 al op dat jongeren uit noodzaak langer bij hun ouders blijven wonen. Er werd opgemerkt dat de forse stijgingen van de huizenprijzen een belangrijke factor hierin vormden. Op 20 jaar, op een generatie tijd dus, steeg de gemiddelde prijs van een appartement van 64.000 euro in 1991 naar 195.000 euro in 2011. Deze explosieve toename op een ogenblik dat wie begint te werken vaak in onzekere jobs zit, heeft natuurlijk gevolgen.
Generatie depressie
Een studie van de Leuvense universiteit gaf aan dat een op de vijf studenten aan de universiteiten en hogescholen risico op depressie loopt, onder de totale bevolking is dat 13%. Een op de zeven studenten kampt met psychologische stoornissen en een op de 20 denkt soms aan zelfdoding.
Na de studies is het niet veel beter voor jongeren. We zouden in een amusementssamenleving leven en de media leggen ons bijna op om gelukkig en vrolijk te zijn. Maar het huidige productiesysteem biedt ons niet de mogelijkheden om dat effectief te realiseren, zowel op individueel als collectief vlak. Het enige wat echt van tel is, zijn de winsten van een handvol mensen aan de top en niet het leven van de mensen die hiervoor moeten zorgen. Het leidt vaak tot ontgoochelingen voor wie begint te werken, toch voor gewone werkenden.
Systeem zonder toekomst
De Socialistische Mutualiteiten langs Franstalige kant onderzochten wat leeft onder jongeren. De conclusies van dat onderzoek zijn opmerkelijk.
“Jongeren hebben een compleet wantrouwen rond twee essentiële onderdelen van het leven in een samenleving: het economische en financiële systeem, die nochtans onze dagelijkse omgeving vormen. Het vertrouwen in de bezorgdheid van politici om de kwaliteit van het leven te verbeteren, is bijzonder laag, vooral omdat die politici ‘de financiële wereld de macht lieten overnemen’.”
Het wantrouwen gaat gepaard met een roep naar radicale verandering onder een grote meerderheid van de ondervraagde jongeren. “Deze vaststellingen leiden logischerwijze tot de bevestiging dat radicale verandeirng nodig is. Een grote meerderheid van de 18 tot 30-jarigen – negen op de tien van deze jongeren – denkt dit en de helft van de jongeren is daar heel bevestigend over. Minder dan een op de tien denkt dat er geen radicale verandering nodig is.”
Het volledige systeem verliest aan autoriteit. Dat uit zich vooral in een groeiend wantrouwen in alle gevestigde instellingen. Van de media over het onderwijs tot de politieke partijen maar ook de vakbonden. Allen verliezen ze aan vertrouwen onder de jongeren. Dat is begrijpelijk. In veel gevallen zijn jongeren de grote verliezers van de sociale afbraakpolitiek die een einde maakt aan de beperkte verworvenheden uit het verleden. Het leidt ook tot een zeker scepticisme over de mogelijkheid om via collectieve actie tot verandering te komen.
Hoe radicale verandering bekomen? Hier komt ‘generatie strijd’!
De jongeren willen geen verloren generatie zijn. Het kapitalisme heeft hen maar ook de mensheid in het algemeen niets meer te bieden. Er is inderdaad radicale verandering nodig, jongeren snakken naar zo’n verandering. Maar er is nog weinig duidelijkheid over hoe we dat kunnen bereiken. Sommigen denken dat het mogelijk is op basis van individuele acties of op basis van de onmiddellijke sociale omgeving (gezin, vrienden, …). Er worden tal van individuele ‘oplossingen’ gezocht, maar deze leveren niets op. Het feit dat geen enkele grote politieke stroming een alternatieve visie op een andere samenleving naar voor schuift, heeft daar veel mee te maken. De afgelopen 30 jaar werd het neoliberalisme omarmd door onder meer de sociaaldemocratie en de groenen, maar ook door veel vakbondsleiders. Ze beperkten zich tot voorstellen om de scherpste kantjes af te vijlen, terwijl de logica van dit systeem werd aanvaard waardoor ze meestapten in sociale afbraak.
