Tag: Catalonië

  • Brussels protest tegen de repressie van Rajoy

    Gisteren werd aan de Spaanse ambassade geprotesteerd tegen de repressie van Rajoy en uit solidariteit met de beweging in Catalonië. LSP was er bij om de algemene staking van de jongeren en de vakbonden vandaag in Catalonië te ondersteunen. Enkele foto’s en video’s door Mario:

    Solidariteit met beweging in Catalonië // Foto's en video's door Mario

  • Catalonië: voor algemene staking op 3 oktober tegen repressie en voor het recht om te beslissen!

    Oproep voor jongerenprotest op 3 oktober.

    Brutaal politiegeweld botst op verzet van Catalaanse bevolking

    Duizenden agenten gingen over tot brutale repressie in Catalonië om te vermijden dat gestemd werd in het referendum van 1 oktober. De politiediensten braken glazen deuren van scholen waar kiesbureaus waren en ze namen stembussen mee. De regering van de Partido Popular (PP) en de staat stuurden de oproerpolitie af op duizenden burgers, gezinnen, kinderen en oudere mensen. Ze werden gestuurd om Catalonië te bezetten, maar dit botste op groot en voorbeeldig verzet van de bevolking.

    Verklaring van Izquierda Revolucionaria (geschreven op 1 oktober)

    Ondanks de angstcampagne waarbij geprobeerd werd om iedereen die wilde stemmen te intimideren (arrestaties, hoge boetes en het sluiten van websites), werd massaal gereageerd. Dit was een uitstekend voorbeeld van strijd en het toont de weg vooruit aan. De mobilisaties moeten doorgaan met een algemene staking in Catalonië op 3 oktober en met de komende dagen ook massale betogingen van de strijdbare linkerzijde en de vakbonden in de rest van de Spaanse staat. Het is nu het moment om de PP-regering weg te krijgen.

    Repressie uit het tijdperk van Franco

    De beelden van onder het Franco-regime zijn terug met de Spaanse premier Rajoy en zijn regering van dieven, reactionairen en Spaanse chauvinisten. De erfgenamen van de dictatuur probeerden de bevolking van Catalonië een les te leren, maar dit draaide op een complete mislukking uit. De woede en verontwaardiging van miljoenen jongeren en werkenden neemt toe en vormt een muur waartegen de Franquistische rechterzijde en de repressieve staat botsen.

    In de loop van gisteren nam het aantal gewonden toe. Het antwoord op straat zal eveneens aanzwellen. De politieke lessen van wat gebeurde, zijn belangrijk en zullen in het bewustzijn van miljoenen mensen gegrift staan. Dit is natuurlijk het geval in Catalonië, maar ook in de rest van de Spaanse staat en internationaal. De uitleg van de PP dat de regering slechts de wet toepast, kan niet verbergen dat de wet onrechtvaardig, ondemocratisch en tegen de wil van miljoenen Catalanen ingaat. Het optreden van de rechtse regering maakt dat de capitulatie van de PSOE-leiding (sociaaldemocratie) des te schandaliger is. Deze leiding verkoos een alliantie met de erfgenamen van Franco boven de erkenning van het recht van de Catalaanse bevolking om zelf te beslissen.

    De Grondwet van 1978

    Dankzij de mobilisatie van miljoenen jongeren, werkenden en inwoners van Catalonië is het autoritaire karakter van het kapitalistische regime dat sinds 1978 bestaat (na het einde van het Franco-tijdperk) in vraag gesteld. Om een einde te maken aan een revolutionaire situatie waarbij de werkenden en jongeren in alle gebieden van de Spaanse staat de dictatuur en het kapitalisme betwistten, werd toen een akkoord gesloten tussen de Spaanse burgerij en de reformistische leiding van de linkse organisaties (de communistische PCE en het sociaaldemocratische PSOE) om de dictatuur te hervormen en de democratische vrijheden die op straat al veroverd waren legaal te erkennen. Op deze manier werd een socialistische maatschappijverandering vermeden en kon de burgerij de controle over de situatie behouden. Er kwam een monarchie en een parlementair stelsel dat autoritaire aspecten behield.

    De Grondwet van 1978 omvatte ook een wet die immuniteit gaf aan de misdaden onder Franco. Het staatsapparaat werd nooit uitgekuist. Het leger, de politie en het gerecht bleven in handen van dezelfde reactionairen. De ‘vrije markt’ en de onbetwistbare macht van de kapitalisten werden uiteraard erkend. Het recht op zelfbeschikking voor Catalonië, Baskenland of Galicië werden ontkend. De Grondwet ademde de taal van de Franco-dictatuur uit: “Spanje, groot en vrij.’

    De massabeweging die nu in Catalonië plaatsvindt voor nationaaldemocratische rechten heeft de discussie op een kantelpunt gebracht. Het ontkennen van Catalonië als natie werd bevestigd door de centralistische burgerij en de rechterzijde die overging tot repressie of zelfs militaire verovering. Het gaat samen met een breed gedragen frustratie over de gevolgen van de kapitalistische crisis: massale werkloosheid, uithuiszettingen, onzekere laagbetaalde jobs, gebrek aan toekomst voor de jongeren. De strijd tegen nationale onderdrukking en klassenonderdrukking gaat eens te meer samen, net zoals op andere ogenblikken in Spanje (1909, 1931, 1934, 1936, 1977, …). Dit creëert een revolutionair potentieel waarmee de politieke dominantie van het Spaanse kapitalistische regime wordt betwist.

    De arbeidersklasse en de jongeren in de hele Spaanse staat moeten begrijpen dat de Catalaanse zaak ook hen aanbelangt. “Een volk dat een ander onderdrukt, kan nooit vrij zijn,” zei Karl Marx. De arbeidersbeweging heeft zich doorheen de geschiedenis steeds uitgesproken voor nationale bevrijding, voor het recht op zelfbeschikking van onderdrukte naties en dit als onderdeel van de strijd voor een socialistische omvorming van de samenleving. In Catalonië komen we vandaag op voor democratische vrijheden die zo hard bevochten werden in de jaren 1970. Als de regering vandaag zo optreedt tegen de Catalaanse bevolking, hoe zal ze dan morgen optreden? Het antwoord is niet moeilijk. Morgen zal de repressie opgevoerd worden tegen al wie zich verzet tegen onrechtvaardigheid en al wie het aandurft om de onderdrukking en het bewind van deze regering te betwisten. Er zullen meer repressieve wetten komen, meer uitzonderingsmaatregelen, meer Franquistische onstrafbaarheid.

    3 oktober: algemene staking in Catalonië! Voor massamobilisatie in de Spaanse staat!

    De bevolking van Catalonië heeft zich heldhaftig verzet tegen de PP en het regime. We moeten van deze opening gebruik maken om het onmiddellijke ontslag van Rajoy te eisen om een einde te maken aan de brutale repressie. Dit zal enkel mogelijk zijn indien de georganiseerde arbeidersklasse op het terrein komt, de productie platlegt en op straat komt met de jongeren en de burgers die al massaal gemobiliseerd zijn.

    De vakbondsleiders behouden spijtig genoeg het zwijgen. [Sinds het schrijven van deze verklaring op 1 oktober is er ondertussen een oproep van de Catalaanse vakbondsleiders om de stakingsoproep voor 3 oktober te ondersteunen]. Zwijgen mag geen optie zijn na brutale repressie die doet denken aan de dictaturen van Franco of Pinochet. Zoals de bekende uitspraak het stelt: “Toen de nazi’s de communisten arresteerden, heb ik gezwegen; ik was immers geen communist. Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik gezwegen; ik was immers geen sociaaldemocraat. Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet geprotesteerd; ik was immers geen vakbondslid. Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd; ik was immers geen Jood. Toen ze mij kwamen halen was er niemand meer, die nog protesteren kon.”

    De CCOO en UGT moeten onmiddellijk steun geven aan de oproep voor een algemene staking in Catalonië op 3 oktober en de mobilisatie van de werkende bevolking in de rest van Spanje promoten. Zoniet dreigen de vakbondsleiders nogmaals gecompromitteerd te worden, waarbij ze gezien worden als medestanders van diegenen die op brutale wijze democratische rechten met de voeten treden.

    Izquierda Revolucionaria roept alle linkse krachten op om de strijd te voeren. In Catalonië roepen we Comú, ERC (Republikeinse Linkerzijde van Catalonië), CUP (Volkseenheid) en de vakbonden en sociale bewegingen op een breed front van verzet te vormen tegen repressie en een algemene staking op 3 oktober te organiseren. De mobilisatie moet doorgezet worden om de rechterzijde terug te dringen, de repressiekrachten uit Catalonië terug te dringen en de PP-regering neer te halen.

    De jongeren tonen een moedige betrokkenheid in deze strijd. Ze deden dit met de massale mobilisatie op 28 september en nu opnieuw op straat waar ze de oproerpolitie trotseren. Sindicat d’Estudiants roept op tot een algemene jongerenstaking op 3 oktober en voor solidariteitsmobilisaties van jongeren in de rest van de staat.

    Er is een opmars van klassenstrijd. Izquierda Revolucionaria bevestigt haar engagement in de strijd van de Catalaanse bevolking voor nationaaldemocratische rechten. We riepen op tot massale deelname aan de stembusgang van 1 oktober om voor de Catalaanse republiek te stemmen als een manier om het kapitalistische regime een slag toe te brengen. Dit zal de klassenstrijd voor een Catalaanse socialistische republiek versterken, tegen de besparingen en als stap naar een nederlaag voor de PP en voor de rechtse Catalaanse nationalisten van PDeCat.

    Er is nood aan een arbeidersalternatief dat internationalistisch en revolutionair is, niet onderworpen aan de nationalistische burgerij van Catalonië of de PDeCat van Puigdemont. We mogen niet vergeten dat zij nu gebukt gaan onder het reactionaire geweld van de PP, maar in het verleden zelf brutale besparingen doorvoerden waarbij ze hun eigen privileges verdedigden alsook concrete klassenbelangen: die van de economische elite van Catalonië.

    Izquierda Revolucionaria komt op voor een consequent links alternatief dat gericht is op de eenheid van de werkenden en jongeren van Catalonië met die in de Spaanse staat: eenheid in onze gezamenlijke strijd voor socialisme.

    Het beëindigen van de nationale onderdrukking van Catalonië, Baskenland, Galicië, is in dit tijdperk van imperialistisch verval enkel mogelijk indien het nauw verbonden wordt met het omverwerpen van het kapitalisme en de strijd voor de socialistische omvorming van de samenleving. Het vereist de vestiging van een federale socialistische republiek op basis van een vrijwillige eenheid van volkeren en naties die vandaag in de Spaanse staat bestaan.

    Spandoek van Izquierda Revolucionaria op het protest in Madrid gisterenavond ter ondersteuning van de Catalaanse beweging.
  • Waarom wij het referendum in Catalonië steunen… en N-VA minder enthousiast is

    Spreidstand van N-VA in België en nu ook rond Catalonië: behoud besparingspolitiek voor N-VA belangrijker dan het zelfbeschikkingsrecht

    Persconferentie van de Sindicato de Estudiantes samen met Podemos aan het parlement in Madrid. De boodschap is duidelijk: “Volem votar” (Laat hen stemmen).

    Komende zondag is een door de Spaanse staat illegaal verklaard referendum voor de onafhankelijkheid van Catalonië gepland. De aanloop ernaar verloopt rumoerig, met sterk opgedreven repressie vanwege de nationale staat en een massaal verzet hiertegen onder de Catalaanse bevolking. We publiceerden hierover reeds verschillende artikels en verklaringen, o.a. vanwege onze Spaanse zusterorganisatie. Hier willen we bekijken hoe de N-VA, de dominante kracht in het hedendaagse Vlaams-nationalisme, zich ertoe verhoudt.

    Dossier door Anja Deschoemacker, auteur van ‘De Nationale Kwestie in België’

    Geen gejubel

    Van de jubelende gezichten en de triomfantelijke stemming ten tijde van de aanloop naar het Schotse onafhankelijkheidsreferendum is bij N-VA vandaag – naar aanleiding van het Catalaanse referendum – niets meer te bekennen. Ook de strijdvaardigheid van Jan Jambon op het vlak van de Catalaanse onafhankelijkheid is fel teruggelopen. Waar hij in 2015 nog deed verstaan dat de Catalaanse kwestie een regeringscrisis waard was, moeten hun collega nationalisten in Catalonië het vandaag doen met een verklaring van Bart De Wever dat de repressieve houding van de Spaanse staat “dom en onaanvaardbaar” is. De federale regering, waarin N-VA nochtans de dominante kracht is, komt zelfs niet tot een afkeuring van de verregaande repressie door de Spaanse staat.

    De daadkracht van N-VA op het communautaire vlak in België zelf wordt al enige tijd in vraag gesteld door figuren binnen de Vlaamse beweging, waaronder uiteraard het Vlaams Belang, maar ook de twee ex-N-VA’ers Hendrik Vuye en Veerle Wouters (V&W) en figuren als Bart Maddens. Die kritiek is stevig toegenomen na de recente verklaringen van Bart De Wever dat de partij geen communautaire agenda zou verdedigen in de komende verkiezingscampagne in 2019.

    Op het Europees vlak was er vanuit diezelfde kringen kritiek op de overstap in 2014 van de NVA van de EVA-fractie in het Europees parlement (een verzameling van nationalistische/regionalistische partijen en de groenen) naar de conservatieve ECR-fractie, waarin o.a. de Britse Tories zetelen. Om de meubelen te redden, bleef NVA wel lid van de EVA-partij (maar dus niet van de fractie) en verkreeg ze binnen de ECR de vrijheid om te stemmen zoals ze wil rond de nationale kwesties.

    In beide gevallen ging het er de N-VA om dat de sociaaleconomische agenda voorop werd gesteld op de nationalistische doelen. En vandaag zien we dus bij N-VA-topfiguren veel minder enthousiasme voor het Catalaanse referendum dan destijds voor het Schotse. Waar Jan Jambon eind 2015 volgens het maandblad Meervoud binnen de Europese koepel van separatistische partijen nog het volgende verklaarde: “Als de Catalaanse kwestie op de tafel van de Belgische regering belandt, betekent dit het einde van die regering”, zien we vandaag een andere realiteit.

    Op 21 september is het in de Kamer niet Jan Jambon die namens de regering antwoordt op de vragen van Vlaams Belang en V&W over de reactie van de Belgische regering op de ontwikkelingen rond het referendum in Catalonië. Op vraag van N-VA-lid en Kamervoorzitter Siegfried Bracke is het de Minister van Pensioenen Daniel Baquelaine (MR) die antwoordt.

    Dat antwoord kon zo worden gekopieerd uit de officiële reacties van de EU-instellingen tot nu toe en komt neer op steun aan de Spaanse staat. De Spaanse grondwet laat het niet toe de onafhankelijkheid uit te roepen, burgemeesters mogen niet meewerken aan de organisatie ervan… De arrestatie van medewerkers van de Catalaanse regering is voor hem geen probleem. Hij besluit: “Wij pleiten ervoor dat deze interne situatie binnen de regels van de rechtsstaat opgelost wordt. Wij blijven deze evoluties met de nodige aandacht volgen.”

    Junckers antwoord voor de Europese Commissie liet daarnaast nog verstaan dat Catalonië in geval van afsplitsing van Spanje de gewone procedures zou moeten doorstaan voor het lid kan worden van de EU. Gezien Spanje die procedure volledig kan blokkeren, moet daar weinig van verwacht worden.

    Dat er geen steun van de EU zou komen voor het onafhankelijkheidsstreven van de Europese regio’s hadden de Schotten na hun ervaring met het referendum wel kunnen voorspellen. De fractie in het EU-parlement waartoe N-VA behoort, de ERC, zal trouwens in het kamp zitten dat zich het sterkst zou verzetten tegen een erkenning.

    Waarom wij het referendum in Catalonië ondersteunen

    Het lijkt op het eerste gezicht ironisch. De Vlaams-nationalisten die zich stilletjes op de achtergrond houden terwijl de Spaanse staat de spoken van het Franco-regime terug oproept in de staatsrepressie tegen het Catalaanse referendum, terwijl de zusterorganisatie van LSP in Catalonië en Spanje actief mobiliseert tegen die repressie en voor het referendum. Er zit nochtans een logica achter: anders dan N-VA probeert LSP niet de belangen van de burgerij te verdedigen, maar de belangen van de werkende massa’s.

    Onze verdediging van het zelfbeschikkingsrecht van de volkeren die streven naar meer autonomie en/of onafhankelijkheid is eerlijk en dient geen agenda van het stimuleren van de verdeeldheid onder de arbeidersklasse om des te harder te kunnen besparen op de rug van de meerderheid van de bevolking. Wij steunen de strijd voor Catalaanse onafhankelijkheid juist omdat die strijd onlosmakelijk verbonden is met de strijd tegen het besparingsbeleid en met de strijd over wie beslist over de economie: de 1% superrijken of de grote meerderheid van de bevolking.

    En waarom N-VA minder enthousiast is

    Wat vandaag met de regeringspartij NVA gebeurt, is niet zo anders als wat met vergelijkbare partijen in Europa is gebeurd:  SNP, CIU, de gematigde Baskische nationalisten, … Of destijds met VU, RW en FDF in België. Ontstaan als kleinburgerlijke partijen die autonomie of onafhankelijkheid nastreven, werden ze al snel voor de keuze gesteld: meespelen met de staatspartijen om uiteindelijk kleine stapjes vooruit te zetten in ruil voor steun aan een asociale agenda – en zo riskeren zich te verbranden aan de macht en de verkregen electorale basis terug kwijt te raken – of zichzelf buiten de macht stellen door een radicale agenda na te streven en een beweging uit te bouwen die het vooropgestelde doel kan bekomen.

    De SNP in Schotland en de CIU in Catalonië hebben geen van beide lang kunnen genieten van de absolute meerderheid die ze elk gedurende een periode hebben verworven. Beide voerden trouw de besparingspolitiek uit die hen vanuit de nationale overheid werd opgelegd, waarbij ze hooguit probeerden hun eigen verantwoordelijkheid hiervoor te verstoppen door procedures in het leven te roepen waarvan ze wisten dat die geen uitkomst konden bieden. In de feiten zweepten ze nationalistische gevoelens op zonder echt de onafhankelijkheid na te streven. Uiteindelijk werden ze door de stemming onder de massa’s die genoeg hadden van de besparingspolitiek gedwongen verder te gaan dan ze oorspronkelijk wilden.

    In Catalonië is die druk nu al jaren massaal aanwezig. De meerderheid van de leidende Catalaanse nationalisten werd gebroken door meer radicale nationalistische krachten die opstonden en een agenda verdedigden die een pak linkser was dan de CIU en de daaruit voortkomende PDeCat van huidig Catalaans premier Puigdemont. Het is die druk die uiteindelijk de PDeCat gedwongen heeft de weg op te gaan van een referendum, goed wetende dat de Spaanse staat alles zou doen om het te verhinderen.

    Het nationalisme is immers niet neutraal: het kan rechts zijn en economisch egoïsme en revanchisme als basis hebben (zoals in Vlaanderen het geval is, maar ook in Catalonië wanneer het om de leidende burgerlijke nationalistische krachten gaat), maar het kan ook links zijn en bevrijding van de heersende klasse en haar agenda nastreven. Dat is het geval voor de stemming onder de massa’s en vooral de arbeidersklasse in Catalonië. Dit gold eveneens voor de beweging rond het Schotse referendum. In beide gevallen gingen de massa’s hierin pakken verder dan de dominante nationalistische partijen.

    Waar SNP zich in het sociaaldemocratische kamp van de begeleide afbraak opstelt, en PDeCat eerder in het centrum te vinden is, bevindt N-VA zich sociaaleconomisch een flink stuk rechtser op het politieke landschap. Waar SNP en PDeCat minstens nog lippendienst boden aan de strijd tegen een aantal besparingen (of voor progressieve hervormingen), stelt N-VA zich op als de leidende kracht die uit alle macht probeert voor de hardste besparingen te gaan, voor de meest structurele aanvallen op de arbeidersklasse en de armste lagen. De kans dat deze laatste groepen zich achter N-VA zouden opstellen in een beweging voor Vlaamse onafhankelijkheid is dan ook nagenoeg nihil.

    Waar de historische basis voor de N-VA de Vlaamse middenklasse was, die met oogkleppen op een Vlaams-nationalisme predikte omdat het zoveel beter zou gaan indien “Vlaanderen” niet meer zou moeten meebetalen voor die armoedige Walen, gaat die middenklasse nu door de ervaring van een N-VA-regering, die net als vorige regeringen – en zelfs met meer vuur – vooral de belangen van de grote bedrijven en de ultra-rijken nastreeft.  De middelen die niet meer naar Wallonië zouden gaan (of naar de werklozen, de zieken, …) gaan ook niet naar een versterking van de levensstandaard van de middenklasse, maar verdwijnen gewoon in de zakken van de ultrarijken en de grote bedrijven.

    Bij gebrek aan een alternatief dat aangeboden wordt door de arbeidersbeweging, een strijd voor de middelen tegen de heersende elite in, zal een deel van die stemmen bij een toekomstige neergang van de N-VA terugkeren naar de oude schaapstal van de CD&V. Een ander deel zal radicalere uitwegen zoeken voor hun Vlaams-nationalistische agenda, iets waarop Vlaams Belang en V&W zitten te wachten, binnenkort mogelijk samen in één of ander Vlaams Front.

    Hoewel de neergang van N-VA niet voor morgen is, vooral door het uitblijven van voldoende sterke progressieve en linkse alternatieven op de uitgeleefde traditionele partijen, is het op termijn onmogelijk voor de N-VA om die spreidstand vol te houden en de beweging zal onvermijdelijk op een bepaald moment aan kracht verliezen, zoals ook met SNP en PDeCat is gebeurd. In ieder geval is de dominante tendens in de N-VA vandaag deze die zich wil vasthouden aan de macht en die de besparingsagenda als prioriteit ziet, eerder dan een agenda van vooruitgang in de Vlaamse onafhankelijkheid.

    “We houden gewoon een andere strategie aan, namelijk het uitroken van de Walen”

    Bij gebrek aan draagkracht in de Vlaamse samenleving voor Vlaamse onafhankelijkheid werd dit inderdaad naar voor gebracht als de strategie die moest gevolgd worden. Onder druk van een rechtse, Thatcheriaanse regering, die gedomineerd werd door Vlaanderen – en dus door de N-VA – zouden in Wallonië al snel regionalistische gevoelens opveren, waardoor de Walen vragende partij zouden worden voor een confederatie. Het moet hen dan ook verheugd hebben dat de PS na haar ideologisch congres ook een Waals congres organiseert en dat de regionalistische krachten in het Waalse ABVV van zich laten horen.

    Als in Wallonië een substantiële beweging zou opkomen rond een anti-besparingsprogramma, verbonden aan de eis voor meer gewestelijke autonomie – wat niet uitgesloten kan worden, zeker indien de nationale syndicale strijd tegen het besparingsbeleid uitblijft en de beweging verdere nederlagen oploopt en demoralisatie begint in te zinken – zal die beweging echter meer gelijkenissen vertonen met de Schotse en de Catalaanse onafhankelijkheidsweging dan met de Vlaamse: de arbeidersklasse zal er haar stempel op zetten.

    De kans dat zo’n beweging dan braafjes in het schema van de N-VA zal stappen en met hen zal onderhandelen over een confederatie waarin de sociale zekerheid wordt gesplitst (wat zonder bijkomende maatregelen zou leiden tot een stevige val in de levensstandaard in Wallonië en Brussel) en de staatschuld over beide delen wordt verspreid én waarbij Vlaanderen minstens gedeeltelijk zeggenschap over Brussel behoudt, is echter een pak kleiner dan de kans dat de beweging tegen het besparingsbeleid ook de Vlaamse arbeiders meesleurt.

    Waar Brussel en de Duitse gemeenschap in een dergelijke ontwikkeling zouden uitkomen, is een andere vraag die van belang is. De kans dat de N-VA een voorstel kan uitwerken dat de goedkeuring zou krijgen van de Brusselse bevolking is nihil. En dat Brussel zijn woordje zal willen meespreken, is iets waar we zeker van mogen zijn.

    Studies wijzen uit dat Brussel sinds het bestaan van het Brussels Gewest steeds meer zijn eigen identiteit uitbouwt, die los staat van zowel Vlaanderen als Wallonië. Er zijn contante spanningen met zowel de Vlaamse als de Franse Gemeenschap, die bevoegd zijn voor het onderwijs in Brussel. Die spanningen met Wallonië kunnen verder oplopen indien voor langere tijd de Brusselse en Waalse regering en de regering van de Franse Gemeenschap andere meerderheden hebben.

    Al snel kan de eis voor de regionalisering van de gemeenschapsbevoegdheden in Brussel op de agenda staan. In dergelijke onderhandelingen zal voor de Vlaamse gemeenschap weinig – of geen – plaats worden gelaten. Zo kan het “uitroken van de Walen” ertoe leiden dat Vlaanderen iedere inspraak in Brussel verliest. En wanneer het potentieel bestaan van Brussel als gewest en gemeenschap in één op de tafel begint te komen, zal ook in de kleine Duitse gemeenschap de droom voor een eigen gewest opnieuw de kop opsteken.

    Met het mes op de keel kan de burgerij instemmen met onafhankelijkheid in naam – maar echte bevrijding is onmogelijk onder het kapitalisme

    Kaartenhuisjes kun je slechts moeilijk renoveren, bij iedere kaart die verschoven wordt, wordt het bouwwerk immers steeds meer gammel en iedere beweging kan het hele huis doen ineenstorten. De burgerij mag dan wel de nationale kwestie misbruiken om verdeeldheid te zaaien en de aandacht af te leiden van de klassenoorlog die ze ondertussen voert, ze is ook en absoluut verdediger van de bestaande natiestaten. Het opbreken van die natiestaten zal ze enkel aanvaarden indien het alternatief een revolutie is die het kapitalisme van de macht dreigt te beroven.

    En dan nog zal ze de nieuwe natiestaat proberen te dwingen economisch in de pas te lopen – ttz het besparingsbeleid op de kap van de meerderheid van de bevolking verder te zetten –  of dat nu via de EU is of via het IMF en de Wereldbank.

    Het is daarom dat wij niet gewoon oproepen voor Catalaanse onafhankelijkheid, maar voor een socialistisch onafhankelijk Catalonië. Het aan de macht komen van een linkse regering op basis van de onafhankelijkheidsbeweging, een regering die de oekazen van zowel de Spaanse staat als de EU aan haar voeten lapt omdat die het onmogelijk maken een sociale politiek te voeren, zou een enorme stimulans bieden aan de arbeidersklasse in de rest van Spanje tot ver daarbuiten. In dit scenario zou al snel een beweging van onderuit kunnen ontstaan die streeft naar een Iberische confederatie van socialistische staten, wat dan weer inspiratie kan bieden aan de arbeidersstrijd in heel Europa tegen het besparingsbeleid en de ondemocratische besluitvorming op het hele continent. Zo zou een Europa van onderuit kunnen worden opgebouwd, waarbij gelijkwaardigheid en vrijwilligheid centraal staan, net als de rechten van minderheden. Het is een beweging die voor arbeiderseenheid kan zorgen.

    Wij steunen enkel onafhankelijkheidsbewegingen wanneer deze elementen erin aanwezig zijn en voortgestuwd worden door de brede massa’s en vooral de arbeidersklasse. We zullen nooit steun bieden aan een onafhankelijkheidsbeweging die verbetering van de “eigen” arbeiders wil verkrijgen door aan anderen een verarming op te leggen, zoals o.a. N-VA en PDeCat voorstaan. We denken dat de Belgische geschiedenis afdoende aantoont dat de nationale kwestie nooit zal worden opgelost op kapitalistische basis. Begonnen onder Franstalige dominantie, de taal van de burgerij, om te belanden bij de Vlaamse dominantie ten voordele van diezelfde burgerij, heeft de kapitalistische staat België nooit en voor niemand bevrijding verwezenlijkt, enkel uitbuiting, onderdrukking en discriminatie.

    Wat waardevol is aan de eenheid van België zijn de verworvenheden van de arbeidersklasse, verworvenheden die enkel mogelijk waren wanneer de arbeidersbeweging aan beide zijden van de taalgrens de straat op trok. Hieronder rekenen we de sociale zekerheid, de nationale openbare diensten, de nationale loonakkoorden en arbeidsreglementering… Sinds de jaren ’70 hebben deze verworvenheden de ene na de andere aanvalsgolf doorstaan. Ze zijn allemaal afgezwakt geworden. Hoe meer deze verworvenheden verdwijnen, hoe meer druk er op de eenheid van de Belgische arbeidersklasse staat. Hoe minder klasseneenheid, hoe sneller en brutaler ze zullen afgebroken worden.

    Maar ook omgekeerd: de Belgische arbeidersbeweging heeft haar potentieel voor eenheid in de strijd getoond in het massale actieplan in 2014. Indien de leiding van de vakbonden niet voor die kracht was teruggeschrokken, zou die beweging de regering ten val hebben gebracht. De heropleving van die algemene strijd is de beste strategie naar een einde aan het besparingsbeleid. De staking van 10 oktober moet door alle strijdbare syndicalisten aangegrepen worden om naar een veralgemening van de strijd te gaan. Ordewoorden moeten een actieplan zijn en een zo groot mogelijke betrokkenheid van alle werkenden via algemene personeelsvergaderingen.

    Die beweging heeft objectief het potentieel om te slagen, de zwakheid bevindt zich in de leiding, zowel op het syndicale als op het politieke vlak. Indien die beweging niet slaagt of niet opnieuw op gang raakt, kan demoralisatie in samenhang met de ondemocratische structuur van ons land ertoe leiden dat het uiteenvallen van België een stap verder gaat. Indien de Waalse arbeidersklasse denkt in Wallonië een linkse regering de macht te kunnen brengen, die in een situatie van sterk toegenomen autonomie of onafhankelijkheid het besparingsbeleid kan stoppen, kan het in de huidige crisis van het kapitalisme zeer snel gaan. Onze steun zal steeds liggen bij de strategie die in die gegeven omstandigheden de arbeidersklasse het best vooruithelpt.

  • Catalonië: historische jongerenmobilisatie tegen rechtse repressie

    In Barcelona waren er 150.000 betogers die riepen: “Dit is wat er gebeurde onder Franco.” De algemene studentenstaking en betogingen van de Sindicat d’Estudiants en andere linkse studentenorganisaties in Catalonië was een onbetwistbaar succes. Honderdduizenden jongeren in Barcelona, Tarragona, Lleida en Girona verlieten de klaslokalen en campussen van alle universiteiten en middelbare scholen om te betogen voor het recht op zelfbeschikking van Catalonië en tegen het repressieve offensief van de rechtse Spaanse regering van de conservatieve PP.

    Verslag door de Sindicat D’Estudiants, de studentenvakbond in Catalonië

    Net zoals in de laatste jaren van de Franco-dictatuur namen jongeren en studenten het voortouw in de strijd voor democratische rechten en tegen de noodtoestand die in de praktijk is uitgeroepen door de PP. De jongeren verzetten zich tegen het Spaanse nationalisme, autoritarisme, besparingen en corruptie. “Volem Votar” (Wij willen stemmen), was de slogan die de massa’s op straat bracht. Daarmee toonden ze dat ze niet bang zijn en dat we samen zullen opkomen voor vrijheid voor onze gezinnen.

    De laatste dagen was er grote druk van de regering, het ministerie van onderwijs en het gerecht. Het openbaar ministerie dreigde ermee jongeren en hun familieleden te vervolgen als ze het recht om te staken en te protesteren zouden uitoefenen. Ze durfden ons niet op te pakken, maar als ze een kans hiertoe zagen was het meteen gebeurd. Het enige wat hen tegenhield om nog brutaler op te treden, is de vastberadenheid van de jongeren en werkenden in Catalonië die niet over zich heen laten lopen. De grote mobilisaties van de afgelopen dagen en de massale jongerenbetogingen en stakingen van 28 september tonen hoe we de reactionaire en autoritaire agenda een nederlaag kunnen toebrengen. Op deze manier kunnen we ons recht om te stemmen afdwingen en zelf beslissen over onze verhouding tot de Spaanse staat.

    De staat, de regering en de meeste media hebben alle registers van het Spaans nationalisme en chauvinisme opengetrokken. Ze stuurden tot 16.000 agenten en militaire politie om het referendum te stoppen en ervoor te zorgen dat wij onze zeg niet kunnen doen. Er werd nooit een gelijkaardige inspanning ondernomen tegen corrupte dieven die onze publieke middelen plunderen. Of tegen de bankiers die miljarden steunden. Laat staan dat dergelijke middelen werden ingezet om armoede en ellende te stoppen. De erfgenamen van het Franquisme [naar de voormalige dictator Franco] hebben nooit de dictatuur veroordeeld, geven nog steeds steun aan fascistische bendes, voeren antidemocratische wetten door en besparen hard op onderwijs en gezondheidszorg. Ze creëren massale werkloosheid, jobonzekerheid en zijn verantwoordelijk voor ellendige lonen. Ze willen ons lessen in democratie geven aan de hand van politiematrakken, rechtbanken en het rechterlijk stelsel.

    De Sindicat d’Estudiants zal de strijd niet stoppen. Samen met miljoenen werkenden en jongeren komen we op voor het recht van de Catalaanse bevolking om te beslissen en gaan we in tegen al wie ons dit fundamentele recht wil ontzeggen. We zetten de strijd verder tegen diegenen die het reactionaire Spaanse nationalisme verspreiden en verdergaan op de erfenis van de burgeroorlog die leidde tot miljoenen doden, gevangenen, gemartelden en ballingen. Deze slachtoffers werden nooit erkend door de regering en de staat.

    De straat zal hier niet stoppen. Het gaat niet enkel om de PP, maar ook Ciudadanos en de PSOE-leiding die miljoenen werkenden en jongeren de rug toekeren om samen met de erfgenamen van Franco de democratische rechten van de bevolking van Catalonië met de voeten te treden.

    Voor zondag roepen we de jongeren van Catalonië op om massaal te mobiliseren en op straat te tonen dat we willen stemmen. We zullen vreedzaam maar vastberaden ingaan tegen pogingen om onze rechten te beknotten. Er is nood aan een onmiddellijke oproep en organisatie van een algemene staking van alle werkenden en jongeren om deze historische mobilisatie door te zetten tot een overwinning.

    Fotoreportage van de Sindicat d’Estudiants in Barcelona:
    Barcelona 28 de Setembre #vaga28S

  • Repressie verder opgevoerd in Catalonië

    Na een dagenlang offensief van de politie en het gerecht, besloot de Spaanse regering van de Partido Popular (PP) om met massale repressie het recht van de Catalanaanse bevolking om te beslissen over zijn toekomst onmogelijk te maken.

    Verklaring door Esquerre Revolucionària (Catalonië)

    Gisteren verdeelden we een pamflet van Esquerra Revolucionaria op een actie in Brussel voor het recht op een referendum in Catalonië.

    De operatie deed denken aan de dagen van de Franco-dictatuur: leden van de rijkswacht arresteerden 14 vertegenwoordigers van de Catalaanse regering die verantwoordelijk zijn voor de organisatie van het referendum op 1 oktober (‘1-O’). Toen het nieuws van dit autoritair optreden bekend raakte, trokken duizenden jongeren en werkenden de straten van Barcelona en andere steden op. Ze protesteerden tegen de repressie en verdedigden de rechten en vrijheden van de Catalaanse bevolking.

    Het in beslag nemen van pamfletten, invallen bij drukkers, het opleggen van een massale blackout in de media, het arresteren van jongeren die affiches plakken, de dreiging van strafrechtelijke vervolging van honderden burgemeesters die het referendum steunen, willekeurige inbeslagnames in de hoofdkwartieren van de Catalaanse regering, pogingen om de kantoren van de linkse CUP (Kandidatuur Volkseenheid) te bestormen, verbod op acties in Madrid, Gasteiz en Gijón die het recht op een referendum wilden ondersteunen, interventie in de financiën van de Catalaanse regering door de centrale regering, het inzetten van duizenden politieagenten in Catalonië om de bevolking te intimideren, … Dit alles komt neer op het opleggen van een noodtoestand. Dit is het recept van de PP, het staatsapparaat, het rechtse Ciudadanos en jammer genoeg ook de leiding van de sociaaldemocratische PSOE. Hiermee willen ze vermijden dat de Catalaanse bevolking gebruik maakt van het recht om te stemmen over de verhouding tussen Catalonië en de Spaanse staat, waaronder over het legitieme recht op onafhankelijkheid.

    Deze aanval op democratische rechten en vrijheden is nooit gezien in de recente periode in Spanje. Het offensief van de politie werd op voorhand voorbereid door de regering. Premier Rajoy had woensdagochtend een ontmoeting met Pedro Sanchez en nadien met Albert Rivera, leiders van de PSOE. Zij hebben het Franquistisch offensief tegen de Catalaanse bevolking ondersteund. Wat een schandaal!

    De medeplichtigheid van de huidige leiders van de PSOE zal de geschiedenis van de sociaaldemocratie ingaan als een van de meest beruchte gevallen van verraad. Het is een resultaat van het jarenlang omarmen van het Spaans nationalisme en de fusie met de heersende klasse op alle essentiële kwesties. De PSOE-leiding heeft niet alleen het socialistisch standpunt over de nationale kwestie verlaten, ze heeft zich aan de kant van Franco geplaatst die ontkende dat Catalonië een natie is. Socialisten hebben altijd het recht op zelfbeschikking erkend. De PSOE daarentegen is bereid om een nieuwe kruistocht te voeren op basis van geweld en staatsrepressie.

    Het idee dat het referendum van 1 oktober een ‘staatsgreep’ is en ‘anti-democratisch’ want niet gesteund door de Catalaanse bevolking, is een van de grootste leugens die de media in opdracht van de Spaanse burgerij verspreiden. Het is absurd: indien de staat, de PP en de partijen die de PP steunen zo zelfzeker zijn dat de aanhangers van onafhankelijkheid een minderheid vormen, waarom dan geen referendum aanvaarden? Waarom een stembusgang onmogelijk maken? In Venezuela pleitten ze voor een referendum, maar in Catalonië kan het niet!

    In een democratische stemming over zelfbeschikking kan al wie geen voorstander van onafhankelijkheid is dit duidelijk maken door er tegen te stemmen. Partijen als de PP, Ciudadanos of PSOE hebben veel middelen en invloed. Ze zouden een sterke campagne kunnen opzetten om hun argumenten rond onafhankelijkheid naar voor te brengen. De echte reden waarom de rechterzijde en de staat dit niet doen, is omdat ze de democratie niet verdedigen. Integendeel! Ze ontzeggen de bevolking van Catalonië het recht om te beslissen en om van Catalonië een natie te maken. De positie van de regering, de staat en hun aanhangers is niets anders dan de verderzetting van de historische positie van de Spaanse burgerij en de centrale staat waar de burgerij voor opkomt. Het heeft in het verleden geleid tot het militair neerslaan van de democratische nationale aspiraties van Catalonië, Baskenland en Galicië. Dat gebeurde onder de dictatuur van Franco. Elke vooruitgang op vlak van nationale rechten was het resultaat van massale mobilisaties.

    In een persconferentie waarop hij geflankeerd werd door al zijn adviseurs wees Charles Puigdemont, de Catalaanse president, op de realiteit van de situatie: “De Spaanse staat heeft in de praktijk het zelfbestuur in Catalonië opgeschort en er wordt in de praktijk een noodtoestand opgelegd.” Het is ongelooflijk dat een burgerlijke nationalistische partijleider dit moet zeggen. Er is een situatie ontstaan waar de PP de meest elementaire democratische rechten met de voeten treedt. We zien nu waarom Rajoy en zijn partij altijd geweigerd hebben om de Franco-dictatuur te veroordelen. We zien ook wat de marxisten altijd hebben gesteld: het Spaanse staatsapparaat omvat oude fascistische en reactionaire elementen. De zogenaamde ‘transitie’ heeft hen niet verwijderd, maar beschermd en aangemoedigd.

    In Catalonië zijn de elementen van zelfbestuur en autonomie in de praktijk opgeschort. Aangemoedigd door de media van de pro-Spaanse burgerij, hebben de PP en zijn partners de handen in elkaar geslagen om in naam van de democratie de wet op te leggen. Een partij die geteisterd wordt door tal van corruptieschandalen, die harde besparingen doorvoerde op onderwijs en gezondheidszorg, die miljoenen euro’s uitdeelde aan de banken, die mensen uit hun huis laat zetten, die ons veroordeelt tot onzekere jobs en lage lonen, die dictaturen zoals die van Marokko of Saoedi-Arabië steunt, die buitenlandse militaire interventies van het imperialisme aanmoedigt, die partij zou ons nu lessen in democratie willen geven?

    Het enige antwoord moet massale mobilisatie van de werkenden en jongeren zijn: voor een algemene 24-urenstaking!

    Het Franquistisch offensief moet op straat beantwoord worden door de Catalaanse bevolking. Het protest groeit dag na dag aan. Het is dringend nodig om deze strijd naar de werkende klasse te brengen, samen met de jongeren en delen van de middenlagen die al in strijd gegaan zijn. We moeten de strijd ook buiten Catalonië voeren. De aanval op de democratische vrijheden is een enorm gevaar voor de bevolking van heel de Spaanse staat, zeker voor de werkenden, jongeren en hun organisaties.

    Equerra Revolucionària steunt de mobilisaties die nu bezig zijn in Catalonië en in de Spaanse staat. Maar als we een autoritaire ingreep door de centrale regering willen stoppen, moet de volledige linkerzijde in die strijd actief worden. De sociale bewegingen en de vakbonden moeten er deel van zijn. Wij willen bouwen aan een zo sterk mogelijke verenigde beweging. Dit kan bereikt worden door onmiddellijk een 24-urenstaking uit te roepen waarmee de economie en het sociale leven in Catalonië wordt platgelegd.

    Een algemene staking in Catalonië moet gepaard gaan met een oproep tot mobilisatie van de werkenden en jongeren in de rest van de Spaanse staat om de Catalaanse bevolking en de democratische rechten te verdedigen. Het moet ook een keerpunt vormen voor de linkerzijde die de strijd moet aangaan om de leiding in dit proces te nemen waarbij het recht op zelfbeschikking wordt gecombineerd met een programma tegen besparingen. Een dergelijke mobilisatie zou een efficiëntere manier zijn om de confrontatie aan te gaan met de PP en het nationalistisch beleid.

    Voor een Catalaanse socialistische republiek

    De belangrijkste factor die er voor zorgt dat de woede tegen de sociaaleconomische omstandigheden nog niet in een sociale opstand is overgegaan, moet bij de linkse partijen gezocht worden. Die linkse partijen (CUP, can, Comu, Izquierda Unida in Catalonia) en de vakbonden gaan de strijd om de leiding van deze massabeweging niet aan. Ze slagen er niet in om een programma naar voor te brengen waarmee de strijd voor zelfbeschikking gekoppeld wordt met de economische en sociale eisen die zo sterk leven onder de meerderheid van de werkenden, jongeren en andere lagen.

    De formele leiding van de strijd tegen de Spaanse staat en de PP-regering wordt overgelaten aan de PDeCat (Catalaanse Europese Democratische Partij). De burgerlijke politici van die partij kunnen zich voordoen als de slachtoffers van het autoritaire beleid van de Spaanse rechterzijde. Dit leidt tot negatieve verdeeldheid onder de werkende klasse. De leiding van het ‘proces’ door de PDeCat heeft de beweging niet versterkt, zoals de leiders van CUP en ERC (Republikeins Links in Catalonië) beweren. Het heeft de beweging verzwakt. Zelfs vanuit het standpunt van de verdediging van nationale rechten, hebben de leiders van PDeCat elk excuus aangegrepen om geen referendum te houden. Uiteindelijk was het enkel de druk van onderuit en het vooruitzicht op een zware verkiezingsnederlaag die maakten dat de partij toch tot een referendum opriep.

    De rechterzijde probeert de feiten te manipuleren en de media spelen daar een grote rol in, maar desondanks zijn miljoenen jongeren en werkenden die niet stemden in het raadgevend referendum van 9 november 2014 of niet deelnamen aan de ‘nationale dagen’, geen tegenstander van het recht van de Catalaanse bevolking om over zijn toekomst te beslissen. De overgrote meerderheid van deze laag werd gemobiliseerd tegen alles waar de PP voor staat: besparingen, uithuiszettingen, corruptie. Als ze niet dezelfde actieve steun voor het referendum tonen, is dit vooral omdat de leiding van het ‘proces’ wordt overgelaten aan Puigdemont en Palau, de vertegenwoordigers van de Catalaanse kapitalisten. Dit zijn dezelfde figuren die steeds aan de kant van de PP stonden als de werkenden aangepakt werden, als er hervormingen van de arbeidsmarkt werden doorgevoerd of als er bespaard werd op onderwijs en gezondheidszorg.

    Dit kan nu echter veranderen. De repressie van de PP is een schok voor miljoenen werkenden en jongeren uit de arbeidersbuurten van Catalonië. De beelden van de Guardia Civil die mensen oppakt en Rajoy die arrogant opschept over de repressieve maatregelen, hebben een impact op het bewustzijn van miljoenen mensen. Het doet denken aan wat de oudere generaties zagen onder Franco, zowel in Catalonië als daarbuiten. We mogen niet vergeten dat de democratische rechten die vandaag bestaan, waaronder het herstel van de Generalitat en elementen van zelfbestuur, het resultaat waren van massamobilisaties van werkenden in Catalonië, waaronder veel migranten die met hun families naar de ‘rode bolwerken’ van Barcelona en andere steden trokken.

    De voorwaarden om de reeds massale protesten verder te doen aangroeien, zijn aanwezig. Velen willen het referendum verdedigen, waaronder veel mensen die wantrouwig staan tegenover PDeCat. Als de leiders van de linkerzijde in Catalonië en in de Spaanse staat samen met de vakbonden oproepen tot een algemene staking om de werkende klasse, de jongeren en brede lagen van de samenleving te mobiliseren in Catalonië, en daarbuiten, dan is het mogelijk om de repressie te breken en de strijd te koppelen aan verzet tegen de besparingen en privatiseringen. Daartoe moeten ze duidelijk opkomen voor het recht op zelfbeschikking en moeten ze zich duidelijk distantiëren van de PDeCat. Het zou de mogelijkheid van een linkse regering vestigen, een linkse regering in een socialistische republiek Catalonië.

    De CUP zou een dergelijke strijd onmiddellijk moeten voorstellen en het parlementaire pact met de Catalaanse rechterzijde verbreken. De enige manier om het recht op zelfbeschikking effectief te bekomen, is door de overgrote meerderheid van de bevolking onder leiding van de werkende klasse te verenigen rond een programma waarin het recht op zelfbeschikking gekoppeld wordt aan strijd tegen het kapitalisme. Als het aan de Catalaanse burgerij wordt overgelaten, komt er geen echte sociale en nationale bevrijding van Catalonië.

    Esquerra Revolucionària roept de werkenden en jongeren van Catalonië op om voor het referendum te strijden en voor het recht om over de eigen toekomst te beslissen, tegen de autoritaire coup van de PP en de staat. We vechten voor het recht om te beslissen en te stemmen, maar ook voor een Catalaanse socialistische republiek die een einde maakt aan besparingen, die honderdduizenden degelijke jobs creëert, een einde stelt aan uithuiszettingen en overgaat tot de nationalisatie van de banken en grote bedrijven om de bestaande middelen te richten op de noden van de meerderheid van de bevolking.

    Een Catalaanse socialistische republiek zou een brede steun krijgen onder de werkenden in de rest van de Spaanse staat. Die hebben immers dezelfde burgerij als vijand en ze gaan gebukt onder dezelfde aanvallen. Het zou ook steun krijgen onder de werkenden in andere Europese landen en het zou de weg openen voor sociale verandering.

  • Catalonië: voor het recht op zelfbeschikking. Laat hen stemmen!

    Analyse door Esquerra Revolucionària

    Op 11 september betoogden een miljoen mensen in de straten van Barcelona, waar ze luid en duidelijk hun stemintenties voor het referendum op 1 oktober lieten horen. Ze maakten duidelijk dat ze de heersende Spaanse partij Partido Popular (Volkspartij/PP) niet zouden toelaten hun dit recht af te nemen.

    Het Catalaanse volk heeft zo haar recht geëist om democratisch te beslissen over welke banden ze met de rest van de Spaanse staat willen behouden, inbegrepen het legitieme recht op onafhankelijk, zoals het dat op elke Diada (Nationale dag van Catalonië) sinds 2012 heeft gedaan.

    Tegen dit protest voor het recht om te beslissen – iets waar het Catalaanse volk overweldigend voorstander van is (bevestigd door alle peilingen) en waar een groeiend deel van de bevolking van de Spaanse staat haar steun voor uitspreekt – gebruiken de PP-regering en de Spaanse burgerij repressieve maatregelen die niet meer gezien zijn sinds de Franco-dictatuur. Het gaat om politie-invallen en constante aanvallen tegen de pers, juridische interventie om een politiek evenement in Madrid over het recht op zelfbeschikking te verbieden, censuur op het nieuws door het verhinderen van ieder nieuws over het referendum door het Catalaanse TV-kanaal.

    Dit offensief heeft nooit geziene stappen genomen en dit niet enkel tegen de vrijheid van meningsuiting en vereniging. Het opleggen van een juridisch en politioneel beleg om controle te krijgen op burgemeesters die hun steun hebben uitgesproken voor het voorbereiden van de lokale kiesfaciliteiten of het bevel van het Catalaanse Openbaar ministerie, in naam van het nationale openbaar ministerie, om de stembussen te lokaliseren en in beslag te nemen,  betekenen een openlijk gebruik van het staatsapparaat in een poging om de wil van miljoenen Catalanen gewelddadig de kop in te drukken. Mendez de Vigo, een woordvoerder voor de Spaanse regering, bedreigde vrijwilligers die helpen met de organisatie van het referendum met gevangenisstraffen: “Jullie weten dat jullie deelnemen aan een criminele daad”.

    Al die escalerende repressie, enthousiast gesteund door het Spaanse nationalisme, de PP, Ciudadanos et, jammer genoeg, ook door de huidige PSOE-leiding (sociaaldemocratie), kan eindigen in het opheffen van de Catalaanse regering en het parlement indien de Spaanse premier en PP-leider Mariano Rajoy beslist om beroep te doen op artikel 155 van de Grondwet. We zijn vandaag getuige van het in de praktijk omzetten van een strategie die recht uit het handboek van de oude Franco-dictatuur komt. Dit is geen propaganda: de feiten tonen de echte aard van de Spaanse staat, het leger, de rechterlijke macht en haar wetten als onderdelen van de erfenis van het Franquisme.

    De oorzaken van de beweging en de positie van parlementair links

    Meer dan de manoeuvres van Carles Puigdemont (President van de Generalitat van Catalonië) of de parlementaire steun die hij krijgt van de ERC (Republikeins Links van Catalonië) of de CUP (Kandidatuur Volkseenheid), is het de opgebouwde woede van miljoenen arbeiders en jongeren en een groot deel van de middenlagen in de samenleving die de echte brandstof is die het proces voedt. Ze hebben er genoeg van om hun dromen en hun nationale democratische rechten te zien vertrappeld worden door de centrale regering en de instellingen van de Spaanse staat. Ze hebben er genoeg van dat hun recht om te beslissen wordt ontkend, nu en bij vorige gelegenheden. Ze hebben genoeg van de brutale inperking van hun levensstandaard en van de staat van hun lokale overheden gedurende de laatste negen jaar, die jaren van kapitalistische crisis waren. In die periode is het gemiddelde inkomen van Catalaanse gezinnen gedaald met 20% en armoede raakt vandaag één op drie minderjarigen (-18).

    Tegen deze achtergrond en terwijl een handvol parasieten en corrupte individuen hun zakken vullen, zijn de besparingspolitiek, werkonzekerheid en lage lonen, het gebrek aan hoop voor de jeugd permanente aspecten van het sociale landschap geworden. Dit is waarom – ondanks de mobilisatie van alle onderdrukkingsmacht van de Spaanse staat die kan tussenkomen om te voorkomen dat er wordt gestemd – de woede en de sociale onrust als reactie op de nationale en sociale onderdrukking enkel kan groeien.

    Het idee dat het referendum op 1 oktober een staatsgreep betekent en aan een deel van het Catalaanse volk wordt opgelegd, is een van de grootste leugens die de media rondstrooien ten behoeve van de burgerij – het is ook ronduit absurd. Als de staat, de PP en die andere partijen zo zeker zijn dat het pro-onafhankelijkheidskamp in de minderheid is, waarom dan geen stemming toelaten? Waarom moet stemmen dan voorkomen worden? Waarom is het aanvaardbaar in Venezuela, maar niet in Catalonië? Eender wie geen voorstander van onafhankelijkheid is, kan nalaten te stemmen of tegen stemmen. De reden hierachter is dat de rechtervleugel en de staat de meerderheid wil ontkennen. Dat ze willen ontkennen dat het Catalaanse volk het recht heeft om te beslissen en dat Catalonië het recht heeft om een natiestaat te worden. Hun positie is niets meer dan een verderzetting van een politieke lijn die de Spaanse burgerij samen met de centrale staat steeds heeft gevolgd, meestal door het met militaire hand verpletteren van de nationaaldemocratische aspiraties van Catalonië, Baskenland en Galicië. Dit is exact wat gebeurd is onder de Franco-dictatuur. Sinds de “Transitie naar Democratie” is vooruitgang van de nationale rechten enkel verkregen als resultaat van massale mobilisaties.

    In deze context heeft de PSOE-leiding, met Pedro Sanchez aan het hoofd, haar karretje aan de PP-wagon van de “verdediging van de rechtstaat” gehangen. De PSOE heeft de burgemeesters van PSC (PSOE in Catalonië) bevolen tegen hun eigen burgers in te gaan door eerst en vooral hun gehoorzaamheid aan de staat te betuigen. Zo hebben de PSOE-leiders (samen met een reeks intellectuelen die zich zichzelf als “links” of “progressief” beschrijven) hun krachten verenigd met het koor dat Rajoy promoot door het naar voor brengen van de “waardige” argumenten van NODO (het nieuwskanaal dat door de Franco-dictatuur werd gebruikt om een rooskleurig beeld van Spanje te schetsen). Om de tussenkomst van Carmen Forcadell, voorzitster van het Catalaanse Parlement, om de Catalaanse Kamer toe te laten te stemmen over de wet die oproept tot een referendum, te vergelijken met de rechtse staatsgreep van 23 februari 1981, zoals Almudena Grandes (academicus, aanhanger van links en columnist voor El Pais) heeft gedaan, moet je zowat al je politiek oriëntatievermogen hebben verloren. Om te spreken over een oplegging, een klap voor de democratie en dergelijke toont enkel hoe verwijderd van de realiteit je kunt worden indien je een antikapitalistisch klassenperspectief over de nationale kwestie verlaat.

    Miljoenen mensen in Catalonië en erbuiten hoopten dat de leiders van Podemos, Pablo Iglesias en Ada Colau, zichzelf aan het hoofd van de strijd tegen de staatsrepressie en in verdediging van het beslissingsrecht zouden plaatsen. Voor de zomer beloofde Pablo Iglesias de regering te confronteren indien ze poogde het referendum te stoppen. In plaats van hun woorden in daden om te zetten, blijven hij en Ada Colau echter erop aandringen dat het referendum een “bindende overeenkomst” moet zijn. Een overeenkomst met wie? Met de zelfde staat die politieke evenementen verbiedt, die censuur oplegt en politieke leiders bedreigt met gevangenschap voor de misdaad stembussen op te zetten die mensen toestaan om te stemmen? En wie zou verzekeren dat de overeenkomst bindend is? Rajoy, Saenz de Santamaria en de rest van de corrupte vertegenwoordigers van de PP? De erfgenamen van het Franquisme en voorstanders van de wet die mensen de mond snoert? Of misschien de koninklijke familie en de burgerij, diezelfde mensen die wapens verkopen aan reactionaire regimes die jihadi-terrorisme financieren, die winsten boeken door het steunen van imperialistische oorlogen, bedrijven sluiten en de publieke schatkist plunderen?

    Het ontbreken van een consequente strijd door de leiding van Podemos tegen de staatsrepressie heeft terecht onrust gecreëerd in haar rangen, vooral in Catalonië. Albano Dante Fachin – Algemeen Secretaris van Podemos in Catalonië – drukte deze algemene onrust uit door het verdedigen van de mobilisatie in de straten om het recht om te beslissen op 1 oktober te verkrijgen. Op die manier distantieerde hij zich van verklaringen tegen het referendum door Coscubiela, de parlementaire woordvoerder voor “Catalunya Si es Pot” (de coalitie “Catalonië, ja we kunnen”) die gesteund werd door rechts. Dante Fachin herinnerde mensen dat de oorsprong van Podemos en haar kracht in de straatmobilisatie lag en niet in het toegeven aan de instellingen. Dat is 100% correct.

    De dubbelzinnige en weifelende positie van de leiders van Podemos en Catalunya en Comu (Catalonië Gemeenschappelijk) is des te meer onaanvaardbaar wanneer we de ervaring van de beweging van 15-M of de PAH (beweging tegen uithuiszettingen) onder ogen nemen. Zocht de 15-M-beweging een overeenkomst met of toonde ze respect voor de institutionele kanalen toen diezelfde staat die vandaag het referendum wil verbieden betogingen en bezettingen illegaal verklaarde? Neen, dat deed ze absoluut niet. Ze baseerde zich op de mobilisatie van de massa’s en trotseerde alle pogingen om hen onderuit te halen. Op die manier verdienden Pablo Iglesias (de Algemeen Secretaris van Podemos), Podemos (“we kunnen”) zelf en Ada Colau het respect en de erkenning van miljoenen mensen . Is Ada Colau (een van de stichtende leden en woordvoerders van het “Platform voor Mensen geraakt door Hypotheken” en burgemeester van Barcelona) vergeten hoe de mensen die haar aanvielen voor het voorop stellen van de democratische en sociale rechten van de meerderheid boven de argumenten van de verdediging van het bezit, de wet en respect voor de staat, dezelfde mensen zijn die vandaag het referendum aanvallen?

    Uiteindelijk werd de druk van onderuit zo sterk dat Ada Colau gedwongen werd te beloven dat de gemeente openbare ruimte zou beschikbaar stellen in Barcelona om iedereen die zijn stemrecht wil gebruiken toe te staan dat ook te doen. Hetzelfde is gebeurd binnen de rangen van Catalunya en Comu, waar een meerderheid zich heeft uitgesproken voor het recht om deel te nemen aan het referendum.

    Voor een massale mobilisatie voor het stemrecht als reactie op de staatsrepressie! Voor een Socialistische Republiek van Catalonië!

    De Spaanse burgerij en de PP blijven, ondanks alle middelen die tot hun beschikking staan, zeer zwak zoals duidelijk werd door hun onvermogen ook maar enige mobilisatie “in verdediging van de Spaanse eenheid” te organiseren, noch in Catalonië, noch elders in Spanje.

    Het is deze zwakheid die delen van de PP en Ciudadanos (“Partij van de Burgers”), het mediacircus dat hen begeleidt en niet weinig reactionaire en Spaans-nationalistische elementen in de PSOE, zoals Alfonzo Guerra, aanzet tot de eis om artikel 155 van de grondwet toe te passen, wat de Catalaanse autonomie zou opheffen. Verschillende regeringsleden hebben bevestigd dat ze op dit moment die optie niet in overweging nemen, maar dat ze het ook niet uitsluiten. Het inroepen van dit artikel zou een kwalitatieve sprong betekenen en de gevolgen zouden onvoorspelbaar zijn.

    Niet alleen zou dit een nieuwe demonstratie zijn van het reactionaire en antidemocratische karakter van de Spaanse constitutionele monarchie van 1978, maar iets zo verreikend zou brutale repressie vereisen. Enkel de meest stompzinnige en fanatieke reactionairen kunnen erin slagen niet te zien dat zulk een manoeuvre een sociale explosie zou teweegbrengen in Catalonië en de intrede van de arbeidersbeweging op het toneel zou betekenen om zo’n brutale repressie te weerstaan. Het zou moeilijk zijn het plaatsvinden van een referendum te verhinderen zonder komaf te maken met een democratische verworvenheid die was verkregen in de jaren ’70 doorheen massale mobilisaties van de bevolking tegen de dictatuur en die in het collectieve geheugen is gebrand. In deze omstandigheden zou het zeer moeilijk zijn een algemene staking te verhinderen in Catalonië en het zou ook een massabeweging in de rest van het land op de been brengen. Esquerra Revolucionaria en de Sindicat d’Estudiants (Revolutionair Links en de studentenvakbond) zou aan het hoofd staan van een oproep tot bezetting van de secundaire scholen en de universiteiten, met een oproep voor een algemene staking van onbepaalde duur in het onderwijs tot de reactie verslagen zou zijn.

    De meest vooruitziende delen van de Catalaanse, Spaanse en Europese burgerij erkennen dit gevaar en roepen Rajoy voortdurend op het gebruik van “extreme maatregelen” achterwege te laten in zijn pogingen om het referendum te verhinderen. Zo riep El Pais, dat niet heeft geaarzeld haar furieuze oppositie tegen Catalaanse autonomie te tonen, maar een grote terughoudendheid toonde tegenover het gebruik van artikel 155, Rajoy op om de druk van de hardliners te weerstaan. De krant Vanguardia, spreekbuis van de Catalaanse burgerij, publiceerde een wanhopig pleidooi om deze confrontatie niet uit de hand te laten lopen en een eigen logica te ontwikkelen: “Laat ons de tragedies van het verleden naar de geschiedenisboeken verwijzen. Democratisch Europa bekijkt ons.” Maar dit is minstens deels wat aan het gebeuren is. Zelfs de Financial Times had harde kritiek om Rajoy’s “inflexibele” houding tegenover het Catalaanse probleem.

    Voorlopig heeft de Spaanse burgerij beslist verder haar repressie te richten tegen de publieke figuren binnen de Catalaanse regering en hun eigen Mossos d’Esquadra (Catalaanse politie) te gebruiken om maatregelen aan te nemen, zoals het aanslaan van stembussen (waarbij alle foto’s vermeden worden van de Guardia Civil of het Spaanse leger die dat doen). Het feit dat de “majoor” van de Mossas, Josep Lluis Trapero, voorgesteld als een held door de PDeCAT (Catalaanse Europese Democratische Partij) en sommige onafhankelijkheidsleiders na de aanvallen van augustus, minder dan zes uur nodig had om te schikken naar de beslissing van de staat en haar orders bekend te maken, toont het waanbeeld dat iedere uitdaging van de burgerij uitgevoerd kan worden “met gebruik van de bestaande instellingen”. Maar zelfs indien ze de media-impact vermindert, zal de repressie van het referendum van 1 oktober onvermijdelijk meer olie op het vuur gooien en de nationale kwestie in Catalonië verder bemoeilijken en een sociale revolte kan op middellange termijn niet uitgesloten worden.

    Het enige dat (tot nu toe) heeft gemaakt dat de enorme sociale onrust in Catalonië nog geen onderdeel is geworden van een sociale rebellie om de staat, de PP en haar kapitalistische politiek te verslaan, is dat links zich niet aan het hoofd heeft gezet van deze grote beweging van de massa’s met een programma dat de strijd voor zelfbeschikking verenigt met de economische en sociale eisen die nodig zijn voor de meerderheid van de arbeidersklasse, de jeugd en de middenlagen. Het feit dat de formele leiding van die strijd tegen de staat en de PP-regering is overgelaten aan de PDeCAT heeft toegestaan dat deze reactionaire burgerlijke politici martelaren van “de democratie” lijken te zijn en dit heeft het hen mogelijk gemaakt verdeeldheid binnen de arbeidersklasse te behouden. De leiding van het “proces” vanwege de PDeCAT, zoals verdedigd wordt door de leiders van CUP en ERC, helpt de strijd niet, maar houdt ze tegen. Zelfs vanuit het standpunt van de verdediging van de nationale rechten hebben de leiders van de PDeCAT ieder mogelijk excuus gezocht om het referendum uit te stellen of niet te houden. Uiteindelijk was het de druk van de beweging en het vooruitzicht dat ze massaal steun zouden verliezen in de verkiezingen die hen, met veel interne verdeeldheid, ertoe bracht een datum vast te leggen voor het referendum.

    De miljoenen jongeren en arbeiders die niet stemden op 9 november of die niet deelnamen aan de Diada, verwerpen daarom niet het recht om te beslissen. Veel van hen waren gemobiliseerd tegen besparingen, uithuiszettingen, corruptie en alles wat de PP voorstelt. Als ze zich niet mobiliseerden in steun voor het referendum is het omdat Puigdemont of Mas, zij van de Palau Case en de corruptiesamenzwering van de 3%, altijd aan de kant van de PP hebben gestaan tegen de arbeiders, met steun voor arbeidshervormingen, besparingen in gezondheidszorg en onderwijs en privatiseringen. Maar zelfs dat zou kunnen veranderen indien de PP kiest voor massale repressie: kwantiteit kan omgevormd worden in kwaliteit die verder gaat dan het kader van de nationale kwestie.

    Op dit moment zou het perfect mogelijk zijn de miljoenen te verenigen die al gemobiliseerd zijn en bereid zijn het referendum in de straat te verdedigen met hen die de repressie afwijzen maar de PDeCAT wantrouwen. Indien de leiders van links in de Spaanse staat en in Catalonië opriepen tot de massale mobilisatie van de arbeidersklasse, jeugd en middenlagen, binnen en buiten Catalonië, in verdediging van het recht om te beslissen op 1 oktober, tegen de PP en de staatsrepressie, zouden ze zich duidelijk onderscheiden van de PDeCAT, iets wat de CUP onmiddellijk zou moeten doen door haar parlementair pact met Catalaans rechts te breken. Ze zouden deze strijd kunnen verbinden met de strijd tegen besparingen, voor degelijk werk, in verdediging van publieke gezondheidszorg en onderwijs. Zo zou het niet enkel mogelijk zijn om de repressie te stoppen, maar ook om de Rajoy-regering omver te werpen, evenals de even goed rechtse regering van Puigdemont, en de weg openen voor een linkse regering en een socialistische republiek van Catalonië.

    De enige manier om het recht op zelfbeschikking tot uitvoer te brengen is de grote meerderheid van de bevolking in Catalonië te verenigen met de krachtige Catalaanse arbeidersklasse aan het hoofd. Dit moet gedaan worden rond een programma dat de strijd voor zelfbeschikking en de strijd tegen kapitalisme onlosmakelijk verbindt als twee zijden van dezelfde medaille. Het is onmogelijk echte sociale en nationale bevrijding van Catalonië te verkrijgen uit de handen van de Catalaanse burgerij. Zelfs indien onafhankelijkheid zou worden bekomen, zou een Catalaanse kapitalistische republiek betekenen dat de besparingen en de aanvallen op de arbeidersklasse zouden verdergaan.

    Esquerra Revolucionària vecht voor een Catalaanse socialistische republiek die een einde maakt aan de besparingspolitiek en publiek onderwijs en gezondheidszorg van goede kwaliteit garandeert; die het probleem van massale werkloosheid oplost via de creatie van miljoenen jobs met degelijke lonen en rechten; die de uithuiszettingen stopt en een plan uitwerkt van openbare sociale woningen en zo een einde maakt aan de vastgoedspeculatie; dat de bankensector en grote bedrijven nationaliseert om de geproduceerde rijkdom in te zetten voor de noden van de meerderheid van de bevolking en een einde maakt aan de multimiljoenendollarfortuinen van een handvol corrupte en parasitaire individuen.

    Een Catalaanse socialistische republiek zou overweldigende steun krijgen van de arbeiders van de rest van de Spaanse staat (die dezelfde vijand hebben: de burgerij, en dezelfde aanvallen en besparingen ondergaan) en in de andere landen van Europa, waarbij een krachtig pad wordt geopend voor sociale transformatie en de bevrijding van alle onderdrukte volkeren.

  • Rajoy en koning Felipe op protest onthaald tijdens massale betoging in Barcelona

    “Jullie oorlogen, onze doden”

    Afgelopen zaterdag, tien dagen na de vreselijke terroristische aanslag op de Ramblas in Barcelona en in Cambrils, betoogden een half miljoen mensen in Barcelona. Ze toonden hun afkeer en veroordeling van het terrorisme en solidariteit met de slachtoffers. De betoging voldeed evenwel niet aan de verwachtingen van de conservatieve regeringspartij PP (Partido Popular), het koningshuis en de gevestigde media.

    Verslag door Esquerra Revolucionaria, onze zusterorganisatie in Catalonië

    Honderdduizenden jongeren en werkenden brachten zelfgemaakte posters mee waarop slogans stonden die verder gingen dan “Wij zijn niet bang” (‘No tinc por’), de hoofdslogan van de betoging. Op de affiches kwam er veel kritiek op premier Rajoy, de koning en de oorlogen in het Midden-Oosten. Een bijzonder gevoelig punt was het feit dat de PP-regering miljoenencontracten met Saoedi-Arabië sloot voor de levering van wapens.

    Vertegenwoordigers van de brandweerlieden, medisch personeel, taxichauffeurs, handelaars en maatschappelijk werkers openden de betoging onder enorm applaus van de aanwezigen. Ze werden bedankt voor hun toewijding en onbaatzuchtige hulp aan de slachtoffers en al wie steun nodig had in de momenten na de aanslag. Er was een oprechte en emotionele solidariteit met diegenen die hun eigen leven op het spel gezet hebben om anderen, gewone en onschuldige mensen, te helpen.

    Het onthaal van koning Felipe VI en premier Rajoy was helemaal anders. Toen zij zich op de actie lieten zien, gebeurde dit van achter een hekken. Het ging gepaard met boegeroep. De affiches en spandoeken wezen de hypocrisie van de machthebbers af. Er waren foto’s van de koning tijdens ontmoetingen met topfiguren van het Saoedische regime, grote spandoeken langs het hele parkoers van de betoging en tal van kleine zelfgemaakte affiches. “Felipe, wie vrede wil, verkoopt geen wapens” (“Felipe qui vol la pau vergt geen ambers”), “Jullie oorlogen, onze doden”, “Stel je voor: een land dat geen wapens verkoopt”, … waren enkele van de meest voorkomende slogans.

    De gevestigde media deden er eerst alles aan om niet te berichten over de sfeer op de betoging. Toen dat niet lukte, werd gesproken over een “boycot” door pro-onafhankelijkheidskrachten terwijl de betoging “eenheid” tegen het terrorisme had moeten laten zien. Alleszins bleek op de betoging in Barcelona dat jongeren en werkenden in Catalonië zich actief willen verzetten tegen terrorisme en fanatisme, waarbij ze ook beseffen waarom er een toename van terreur is. De jongeren en werkenden weten dat er in het Midden-Oosten, Irak, Afghanistan, Syrië, Jemen, … elke dag kinderen, vrouwen en mannen gedood worden in oorlogen en geweld dat door westerse regeringen wordt gesteund. Ze weten dat er achter deze oorlogen economische belangen schuilen van mensen die geen rekening houden met het leven van gewone mensen. Ze weten dat het hypocriet is om terrorisme te veroordelen en tot vrede op te roepen, terwijl er tegelijk wapens verkocht worden aan regeringen zoals die van Saoedi-Arabië, die in het verleden steun gaf aan groepen als ISIS. Ze weten ook dat Rajoy en Felipe VI als vertegenwoordigers van het establishment hiervoor verantwoordelijk zijn. Vandaar was er veel protest tegen hun aanwezigheid.

    De Catalaanse premier Puigdemont had de kans om een zekere ‘oppositie’ te tonen tegen Rajoy en de koning vanwege de onderdrukking door de nationale instellingen van het referendum over Catalaanse onafhankelijk op 1 oktober. Hij haalde in de media uit naar de pogingen van de PP om de aanslag te misbruiken als excuus om het recht van de Catalanen om zelf te beslissen te betwisten. Die campagne is inderdaad schaamteloos en gaat voorbij aan het feit dat het recht van de Catalaanse bevolking om zelf te beslissen legitiem is en niets te maken heeft met jihadistisch terrorisme. Puidgemont speelt in op het gevoel van miljoenen Catalanen die het recht op zelfbeschikking verdedigen. Maar hij kan zijn opportunisme en hypocrisie niet verbergen: hij en zijn medestanders hebben geen problemen met imperialistische oorlogen, met het Europa van het kapitaal, met de contracten voor wapenhandel, met akkoorden die met het Erdogan-regime gesloten zijn om vluchtelingen uit Europa te houden, met de besparingen op gezondheid en onderwijs, met de racistische razzia’s of de uithuiszettingen. De Catalaanse regering voert hetzelfde beleid als dat van de PP in de nationale regering. Deze regering verdedigt het kapitalistisch systeem en de neoliberale recepten waar zoveel mensen zich tegen uitspreken.

    “Jullie oorlogen, onze doden”

    De media en het establishment deden er alles aan om de betoging van afgelopen zaterdag zo vaag mogelijk te houden. Er werd constant op gewezen dat het de eerste keer was dat Felipe VI als koning naar een betoging ging. Waar veel minder op gewezen werd, was de reactie op de aanslagen van 11 maart 2014 in Madrid. Toen kwamen honderdduizenden mensen op straat uit protest tegen de imperialistische oorlogen, tegen terrorisme en tegen de verantwoordelijkheid van het establishment hiervoor. Ook toen was er een poging om de ‘eenheid’ met het establishment centraal te stellen, waarbij dit gekoppeld werd aan een oproep om vlaggen en ideologieën er niet bij te betrekken. Dit werd krachtig verworpen door honderdduizenden betogers. Nu proberen de machthebbers hetzelfde als in 2014. Maar het pakt niet. We zijn immers niet allemaal gelijk: terwijl een bevoorrechte laag goede zaken doet met wapenhandel, moeten gewone werkenden hun kinderen, broers of vrienden begraven.

    De reactie van de betogers in Barcelona antwoordde ook op een ander aspect dat de rechterzijde probeerde naar voor te schuiven: racisme en vreemdelingenhaat. De veroordelingen van islamofobie en racisme, maar ook de steun aan vluchtelingen stonden centraal op de mobilisatie in Cambrils, Barcelona en in de rest van Catalonië waren er eveneens heel wat acties van sociale bewegingen, antiracisten en migranten om te protesteren tegen het terrorisme.

    Op de acties was er een breed gedragen afwijzing van het rechtse beleid van de PP, niet alleen het buitenlandse maar ook het binnenlandse beleid. De aanvallen op de meerderheid van de bevolking, verdeeldheid op basis van racisme, een Francistisch nationalisme, … De betogers in Barcelona spraken hun afwijzing uit tegen Rajoy en de regering, maar al tegen al wie dit systeem verdedigt en vertegenwoordigt. Het kapitalisme betekent immers niets anders dan barbarij voor de meerderheid van de bevolking.

  • Catalonië: sociale rechtvaardigheid en recht op zelfbeschikking onlosmakelijk met elkaar verbonden

    De Catalaanse verkiezingen van 27 september toonden een samenleving die zowat middendoor verdeeld is over de kwestie van onafhankelijkheid van de Spaanse staat. Deze verkiezingen werden in de praktijk een ‘referendum’ over Catalaanse onafhankelijkheid. Dit werd zo gepromoot door de Catalaanse president Artur Mas. Het kwam er mee door de context van de Spaanse weigering om een referendum over onafhankelijkheid toe te laten en dit ondanks de groeiende massabeweging hierrond.

    Analyse door Danny Byrne van het CWI

    De twee grootste onafhankelijkheidspartijen vormden een gezamenlijke lijst onder de naam Junts pel Si (Samen voor Ja). Het gaat om de CDC, de rechtse nationalistische partij van Artur Mas, en de ERC, de zogenaamd centrumlinkse nationalistische partij. De gezamenlijke lijst werd getrokken door zowel politici als prominenten. De stemmen voor deze lijst werden net zoals die voor de radicaal linkse pro-onafhankelijkheidspartij CUP gezien als Ja-stemmen. Langs de andere kant waren er heel wat anti-onafhankelijkheidspartijen die tot het Neen-kamp behoorden. De linkse lijst Catalunya si que es pot (Catalonië, ja we kunnen) waartoe Podemos en de Catalaanse afdelingen van Verenigd Links behoren, zat ergens tussenin.

    Polarisatie

    Het vormde de basis voor een gepolariseerde campagne. Met de verschillende partijen die diverse standpunten innamen langs beide kampen, waren de verkiezingen geen echt referendum. Maar de kwestie van onafhankelijkheid was wel steeds dominanter in de campagne naarmate de verkiezingen dichterbij kwamen. Er was een hoge opkomst van 77%, 10% meer dan bij de vorige Catalaanse verkiezingen. Dit is een uitdrukking van de polarisatie en een gevoel van dringendheid onder de mensen om zich over de onafhankelijkheid uit te spreken.

    Een geografisch overzicht van de resultaten toont een erg gepolariseerd beeld. Het platteland stemde bijna overal overweldigend voor onafhankelijkheid. Maar in de steden, waaronder Barcelona, kwamen de onafhankelijkheidspartijen niet aan 50%. In Barcelona zelf was er een polarisatie tussen verschillende wijken. Voor het eerst sinds het begin van de huidige beweging voor onafhankelijkheid is er een element van polarisatie op basis van afkomst tussen Catalaanse buurten en gemeenschappen van families uit andere delen van Spanje. Dit werd vooral door de tegenstanders van onafhankelijkheid uitgespeeld. Er was ook een zekere polarisatie op basis van leeftijd met een grote meerderheid van de jongeren die voor onafhankelijkheid is.

    De resultaten bevestigen dat de massabeweging voor onafhankelijkheid niet verdwenen is, zoals veel commentatoren hadden voorspeld of gehoopt. “Junts pel Si” haalde 39,5% en 62 zetels, twee zetels te weinig voor een absolute meerderheid. De CUP haalde 8,2% en 10 zetels. Het ja-kamp won dus voldoende zetels voor een parlementaire meerderheid, zelfs indien het stemmenpercentage net onder de 50% blijft.

    De belangrijkste partijen in de eenheidslijst ‘Junts pel Si’ haalden echter minder zetels dan toen ze los van elkaar opkwamen in 2012. De groei van CUP, dat van 3 naar 10 zetels ging, is een belangrijke verandering. Het wijst op een radicalisering en een bocht naar links onder een belangrijk deel van de voorstanders van onafhankelijkheid.

    In het Neen-kamp leed de conservatieve PP een enorme nederlaag, de partij haalde amper 8,9% van de stemmen. De racistische reactionair Xavier Albiol was PP-kandidaat voor het presidentschap van Catalonië. Hiermee wilde de PP zijn steun onder de traditionele rechtse kiezers terug opkrikken, maar het mocht niet helpen. De partij die in het neen-kamp de verkiezingen won, was Ciutadans, de nieuwe rechtse populistische partij die voor een radicaal neen-standpunt opkomt. De partij verdriedubbelde zijn zetelaantal en wordt de tweede partij in het Catalaanse parlement. De groei van Ciutadans aan de ene kant en CUP aan de andere kant, wijzen op een versterking van de radicale polen in zowel het Ja als het Neen-kamp.

    Op basis van dit resultaat kondigden Artus Mas en Junts pel Si aan dat ze een regering willen vormen om een “proces” op te starten waarmee Catalonië op 18 maanden tijd onafhankelijk zou worden.

    Beperkingen van de polarisatie

    Een gezamenlijke regering van onafhankelijkheidspartijen zou betekenen dat de antikapitalistische CUP een akkoord sluit met de besparingsverantwoordelijken van CDC en met Mas die in de eerste jaren van de crisis een bijzonder asociaal beleid voerde en daarin soms verder ging dan de centrale regering van Madrid. Een andere optie zou zijn dat CUP vanuit de oppositie Mas toelaat om een minderheidsregering te vormen en steun geeft aan het proces van onafhankelijkheid maar zonder tot de regering toe te treden.

    Binnen het ja-kamp zijn er grote politieke verschillen. Dit heeft gevolgen, niet alleen voor de klassenstrijd rond sociale en economische thema’s maar ook voor de strijd over democratische rechten en voor het recht op zelfbeschikking. Een klassenoverstijgend ja-kamp met de huidige krachtsverhoudingen is niet wenselijk of leefbaar, het kan enkel leiden tot een verraad van zowel de rechten van de werkenden als de strijd voor het recht op zelfbeschikking.

    Een gepolariseerde verkiezingscampagne beperkt tot ‘nationale’ lijnen is niet de benadering van socialisten en marxisten. Het gaat immers voorbij aan de fundamentele tegenstellingen, die tussen arm en rijk, tussen arbeider en kapitalist. Een klassenoverschrijdende Ja- of Neen-campagne betekent dat de uitgebuite werkenden, onderdrukte vrouwen en minderheden, … gevraagd worden om dezelfde politieke belangen en doelstellingen naar voor te brengen als die van de verantwoordelijken voor het besparingsbeleid en de crisis die zo lelijk huis houdt in de Catalaanse en Spaanse samenleving.

    Werkenden en jongeren zijn sterk gekant tegen de besparingen en pleiten voor democratische rechten. Ze hebben meer met elkaar gemeen dan met de pro-kapitalistische politici in beide kampen. Er is nood aan eenheid en mobilisatie van de arbeidersklasse op een onafhankelijke klassenbasis gericht op een alternatief op kapitalisme, nationale onderdrukking en staatsrepressie.

    Een gezamenlijke Ja-campagne of een gezamenlijke regering van de partijen van de Catalaanse rijken en de antikapitalistische linkerzijde is enkel mogelijk indien een van de klassen, de arbeidersklasse, zich onderwerpt aan de andere. De CUP zit in een moeilijke positie, de partij staat onder druk om de beweging naar onafhankelijkheid niet te verstoren. Deze partij moet zich sterk houden en de belofte om geen rechtse besparingsregering onder leiding van Mas te steunen ook effectief waar te maken.

    Kapitalisme, klasse en de strijd voor Catalaanse zelfbeschikking

    Het zijn niet alleen sociale en economische thema’s die een klassenoverschrijdende beweging voor zelfbeschikking onleefbaar maken. De klassentegenstellingen zijn ook fundamenteel in de vraag hoe democratische rechten, waaronder nationale rechten, kunnen afgedwongen worden. In Catalonië hebben de rijken een lange geschiedenis van opportunistisch inspelen op nationale gevoelens en verlangens om dit op cynische wijze voor de eigen belangen te gebruiken.

    De Catalaanse kapitalistische klasse was altijd tegen onafhankelijkheid van Spanje en dit blijft het geval. De kapitalisten uit Catalonië waren een belangrijke factor in de ‘overgang’ van de jaren 1970 waarmee de dictatuur van Franco werd vervangen door een grondwettelijke monarchie om een revolutionaire omverwerping van de dictatuur en het kapitalisme te vermijden. Het ontkennen van het recht op zelfbeschikking voor de naties in de Spaanse staat was een fundamenteel onderdeel van het nieuwe regime. De onwrikbare eenheid en integriteit werd opgelegd in de grondwet van 1978, deels opgesteld door de ‘nationalistische’ Catalaanse burgerij. In deze verkiezingscampagne namen grote Catalaanse bedrijven en banken deel aan de Spaanse angstcampagne tegen onafhankelijkheid. Het deed wat denken aan ‘project fear’ tijdens de Schotse campagne voor het onafhankelijkheidsreferendum van 2014.

    De arbeiders, jongeren en armen in Catalonië moeten de conclusie trekken dat ze enkel op hun eigen krachten kunnen vertrouwen in de strijd voor democratische rechten en het recht op zelfbeschikking. Dit betekent dat ze de controle op de beweging moeten overnemen uit de handen van politieke vertegenwoordigers van het kapitalisme zoals Artur Mas. Enkel de arbeidersklasse die verenigd en georganiseerd opkomt voor het recht op zelfbeschikking, maar ook het recht op een waardig leven, kan de strijd tot overwinningen brengen.

    Catalaanse onafhankelijkheid bedreigt ook de kapitalisten uit de rest van Spanje en het Spaanse kapitalisme in het algemeen. Catalonië is immers goed voor 20% van het Spaanse BBP en bovendien zou een onafhankelijk Spanje zonder Catalonië, Baskenland en Galicië zowat de volledige industriële basis en een derde van het BBP verliezen. Een onafhankelijk Catalonië zou uiteraard een aanmoediging zijn voor de strijd voor zelfbeschikking in Baskenland en mogelijk ook in Galicië.

    Dit kwam ook tot uiting in de benadering van de Spaanse instellingen en de PP-regering ten aanzien van de beweging in Catalonië. Het is een benadering van tegenstand en repressie. Het Grondwettelijk Hof heeft zich op elk ogenblik verzet tegen de mogelijkheid van een referendum, zelfs de onofficiële volksraadpleging van de Catalaanse regering in november vorig jaar werd verboden. Na de verkiezingen werd aangekondigd dat Artur Mas zelf door Spaanse rechtbanken zal vervolgd worden wegens het niet-nakomen van het verbod op de volksraadpleging van 9 november. Uiteraard moet Mas verdedigd worden tegen de staatsrepressie, maar tegelijk moeten de linkerzijde en de arbeidersbeweging zich volledig verzetten tegen het politieke beleid van Mas.

    In de aanloop naar de Catalaanse verkiezingen stemde de PP-regering een wet waardoor het Grondwettelijk Hof de macht heeft om de president van een ‘autonome regio’ (zoals Catalonië) te schorsen. Dit was een duidelijk dreigement tegen de Catalaanse bevolking. Maar het zal even weinig effect hebben als eerdere dreigementen. De Spaanse repressie versterkt de beweging voor onafhankelijkheid net.

    Dit schept duidelijkheid voor de arbeidersklasse. Het feit dat de burgerlijke regels steeds opnieuw als obstakel tegen een democratische beslissing door de bevolking worden gebruikt, leidt tot de vraag naar massale burgerlijke ongehoorzaamheid en een perspectief dat de grenzen van de burgerlijke wettelijkheid overschrijdt. Daar zijn de Catalaanse en Spaanse kapitalisten natuurlijk niet tot bereid. Dat kan enkel de arbeidersklasse.

    Het heeft ook politieke gevolgen. Het ontkennen van democratische en nationale rechten aan de bevolking van de Spaanse staat zit in het DNA van het kapitalisme op het schiereiland. De strijd voor het recht op zelfbeschikking is onlosmakelijk verbonden met de strijd tegen kapitalisme. Het uitbouwen van een verenigde arbeidersbeweging met een revolutionair socialistisch programma is de sleutel voor een geslaagde strijd voor democratische en nationale rechten voor Catalonië.

    Voor een verenigd front van links, de arbeidersklasse en sociale bewegingen om te breken met kapitalisme en nationale onderdrukking

    De arbeidersklasse moet georganiseerd zijn om eengemaakte een onafhankelijke rol te kunnen spelen in plaats van de burgerlijke leiding van het ene of het andere kamp achterna te lopen. In deze verkiezingen waren er jammer genoeg twee concurrerende linkse lijsten die in werkelijkheid opgesplitst waren door de nationale polarisatie. De CUP stond in het Ja-kamp met een sterk antikapitalistisch profiel dat inging tegen de lijst Junts pel Si. De CUP scoorde goed met een verdriedubbelling van het aantal zetels sinds 2012 toen de CUP voor het eerst verkozen raakte.

    Het resultaat van Catalunya si que es pot (CSQP), een alliantie van Podemos en de Catalaanse medestanders van Verenigd Links (IU), was wel ontgoochelend. De lijst haalde 11 verkozenen, wat minder is dan het aantal verkozenen van verschillende delen van de alliantie in 2012. Voor de leiders van Podemos is dit een erg slecht resultaat zeker nadat Pablo Iglesias en Inigo Errejon zoveel tijd en energie in deze campagne staken. Ze stelden dat ze boven de polarisatie rond de nationale kwestie stonden en benadrukten de nood aan discussie over sociale en economische thema’s. Maar hun standpunten werden gezien als onderdeel van het Neen-kamp. Dat centrale leiders als Iglesias en Errejon een duidelijk persoonlijk standpunt tegen onafhankelijkheid innamen, versterkte dit beeld.

    Het komt bovenop de algemene problemen voor Podemos in de rest van Spanje. De partij gaat achteruit in alle peilingen. Zoals we eerder opmerkten heeft dit deels te maken met de politieke fouten van de partijleiders die steeds verder naar rechts opschoven en zich aanpassen aan ‘wat mogelijk is’ in de context van de trojka en de dictatuur van de kapitalistische markten.

    Socialismo Revolucionario riep op voor verenigde linkse lijsten in de verkiezingen op basis van een programma dat breekt met het kapitalisme om zo het democratisch recht op zelfbeschikking voor Catalonië te bekomen. In de nasleep van een gepolariseerde verkiezingscampagne is het belangrijk dat de linkerzijde en de arbeidersbeweging zich verenigen in strijd, op de straten en op de werkvloer om de klassenstrijd te voeren. Er moet aandacht geschonken worden aan de eenheid in de strijd, na de campagne dreigt de nationale polarisatie immers al het andere te overstemmen. Een escalatie van klassenstrijd kan de aandacht terug op de klassenthema’s vestigen en bijdragen aan de nodige eenheid.

    Een verenigde arbeidersbeweging – wat ook nodig is op Spaans niveau om de strijd voor de val van de regering-Rajoy te voeren – kan niet gewoon tot eenheid komen op basis van het negeren van de nationale kwestie. Het ontgoochelende resultaat voor CSQP in deze verkiezingen toont de gevolgen van zo’n benadering. Een verenigd front van de linkerzijde, de arbeidersbeweging en sociale bewegingen met als doel om de PP-regering en het tweepartijenstelsel te breken in de algemene verkiezingen van december moet een democratische en socialistische oplossing naar voor schuiven voor de nationale kwestie van de Catalaanse, Baskische en Galicische bevolking. Dat is vandaag een fundamentele vereiste voor succes.

    Grondwetshervorming of breken met het systeem?

    Als startpunt stelt SR dat de nationale kwestie net zoals andere dringende thema’s van de werkende bevolking niet kan opgelost worden binnen het door crisis gekenmerkte kapitalisme. Het ontmantelen van het Spaanse systeem van na het verdwijnen van de dictatuur vereist de uitschakeling van de territoriale afspraken van de ‘autonome regio’s’. Dit was voorheen de min of meer gesofisticeerde methode om de nationale onderdrukking te kanaliseren. Het zal echter niet volstaan.

    Velen – ook ter linkerzijde – denken dat het volstaat om te prutsen aan de grondwettelijke structuur van het Spaanse kapitalisme om de nationale kwestie en andere fundamentele problemen op te lossen. Er is een sterke druk door de burgerij, onder meer in de ernstige media zoals El Pais, voor een meer verzoenende houding van de regering. De kwestie van een hervorming van de grondwet komt daarbij steeds opnieuw terug, met als onderdeel daarvan de mogelijkheid van toegevingen, ook op financieel vlak, aan Catalonië. Dit zou welwillend aanvaard worden door de rechtse leiding van Junts pel Si, voor wie het doel in werkelijkheid niet de onafhankelijkheid is maar een groter deel van de Spaanse kapitalistische koek.

    De arbeidersklasse en de linkerzijde moeten dergelijke halfslachtige voorstellen verwerpen. Echte democratie en een waardig leven voor de mensen is enkel mogelijk door de basis van het systeem aan te pakken, het kapitalistische bezit en controle van de rijkdom op het schiereiland. Dit betekent strijden voor een socialistisch alternatief met publiek democratisch bezit van de rijkdom.

    Met een socialistisch programma om te breken met het kapitalisme in Spanje, zou een socialistisch Catalonië mogelijk worden. Dit Catalonië zou zelf de volledige controle over zijn eigen zaken hebben, op basis van een echte arbeidersdemocratie in de economie en op politiek vlak. Het betekent een garantie op volledige rechten, ook taalrechten, het recht op dubbel burgerschap en het vrij verkeer van alle minderheden. Het gemeenschappelijke bezit en democratische controle op de banken en sleutelsectoren van de economie zou het mogelijk maken om de territoriale grenzen van de Spaanse staat te bepalen op gelijke en vrijwillige basis. Een revolutionair congres van Iberische volkeren, met vertegenwoordigers van werkenden van alle bevolkingsgroepen en regio’s, zou de toekomst van elke natie en van het volledige schiereiland kunnen bespreken.

    Op deze basis zou een socialistisch Catalonië vrij kunnen deelnemen aan een socialistische confederatie met andere volkeren op het schiereiland, dat zou zich op een kwalitatief andere manier stellen na een breuk met het kapitalisme. Een dergelijke revolutionaire verandering zou de grenzen van de huidige Spaanse staat snel overstijgen. In een socialistisch Europa en een socialistische wereld, zouden Catalonië en andere volkeren van het schiereiland hun plaats kunnen opnemen in een echter broederlijke band tussen naties gebaseerd op overvloed en samenwerking. Het kapitalisme en de tekorten, concurrentie en barbarij die er kenmerkend voor zijn, zal enkel leiden tot eindeloze nationale conflicten, onderdrukking en dominantie.

  • Spanje. Miljoenen betogers eisen Catalaanse onafhankelijkheid

    Artikel door Rob MacDonald, Socialismo Revolucionario, Barcelona

    Op 11 september waren er naar schatting 1,8 miljoen betogers in Barcelona voor de jaarlijkse ‘Diada’-betoging voor Catalaanse onafhankelijkheid. De betoging was minstens 11 kilometer lang. De aanwezigen vormden een massale V langs de twee centrale lanen van de stad. Daarmee wilden ze de roep naar een referendum over onafhankelijkheid kracht bij zetten. De bevolking van Catalonië wil daar zelf over beslissen. Peilingen geven aan dat tot 80% denkt dat er hier een stemming over moet komen.

    De mobilisatie bracht een dwarsdoorsnede van de samenleving op de been en er was een zee van rood en geel, de kleuren van Catalonië. De officiële leiders van de betoging probeerden deze strikt te beperken tot nationale eisen, maar veel aanwezigen droegen ook gele t-shirts met een boodschap tegen de besparingen en een duidelijk linkse boodschap. Socialismo Revolucionario kwam tussen met ‘La Brexta’, de Catalaanse versie van onze krant.

    Het Catalaanse parlement kondigde een referendum voor 9 november aan. Als dit referendum er effectief komt, zal de regerende rechtse PP het ongetwijfeld blokkeren via legale weg en het Grondwettelijk Hof om het referendum onwettelijk te verklaren. De regering-Rajoy volgt het schotse referendum van nabij en wil vermijden dat er momenteel iets soortgelijk in Catalonië gebeurt. De CIU, de regerende kapitalistische partij in Catalonië, lijkt verdeeld te zijn over deze kwestie. Velen in de leiding hebben het over het uitstellen van het referendum na de uitspraak van de rechtbank. De Catalaanse president Artur Mas heeft het nu over vervroegde Catalaanse verkiezingen. Ze lijken zich allemaal neer te leggen bij het wettelijk kader dat door Spanje wordt opgelegd, wat een voorbereiding is op het aanvaarden van de onwettelijkheid van het referendum.

    De ERC, een republikeinse linkse sociaaldemocratische pro-onafhankelijkheidspartij die voorop ligt in de peilingen, roept op tot een onwettelijk referendum. Maar dit lijkt meer een tactiek te zijn van een partij die zich het imago van meest vastberaden strijders voor onafhankelijkheid wil aanmeten en niet zozeer een realistisch strategisch voorstel. De abstracte oproep tot burgerlijke ongehoorzaamheid wordt niet gekoppeld aan een indicatie van hoe dit kan georganiseerd worden. Er wordt alleszins geen beroep gedaan op massale mobilisatie van de arbeidersklasse, bijvoorbeeld in een algemene staking. Alle gevestigde Catalaanse partijen worden geconfronteerd met hoge verwachtingen, maar ze hebben weinig opties om die effectief in te lossen. De leiding van de onafhankelijkheidsbeweging mag niet in handen van deze mensen gelaten worden.

    Arbeidersstrijd

    Enkel de mobilisatie van de arbeidersklasse in Catalonië kan de Spaanse overheid ertoe dwingen om een referendum te erkennen. De werkende bevolking kan hiervoor enkel vertrouwen op haar eigen krachten en haar eigen methoden van arbeidersstrijd. Een oproep tot een algemene staking in Catalonië tegenover een uitspraak van het Grondwettelijk Hof zou een enorme steun vinden. Een dergelijke beweging zou ook eenheid moeten bekomen met arbeidersstrijd in de rest van Spanje, waar de gevolgen van het besparingsbeleid van de PP zich ook laten voelen. Gezamenlijke strijd tegen de aanvallen op de levensstandaard van de gewone bevolking zou meteen ook de steun vergroten voor de strijd om de Catalanen zelf democratisch te laten beslissen over hun toekomst.

    Los van de vraag of het referendum zal plaatsvinden of niet en of dit wettelijk dan wel onwettelijk zal gebeuren, is het belangrijk om te kijken naar welk Catalonië de mensen willen. Een Catalonië onder leiding van CIU en ERC zal niet veel verschillen van een Catalonië onder leiding van de PP of de pro-kapitalistische ‘sociaaldemocraten’ van PSOE. De strijd voor onafhankelijkheid moet verbonden worden met de strijd tegen besparingen, tegen kapitalisme en voor een radicale verbetering van de levensomstandigheden van de Catalanen en de werkende bevolking doorheen Spanje en Europa.

    Een onafhankelijk Catalonië in Europa zou geen beter akkoord losweken van de financiële haaien in de EU. Het economische beleid van de CIU is hetzelfde als dat van de PP. De ERC stelt dat een socialer project heeft, maar niets in het partijprogramma wijst erop dat de ERC meer voor de werkende bevolking zou doen dan gelijk welke andere pro-kapitalistische partij.

    Doorheen Spanje trekt de arbeidersklasse radicale conclusies over de aard van de kapitalistische crisis. De groei van IU, CUP en Podemos wijst hier op. In Barcelona komt er mogelijk een nieuwe vorm van verenigde linkse campagne onder de naam ‘Guanyem’ (we winnen) rond Ada Colau, leider van de beweging tegen de uithuiszettingen. Dat is een positieve ontwikkeling. We moeten de kans om voor een socialistisch Catalonië aangrijpen en verbinden met de strijd tegen kapitalisme en besparingen doorheen Spanje.

    Er is nood aan een programma dat pleit voor de niet-betaling van de schulden, het stopzetten van de besparingen, investeringen in openbare diensten op basis van de behoeften, voor het recht op zelfbeschikking en de nationalisatie van de banken en sleutelsectoren van de economie onder arbeiderscontrole en -beheer.

    Met een dergelijk programma kan de werkende bevolking van Catalonië een vrijwillige band aangaan met de arbeiders doorheen Spanje in een socialistische confederatie die ook uitbreiding kan nemen met de arbeiders van landen als Griekenland en Portugal als onderdeel in de strijd voor een alternatief socialistisch Europa voor de massa’s in plaats van een Europa voor de kapitalistische elite. Dit is de beste manier om onafhankelijkheid te bekomen en de verdeeldheid van de werkenden in Europa en Spanje te doorbreken.

    • Voor een socialistisch Catalonië en een vrijwillige socialistische confederatie op gelijkwaardige basis van het Iberische schiereiland
    • Verenig alle strijdbewegingen – voor een links eenheidsfront met een socialistisch programma
    • Voor een socialistisch Europa
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop