Your cart is currently empty!
Tag: jongeren
-
Studeren staat onder druk, verzet is nodig

Jongerenprotest tegen verhoging inschrijvingsgelden in 2014 Bovenop tekorten door gebrek aan investeringen, nu ook exploderende prijzen
De afgelopen jaren nam het aantal studenten fors toe, terwijl de middelen niet volgden. Dit zet druk op het hoger onderwijs. Daar kwam de coronacrisis bovenop. En nu zijn er de prijsstijgingen. Wordt studeren straks weer iets voor de lucky few? Niet als het van ons afhangt! Organiseer je met de Actief Linkse Studenten om de strijd aan te gaan.
Artikel uit maandblad De Linkse Socialist
Laat studentenhuisvesting niet aan de markt over
Op een jaar tijd steeg de prijs om te studeren met 1.243 per jaar voor een kotstudent en 825 euro voor wie pendelt. Wie nu op kot gaat, betaalt minstens 15.346 euro per jaar. Wie pendelt komt aan 10.156 euro. De forse stijging is vooral het gevolg van de hogere huur- en energieprijzen. Dit zijn voorzichtige schattingen. De organisatie die de berekening maakte, gaat uit van een maandelijkse huurprijs van 392 euro, terwijl de gemiddelde kotprijs vorig jaar al tot 420 euro per maand was opgelopen.
De prijsstijgingen komen niet alleen door de hoge energieprijzen, maar ook door de tekorten. In Brussel zijn er 9000 tot 12.000 koten tekort. Vastgoedontwikkelaars bouwen luxekoten omdat ze daar meer aan verdienen. Universiteiten en hogescholen hebben niet de middelen om zelf te investeren in voldoende sociale studentenhuisvesting. Resultaat: wie weinig middelen heeft, betaalt zich blauw voor een klein kot. 450 of 500 euro per maand voor 11 m² is niet uitzonderlijk.
Als studentenhuisvesting aan de markt overgelaten wordt, is het onbetaalbaar omdat het winst moet opbrengen. Het beursgenoteerde bedrijf Xior, dat ondertussen 26.526 koten bezit in 43 Europese steden, was in 2020 goed voor een operationele winst van 44,47 miljoen euro. De winsten zijn nadien enkel gestegen, onder meer door de sterke vraag naar studentenkamers en hogere huurinkomsten. Haal de studentenhuisvesting uit de klauwen van de winsthonger door een massaal plan van publieke investeringen in sociale huisvesting!
Voor een studentenloon!
Het aantal studenten dat naast studeren ook werkt, is de afgelopen jaren gestegen tot 76%. Waar in 2004 gemiddeld 30% van de studenten tijdens het schooljaar werkte, is dit nu al 72%. Eén op drie studenten werkt ook tijdens examenperiodes.
Deze toename is niet verwonderlijk als je kijkt naar het prijskaartje van de kost om jong te zijn en te studeren. Studentenjobs hebben een negatieve impact op studieresultaten. Tegelijk worden studenten ingezet als goedkope arbeidskrachten wat een algemene neerwaartse druk op de lonen zet: de gemiddelde uurlonen in 2019 waren 13,6 euro voor jongens en 12,3 euro voor meisjes. Ook voor studentenjobs is er dus een loonkloof.
In plaats van studenten zich volop op hun studies te laten concentreren, nam de overheid maatregelen om studentenwerk gemakkelijker te maken en uit te breiden. De Actief Linkse Studenten vinden dat studenten zich enkel zorgen zouden hoeven te maken over hun studies. Studeren is een voltijdse job waarvoor een uitkering nodig is. Zo’n studentenloon zou een pak druk wegnemen, zeker indien het gecombineerd wordt met een beleid van goedkope studentenhuisvesting, maaltijden en andere dienstverlening in publieke handen (zoals kinderopvang voor studenten met kinderen, ontspanningsmogelijkheden …).
Onhoudbare druk
In Nederland werd vastgesteld dat de helft van de studenten (51%) psychische klachten als angst en somberheid ervaart, waarvan 12% in ernstige mate. De studie werd tijdens de corona-pandemie gedaan, waarbij eenzaamheid een belangrijke factor was voor de slechte staat van de mentale gezondheid van studenten. Ook deze studie wijst echter op de financiële druk als een belangrijke trigger van stress onder studenten.
Het helpt natuurlijk niet dat studenten die het moeilijk hebben vaak nergens terecht kunnen. Wachtlijsten voor mentale gezondheidszorg worden steeds langer. Voor een crisisopname in de jeugdhulp werd de wachtlijst vier keer zo lang de afgelopen jaren. De besparingen in de sociale sector zijn daarvoor verantwoordelijk.
Organiseer je met ALS
De komende weken komen de werkenden op straat voor koopkracht. Die strijd is niet alleen voor hen belangrijk, maar ook voor studenten. Hun strijd is onze strijd. Ook wij gaan gebukt onder de stijgende prijzen. De plaats van studenten is in de strijd voor meer koopkracht en tegen de hoge prijzen.
De Actief Linkse Studenten roepen niet alleen op om deel te nemen aan de vakbondsacties. We willen jongeren actief organiseren op hun campus of school om zelf de strijd voor koopkracht en een toekomst te voeren. Dit zal de beweging tegen de prijsstijgingen versterken. Het zal jongeren een alternatief bieden voor de wanhoop en de berusting die anders een opgang kunnen kennen. Voor onze toekomst moeten we strijden en daar beginnen we best vandaag nog aan!
-
Jongeren: tijdens de pandemie waren ze ons vergeten, erna worden we opnieuw aangevallen

Corona heeft er onder jongeren stevig ingehakt. In 2021 had één op de vijf studenten psychische problemen met een ernstige impact op hun functioneren thuis en op school. Al voor de pandemie kampten veel studenten met mentale gezondheidsproblemen. Doordat de studenten zonder echte steunmaatregelen en perspectief geïsoleerd werden met afstandsonderwijs, ontwikkelde dit zich tot een schaduwpandemie van psychische problemen. Daarnaast verloren vele studenten hun job, of verloren ze inkomsten doordat ze zonder vergoeding in quarantaine moesten. Heb je nood aan studiebegeleiding of emotionele begeleiding, dan kom je vaak op een wachtrij te recht.
door Franz (Antwerpen) uit maandblad De Linkse Socialist
Knip in de kosten om te studeren, niet in de gezondheid van studenten
De druk op studenten is zo groot geworden dat 1 op 5 studenten tijdens hun studies geconfronteerd wordt met een burn-out. Dat mag ons niet verbazen, als steeds meer studenten hun studies moeten combineren met werk, ook tijdens de lessen en examens. In 2019 werkte 84% van de studenten om hun studies te kunnen betalen of zich voor te bereiden op de moeilijke periode na het afstuderen. Zonder recht op financiële steun en met een arbeidsmarkt waar ervaring vaak een vereiste is.
De koopkrachtcrisis en torenhoge inflatie vandaag maakt het nog moeilijker. Deze zomer en begin volgend academiejaar dreigt een grote klap. Veel koten worden immers verhuurd met de kosten inbegrepen. De hoge energieprijzen bovenop een kotenmarkt die al in brand staat, beloven weinig goeds. Veel studenten zullen noodgedwongen langer thuis wonen, ook als er daar een moeilijke situatie is. Er zijn voorbeelden van studenten die in Aalst of Kortrijk op kot gaan om in Gent te studeren. Voor bijna alle studenten betekent het meer werken en minder tijd voor studies en ontspanning.