In de jaren 1980 stelde Margaret Thatcher al: “Er is geen samenleving, er zijn enkel individuen”. Nochtans is egoïsme niet eigen aan de mens. Er zijn in België alleen al meer dan een miljoen vrijwilligers. Het persoonlijke belang is niet de enige drijfveer van mensen. Maar ondanks de enorme wil om sociale banden aan te gaan en te bouwen aan een samenleving waarin er voldoende werk is alsook kwaliteitsvolle huisvesting, blijft de ongelijkheid toenemen.
Doorheen de geschiedenis kunnen we vaststellen dat ongelijkheid toeneemt als er geen georganiseerde sociale kracht ingaat tegen het beleid van de heersende klasse. LSP denkt dat radicale verandering mogelijk is als we ons organiseren op syndicaal en politiek vlak om te strijden voor een andere samenleving. We denken dat er een politiek instrument nodig is om in te gaan tegen de superrijken die het vandaag voor het zeggen hebben. Met LSP en ALS willen we jongeren organiseren in de strijd voor maatschappijverandering. Zo zullen we op de klimaatacties in Parijs een duidelijk antikapitalistische benadering naar voor brengen.
-
Vakbondsactie klaagt gevolgen besparingen voor jongeren aan
Vandaag voerden de vakbonden in Brussel actie. Ze klaagden specifiek de gevolgen van het besparingsbeleid van de rechtse regering op jongeren aan. Zo worden jongeren hard geraakt door de jacht op de werklozen en wordt nagedacht over lagere lonen voor jonge werkenden. De actie vandaag kwam er in de nasleep van het eerdere actieplan. ABVV-topman Goblet kondigde op het podium aan dat er na de zomer een nieuw actieplan naar het model van dat eind 2014 komt. Vreemd genoeg waren er ook politici van PS en CDH aanwezig, terwijl die partijen mee verantwoordelijk waren voor het beperken van de inschakelingsuitkering in de tijd. Na deze actie rond jongeren volgen er nog rond vrouwen en gepensioneerden. Vervolgens komt er eind juni mogelijk een Europese betoging.
Foto’s door Nico:
-
(Toekomstige) werkenden in strijd tegen besparingsbeleid !
Artikel door Nicolas Croes uit de stakingskrant ‘De Linkse Socialist’ van afgelopen maandag

Actie van het studentencomité op ESAS in Luik. Op de massabetoging van 6 november liep vooraan een indrukwekkende delegatie van honderden jongeren. Hun strijdbaarheid was aanstekelijk. Nadien eisten jongeren meermaals hun plaats op in het verzet tegen de besparingen. De jongeren maakten kennis van de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging en het sterkste wapen tegen de dictatuur van de markten, het stakingswapen waarbij de economie wordt platgelegd.
Ellende voor ouderen, gebrek aan toekomst voor jongeren. Deze samenleving willen we niet!
Zoals de rest van de bevolking zijn ook tal van jongeren geschokt door de asociale maatregelen van de regering-Michel. Die komen dan nog bovenop de reeds harde besparingen in het Vlaamse onderwijs, met onder meer de verhoging van het inschrijvingsgeld. Ook langs Franstalige kant is er ongerustheid in het onderwijs, zo was er al een werkonderbreking van het personeel in oktober.
Op veel piketten tijdens de regionale stakingen was er het gevoel dat de acties tegen het volledige beleid gericht zijn, tegen een samenleving die een collectieve verarming oplegt, tegen de wilde logica van elk voor zich, tegen het gebrek aan toekomstperspectieven. Ook onder jongeren heerst dit gevoel. Het is dan ook normaal en zelfs noodzakelijk dat jongeren aan het verzet deelnemen.
Niet alleen op de betoging van 6 november waren er veel jongeren, ook op de stakingspiketten viel op dat veel jonge werkenden kennis maakten met het stakingswapen. Daarnaast waren er ook nog verschillende solidariteitsacties van zowel scholieren als studenten. Deze solidariteit moeten we verder versterken!
Van Gent tot Namen: jongeren zijn aanwezig!
In Brussel schreven scholieren van het atheneum Charles Janssens een open brief om te mobiliseren naar de betoging van 6 november. Ze stelden onder meer: “We zijn allemaal betrokken partij. Ons onderwijs, onze toekomst, onze ziekenhuis, onze sociale bescherming en onze samenleving staan op het spel. Een ander beleid is mogelijk: rechtvaardige en meer evenwichtige fiscaliteit, de nationalisatie van sleutelsectoren van de economie (zoals banken, energie, …) onder democratische controle, de niet-betaling van de publieke schulden, verhoging van de lonen en uitkeringen, … De besparingsmaatregelen, de ‘opofferingen’, de ‘soberheid’ en de aanvallen, het werkt niet. Strijd loont! Als onze mobilisatie groot genoeg is, kunnen we overwinningen afdwingen.”
Op de betoging van 6 november waren er ongeveer 130 scholieren uit Gent aanwezig. Ze waren onder de indruk van de kracht van de arbeidersbeweging. Ondanks de examens toonden ze hun solidariteit tijdens de regionale staking in Oost-Vlaanderen op 1 december. Zo namen scholieren deel aan het piket aan het atheneum van de Voskenslaan. Ook tijdens die staking trokken studenten naar verschillende piketten en was er een solidariteitsactie met open micro aan de campus van de Blandijn.
Langs de andere kant van het land, in Namen, was er op dezelfde dag een algemene vergadering van het FEF (Federatie van Franstalige Studenten), AGE (studentenfederatie van de universiteit Namen) en de jongeren van ACV en ABVV. In Luik verzamelden studenten zich aan het piket van de universiteit, zoals wel meer gebeurt. Maar er was ook een bezoek aan verschillende piketten door een steuncomité aan de hogeschool ESAS. Dit comité organiseerde eerder verschillende informatievergaderingen, waarvan sommige samen met het personeel. Het spandoek van het comité was duidelijk: “(Toekomstige) arbeiders in strijd tegen het besparingsbeleid”. Dit kon op heel wat steun rekenen aan verschillende piketten. De studenten trokken vervolgens mee vooraan op in de betoging van de AAA (Alliantie voor Alternatieven op het Besparingsbeleid) en het netwerk Stop Artikel 63§2 (een netwerk tegen de aanvallen op de werklozen). Op deze betoging waren er meer dan 300 aanwezigen die van het hoofdkwartier van de PS vertrokken, om er duidelijk te maken dat de PS geen alternatief vormt en zelf verantwoordelijk is voor tal van besparingen, en vervolgens naar dat van de MR trokken.
Op 2 december was er aan de Franstalige universiteit ULB in Brussel een personeelsvergadering met ongeveer 200 aanwezigen. De bijeenkomst was gericht op het organiseren van de regionale staking van 8 december en de nationale algemene staking van 15 december. Ook op deze bijeenkomst waren de Actief Linkse Studenten (ALS, jongerenorganisatie verbonden met LSP) aanwezig. Ze verdedigden er het idee van een stakerscomité dat vakbonden, studentenorganisaties en niet-georganiseerde individuen (studenten of personeelsleden) omvat om samen in verzet te gaan tegen de besparingen.
Comités om de strijd te structureren
Actiecomités zijn van onschatbare waarde om de studenten en het personeel democratisch te verenigen om samen te discussiëren en het verzet tegen de asociale aanvallen te organiseren. Na de feestdagen moeten we onze strijd verderzetten. Waar er al actiecomités opgezet zijn, hebben deze heel wat ervaring opgedaan om sterker te staan in de komende acties. Hetzelfde zien we in de bedrijven waar er algemene vergaderingen van het personeel werden gehouden om de acties voor te bereiden of te evalueren.
Als de georganiseerde arbeidersbeweging voldoende offensief naar buiten komt, kan ze andere lagen meetrekken. Om tot een overwinning te komen, kan de stakingsbeweging zich niet beperken tot de delegees en de meest overtuigde militanten. Het moet een strijd van de werkenden en jongeren zijn, gefaciliteerd door de vakbonden. Informatie- en mobilisatiepamfletten zijn natuurlijk nodig, maar ook het opzetten van steuncomités in de scholen, hogescholen, universiteiten, wijken, … zouden een belangrijke rol kunnen spelen om ervoor te zorgen dat iedereen deelnemer aan de strijd kan zijn (met naast werkenden ook werklozen, gepensioneerden, jongeren, interimmers, …). Het zou ook een instrument zijn om in te gaan tegen de antistakingspropaganda van het patronaat en de gevestigde media.
Dat offensieve strijd van de arbeidersbeweging andere lagen op sleeptouw neemt, zagen we niet enkel bij de jongeren. Er was ook de steun van de culturele sector met de campagne Hart boven Hard op de betoging van 6 november en onder meer op de provinciale staking in Antwerpen op 24 november. Er wordt nu ook een Franstalige tegenhanger voor deze campagne opgezet onder de naam ‘Tout Autre Chose’. In Luik bleek de bredere steun uit het succes van de campagne AAA met algemene vergaderingen en verschillende acties, waaronder een solidariteitsbetoging op 1 december tijdens de regionale stakingsdag.
Het is mogelijk om onze strijd te verbreden, alle onderdelen van ons dagelijkse leven worden immers geraakt door het besparingsbeleid. Jongeren kunnen met hun dynamische inbreng een belangrijke rol spelen door hun solidariteit te betuigen, maar ook door verder te gaan en hun actieve plaats in de beweging op te nemen.
-
Van verontwaardiging naar actie
- 9/3 BETOGING TEGEN KERNENERGIE. Brussel – Station Brussel Noord – 14u
- 15/3 BETOGING TEGEN REPRESSIE EN POLITIEGEWELD. Brussel – Fontainasplein – 15u
- 16/3 PROTEST AAN GESLOTEN CENTRUM VAN VOTTEM. Luik – Citadel – 14u
- 20/3 ANTI-NSV BETOGING. Antwerpen – Berchem Station – 19u
- 30/3 PRO-KEUZE PROTEST. Poelaertplein Brussel – 14u
door Emma (Gent)
Vaak wordt aangenomen dat de nieuwe generatie jongeren niet meer geïnteresseerd is in politiek. Humo noemde ons in december nog “de crisisgeneratie”. Jongeren zouden denken dat de wereld om zeep is en zich meer terugplooien op hun eigen kleine wereldje en geluk. Er wordt gezegd dat de meeste jongeren er niet meer van dromen om de wereld te verbeteren en meer belang hechten aan succes in de kleine dingen, het vinden van een leuke job en een gezin.
Ik kan er als jongere inkomen dat het vinden van een leuke job, een huis en een gezin vandaag een belangrijke plaats innemen. Deze zaken zijn namelijk niet vanzelfsprekend. Een rapport van de VDAB van januari 2014 geeft aan dat de jeugdwerkloosheid het laatste jaar is toegenomen met 6,5 % en er een opvallende stijging is bij hooggeschoolden (+18,2 %). Het vinden van een job die aangepast is aan een diploma is bovendien niet gemakkelijk. Huizen zijn bijna onbetaalbaar geworden. Sommige jongeren vechten vooral om zélf een job te vinden, terwijl anderen vechten om te zorgen dat er meer jobs zijn voor iedereen.
In maart zijn er heel wat betogingen waar ook veel jongeren aan zullen deelnemen. Die betogingen zullen aantonen dat er nog heel wat jongeren (én iets ouderen) zijn die wel fundamentele verandering willen. Over een heel aantal thema’s is er een ontevredenheid vandaag, vaak passief, maar ook actief. De meeste betogingen en acties richten zich vandaag op één thema. Op 9 maart is er de betoging tegen kernenergie, op 15 maart tegen politiegeweld en repressie, op 16 maart aan het gesloten asielcentrum in Vottem en op 30 maart een actie voor het recht op abortus. Daarnaast is er nog de betoging tegen de extreemrechtse Nationalistische Studentenverening (NSV) in Antwerpen op 20 maart. Vorig jaar waren er ook verschillende acties voor meer publieke middelen voor het hoger onderwijs.
Volgens ons is het cruciaal dat we deze verschillende bewegingen verenigen in een strijd tegen het kapitalisme. De pro-keuze actie, over het recht op abortus, gaat evenzeer over de keuze om wél kinderen te krijgen. Om te zorgen dat vrouwen en mannen deze keuze hebben, is er nood aan investering in kinderopvang, meer plaatsen in het onderwijs, een goede gezondheidszorg, deftige lonen, … Daarnaast willen de meeste mensen dat hun kinderen opgroeien in een veilige wereld, een wereld met groene energie bijvoorbeeld, een wereld zonder repressie, … Uiteindelijk kunnen we de eisen uit de verschillende betogingen niet los van elkaar zien. Als we de verschillende eisen uit deze betogingen willen verwezenlijkt zien, moeten we opkomen voor een ander systeem. Volgens ons is dit socialisme, een maatschappij waarin niet geproduceerd wordt voor de winsten van enkelen maar naar de behoeften van alle mensen. Daarom organiseren we ons in een strijdbare politieke partij.
Als we dit niet doen zullen we in de zak worden gezet. De reactie van verschillende traditionele partijen op de eis van de studenten voor meer financiëring in het hoger onderwijs, bestaat uit de inschrijvingsgelden te verhogen. Voor de N-VA is dit helemaal geen taboe. De N-VA drukt zich zo uit in Schamper (het studentenmagazine aan de Ugent): “In Vlaanderen betaal je meer voor een iPhone dan voor een jaar inschrijvingsgeld”. Zelfs Groen! spreekt zich niet uitdrukkelijk uit tegen een verhoging, indien er maar voldoende sociale correcties zijn. Enkel sp.a is ertegen, maar biedt geen geloofwaardig alternatief voor de tekorten in het hoger onderwijs. Bovendien zitten we in een periode voor de verkiezingen. Dan durft de retoriek al eens te verschillen met wat er nadien werkelijk gebeurt. Verhoging van het inschrijvingsgeld is voor verschillende partijen een oplossing op het falen van het systeem. De functie van het hoger onderwijs verandert van het vormen van kritische studenten naar het vormen van studenten die zullen zorgen voor de winst van enkelen. Wij willen dat tegengaan. Dit kan enkel door het koppelen van de strijd tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld met een strijd voor een andere maatschappij.
Hetzelfde is van belang in de strijd tegen racisme en facisme. Griekenland is een duidelijk voorbeeld van hoe de crisis de voedingsbodem voor extreemrechts vergroot. Na de moord op de linkse activist Pavlos Fyssas haalt de neofascistische partij Gouden Dageraad in de peilingen nog steeds 8 à 9 %. Daarom dat onze slogan op de anti-NSV betoging van 20 maart “Jobs, geen racisme” is. Daarmee leggen we nadruk op de sociale voedingsbodem van extreemrechts. We nodigen iedereen uit om mee de straat op te komen en actief verzet te bieden tegen de ideeën en de erkenning van NSV als officiële studentenorganisatie en om samen de strijd aan te gaan voor een andere maatschappij!