Your cart is currently empty!
Tag: film
-
MOXIE! Een feministische tienerfilm die hulde brengt aan Riot Grrrl

Film is geen uitzondering op de regel: kunst is een weerspiegeling van haar tijd. MOXIE! (beschikbaar op Netflix) is duidelijk een resultaat van de opkomst van een nieuwe feministische golf. Het is een verfrissende tienerfilm die zeker veel jonge (en niet zo jonge) mensen zal inspireren om zich te engageren. De kers op de taart is het feit dat Riot Grrrl een hoofdrol speelt. Dat was een feministische subcultuur in Seattle begin jaren 1990 verwant aan punkrock en alternatieve rock. Dus, stop even met lezen om Bikini Kill’s ‘Rebel Girl’ te beluisteren. Zo, nu kunnen we verder.
MOXIE! is geregisseerd door Amy Poehler, vooral bekend van haar werk in de Amerikaanse cultshow ‘Saturday Night Live’ en haar rol als Leslie Knope in ‘Parks and Recreation’, gebaseerd op de gelijknamige liveshow van Jennifer Mathieu. De film brengt het verhaal van Vivian (Hadley Robinson), een jong meisje dat beslist om het seksisme op haar school te bestrijden.
Elk jaar publiceren de ‘populaire’ jongens van het footballteam hun ranglijst van meisjes op basis van seksistische criteria (beste decolleté, mooiste kont, meest open voor seks …). Eén van hen, Mitchell (Patrick Schwarzenegger), begint één van de nieuwe scholieren, Lucy (Alycia Pascual-Pena), lastig te vallen. Lucy trekt hiermee naar de directie, maar die weigert op te treden omdat Mitchell erg populair is als aanvoerder van het footballteam.
Vivian is razend door deze situatie. Ze is eerder verlegen, maar gaat toch in verzet en brengt een fanzine uit, een krantje gebaseerd op de feministische fanzines die haar moeder (Amy Poehler) uitbracht toen ze jong was. Het fanzine krijgt de naam MOXIE! (straattaal voor ‘moed’). Exemplaren ervan worden stiekem verspreid in de toiletten van de school. Het krantje slaat in als een bom en al gauw komt er een groep meisjes bijeen om zich te organiseren onder de naam MOXIE! De rest van de film volgt deze jongeren in hun strijd tegen seksisme en tegen het status quo op hun school. Dat gebeurt met een erg diverse en inclusieve casting.
“Moxie had agressiever en scherper gekund,” schreef L’Echo (tegenhanger van De Tijd) die vergelijkingen maakte met de sound van Riot Grrrl (een naam die trouwens ook van een fanzine komt). Zo wordt, ongetwijfeld opzettelijk, voorbijgegaan het fundamentele punt: Riot Grrrl is geen stijl. Het is in de eerste plaats een politieke muziekbeweging die ingaat op kwesties als verkrachting, geweld binnen het gezin, racisme en seksisme in de maatschappij en in de muziek. MOXIE! behandelt deze thema’s vanuit de bedenkingen en tegenstellingen onder jongeren vandaag. Films als deze, die op sympathieke wijze ingaan op engagement maar ook en vooral op de organisatie en het collectieve karakter van de strijd voor verandering, mogen er wat ons betreft veel meer zijn.
-
Verfilming van “Little Women” door Greta Gerwig (2019) raakt gevoelige snaar

Greta Gerwig’s nieuwe bewerking van Little Women heeft bij het publiek, vooral bij jonge vrouwen, een gevoelige snaar geraakt. Waarom blijft dit boek honderdvijftig jaar nadat het geschreven werd weerklank vinden en wat is er opmerkelijk aan deze nieuwe versie van dit verhaal?
Recensie door Ginger Jentzen
Terwijl er een veelheid aan teksten is die oorlogen analyseren of verheerlijken, zijn er maar weinig verhalen in de literatuur over het leven van de mensen die thuis achterbleven. Louisa May Alcott’s roman Little Women valt op door zijn veelvuldige terugkeer, met talrijke film- en toneelbewerkingen, en zijn voortdurende herdrukken. Louisa May Alcott’s leven wordt vandaag herontdekt dankzij de onlangs verschenen, kunstzinnige en moderne bewerking van de beroemde roman door regisseur Greta Gerwig. Little Women is geen feministische gids voor actie. De focus op een groep vrouwen tijdens een periode van historische sociale onrust kreeg echter een blijvende weerklank met de politieke radicalisering van jonge, werkende mensen vandaag.
“Ik hou van goede sterke woorden die iets betekenen…” – Louisa May Alcott.
Geschreven in mei 1868, na de Amerikaanse Burgeroorlog, was Little Women onmiddellijk populair, misschien omdat jonge vrouwen zich verbonden voelden met het collectieve gezin van de zusters in het verhaal. In het verhaal is er geen dominante mannelijke figuur. Ondanks het feit dat de oorlog een tijd van besparingen is, worden verhalen van het thuisfront zoals die van Alcott vaak gekenmerkt door vrouwen die een grotere onafhankelijkheid kennen.
Regisseur Greta Gerwig vertelde: “Als meisje was mijn heldin Jo… Als vrouw is het Louisa May Alcott.” Het beeld dat Alcott in Little Women schetste was economisch veel stabieler dan haar werkelijkheid. Haar vader, Bronson Alcott, was een vroege utopische socialist die weigerde te werken voor loon en vocht voor openbaar onderwijs voor alle mensen. Haar familie was erg arm, met Louisa die werkte als huishoudpersoneel, naaister, wasvrouw, alvorens geld te verdienen met het schrijven van pulp-fictie onder een pseudoniem.
Een deel van het seksisme waarmee Alcott als schrijver te maken kreeg, staat niet ver af van de strijd voor gelijkheid waar vrouwen in 2020 mee te maken krijgen. Gerwigs aanpassing is opvallend relevant voor een generatie vrouwen die zich verzet tegen de verkrachtingscultuur van het kapitalisme. Als gevolg van de wereldwijde zwakheden van het kapitalisme sinds de economische crisis worden Millennials en Generatie Z – bekend als zoomers – stilaan de meest klassenbewuste generaties, grootgebracht in strijdbewegingen tegen ongelijkheid en meer open voor socialistische ideeën.
In tegenstelling tot andere versies van het verhaal die kozen voor lineaire hervertelling, is de structuur van de film meer dialectisch. Terwijl een chronologische hervertelling nadruk legt op het verdwijnen van de onbezorgde jeugd van het meisje dat vrouw wordt, brengt Gerwig het verhaal van de zusters March op basis van de emotionele impact van de herinneringen van het meisje, waarbij de momenten zo sterk met elkaar verbonden worden dat de overgang soms onzichtbaar is. Door jeugdscènes in een flashback te plaatsen, staat de volwassen Jo (Saoirse Ronan) centraal in de film. Zo kan Gerwig het verhaal van Jo en haar zussen vertellen door de strijd die hen gevormd heeft. Zoals de New York Times het stelde: “Gerwig’s film is minder een update dan een opgraving – een soort literair onderzoek van de personages, en hun schrijver, en wat ze allemaal echt wilden.” Op deze manier worden de zusjes March multidimensionaal in tegenstelling tot elke andere versie tot nu toe: hun diepe kameraadschap en Gerwigs cinematografie helpen om de evolutie van de volwassene vanaf het kind te traceren.
In Gerwig’s bewerking zijn alle personages van de familie-March uitgewerkt, waardoor de uitdagingen en beperkingen van een deel van de voornamelijk blanke vrouwen in het midden van de 19e eeuw worden belicht. Terwijl Meg (Emma Watson) een voorbeeld was van het plichtsbesef en de sociale normen van die tijd, wordt haar huwelijk op de proef gesteld door armoede en is het geen sprookje. Amy (Pough) krijgt meer diepgang dan in eerdere versies, met een meer ontwikkelde dialoog over de samenleving, fatsoen en de beperkte mogelijkheden voor vrouwen buiten een poging om goed te trouwen (en zelfs de sletterigheid die gepaard gaat met pogingen om goed te trouwen). Beth’s dialogen hebben een meer verfijnde maar verlegen wijsheid dan haar personage gewoonlijk toestaat – meestal wordt haar rol beperkt tot weinig meer dan een engelachtige en ziekelijke schaduw van een achtergebleven kindertijd. In plaats van Beth (gespeeld door Eliza Scanlen) te beperken tot martelaarachtige lijnen van “Ik ben niet bang om te sterven” en haar op de achtergrond te plaatsen zoals in andere versies, voelt Gerwig’s gebruik van gelaagde dialoog tussen de vier vrouwen die op elkaar inwerken bijna spontaan, en geeft dit een levendigheid aan Beth als een belangrijke speler in de familie. Zelfs als ze zieker wordt, brengt ze haar tijd met Jo door op het strand in gesprek. De scènes van het verdriet van de familie vertaalden zich aangrijpend voor het publiek, net zoals de lezers ongetwijfeld ontroerd waren door Beth’s onschuldige dood in Alcott’s wereld na de burgeroorlog, een periode waarin het land in het reine kwam met het trauma van het verlies van meer dan een miljoen mensen in de loop van de vier jaar durende oorlog.
Periode van politieke onrust
Alcott groeide op in een familie die radicaliseerde door deze periode van de geschiedenis. Ze werd opgevoed als een feministe en antiracist die nooit getrouwd is en was de eerste vrouw die zich registreerde om te stemmen in Concord, Masachusettes. Het huis van de familie-Alcott was een station aan de Underground Railroad. Ze gebruikte haar eigen familie-ervaringen om diepte te geven aan haar personages.
Marx en Engels geloofden dat de Amerikaanse Burgeroorlog de belangrijkste gebeurtenis in de 19e eeuw was. In 1860 schreef Karl Marx aan Frederick Engels dat “de grootste dingen die vandaag de dag in de wereld gebeuren, aan de ene kant de beweging van de slaven in Amerika is die begon met de dood van John Brown en aan de andere kant de beweging van de lijfeigenen in Rusland.” Victor Hugo’s ‘Les Miserables’ kwam uit in 1862 en was een vroege socialistische veroordeling van de dramatische ongelijkheid in Frankrijk: slechts 9 jaar later was er gedurende 72 dagen de revolutionaire Parijse Commune in de Franse hoofdstad. Bewegingen die rechten eisen voor onderdrukte mensen in de samenleving, waaronder vrouwen en voormalige slaven, speelden in deze periode een grote rol in het bevorderen van revolutionaire strijd.
De wederopbouw was een onstabiele periode. In 1868 werd de beruchte racist Andrew Johnson de eerste Amerikaanse president die door het Congres werd afgezet: deels omdat hij de mandaten van de wederopbouw niet voortzette en te zacht was tegenover de zuidelijke confederale elite toonde, door zich te verzetten tegen elke verbetering van de materiële omstandigheden en rechten van de voormalige slaven. De Radicale Republikeinen ontstonden uit de politieke polarisatie die leidde tot de Burgeroorlog, net als de erg brede maar zeer goed georganiseerde abolitionistische beweging die de slavenhandel in de zuidelijke plantages bestreed. Tijdens de wederopbouw werd er een breed debat gevoerd over de manier waarop de noordelijke kapitalisten in de financiële sector en de industrie, en de rijke zuidelijke slavendrijvers, verder moesten gaan. Na de consolidatie van de kapitalistische heerschappij over het land werd het beleid van de wederopbouw verlaten ten gunste van de racistische en verdeeldheid zaaiende Jim Crow-wetten.
De heersende klasse heeft vandaag minder instrumenten tot haar beschikking om hervormingen door te voeren of stabiliteit te handhaven dan de periode van explosief, onbelemmerd kapitalisme na de Amerikaanse burgeroorlog. Er zijn echter wel enkele parallellen.
Vandaag heeft de technologische boom van Amazon en Google aan de ene kant miljardairs en revolutionaire technologie gecreëerd, maar aan de andere kant een oligarchie van CEO’s zoals Bill Gates en Jeff Bezos, die tegen overheidsregulering vechten, overheidsinvesteringen en belastingvoordelen eisen om hun winsten te subsidiëren, en moderne “bedrijfssteden” hebben gecreëerd in plaatsen als Silicon Valley en Seattle. Er is een groeiend gebrek aan vertrouwen in de instellingen van de heersende klasse: de laatste Edelman Trust Barometer gaf aan dat 56% van de ondervraagde mensen vinden dat het kapitalisme “meer kwaad dan goed doet in zijn huidige vorm.” De politieke gevestigde orde in de VS staat voor uitdagingen met onder meer Trump’s onverdraagzaam bestuur en de racistische rechterzijde dat het heeft aangemoedigd, maar ook ter linkerzijde met de politieke revolutie van onderuit met onder meer Bernie Sanders. Als gevolg daarvan kunnen we in de komende jaren een splitsing zien in de Democratische Partij, de Republikeinse Partij – of in beide.
“Ik ben bijna elke dag boos”
Centraal in Gerwigs versie van het verhaal staat het meelevende leiderschap van Marmee (gespeeld door Laura Dern), wiens actieve matriarchale rol centraal staat in het verhaal van 2020. Marmee is gebaseerd op Louisa’s eigen moeder May, een abolitionist, een suffragette en Massachussettes’ eerste maatschappelijk werkster. In de inleidende scène huilt Marmee stilletjes nadat ze een baby niet kon redden van een hongerdood. Dat is niet anders dan de strijd van miljoenen verpleegsters die dagelijks geconfronteerd worden met de gevolgen van schaarste en besparingen. In een cruciale scène vertelt Marmee aan Jo: “Ik ben bijna elke dag van mijn leven boos, maar ik heb geleerd het niet te laten zien. En ik hoop nog steeds dat ik het niet voel.” Deze lijnen ontbraken in eerdere bewerkingen; het opnemen ervan is een statement over Gerwigs scherpe aanpak, het verbinden met een publiek op een moment van herlevende feministische ideeën.
Alcott’s dagboek onthult dat ze niet wilde dat Jo zou trouwen. Gerwig’s einde erkent dit dilemma waar Alcott voor stond door een einde te maken met twee paden, het pad dat het boek bewandelt en het pad dat de auteur ons wilde laten bewandelen. In de film richt Jo zich hierover direct tot de kijkers (in de vorm van een verhalende rol) over het feit dat ze als schrijfster van het verhaal van haar zuster niet wil dat haar heldin trouwt. Het gaat over naar onderhandelingen met de uitgever, mogelijk een verwijzing naar de ervaringen van Alcott: ze behield de rechten op Little Women en het succes ervan onderhield haar familie een generatie lang. Het einde van de film blijft zowel authentiek voor het boek als voor het werkelijke leven van Alcott.
Daarnaast toont de film Jo en professor Bhaer in een verhouding als intellectuele gelijken. Naast enkele scharnierpunten in de dialoog lijkt dit een bewuste poging om deze film explicieter te verbinden met het werkelijke leven van Alcott. Sommigen schrijven dat Bhaer gebaseerd is op Alcott’s leraar, de beroemde transcendentalist Ralph Waldo Emerson, die bevriend was met haar vader en fan was van Goethe (Bhaer is een Duitse leraar die in het boek met Goethe wordt vereenzelvigd). Gerwig geeft Alcott’s terughoudendheid om haar heldin te laten trouwen extra kracht door op zijn minst te wijzen op de gelijkheid van hun relatie, en door dialogen te schrijven die wijzen op het bewustzijn van Alcott dat vrouwen tot meer in staat waren dan huishoudelijk werk en berusten in frustraties. Na de dood van Beth zegt Jo in de film: “Ik zou liever een oude vrijster zijn en mijn eigen kano peddelen”, een regel die rechtstreeks uit de brieven van de auteur komt.
Meer dan 150 jaar later worden vrouwen nog steeds gedwongen om op te komen voor gelijke rechten onder het kapitalisme. De werknemers van Google en McDonalds gingen in 2017 in staking tegen seksuele intimidatie. Door vrouwen gedomineerde sectoren ondernamen geïnspireerde en gedurfde voor gelijke beloning en betere werkomstandigheden, van opvoeders tot verpleegsters tot de veelal allochtone arbeiders in de magazijnen van Amazon, zoals in Minnesota. Vrouwen staan in de voorhoede van bredere arbeidsbewegingen over de hele wereld.
Voor millenials als Gerwig wordt ons leven gevormd door de recessie, de klimaatcrisis, sociale bewegingen als #MeToo, Black Lives Matter, de strijd om het minimumloon van $15 per uur en de heropleving van socialistische ideeën die gekenmerkt worden door het fenomeen van Bernie Sanders.
De strijd tegen ongelijkheid en kapitalisme staat vandaag voorop en zelfs het hervertellen van een verhaal van meer dan 150 jaar oud kan een nieuw publiek bereiken door kwesties als feminisme en solidariteit te benadrukken. Alcott’s werk richt zich niet alleen op de historische strijd van vrouwen, maar ook op de specifieke strijd van vrouwelijke kunstenaars en schrijvers.
De kracht van Greta Gerwig’s eerbetoon aan Louisa May Alcott, hoewel het geen marxistisch of revolutionair werk is, ligt in het vermogen om de moderne kijker te verbinden met een historische strijd: het verleden tot leven brengen door het te verbinden met de politieke en sociale bekommernissen van de kijkers van vandaag.
-
Parasite: terechte winnaar Gouden Palm en Oscars

De film ‘Parasite’ van Bong Joon-ho won de Gouden Palm en nu ook de Oscar voor beste film. Claus Ludwig van Sozialistische Alternative (Duitsland) raadt iedereen de film aan.
De geur van armoede
“Ze ruiken allemaal hetzelfde,” zegt Da-song, de zoon van de rijke familie Park, over de vier leden van de familie Kim die als huisbedienden onder valse namen de villa van Park zijn binnengeslopen en beweren elkaar niet te kennen. Ze kunnen zich niet ontdoen van de geur van armoede, de geur van hun eeuwig vochtige kelderappartement.
Door de aanbeveling van een goede vriend krijgt de zoon van de familie Kim, Ki-woo, een baan als docent Engels in het huishouden van de familie Park. Hij, zijn zus en zijn ouders leiden een precair leven en zijn meestal werkloos. Ze hebben hun talenten, maar ze falen bijna altijd. Net als de artistiek begaafde dochter van de familie Ki-jeong, die herhaaldelijk faalt voor de kunstacademie en haar talenten alleen kan ontwikkelen door het vervalsen van documenten.
Ki-woo slaagt erin alle leden van zijn familie in de villa van Park onder te brengen. Ki-jeong wordt “kunsttherapeut” voor Da-song, die in zijn vroege jeugd getraumatiseerd was. Hun vader, Ki-taek, wordt chauffeur en moeder, Chung-sook, kan aan de slag als huishoudster. Ki-taek legt zijn kinderen uit dat ze geen plannen moeten maken, want als ze fout gaan, zullen ze bitter teleurgesteld zijn. Al snel wordt duidelijk dat er geen plannen nodig zijn opdat alles mis kan gaan.
Filmmaker Bong Joon-ho beeldt de rijke familie Park uit zonder enige sympathie. De personages zijn hol, je kan zelfs geen sympathie voelen voor de kinderen. Iedereen hoopt dat Kim’s familie in ieder geval ergens in slaagt. Ze zijn een beetje gebroken, maar levende mensen die op basis van solidariteit overeind blijven.
Wie zijn de parasieten?
Bong leidt ons naar de vraag “wie zijn de echte parasieten?” De Kim’s hebben gelogen en proberen de alcoholvoorraad van de familie-Park te bemachtigen, maar ze werken elke dag voor hun geld, koken, rijden, geven les of spelen, springen op commando, met de dreiging dat ze elk moment ontslagen kunnen worden omdat de baas hun geur niet lekker vindt.
Zoals in veel van zijn films, zoals “The Host” of “Mother”, laat de regisseur de verliezers en de onderdrukten botsen met de rijken en machtigen, met veel empathie voor de armen, met humor, gewelduitbarstingen en wat theatraal bloed. Bong Joon-ho illustreert de scherpe klassenverschillen en de concurrentiedruk van de Zuid-Koreaanse samenleving in een taal die wereldwijd toegankelijk is. “Parasite” is een waardige winnaar van de Gouden Palm van Cannes en is zeker de moeite waard om te zien.
-
Film: Joker, een reflectie van ‘onze tijd’?
Recensie door James McCabe, Socialist Party (Ierland)
Joker is een boeiende film. De film won de eerste prijs op het filmfestival in Venetië, maar werd ook getrakteerd op een golf van verachting van de kant van filmcritici. Sommigen noemden de film “onverantwoordelijk” en “giftig”.
Het verhaal speelt zich af in het fictieve Gotham City van de vroege jaren 1980 en allerhande commentatoren beargumenteren dat de setting van de film met inkomensongelijkheid en politieke oproer een gevoelige snaar zal raken bij het publiek vandaag. De protagonist, Arthur Fleck, is een volwassen man die bij zijn moeder inwoont. Hij neemt medicatie om zijn slechte mentale gezondheid te remediëren en lijdt een arm, onzeker bestaan als een clown en ontluikende stand-up artiest. Flecks komedie slaagt er echter niet in om mensen aan het lachen te brengen terwijl net zijn aandoening en zijn onvrijwillige, ongecontroleerde lachbuien hem tot voorwerp van spot maken. Terwijl hij enkele vernederende ervaringen meemaakt, verliest hij ook zijn toegang tot psychologische hulpverlening en medicatie als gevolg van besparingsmaatregelen.
Zijn situatie noopt tot nog meer medelijden wanneer we ook vernemen dat hij het slachtoffer was van ernstig misbruik in zijn kindertijd, terzelfdertijd vind je zijn fantasieën over zijn buurvrouw, die er toe leiden dat hij haar stalkt op weg naar haar werk, afstotelijk. Zijn interne frustratie en woede manifesteren zich tenslotte in moorddadig geweld wanneer hij drie Wall Street ‘bros’ neerschiet als ze hem aanvallen op de metro.
Oproer in Gotham
Het Wall Street trio blijken werknemers te zijn van de miljardair Thomas Wayne die in een interview gevraagd wordt naar de moorden en of deze ingegeven werden door een anti-rijken sentiment. Wayne raast dat “wie iets van zijn leven gemaakt heeft, naar diegenen die dat niet deden kijken maar slechts clowns zien.” Deze neerbuigende opmerking zet aan tot een golf van protest en rellen van betogers die clown maskers dragen en borden meedragen met slogans als “verzet” en “vreet de rijken op.” Een gemaskerde betoger komt tijdens de nieuwsuitzending in beeld terwijl hij roept: “fuck de rijken, fuck Thomas Wayne en fuck het systeem.”
In eerdere Batman-films werd Thomas Wayne voorgesteld als een briljante en nobele filantroop, in Joker ontdekken we dat de miljardair Wayne een vrouwelijke werknemer misbruikte; een reflectie van het soort seksistisch, uitbuitend gedrag dat de aanleiding vormde voor #metoo.
Gevaarlijke film?
Veel van het ongemak van de commentatoren over de film centreert zich rond het veronderstelde gevaar dat Arthur Flecks gewelddadige gedrag aanleiding kan zijn voor kopieergedrag en schietpartijen. Het idee dat films de hoofdoorzaak zijn van massaschietpartijen ligt in lijn met de reacties van de gevestigde media op deze, steeds vaker voorkomende, gebeurtenissen. Bovendien is de notie dat mentale gezondheid en geweld hand in hand gaan, een gevaarlijke mythe die gebruikt wordt door het establishment in een poging om massaschietpartijen los te koppelen van de sociaaleconomische context.
Het stereotiepe beeld van de schutter als een eenzaat met mentale gezondheidsproblemen leidt af van de bredere context van de groei van extreemrechtse ideeën en van sociale vervreemding en stress die een groeiend deel van de bevolking in een kapitalistische samenleving treft door onzekerheid van werk en huisvesting. Om het nog niet te hebben over de context van de huidige tegenreactie op de globale vrouwenbeweging, en de hypermannelijkheid die in de VS hoog in het vaandel gedragen wordt als deel van de pro-oorlogspropaganda.
Het eiland Hollywood
Het typische aan Hollywood-films de laatste decennia is dat ze algemeen genomen compleet gescheiden zijn van de sociale realiteit. De ongeziene ongelijkheid, de effecten van neoliberale besparingen, de opkomst van rechts populisme, de toename van massale surveillance en aanvallen op democratische vrijheden, de talloze oorlogen, het wijdverspreide institutionele seksisme en racisme worden zelden aangeraakt, zelfs niet in een beperkte manier, door Hollywood. En laat staan dat er al iets aan bod zou komen over de bewegingen die zijn ontstaan tegen deze zaken. De stortvloed van films vol digitale animatie gebaseerd op stripverhalen die de belofte in zich dragen van winstgevende sequels en prequels illustreert het luie, vermoeide, lage culturele niveau dat de dominantie van grote bedrijven binnen de culturele sector teweegbrengt.
Het beeld dat Joker van het moderne kapitalisme schetst, is een breuk, niet alleen met het comic book genre, maar ook met de algemeen genomen banale verhaallijnen en oppervlakkige karakters die het wereldvreemde Hollywood heeft uitgebraakt de laatste periode. Echter, het geweld in Joker is gruwelijk, hoewel het gelukkig minder gestileerd is dan het geweld dat bejubeld wordt in de films van Scorsese of Tarantino. De film toont een groeiend bewustzijn bij delen van de hogere middenklasse van Hollywood over de impact van de kapitalistische crisissen op de werkenden en onderdrukte lagen. Geïnspireerd door talloze Scorsese-films deelt Joker ook het misantropische standpunt van die regisseur en zijn gelijkgestemden. De voorstelling van de protestbeweging in Joker als een bende gewelddadige relschoppers die op chaos uit zijn kan wel eens wijzen op het ongemak dat deze hogere middenklasse voelt bij sociale bewegingen die op eender welke manier het systeem waarop hun privileges rusten kan destabiliseren of bedreigen. Het is waarschijnlijk teveel gevraagd om in te zien dat in de echte wereld alle progressieve hervormingen het resultaat waren van strijd van onderuit.
Films moeten niet eindigen met een oproep voor socialisme, maar het zou geen kwaad kunnen als meer films iets zouden vertellen over de wereld waarin we leven. Joker raakt iets aan, waardoor het mensen tot denken kan aanzetten, maar het is een erg pessimistisch vooruitzicht. We wachten op films die een mate van optimisme over gewone mensen en de menselijke natuur in zich dragen. Die films zouden meteen ook waarheidsgetrouwer zijn.
-
Peterloo: film van Mike Leigh over brutale repressie tegen arbeidersopstand
In aanloop naar de 200ste verjaardag van het bloedbad van Peterloo heeft de bekende filmmaker Mike Leigh, zelf uit Salford afkomstig, een langspeelfilm gemaakt over de omstandigheden die tot het bloedbad hebben geleid.Recensie door Kevin Parslow
Het bloedbad op het St Peter’s Field in Manchester in 1819 was een vreselijke misdaad van het Britse kapitalisme tegen de eigen bevolking. Het kan inzake effect misschien vergeleken worden met het bloedbad tegen de mijnwerkers van Marikana in Zuid-Afrika in 2012.
Minstens 60.000 mensen, vooral werkenden, uit de omgeving van Manchester kwamen samen voor een toespraak door de hervormingsgezinde parlementariër Henry Hunt. Ze kwamen luisteren omdat ze een einde wilden van de vreselijke honger, armoede en werkloosheid die de regio teisterden na het einde van de Napoleontische oorlogen in 1815.
Voor sommigen op de bijeenkomst was algemeen stemrecht de belangrijkste eis, maar voor de meesten ging het vooral om betere levensvoorwaarden. De dag eindigde met een bloedbad toen het leger chargeerde. Er vielen 15 doden en honderden gewonden. Voortaan werd naar het incident verwezen als ‘Peterloo’.
Sommigen zullen deze strijd wellicht afdoen als een strijd voor parlementaire hervormingen, zonder verder belang voor de werkende klasse. Maar de film toont de grote rol van de arbeidersklasse, onder meer in de textielfabrieken van de regio Lancashire.
Mike Leigh blijft in de film trouw aan de feiten en brengt een eerlijk beeld van de gevoelens en belangen van de verschillende klassen in Manchester op dat ogenblik. Hij laat zien hoe de regering en de lokale autoriteiten bang waren van de invloed van de Franse Revolutie en ‘besmetting’ ervan, in het bijzonder in het noordwesten van Engeland en dit zelfs na de nederlaag van Napoleon. De film toont ook hoe de rechtbanken de onrechtvaardigheden tegen de armsten enkel erger maakten.
Enkele van de beste scènes zijn diegene waar de benaderingen van verschillende delen van de autoriteiten botsen met die van de werkenden die voor hervormingen opkomen. De polemische stijl doet soms wat denken aan ‘Land and Freedom’ van Ken Loach. Het draagt bij tot het verhaal, de confrontatie van verschillende visies is de kern van het verhaal van Peterloo.
Langs de kant van het establishment wordt het idee geopperd om het ongenoegen af te kopen: “Als we de fabriekseigenaars vragen om de lonen met een shilling per week op te trekken…” in plaats van ijzeren repressie. Bij de hervormers is er discussie tussen de ‘constitutionalisten’ die voor vreedzame en geleidelijke hervormingen zijn en aan de andere kant diegenen die meer radicale doelstellingen en methoden verdedigen.
Deze argumenten blijven vandaag relevant. Ook de scène waar gewaarschuwd wordt voor de veiligheid van de betogers tegen het geweld van de overheid en reactionaire tegenstanders van hervormingen blijft actueel. Het feit dat er zoveel herkenbare elementen in de film zitten, bevestigt wellicht dat er de afgelopen 200 jaar niet genoeg veranderde.
Als ik één kritiek moet formuleren op de film, is het dat de nasleep van het bloedbad niet aan bod komt. De vreselijke repressie zorgde voor een tijdelijke neergang van de hervormingsbeweging. De latere opkomst van de arbeidersklasse als centrale kracht voor verandering, met de opkomst van de vakbonden en nadien de politieke beweging van de Chartisten, ontbreekt. Maar dat doet niets af van het feit dat deze film een aanrader is.
-
Nae Pasaran: film over internationale arbeiderssolidariteit
Deze film van Felipe Bustos Sierra is inspirerend en ongetwijfeld zullen veel kijkers een traantje laten. Het is het verhaal van internationale solidariteit van de werkende klasse en van het enorme effect van solidariteitsdaden.
Recensie door Paul Heron uit weekblad ‘The Socialist’
De militaire coup van 1973 in Chili was een beslissend ogenblik in de geschiedenis van de internationale arbeidersklasse. Het VS-imperialisme, het Chileense leger en de neo-monetaristische Chicago School of Economics werkte samen om de democratisch verkozen regering van de Volkseenheid en president Salvador Allende aan de kant te schuiven.
De staatsgreep onder leiding van Pinochet vond plaats op 11 september 1973. Generaal Pinochet had van bij het begin de volledige controle over het leger, de luchtmacht, de zeemacht en de politie. Er waren slechts enkele officiers en soldaten trouw aan Allende. De echte tragedie was dat Allende de werkende klasse weigerde te organiseren in gewapende verdedigingsliga’s, waardoor hij niet over een eigen leger beschikte.
Het nieuws van de militaire staatsgreep ging de wereld rond. De internationale solidariteit groeide. Zo ook in het Schotse East Kilbride. Een groep mechaniekers had het vooruitzicht dat ze onderhoud zouden moeten doen aan verschillende machines voor vliegtuigen van de Chileense luchtmacht.
Vakbondsafgevaardigde Bob Fulton wist wat deze machines zouden doen en nam de moedige beslissing om het onderhoud niet te doen. Hij stelde aan het personeel voor om niet aan deze motoren te werken. Deze oproep kreeg meteen brede steun.
Een aantal van deze arbeiders, sommigen zijn ondertussen een eind in de 70, zijn samengebracht met de filmmaker om te vertellen wat er gebeurde. Het gesprek is een mengeling van trots en een duidelijk begrip van waar solidariteit over gaat. Ze zeggen klaar en duidelijk dat ze het direct opnieuw zouden doen.
Als leden van een sterke vakbond hadden Bob Fulton, Stuart Barr, Robert Somerville en John Keenan de macht om de herstellingen te stoppen. Wat zij toen niet wisten, was dat deze kleine maar belangrijke beslissing een directe impact had in Chili, in het bijzonder voor een aantal gevangenen van de militaire dictatuur.
De documentaire brengt heel wat historisch beeldmateriaal aangevuld met krachtige animaties. De filmmaker laat ons kennis maken met de toenmalige verantwoordelijke van de Chileense luchtmacht die vertelt dat piloten moeilijkheden kregen als hun vliegtuigen haperden en er geen manier was om deze motoren van Rolls Royce te herstellen.
Er zijn interviews met toenmalige gevangenen die het overleefd hebben. Dit is een enorme versterking van de film. Het is hun dankbaarheid ten aanzien van de Schotse arbeiders die je doen beseffen wat het belang van collectieve internationale solidariteit is.
De beslissing om geen herstellingen te doen in de vestiging van Rolls Royce in East Kilbridge zorgde ervoor dat een aantal motoren geen weken maar jaren vastzaten. In 1978 werden ’s nachts twee of drie motoren weggehaald. Het lijkt erop dat deze geruild werden voor politieke gevangenen, mogelijk op beslissing van de Labour-regering die toen aan de macht was.
Een van de politieke gevangenen die geïnterviewd wordt, legt uit dat hij werd vrijgelaten omdat die motoren werden vrijgegeven aan het Chileense regime. Hij zegt dat hij daar zeker van is. Hij kwam naar Groot-Brittannië en gaf advies aan Amnesty International. Het viel me wel op dat de mensen uit de ‘mensenrechtenindustrie’ er niet aan dachten om de arbeiders van East Kilbride hierover in te lichten.
Nae Pasaran is een film over solidariteit onder de werkende klasse. De oprechtheid, bescheidenheid en humor van de arbeiders die hun solidariteit betuigden met hun broeders en zusters in Chili tegen het gewelddadige militaire regime van Pinochet vormen de rode draad.
Deze arbeiders riskeerden hun job. Ze toonden dat ze bereid waren om risico’s te nemen om in te gaan tegen de machtigen. En ze toonden wat onze kracht kan zijn als we onderdeel zijn van een vakbond. Nae Pasaran toont dat internationale solidariteit krachtig is en het de machtigen van deze wereld serieus lastig kan maken.
Voor zover wij weten zijn er nog geen screenings in België gepland. Vakbondsmilitanten kunnen misschien in hun structuren suggereren om voorstellingen te organiseren. Meer info via de website https://naepasaran.com/
Trailer:
-
BlacKkKlansman. Nieuwe Spike Lee vestigt aandacht op racisme in de VS
De nieuwe film van Spike Lee zet aan tot nadenken. Het is een film over de eerste zwarte agent bij de politie van Colarado Springs. We volgen het leven van Ron Stallworth, van het ogenblik dat hij bij de politie gaat in 1976 tot zijn ervaringen als agent die infiltreert in de extreemrechtse blank-racistische Ku Klux Klan, wat hij doet met de hulp van zijn collega Flip Zimmerman. De film is gebaseerd op de memoires van Stallworth uit 2014, maar het gaat om een geromantiseerde versie.Recensie door Isai Priya
Een van de centrale thema’s is dat van racisme bij de politie. Enkele scènes zijn kritisch tegenover de politie en tonen hoe Stallworth dagelijks met racisme kampte. De film stelt racisme evenwel voor als iets van individuele agenten en niet zozeer als een institutioneel gegeven. Het kan leiden tot de suggestie dat we enkel meer goede agenten nodig hebben en goede mensen die wat aardiger zijn voor elkaar.
Ron Stallworth was een jonge zwarte man die bij de politie ging omdat hij het verschil wilde maken. Hij was trots op deze prestatie en zag zichzelf als een agent die zowel tegen misdaad streed als voor zwarte bevrijding. Jammer genoeg volstaat één goede agent met lovenswaardige principes niet als antwoord op het institutionele racisme dat eigen is aan de politie.
De vraag die moet gesteld worden, is wiens belangen de politie verdedigt? De politie is onderdeel van de kapitalistische staat en verdedigt in laatste instantie de belangen van de kapitalisten en de grote bedrijven die het status quo willen bewaren. De film toont wel terecht hoe de KKK bondgenoten had onder alle afdelingen van de politie en de veiligheidsdiensten. Stallworth kreeg uiteindelijk bevel om zijn onderzoek af te sluiten en documenten en bewijsmateriaal te vernietigen.
Racisme vandaag
Racisme is een dagelijks gegeven voor miljoenen werkenden en jongeren. In 2017 stelden 81% van de zwarten in de VS dat racisme een groot probleem is, acht jaar eerder was dat nog maar 44%. Racisme wordt door de kapitalistische staat gebruikt om gemeenschappen te verdelen en de uitbuiting en onderdrukking van de massa’s te rechtvaardigen. Dat komt jammer genoeg niet aan bod in BlacKkKlansman.
In Seattle stond socialistisch gemeenteraadslid Kshama Sawant van Socialist Alternative – onze zusterorganisatie in de VS – vooraan in de strijd tegen racisme en politiegeweld. Eerder dit jaar begonnen twee agenten uit Seattle die in 2016 de Afro-Amerikaan Che Taylor neerschoten een rechtszaak tegen Kshama Sawant. Taylor werd vermoord nadat hij de bevelen van de politie had opgevolgd, op zijn knieën zat en zijn handen in de lucht hield.
In 2017 werden 1.147 mensen vermoord door de Amerikaanse politie. Daarvan was 25% zwart, ook al is slechts 13% van de bevolking zwart. Dit jaar werden al 646 mensen omgebracht door de politie. De klacht tegen Kshama Sawant, die zich uitsprak tegen politiegeweld, is er niet alleen op gericht om haar het zwijgen op te leggen maar ook om haar uit de gemeenteraad te krijgen.
Doorheen succesvolle campagnes voor een verbetering van het leven van de bevolking, waaronder het afdwingen van een minimumloon van 15 dollar per uur, werd Kshama een bekende activiste tegen de uitbuiting die eigen is aan het winstgedreven kapitalisme. Staatsinstanties zoals de politie en het gerecht worden gebruikt om verzet tegen het establishment aan te pakken. Dat gebeurt onder meer door socialisten, activisten en potentiële bewegingen het zwijgen op te leggen.
Met de politie tegen racisme?
De echte Ron Stallworth infiltreerde als agent gedurende drie jaar een radicale zwarte organisatie vooraleer hij overging tot zijn operatie tegen de KKK. De film toont enkel hoe hij aanwezig is bij één toespraak van Kwame Ture, een burgerrechtenactivist en voormalige leider van de Black Panthers. We zien in de film hoe Stallworth undercover deelneemt aan een bijeenkomst van de Black Students Union, waar hij Patrice Dulas ontmoet. Ze beginnen een relatie zonder dat Stallworth haar vertelt dat hij bij de politie is.
De toespraak van Ture is een van de meest politieke ogenblikken in de film. Het is een krachtige en inspirerende oproep aan jonge zwarten om te strijden tegen racisme. Ture eindigt de meeting met de bekende slogan van de Black Panthers: “All power to all the people.”
Het infiltreren van progressieve en socialistische organisaties is niet nieuw. Documenten uit het Counter-Intelligence Programme 1956-1971 van de FBI die uitlekten, gaven aan dat het doel was om organisaties te discrediteren en te neutraliseren als ze “beschouwd werden als subversief voor de politieke stabiliteit in de VS.” Daarbij werd geweld uitgelokt zodat de politie activisten kon oppakken, of zelfs vermoorden. In Groot-Brittannië was er infiltratie in onder meer Youth Against Racism in Europe (YRE), milieugroepen en andere activistische bewegingen. Het geeft aan hoe breed verspreid deze methode is.
Of het bewust is weten we niet, maar BlacKkKlansman gaat niet in op de andere zwarte bevrijdingsorganisaties die door Stallworth werden geïnfiltreerd. Dit levert een misleidend beeld op met Stallworth en de agenten als helden. Patrice Dumas, een belangrijk personage in de film, was bijzonder actief in de zwarte bevrijdingsstrijd en de Black Students Union. Het racisme, seksisme en politiegeweld waar zij en andere activisten het slachtoffer van werden, toonden de moeilijkheden en gevaren voor zwarte activisten in de jaren 1970 in de VS.
De schitterende burgerrechtenbeweging van eind jaren 1950, 1960 en begin jaren 1970 schokte de VS tot op zijn grondvesten. Het had op de een of andere wijze een impact op elke zwarte familie in de VS. Er werden stappen vooruit gezet, onder meer door het groeiende vertrouwen onder zwarten om voor hun rechten op te komen. Het kwam tot een aanpassing van de grondwet met de Civil Rights Act uit 1968. 50 jaar later is de strijd echter niet gestreden.
Vandaag zijn Black Lives Matter en politiegeweld, racisme en pesterijen bijzonder actuele kwesties. Er is ook een breder gedragen protest tegen racisme, seksisme en geweld. Er waren massale walkouts van studenten en scholieren tegen wapengeweld. Na de overwinning van Kshama Sawant in Seattle was er de presidentscampagne van Bernie Sanders en nu haalden enkele linkse kandidaten het in de voorverkiezingen van de Democraten. Socialistische ideeën vinden een breder gehoor in de VS. Zwarte jongeren zijn actiever in de strijd tegen racisme en voor betere economische voorwaarden.
Spike Lee brengt beelden die laten uitschijnen dat de politie een bondgenoot is in de strijd tegen racisme. Dat werpt de vraag op wat hij nu eigenlijk wil zeggen of in welke richting hij geduwd werd. Er is een scène waarin Stallworth, Dumas en verschillende agenten, waaronder hooggeplaatsten, zich klaarmaken om een racistische agent te arresteren die zegt dat het geen probleem is om zwarten neer te schieten. Dat is nooit gebeurd.
Ondanks die beperkingen is de film onderhoudend met een dosis woede en humor. De wijze waarop de racistische argumenten van KKK-leider David Duke in het belachelijke worden getrokken, is zowel schokkend als grappig. In een telefoongesprek zegt Duke aan Stallworth bijvoorbeeld dat hij weet dat hij blank is omdat hij zo klink. “Negers,” zegt hij, “spreken ‘are’ uit als ‘are-uh’.” Andere beelden tonen hoe de KKK-aanhangers een compleet onlogisch racisme, seksisme en antisemitisme verdedigen. Spike Lee verwijst ook vaak naar Donald Trump, waarbij de gebeurtenissen van de jaren 1970 met de actualiteit worden verbonden. Hij laat KKK-aanhangers ‘America First’ roepen en zeggen dat ze hun land ‘terug groot’ willen maken.
Het einde van de film is schokkend voor het publiek: beeldmateriaal van de extreemrechtse bijeenkomst in Charlottesville in 2017. De echte David Duke spreekt en er is brutaal geweld tegen antiracisten. Trump weigert de blanke racisten te veroordelen en zegt dat er “goede mensen aan beide kanten” waren. BlacKkKlansman eindigt met een gepast eerbetoon aan Heather Heyer, de activiste die omkwam toen een auto op antiracisten in Charlottesville inreed.
Dit einde plaatst alles in een context, de gewelddadige aanvallen schokken en zorgen voor woede. Maar woede is niet genoeg. Malcolm X stelde destijds dat er geen kapitalisme zonder racisme is. We hebben nood aan een beweging die een einde stelt aan beide. -
‘En guerre.’ Film over klassenstrijd in Frankrijk
Van bij de eerste beelden in deze film van Stéphane Brizé (die eerder ook “La Loi du Marché” maakte), wordt de kijker in de spanningen rond de sluiting van de fabriek Perrin gegooid. Die fabriek is onderdeel van een multinational die onderdelen voor de automobielsector produceert. Twee jaar voordien hadden de arbeiders zware toegevingen gedaan in ruil voor de belofte van werkzekerheid: premies werden afgeschaft, een terugkeer naar de 40-urenweek (terwijl er maar 35 betaald werden), loonstop. Het nieuws van de sluiting en van de 1.100 afdankingen slaat dan ook in als een bom. In de kleine stad Agen is er in een omtrek van 50 kilometer bovendien geen enkele openstaande job.
Door Guy Van Sinoy
De loontrekkenden, zowel mannen als vrouwen, gaan de strijd tegen de sluiting aan. Ze blokkeren de fabriek en de stocks. Maar het is een strijd van lange duur met heel wat valstrikken opgeworpen door de multinational. Die blijft doof voor de eisen van het personeel, wint tijd, gaat naar het gerecht, zaait verdeeldheid onder de werkenden door vertrekpremies voor te stellen die overtuigend zijn voor wie denkt dat de sluiting niet meer kan gestopt worden.
Het is kortom een strijd die de afgelopen tien jaar effectief gevoerd werd door tienduizenden werkenden in honderden bedrijven doorheen Europa. Het volstaat om te wijzen op de sluitingen van VW, Ford, Renault, Opel of Caterpillar in de metaalsector, of om te kijken naar wat er in de distributiesector gebeurt (Carrefour, Delhaize, Hema, …)?
Het moeilijkste element in de strijd is niet de arrogantie van de directie, maar de twijfel en de aarzelingen in het kamp van de werkenden die niet goed weten welke weg ze moeten volgen. Als een manager op cynische wijze de verantwoordelijkheid van de multinational ontkent door uit te leggen dat de sluiting het onvermijdelijke gevolg is van de wetten van de markt, kunnen we enkel tot de conclusie komen dat daar een einde aan gesteld moet worden door het kapitalisme omver te werpen. Maar dat is niet evident voor 1.100 werkenden in strijd bij Perrin, zeker niet als ze ook nog eens botsen op gerechtsdeurwaarders, rechters en ordediensten… Het vervolg hierop ontdek je zelf in de film.
Deze film is bijzonder actueel, zeker nu er heel wat strijd gevoerd wordt. Vincent Lindon doet het overigens uitstekend in zijn rol als vakbondsafgevaardigde van de CGT.
-
Black Panther. Als strijd de realiteit en de fictie verandert…
Het succes van de laatste film uit de reeks Marvel/Disney is onder meer te wijten aan het feit dat er wordt verwezen naar de Black Panthers. Black Panther is in de film een zwarte superheld omringd door zwarte vrouwelijke helden. Na de jaren onder Obama waarin er ook de opkomst was van de beweging ‘Black Lives Matter’ tegen racistisch politiegeweld, hebben we nu het tijdperk onder Trump met Alt Right dat de klok wil terugdraaien. Deze film werpt dan ook enkele politieke kwesties op.
Door Alain (Namen)
Meer dan een film
De held ‘Black Panther’ komt in 1966 op het toneel. Het is een periode van strijdbewegingen voor burgerrechten, tegen racistische segregatie en tegen de oorlog in Vietnam. Bij het ontstaan van de revolutionaire Afro-Amerikaanse bevrijdingsbeweging Black Panther Party for Self Defense (BPP) werd gespeculeerd dat er een verband was tussen de BPP en de superheld. Toen de BPP een grotere invloed begon te krijgen en een deel van de gemeenschap deed radicaliseren, werd de held Black Panther omgedoopt tot Black Leopard. De makers ervan wilden niet dat er een amalgaam werd gemaakt met de BPP en ze wilden vooral niet stuiten op politieke repressie door de FBI.
In heel wat producties van Marvel zit er een politieke ondertoon. Cultuur in het algemeen weerspiegelt wat leeft in de samenleving. Black Panther is een Amerikaanse film die gemaakt is om winst te maken. Maar het is ook een culturele uiting die getuigt van strijd die bezig is en van de politieke kwesties die deze strijd met zich meebrengt.
Het koninkrijk van Wakanda: een allegorie van de grote Afrikaanse rijken van weleer
Het verhaal speelt zich af in het fictieve koninkrijk Wakanda in het centrum van Afrika. Na de dood van de koning moet prins T’challa de macht overnemen. Hij wordt uitgedaagd door Killmonger, een inwoner van Wakanda die met zijn vader en Amerikaanse moeder opgroeide in een volkswijk van Oakland.
Wakanda beschikt over een technologisch voordeel op de rest van de wereld: het metaal vibranium. Wakanda is technologisch het meest ontwikkelde land van zijn tijd. Dat element doet denken aan de discussie die er destijds was, onder meer rond “Nations nègres et culture” van C.A. Diop. In de militante kringen werd de geschiedenis van Afrika herontdekt waarbij sommige beschavingen voorlopers waren van wat het Westen werd. In “People’s History of Science” stelt de schrijver C.D. Conner dat een deel van wat het “Griekse mirakel” genoemd werd zijn basis vond op de oude Fenicische, Egyptische en Babylonische wetenschappen.
Los daarvan waren er heel wat vergeten rijken in Afrika waarvan nooit een volledige geschiedenis is geschreven. Er is het voorbeeld van het rijk van Mali, Benin of dat van Zimbabwe waar er 1200 jaar voor de Europeanen een beschaving was die metalen en stenen gebruikte.
Black is beautiful
Het is door strijd dat al onze verworvenheden bekomen werden. Dat geldt voor de volledige arbeidersklasse, maar ook voor diegenen binnen die klasse die specifieke discriminatie ondergaan: vrouwen, migranten, nakomelingen van migranten, de LGBTQI+ gemeenschap, …
De moord op Malcolm X in februari 1965, de mars op Selma van 7-9 en 17 maart 1965, de rellen in Watts van 11 tot 17 augustus 1965, de opkomst van de BPP in 1966, de moord op Martin Luther King in 1968, de beweging tegen de oorlog in Vietnam, de studentenstrijd, de koloniale strijd en meer algemeen de revolutionaire golf die de wereld overspoelde, vormden een specifieke context die de heersende klasse tot toegevingen dwong. De levensvoorwaarden en lonen gingen erop vooruit en er werd iets gedaan voor de vertegenwoordiging van gediscrimineerde mensen. Het was ook het tijdperk van de opkomst van ‘black and proud’ en ‘black is beautiful’.
In de film ‘Black Panther’ komt dit element sterk aan bod. De cast bestaat bijna enkel uit zwarten die geen achtergrondrol spelen. Zwarte mannen worden niet enkel gewaardeerd voor hun fysieke kracht, zwarte vrouwen voor meer dan hun voorkomen. Het beste voorbeeld hiervan is dat van Dora Milaje, de lijfwacht van de koning van Wakanda. In het oorspronkelijke verhaal van Marvel werden die vrouwelijke lijfwachten ritueel uitgehuwelijkt aan de koning. In de versie van 2018 is dat element verdwenen om aan de lijfwachten een kwaadaardig karakter toe te meten, terwijl in films meestal enkel mannen zo’n karakter hebben. Dit is ongetwijfeld mee het gevolg van de vrouwenbeweging met de Million Women Marches in de VS, maar ook strijd elders in de wereld tegen kwesties als seksisme, geweld, het recht op abortus, de strijd tegen onzekere arbeidsvoorwaarden, … Die strijdbewegingen veranderen de realiteit en de wijze waarop vrouwen en hun rol in de samenleving worden gezien.
In ‘Vrouwen van de prehistorie’ legt C. Cohen uit wat de impact was van de ontdekking van Lucy. In 1974 was Lucy het oudste, meest volledige en best bewaarde skelet dat ooit gevonden was. Lucy werd genoemd naar een song van de Beatles (Lucy in the sky). De oudste mens ter wereld was dus een vrouw. Het was eveneens door de impact van strijd dat algemeen aanvaard werd dat een vrouw symbool kon zijn voor de oudste mens. Op dezelfde wijze zien we vandaag dat de vrouwenstrijd een impact heeft. Het leidt tot voorbeelden van een betere vertegenwoordiging van vrouwen in de media.
Een film met heel wat lagen
Een Amerikaan, een Afrikaan en een Europeaan zouden eigenlijk samen een recensie van de film moeten schrijven. Het klinkt misschien als het begin van een slechte mop. Maar de politieke thema’s en de ontwikkeling van strijd in de verschillende landen maakt dat politieke reacties op de film verschillende invalshoeken zullen hebben.
Een Amerikaan zal de betwisting van de heerschappij van T’Challa die de levenswijze van de Wakandese bevolking wil beschermen ongetwijfeld verbinden met de strijd tussen neo-isolationisme (denk aan Trump) en imperialisme waarbij alle technologie en rijkdom van het land gebruikt wordt om de wereld te domineren. Tussen die twee opstellingen is er een derde weg, die van Nakia. Die wil vanuit een soort filantropisch kapitalisme de rijkdom van Wakanda gebruiken om mensen te helpen en humanitaire stappen vooruit te zetten. Een Afrikaan zal in de film mogelijk vooral de tegenstelling zien tussen de natuurlijke rijkdommen en de armoede van de bevolking. Een Europeaan zal misschien eerder denken aan de discussie over opvang van vluchtelingen.
Er worden heel wat politieke kwesties in de film aangeraakt, zoals de rol van technologie in de samenleving, de band tussen Afrika en de diaspora, de handel met Azië, de kwestie van jonge migranten in volksbuurten, … Het verband tussen al die kwesties is het falen van het kapitalisme om antwoorden te bieden op de problemen van de meerderheid van de bevolking. Dit element ontbreekt jammer genoeg in de film.
Beperkingen van onze verbeelding
In het webmagazine ‘Black Agenda Report’ merkte een commentator op: “De strips en science-fiction die de kapitalistische media ons aanbrengen, slagen er niet in om een betere wereld voor te stellen of de strijd om daar te geraken.”
Het is door strijd dat we stappen vooruit gezet hebben en dat films als Black Panther mogelijk zijn. Maar dit zal de problemen van de Afro-Amerikanen in de VS niet oplossen. Die problemen zijn onder Obama toegenomen. Afrika kent een bijzonder grote ongelijkheid. In ons land kwam de Koning Boudewijnstichting in november nog met een studie die aangaf dat Belgen met Centraal-Afrikaanse roots sterk gediscrimineerd werden op vlak van tewerkstelling, ook al hebben ze een diploma. We moeten lessen uit de strijd voor de burgerrechten trekken om terug te bouwen aan een beweging die alle werkenden verenigt om een einde te maken aan kapitalistische uitbuiting en discriminatie.
LSP is het niet eens met het volledige programma en de methoden van de BPP, maar we kunnen wel leren uit de ervaringen van de Black Panthers. Zo zijn we het eens met Fred Hampton: “Je kan vuur niet met vuur bestrijden. Je moet vuur met water bestrijden. We zullen racisme met solidariteit bestrijden. We bestrijden het kapitalisme niet met zwart kapitalisme. We bestrijden kapitalisme met socialisme. Het socialisme is van het volk. Als je bang bent van socialisme, ben je bang van jezelf.”
-
Film: Hidden Figures. Hoe zwarte vrouwen tegen racisme en seksisme bij de NASA streden
Ruimteschepen en de strijd tegen racisme en seksisme kunnen op het eerste gezicht een vreemde combinatie lijken. Maar in de film ‘Hidden Figures’ gaan ze opmerkelijk goed samen. Het is een interessant, emotioneel en grappig verhaal gebaseerd op waargebeurde feiten. Centraal staan drie vrouwen die in het Amerika van de jaren 1960 hun talenten wilden gebruiken.Recensie door Sarah Wrack uit weekblad ‘The Socialist’
Katherine, Mary en Dorothy zijn wiskundeknobbels. Ze hebben al heel wat obstakels overwonnen. Op het begin van de film zien we hoe Katherine kan studeren aan de enige school van Virginia die hoger onderwijs aan zwarte kinderen aanbiedt. De drie worden menselijke ‘computers’ bij de NASA op een ogenblik dat de VS er alles aan doet om de ruimtewedloop met de Sovjet-Unie te winnen.
De drie vrouwen worden samen met andere zwarte personeelsleden gescheiden van de blanke vrouwen die hetzelfde werk doen in een ander gebouw. Bij de NASA kunnen ze als vrouw niet hogerop raken, ook al tonen ze keer op keer aan dat ze bij de slimste medewerkers van de organisatie horen. In de film zien we hoe een fysieke computer wordt geïnstalleerd waarmee het werk van alle vrouwen zou overgenomen worden.
De film gaat niet in op de collectieve strijd van de burgerrechtenbeweging of de algemene politieke situatie in de VS in de jaren 1960, maar tegelijk wordt deze context niet genegeerd in ‘Hidden Figures.’
De film wordt doorweven met echte historische beelden en radio-opnames van lanceringen van ruimtetuigen maar ook van gebeurtenissen zoals toespraken van Martin Luther King Jr en president John F Kennedy.
De man van Mary is actief in de burgerrechtenbeweging en staat aanvankelijk negatief tegenover het idee van Mary om een aanvraag te doen om als ingenieur aan de slag te gaan. Voorheen was er nooit een zwarte vrouw die als ingenieur werkte voor de NASA. Mary’s man zegt: “Je kan geen aanvraag voor vrijheid doen, je moet het eisen en opnemen.”
De film herinnert eraan dat massabewegingen de motor van verandering zijn, maar vaak ook gepaard gaan met miljoenen individuele daden van verzet – van dagdagelijkse daden tot erg uitzonderlijke zaken.
Mary gaat naar de rechtbank om het recht op avondschool in een voor blanken voorbehouden hogeschool af te dwingen. Hierdoor kan ze uiteindelijk haar diploma als ingenieur behalen. Dorothy die ploegbaas is voor de zwarte personeelsleden, zonder op dat niveau betaald te worden, zet de dreiging die uitgaat van fysieke computers in haar voordeel om. Ze leert zichzelf en nadien de rest van de groep om computers te programmeren en wordt een belangrijke expert hierin voor de NASA. De rekentalenten van Katherine zijn onmisbaar voor de hele missie. Ze vermeldt zichzelf regelmatig als medeauteur van de rapporten waarop ze werkt, ook al krijgt ze van bovenaf te horen dat dit niet mag.
De film geeft een opgekuist beeld van de vooroordelen en de discriminatie waar zwarten toen op alle vlakken mee te maken kregen. We zien ook hoe deze vooroordelen worden verdedigd door verschillende collega’s bij NASA. Maar de film toont ook – in Hollywoodstijl – wat de impact van ervaringen zijn, in het bijzonder het effect dat samenwerken heeft op een aantal vooroordelen.
Als je interesse hebt in dit tijdperk van sociale of wetenschappelijke geschiedenis of als je graag een klassieke Hollywoodfilm ziet van mensen die het tegen alle obstakels in maken, dan is dat een goedgemaakte en interessante film die een klein deeltje van de puzzel toont.