De combinatie van studeren en werken is niet evident. Het is vaak een gevecht om ervoor te zorgen dat je lessen en werkuren niet overlappen of om voldoende tijd te hebben om deadlines te halen. Dat maakt dat het niet verwonderlijk is dat steeds meer studenten terugvallen op flexibele lessenroosters waarbij ze vakken van verschillende jaren combineren of ervoor kiezen om langer over hun studies te doen om een burn-out te vermijden.
In plaats van de financiële positie van studenten te versterken en iedereen de ruimte te geven om te studeren, voert Vlaams onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) een nieuwe knip in. Studenten mogen geen vakken uit de derde bachelor opnemen als ze nog vakken uit de eerste bachelor moeten afleggen. Dit is symptoombestrijding die de druk op de studenten enkel groter maakt. Stel je voor dat je zwaar ziek was tijdens een deel van je eerste jaar en daardoor vakken moet meenemen. Als je het jaar erop voor één van die vakken gebuisd bent, kan je niet verder met je andere vakken. Toch is dat wat Ben Weyts wil doorvoeren, de onderwijsminister die zelf negen jaar over zijn normaal vier jaar durende studies deed.
De enige knip die een verschil zou maken, is deze in de kosten en de bijhorende druk op studenten. Als studenten tijd zouden hebben om te studeren en het onderwijs toegankelijk is voor iedereen, dan kan het Belgisch onderwijs misschien eens uit die top vijf van het meest ongelijke onderwijs van de EU geraken.
Langs Franstalige kant zijn er voorstellen om de financiële druk op studenten en jongeren te verlagen. Zo pleit Ecolo ervoor om alle 25-jarigen een startkapitaal van 30.000 euro te geven en de PS wil een uitkering voor jongeren. Wij verdedigen de eis van een studentenloon en de noodzaak van een massale beweging om dat ook effectief af te dwingen. Met mooie woorden en vrome beloften kunnen we ons kot namelijk niet betalen. Tegelijk is gezamenlijk protest met de arbeidersbeweging nodig tegen de pogingen om de stijgende prijzen op de werkenden en hun gezinnen af te wentelen: er is nood aan meer koopkracht en meer middelen voor openbare diensten.
Samen in strijd tegen besparingen
Ondanks het harde werk van de meeste studenten en het personeel blijft de kwaliteit van ons onderwijs ondertussen dalen. Het antwoord van de regeringen daarop bestaat uit nog meer bespringen. Via het systeem van gesloten enveloppefinanciering moeten universiteiten steeds meer doen met minder geld.
Dat was de basis van de aanval van de UGent afgelopen jaar op het personeel, waarbij het vakantiedagen en sociale voorzieningen als kinderopvang wilde schrappen. Eengemaakte strijd van personeel en studenten, onder meer met een sterke betoging in Gent, zorgde ervoor dat dit plan heronderhandeld wordt. Indien het terug op tafel komt of als er andere besparingsplannen komen, zal verdere mobilisatie nodig zijn.
Besparen op het personeel raakt altijd aan de kwaliteit van het onderwijs. Kijk maar naar het secundair onderwijs waar de condities zo verslechterd zijn dat in Vlaanderen één op de drie leerkrachten stopt binnen de vijf jaar en 42% van de ziektedagen wordt opgenomen voor psychosociale aandoeningen zoals burn-out, depressie en stress. In Franstalig België waren er het afgelopen semester verschillende mobilisaties van duizenden leerkrachten tegen het gebrek aan middelen en het personeelstekort. We moeten deze beweging uitbreiden naar Vlaanderen en solidariteit van en met de studenten opbouwen.
Academisch personeel start nu al aan slechte arbeidsvoorwaarden en moet met elkaar concurreren voor het beperkte aantal stabielere posities. Dit creëert niet enkel onzekerheid, maar houdt ook strikte en vaak ongezonde machtsverhoudingen in stand. Dit opent helaas de deur voor machtsmisbruik en grensoverschrijdend gedrag. Ook het ander personeel moet vooral zo goedkoop mogelijk zijn. Het poetspersoneel is in dienst van externe, vaak vakbondsvijandige bedrijven. Hierdoor hebben ze niet dezelfde rechten als ander universiteitspersoneel. Lage lonen, verplicht parttime werken, flexibele uren en een hoge werkdruk is het bedankje voor deze mensen die ervoor zorgen dat we in een propere en gezonde omgeving kunnen studeren en werken.
In plaats van de financiële en mentale druk op studenten te verlichten en te investeren in personeel en kwaliteitsvol onderwijs dat de jongeren van vandaag betere toekomstperspectieven geeft, blijven de regeringen besparen en dus het onderwijs minder toegankelijk maken voor wie niet tot de elite behoort. We moeten ons organiseren en de strijd voor meer middelen en een betere toekomst aangaan!
- Nee tegen elke besparing op ons onderwijs, weg met de enveloppefinanciering.
- Meer publieke middelen voor onderwijs, op basis van wat nodig is: goede condities voor het personeel en nieuwe aanwervingen, kleinere klassen, meer begeleiding en steun voor studenten, wegwerken van machtsverhoudingen etc.
- Voor een studentenloon, zodat iedereen die het wil, kan studeren en dit zonder in armoede te vervallen.
- Voor publieke degelijke en betaalbare koten. Iedere student die dat wil, moet op kot kunnen gaan.
- Tegen de outsourcing en privatisering. Iedereen die in het onderwijs werkt is onderwijspersoneel.
-
Van doomerisme naar verzet. We hebben een wereld te winnen!

Klimaatbetoging in oktober vorig jaar. Foto door Liesbeth Doomer is een term die in de VS is ontstaan. Het slaat op, vooral jonge, mensen die geen uitweg zien uit globale problemen. Dat defaitisme slaat in de eerste plaats op klimaatproblemen, maar een groeiende groep jongeren – ook bij ons – ziet geen uitweg uit oorlog en imperialisme, sociale problemen en andere gevolgen van de crisis waarin het kapitalisme verkeert.
door Koerian
Generatie crisis
Jongeren groeien vandaag op in een werkelijkheid van complete crisis. Wie vooraan de twintig of jonger is, kende nooit een andere realiteit dan economische crisis. Het kapitalisme heeft zich immers nooit hersteld van de grote recessie in 2008, 14 jaar geleden ondertussen. Wie vooraan de twintig of jonger is, kende nooit een andere realiteit dan een ecologische crisis die het voortbestaan van de mensheid bedreigt. Wie zich ‘An Inconvenient Truth’ van Al Gore (2006) herinnert, is ondertussen al minstens begin de dertig.
Wie vooraan de twintig of jonger is, had nooit vooruitzicht op financiële zekerheid. Tijdens hun leven is het aantal jongeren dat een leefloon aanvraagt meer dan verzevenvoudigd, zijn flexijobs de norm geworden en verwacht niemand nog te kunnen sparen. Wie geen substantiële som geld erft, zal nooit een huis kunnen kopen.
Wie vooraan de twintig of jonger is, kende nooit een wereld zonder oorlog. Aanslagen in New York, Londen, Madrid, Parijs, Brussel en andere steden brachten de imperialistische conflicten in Afghanistan, Irak en Syrië dicht bij huis, ook voor jongeren in het westen. De oorlog in Oekraïne maakt de dood en het verderf die dit systeem voortbrengt ook hier onontkoombaar.
TINA en de dood van het neoliberalisme
Het neoliberalisme hield ons decennialang voor dat wereldproblemen van geen tel zijn. Wie hard werkt, goed studeert en flink spaart, komt er wel. “There’s no such thing as society, only individuals and families,” vatte Margaret Thatcher het ooit samen. Er was geen alternatief, kapitalisme was het beste systeem. Waar dat individualisme altijd al flinterdun was, klinkt het nu ronduit belachelijk. Een diploma is geen garantie op een goed loon. Hard werken in één, twee of zelfs drie jobs geen garantie dat je een gezin kan onderhouden. Wat wel gebleven is, zijn de verwachtingen. De neoliberale standaarden van succes waaraan jongeren zich afmeten of afgemeten worden, zorgen voor een ongeziene epidemie van depressies, eetstoornissen en andere mentale gezondheidsproblemen. Op de koop toe wierpen de coronalockdowns hen in een sociale isolatie die de ellende, vragen en problemen waarmee ze al kampten enkel groter maakte.
‘Wanneer we allemaal voor eigen deur vegen, verdwijnen wereldproblemen automatisch’. Dat vertelden de ideologen van het neoliberalisme ons. We gingen sorteren voor het milieu, kochten bio, zamelden kleren in voor vluchtelingen in Calais en Duinkerke, posten solidariteitsberichten met slachtoffers van aanslagen. Voor een steeds grotere groep mensen is het echter duidelijk dat restafval en PMD scheiden het klimaatprobleem niet gaat oplossen wanneer 3M ongestraft PFOS kan lozen.
Geen individuele oplossingen voor systemische problemen
Het neoliberalisme als heersende denkwijze is dood en laat een ideologisch vacuüm na. Pessimisme, defaitisme en doomerisme zijn een eerste uitdrukking van het falen van individualisme, van het besef dat er geen individuele oplossingen zijn voor systemische problemen en het gevoel dat de problemen waarmee we geconfronteerd worden te groot zijn om ze individueel aan te pakken.
Het is een uitdrukking van een volledig wantrouwen in kapitalistische instellingen en politici. Als effect van een nieuw bewustzijn over maatschappelijke problemen, is het positief. Maar het is ook gevaarlijk. Wanneer het leidt tot cynisme en doomerisme betekent het dat we de strijd opgeven en ons neerleggen bij de oeverloze ellende die het kapitalisme en haar vertegenwoordigers ons bieden.
Het probleem benoemen is niet genoeg, we moeten het bestrijden.
Collectieve oplossingen voor collectieve problemen
Gelukkig is er een alternatief. Toen traditionele politici de slachtoffers van overstromingen aan hun lot overlieten, werd massaal solidariteit georganiseerd. Werkenden maakten tijd vrij om puin te ruimen in de getroffen dorpen, wars van communautaire en andere verdelingen. Jongeren kwamen de afgelopen jaren in strijd. Scholierenstakingen tegen klimaatverandering, Black Lives Matter, wereldwijde protesten rond vrouwenrechten, een revolte van LGBTQI+ personen tegen discriminatie: overal ter wereld zetten jongeren woede om in activisme. Ze gaan in de praktijk op zoek naar methoden en eisen die tot overwinningen kunnen leiden. Dat is niet gemakkelijk.
Hoewel het neoliberale misbaksel wordt begraven door haar eigen tegenstellingen, heeft haar individualistische erfenis diepe groeven getrokken. Collectief denken, het idee dat mensen met dezelfde belangen in een georganiseerde groep zaken kunnen veranderen, is zo goed als uitgegumd. Problemen van de grootorde van die waar het kapitalisme ons vandaag voor plaatst, hebben echter oplossingen nodig op dezelfde schaal. Collectieve problemen vergen collectieve oplossingen. Tradities van arbeidersstrijd die in het verleden tot talloze overwinningen hebben geleid (betaalde vakantie, stemrecht, 8-uren werkdag) zijn voor een groot stuk verdronken in het sociale overlegmodel. De heersende elite is er de afgelopen decennia in geslaagd eisen als een hoger minimumloon, nationalisatie van sleutelsectoren, arbeidsduurvermindering, een sterke index en dergelijke meer af te schilderen als extreem en onhaalbaar.
We hebben een wereld te winnen
Die eisen en methoden uit de verdomhoek halen, is de enige manier om doomerisme en andere vormen van pessimisme te counteren. Het is een belangrijke uitdaging voor socialisten vandaag.
De oorlog in Oekraïne lijkt voor velen uitzichtloos. Maar de Eerste Wereldoorlog werd gestopt door revolutionaire opstanden in Rusland, Duitsland en Hongarije en de oorlog in Vietnam door massale protesten van de Amerikaanse werkende klasse. Ook vandaag stoppen Italiaanse dokwerkers wapenleveringen. Een internationale anti-oorlogsbeweging kan deze oorlog stoppen.
Socialisten delen de verontwaardiging over de kapitalistische ellende en koppelen dat aan voorstellen van tactieken, methoden en programma’s die tot echte overwinningen kunnen leiden. Door een consequente strijd voor betere levensomstandigheden, tegen klimaatverandering, oorlog, discriminatie te verbinden met oplossingen op dezelfde schaal als de problemen waar het systeem ons voor plaatst, kunnen we een weg vooruit bieden. Met minder dan een volledige systeemverandering komen we er niet. Een socialistische samenleving is nodig. We hebben een wereld te winnen.
-
Jongeren: geen toekomst onder het kapitalisme, wereldwijd verzet nodig

Door Tom Costello (Socialist Alternative, ISA in Engeland, Wales en Schotland)
Onlangs heeft het Britse pro-kapitalistische tijdschrift de Financial Times een enquête gehouden onder meer dan 1.700 jongeren, om na te gaan wat de belangrijkste zorgen en problemen zijn waarmee zowel Millennials als Generatie Z’ers vandaag geconfronteerd worden. De resultaten waren grimmig, maar niet verrassend. Op de vraag wat hun grootste problemen in het leven zijn, antwoordden de respondenten: de krapte op de woningmarkt, torenhoge studieschulden en algemene onzekerheid in het dagelijkse leven.
Zoals een 25-jarige respondent zei: “Londen voelt steeds voller aan met angstige, opgebrande twintigers en dertigers die de helft van hun inkomen uitgeven aan een krappe flat met een vochtprobleem en hun weekenden in foetushouding doorbrengen op de Ikea-bank van hun huisbaas, eindeloos scrollend door de nieuwste app. We hebben zoveel meer dan onze ouders op onze leeftijd, maar ook zoveel minder.”
Een jongere in de VS zei: “Studentenleningen voelen als een uniek probleem voor onze generatie. Ik kan me geen gelijkenis in het verleden bedenken waarin jongeren zulke grote financiële lasten hadden die in de meeste gevallen niet kwijtgescholden kunnen worden.”
Hoewel de ondervraagden overwegend afkomstig waren uit beter begoede lagen, waaronder jonge werkenden actief in het “bankwezen, media, onderwijs, wetenschap en technologie”, zegt dit veel over de diepte van de kapitalistische crisis en hoe dit de jongeren beïnvloedt. Lagen die voorheen relatief bevoorrecht en ‘welgesteld’ waren, zijn nu ‘geproletariseerd’. Zij worden hard geraakt door de huidige crisis.
Wie wordt het hardst getroffen?
De sociale crisis die door de pandemie is aangewakkerd, heeft de reeds bestaande patronen van onzekere levensomstandigheden onder jongeren aanzienlijk verergerd. Sectoren van de economie waar jonge werknemers geconcentreerd zijn (dienstverlening, horeca, amusement, enz.) zijn het zwaarst getroffen, zonder voldoende steun van kapitalistische regeringen.
De volgende grafiek van het Pew Research Center laat deze realiteit het duidelijkst zien: het banenverlies treft de werknemers van generatie Z dubbel zo hard als die van de “boomers”:

De resultaten zijn grimmig in zowel de ‘ontwikkelde’ wereld, maar vooral in de neokoloniale landen. In maart 2021 lag het werkloosheidscijfer onder jongeren in de EU op 17,1%, terwijl de algemene werkloosheid 7,3% bedroeg. Zelfs in China, waar de staat een beeld van economisch “herstel” tracht te schetsen, bedroeg de werkloosheid onder jongeren van 16-24 jaar volgens het nationale bureau voor de statistiek van het land in maart van dit jaar 13,1%, vergeleken met een nationaal werkloosheidscijfer van 5,5%.
De algemene onzekerheid, in combinatie met de gevolgen van de lockdowns voor het onderwijs, zal de reeds bestaande ongelijkheden die inherent zijn aan het kapitalistische systeem nog vergroten. In Afrika, waar de ergste gezondheidseffecten van de Covid nog steeds op zich laten wachten, heeft 21% van de jongeren geen toegang tot enige vorm van werk, opleiding of onderwijs.
Degenen wier onderwijs het zwaarst zal worden getroffen, zullen degenen zijn die niet over de economische middelen beschikken om de ergste gevolgen van de pandemie te ontlopen. In combinatie met de systemische nadelen die het kapitalisme de meest onderdrukten in de samenleving biedt, zullen de verschillen op grond van afkomst, geslacht en seksualiteit blijven toenemen.
Jongeren in strijd
De omvang van de crisis voor jongeren heeft delen van de kapitalistische klasse gedwongen zich af te vragen welke koers zij moeten varen. Nu een recordaantal jongeren (en ouderen) een beroep moet doen op uitkeringen om rond te komen, zal de oude kapitalistische propaganda over ‘luie uitkeringstrekkers’ – een klassieker in het arsenaal van de heersende klasse – vandaag veel minder weerklank vinden.
In plaats daarvan bestaat de huidige tactiek erin een vals beeld te schetsen van een pas ontdekt “medeleven” van de kapitalisten. Het Economisch Wereldforum – een belangrijke internationale organisatie die in het verleden loyaal propaganda maakte voor het neoliberalisme – heeft dit jaar in een ‘Global Risks Report’ gesteld dat “jongeren de garantie moeten krijgen dat zij een stem hebben in het wereldwijde herstel.” Maar dit is geen teken van een plotseling geweten van de heersende klasse. Het waren immers kapitalistische belangen en de wetten van het winstbejag die Covid in staat hebben gesteld om wereldwijd meer dan 3,5 miljoen doden te laten vallen.
Meer dan wat ook weerspiegelt de retoriek van het ‘barmhartige’ kapitalisme de angst van de heersende klasse voor de rol die de jeugd zal spelen in strijd. Het WEF-rapport benadrukt de noodzaak om “desillusie onder jongeren” te bestrijden: “Als we er niet voor zorgen dat zij een plaats aan de tafel krijgen, bestaat het gevaar dat hele maatschappelijke en economische systemen door deze generatie worden verworpen.” Met andere woorden: antikapitalistische, socialistische en revolutionaire ideeën zullen nog meer aanhang krijgen onder jongeren, tenzij de heersende klasse radicale actie onderneemt.
Hun angst is niet ongegrond! In alle revolutionaire massabewegingen en opstanden van de afgelopen decennia hebben werkloze jongeren een centrale rol gespeeld. Deze betogers – vaak hoog opgeleid en hopend op een loopbaan – stonden centraal in de strijd tegen besparingen en de neoliberale EU-trojka in Griekenland en Spanje, in de revolutionaire bewegingen die het Midden-Oosten en Noord-Afrika in het begin van de jaren 2010 overspoelden, en meer recentelijk in massabewegingen van Colombia over Chili tot Myanmar en Hongkong. Voor velen die onder dit systeem geen levensvatbare toekomst hebben, zal verzet in de jaren 2020 aan de orde van de dag zijn.
De pandemie heeft duidelijk gemaakt dat alle protestbewegingen die de afgelopen jaren zijn ontstaan, wereldwijd moeten worden gebundeld. Degenen die hebben deelgenomen aan de explosieve wereldwijde klimaatstakingen in 2019-20 hebben bijvoorbeeld geleerd wat de waardevolle impact van strijd is om de klimaatcrisis op de agenda te krijgen. Het zal van essentieel belang zijn om deze strijd te koppelen aan de noodzaak van een hernieuwde klassenstrijd tegen ontslagen en aanvallen op de arbeidsomstandigheden onder een nieuwe generatie die het zwaarst door de crisis wordt getroffen.
Wij eisen:
- Democratisch geleide, strijdbare campagnes voor jonge leden in alle vakbonden, om ‘de ongeorganiseerden te organiseren’ en jonge werkenden te leiden in de strijd tegen bazen, aanvallen van de overheid, evenals seksuele intimidatie op de werkplek.
- Gratis, publiek en democratisch beheerd hogesnelheids-WiFi om thuisonderwijs voor iedereen toegankelijk te maken. Nationaliseer de grote breedbandproviders onder democratische arbeiderscontrole!
- Solidariteit met massale jongerenprotestbewegingen – verdedig het recht om te protesteren en zich te organiseren!
- Socialistische verandering om de kapitalistische crisis te beëindigen. Voor massale tests en vaccinaties om de verspreiding wereldwijd in te dammen. Stop de patenten en breng de productie in publieke handen. Alleen een socialistisch productieplan zal de problemen van gewone mensen, jong en oud, oplossen. Word vandaag nog lid van ISA!
-
Generatie crisis? Generatie strijd!

Klimaatprotest eerder dit jaar. Foto: Liesbeth “Ongeveer 41% van de wereldbevolking is jonger dan 24 jaar. En ze zijn boos…”
Dat is een klinkende titel! Het komt niet van ons, maar van de Britse krant The Guardian. Het ging over de massale opstanden en er werd meteen een waarschuwing aan gekoppeld: er komen nog meer protestbewegingen aan!
Jongeren staan vooraan in strijd
Deze jongeren groeiden op in de jaren van besparingen na de crisis van 2007-08. Omdat ze minder getekend zijn door sociale nederlagen uit het verleden, durven ze vaker opstaan en protesteren. Overal ter wereld nemen jongeren het voortouw in protest. Vaak gaat het om jonge vrouwen. Dat is niet enkel zo in Hongkong, Chili, Libanon, … maar ook in landen als Irak en Iran. In dat laatste land sloot het regime het internet af in de hoop een verdere uitbreiding van het protest te voorkomen.
Ook in het verleden speelden jongeren een dynamische rol in sociale mobilisaties. Vaak kwamen jongeren eerst in actie en volgden pas nadien de ‘zware bataljons’ van de arbeidersbeweging. Dat was onder meer zo in mei 1968 in Frankrijk. Vandaag is het sociaal gewicht van jongeren ongezien.
Bij ons wordt bij jongerenbewegingen meteen aan de klimaatstakingen gedacht. Deze acties waren indrukwekkend. Het was de grootste internationale jongerenbeweging sinds het protest tegen de oorlog in Irak in 2003. Jongeren komen op voor hun toekomst, maar ook voor een degelijk leven vandaag. In verschillende bewegingen wordt geprotesteerd tegen aanvallen op de levensstandaard: tegen stijgende brandstofprijzen in Iran en Irak, tegen hogere prijzen voor metrotickets in Chili, tegen extra taksen waaronder een WhatsApp-taks in Libanon, … Twee jaar geleden schreef The Guardian al: “Dit is waarschijnlijk de eerste keer in het industriële tijdperk, met uitzondering van perioden van oorlog of natuurrampen, dat het inkomen van jonge volwassenen zo hard achteruit gegaan is in vergelijking met de rest van de samenleving.”
Een ander element dat meespeelt in het protest is het feit dat onderdrukking van vrouwen, gender-gerelateerd geweld of beperkingen van de democratie niet langer aanvaard worden. De strijd van de bevolking van Hongkong tegen de machtigste dictatuur ter wereld is ongetwijfeld een inspiratiebron.
Tijdens de golf van wereldwijde protesten in 2011 (in Tunesië, Egypte en elders in de regio, met de Occupy-beweging en de Indignado’s) werd vooral opgekomen voor “echte democratie” en een beleid “voor de 99%” van de bevolking (tegen de 1% rijksten) of nog voor “het volk” (tegen “de elite”). De belangrijkste actiemethode was die van pleinbezettingen. Vandaag is er een sterker antikapitalistisch sentiment, met het besef dat dit systeem gebaseerd is op verschillende klassen met tegengestelde belangen. De traditionele methoden van de arbeidersklasse worden op grotere schaal overgenomen, denk maar aan stakingen.
Het “anti-partij” en “anti-organisatie” gevoel is net als in 2011 nog steeds aanwezig. Gezien de lange reeks voorbeelden van verraad door zogenaamde progressieve of radicale partijen of de loomheid van heel wat vakbondsleiders, is dat gevoel erg logisch. Waarom zouden we ons nog organiseren als er internet is?
Het structureren van massabewegingen blijft echter noodzakelijk. Lokale comités opzetten in scholen, werkplekken en buurten om collectief te discussiëren en te beslissen, vertegenwoordigers te verkiezen die overleggen en coördineren op regionaal of nationaal niveau, dat alles versterkt de democratische betrokkenheid. Het is belangrijk om te vermijden dat de leiding van de beweging in handen is van slechts enkele personen, vaak diegenen die door de gevestigde media opgepikt worden. Een gevoel van woede is terecht, maar om een alternatief op te bouwen zullen we steeds botsen op een systeem dat er niet op gericht is om de belangen van de meerderheid van de bevolking en de planeet centraal te stellen. Organisatie is nodig om obstakels te nemen en stappen te zetten naar een echte overwinning in de vorm van systeemverandering.
Strijden voor een andere samenleving
De werkenden hebben jongeren nodig om hoop te wekken door hun dynamische strijdbaarheid. Jongeren kunnen hun ouders en grootouders wakker schudden. Jongeren hebben de werkenden nodig om in hun strijd voor verandering efficiënt te zijn. Het zijn de werkenden die de economie kunnen platleggen en de kapitalisten raken waar het echt pijn doet: in hun portemonnee. Door haar plaats in het productieproces en haar methoden van collectieve strijd, speelt de arbeidersbeweging een cruciale rol in het perspectief van maatschappijverandering.
Het is met deze analyse en de conclusies eruit op politiek en praktisch vlak, dat wij ons organiseren. We doen dat onder meer met de Actief Linkse Studenten en Scholieren. Doe mee!
[divider]
De jeugd van tegenwoordig…
Begin oktober publiceerde Le Soir de resultaten van een enquête over jongeren en klimaat. Daaruit bleek dat 2/3 van de jongeren uit het 5de en 6de secundair als antwoord op de klimaatcrisis voorstander is van meer planning, zeker wat het openbaar vervoer betreft (75% in Wallonië). Ongeveer 40% is bereid om zich politiek te engageren. Maar liefst 90% vindt betogen een goede manier van protest. Er groeit een antikapitalistisch bewustzijn, zelfs indien dit nog niet meteen met een socialistische samenleving wordt verbonden. De groeiende steun voor voorstellen zoals planning van de economie, energiesector in publieke handen, … wijst op het potentieel voor marxisten om hun socialistisch alternatief in de beweging te populariseren.
-
Waarom keren jongeren zich af van de traditionele politiek?

Millenials niet geïnteresseerd in politiek? Neen, er is vooral desinteresse in traditionele politiek… Wereldwijd daalt de opkomst van jongeren tijdens verkiezingen. Tijdens de laatste Zwitserse verkiezingen kwam twee derde van de millenials niet opdagen, tijdens de Amerikaanse congresverkiezingen van 2014 was dat zelfs vier vijfde. Jongeren verliezen de traditie om te gaan stemmen. Volgens sommigen zou dit een bedreiging voor de democratie betekenen.
Artikel door Sammy (Gent)
Wat is de oorzaak?
We kunnen het niet meer ontkennen: er is een kloof tussen de politiek en jongeren. Gevestigde media wijzen al gauw naar vergrijzing of de rol van sociale media bij jongeren om hun gebrekkige stembusgang te verklaren. Volgens ons liggen de oorzaken echter elders. Traditionele politici brengen geen duidelijke inhoudelijke oplossingen voor problemen waar jongeren dagelijks mee kampen. Ze hebben geen antwoord op hoge studieleningen, slecht betaalde jobs, dure woningprijzen, hoge kosten voor gezondheidszorg, etc … Integendeel: de gevestigde partijen voeren allemaal precies het neoliberale beleid dat verantwoordelijk is voor het huidig systeem van politieke en sociale afbraak. Opeenvolgende corruptieschandalen maakten bovendien duidelijk dat deze gevestigde politici vooral persoonlijke privileges nastreven.
Ondertussen gaat de materiële situatie van jongeren niet meer vooruit, de groei van het kapitalisme ligt stil. Ondanks de besparingen op kap van de arbeidersklasse blijft een nieuwe crisis om de hoek loeren. Jongeren kunnen enkel kiezen tussen een hele resem aan politieke partijen die allemaal voor dezelfde besparingslogica staan. Dat jongeren nog steeds met politiek bezig zijn, wordt bewezen door hun stem voor linkse alternatieven (met al hun gebreken) als Bernie Sanders Jeremy Corbyn en Mélenchon. Het democratisch socialisme van Bernie Sanders is veel aantrekkelijker voor jongeren dan eender wat dat het huidige systeem te bieden heeft.
De dalende participatiegraad doet zich trouwens niet alleen onder jongeren voor, maar onder de hele samenleving. Mensen voelen zich machteloos, of ze nu stemmen op deze of gene besparingspartij, veel verschil zal het niet maken. Mensen als Bernie Sanders en Jeremy Corbyn hebben daarentegen een enthousiasmerend, principieel sociaal en inhoudelijk project, een verademing. Enkel politici met een duidelijke authenticiteit zoals Bernie Sanders, Jeremy Corbyn en ook Mélenchon, slagen er nog in jongeren te motiveren naar de stembus te komen. In sommige staten stemden meer dan 80% van de jongeren op Bernie Sanders, hij haalde meer stemmen binnen onder jongeren dan Hillary Clinton en Trump samen.(1) Dit zijn niet toevallig politici die oplossingen naar voor schuiven voor reële problemen van het kapitalisme waar jongeren elke dag mee geconfronteerd worden. Als het over inhoud gaat willen jongeren wel nog naar de stembus trekken.
Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat socialisme aan een opmars bezig is onder jongeren. Recente opiniepeilingen in Amerika toonden aan dat steeds meer millennials socialisme als iets positiefs zien, 53% van de Amerikanen onder 30 stond er positief tegenover, 70% zou zelfs voor een socialistische presidentskandidaat zou kiezen.(2) Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat een groot aantal van de jongeren voor Bernie Sanders zou gestemd hebben.
Oplossingen?
Het is geen verrassing dat maatregelen van het establishment om iets aan de lage stemopkomst van jongeren te doen zich richten op individuele responsabilisering. In verschillende andere landen zijn er pogingen de stemgerechtigde leeftijd te verlagen of administratieve drempels om naar de stembus te trekken weg te nemen. Onder andere The Economist stelt stemplicht voor als oplossing. Volgens Barack Obama zou een dergelijke maatregel zelfs “transformatief” zijn voor Amerika, die de stemmen van de jongeren en armen zou vergroten. Volgens recent onderzoek heeft de stemplicht gemiddeld 7% meer opkomst dan in landen met enkel stemrecht.(3) Deze zogenaamde oplossingen blijven blind voor het breed gedragen ongenoegen tegenover de traditionele besparingspartijen.
Jongeren stemmen vaker voor politici die ingaan tegen besparingen, werkloosheid en hoge gezondheids- en studiekosten en die zorgen voor betaalbare woningen. Ze willen opkomen voor raciale, economische en klimatologische gerechtigheid. Dit klinkt misschien onrealistisch vandaag de dag, maar zo werd er vroeger ook naar de strijd voor burgerrechten en de 40-uren werkweek of huwelijksgelijkheid gekeken. Om hen ook actief politiek te betrekken, moeten ze worden ingeschakeld bij de beslissingsname in wijk of buurt, hun vertegenwoordigers rechtstreeks kiezen en zullen ze op zeer regelmatige basis moeten worden geconsulteerd. Kortom, de eerste stappen naar een arbeidersdemocratie moeten nu reeds worden gezet, willen we jongeren inschakelen. Een voorwaarde hiervoor is natuurlijk een verkorting van de arbeidstijd. Volgens een artikel uit The Independent zou in Ierland 50% van de jongeren deelnemen aan een massale opstand tegen de overheid.(4) De boodschap is duidelijk: jongeren willen iets doen, zelf betrokken worden bij de oplossing.
Tenzij we vechten voor onze dromen en wat tot ons behoort als mensen – een leven van vrijheid en waardigheid – gaan we nooit iets bereiken. En het hoeft niet bij dromen te blijven, we kunnen hier vandaag al stappen in vooruit zetten door consequent op te komen voor een democratisch socialistische samenleving, die de belangen van de onderdrukten en werkende klasse verdedigt.
[divider]
-
Jongen sterft moederziel alleen in een tent van ontbering

Foto: Collectif Krasnyi / Karim Brikci Jordy (19 jaar) kwam van ontbering om. Hij zat moederziel alleen in een tentje op het domein van de Blaarmeersen in Gent. Een gebroken leven in instellingen werd gevolgd door een pijnlijk einde. De graad van beschaving kan afgemeten worden aan het lot van wie moeite heeft om mee te kunnen. We vroegen een reactie aan een jongere die ook op straat gestaan heeft. Daarnaast laten we ook een iemand aan het woord die werkt met jongeren die emotionele en gedragsproblemen hebben.
“De situatie van Jordy is geen individuele kwestie”
“Mijn naam is Kanzy en ben lid van de Actief Linkse Studenten. Ik ben zelf destijds op straat gezet en aan mijn lot overgelaten door het comité van bijzondere jeugdzorg. Hierdoor was ik op minderjarige leeftijd dakloos. Gelukkig had ik een spaarboekje en kon ik de waarborg voor een appartementje betalen. Pas erna was er recht op OCMW-steun.
“Het besparingsbeleid treft me enorm hard. Mijn elektriciteitsfactuur bedraagt 125 euro per maand. Mensen met elektrische verwarming betalen extra veel door de turteltaks die werd ingevoerd in december 2015. Zelfstandig wonen is haast onbetaalbaar geworden.
“De situatie van Jordy is geen individuele kwestie. Het is een politiek, economisch en maatschappelijk probleem. Als zwak begaafde jongeren zomaar op straat gegooid worden en opeens volledig zelfstandig moeten zien te overleven, dan is het normaal dat het kan mislopen.
“Het is niet de schuld van de sociaal werkers uit die instellingen maar de schuld van een sociale afbraakpolitiek. In plaats van in betaalbare en sociale woningen te investeren, gaan onze belastingen naar oorlog en terreur. Niet enkel met gevechtsvliegtuigen wordt er oorlog gevoerd, er heerst ook een economische oorlog tegen de allerzwaksten in onze samenleving. Hoeveel doden moeten er nog vallen?
“Ziekte, werkloosheid en armoede worden steeds meer voorgesteld als een keuze. In zo’n systeem raken de meest hulpbehoevenden geïsoleerd. Jongeren als Jordy worden zodanig gemarginaliseerd door de gehele structuur dat ze hun vertrouwen in de hulpverlening verliezen.
“Vereenzaming en isolatie is een gevolg van de verdeel-en-heerspolitiek van bovenaf. Media en politiek maken altijd een onderscheid tussen werkenden en uitkeringstrekkers, arbeiders en studenten, gelovigen en niet-gelovigen, lokale bevolking en vluchtelingen. We moeten ons daar diep voor schamen. Niet tegenover onszelf, maar voor het feit dat we niet genoeg ingaan tegen dit beleid.
“We hebben nood aan een economische herverdeling zodat er voldoende sociale woningen onder democratische controle zijn. Openbare diensten zoals NMBS, onderwijs, sociale agentschappen, gespecialiseerde hulpverlening, daklozencentra , … moeten voor iedereen toegankelijk zijn. Op 29 september betoog ik zeker mee tegen het bijzonder destructieve besparings- en afbraakbeleid van de N-VA en de rechtse regering.”
Kanzy, jongere uit Gent
“Meer middelen nodig voor betere hulpverlening”
“De dood van Jordy veroorzaakte grote opschudding. Het regende opinies. Maar vooral werd gezocht naar de schuldige. Jordy zelf? De hulpverleners die hem begeleidden? De overheid?
“Voor bij deze vraag stil te staan, dient er nog een algemeen punt gemaakt te worden. Er zijn steeds meer tekorten in de samenleving. Er is geen geld genoeg voor onderwijs, om de noodcentrales te bemannen, voor (sociale) woningen, … Blijkbaar is er ook geen geld genoeg om iedereen die hulp nodig heeft deze te bieden.
“Hoe komt het dat Jordy van honger stierf? Dat hij in een tentje sliep? De maatschappij, en dus de overheid, draagt een verantwoordelijkheid om basale noden zoals voedsel en onderdak te vervullen. Voor sociale noden is er amper geld, voor grote bedrijven is er altijd geld.
“Het klopt dat meerderjarige jongeren vaak geen hulpverlening meer willen. Moeten we ze verplichten door bijvoorbeeld jeugdrechtbankmaatregelen te verlengen? Dit komt niet tegemoet aan hun noden aangezien veel van die jongeren hulpverleningsmoe zijn. Deze jongeren hebben vaak nabijheid en zorg nodig, maar ze verdragen niet dat er dicht op hun vel gezeten wordt. De vraag die gesteld moet worden is: moet de hulpverlening zich niet aanpassen aan de behoeftes van deze jongeren?
“Vandaag is er geen sprake van een overgang tussen jeugdhulpverlening en volwassen hulpverlening. Er wordt wel over nagedacht, maar concreet is het nog niet. Er is een andere soort hulpverlening nodig voor deze jongeren. Veel toegankelijker en laagdrempeliger. Hulpverlening moet beschikbaar blijven zonder veel verwachtingen, ze moet naar de jongeren toegaan en niet andersom. Waarom niet af en toe iets gaan drinken om te laten weten dat de jongeren niet alleen staan? Waarom geen plaats creëren waar ze dag en nacht kunnen langskomen? Waarom niet meer appartementen voorzien waar ze individueel kunnen leven aan een betaalbare huur en waar de begeleiding langsgaat? Dit bestaat al, maar het aanbod is onvoldoende.
“Het is duidelijk dat er massaal veel middelen nodig zijn om dit te realiseren. Met de vinger wijzen naar de hulpverlening is onterecht. Die probeert te roeien met de weinige riemen die er zijn. Er zijn meer middelen nodig, anders blijft elk voorstel beperkt tot meer flexibiliteit voor de hulpverleners. Hulpverleners die opkomen voor een betere hulpverlening worden soms een schuld- en schaamtegevoel aangepraat. Dat is onterecht. We moeten opkomen voor een betere hulpverlening voor iedereen. Een betere hulp voor wie het nodig heeft, maar ook de arbeids- en loonvoorwaarden om dit te realiseren.”
Stefanie, werkzaam in een voorziening voor jongeren met gedrags – en emotionele problemen
-
Jongeren: voor onze toekomst moeten we strijden!
De toekomst van jongeren is bedreigd door het Thatcheriaanse beleid van de rechtse regering die de superrijken verder wil bedienen. De besparingen treffen alle machtsniveaus, van het lokale terrein tot Europa. De federale regering kiest wel voor een sneller ritme van besparingen. Zowel in Frankrijk als in België zijn er hervormingen van de arbeidsmarkt die verregaande gevolgen hebben voor jongeren. Een superflexibele toekomst van laagbetaalde en onzekere jobs is het beste scenario, langdurige werkloosheid en armoede is de realiteit voor veel jongeren. Op straat is er een toename van verzet. De Franse jongeren staan vooraan in het protest tegen de hervorming van de arbeidswet. Ook bij ons is er potentieel.Artikel door Emily (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Waarom is die hervorming van de arbeidswet belangrijk voor jongeren? Vandaag zijn 70% van de interimmers jonger dan 30 jaar en 36% ervan zijn studenten die werken om te kunnen studeren. De regering wil het onzekere interimstatuut uitbreiden, straks is het mogelijk om je hele leven lang met een interimcontract van onbepaalde duur te werken. Dit betekent dat je soms niet weet of en wanneer je morgen zal werken. Een sociaal leven wordt dan erg moeilijk, maar ook op financieel vlak is een planning dan quasi onmogelijk. Het tekort aan beschikbaar werk weegt zwaar door. In Brussel is er per 17 ingeschreven werkzoekenden slechts 1 openstaande vacature. Werkenden worden tegen elkaar opgezet, wie zich het hardste laat uitpersen, krijgt af en toe een laag betaalde tijdelijke job. De rest moet maar zijn plan zien te trekken.
Ook op andere vlakken zijn er maatregelen die het leven van jongeren raken. Denk maar aan de verhoging van het inschrijvingsgeld. Er wordt meteen al verder gekeken: voor Master-na-Masteropleidingen is een volgende verhoging voorlopig deels afgewend aan de Ugent. Langs Franstalige kant is er het plan om het inschrijvingsgeld voor buitenlandse studenten op te trekken. Nationaal is er over de verschillende onderdelen van het onderwijs bijna een miljard euro bespaard. Besparen op onderwijs betekent besparen op de toekomst van de jongeren en de samenleving.
Wat kunnen jongeren doen?
Informeren
Veel jongeren weten nog niet wat er op hen afkomt en wat de besparingen betekenen. Informeren en discussies in onze omgeving zijn belangrijk. Met deze krant willen we daar een bijdrage aan leveren. In Frankrijk wordt er ook veel gebruik gemaakt van alle mogelijke communicatiemiddelen om ideeën en informatie verspreid te krijgen. Dat kan hier ook. We kunnen van de zomer gebruik maken om vrienden te overtuigen van de noodzaak om te protesteren zodat we in september op de campussen en in de scholen voorbereid zijn om acties te organiseren.
Organiseren
Na de vakantie kunnen we op school of op de campus bijeenkomsten houden, bijvoorbeeld tijdens de middag, om de maatregelen voor te stellen en actieplannen te doen waarbij iedereen zijn of haar inbreng kan hebben. Een dergelijke vergadering kan leiden tot het opzetten van een actiecomité tegen de besparingen waaraan iedereen die dit wil deelneemt. Zo kunnen we acties voorbereiden door materiaal te maken: pamfletjes, spandoeken, video, afbeeldingen, …
Actie
Hoe begin je aan een actiecomité? Pols bij wat klasgenoten of zij weten wat de maatregelen inhouden en of ze willen meedoen met acties. Als je een tweede, derde, … medestander gevonden hebt, kan je als groep naar de andere klassen kijken. Zo kan je een eerste kern vormen waarmee acties kunnen georganiseerd worden. Met een petitie of een enquête onder alle scholieren of studenten van je faculteit kan je de kern laten groeien.
Je kan steun opbouwen door een spandoek te maken met een slogan op en daarna iedereen op de campus of de school te vragen om zijn of haar naam op het spandoek te zetten. Waarom geen korte sit-in organiseren voor het begin van de lessen of in een pauze? Je kan pamfletten uitdelen om zoveel mogelijk jongeren te informeren en een bijeenkomst te organiseren. Er kan gemobiliseerd worden naar de vakbondsacties. Waarom geen video in elkaar steken met reacties van verschillende jongeren over wat de maatregelen betekenen maar ook over wat jongeren willen voor hun toekomst?
Met spandoeken en slogans kunnen we deelnemen aan de grote vakbondsbetoging van 29 september waarop er een jongerenblok zal zijn. Veel personeelsleden uit het onderwijs zullen aan de betoging deelnemen, we kunnen samen met leerkrachten en docenten naar Brussel trekken. Op de grote vakbondsbetoging van 6 november 2014 waren er duizenden jongeren van honderden scholen, vanuit Gent alleen waren er meer dan honderd scholieren na een reeks acties tegen de verhoging van het inschrijvingsgeld.
Op de algemene staking van 7 oktober kunnen we op onze school of campus deelnemen aan het opzetten van een levendige stakerspost voor de ingang. Daar kunnen we samen met het personeel spreken over wat het huidige beleid betekent en hoe we er verder tegenin zullen gaan. We kunnen vanop de stakerspost naar andere piketten gaan om er solidariteit te tonen. De stakingsdag kan afgesloten worden met een algemene vergadering waarop een evaluatie van de dag wordt gemaakt en de volgende stap wordt voorbereid.
Allemaal samen in verzet!
De actiecomités mogen zich niet beperken tot de school of de campus. Het beleid treft iedereen: jongeren, werklozen, werkenden, … We moeten dan ook samen in actie gaan. We kunnen contact leggen met de vakbondsvertegenwoordigers op onze school of onderwijsinstelling maar ook met omwonenden.
-
6,57 euro per uur: legale slavernij in België is geen pretje

Plopsaland. Foto: Wikimedia Pretpark Plopsaland is eigendom van Studio 100 waar recent een van de managers met enkele miljoenen ging lopen. Vanwaar die miljoenen komen, is ook duidelijk: een uitgeslepen commerciële strategie gekoppeld aan lage lonen voor personeel. Het pretpark erkent dat het jobstudenten de wettelijke minima betaalt. Voor een 16-jarige is dat 6,57 euro per uur. Volgens een woordvoerder van Plopsaland staat daar tegenover dat het bedrijf wel flexibel is als zo’n jongere naar een festival wil. Flexibel zoals in: ‘je moet wel de rest van de maand werken om een duur festivalticket te kunnen betalen.’ Neen, voor het inkomen van een 16-jarige jobstudent is Plopsaland geen pretpark.
De lonen van jobstudenten zijn erg verschillend. In de horeca en pretparken zijn er erg lage minima: 6,57 per uur voor een 16-jarige, 7,07 per uur voor een 17-jarige en 9,30 euro per uur vanaf 18 jaar. Volgens uitzendketen Manpower ligt het gemiddelde op 10,46 euro per uur. Daarbij wordt uiteraard geen rekening gehouden met zwartwerk waarbij vaak nog minder dan het minimumloon wordt betaald. Voor jobstudenten is dat weinig. Voor de werkgevers is het des te minder omdat er geen sociale zekerheidsbijdrage op betaald moet worden. Bruto en netto zijn bijna gelijk. Hetzelfde zien we bij de zogenaamde flexi-jobs in de horeca waarvan er dit jaar al 10.000 tot stand kwamen. Het gaat om erg lage lonen waarbij bovendien amper iets aan de gemeenschap wordt afgedragen. Anders gezegd: de lageloonsector kent een sterke opmars.
De regering besliste om het aantal uren dat jobstudenten mogen werken op te trekken tot 475 uur per jaar. Open VLD wilde nog verder gaan tot 550 uur. Volgens Benoit Lannoo, een voormalige woordvoerder van Milquet (CDH) dient deze maatregel “alleen om de patroons met nog flexibelere arbeid te verwennen.” Het heeft niets te maken met studenten meer mogelijkheden bieden om bij te verdienen. Althans niet voor henzelf, het beleid waarbij onder meer de inschrijvingsgelden opgetrokken worden lijkt wel gericht op het noodzakelijk maken van meer studentenarbeid om te kunnen studeren. Het voornaamste doel is het aanbieden van steeds goedkopere laaggeschoolde werkkrachten. Nochtans zijn er heel veel werkloze laaggeschoolden.
Benoit Lannoo haalde in een opiniestuk op deredactie.be (8 juli) scherp uit: “Er zijn in ons land duizenden laaggeschoolde werkzoekenden. Een studie van de federale overheidsdienst Sociale Zekerheid becijferde onlangs hun aantal: “Terwijl de globale tewerkstellingsgraad in ons land in 2015 met 67,5 procent op het niveau van de vorige jaren bleef, daalde de tewerkstellingsgraad van personen met een laag opleidingsniveau – ook in Vlaanderen en in Wallonië afzonderlijk – van 49 procent in 2007 tot 45 procent in 2015.” Laat het nu net die personen met laag opleidingsniveau zijn die straks door nog meer en nog flexibelere studenten uit de markt geconcurreerd worden. Welke horeca-baas steekt nog tijd in een laaggeschoolde kracht die hij op het werk moet coachen, als hij voor minder socialezekerheidsbijdragen de eerste de beste student kan bellen zodra het twee uurtjes lang drukker wordt?”
Volgens Lannoo zal de aanpassing van de regeling van studentenarbeid 8.000 reguliere jobs kosten. Hij merkt nog op dat er van sociaal overleg geen sprake meer is: “Vroeger moesten de patroons en middenstanders geduldig sociaal overleg doorstaan; nu krijgen ze van de regering-Michel “for free” wat ze willen.”
Vaak wordt sociaal verzet tegen het asociaal beleid voorgesteld als iets van oudere generaties die voor hun privileges opkomen waarbij ze jongeren geen toekomst gunnen. Nu blijkt echter dat het beleid jongeren erg hard treft. Zo raakte eerder bekend dat het aantal leefloners vorig jaar gestegen is met 13,2% tot maar liefst 116.146. Daarvan is 30,9% jonger dan 25 jaar. “Het is schrijnend vast te stellen dat vooral de groep jongeren het zwaarst getroffen wordt. Dit kan een zware hypotheek leggen op hun toekomst”, aldus Julien Van Geertsom van de federale overheidsdienst Maatschappelijke Integratie.
In de laagst betaalde sector van het land, de horeca waar niet toevallig de flexijobs hun intrede hebben gedaan, is de gemiddelde leeftijd van het personeel ook het laagste van allemaal. Een horeca-werknemer is gemiddeld 34,8 jaar jong. Jongeren komen dus gemakkelijk in flexibele en onzekere jobs terecht, tijdens hun studententijd worden ze daar al voor klaargestoomd. Dat is de enige soort jobs voor de meerderheid van de bevolking die onder het kapitalisme gecreëerd worden vandaag. En zelfs die zijn niet voor iedereen toegankelijk, wie uit de boot valt komt bij het OCMW terecht.
Dit asociale beleid ontzegt jongeren hun toekomst. Hoog tijd om daar verandering in te brengen. Niet door studentenarbeid te verbieden uiteraard, studenten mogen gerust wat bijverdienen. Maar waarom kan dit niet aan de voorwaarden van gewone werkenden? Als daarnaast nog maatregelen genomen worden om het onderwijs gratis en toegankelijk te maken voor iedereen en ook om ontspanningsmogelijkheden betaalbaar te maken in plaats van multinationals woekerwinsten te laten maken op onder meer onze festivals, dan kan de zomer voor jongeren helemaal niet meer stuk. Laat jongeren in de zomer ook wat genieten en vooral: laat ons samen, jong en oud, strijden voor een betere toekomst voor jongeren. Daarbij moeten we actief ingaan tegen het asociale beleid van de huidige regeringen.
