Your cart is currently empty!
Tag: Forges de Clabecq
-
25 jaar geleden: de Multicolore Mars. Terugblik met Roberto D’Orazio

Op zondag 2 februari 1997 overspoelden 70.000 mensen de straten van Tubeke. Dat gebeurde na een oproep van de syndicale delegatie van het ABVV van staalbedrijf Forges de Clabecq. De betogers kwamen uit het hele land. Ze trokken door Tubeke en eindigden op de binnenplaats van de fabriek, waar een protestmeeting gehouden werd tegen de aangekondigde sluiting van Forges de Clabecq en voor het behoud van de jobs. Het protest was ongezien. Nooit eerder werd een betoging van dergelijke omvang georganiseerd door een syndicale delegatie van één enkel bedrijf. Het RTBF-nieuws van 13u werd rechtstreeks vanop het fabrieksterrein uitgezonden. 25 jaar later sprak ik met Roberto D’Orazio, de toenmalige voorzitter van de delegatie, in het gezelschap van enkele mede-arbeiders van Clabecq.
door Guy Van Sinoy uit maandblad De Linkse Socialist – Lees ook het interview met Silvio Marra dat we enkele jaren geleden publiceerden en dat de achtergrond schetst van deze strijd.
Hoe kon de syndicale kern zo’n grote betoging organiseren en zoveel weerklank vinden?
Roberto D’Orazio: “Een groot deel van het antwoord op die vraag is te vinden in het boek van mijn kameraad Silvio Marra [Moi, Silvio de Clabecq, militant ouvrier, te koop via onze redactie]. Al jaren probeerden wij de arbeiders van de smederijen bewust te maken door hen te mobiliseren en hun niveau van politiek bewustzijn te verhogen. Het besluit om de mars te organiseren werd genomen op het moment van de sluiting, eind december 1996. Dit gaf ons de tijd om het goed te organiseren. Na de personeelsvergaderingen in januari, die in de hal van de oude fabriek werden gehouden, stuurden we 500 arbeiders in 10 bussen naar alle hoeken van het land om pamfletten voor de betoging te verspreiden.”
“Aangezien er al een jaar of tien geen investeringen meer gedaan werden, realiseerden we ons op een bepaald ogenblik dat we onverbiddelijk op een sluiting afstevenden. We hadden de campagne voor de sociale verkiezingen van 1995 dan ook zorgvuldig voorbereid, we wisten dat het ABVV op Clabecq sterker moest worden. We wonnen die verkiezen op overtuigende wijze, het ACV verloor en de liberale vakbond werd van de kaart geveegd.”
“Vanaf 1995 namen we bewust deel aan alle sociale mobilisaties in het land: studentenbetogingen, de lerarenstaking, antiracistische betogingen, protest tegen oorlog … Het maakte dat we overal bekend werden.”
Waren er bij de voorbereiding van de betoging ook obstakels, bijvoorbeeld uit de hoek van de vakbondsleiding?
(Iedereen barst in lachen uit) “Dat is een zeer goede vraag! Maar dat was niet nieuw.”
“Naarmate het bewustzijn van veel militanten bij Forges de Clabecq groeide, nam het aandeel van PS-leden in de delegatie af ten gunste van militante vakbondsleden. Jarenlang hebben wij ons verzet tegen de strategie van de vakbondsleiding, met name van ABVV Metaal, dat tijdens de staalcrisis van de jaren 1980 een ‘oorlog der bekkens’ tussen Cockerill Luik en Cockerill Charleroi voerde, en dat toen wij om solidariteit vroegen antwoordde dat Cockerill Luik onze productiequota wilde overnemen…”
“Je moet weten dat na het vertrek van Dessy, onze baas, het Waals gewest de controle over Forges de Clabecq overnam. Wij waren de enige staalfabriek in het land die zonder sociaal plan gesloten werd. Het was alsof de politici aan het hoofd van het Waalse Gewest de arbeiders van de smederijen wilden straffen omdat zij een vakbondsdelegatie hadden gesteund die buiten de controle van de vakbondsstructuur stond.”
Werd voor die betoging een ‘evenemententicket’ aan de NMBS gevraagd en wat was de reactie daarop?
“We vroegen José Damilot, die toen voorzitter van ACOD Spoor was en in de Raad van Bestuur van de NMBS zetelde, om tussenbeide te komen zodat de NMBS een speciaal vervoerbiljet voor de Multicolore Mars zou uitgeven. Hij belde ons terug met de melding dat de NMBS-directie dit categoriek weigerde.”
“Daarop belden we naar de NMBS-directeur met de vraag of er al een alternatief traject was voor treinen die in de toekomst Brussel zouden verbinden met Braine-le-Comte, La Louvière en Bergen. Hij vroeg ons waarom. We legden hem uit dat we zijn antwoord op de volgende personeelsvergadering op Forges de Clabecq zouden meedelen en nadien naar het station van Tubeke zouden trekken om de sporen te verwijderen en het station te ontmantelen. Het ontbrak ons immers niet aan technische kennis en materieel om dit te doen.”
“Een half uur later kregen we opnieuw telefoon met de mededeling dat de NMBS een gratis ticket zou afleveren voor deelnemers van de Multicolore Mars en dat er bovendien drie extra treinen zouden ingezet worden naar het station van Clabecq, een klein station aan de ingang van de fabrieken dat anders alleen voor goederentreinen gebruikt werd. Zo’n scenario is uiteraard alleen maar mogelijk als je een krachtsverhouding hebt…”
Vergoedingen voor de voormalige arbeiders van Clabecq: wat is de stand van zaken?
In La Libre Belgique van 29 januari 2022 stond het antwoord van vicepremier en minister van Sociale Zaken Pierre-Yves Dermagne (PS) op een vraag van drie parlementsleden (Ecolo-Groen, PVDA en PS) in de commissie Sociale Zaken van de Kamer. Het ging om een vraag over de schadevergoeding waar de oud-werknemers van Forges de Clabecq al 25 jaar op wachten. Volgens de curatoren van het faillissement hadden ze recht op die vergoeding.
Dermagne zei: “In het kader van deze kwestie is een sleutelrol weggelegd voor het Fonds Sluitingen Ondernemingen (FSO). Dat fonds moet de slachtoffers van het faillissement zo snel mogelijk schadeloos stellen. Het FSO volgt het dossier op.” Dat Fonds kan tussenkomen als de werkgever in gebreke blijft en zijn financiële verplichtingen tegenover de werknemers niet nakomt.
Het wordt tijd dat daar vaart achter gezet wordt. De voormalige werknemers van Forges de Clabecq worden er niet jonger op. Velen onder hen zijn al overleden, waaronder heel wat gevallen van kanker veroorzaakt door asbest. We durven erop wedden dat de voormalige arbeiders van Clabecq deze kwestie nauwgezet zullen opvolgen en niet zomaar zullen afwachten of de vergoeding waar ze recht op hebben effectief uitbetaald wordt.

-
28 maart 1997. “De mooiste dag van mijn leven…”

Op de ochtend van 28 maart 1997 was ik op de personeelsvergadering van de arbeiders van Forges de Clabecq in de oude fabriek. De sfeer is gespannen omdat veel arbeiders dachten dat na de multicolore mars met 70.000 aanwezigen begin februari de situatie zou gedeblokkeerd geraken om jobs te redden.
door Francine Dekoninck
Het algemene gevoel was dat er actie moest worden ondernomen. De syndicale delegatie nam contact op met het kabinet van minister van Binnenlandse Zaken Vande Lannote om hen mee te delen dat zij de autoweg bij Wauthier-Braine symbolisch zouden bezetten. We liepen de 6 km naar het knooppunt van de snelweg. Onderweg vernamen we dat Vande Lanotte een mondeling akkoord gaf.
Aangekomen aan de op- en afrit van de autosnelweg kwamen er plots rijkswachters uit de bosjes. Ze vielen ons aan en zetten het waterkanon in. Wellicht dachten ze dat de arbeiders met lege handen waren gekomen. Dat was echter niet zo. Er waren enkele vrachtwagens met zand, stokken en wat gereedschap. Twee bulldozers begeleidden de betoging. Die werden naar voor gebracht om het waterkanon te neutraliseren. Er vlogen stenen en stokken in het rond. De rijkswachters moesten zich terugtrekken, sommigen konden niet snel genoeg weg zijn. Enkele voertuigen van de rijkswacht werden opzijgeschoven door de bulldozers. Het duurde slechts ongeveer tien minuten, maar het was de moeite!
Uiteindelijk konden we de snelweg niet op, maar we keerden trots terug naar de fabriek. Zoals in Asterix, waar de Galliërs de Romeinse legioenen in elkaar slaan, pronkten sommige arbeiders op de terugweg met hun trofeeën: wapenstokken, schilden, helmen van rijkswachters. Op de terugweg brachten enkele inwoners ons koffie, de kinderen van een school kwamen naar buiten om ons toe te juichen: misschien werkte hun vader of een oom in de smederijen.
Toen we in de fabriek aankwamen, droogde iedereen zijn truien aan draden die voor een palletvuur werden gespannen. Ik was uitgeput omdat ik meer dan 10 km had afgelegd, maar dit was de mooiste dag van mijn leven. Het was de dag waarop de arbeiders van Clabecq de rijkswacht een rammeling gaven. Op dat ogenblik wisten we nog niet dat de beelden van die veldslag de wereld zouden rondgaan…
-
17 ABVV’ers veroordeeld: een reactie van Silvio Marra, voormalig delegee Forges de Clabecq

Eind november werden 17 ABVV-leden veroordeeld wegens ‘kwaadwillige belemmering’ van het verkeer tijdens een staking. Er is beroep ingediend en er werd al geprotesteerd. We spraken over deze zaak met Silvio Marra, voormalig ABVV-delegee bij Forges de Clabecq. Naar aanleiding van de strijd tegen de sluiting van Forges de Clabecq in 1997 werd Silvio samen met 12 anderen vervolgd door het parket van Nijvel. In 2002 kwam het tot een vrijspraak voor alle verdachten in dat belangrijke proces.
Interview door Guy Van Sinoy
Wat denk je van de veroordeling van de Luikse vakbondsactivisten?
Silvio Marra: “Eerst en vooral kunnen we niet aanvaarden dat de politie, de openbare aanklagers en de rechtbanken zich moeien met sociale conflicten. Dit proces is een gelegenheid om het debat over het recht van werkenden om het niet eens te zijn met hun baas nieuw leven in te blazen. De patroons hebben maar één ding voor ogen: de uitbuiting van de werkenden opvoeren om meer winst te maken.”
“Het stakingsrecht is geen recht dat ergens beschreven is in een ‘burgerlijk wetboek’ of in weet-ik-veel-welk wetboek. Het stakingsrecht bestaat omdat er sociale klassen met tegengestelde belangen zijn. Dit is het recht om kapitalistische uitbuiting aan te vechten. Het kan alleen leven in de harten van de duizenden syndicale afgevaardigden die verkozen zijn in de bedrijven en onder de drie miljoen vakbondsleden, als zij doorheen discussies en de ervaring van sociale strijd hun bewustzijn ontwikkelen. Als de werkende klasse haar kracht ontdekt en gebruikt, zullen rechtbanken, openbare aanklagers en repressieve krachten niet veel gewicht in de schaal leggen.”
Het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) wil in het volgende interprofessionele akkoord een clausule opnemen over de regeling van stakingen. Hoe zie jij dat?
Silvio Marra: “Het doel van de veroordeling van de vakbondsleiders in Luik en eerder in Antwerpen is om de capaciteit tot vakbondsverzet te ondermijnen. De wens van het VBO, in het kielzog van deze veroordelingen, is om de vakbonden te verzwakken, of zelfs te verbieden, zodat er geen sociale kracht is die in staat is om zich tegen hen te verzetten. Dit kan je echter niet stoppen met een wet of regels die sociale strijd verbieden. Waar er onderdrukking en uitbuiting is, zal er onvermijdelijk verzet zijn.”
“De vakbondsacties die ik 25 jaar lang in de Forges de Clabecq voerde, waren gericht op het vergroten van het politieke bewustzijn van de arbeiders in de strijd tegen racisme, tegen uitbuiting, tegen beroepsziekten, voor solidariteit, voor de verdediging van de zwaksten, voor het recht om zichzelf te verdedigen.”
Heb je nog een laatste boodschap?
Silvio Marra: “Ik wil dit graag toevoegen. De strijd van de arbeiders van Forges de Clabecq tegen de sluiting ging veel verder dan het kader van hun bedrijf. De vakbondsactivisten van de Forges steunden vele stakingen van die tijd, stakingen van leraren, studentenbetogingen, betogingen tegen racisme, betogingen tegen de oorlog … Tienduizenden sociale actoren op het terrein konden zo zien dat we ons niet terugplooiden op onze fabriek. In 1997 namen tienduizenden betogers deel aan de veelkleurige mars, iets later zagen miljoenen televisiekijkers over de hele wereld de beelden van de aanval van de rijkswacht op onze betoging bij de snelweg en hoe wij die betoging met bulldozers beschermden. Duizenden activisten kwamen vele malen naar de rechtbank in Nijvel en Brussel om ons tijdens ons proces te steunen. Onvermijdelijk heeft het verzet van de arbeiders van Clabecq zich verspreid en een grote bijdrage geleverd aan de strijdlust in dit land.”
“De toenmalige nationale vakbondsleiders probeerden ons te isoleren en de stroom van sympathie die we onder de bevolking hadden opgewekt af te zwakken, maar dat lukte grotendeels niet. Als ik vandaag deelneem aan nationale betogingen, zijn er veel mensen blij me te zien en komen ze me groeten. Ik weet niet of hetzelfde kan worden gezegd van de voormalige nationale vakbondsleiders van die tijd.”
Een kerstgeschenk dat moed geeft!Om het boek ‘Moi, Silvio de Clabecq’ te bestellen:
- stort 15 euro (12€ + 3€ verzendingskosten) op rekeningnummer BE36 3771 1712 2281 van Silvio Marra met als mededeling je naam en volledig adres
- koop het via onze Franstalige webwinkel aan dezelfde prijs.
-
20 jaar geleden: Veelkleurige Mars met 70.000 aanwezigen in Tubeke
In december 1996 werd Clabecq failliet verklaard. Een strijd voor het behoud van de tewerkstelling barst los. Op 2 februari gaat een grote mars voor jobs door die wordt bijgewoond door 70.000 mensen. Uiteindelijk worden 600 banen gered maar alle vakbondsafgevaardigden worden op straat gezet. Sommigen worden zelfs uitgesloten uit hun vakbond omdat ze een strijdbaar syndicalisme vertegenwoordigen.
Er zijn ook vandaag nog veel lessen te leren uit deze bijzondere strijd. Er zijn o.a. de herstructureringen bij Caterpillar, ING, Douwe Egberts, … België heeft een krachtige arbeidersbeweging maar dit is op zich niet voldoende om het algemeen offensief tegen de werkende klasse te stoppen.
Vanavond kijken we terug en trekken we lessen. Er is een meeting waarop wordt gesproken door Silvio Marra, destijds een van de centrale organisatoren van de syndicale delegatie bij Clabecq, en Gustave Dachte, die bijzonder actief was in de solidariteitsbeweging rond Clabecq. Deze bijeenkomst vanavond heeft als bedoeling om terug aansluiting te vinden bij de tradities van het strijdsyndicalisme in België.
[divider]
Chronologie van de strijd bij Clabecq- 19 nov. 1995: De discussie wordt geopend over een weg vooruit voor Clabecq. Na een staking in 1992 hadden de arbeiders toegegeven om 3 jaar lang geen oudejaarspremie te krijgen. De directie kondigde in oktober 1995 aan dat ook dat jaar geen oudejaarspremie zou betaald worden en dat een investeringsplan op de lange baan wordt geschoven. Louis Michel op de RTBF: “We moeten het probleem van de sluiting van Forges de Clabecq naar voor brengen. Dit bedrijf wordt geterroriseerd door een extreem-links anarchistisch syndicalisme. Ik ben ertegen dat de Waalse regio 500 miljoen frank investeert in een ‘kreupele eend’ en zeker niet om 300 miljoen aan syndicale premies te betalen.” (de 300 miljoen waarvan sprake is in feite de oudejaarsvergoeding…). Het ABVV eist een financieel plan en brugpensioen op 50 jaar.
- 2 feb. 1996: Een betoging van de vakbondsdelegaties van Forges de Clabecq brengt 10.000 mensen op de been. De betoging betrekt de hele regio bij de mogelijke sluiting van Clabecq.
- 22 ma. 1996: De directie komt op de ondernemingsraad met een sociaal plan. Ze stellen voor om 600 arbeiders (van de 2150) te ontslaan en een productievermindering door te voeren tot 50%. Het ABVV eist een investering van 5 miljard in de pletwals, zodat die gemoderniseerd wordt en het niveau van productie aan kan die de bijzonder moderne hoogoven en staalconventor van het bedrijf kunnen dragen. (ter vergelijking: de Waalse overheid investeerde 13 miljard in Cockerill Sambre om een Oostduits staalbedrijf over te nemen). De Waalse regering duidt een expert aan voor het dossier Clabecq, met name Jean Gandois (die toevallig ook topman is van Cockerill Sambre).
- Juni 1996: De Waalse regering doet een voorstel om minstens 700 arbeidsplaatsen te laten verdwijnen, de 13e maand te annuleren en eventueel een fusie door te voeren met Cockerill.
- Sep. 1996: De Waalse regering wil een lening toestaan aan Forges de Clabecq. Vanuit de Europese Commissie worden bezwaren geuit. Karel Van Miert: “Het heeft geen zin om geld in een bodemloze put te storten.”
- 19 dec. 1996: De directie laat een staking van betaling vaststellen.
- 20 dec. 1996: Algemene personeelsvergadering. De werknemers gaan over tot een bedrijfsbezetting. Enkel de arbeiders, bedienden en kaders worden toegelaten tot het bedrijf. De hoogoven wordt door de arbeiders draaiende gehouden. De vakbondsdelegatie roept op tot een vreedzame betoging naar het stadhuis van Tubeke, onderweg worden toch enkele ruiten ingegooid bij banken.
- Januari 1997: De curators stellen voor om alles stil te leggen. De arbeiders houden de hoogoven draaiend uit veiligheidsoverwegingen.
- Februari 1997: Een nationale mars voor werk brengt 70.000 betogers naar Tubeke.
- Februari 1997: Curator Alain Zenner laat weten dat de achterstallige lonen niet meer zullen uitbetaald worden. Een aantal arbeiders zoekt hem op en deelt enkele klappen uit. De arbeiders die hem opzochten deden dit nadat ze deurwaarders over de vloer kregen omdat hun loonbeslag niet werd doorbetaald aan de schuldeisers.
- Maart 1997: De vakbonden stellen een nieuw eisenplatform op: (1) de betaling van de opzeggingsvergoeding voor de arbeiders die afgedankt worden (2) terugbetaling van de loonvermindering die ze de afgelopen jaren hadden ondergaan, o.a. via de annulering van de oudejaarspremie (3) brugpensioen op 50 jaar (4) oprichting van een speciaal fonds om tussen te komen in de omscholing van arbeiders en een dagelijkse bijslag bij de werkloosheidsuitkering voor de helft van de gepresteerde dienstjaren (minimum 3, maximum 15 jaar).
- 28 maart 1997: Om de eisenbundel kracht bij te zetten is er een toegelaten betoging naar de autosnelweg in Woutersbrakel. De betoging heeft de toelating om de autosnelweg gedurende korte tijd te blokkeren. Bij aankomst aan de autosnelweg wordt de betoging echter aangevallen door de rijkswacht. De arbeiders verdedigen zich met bulldozers. Dit is het beruchte bulldozer-incident. Jean-Luc Dehaene hierover op de RTBF: “Aan de ene kant begrijp ik de wanhoop die er is, anderzijds denk ik dat de manier waarop dit geuit werd onaanvaardbaar is in een samenleving. (…) Ik hoop dat we vlug opnieuw tot een dialoog komen om oplossingen te vinden voor het probleem.”
- 5 april 1997: Vijftienduizend arbeiders betogen in een “Mars tegen de Leugenaars” (van het Waals Gewest) in Namen.
- 6 mei 1997: Er komt een referendum over een voorstel tot sociaal plan dat inhoudt dat er een bijpassing van het loon komt voor bruggepensioneerden en dat er geen opzeggingsvergoeding komt, maar een afscheidspremie van 60.000 fr. Bruto. Dit voorstel wordt door 55,7% van de arbeiders verworpen.
- Mei 1997: Duferco doet een overname-bod: ze willen 900 arbeidsplaatsen minder, de syndicale delegatie uit het bedrijf weg krijgen, meer flexibiliteit invoeren, een loonsverlaging en eisen 5 jaar sociale vrede.
- 1997: Vanuit de curators is een dwangsom opgelegd aan de syndicale delegatie. Ze mogen de terreinen van het bedrijf niet meer betreden, op straffe van een dwangsom van 25.000 frank per delegee. De rechtbank doet de dwangsommen teniet. ABVV-delegee Silvio Marra in ‘De Militant’: “Dit vonnis preciseert dat arbeidsrechtbanken bevoegd zijn in individuele conflicten tussen arbeiders en patroons, maar dat geen enkele rechtbank kan tussenkomen in collectieve arbeidsconflicten.”
- Juli 1997: Het ABVV organiseert vanuit nationaal een referendum onder de arbeiders van Clabecq. Ze stellen dat de syndicale delegatie van het bedrijf niet langer kan onderhandelen. Michel Nollet (nationaal ABVV-voorzitter): “Roberto D’Orazio is geen delegee meer, hij is een werkloze”. Een meerderheid van de arbeiders ondersteunt het overnameplan van Duferco. De lonen dalen met 30%, geen enkele vakbondsmilitant wordt opnieuw aangeworven, er komt brugpensioen op 50 jaar (met een bijpassing van ongeveer 15.000 fr per maand), de andere ontslagen werknemers krijgen een bijpassing van 5000 fr bruto per maand gedurende 5 jaar betaald door een fonds gevuld door Duferco en door een bijdrage van de heraangenomen arbeiders.
- 9 juli 1998: 13 arbeiders, onder wie de delegees Roberto D’Orazio en Silvio Marra worden gedagvaard, op basis van 43 beschuldigingen omtrent gebeurtenissen tijdens de strijd. Dit kan leiden tot zware celstraffen en miljoenen schadeclaims.
- 10 december 1998: De rechtbank beslist de zaak achter gesloten deuren te voeren, gezien de massale aanwezigheid van sympathisanten. De openbaarheid kan volgens de rechtbank verlopen via de pers. Iedere zitting van de rechtbank kan rekenen op de aanwezigheid van een paar honderd sympathisanten. Die eisen de stopzetting van het proces en de heropname van de ABVV-afgevaardigden in de vakbond (Roberto D’Orazio en 4 anderen werden uitgesloten uit het ABVV). Na enkele zittingen laat de rechter opnieuw publiek toe in de zaal.
- 18 februari 1999: Openbare zitting over het bulldozer-incident. Na de zitting wordt de rechtbank bezet door een 200-tal aanwezigen. Hierop komen er opnieuw gesloten zittingen. Bij de behandeling van het bulldozer-incident wordt vertrokken van videobeelden van de rijkswacht, de arbeiders van Clabecq zeggen dat het om getrukeerde beelden gaat.
- 30 sep 1999: Op de zitting blijkt dat de procureur stukken had achtergehouden waaruit bleek dat de betoging op de autosnelweg wel degelijk was toegelaten.
- 25 nov 1999: Het proces wordt geschorst na een nieuwe klacht over partijdigheid. De partijdigheid blijkt uit het feit dat de rechtbank dreigt de advocaat van de verdediging te arresteren, maar ook uit het feit dat één van de rechters de echtgenote is van een lid van het parket dat tussengekomen is in het dossier, de laattijdige toevoeging aan het dossier van documenten van de rijkswacht,…
- 10 jan. 2000: Het Hof van beroep dat normaal binnen de 5 dagen moet beslissen komt pas op 13 december een eerste maal samen. Op 10 januari 2000 valt de uitspraak: rechter Vandeput wordt partijdig bevonden. Het proces moet herbeginnen met drie nieuwe rechters.
- 11 juli 2000: de rechtbank van Nijvel verklaart zich onbevoegd. De procureur gaat in beroep.
- 22 november 2000: Uitspraak van het Hof van Beroep: de rechtbank verklaart zich bevoegd en vernietigt de beslissing van de rechtbank van Nijvel. Het proces moet helemaal opnieuw beginnen.
- 22 mei 2002: Na meer dan 60 zittingen beslist de rechtbank in Brussel dat 9 van de ’13 van Clabecq’ volledig vrijgesproken worden. Onder hen Silvio Marra. Vier beschuldigden worden veroordeeld voor kleine feiten, maar met opschorting van straf. Onder hen D’Orazio.
[divider]
Wat wij schreven over de Veelkleurige Mars van 2 februari 1997Artikel uit maandblad ‘De Militant’, maart 1997
Delegatie van Militant Links (nu LSP) op de Mars voor Werk in 1997. Foto: Jean-Marie VersypDe betoging van de openbare diensten op woensdag 29 januari verzamelde 30.000 syndicale militanten in Brussel. Dat is een succes, vooral gezien de syndicale apparaten nauwelijks gemobiliseerd hadden. Op het einde van december kondigde de Tribune, maandblad van ACOD-onderwijs, de actiedag aan. De nationale intersectorale verantwoordelijken beperkten zich – bij navraag – echter tot: “het is te vroeg om te zeggen…”, “niets is officieel vastgelegd”, enz. Dat alsnog 30.000 militanten kwamen opdagen, getuigt van het diepe ongenoegen vanwege de basis ondanks de inertie van de leiding.
In Tubize kreeg de syndicale delegatie een halve week later op 2 februari het dubbele aantal betogers samen: bijna 70.000! Er waren verschillende redenen voor dit succes: het enorme gevoel van solidariteit in heel het land met de arbeiders van Clabecq in de strijd voor werk, een revolte tegen de neoliberale dogma’s die ons dagelijks door de regering en de media over het hoofd worden gegooid (“competitiviteit”, “privatiseringen”,”Maastrichtnormen”,…), de onzekerheid over de toekomst voor onze kinderen, het weigeren langer te aanvaarden dat de zwaksten in onze maatschappij door armoede en geweld geraakt worden.
Ook belangrijk was dat de witte comités en de ouders van de verdwenen kinderen mee de oproep van de arbeiders van Clabecq ondersteunden. Hun oproep heeft de mobilisatie versterkt maar vooral creëerde het een belangrijke symbolische band tussen de Witte Mars en de Mars voor Werk. De kinderen zijn de eerste slachtoffers in een maatschappij die hen die de rijkdom produceren tot de werkloosheid veroordeelt.
De spontane activiteiten van honderden mensen die zich inzetten voor zoektochten naar de verdwenen kinderen (o.a. de vzw Marc en Corinne) was een eerste teken van een beweging die ontstond buiten de traditionele structuren in de samenleving. De enorme steunbeweging die ontstond na het afzetten van onderzoeksrechter Connerotte – spontane stakingen en enorme betogingen van jongeren – en de Witte Mars bevestigde het verderzetten van dit proces.
Met de Mars voor Werk werd echter een nieuwe stap voorwaarts gezet omdat deze mars zich bevindt op het terrein van de traditionele arbeidersbeweging: de vakbonden en de arbeiderspartijen. Je moet Michel Nollet – verlaten op het plein voor de Forges – of Philippe Busquin – uitgejouwd door de massa’s – gezien hebben op de mars, om te begrijpen hoe enorm de kloof is die de basis – vastberaden om niet langer het onaanvaardbare te aanvaarden – van de top van de versteende apparaten onderscheidt.
“We moeten volwassen arbeiders worden. We moeten ons niet langer tevreden stellen met van het ene vakbondscongres naar het andere te gaan om bij het buitengaan vast te stellen dat enkel hetzelfde werd herhaald als we de vorige malen hadden gehoord. Deze Mars moet het begin worden van de overwinning van de arbeiders. Als we onze kinderen hebben kunnen redden uit de uitbuiting in de mijnen, in de textiel en in de andere fabrieken, moeten we ook voorkomen dat ze voor gelijk welk doel worden uitgebuit. Er is geen verschil tussen sociale rechtvaardigheid en rechtvaardigheid in het algemeen”. Roberto D’Orazio op de Mars voor Werk
[divider]
Franstalige video














