Tag: cwi15

  • [Interview] Nieuwe golf van strijd in Chili

    Enrique. Foto door Natalia
    Enrique. Foto door Natalia

    Op de zomerschool van het CWI spraken we met Enrique van onze Chileense afdeling. In Chili was er de afgelopen maanden een nieuwe opleving van strijd.

    Hoe staat Chili er economisch voor?

    “Eerst en vooral moet je goed begrijpen dat er economisch sterke banden zijn tussen Latijns-Amerika en China. China had de afgelopen jaren heel wat natuurlijke grondstoffen nodig. Het maakt dat Chili bijvoorbeeld 40% van de koper in het land uitvoert naar China. Het is dan ook logisch dat de stagnatie van de Chinese economie gevolgen heeft voor de situatie in Chili. De daling van de koperprijs speelt ook een rol. Het zorgt er allemaal voor dat de economie sterk vertraagt.”

    Wat betekent dit voor het dagelijkse leven van de gewone bevolking?

    “Er is een toenemende verarming. De lonen stijgen niet, maar de prijzen wel. 70% van de bevolking verdient minder dan wat overeenkomt met 600 euro per maand en 55% verdient zelfs minder dan 300 euro per maand. De levensduurte is nochtans erg hoog. Een bescheiden appartement kost al gauw meer dan 200 euro per maand. Er blijft dan niet veel over om van te leven. Er waren de afgelopen maanden heel wat stakingsacties, onder meer bij het openbaar vervoer of nog in de kopermijnen.

    chili“Het lijkt erop dat Chili een nieuw tijdperk is ingetreden. Naast het begin van een toename van strijd van de arbeidersbeweging zijn ook de studenten opnieuw in actie gekomen nadat hun beweging eind 2011 een pauze kende. Er waren verschillende grote mobilisaties. Op 18 april bijvoorbeeld betoogden 150.000 jongeren om gratis onderwijs te eisen. Sindsdien waren er verschillende betogingen met meer dan 100.000 jongeren.”

    Ik dacht dat een van de belangrijkste slogans op die betoging de volgende was: ‘Dat de corrupte figuren niet langer beslissen over wat Chili nodig heeft’. Van waar komt die slogan?

    “Die slogan heeft betrekking op zowat alle gevestigde politici in het land. Er waren recent heel wat gevallen van corruptie, zowel bij de oppositie als bij de coalitie die aan de macht is. Het gaat vooral om grote financiĂ«le bijdragen van bedrijven aan politici. Zelfs de zoon van president Bachelet wordt vervolgd wegens corruptie. Het leidt tot een afkeer tegen heel het politieke establishment. Bij de laatste verkiezingen ging slechts 41% van de bevolking stemmen. En de nieuwe corruptiezaken ondermijnen de autoriteit van de gevestigde partijen en het politieke stelsel verder.

    “Bovendien is geen enkele van de beloofde grote hervormingen op vlak van arbiedswetgeving, fiscaliteit of onderwijs gerealiseerd. Meestal is er zelfs achteruitgang op deze vlakken. Het maakt dat de populariteit van Bachelet tot minder dan 20% is gezakt. Op het einde van haar eerste mandaat stond Bachelet nog op een populariteit van 84%.”

    Bij een aantal recente betogingen raakten jongeren ernstig gewond en vielen er zelfs doden. Is er een toename van de repressie?

    “Zeker en vast. De minister van binnenlandse zaken is overigens een voormalige kopstuk van Oficina, de geheime diensten die in de jaren 1990 nog ingezet werden tegen de gewapende linkse oppositie. Er zijn regelmatig infiltraties of provocaties tegen sociale bewegingen. Er wordt ook regelmatig beroep gedaan op methoden die nog stammen uit de dictatuur van Pinochet. Deze repressie neemt onwaarschijnlijke vormen aan tegen de Mapuches, een inheemse bevolking uit het zuiden van het land. Er is een echte militaire bezetting van hun regio. Verschillende Mapuche zijn verdwenen, er zijn in kaart gezette processen en meer dan tien politieke gevangenen. Voor de verkiezingen verklaarde Bachelet dat ze de beruchte ‘antiterreurwet’ niet meer zou gebruiken, maar meteen na de verkiezingen was ze blijkbaar van mening veranderd…”

  • Asiel. Marco Veruggio: “Holle woorden van politici staan in contrast met solidariteit van bevolking”

    Marco Veruggio
    Marco Veruggio

    Naar aanleiding van de zomerschool van het CWI eind juli spraken we met Marco Veruggio, woordvoerder van ControCorrente, de Italiaanse afdeling van het CWI. We hadden het met hem over de schrijnende situatie van vluchtelingen die over zee Italië proberen te bereiken en de reacties van de Italiaanse bevolking daarop. Interview door Pietro (Brussel).

    Marco, hoe is de situatie aan de Italiaanse kust?

    “Iedereen herinnert zich hoe een boot vol vluchtelingen op zee zonk waarbij in één klap 800 tot 900 doden vielen. Dit incident zorgde ervoor dat wereldwijd de aandacht werd gevestigd op de menselijke ramp op enkele kilometers van de Europese kust. Dat is ondertussen enkele maanden geleden. Ondanks het vreselijke en eerder apocalyptische karakter van die ramp, was het geen uitzondering. Er volgden nog tal van gelijkaardige tragedies. Duizenden mensen riskeren elke dag hun leven. Het gaat vooral om jongeren uit sub-Sahara Afrika en uit het Midden-Oosten, mensen die de oorlog en vernielingen proberen te ontvluchten.

    “Het ‘gewone’ karakter van deze tragedies blijkt uit de cijfers. In 2014 waren er al meer dan 3.000 doden onder vluchtelingen die de zee probeerden over te steken. De Middellandse Zee is volgens de Verenigde Naties de meest dodelijke ‘vluchtelingenroute’ ter wereld. Deze cijfers zijn wat abstract, maar het gaat om levens die verloren gaan, om jongeren die de oorlog en armoede achter zich willen laten. Het toont de brutaliteit van het kapitalistische systeem.”

    De meeste vluchtelingen proberen via Libië de zee over te steken. Wat is de situatie in dat land?

    “De militaire interventie door Frankrijk en Groot-BrittanniĂ«, gesteund door de toenmalige Italiaanse president Napolitano, heeft het regime van Khadaffi inderdaad weg gekregen. Maar tegelijk werd de territoriale integriteit van het land verwoest. Er is geen staatsapparaat meer. Er bestaan enkel politieke entiteiten die elkaar niet erkennen. Met de lappendeken van clans en stammen en de activiteiten van verschillende djihadistische groepen vormt dit een explosieve cocktail.

    “Aan de Libische kust zijn er grote gevangenenkampen met tienduizenden vluchtelingen uit Nigeria, EthiopiĂ«, Eritrea, SomaliĂ«, Ghana of Soedan. De meesten leven er in totale armoede en semi-slavernij. Ze worden gebruikt als pasmunt voor lucratieve winsten van mensensmokkelaars. Deze mensen moeten duizenden euro betalen om naar Europa te reizen. In handen van de smokkelaars worden ze gebruikt om de winsten van lokale oligarchen te vergroten. Dat is waarom het aantal vluchtelingen via LibiĂ« toeneemt en waarom er nog meer vluchtelingen zullen vertrekken.

    “Volgens schattingen van NGO’s die in LibiĂ« actief zijn, staan er meer dan een miljoen vluchtelingen te wachten om naar Europa te komen via ItaliĂ«.”

    Hoe reageren politici en gewone mensen in Italië?

    “De tragedies hebben miljoenen mensen geschokt, zeker de gewone Italianen die net aan de andere kant van de Middellandse Zee leven. Maar er is ook ruimte voor reactionaire ideeĂ«n, zoals die van de extreemrechtse Lega Nord die de rampen probeert te gebruiken voor een antimigrantenretoriek.

    “Zoals voorspelbaar hebben alle politieke leiders, van Salvini tot Vendola, van de gelegenheid gebruik gemaakt om over zich te laten spreken door allerhande onwaarschijnlijke oplossingen voor te stellen. De secretaris van de Lega Nord liet zich bijvoorbeeld opmerken met de suggestie dat de bootjes best op zee tot zinken gebracht worden. Dat is een revolterende gedachte die vooral wijst op de menselijke armoede van diegenen die ze brengen.

    “Maar we moeten ervoor opletten dat we niet in een moralistische retoriek vervallen waarbij de echte verantwoordelijken voor de ramp buiten schot laten. De gevestigde partijen in de regering en de meeste oppositiepartijen steunen al jarenlang de internationale politiek van de EU, zo steunden ze de bombardementen op LibiĂ« in 2011 die een belangrijke rol speelden om tot de huidige situatie te komen.

    “Het vacuĂŒm ter linkerzijde laat de ontwikkeling van racistische ideeĂ«n in de samenleving toe. Die samenleving kreeg het al hard te verduren door het jarenlange besparingsbeleid en de economische crisis. De afgelopen weken was er een explosie van antimigrantenwoede in volksbuurten van Rome en Treviso. De mensen werden er gebruikt door extreemrechtse groepen zoals CasaPound of Forza Nuova. Bovendien wordt hulpverlening aan vluchtelingen in veel plaatsen gecontroleerd door ofwel ‘rode’ coöperatieven ofwel door de maffia die er grote winsten op maakt.”

    Wat was de impact van operatie Mare Nostrum en het agentschap Frontex?

    “Toen op 3 oktober 2013 een boot op enkele kilometers van Lampedusa zonk waarbij 266 doden vielen, was er heel wat debat en kwam er nationale en internationale druk. De regering onder leiding van Enrico Letta besloot om maatregelen te nemen om gelijkaardige toestanden te vermijden.

    “Onder druk van de publieke opinie, het Vaticaan en delen van de Europese Unie, besloot de regering om operatie ‘Mare Nostrum’ van start te laten gaan op 14 oktober 2013. Het belangrijkste doel was van humanitaire aard en bestond uit het redden van vluchtelingen op zee. Op een jaar tijd waren er 558 interventies op zee en werden meer dan 100.000 mensen gered.

    “Ondanks het succes werd de operatie gestopt als gevolg van besparingen in de publieke uitgaven. Mare Nostrum werd vervangen door Frontex, dat controle uitoefent op de grenzen en beperkte reddingsoperaties op zee uitvoert.”

    Welk standpunt neemt ControCorrente in?

    “Om nieuwe catastrofes te vermijden, moet er onmiddellijk een nieuwe internationale reddingsoperatie komen op zee, in de internationale wateren en indien nodig ook in de zee voor LibiĂ«.

    “Iedereen moet hulp krijgen. Elke bedenking over het migratiebeleid moet daar los van staan. De Italiaanse burgerij is niet bereid om alle kosten te dragen die verbonden zijn aan de herinvoering van een operatie als More Nostrum. ItaliĂ« vraagt Europese steun. De kosten voor hulpverlening mogen niet gepaard gaan met besparingen in andere sociale uitgaven of door nieuwe belastingen voor de werkenden en de middenklasse. Dat zou enkel tot meer verdeeldheid leiden. De Europese Unie vandaag blijft echter aandringen op meer ‘inspanningen’ en besparingen zoals in Griekenland.

    “Alle oplossingen van de gevestigde politici in ItaliĂ« en Europa – van steun aan de ‘legitieme’ regering van Tobrouk over het sturen van vredestroepen naar LibiĂ«, een blokkade van de Middellandse Zee tot het openen van asielcentra in LibiĂ« om te beslissen wie naar Europa mag – lijken weinig zoden aan de dijk te brengen. Het bevestigt de onmogelijkheid van de gevestigde politici in Europa om een antwoord te bieden op de grote uitdagingen van vandaag.

    “De holle woorden van de gevestigde politici de afgelopen jaren staan in een contrast met de spontane solidariteit van de bewoners van Lampedusa, Palermo of Catania. Dat is het beste antwoord op diegenen die zoals tal van vertegenwoordigers van de politieke kaste cynisch gebruik proberen te maken van de tragedies. De solidariteit en generositeit van de Italiaanse burgers zullen echter niet volstaan om dergelijke rampen te vermijden. We moeten het systeem veranderen.

    “Er is een onmiddellijk probleem, we mogen duizenden mensen niet laten sterven. Dit moet direct aangepakt worden door alle beschikbare middelen te mobiliseren. Maar in het kader van een kapitalistische economie met speculatie op grondstoffenprijzen, ellende en conflicten die aangewakkerd worden door het westerse imperialisme (inclusief het Italiaanse), is massale migratie een onvermijdelijk fenomeen. Het is niet mogelijk om Europa af te sluiten, er is een politieke oplossing nodig.

    “Enkel een samenleving zonder armoede, uitbuiting van werkenden en oorlog, kan ervoor zorgen dat elke mens de keuze heeft om waardig in eigen land te wonen of om naar een ander land te trekken zonder negatieve gevolgen die aan deze keuze verbonden zijn.

    “Dat is wat wij onder een socialistische samenleving verstaan. Een eerste stap in de richting van zo’n samenleving is een duidelijk beleid die een einde maakt aan de praktijken waarbij met ons belastinggeld militaire avonturen in het buitenland worden aangegaan of waarbij louche transacties van mensensmokkel en opvang mogelijk worden gemaakt.”

     

  • Lessen trekken uit de Noord-Afrikaanse revoluties – strijd tegen contrarevolutie gaat door

    Verslag vanop de zomerschool van het CWI door David Johnson, Socialist Party.

    tunisia-revolutionHet begon in Tunesië in december 2010 en verspreidde zich verder naar Egypte waarbij dictators doorheen de regio hun positie bedreigd zagen. Het idee van revolutie werd op de agenda van werkenden en jongeren in heel de wereld geplaatst. Het proces van revolutie is sindsdien niet gestopt, maar het bevindt zich wel in een strijd op leven en dood met het proces van contrarevolutie.

    Recente ervaringen in de region tonen nogmaals aan hoe onafhankelijke arbeidersorganisaties en een socialistisch actieprogramma van cruciaal belang zijn voor de revolutie en voor het stoppen van de contrarevolutionaire krachten. Waar arbeidersorganisaties reeds in 2011 het zwakste stonden, konden stammentwisten en religieuze sectaire krachten het voortouw nemen.

    Op de Europese zomerschool van het CWI werden deze ontwikkelingen besproken in een commissie. Er werd ingeleid door Dali van Al-Badil al-Ishtiraki (Socialistisch Alternatief), de Tunesische afdeling van het CWI.

    Tunesië

    In januari 2011 werden straten en bedrijven bezet door een groot aantal werkenden en jongeren. De Tunesische premier probeerde wanhopig om de overgang te organiseren van de dictatuur van president Zine al-Abidine Ben Ali naar een nieuwe kapitalistische regering.

    De arbeidersbasis van de machtige vakbondsfederatie UGTT heeft een traditie van onafhankelijkheid en strijd tegen het regime van Ben Ali. De vakbondsleiders konden een arbeidersregering vormen en de basis leggen voor een democratische arbeidersstaat. Maar ze waren sterk verbonden met het regime en weigerden verdere stappen te zetten. De vakbondsleiders beweerden dat dit de mensen teveel zou ‘afschrikken’. Zowel de linkse leiders als de vakbondsleiders brachten verschillende versies van het idee van verschillende stadia. Eerst moest de kapitalisitsche democratie gestabiliseerd worden waarna in een punt in de verre toekomst de mogelijkheid van socialisme op de agenda zou komen. De kapitalistische staat kon de macht behouden. Dit bereidde de weg voor de reactie voor, ook voor de opkomst van terroristische aanslagen.

    De salafistische moorden op linkse leiders als Chokri Belaïd en Mahamed Brahmi in 2013 leidden tot een 24-uren en een 48-urenstaking en grote betogingen. De kracht van de arbeidersklasse werd aangetoond, er waren nieuwe mogelijkheden om het kapitalisme omver te werpen en een regering van werkenden en armen te vestigen. De UGTT-leiding had de militante acties van de basis moeten gebruiken om democratische strijdcomités van de werkenden te vestigen of verder uit te bouwen om deze te coördineren als basis voor een nieuwe revolutionaire regering.

    Op de begrafenis van Belaïd riepen de betogers: “De macht is aan ons.” Maar de centrale leiders van het Volksfront, een linkse alliantie, kwamen niet verder dan de boodschap: “Slaap zacht kameraad”. De aanwezigen waren ontgoocheld. Deze houding van de leiding liet de regering toe om zich telkens weer te stabiliseren.

    De terroristische aanslag op het Bardo museum in maart dit jaar was een nieuw keerpunt. De regering riep op tot een betoging van ‘nationale eenheid’ onder leiding van de gevestigde politici. De UGTT nam aan de betoging deel, maar zonder vakbondsvlaggen. Ze kwamen over als aanhangers van de politici die de levensstandaard van de bevolking ondermijnen in plaats van als een onafhankelijke kracht.

    Er waren sindsdien grote stakingen van leraars en gezondheidspersoneel. Deze toonden aan dat de arbeidersklasse nog niet verslagen is. Ondanks het bloedbad op het strand van Sousse, wat de regering het excuus gaf om nog verder te gaan op repressief vlak, kan de regering de arbeidersklasse nog niet frontaal aanvallen.

    Het Volksfront is een alliantie waar de meest actieve revolutionairen, jongeren en syndicalisten in actief zijn. Maar het ontbreekt dit front een duidelijk programma om vooruit te gaan. Het CWI roept op tot verdediging tegen terroristische aanslagen, voor het isoleren van de terroristen, voor een democratische niet-religieuze controle op het gewapende verzet en dit alles gekoppeld aan een socialistisch programma.

    Egypte

    In tegenstelling tot de onafhankelijke traditie van de UGTT werd de ondemocratische Egyptische vakbondsfederatie ETUF geleid door aanhangers van het vroegere regime van Moebarak. De werkenden speelden een belangrijke rol in de betogingen en bezettingen die Moebarak ten val brachten, maar ze deden dit niet als georganiseerde klasse. Het liet anderen toe om de leiding van de revolutionaire beweging op te nemen, liberalen die het kapitalisme steunen, de Moslimbroederschap die zich aanvankelijk tegen de beweging kantte en nadien het leger nadat de Moslimbroederschap zich aan de macht verbrand had.

    Dezelfde vakbondsleiders bleven al die tijd gewoon zitten. Hun boodschap op 1 mei was dat “de werkenden van Egypte stakingen verwerpen en inzetten op sociale dialoog met de regering en de werkgevers als mechanisme om sociale rechtvaardigheid te bekomen.”

    Het regime van president Abdel al-Sisi in Egypte kon de contrarevolutie verder doordrukken dan wat het geval is in Tunesië. De repressie is terug met inbegrip van arrestaties en martelingen van activisten. Stakers worden als terroristen afgeschilderd. Sisi gebruikt de sfeer van uitputting en ontgoocheling wegens het gebrek aan verbetering in het dagelijkse leven sinds de revolutie, aangevuld met de angst voor de groei van islamitische terrorisme. Dat is de basis waarop Sisi zijn steun kan behouden.

    Het gebrek aan massaal verzet van de werkende bevolking, die afgeremd wordt door de vakbondsleiders maar ook door fouten van sommige leiders van de onafhankelijke vakbonden, maakt dat Sisi er voorlopig mee wegkomt. De onafhankelijke vakbonden groeiden snel in de maanden na de revolutie, ze gingen snel van amper 50.000 naar 2,5 miljoen leden. Maar de meest prominente leider, Kamal Abu Eita, besloot om tot de regering van Sisi toe te treden en verzette zich nadien tegen stakingen.

    De afgelopen maanden waren er verschillende stakingen en de arbeidersklasse zal opnieuw in actie komen. Onafhankelijke organisaties, zowel vakbonden als partijen met leden in de grote fabrieken en arbeidersbuurten, zouden samen met een revolutionair socialistisch programma een einde maken aan de contrarevolutie van Sisi en de basis leggen voor socialistische verandering waarmee een einde kan gemaakt worden aan armoede, gebrek aan basisdiensten en onveiligheid.

    Internationale impact van de revolutie

    De discussie op de zomerschool werd ook uitgebreid door verschillende tussenkomsten. Zo werd ingegaan op de confrontaties tussen Berbers en Arabieren in Algerije, op 9 juli vielen er 25 doden in Ghardaia bij dergelijke confrontaties. In Marokko is er sinds 2011 een beweging tegen vervuiling en de diefstal van water aan de zilvermijn Imider. De lokale Berber bevolking bezet een kamp aan de mijn die eigendom is van de monarchie. In Libië stonden de arbeidersorganisaties het zwakste ten tijde van de opstand tegen Khadaffi. Het regime werd gebombardeerd door de NAVO en raakte volledig gedesintegreerd met elkaar bestrijdende krijgsheren.

    De impact van de revoluties in Noord-Afrika op de rest van Afrika kwamen aan bod in een tussenkomst over Burkina Faso. De verklaring van de Tunesische afdeling van het CWI na het bloedbad in Sousse maakte ook indruk op socialisten in Soedan en elders in de regio.

    De commissie op de zomerschool gaf aan dat de analyses van het CWI de leden in de regio vertrouwen geven. Zij beginnen aan de taak om de krachten op te bouwen die nodig zijn om te vermijden dat toekomstige mogelijkheden voor de arbeidersklasse niet verloren gaan. Een socialistisch Tunesië zou een nog veel grotere impact op de regio hebben dan de opstand die in december 2010 begon.

  • Sociale en politieke onrust in Ierland

    Betoging tegen de waterbelasting in Limerick
    Betoging tegen de waterbelasting in Limerick

    Op de zomerschool van het CWI was er een discussie over de situatie in Ierland en de rol die de Socialist Party, de Ierse afdeling van het CWI, speelt. Een verslag door Eddie McCabe.

    De commissie over Ierland werd ingeleid door Kevin McLoughin van de Socialist Party. Hij legde uit dat de politieke en sociale situatie in het land sterk veranderd is op een jaar tijd. De lokale verkiezingen in de zomer van 2014 vormden het begin van een keerpunt nadat de beweging tegen het besparingsbeleid enkele stappen achteruit had moeten zetten. In 2013 was er een nederlaag toen de boycotcampagne tegen de huizentaks vastliep als gevolg van een slecht akkoord van de vakbondsleiding met het patronaat en de regering waarin het besparingsbeleid in feite aanvaard werd.

    Tegen eind 2014 was de verandering echter evident. De Anti-Austerity Alliance (AAA) – waar de Socialist Party en tal van activisten deel van uitmaken – maakte een belangrijke doorbraak in de lokale verkiezingen. De AAA haalde 14 gemeenteraadszetels in Dublin, Cork en Limerick. Er volgden ook twee historische overwinningen in tussentijdse verkiezingen voor parlementszetels in Dublin. Deze werden gewonnen door Ruth Coppinger en Paul Murphy van de Socialist Party die Joe Higgins in het parlement vervoegden.

    Kevin legde de benadering van de Socialist Party en de AAA uit. De eerste overwinning haalden we in Dublin West waar Joe Higgins al een publieke vertegenwoordiger is sinds begin jaren 1990 en waar we zelfs door commentatoren als een favoriet naar voor werden geschoven. Maar op nationaal vlak was er een brede steun voor Sinn Féin (SF) waardoor een intensieve campagne nodig was om de zetel binnen te halen.

    De tweede zetel haalden we in Dublin South-West, wellicht het sterkste kiesdistrict van SF in de Ierse republiek. Samen met de nationale opgang van SF gingen de meesten ervan uit dat de overwinning voor deze partij al binnen was. Ze hadden zich niet verwacht aan de scherpe offensieve deur-aan-deur campagne van Paul Murphy die zich baseerde op de opkomende beweging tegen de waterbelasting. Die beweging verraste ook SF.

    Op de dag dat Paul verkozen werd, was er ook een betoging met 100.000 deelnemers in Dublin om de afschaffing van de waterbelasting te eisen. Het establishment raakte bang van de combinatie van radicale standpunten en breed gedragen ongenoegen. Er werd een poging ondernomen om onze vertegenwoordigers en campagne zwart te maken doorheen het beruchte ‘Jobstown incident’ waarbij de wagen van de vicepremier een tijdje werd geblokkeerd door een lokale protestactie van een 700-tal mensen.

    De veroordelingen in de media vulden dagenlang de kranten en journaals. Dit had aanvankelijk een zeker effect, maar de consequente verdediging van het protest door de drie parlementsleden van de AAA vormde een nieuwe schok voor het establishment. Ruth Coppinger vroeg in een van de meest beluisterde radioprogramma’s wat de vicepremier wel had verwacht toen ze paradeerde in een arbeidersbuurt die hard geraakt werd door het besparingsbeleid?

    De campagne om het protest en de actievoerders te criminaliseren zorgde uiteindelijk vooral voor een versterking van de beweging tegen de waterbelasting waarbij de AAA door brede lagen wordt gezien als de militante vleugel van de beweging. De verkozenen van AAA speelden een belangrijke rol als centrale woordvoerders van de oproep voor een massale boycot en in het beantwoorden van elke angstcampagne van de regering. Irish Water moest uiteindelijk cijfers bekendmaken waaruit blijkt dat maar liefst 57% van de gezinnen de nieuwe belasting niet betalen. Kevin stelde dat sommigen die nu niet betaalden misschien wel zullen betalen, maar dat het cijfer van 57% vooral als gevolg zal hebben dat twijfelaars die wel betaalden de volgende belastingen niet zullen betalen.

    Als het aantal betalers zo beperkt blijft, wordt het moeilijk om de waterbelasting in stand te houden. Een afschaffing ervan zou een grote nederlaag zijn voor de regering en de besparingsagenda van het volledige establishment.

    Een andere massabeweging de afgelopen maanden was die voor het homohuwelijk. De voorstanders haalden hoge resultaten, zeker in de armste arbeidersbuurten van het land. In die buurten stonden zowel de beweging tegen de waterbelasting als die voor het homohuwelijk erg sterk. De werkende bevolking in de steden heeft zijn stempel op de gebeurtenissen gedrukt.

    Deze veranderde situatie heeft activiteiten mogelijk gemaakt die we voorheen niet konden doen. Zo was er een grote betoging tegen de waterbelasting in Dublin West met maar liefst 5.000 aanwezigen en in Limerick hielden we een betoging met 10.000 aanwezigen.

    Er waren ook tal van lokale straatmeetings in het land. In het noord-oosten van Dublin organiseerde AAA bijvoorbeeld 17 straatmeetings op twee weken tijd, er waren samen 800 aanwezigen. De beweging is nu niet zo actief als eind 2014, maar AAA heeft wel een bredere basis uitgebouwd en zal ook in nieuwe regio’s kandidaten naar voor schuiven, onder meer in Cork East, Cork South Central, Athlone en Waterford.

    Kevin gaf een voorbeeld van een peiling onder 2.500 mensen die betrokken waren in de acties tegen de waterbelasting. Volgens dit onderzoek waren 54% van de deelnemers nooit eerder bij protestacties betrokken. 81% gaf aan te zullen stemmen voor een partij buiten het establishment, 23,9% voor Sinn Fein, 27,5% voor onafhankelijke linkse kandidaten en 31,7% voor AAA of ‘People before Profit’. Kevin wees op het belang van het feit dat mensen die actief zijn eerder voor strijdbare linkse kandidaten stemmen dan voor SF. Maar liefst 79,6% van de ondervraagden stelde dat er nood is aan een nieuwe partij voor de gewone bevolking.

    De beweging tegen de waterbelasting was vooral actief in de hardst getroffen arbeidersbuurten. Deze gemeenschappen werden door het kapitalistische establishment jarenlang aan hun lot overgelaten. Er is veel werkloosheid en er wonen veel ongeschoolden. Dit kan leiden tot een sterker gemeenschapsgevoel dat in acties doorgaans erg ernstig is.

    Om daar een voorbeeld van te geven, keerde Kevin terug naar het voorbeeld van Jobstown in Tallaght waar 700 mensen spontaan de vicepremier blokkeerden toen bekend raakte dat ze daar op bezoek was. Deze arbeidersbuurten hebben eerder al hun verzet tegen het establishment getoond, onder meer door massaal tegen de Europese verdragen te stemmen in referenda. In Jobstown stemde maar liefst 88% voor het homohuwelijk, wat aangeeft dat de werkende klasse een leidinggevende kracht kan zijn rond alle thema’s.

    Bij zowel de beweging voor het homohuwelijk als die tegen de waterbelasting stonden vrouwen vooraan. Ook jongeren speelden een belangrijke rol in het referendum. Naar schatting 50.000 tot 60.000 jongeren die de afgelopen jaren emigreerden, kwamen naar Ierland om te stemmen in het referendum. Sommigen kwamen zelfs vanuit Australië of Noord-Amerika.

    Inzake politieke perspectieven stelde Kevin dat SF het afgelopen jaar sterk vooruit gegaan is in alle peilingen. De regerende partij Fine Gael (FG) verliest fors terrein. In de laatste twee peilingen gingen ‘onafhankelijken en anderen’ (waaronder AAA en andere anti-kapitalistische linkse krachten) vooruit. Zowel Fianna Fail (FF) als Labour hebben het moeilijk om de vele besparingsmaatregelen die ze doorvoerden verkocht te krijgen.

    Er zijn verschillende regeringssamenstellingen mogelijk na de volgende parlementsverkiezingen die voor maart 2016 moeten plaatsvinden maar wellicht eerder in het najaar zullen gebeuren. De eerste mogelijkheid is een regering van alle grote establishmentpartijen, FF, FG en mogelijk Labour. Een tweede mogelijkheid is een regering geleid door SF met FF, Labour en enkele onafhankelijken. In deze context kan de campagne neerkomen op een keuze tussen FG en SF. Dit kan SF naar links duwen. Als er een momentum voor SF groeit, kan AAA wat onder druk komen maar we moeten in staat zijn om onze steun te behouden.

    Sinn Fein is op heel wat vlakken anders dan Syriza en Podemos. Dat de partij in Noord-Ierland al jarenlang een besparingsbeleid voert of nog het feit dat de partij de belangrijke positie in het zuid-Ierse parlement niet gebruikte om voor niet-betaling van de waterbelasting te pleiten, zijn zaken die opgemerkt worden door de bevolking, zelfs onder diegenen die SF nog steunen op dit ogenblik.

    Sinn Fein in een regering?

    Als SF niet in een regering komt, kan dit tot een explosieve situatie leiden waarbij de woede tegen het beleid tot acties leidt. In 2007 waren de partijen van het establishment nog goed voor 87% van de stemmen, in 2011 was dat nog 75% maar nu is het volgens de peilingen onder de 50% gezakt. Indien FG en FF samen een regering vormen, zullen de mensen zich bedrogen voelen door deze rechtse regering op een ogenblik dat er in de samenleving een duidelijke bocht naar links is. Het kan leiden tot verdere bewegingen van onderuit.

    Deze situatie zou SF ruimte bieden om te groeien, maar ook de linkerzijde kan dan groeien. Er zal een duidelijke ruimte voor AAA zijn, onder meer omdat SF niet actief opkomt rond thema’s als de waterbelasting. Maar indien SF in de volgende regering zit – een erg waarschijnlijk vooruitzicht, zeker indien SF de grootste of tweede grootste partij wordt – kan dit leiden tot een situatie zoals in Schotland waar de Scottish National Party (SNP) ondanks het besparingsbeleid in Schotland een zekere steun kan behouden.

    Zelfs indien SF een coalitie vormt met FF kan zo’n regering een zeker krediet krijgen van de bevolking. Maar dit zou na verloop van tijd onvermijdelijk veranderen aangezien zo’n regering natuurlijk tot besparingen zou gedwongen worden, wat het beeld van bredere lagen over SF zou veranderen. Deze realiteit vormt samen met het groeiende activisme en de politisering van brede lagen van de werkende bevolking en de jongeren de basis voor een groeiend potentieel voor de linkerzijde.

    In de discussie op de zomerschool waren er verschillende tussenkomsten door leden uit Ierland en andere landen. Zo legde Sandra Fay, een lerares uit Jobstown die lid werd van AAA op de dag van het beruchte bezoek van vicepremier Joan Burton aan Jobstown, uit hoe AAA haar verder heeft gepolitiseerd waardoor ze recent ook lid werd van de Socialist Party.

    Cillian Gillespie wees op de koloniale verhouding tussen de EU en de landen in de Europese periferie, zoals Griekenland maar ook Ierland. Hij legde uit dat het programma van de trojka in Ierland vanaf eind 2010 tot begin 2013 zorgde voor een nationale onderdrukking en vernedering. Als voormalige kolonie heeft Ierland nog steeds een onopgeloste nationale kwestie. Het optreden van de trojka leidt dan ook tot nationalistische gevoelens die ook aanwezig zijn op betogingen tegen de waterbelasting waar er vaak Ierse vlaggen worden meegedragen. Het is een symptoom van een onderliggende klassenwoede die nog niet tot rijping is gekomen. Bij de honderdste verjaardag van de Paasopstand van 1916, een opstand tegen het Britse kolonialisme, zal SF ongetwijfeld proberen om de nationalistische gevoelens uit te spelen en de aandacht af te leiden van de sociale thema’s. De Socialist Party zal een boek produceren over 1916 waarin meteen ook een socialistisch antwoord op de nationale kwestie wordt geformuleerd.

    Joe Higgins. Foto: Natalia Medina
    Joe Higgins. Foto: Natalia Medina

    Parlementslid Joe Higgins had het over de snelle sociale en politieke veranderingen in Ierland. Amper 30 jaar geleden werd het 8ste amendement op de grondwet (met een verbod op abortus) bij referendum goedgekeurd en waren condooms enkel op doktersvoorschrift beschikbaar. Het referendum om echtscheidingen te legaliseren kwam er pas in 1995 en toen werd slechts een nipte meerderheid behaald. Dat staat in een schril contrast met de enorme Ja-stem in het referendum over het homohuwelijk. Het leidt ook tot een groeiende steun voor een intrekking van het 8ste amendement en een groeiende roep naar een wettelijk recht op abortus.

    Joe legde uit dat de besparingspartijen 30 jaar geleden goed waren voor 90% van de stemmen terwijl ze nu nog amper 40% halen volgens peilingen. Ook het bewustzijn van de werkende bevolking verandert snel. De maatregelen van de trojka kwamen hard aan en zelfs de media hadden het toen over een gebrek aan strijd in Ierland in vergelijking met de massabewegingen in Griekenland. Maar vorig jaar is de reus wakker geworden. De regering stelde dat de waterbelasting de laatste besparingsmaatregel zou zijn en vroeg de bevolking om geduldig te zijn, maar dat werd krachtig afgewezen.

    De beweging vandaag doet denken aan die van de jaren 1990 toen op basis van mobilisatie, niet-betaling en politieke druk de waterbelasting werd afgevoerd. Die beweging werd destijds opgezet door de voorloper van de Socialist Party, maar wordt vandaag op veel grotere schaal herhaald. Joe merkte nog op dat het nooit gezien is dat een kleine partij twee tussentijdse verkiezingen wint. Dit was enkel mogelijk door het enorme momentum van het verzet doorheen het voorbije jaar.

  • Nieuwe linkse formaties uitgetest in Europa

    Tsipras en IglesiasLSP stelt al langer dat er nood is aan een nieuwe arbeiderspartij, een brede politieke vertaling van de eisen van de arbeidersbeweging waarbinnen verschillende stromingen en standpunten een plaats vinden. De nood aan nieuwe formaties laat zich bijzonder sterk voelen sinds de val van het stalinisme en de verburgerlijking van de sociaaldemocratie die zijn actieve basis in de arbeidersbeweging grotendeels verloren is. Nieuwe linkse formaties zoals Syriza in Griekenland of Podemos in Spanje zijn voorbeelden van de zoektocht naar nieuwe politieke uitdrukkingen. Op de zomerschool van het CWI werd een specifieke discussie gevoerd over de verwezenlijkingen en beperkingen van deze nieuwe formaties. Een samenvatting van de inleiding en de discussie op basis van nota’s van Mathias (Gent).

    De factoren die aanleiding gaven tot de opmars van nieuwe formaties als Syriza en Podemos zijn niet uniek voor Griekenland en Spanje, ze zijn in meerdere of mindere mate aanwezig in de meeste landen van Europa. De discussie over deze ervaringen is dan ook niet vrijblijvend, maar belangrijk voor gelijkaardige ontwikkelingen in de komende periode.

    Het feit dat nieuwe formaties ontstaan, bevestigt overigens onze perspectieven over de nood aan nieuwe politieke instrumenten voor de arbeidersklasse. Het bewustzijn loopt achter op de objectieve situatie, maar de crisis en harde aanvallen door het kapitalisme brengen de kwestie van een politiek verlengstuk voor onze strijd telkens weer naar voor. Bovendien komen we in een periode terecht waarin alles bijzonder snel kan ontwikkelen. Het is tegen deze achtergrond dat de snelle opkomst van bijvoorbeeld Syriza moet gezien worden.

    Vanaf de jaren 1990 hebben wij materiaal gepubliceerd waarin we de noodzaak van nieuwe arbeiderspartijen naar voor schoven. De kwestie van een politiek verlengstuk werd duidelijk en met zelfvertrouwen geschetst, in de discussie waren we toen al zeer flexibel over de wijze waarop nieuwe formaties tot stand zouden komen en over het karakter ervan. We wezen op de gevaren in verschillende situaties en benadrukten de noodzaak van een duidelijk klassenkarakter. Gezien de ervaringen met het stalinisme werd ook benadrukt dat de discussie over democratie binnen nieuwe formaties van groot belang zou zijn om tot een massale basis te kunnen uitgroeien. De nood aan een brede politieke vertaling van de eisen van de arbeidersbeweging maakte tenslotte geen einde aan de noodzaak om revolutionaire krachten uit te bouwen. Meer nog, de versterking van revolutionaire stromingen is noodzakelijk om binnen nieuwe brede formaties tussen te komen en een programma aan te bieden waarmee verder kan gebouwd worden aan een alternatief.

    De ontwikkeling van nieuwe formaties gebeurde niet zozeer door afsplitsingen van de sociaaldemocratie. Het ideologische offensief van de burgerij na de val van het stalinisme liet sporen na in het bewustzijn en de organisaties van de arbeidersklasse. Links was niet klaar voor de nieuwe historische taken, waardoor linkse krachten soms op een vreemde of onverwachte wijze ontwikkelden. Soms ontstonden nieuwe krachten vanuit bestaande organisaties, zoals communistische partijen die zich links van de sociaaldemocratie bevonden (denk maar aan IU in Spanje of Die Linke in Duitsland). Maar er waren ook eerder marginale krachten die konden uitgroeien tot grote formaties. Zo ontstond Syriza vanuit Synaspismos dat om en bij de 2% haalde bij de verkiezingen. Het politieke vacuĂŒm maakt dat krachten met een juiste oriĂ«ntatie en tactiek snel kunnen groeien. De beperkte basis van waaruit ze groeien en de achtergrond van waaruit vaak bestaande beperkingen (zoals topdown benaderingen bij voormalige communistische krachten of de tweestadiatactiek van samenwerking met de burgerij in een ‘eerste’ stadium) worden meegenomen, zorgen voor limieten en kunnen tot een snelle neergang leiden. De volatiliteit is kenmerkend voor deze nieuwe linkse krachten. Wij benadrukten dit eind jaren 1990 al, onder meer op basis van de ervaring met de Italiaanse PRC.

    De stabiliteit van de arbeiderspartijen na de Tweede Wereldoorlog is er niet meer, de onderliggende situatie is veranderd. De stabiliteit in de na-oorlogse periode was vooral gebaseerd op angst voor revolutie enerzijds en de economische groei anderzijds waardoor er ruimte was voor hervormingen. Vandaag biedt het kapitalisme geen ruimte voor hervormingen, waardoor de basis voor linkse partijen veel onstabieler is. We zien in Griekenland hoe Syriza heel snel geconfronteerd werd met de keuze tussen een breuk met het kapitalisme of mee in het besparingsbeleid stappen.

    De Italiaanse Rifondazione Comunista (PRC) vormde in de jaren 1990 een belangrijk voorbeeld voor nieuwe linkse organisaties. Het was een van de eerste nieuwe formaties die bovendien over een massale basis beschikte van tienduizenden activisten en honderdduizenden leden. De kwestie van coalities met burgerlijke partijen, in naam van het ‘minste kwaad’, werd de partij fataal. Deelname aan de regering-Prodi ondermijnde de steun voor de PRC. Enkele jaren later is de partij volledig uit elkaar gevallen en doodgebloed. Het leidt tot een politiek vacuĂŒm waar populisten zoals Beppe Grillo op kunnen inspelen.

    Syriza werd een eerste keer opgezet in 2004 rond de voormalige eurocommunisten van Synaspismos. De eerste verkiezingsdeelname was een flop met een slechter resultaat dan eerder voor Synaspismos. Het initiatief werd gestopt maar werd in 2007 terug boven gehaald. De sociaaldemocratische PASOK was toen sterk naar rechts opgeschoven terwijl er onder de bevolking een radicalisering plaatsvond met een draai naar links. Met een duidelijk verzet tegen samenwerking met burgerlijke krachten en met een nadruk op termen als socialisme kon Syriza snel groeien. Tsipras nam de leiding van de partij en werd gezien als een erg linkse kracht. Syriza groeide van 2% naar 8%, maar dreigde opnieuw te verdwijnen met een meer gematigde koers. Aan de rechterkant van Syriza was er een afsplitsing. Pasok trad tot de regering toe en Syriza lanceerde de slogan van een ‘linkse regering’. Dit werd gezien als een offensieve benadering voor een breuk met het besparingsbeleid. Het maakte een explosieve groei van Syriza mogelijk. Opmerkelijk is dat de grootste groei er niet kwam met een ‘gematigd’ programma, maar net met een offensieve benadering. Dat is belangrijk als argument tegen diegenen die stellen dat links zich ‘aanvaardbaar’ (aanvaardbaar voor het establishment, niet voor de noden van de bevolking…) moet opstellen om bredere steun te kunnen opbouwen.

    De reformistische beperkingen van veel nieuwe linkse formaties komen meteen tot uiting in de eisen waar ze nadruk op leggen. Zo zijn er linkse krachten die stellen dat de ECB een instrument voor herverdeling moet worden, onder meer gericht op infrastructuurwerken. Het is echter niet mogelijk om de bestaande neoliberale instellingen en structuren zodanig te hervormen dat ze een andere rol gaan spelen dan waarvoor ze opgezet zijn. Dit is een illusie die voorbij gaat aan het feit dat er in de huidige periode geen ruimte is voor reformisme. Europa is geen neutrale arena waarbinnen een machtsstrijd tussen verschillende standpunten mogelijk is. De Griekse ervaring doorprikt de illusies op scherpe wijze. Linkse krachten zoals het Links Blok in Portugal zullen hun posities moeten aanpassen.

    Om te breken met het besparingsbeleid is een revolutionair socialistisch programma nodig dat vertrekt van een groot vertrouwen in de arbeidersklasse. Daar wringt het schoentje voor de nieuwe linkse formaties. Doorheen de toespraken en standpunten van Pablo Iglesias, Tsipras of Varoufakis blijkt dat zij geen centrale rol voor de arbeidersklasse zien. Ze zien in de arbeidersklasse geen actieve en doorslaggevende factor. Ze zien in de bevolking slechts een kracht die gaat stemmen waarna zij zelf de machtsverhoudingen en instanties kunnen veranderen.

    Deze opstelling komt voort uit de klassensamenstelling van de leiding van deze nieuwe linkse formaties, maar ook uit het feit dat het doorgaans electorale instrumenten zijn en geen massale arbeiderspartijen met een actieve basis in de arbeidersklasse. Verschillende topfiguren van Syriza werden verkozen terwijl ze niet in Griekenland woonden en moesten hun job aan universiteiten in het buitenland opgeven om minister te worden. Van de 68 leden in de centrale leiding van Podemos zijn er maar drie die geen academische achtergrond hebben. Het gebrek aan controle van de arbeidersklasse die van onderuit actief is binnen nieuwe linkse krachten, maakt dat de leiding snel naar recht kan opschuiven.

    De mogelijke snelle ontwikkeling van een nieuwe linkse kracht in Griekenland na de bocht van Tsipras en de leiding van Syriza of nog de ontwikkelingen in Spanje tonen aan hoe snel het kan gaan. Dat Podemos zo snel kon groeien, komt mee door het falen van IU. Die partij bleef na het begin van de crisis gewoon verder doen alsof er niets veranderd was. Ze verloor het contact met de jongeren en de werkenden. Hierdoor ontstonden nieuwe beweging zoals de indignado’s en ook Podemos, een kracht die door velen gezien werd als links van IU.

    Podemos kon een deel van de indignado-beweging wegbrengen van een antipolitieke opstelling. Anderzijds werden apolitieke elementen overgenomen, onder meer door beslissingen louter via internet te nemen in plaats van een actieve basis uit te bouwen. Hierdoor is Podemos wellicht een van de meest top-down organisaties ter linkerzijde in Europa. Algemene vergaderingen zoals ten tijde van de indignado’s zijn populair en wij moeten dat element benadrukken omdat het een bredere betrokkenheid mogelijk kan maken.

    De leiding van Podemos bouwt voort op links populistische ideeĂ«n, vooral op basis van eigen ervaringen met de linkse regeringen in Latijns-Amerika. Verschillende topfiguren van Podemos werkten eerder voor Chavez of Correa. Ze brachten het links-populisme mee naar Europa, onder meer rond de ideeĂ«n van Ernesto Laclau. Dat zijn geen nieuwe ideeĂ«n, ze bouwen voort op het eurocommunisme en gaan ervan uit dat er naast klassentegenstellingen ook andere centrale breuklijnen zijn waarbij links een ander narratief moet gebruiken om aan invloed te winnen. Denk maar aan concepten zoals de ‘politieke kaste’ versus ‘het volk’ zoals gebruikt door Pablo Iglesias. Het vertroebelt de klassenbreuklijnen en vertrekt in feite van een gebrek aan vertrouwen in de arbeidersklasse.

    In de ontwikkeling van nieuwe linkse formaties kunnen wij een actieve en belangrijke rol spelen. Initiatieven die wij nemen kunnen eveneens snel ontwikkelen en voorbeelden worden, denk maar aan de Anti-Austerity Alliance in Ierland. We zijn flexibel inzake tactieken naar nieuwe linkse formaties toe, maar onverzettelijk inzake programma van socialistische verandering op basis van massale arbeidersstrijd.

    Het potentieel uit zich soms op verwrongen manieren. Denk maar aan de populariteit van Jeremy Corbyn in de verkiezingen voor een nieuwe Labour-voorzitter. We gaan daar flexibel mee om, we wensen Corbyn succes maar merken meteen op dat hij bij een overwinning niet zal getolereerd worden door de parlementaire fractie en het partij-apparaat. De populariteit van Corbyn toont echter wel aan dat linkse standpunten een brede steun genieten als ze op een grotere schaal aan bod komen in de samenleving. Met TUSC, een alliantie van socialisten en strijdbare syndicalisten, hebben we de basis gelegd om op die steun voor linkse standpunten te kunnen bouwen.

    We kunnen niet kunstmatig zelf proberen bredere formaties te worden bij gebrek aan andere krachten. Het uitbouwen van bredere krachten mag de uitbouw van de revolutionaire partij niet in de weg staan, beiden moeten elkaar versterken. Wij vertrekken van de tactiek van het eenheidsfront en proberen daarmee in elke situatie voorstellen tot stappen vooruit te doen.

  • Zomerschool: Kunst en revolutie

    survivreOp de zomerschool van het CWI was er een commissie over ‘kunst en revolutie’. Een verslag door Marisa (Brussel). Lees ook het eerder gepubliceerd dossier: ‘Welke politieke perspectieven voor de kunstsector?’

    De omstandigheden zorgen ervoor dat steeds meer mensen radicalere politieke conclusies trekken. Heel wat mensen laten dit tot uitdrukking komen doorheen kunst. Een begrip van kunst en van de positie van kunstenaars in de strijd tegen het kapitalisme is belangrijk om een nieuwe generatie te inspireren.

    Miljoenen mensen beschouwen zichzelf als kunstenaar of artiest. Sommigen werken in de creatieve sector, anderen creëren hun eigen artistieke werk. Nog anderen zien kunst als een hobby. De massacultuur en de nieuwe technologie nodigen ons allen uit om artistiek bezig te zijn. Maar de klassentegenstellingen en de winsthonger maken dat we er niet tenvolle aan kunnen deelnemen.

    De ontwikkeling van productiekrachten onder het kapitalisme heeft de concepten van kunst, cultuur en de samenleving in zijn geheel veranderd. De nieuwe media zijn veel toegankelijker en maken een grotere betrokkenheid bij kunst mogelijk. De mogelijkheden lijken onbeperkt, maar in werkelijkheid zijn de keuzes steeds beperkter onder dit systeem.

    Veel kunstenaars proberen doorheen hun werk de winstlogica te vermijden of nemen dit alleszins niet als uitgangspunt. Maar de vermarkting van kunst zorgt voor een conflict met de redenen waarom mensen in kunst geĂŻnteresseerd zijn en eraan deelnemen. Kunstenaars vervoegen hierdoor vaak de rangen van de slecht betaalde precaire werkenden. Ze moeten soms zelf betalen om hun kunst te kunnen voorstellen en worden niet beloond voor hun inspanningen.

    Creativiteit is ook in de kapitalistische economie belangrijk. In de creatieve industrie ontwikkelen artiesten ideeën die uiteindelijk eigendom worden van grote bedrijven die er gebruik van maken om hun winsten te maximaliseren. Als dominante ideologie maakt het kapitalisme gebruik van levende energie en krachten om ze om te vormen tot commerciële producten.

    Kunst en cultuur zijn vaak de eerste domeinen waarop de gevolgen van het besparingsbeleid duidelijk worden. Tegenover de aanvallen op cultuur zijn er verschillende artistieke collectieven en politieke projecten die kunst en cultuur verdedigen. Veel kunstenaars zijn al georganiseerd in de vakbonden, maar veel anderen staan daar nog buiten omdat ze geen werk hebben, omdat ze slechts in bijberoep met kunst bezig zijn of omdat ze vaak in een onzekere sector actief zijn waar er weinig vakbondsaanwezigheid is. Strijdbare vakbonden zouden daar verandering in kunnen brengen.

    Er is nood aan een algemene beweging die verschillende groepen kan verenigen rond een samenhangend programma dat breekt met het huidige systeem. Dit programma moet uiteraard niet bepalen wat de artistieke inhoud van kunst moet zijn. Er moet ingegaan worden op de basisvoorwaarden opdat kunst toegankelijk zou zijn en vrij kan ontwikkelen, rekening houdend met de specifieke eigenheden van elk onderdeel van kunst. De strijd om kunst en cultuur te verdedigen, gaat hand in hand met die voor de democratisch socialistische omvorming van de samenleving.

  • Griekenland. Strijd voor breuk met besparingen gaat door

    Andros Payiatsos. Foto: Natalia Medina
    Andros Payiatsos. Foto: Natalia Medina

    Een van de meest opmerkelijke discussies op de zomerschool van het CWI was deze over Griekenland. Andros Payiatsos van Xekinima kwam een dag naar België om deze discussie in te leiden en af te ronden. Hij bracht een beeld van de politieke situatie en de positie van de radicale linkerzijde in het land.

    De gebeurtenissen in Griekenland gaan erg snel. Soms kunnen ontwikkelingen die anders maanden of jaren duren samengebald worden in enkele dagen of uren. Deze versnelling leidt ook tot nieuwe uitdagingen voor alle linkse krachten. De meeste linkse formaties staan er niet zo goed voor, met afsplitsingen bij kleine en grote partijen als Syriza. Xekinima daarentegen doet het goed en dit omwille van een politieke duidelijkheid doorheen het hele proces.

    Het referendum van 5 juli toonde een krachtige OXI tegen de trojka. Het gaf Tsipras een enorm mandaat van de Griekse arbeidersbeweging. Het mandaat werd niet gebruikt om de trojka te zeggen waar het op staat. Tsipras liep met dit mandaat over naar het andere kamp, hij veranderde de neen in een ja. De hele linkerzijde en ook de basis van Syriza was geschokt. Sommigen durfden hun huis een weeklang niet uitkomen, uit angst om mensen op straat tegen te komen en het onverklaarbare te moeten uitleggen.

    Nog in de nacht van het referendum hield Tsipras een toespraak en kondigde hij aan dat alle voorzitters van de politieke partijen de volgende dag zouden bijeenkomen. Er was direct al een vorm van nationale eenheid in voorbereiding. Dit werd als dekmantel gebruikt om opnieuw naar rechts op te schuiven. Tsipras leek niet echt gelukkig met het resultaat van het referendum, hij wilde ruimte voor het compromis dat hij eigenlijk al had gesloten. De uitverkoop werd voorbereid, maar de omvang van de overwinning van het neen-kamp was een probleem.

    Xekinima was daarop voorbereid. Toen het referendum werd uitgeroepen, dachten we dat het mogelijk tot een breuk met de EU en de eurozone zou komen. Maar midden in de week voor het referendum werd alsmaar duidelijker dat dit niet het plan was. Dat het referendum eerder moest dienen als schaamlapje om tot een compromis te komen. Toen dit effectief gebeurde, waren we politiek voorbereid.

    Ondanks de bocht van Tsipras moeten we het resultaat van het referendum blijven benadrukken. Dit was indrukwekkend. Twee dagen voor het referendum waren er grote betogingen met meer dan 100.000 aanwezigen en dit met de oproep om niet te buigen. Het deed denken aan de strijd in 2011 toen het verzet tegen de besparingen een momentum kende. Deze mobilisatie was erg belangrijk, de angstcampagne die de bevolking moest overtuigen om ‘ja’ te stemmen draaide immers op volle toeren. De hele planeet, de EU, het Griekse establishment, … Alles en iedereen werd ingezet om de Griekse werkenden te terroriseren en te intimideren. De peilingen die de hele week verschenen gaven een nek aan nek resultaat aan. We wisten dat er in de arbeidersbuurten een grote meerderheid neen zou stemmen. We dachten dat het neenkamp het ruim zou halen, maar waren even in de war gebracht door de peilingen. Normaal zijn de Griekse peilingen erg accuraat. Nu bleek achteraf dat een aantal peilingen opgekocht waren door de rechterzijde, het waren geen echte peilingen maar propagandamiddelen! Alleszins moeten we de grote overwinning van het neenkamp als historisch resultaat koesteren. Het zal een mijlpaal blijven. We zullen er ook Tsipras en co regelmatig aan moeten herinneren, dit ongelofelijke mandaat werd op een paar uur tijd uitverkocht.

    Het resultaat van het referendum was ook een uitdrukking van de vastberadenheid van de Griekse arbeidersklasse. Daar speelde een gevoel van trots mee. In de arbeidersbuurten stemde 85% neen. De massamedia hebben het nooit over wat er zich echt in die wijken afspeelt. Ze brachten beelden van gepensioneerden die in de rij voor de bank moesten wachten omdat die gesloten waren en slechts 60 euro per dag konden uitbetalen. Deze beelden werden in volle campagne getoond. Maar er waren slechts twee keer dergelijke rijen. En toen betogingen langs deze rijen passeerden, riepen de meeste gepensioneerden slogans mee om voor ‘neen’ op te roepen. Maar dat was niet interessant voor de gevestigde media.

    Tegelijk waren de Grieken zich heel bewust van de solidariteit doorheen Europa, er waren zowat 250 betogingen in de rest van het continent. De Griekse werkenden waren daar heel goed van op de hoogte. Het idee van gemeenschappelijke Europese strijd leefde sterk, zeker onder de activisten.

    Xekinima voerde nooit eerder zo’n intensieve campagne als naar de aanloop van het referendum. We verdeelden 100.000 pamfletten op vijf dagen en verkochten 2.700 kranten. Mensen kwamen onze krant vragen, ze namen pamfletten en kranten mee om verder te verspreiden. Wij waren de eersten die met de campagne begonnen.

    Na het referendum is er een tegenstrijdige sfeer. Tsipras geniet onder de massa’s nog steeds steun. We moeten daar rekening mee houden, er is het gevoel dat hij minstens strijd gevoerd heeft. Maar onder activisten, een laag die de afgelopen jaren gegroeid is, wordt Tsipras gehaat. Voor oude reformisten, waarvan sommigen het leven lieten zoals Allende, kan je nog respect hebben. Maar met Tsipras is er het gevoel dat hij met onze voeten gespeeld heeft. Hij riep het referendum uit om de boel uit te verkopen, dat is bijzonder erg. Hij bleef de illusie wekken dat met de trojka kan onderhandeld worden, zelfs indien de trojka hem maar bleef schoppen. De mogelijkheid van vruchtbare gesprekken die wederzijdse voordelen zouden opleveren, bleef maar naar voor komen. Er is echter nooit een toegeving door de trojka gedaan. Tsipras betaalde ondertussen alle oude leningen terug en moest de economie volledig leegzuigen. De economie is volledig getransfereerd naar de schuldeisers zodat de banken overeind bleven. Tsipras heeft zich in de onderhandelingen niet alleen als een reformist gedragen, maar ook als een weinig snuggere reformist.

    Het gevolg is dat Syriza zal splitsen. De vraag is enkel wanneer dit zal gebeuren. Het is onmogelijk om eengemaakt te blijven na deze draai van de leiding. Tal van afdelingen en zelfs een meerderheid van het Centraal Comité stemde tegen deze draai. De beste arbeiders keren zich van de partij af. De vraag is wat de linkerzijde zal doen. Dat is niet duidelijk. De meeste eurocommunisten capituleerden, de zowat 30 parlementairen die tegenstemden zijn die van het links platform. Zij behoren tot een breed amalgaam van groepen en politieke tradities. Ze willen wel een initiatief nemen, maar wachten tot de leiding hen uit de partij zet. Dat is begrijpelijk, maar het omvat het gevaar dat Tsipras met de linkervleugel zal spelen om hen uiteindelijk te isoleren. Het ergste dat kan gebeuren is dat de linkervleugel stelt dat de eenheid boven alles gaat. Als een groot deel van de linkervleugel afsplitst met een duidelijke oproep om antikapitalistische krachten te verenigen, kan dit de basis vormen voor een grote linkse partij die in het parlement zelfs groter is dan de KKE. Maar er is ook het gevaar dat de linkervleugel ongeorganiseerd vertrekt uit Syriza en onderling verder afsplitst.

    Zodra de gevolgen van het nieuwe memorandum duidelijk worden, zowel voor de werkenden als de boeren die nu hard geraakt zullen worden, zal de regering onvermijdelijk opnieuw in crisis geraken. Mogelijk zal Tsipras dat aangrijpen om nieuwe verkiezingen uit te schrijven zodat hij nog kan buigen op het feit dat hij een sterke electorale steun heeft. Maar de Griekse burgerij en het Europese establishment willen geen nieuwe verkiezingen, niet zozeer omdat ze bang zijn van Tsipras maar wel omdat het de druk van onderuit op Tsipras zou opvoeren. Hoe langer Tsipras met verkiezingen wacht, hoe meer zijn steun kan ondergraven worden. De Griekse burgerij en het Europese establishment duwen Tsipras in de richting van nationale eenheid zelfs indien Tsipras daar niet warm voor loopt. De vraag is wat het effect daarvan zal zijn op zowel de leegloop uit Syriza als de rest van de samenleving. Het zal wellicht tot een toename van klassenstrijd leiden waardoor ook de rol van Syriza duidelijker zal worden. Een regering van nationale eenheid houdt ook risico’s in voor de andere partijen, in het verleden kregen de partijen die aan besparingsregeringen deelnamen zware klappen en sommigen verdwenen helemaal van het toneel, denk maar aan LAOS of Dimar en zelfs PASOK verdween bijna uit het parlement.

    Wat de linkerzijde doet, zal beslissend zijn. Het zal onder meer bepalen welke ruimte extreemrechts krijgt. Momenteel kent Gouden Dageraad een beperkte groei, maar nog niet zoals in 2010 toen het een sterke opmars kende. Voor de moord op Pavlos Fyssas liep elke linkse activiteit het gevaar om aangevallen te worden door Gouden Dageraad. Dat is momenteel niet langer het geval, wat ons meer tijd geeft. Mogelijk overweegt een deel van de burgerij de optie van een militaire staatsgreep, zelfs indien het niet meteen op de agenda staat.

    De dag nadat Tsipras een akkoord sloot met de EU deden wij de oproep voor een nieuwe linkse formatie. Tsipras stak de Rubicon over waardoor een nieuwe kracht nodig is. We waren de eersten die zo’n oproep deden en blijven jammer genoeg ook de enigen die in de richting van een brede nieuwe linkse kracht denken. De antikapitalistische alliantie Antarsya denkt dat zij de nieuwe linkse partij kan worden en ook de stalinistische KKE kan mogelijk wel groeien, maar dit blijft beperkt door de sectaire opstelling waardoor KKE de afgelopen jaren heel wat terrein verloor. De linkerzijde in Syriza kan omwille van de partijdiscipline niet zomaar oproepen tot een nieuwe linkse partij. Maar toch worden concrete stappen gezet. Het vacuĂŒm kan niet gevuld worden door één stroming of kracht, samenwerking van verschillende linkse krachten uit zowel Syriza als Antarsya of van daarbuiten zal essentieel zijn.

    Wij merkten in het verleden al op dat het niet mogelijk was om tegelijk een revolutionair referentiepunt te worden en binnen Syriza actief te zijn. Syriza verschilt van de oude sociaaldemocratie in de zin dat er geen massale actieve partijwerking is. De beste activisten waren niet bij Syriza. Bovendien ontbrak het Syriza aan structuren om naar buiten te treden. Wij besloten om een complexe tactiek toe te passen waarbij we zowel binnen als buiten Syriza actief waren. Met het ‘Initiatief van de 1000’ verenigden we de meest linkse elementen van verschillende achtergronden, rond het idee van eenheid van de meest strijdbare elementen van links in Syriza, Antarsya en onafhankelijken.

    We namen nadien het initiatief van linkse fronten op lokaal niveau, er zijn al dergelijke fronten in vier steden en het aantal kan tot 7 Ă  10 toenemen. Deze nemen stilaan de vorm aan van bescheiden lokale massaformaties. Deze lokale linkse allianties kunnen een basis vormen voor een nationale conferentie van strijdbaar links. Ons eerste idee was om dit ergens tegen het einde van het jaar te plannen, maar de snelle ontwikkelingen van de voorbije weken hebben dit doorkruist. Er kwam een nationale conferentie op 16 juli, de beslissing hiervoor werd vier dagen eerder genomen. Het was de eerste samenkomst van links na het referendum. Met 250 tot 300 aanwezigen was het een succes, er waren 12 groepen vertegenwoordigd en zowat alle stromingen binnen de linkervleugel van Syriza waren aanwezig. Sommigen met de volle goesting, anderen niet bepaald. De conferentie was bekend onder activisten in heel het land. Het idee van een nieuwe partij moet nog rijpen, maar we kunnen niet gewoon wachten en moeten al concrete stappen zetten. Nu worden nog veel discussies gevoerd met delen van Syriza, waaronder de jongerenafdeling, maar ook van Antarsya. Er is een groot potentieel maar de vraag blijft natuurlijk in welke mate dit kan gerealiseerd worden. De krachten van Xekinima zijn beperkt maar onze politieke duidelijkheid zorgt ervoor dat we boven ons gewicht boksen.

    We kunnen nog niet zeggen dat dit initiatief tot een nieuwe partij zal leiden, maar het kan wel een belangrijke rol spelen in het proces om tot een nieuwe partij te komen. We kunnen niet wachten tot de linkervleugel van Syriza een eigen initiatief neemt, maar indien dat gebeurt moeten we erop inspelen. De situatie kan er binnen twee maanden totaal anders uitzien, het politieke landschap ter linkerzijde kan er in september anders uitzien. Maar Xekinima zal binnen dat landschap alleszins een sterkere positie innemen.

  • [Video] Opbouw van het CWI doorheen de wereld

    Op de jaarlijkse zomerschool van het CWI was er de laatste dag aandacht voor de opbouw van onze organisaties. Deze discussie werd voorafgegaan door een video met beelden van verschillende acties.

  • Gevolgen Chinese vertraging voelbaar in heel AziĂ«

    De inleiding op deze commissie werd gedaan door Senan. Foto: Liesbeth
    De inleiding op deze commissie werd gedaan door Senan. Foto: Liesbeth

    Op de zomerschool van het CWI eind juli was er een commissie over Zuid-Azië. Er was veel aandacht voor de situatie in Sri Lanka, met onder de aanwezigen een groep Tamil activisten uit Groot-Brittannië maar ook uit ons land. Hieronder een verslag door Geert Cool.

    De Zuid-Aziatische regio kende de voorbije jaren nog steeds een economische groei en dit ondanks de wereldwijde crisis. Zo kenden Sri Lanka en India een groei van meer dan 6%. Maar dit groeiverhaal komt stilaan ten einde, onder meer door de vertraging in China en de beurscrash die daar plaatsvindt. De Chinese vertraging leidt tot een dalende vraag naar grondstoffen, wat gevolgen heeft in onder meer Australië, maar ook Maleisië en Zuid-Azië. Een groot deel van de handel in grondstoffen leidt tot transport doorheen Zuid-Azië, zo passeert 39% van de olie voor China door deze regio. Zowel de Sri Lankese als de Pakistaanse munt staan al onder druk. De economische vertraging vergroot de tegenstellingen op geopolitiek vlak en leidt tot politieke druk op de Aziatische regimes.

    Er zijn investeringen van China in het leger en de zogenaamde nieuwe zijderoutes. Daarbij zijn projecten opgestart om havens te bouwen in Sri Lanka, Pakistan, Bangladesh en de Maldiven. Met het vrijhandelsverdrag TPP proberen de VS de Chinese invloed tegen te gaan. Ook India probeert een grotere regionale rol te spelen, onder meer met grotere investeringen in Sri Lanka. Premier Modi trok naar verschillende landen in de regio om de banden te versterken. Dit was ook in Sri Lanka het geval, waar India een centrale haven voor olietoevoer wil uitbouwen. Rusland wil eveneens een voet aan grond krijgen en probeert dit via Bangladesh. Het leidt niet alleen tot scherpere tegenstellingen tussen regionale machten, maar ook binnen het establishment en de gevestigde partijen van de verschillende landen. In deze situatie zit het gevaar vervat van militaire conflicten, bijvoorbeeld rond eilanden die betwist worden door verschillende landen (denk maar aan het conflict over de Spratly eilandengroep).

    De internationale druk speelt ook een rol in de lokale politieke spanningen. Het oude regime van Rajapakse in Sri Lanka leunde nauwer aan bij China, het nieuwe regime probeerde sterkere banden met India aan te gaan. Een van de nieuwe ministers verklaarde dat Sri Lanka zich tot India moet verhouden zoals Hong Kong tot China. Rajapakse werd in de presidentsverkiezingen een nederlaag toegebracht, waarna de macht van de president werd ingeperkt. Maar nu probeert Rajapakse via de parlementsverkiezingen van midden augustus terug te komen. Geen van beide grote partijen in Sri Lanka slaagt erin om de bevolking verbetering aan te bieden. De beloften van de nieuwe regering om sociale maatregelen te nemen, werden niet waargemaakt. Het maakt dat de parlementsverkiezingen van midden augustus wel eens erg nipt kunnen worden.

    Zuid-AziĂ« is een regio met een groot aantal mensen in armoede. In landen als Pakistan en Nepal gaat het om meer dan 60% van de bevolking, in Bangladesh zelfs tot 80% en ook in India is een meerderheid van de bevolking arm. Alles samen zijn er meer dan een half miljard armen in de regio. De economische groei wordt er voorgesteld als ‘ontwikkeling’, maar een groot deel van de bevolking merkt daar niet veel van. Zo ging een groot deel van de Chinese investeringen in Sri Lanka naar de thuisstad van Rajapakse waar onder meer een haven werd gebouwd waar vorig jaar slechts één schip aanmeerde, een Chinese onderzeeĂ«r. Er kwam ook een internationale luchthaven in deze stad, met een opbrengst van 120 dollar op een heel jaar. Bij veel Chinese investeringen wordt met personeel uit China gewerkt, bij herstellingen of problemen moeten ingenieurs uit China overgebracht worden. De lokale bevolking haalt er weinig voordelen uit, maar moet wel mee betalen in de vorm van hoge publieke schulden tegen woekerrente.

    Infrastructuurwerken en de ontwikkeling van een stedelijke middenklasse wekken de indruk van ontwikkeling in India. Het vergroot de tegenstellingen tussen de steden en het platteland. Bovendien gaat het om een erg beperkte laag van de bevolking die erop vooruitgaat, zelfs indien deze laag in een aantal steden een zeker sociaal gewicht heeft. De armoede op het platteland vormt een voedingsbodem voor religieus extremisme en nationalisme waar gevestigde partijen gebruik van proberen te maken. Voor het establishment omvat dit ook gevaren, onder meer van politieke instabiliteit met nieuwe populistische formaties in de steden zoals de anti-corruptiepartij AAP in Delhi of de impact van de PTI van Imran Khan in een aantal Pakistaanse steden. Dergelijke nieuwe formaties zijn niet stabiel en hebben geen uitgewerkt programma. Het bestrijden van corruptie vereist immers een strijd tegen het volledige systeem.

    Naarmate de beperkingen van deze nieuwe formaties duidelijk worden, zal het bewustzijn verder ontwikkelen. Tegen de achtergrond van economische crisis en bijhorende aanvallen op de levensstandaard en de organisaties van de arbeidersbeweging zijn confrontaties op klassenbasis onvermijdelijk. De Indische regering probeert de ontwikkeling van nieuwe vakbonden en strijd tegen te gaan met anti-syndicale wetten. Maar het asociale beleid botst op steeds meer verzet, zo is er begin september een algemene staking in India gepland. Deze staking wordt zelfs ondersteund door de vakbondsfederatie die met de regerende hindoenationalistische BJP verbonden is.

    Linkse socialisten in de regio blijven consequent bouwen, soms in bijzonder moeilijke omstandigheden. In India voeren we onder meer campagne voor een hoger minimumloon. In Sri Lanka nemen we aan de parlementsverkiezingen deel met meer dan 80 kandidaten, zowel in het zuiden als het noorden van het land. In Pakistan werden we uitgenodigd door een jongerenbeweging opgezet door de bekende zanger Jawad Ahmad om samen te werken, wat ons toegang heeft tot jongeren terwijl we voorheen vooral onder vakbondsmilitanten actief waren. Onze Pakistaanse afdeling organiseerde een betoging van vrouwen tegen het geweld van de Taliban. Het verenigen en organiseren van werkenden, jongeren en arme boeren is niet evident in Pakistan, maar onze afdeling probeert dit te doen op basis van een socialistisch programma.

     

  • Europese crisis leidt tot nieuwe strijd en opkomst linkse formaties

    19996633652_db9a551d0a_zDe situatie in Griekenland stond ook centraal in de discussie over Europa tijdens de internationale zomerschool van het CWI eind juli. Aan die zomerschool namen ruim 300 socialisten uit 22 landen deel. Hieronder een verslag van de discussie over Europa door Kevin Parslow.

    De inleiding gebeurde door Peter Taaffe van het Internationaal Secretariaat van het CWI. Hij had het over ‘scherpe wendingen, plotse en abrupte veranderingen in de situatie’ om Griekenland vandaag te karakteriseren. De rest van Europa zal volgen. De historische overwinning in het referendum en het enorme verzet van de Griekse massa’s – vooral de werkenden en jongeren die hun revolutionaire energie toonden na meer dan 30 algemene stakingen – zet de toon.

    Het resultaat was niet alleen schokkend voor de kapitalistische klasse in Griekenland en doorheen Europa, maar ook voor premier Tsipras en de leiding van Syriza. De omvang van de neenstem gaf Tsipras geen excuus om op de rem te staan, maar hij wist niet wat te doen met dit resultaat. Hij was bang van de macht, de macht die nu aan hemzelf en zijn partij was gegeven door de massa’s.

    Een week later volgde een enorme uitverkoop door Tsipras en de leiding van Syriza. De partij begon te splitsen. Tsipras heeft de pro-besparingspartijen naar zich toe getrokken, wat kan leiden tot een regering van ‘nationale eenheid’. Het is alsof een voetbalploeg die de Champions League wint de volgende week beslist om in de laagste provinciale divisie aan te treden.

    Athina uit Cyprus stelde in de discussie dat weinigen hadden verwacht dat Tsipras zo snel een bocht zou maken. Veel lokale afdelingen verwerpen de nieuwe positie van Tsipras en er zijn al discussies over nieuwe linkse initiatieven. Cyprus volgt het ritme van Griekenland. Een derde van de bevolking in het zuiden van Cyprus leeft onder de armoedegrens. De zogenaamde ‘communistische’ AKEL bracht de trojka naar Cyprus. In het noorden van Cyprus speelt Turkije dezelfde rol als de trojka in Griekenland.

    In de inleiding stelde Peter Taaffe dat het lot van de werkende klasse op het spel staat, niet alleen in Griekenland maar doorheen Europa en de rest van de wereld. Griekenland is een laboratorium geworden waarin kapitalisme, reformisme en revolutie worden uitgetest.

    Lucy uit Duitsland merkte op dat de regering-Merkel Griekenland wil omvormen tot een protectoraat zoals destijds in Kosovo of nog de voormalige DDR, een testgebied voor een hard neoliberaal beleid. Socialisten in Duitsland moeten zich verzetten tegen hun ‘eigen’ heersende klasse, de eerste en belangrijkste verantwoordelijke voor de Griekse tragedie. Tegelijk moeten we ons verzetten tegen de positie van Die Linke die wel verklaarde tegen het memorandum te zijn als het in het Duitse parlement werd voorgelegd, maar dat het in Griekenland zou voorgestemd hebben. De linkse socialisten in Duitsland verzetten zich tegen het beleid van de Duitse heersende klasse wiens chantage heeft geleid tot de capitulatie van Syriza. Dit was enkel mogelijk omdat er geen ‘plan B’ was, een programma van socialistische breuk met de trojka.

    De Griekse werkende klasse ziet zwaar af. De werkloosheidscijfers blijven bijzonder hoog en het nieuwe besparingsplan zal het nog erger maken. Er was al een economische krimp van 25% en daar dreigt nog eens 4,2% bovenop te komen. Het kan de steun voor Gouden Dageraad versterken, maar er zullen meer kansen zijn voor de arbeidersbeweging om vooruit te gaan en zich op te werpen vooraleer de dreiging van het fascisme zich echt kan stellen.

    In de onderhandelingen met de trojka werd Tsipras aan een vorm van ‘waterboarding’ onderworpen. Maar het klopt niet dat Tsipras geen alternatief had of dat Griekenland te klein is om zich te verzetten. Deze capitulatie zal door de burgerij, de sociaaldemocratische echo van de burgerij en zelfs sommige linkse krachten gebruikt worden om te zeggen dat er geen alternatief was. Maar de mogelijkheden in Griekenland waren en blijven enorm.

    Er is een lange traditie van strijd door de werkende bevolking van het land. Dit bleek nogmaals in de reactie op de druk van de burgerij en het Europese establishment in het referendum. Er dreigt een groeiende ideologische afkeer tegen de ‘markt’. Dat is waarom het IMF al verklaarde dat het programma voor Griekenland “onhoudbaar” is. Er is angst voor een besmetting in het zuiden van Europa en Ierland, maar ook in het noorden van Europa. In het geval van een overwinning van de Griekse werkenden neemt het gevaar van die ‘besmetting’ drastisch toe. De gebeurtenissen in Griekenland en de rest van Europa bevestigen de theorie van de permanente revolutie van Trotski.

    Het programma van Xekinima, onze Griekse afdeling, is de beste garantie voor een overwinning. In elk stadium bracht Xekinima een duidelijke analyse en werd dit gekoppeld aan actieve interventies. Er werd gepleit voor de nationalisatie van de banken onder arbeiderscontrole en –beheer, het overnemen van de sleutelsectoren van de economie in publieke handen en een internationale verspreiding van de beweging. Om een beter beeld te hebben van hoe socialisten op een crisis zoals die in Griekenland reageren, is het nuttig om ‘De dreigende catastrofe en hoe die te bestrijden’ van Lenin uit september 1917 te lezen (zie: https://www.marxists.org/nederlands/lenin/1917/catastrofe/)

    Griekenland heeft sinds 2010 gemiddeld om de 14 maanden een nieuwe regering gekend. Ook nu zijn nieuwe verkiezingen niet uitgesloten. De politieke uitdrukking van de crisis is sterk in het zuiden van Europa en in Griekenland in het bijzonder. Er zijn snelle politieke verschuivingen waarbij traditionele evenwichten of dominantie door twee partijen verdwijnen en plaatsmaken voor de opkomst van nieuwe nationalistische, extreemrechtse maar ook linkse partijen.

    Reformisme

    “Verraad is inherent aan reformisme”, schreef Trotski. De voormalige sociaaldemocratische partijen waren niet in staat om progressieve hervormingen aan te bieden tijdens deze organische crisis van het kapitalisme. Ze zijn openlijk overgegaan naar het kamp van de kapitalisten om tegenhervormingen voor te stellen. Jammer genoeg lijkt Syriza nu heel ver te gaan in een ‘Pasokificering’, wat kan leiden tot hetzelfde resultaat als de Griekse sociaaldemocratische PASOK die met de laatste verkiezingen amper nog de kiesdrempel haalde.

    Overal wordt de basis gelegd voor nieuwe formaties. Ook in Groot-Brittannië waar de parlementsverkiezingen en nu de verkiezing van een nieuwe Labour-leider voor interessante ontwikkelingen zorgen. Als de werkende klasse geen politieke uitdrukking voor het ongenoeg vindt, neemt de kans op syndicaal verzet toe. Er groeit een vastberaden sfeer van protest tegen het offensief van de werkgevers en de conservatieve Britse regering.

    Doorheen Europa is er instabiliteit. Dit kan nog erger worden met de nieuwe crisis die er zit aan te komen. De vertraging van de Chinese economie heeft een directe impact op de leveranciers van grondstoffen uit de neokoloniale wereld. Daarnaast is de beurscrash in China. De kapitalisten hebben wel veel middelen, maar ze kunnen deze nergens veilig investeren. Als de VS in de herfst overgaat tot een stijging van de rentevoeten kan dit de wereldeconomie in een nieuwe crisis meesleuren.

    De vooruitzichten voor de eurozone gaan in de richting van erg beperkte groei dit en volgend jaar. Mario Draghi van de Europese Centrale Bank verklaarde: “Met dergelijke groeicijfers zal het Europese continent mogelijk nooit de hoge werkloosheidscijfers achter zich laten en zal de schuld nog een eeuwigheid meegaan.” Dat is ook de reden waarom economen oproepen tot een schuldherschikking of gedeeltelijke kwijtschelding.

    Er is in feite overal in Europa wel een element van Griekenland. Piketty wees op het dilemma voor Griekenland: het land zou gedurende 30 jaar 4% van het BBP aan de ‘crediteurs’ moeten betalen, het kwijtschelden van de schuld zou veel gemakkelijker zijn.

    Belgische stakingen

    De bereidheid tot strijd werd aangetoond in de stakingen van de Duitse treinbestuurders (de Duitse sociaaldemocraten steunden antivakbondswetten tegen de treinbestuurders!), maar ook in de algemene staking eind 2014 tegen het spook van het Thatcherisme in België of in de strijd in Frankrijk voor het behoud van wat nog van de 35-urenweek overblijft.

    StĂ©phane had het over het verzet tegen de rechtse regering in BelgiĂ«. De grote vakbondsbetoging gevolgd door regionale en nationale stakingsacties was sterker waar er personeelsvergaderingen en massapiketten werden georganiseerd. De beweging groeide door het actieplan verder aan en kwam dicht bij de val van de regering. Maar de vakbondsleiders waren bang en gingen over tot onderhandelingen waardoor het momentum verloren ging. De regering gebruikte dit, maar ook de aanslag op Charlie Hebdo, om de eigen positie te versterken. De vakbondsleiders waren bang om de controle over de beweging te verliezen, maar het is een illussie te denken dat deze regering toegevingen zal doen zonder ernstige strijd. De grootste sterkte van de Belgische regering is de zwakte van de politieke oppositie. De ‘socialistische’ partijen blijven achteruitgaan in de peilingen, de PTB daarentegen haalt wel 9% langs Franstalige kant maar is geen massale arbeiderspartij. Een nieuwe beweging die opbouwt naar een algemene 48-urenstaking kan de regering ten val brengen en zou ook de basis kunnen vormen voor een nieuwe arbeiderspartij.

    In de inleiding waarschuwde Peter Taaffe voor het gevaar van extreemrechts, een neveneffect van de crisis van het kapitalisme en het falen van de linkerzijde. Extreemrechts kan ook inspelen op de migratiecrisis. Het ineenstorten van samenlevingen in het Midden-Oosten en Afrika zorgt ervoor dat enkel vanuit Libië tussen een half en een miljoen mensen wachten om de Middellandse Zee over te steken, een gevaarlijke oversteek die al duizenden levens kostte.

    De arbeidersbeweging en socialisten moeten een programma naar voor schuiven om te antwoorden op de antimigrantencampagne. We verdedigen onder meer het recht op asiel. De conflicten rond de opvang van de vluchtelingen tonen de onoverbrugbare nationale tegenstellingen in de EU. Het geeft aan dat een monetaire unie zonder politieke unie niet mogelijk is en dat een politieke unie op kapitalistische basis niet kan.

    Een opbreken van de eurozone wordt onvermijdelijk. Zoals Karl Marx ooit schreef: “De traditie van alle dode geslachten drukt als een zware last op de hersenen van de levenden.” Dat is een belangrijke struikelsteen in Griekenland: de zogenaamde ‘voordelen’ van de eurozone worden verbonden met de overgang van een achtergebleven situatie naar een moderne samenleving. Dezelfde gevoelens bestaan ook in de rest van het zuiden van Europa en in Ierland, tot op zekere hoogte ook in de rest van Europa. De bevolking wil niet terug naar de drachme, maar de euro sleept Griekenland en andere landen terug naar de achtergebleven situatie uit het verleden en erger.

    Als Griekenland uiteindelijk uit de eurozone verdwijnt, zal dit het einde of het begin van het einde van de gemeenschappelijke munt zijn. Italië en Frankrijk hebben onhoudbare schulden, mogelijk zal een groter land steun nodig hebben.

    Spanje

    De trojka was vastberaden om Syriza te vernederen en in zekere zin is het establishment erin geslaagd om een regimeverandering door te voeren. Dit zal onvermijdelijk gevolgen hebben op de strijd tegen de besparingen in kleinere landen als Ierland en Portugal, maar in grotere landen als Italië en Spanje. Podemos heeft niet echt een programma en wordt strak top-down bestuurd. De partij lijkt al naar rechts op te schuiven na de bocht van Tsipras.

    Vicki sprak in de discussie over belangrijke veranderingen in Spanje. De nieuwe partij Ciudadanos (burgerpartij) kende een opmars, maar ook de nieuwe linkse krachten gingen sterk vooruit waardoor de mogelijkheid van een linkse regering concreter wordt voor veel werkenden nu er linkse burgemeesters zijn in Madrid en Barcelona. De leiding van Podemos en Verenigd Links (IU) vormt een rem op de ontwikkeling van een gezamenlijke beweging. Podemos stagneert en schoof naar rechts op, de partijleiders verklaarden dat ze in Griekenland voor het akkoord met de trojka zouden gestemd hebben. IU sloot activisten die op lokaal vlak voor linkse eenheid pleitten uit de partij. Er zijn spanningen in Podemos met activisten door voor linkse fronten zijn. Maar deze discussies hebben voorlopig niet zozeer het programma als inzet. Daaruit blijkt het gebrek aan een voldoende sterke revolutionaire kracht.

    Rob uit Barcelona had het over de situatie in CataloniĂ« waar er veel steun is voor een ‘linkse front’ in de parlementsverkiezingen in Spanje maar ook voor de verkiezingen in CataloniĂ« zelf. De regerende partij CiU is in twee gesplitst, de voorstanders van onafhankelijkheid hebben een blok gevormd met de linkse ERC. De groeiende steun voor onafhankelijkheid wijst op de roep naar verandering. Een Links Front met Podemos zal wellicht deelnemen aan de verkiezingen, maar dit is een front zonder de linkse nationalisten.

    Marco stelde dat het gevaar van besmetting reëel is in Italië. Als Griekenland de eurozone verlaat, dan staat Italië hoog op de lijst van volgende landen voor speculatieve aanvallen. Het zou de reeds problematische economische situatie nog erger maken. Sinds 2007 is de Italiaanse economie met ongeveer 10% gekrompen, de industriële productie nam met een kwart af. Premier Renzi verwacht een beperkt herstel, maar dit zal mogelijk slechts een technische correctie zijn. De aanvallen op het arbeidsrecht hebben de nationale akkoorden ondermijnd en maken het gemakkelijker om af te danken. De klassenstrijd stagneert wat en er is geen politiek referentiepunt voor de slachtoffers van het besparingsbeleid. Maar de steun voor Renzi begint af te nemen. Voorlopig kunnen de rechtse Lega Nord en de Vijfsterrenbeweging (M5S) van Beppe Grillo vooruitgaan, mogelijk kan M5S in Rome de verkiezingen winnen en kan Salvini van de Lega Nord de belangrijkste rechtse leider worden.

    In Frankrijk is er eveneens een gebrek aan een politieke stem voor de werkenden die tegen de aanvallen van de regering ingaan. Momenteel is er veel te doen om de ‘Macron wetten’, een asociale aanval op de werkende bevolking. Leila wees erop dat MĂ©lenchon aankondigde dat hij in een tweede ronde van regionale verkiezingen tussen de PS en het FN voor de PS zou stemmen. Als het FN de ‘familieruzie’ overstijgt, kan het een goed resultaat neerzetten onder diegenen die zowel tegen Hollande als Sarkozy willen stemmen. Er waren heel wat defensieve stakingen in Frankrijk, maar er kwam nog geen stap naar meer veralgemeende strijd.

    Ierland

    Het Ierse besparingsbeleid botst op verzet, onder meer rond de nieuwe waterbelasting. Maar liefst 57% van de bevolking heeft die belasting niet betaald. Cillian stelde dat de acties tegen de waterbelasting groot zijn en dat het verzet tegen de belasting ook erg actief is. Er waren maar liefst 350 Facebookpagina’s van groepen tegen de waterbelasting. De omvang van de beweging dwong de regering tot toegevingen, maar de beweging gaat gewoon door. Er zijn verwarrende elementen, maar deze beweging weerspiegelt een bocht naar links in de Ierse samenleving. In de grootste betoging tegen de waterbelasting waren volgens een onderzoek 65% van de aanwezigen voor het eerst op een actie en had 70% voor de regeringspartijen gestemd. Maar hetzelfde onderzoek gaf aan dat een derde nu voor de Anti-Austerity Alliance (AAA) of People before Profit zou stemmen.

    In de inleiding stelde Peter Taaffe dat het verzet van de Ierse werkende bevolking leidde tot de bijkomende verkiezing van twee leden van de Socialist Party als parlementslid van de Anti-Austerity Alliance. Bij komende parlementsverkiezingen kan het aantal verkozenen verder toenemen waardoor dit een referentiepunt in Europa kan worden.

    Het referendum over de Schotse onafhankelijkheid weerspiegelde een nationale maar ook een klassenrevolte tegen de Tories, met inbegrip van de ‘Red Tories’ (Labour). Het ging ook om een strijd tegen het besparingsbeleid. Dit referendum had gevolgen voor de nationale parlementsverkiezingen. De 56 verkozenen van de Scottish National Party (SNP) stelden Labour een blok voor tegen de Tories, onder meer tegen de antivakbondswetten, maar Labour wijst dit af.

    De Griekse werkenden zullen geconfronteerd worden met nog meer aanvallen, maar het kapitalisme leert ons allemaal de harde lessen van de klassenstrijd. Er kan tijdelijk een zekere ontgoocheling zijn en een meer passieve opstelling, maar er komen nieuwe offensieven van de werkenden. Iers parlementslid Paul Murphy stelde dat de nederlaag in Griekenland kan leiden tot een vertraging van de ontwikkeling van de linkerzijde. Zelfs sommigen aan de linkerkant van Syriza, zoals Costas Lapavitsas, dachten dat een confrontatie Tsipras tot een exit uit de euro zou dwingen. We moeten de Griekse gebeurtenissen gebruiken om de opbouw van de revolutionaire krachten te versterken, aldus Paul. Er is geen alternatief op het uitbouwen van nieuwe massale arbeiderspartijen doorheen Europa en deze partijen zullen de weg voorbereiden voor massale revolutionaire partijen.

    Europa en de wereld hebben een stormachtig jaar gekend. Oost-Europa en het Midden-Oosten kennen heel wat onrust, met onder meer de oorlog in OekraĂŻne, de vluchtelingencrisis en de terreurdreiging die in heel het continent gevolgen hebben. Enkel een eengemaakte arbeidersklasse kan de basis leggen voor een offensief tegen verdeeldheid en tegen kapitalisme. Dat zal tijd vergen, maar wij zijn ervan overtuigd dat de massa’s uiteindelijk tot strijd zullen overgaan en dat zeker de jongeren de bevrijdende ideeĂ«n van het socialisme zullen omarmen.

    Griekenland als voorbode van crisis doorheen Europa

    In zijn afronding stelde Tony Saunois van het Internationaal Secretariaat van het CWI dat Griekenland een voorbode is van de crises die doorheen Europa zullen volgen in de komende periode. Dat alleen al maakt het belangrijk om de discussie over tactieken, programma en taken voor de arbeidersklasse in Griekenland uitgebreid te voeren. Het opleggen van het besparingsbeleid heeft van Griekenland een protectoraat gemaakt met een koloniaal regime, bijna een bezetting – een bezetting door banken, niet door tanks. Thomas Jefferson stelde ooit dat de banken een groter gevaar voor de vrijheden vormden dan een staand leger.

    Het ging om een wraakactie tegen de Griekse bevolking die voor Syriza had gekozen en dan nog eens ‘neen’ stemde in het referendum. Er waren elementen van een coup, maar het doel van de trojka was een regimeverandering die tot uiting kwam in het ontslag van Varoufakis en tien andere ministers.

    Het karakter van de nieuwe linkse formaties is nog onzeker, een van de problemen is het gebrek aan actieve betrokkenheid van de werkende bevolking aan de basis van deze organisaties. Zeker bij Syriza speelt dit een rol. Tsipras weigerde om het Centraal Comité te volgen rond de Europese voorwaarden. Er stemden 38 linkse verkozenen tegen, maar de vraag blijft wat er nu zal gebeuren? We mogen niet vergeten hoe zwak deze linkse krachten zijn in vergelijking met pakweg de centristische krachten in de Chileense Socialistische Partij onder Allende in de jaren 1970 of zelfs in PASOK toen die partij net was opgezet.

    Tijdens de onderhandelingen binnen de EU was er verdeeldheid op de Duits/Frans-Italiaanse as. Er was zelfs verdeeldheid in de Duitse regering met minister SchÀuble die de mogelijkheid van een Grexit naar voor schoof. Als Tsipras neen had gezegd aan de trojka, dan zouden miljoenen mensen in het zuiden van Europa op straat gekomen zijn om dit te steunen. Het zou de mogelijkheid gevormd hebben voor een breuk met het Europese imperialisme of een aanzet hiertoe geboden hebben.

    De ontwikkeling van strijd in het noorden van Europa is ook erg belangrijk, de stakingen in Duitsland en België geven aan hoe het verzet kan groeien. We moeten ingaan tegen nationalisme en de aanvallen op de Duitse bevolking als verantwoordelijken voor het beleid van de Duitse regering. Wij staan voor arbeiderseenheid doorheen Europa.

    De Griekse crisis is niet voorbij, ze komt terug en zal ook in andere landen toeslaan. Het bevestigt de dringendheid van nieuwe arbeiderspartijen die ook over een programma beschikken waarmee de strijd gevoerd wordt. De onderhandelingen hebben aangetoond dat een confrontatie met het besparingsbeleid van de heersende klasse een programma vereist waarmee we hen kunnen verslaan, zoniet worden we zelf verslagen.

    De geschiedenis schakelt een versnelling hoger, we moeten er lessen uit trekken om voorbereid te zijn op de volgende stappen in de opbouw van een echt alternatief voor de werkende bevolking van Europa en de wereld.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop