Tag: film

  • “I, Daniel Blake” – misschien wel de beste van Ken Loach

    i-daniel-blake-3

    “Dit is een verhaal dat we moesten vertellen. Het gaat in zekere zin over de keuze die we maken omtrent de manier waarop we samen leven”, zei Ken Loach bij de opening van het Film Fest Gent.

    Recensie door Tanja (Gent) voor de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’

    Vol verwachting keek ik uit naar de openingsfilm van het filmfestival: het verhaal dat Ken Loach ‘moest vertellen’ over de conservatieve Britse Tory regering en haar asociale en onmenselijke besparingsbeleid. Ken was eigenlijk een jaar eerder, op 79-jarige leeftijd met pensioen gegaan. Gelukkig kon hij niet zwijgen toen de Tories, “the bastards” – zoals Ken Loach ze half gentleman-achtig en beleefd, half jongensachtig en ondeugend noemt – in 2015 de Britse verkiezingen wonnen en meteen een nieuwe aanval lanceerden op het al sterk uitgeholde uitkeringssysteem.

    Hij kwam terug uit pensioen om het verhaal van Daniel Blake te vertellen, een film waarvoor hij prompt zijn tweede Gouden Palm in Cannes won. In de documentaire “Versus: The Life and Films of Ken Loach”, die ook tijdens het Film Fest vertoond werd, heet het dat Ken Loach vanaf in het begin echte films over echte mensen wou maken. Dat is hem zeker gelukt. Als je dit najaar maar één film gaat bekijken, kies dan voor I, Daniel Blake.

    De film opent met een kafkaiaans telefoongesprek tussen timmerman en weduwnaar Daniel Blake, die na een zware hartaanval arbeidsongeschikt verklaard is door zijn behandelende arts, en iemand die hem vanop afstand een vragenlijst laat invullen. De standaardvragen hebben helemaal niets te maken met zijn specifieke toestand en het oordeel is dat hij wel geschikt is om te werken en dus geen recht op een ziekte-uitkering heeft. Zo begint de odyssee der wanhoop voor Daniel Blake. Hij werkte heel zijn leven als stielman, maar moet nu zijn meubels verkopen om zijn rekeningen en eten te betalen.

    “Dit is geen toeval, het is de bedoeling,” zegt zijn jongere buurman over de bureaucratische en onmenselijke manier waarop de diensten en de regering met mensen omgaan. Hij heeft zijn eigen ervaring met “zero hour contracts”, die geen enkel uitzicht op een stabiel inkomen bieden. Hij heeft genoeg van die rotjobs en start een straatverkoop van illegaal uit China geïmporteerde sneakers.

    Katie, fantastisch vertolkt door Hayley Squires, met wie Daniel een warme en diepe vriendschapsband ontwikkelt, is een alleenstaande moeder van twee uit Londen. Nadat ze maandenlang in een hostel verbleef, wordt ze naar Newcastle gestuurd voor een sociale woning. Net aangekomen in een haar onbekende stad neemt ze de verkeerde bus waardoor ze te laat is voor haar afspraak in het jobcenter. Haar uitkering wordt meteen geschorst.

    De film is een stevige aanklacht tegen de brutale “elk voor zich”-maatschappij die Margaret Thatcher als aartsconservatieve first lady in de jaren 80 introduceerde en als geen ander ideologisch verdedigde. Het was Thatcher die toen al zei: “We zijn door een periode gegaan waarin teveel mensen te horen kregen dat de overheid het wel zou oplossen als ze een probleem hadden: ‘ik heb een probleem en zal dus wel een uitkering krijgen’, ‘ik ben dakloos en dus zal de overheid me een huis aanbieden.’ Ze projecteren hun problemen op de gemeenschap. Maar, zoals je weet, bestaat er niet zoiets als de gemeenschap. (…) Er bestaan enkel individuen en families.” Deze ideologie vormde de basis voor het neoliberale beleid dat door alle gevestigde partijen werd omarmd en uitgevoerd. Zeker nu de Tories terug zijn, wordt de ontmenselijking van de samenleving in razendsnel tempo verdergezet.

    Met het verhaal van de film in het achterhoofd wordt het nog duidelijker waarom Jeremy Corbyn, die trouwens expliciet door Ken Loach gesteund werd, zoveel steun en enthousiasme opwekt bij grote delen van de werkende klasse. Mensen snakken naar een alternatief.

    Ondanks alles is de film niet pessimistisch. Hij is doordrongen van kleine, maar belangrijke tekenen van solidariteit en medeleven, van mensen die elkaar hoop en steun geven. Het is ook een film die duidelijk maakt dat menselijke solidariteit niet volstaat om problemen echt op te lossen. Collectieve, maatschappelijke vormen van solidariteit zijn nodig om moeilijke periodes in het het leven van een individu te kunnen overbruggen. De sociale zekerheid en gezondheidszorg, waarvoor onze ouders en grootouders gestreden hebben, worden afgebouwd en steeds meer mensen worden bewust in de steek gelaten.

    Dat blijkt onder meer uit de aangrijpende scène wanneer Katie op bezoek gaat bij een voedselbank. Op op het ogenblik dat Daniel tijdens een zoveelste absurd bezoek aan het jobcenter zegt: “als je je zelfrespect verliest, dan ben je verloren. Dan is het voorbij.” Daarop loopt hij naar buiten, neemt een spuitbus en schrijft op de muur: ‘I, Daniel Blake demand my appeal date before I starve and change the shite music on your phones” – wat hem spontaan applaus van de mensen op straat oplevert.

    Mensen kunnen zich identificeren met Daniel Blake. Zowel de mensen op straat in de film als de toeschouwers in de zaal. Alles voelt echt en eerlijk aan. De film is een aanklacht tegen het neoliberalisme en een manifest voor meer solidariteit. Het is een film waarbij je kan lachen met de vaak typisch zwarte Britse working class humor. Maar even later wordt de lach een krop in de keel, voel je tranen opkomen en word je triestig en boos. Regelmatig zag je in de zaal iemand een traan wegpinken.

    Terecht werden Ken Loach en Hayley Squires na de film ontvangen op een staande ovatie. De eerste vraag vanuit de zaal bracht ons direct ter zake. “Wat kunnen we hieraan doen?” vroeg een jonge vrouw. “Uiteindelijk komt het neer op een politieke strijd,” zei Ken Loach waarmee hij zijn unieke rol van politieke filmmaker onderstreepte. Hij riep iedereen op om zelf actief te worden, campagnes te steunen, lid te worden van de vakbond …

    In de film ontbreekt net dit perspectief van collectief verzet. Maar het is overduidelijk dat het onderdeel is van Ken’s levensbeschouwing, hoe hij maatschappelijke verandering ziet. Misschien is I, Daniel Blake wel zijn beste film. En hopelijk niet zijn laatste.

  • “Merci Patron.” Film die zin geeft in de klassenstrijd

    mercipatron_02-768x432Het is altijd leuk als een film die met weinig middelen gemaakt werd alsnog een groot succes kent. De film ‘Merci Patron’ van François Ruffin is zo’n film. Ruffin was gekend als journalist, stichter van het satirische blad Fakir, medewerker van de Monde Diplomatique en een radioprogramma. Nu zet hij zijn eerste stappen in de filmwereld. Met amper 150.000 euro werd ‘Merci Patron’ gemaakt, doorgaans kost een documentaire minstens het dubbele. Eind mei had de film in Frankrijk de kaap van de 500.000 kijkers overschreden.

    Artikel door Simon (Luik)

    Het verhaal van ‘Merci Patron’ komt bekend voor. Het gaat om een gezin van werklozen, Serge en Jocelyne Klur, die afgedankt werden door de groep LVMH (eigendom van de rijkste Fransman, Bernard Arnault) en nu amper nog rondkomen. Hun huis zal verkocht worden als gevolg van een onhoudbare schuldenberg. De auteur stelt hen een plan voor om Arnault te chanteren. Tegen de verwachtingen in lukt het nog ook. De Klurs doen alsof ze een campagne zullen opzetten om de verantwoordelijkheid van Bernard Arnault voor hun situatie aan te klagen en ze dreigen ermee naar de media te stappen en acties te organiseren. Het lef en de creativiteit van de groep die toeslaat is opmerkelijk. Het gaat onder meer om bekende activisten, zo werd een vergadering om een actie van de CGT te plannen gespeeld door het politiek getint theatergezelschap Jolie Môme. Het doet de mensen van LVMH wankelen en ze halen 40.000 euro boven en een vast contract voor een van de Klurs.

    Het is plezant om te zien hoe de handlangers van LVMH in de val trappen, eindelijk wordt er een overwinning op hen geboekt. Dat draagt ongetwijfeld mee tot het succes van de film. In een land als Frankrijk waar de werkenden hun situatie er al decennialang op achteruit zien gaan ten koste van de superrijken en waar grote acties plaatsvinden, nu tegen de afbraak van de Arbeidswet, is het nuttig om te zien dat overwinningen tegen de rijksten en machtigsten mogelijk zijn.

    De film gaat tot op zekere hoogte in op klassenstrijd. Maar de grootste verdienste is dat de film tot nadenken aanzet. De discussies die volgden op de vertoningen getuigden daarvan. Merci Patron is een film die tot mobilisatie aanzet, die goesting geeft om de strijd aan te gaan. Gezien de sociale context waarbij het verzet tegen de wet-El Khomri verder uitgebouwd wordt, is deze film een troef.

    Goede film, maar geen gids tot actie

    Nochtans is Merci Patron eerder een grappige film dan een sociale film. Frédéric Lordon, een bondgenoot van Ruffin in de beweging ‘Nuit Debout’, omschrijft het als een film over directe actie. Dat gaat ongetwijfeld op voor de wijze waarop het gefilmd is. Ruffin stelt geen alternatief voor, maar de film zorgt wel voor strijdbaarheid. De noodzaak om een krachtsverhouding uit te bouwen is ook niet volledig aanwezig. De filmmaker stelde zelf: “Een van de boodschappen die we hieruit kunnen trekken, is dat we soms sterker staan dan we zelf denken en dat de tegenstander zwakker is dan we denken.”

    Het effect van de film is natuurlijk veel groter omdat LVMH uiteindelijk met geld over de brug komt, voor het bedrijf zelf is 40.000 euro niet veel maar voor het gezin Klur wel, en bovendien een vast contract bij Carrefour aanbiedt. Er wordt gezocht naar een individuele oplossing die niet op basis van collectieve strijd wordt bekomen. Maar zelfs daarbij is het opmerkelijk dat de multinational plooit nadat met collectieve strijd gedreigd wordt. Het dreigement om de CGT van Goodyear te mobiliseren, is doorslaggevend. Deze benadering werd overigens meermaals verdedigd door François Ruffin, hij erkent het belang van traditionele arbeidersorganisaties en in de eerste plaats de vakbonden om aanvallen van werkgevers en regeringen te stoppen. Dit is een opmerkelijk standpunt aangezien Ruffin geldt als een van de voortrekkers van Nuit Debout waar ook wel eens anti-vakbondsstandpunten naar voor kwamen.

    We kunnen het standpunt van Ruffin enkel maar bijtreden: de vakbonden kennen natuurlijk beperkingen en problemen (lezers van deze site weten dat wij erg kritisch staan tegenover de vakbondsleidingen), maar ze blijven het beste instrument om ons collectief te organiseren. We moeten er actief aan meewerken om ervoor te zorgen dat de vakbonden democratische organisaties zijn waarbij de basis de controle over zijn eigen strijd kan uitoefenen.

    Bouwen op het enthousiasme

    Het is nuttig om op het enthousiasme rond de film te bouwen aan de acties tegen de asociale maatregelen van de verschillende regeringen. In Frankrijk was dit het geval, maar ook bij ons groeit het verzet tegen de wet-Peeters en de 45-urenweek. De filmmaker nam zelf deel aan discussies na afloop van vertoningen, zo ging hij in Luik in discussie met vakbondsmilitanten en jongeren die deelnamen aan de acties van Nuit Debout.

    Het grote aantal bezoekers in Frankrijk geeft aan dat de film niet alleen een traditioneel kritisch publiek bereikt, denk maar aan de liefhebbers van pakweg Ken Loach. Er wordt ook bij een breder publiek ingang gevonden met een film gebaseerd op een klassenanalyse van de samenleving waarbij bovendien opgeroepen wordt tot strijd en duidelijk gemaakt wordt dat het mogelijk is om deze strijd te winnen. De actualiteit zorgt ervoor dat de film ‘subversief’ genoemd wordt. De directie van Europe1 weigerde om Ruffin uit te nodigen, grote kranten als Le Parisien weigerden over de film te schrijven. Dit bevestigt enkel des te meer hoe de machtigen hun posities beschermen. De verontwaardiging over de censuurcampagne heeft het succes van de film overigens versterkt.

    François Ruffin wordt na ‘Merci Patron’ wel eens vergeleken met Michael Moore. Hij heeft ongetwijfeld bijgedragen aan politieke bewustwording onder een brede laag van de bevolking. Ruffin doet zijn werk als journalist en geëngageerde filmmaker, wij kunnen daar gebruik van maken om onze campagnes te versterken. We moeten van verontwaardiging naar strijd gaan en daarin is een discussie over strategie en methoden van groot belang. We moeten de aanvallen op onze levensstandaard stoppen en gaan voor nieuwe sociale rechten. Dat is waar de meest bewuste militanten voor opkomen en waarvoor ze ‘Merci Patron’ kunnen aangrijpen.

  • Geen Oscars voor zwarte artiesten. Tegen racisme en besparingen in kunstsector!

    Ik kijk dit jaar niet bepaald uit naar wie een Oscar zal krijgen. De films heb ik gezien, maar het is moeilijk om voorbij te gaan aan de grote kudde olifanten in de porseleinwinkel. Dit jaar zijn er voor de tweede keer op rij geen zwarte genomineerden.

    Reactie door Olivia Onyehara, actrice (eerder verschenen in weekblad ‘The Socialist’)

    De film ‘Beasts of No Nation’ over kindsoldaten in West-Afrika haalde de selectie bijvoorbeeld niet. Het is nochtans schitterend geschreven en geregisseerd. De erg talentvolle acteurs zijn bijna allemaal zwart.

    De selectie voor de Oscars wordt gedaan door voornamelijk blanke mannen van boven de 50 jaar oud. Ze vertegenwoordigen de rijke elite van de entertainmentindustrie.

    Als jonge zwarte actrice stel ik me de vraag waarom ze enkel ‘zwarte films’ selecteren als die gaan over de onderwerping van minderheden door rijke blanke mannen?

    Acteurs, producenten, theater- en filmmakers die niet blank zijn, komen heel weinig aan bod. Ook vrouwen zijn ondervertegenwoordigd. De besparingen in de kunstsector, de hogere inschrijvingsgelden aan kunstscholen en universiteiten raken ons disproportioneel harder. We kregen nooit een volledige en gelijke kans om vertegenwoordigd te zijn en naar voor te treden.

    De entertainmentindustrie wordt steeds meer een private speeltuin van de rijken. Het beperkt de kansen voor zwarte en Aziatische acteurs om hoofdrollen te spelen.

    In plaats daarvan worden we beperkt tot kleine, ondersteunende en vaak stereotype rollen. De mensen die de projecten financieren en organiseren, vertrekken van de wereld waarin zij leven: een steeds blekere wereld waarin stemmen vanuit de arbeidersbeweging niet aan bod komen.

    Van de 2900 Oscars werden er 31 toegekend aan zwarte acteurs. Dit komt zowel door het beleid van casting als door het besparingsbeleid. Dat moet gestopt worden zodat er ruimte kan ontstaan voor zwarten, vrouwen en mensen van arbeidersafkomst om zich uit te leven in kunst. Een democratische controle op media – met onder meer een vertegenwoordiging van kijkers en vakbonden in de entertainmentsector – zou eveneens helpen om de ‘witwasoperaties’ die we nu zien te vermijden.

  • Mad Max: verzet tegen kapitalistische vernielingszucht

    MAD MAX: FURY ROAD“Mad Max: Fury Road” is een van de vele films die aansluit bij de actiefilms van de jaren 1980. Het is de vierde aflevering in de Mad Max serie van George Miller over een post-apocalyptische patriarchale wereld met een tekort aan water, olie en kogels. De film sluit ook aan bij de recente trend van Hollywood-films, zoals Elysium of de Hunger Games trilogie, om science fiction te verbinden met de huidige strijd tegen de onrechtvaardigheid van het kapitalisme.

    Recensie door Emily McArthur, Socialist Alternative (VS)

    De barbaarse toekomst van ‘Mad Max: Fury Road’ beschrijft de enorme tekorten waarheen de huidige heersende klasse de wereld aan het leiden is. De film brengt een razendsnelle twee uur durende veldslag gebaseerd op de onze huidige strijd voor een leefbare planeet. Het is alsof de gevolgen crises van het kapitalisme die we proberen te bestrijden, getoond worden in de vorm van oorlogen rond milieu en een vreselijke situatie voor de meerderheid van de bevolking.

    Andere actiefilms, waaronder de vorige afleveringen in de serie van Mad Max, hebben de neiging om nadruk te leggen op ruw geweld. Deze film daarentegen brengt ook vrouwen die collectief ingaan tegen hun onderdrukkers en is daarmee een van de weinige actiefilms die door de Bechdeltest geraakt (zie: https://nl.wikipedia.org/wiki/Bechdeltest). De ‘vrouwen’ van Immortan Joe, de centrale slechterik in de film, verzetten zich tegen de patriarchiale controle en laten dit blijken in de boodschappen die ze op de muren van hun voormalige gevangenissen krabbelen: “Onze kinderen zullen geen krijgsheren zijn”, “Wij zijn geen objecten” en “Wie heeft de wereld vermoord?” De meeste actiefilms brengen slechts één held naar voor, de held wiens individuele tussenkomst voor redding zorgt. De helden in deze film slagen enkel in hun opzet omdat ze leren samenwerken en de talenten van alle leden van de ploeg waarderen.

    Deze elementen vinden gehoor bij het publiek. We leven immers in een onnodig brutale wereld waar hongersnood en ellende het dagelijkse leven van de massa’s bepaalt, terwijl het resultaat van hun hard zwoegen gebruikt wordt om de geldkoffers van de 1% rijksten te vullen. De afgelopen jaren ontstonden verschillende protestbewegingen en deze film speelt daarop in. Het brengt een beeld van algemene ellende voor de meerderheid van de bevolking terwijl de middelen in handen zijn van slechts enkelen. En het brengt de strijd tegen die realiteit.

    In Mad Max heeft de heerschappij van de krijgsheren de “wereld vermoord” door een samenleving te creëren waarin de brutaliteit en lofzang op dood en vernieling centraal staan als resultaat van een wereld die het nut van zijn inwoners beperkt tot de mate waarin ze bereid zijn om te sterven voor hun leider.

    Toegang tot water = macht

    Vanuit zijn citadel heeft Immortan Joe water hernoemd tot “Aqua Cola”. Hij zorgt ervoor dat er onvoldoende schoon water wordt vrijgegeven aan de menigte van onderdrukte burgers. Het doet denken aan de realiteit van vandaag met 750 miljoen mensen die geen toegang hebben tot drinkbaar water. De strijd die de afgelopen jaren in het Amazonegebied werd gevoerd tegen de privatisering van water door Nestlé of in India tegen de vervuiling door Coca-Cola vinden een weerklank in het monopolie van Immortan Joe op ‘Aqua Cola’.

    Vandaag is er uiteraard niet gewoon een slechterik die de bevolking de toegang tot drinkbaar water ontzegd, maar er zijn wel de chaotische gevolgen van de distributie van water op basis van private winsten. Duizenden inwoners van Baltimore en Detroit zagen hun water afgesloten worden omdat ze kleine facturen van soms minder dan 150 dollar niet betaald hadden, terwijl bedrijven met miljoenenschulden steeds toegang tot water behouden.

    Een meerderheid van de mensen in de wereld van Mad Max wordt niet oud. Naast de “moeders” zijn er enkel de drie belangrijkste krijgsheren die niet jeugdig zijn. De film zoomt meermaals in om deze drie mannen om aan te tonen hoe hun lichamen geleden hebben en gebukt gaan onder afwijkingen. Maar ook de jonge strijders blijken veel tumoren te hebben. Het ruwe landschap met veel metaal en de onder meer door oorlogen vervuilde lucht zorgt ervoor dat zelfs de machtigste personages in de film langzaam sterven. Zoals in de reële wereld heeft deze versie van de heersende klasse toegang tot gezondheidszorg, bloedtransfusies en zuurstoftanks om de gevolgen van de ecologische vernieling te verzachten.

    Radicale conclusies

    Op een cruciaal moment in de film vragen de uitgeputte helden zich af of ze niet beter over de eindeloze zoutvelden kunnen vluchten in de hoop van ergens water en groen te vinden en een nieuw leven te kunnen beginnen. Ze doen dit niet, maar maken zich sterk om terug te keren naar de citadel van Immortan Joe om het water en het groen uit handen van de krijgsheren te halen. De strijd voor een betere wereld vandaag kan ook niet gewonnen worden door van de samenleving weg te vluchten. Het vereist de herorganisatie van de wereld zoals we die kennen. We kunnen voor een betere wereld strijden door al wie werkt, de werkende klasse, te verenigen en onze collectieve macht te gebruiken om de infrastructuur en middelen van de heersende klasse over te nemen en de productie en distributie te organiseren op basis van behoeften.

    Natuurlijk is Mad Max vooral een populaire actiefilm en geen socialistische of feministische propaganda. Maar de film zoekt wel aansluiting bij angst die vandaag bestaat als gevolg van de eindeloze imperialistische oorloge voor grondstoffen en de enorme milieuvervuiling. Het is een krachtige allegorie voor de internationale eenheid die nodig is om het juk van kapitalistische onderdrukking en uitbuiting van ons af te werpen.

  • The Lego Movie. Bouwstenen voor antikapitalisme?

    Door Iain Dalton

    Een film over Lego, het speelgoed waarmee je blokjes op elkaar moet aanbrengen? Is dit een grap? Het rechtse door Rupert Murdoch gecontroleerde Fox News had het over een “antikapitalistische boodschap” in de film die kinderen zou opzetten tegen ondernemers…

    De centrale boosdoener in de film heerst over een wereld waar mensen de regels moeten volgen en zijn goederen moeten consumeren. De held, Emmet Brickowski, is een bouwvakker die alle regels volgt. Daar komt verandering in als hij in contact komt met een ‘relict’ uit het verleden, een object dat niet van Lego is en van buitenaf in de Legowereld terecht kwam.

    Het gaat om een grote Hollywoodproductie en dus is het overbodig om te zeggen dat antikapitalistische elementen snel op de achtergrond verdwijnen. De film drijft de spot met Lego – zo kan de politie Emmet niet vinden omdat hij er net zoals iedereen anders uitziet.

    Een aantal personages in de film, zeker de vrouwen, worden wel erg karikaturaal neergezet. Maar het is een leuke film die soms op je emoties kan inspelen.

    Het doel van de film is ook duidelijk, de filmmakers zeggen dat Lego speelgoed voor de hele familie kan zijn. De film haalde al meer dan 50 miljoen dollar aan inkomsten aan de kassa binnen. Wellicht zal het de verkoop van Legoproducten effectief de hoogte injagen.

    Lego is relatief creatief speelgoed waarbij verbeelding nodig is. Het feit dat op terechte frustraties in de samenleving wordt ingespeeld door het verzet tegen dictatoriale heersers naar voor te brengen, maakt dat sommigen meer uit deze film zullen halen dan door de makers ervan werd beoogd.

    [divider]

    Een bijkomende reactie van Matt:

    Vreemd genoeg was ‘The Lego Movie’ een van de scherpste kritieken op het kapitalisme die ik ooit in een mainstream film zag. De film vertrekt van een wereld waar één groot bedrijf een monopolie heeft en de staat controleert waarbij iedere oppositie de kop wordt ingedrukt.

    De arbeiders in de film krijgen dagelijkse instructies over hoe ze hun leven moeten leiden en ze worden verteld dat dit het beste is voor iedereen. Ze worden bewerkt met hersenloze televisie en muziek – ze krijgen de instructie om van “populaire muziek te genieten”, waarbij muziek wordt gebruikt om boodschappen te verspreiden over hoe fantastisch alles is in het huidige systeem.

    Het drukt iedere vorm van creativiteit in de verdringing en leidt niet tot echt geluk. Het leidt echter ook tot strijd. De film werd uiteraard gemaakt door grote bedrijven en het zijn kapitalisten die met de opbrengst ervan gaan lopen. Maar het was verrassend genoeg toch een verfrissende film.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop