Your cart is currently empty!
Tag: btw
-
BTW-verlaging op elektriciteit volstaat niet. Energie moet volledig in publieke handen

Gevaar! Prijsstijgingen zetten onze portemonnee onder hoogspanning In januari stegen de gemiddelde prijzen voor zowel aardgas als elektriciteit nogmaals met 40 tot 60% tegenover december. Een gemiddelde gezinsfactuur is op een jaar tijd gestegen van 1962 euro naar 5361 euro, of van 160 naar 450 euro per maand. Velen schrikken bij de aanpassingen van voorschotfacturen. De Ombudsdienst voor Energie wordt overspoeld met klachten. “We krijgen met moeite alles gelezen wat er binnenkomt,” klinkt het daar. Veel gezinnen trekken het niet meer.
Artikel door Geert Cool uit maandblad De Linkse Socialist
BTW-verlaging maakt ijskoude douche van factuur niet ongedaan
Uiteindelijk besliste de regering na lang discussiëren om de BTW op elektriciteit tijdelijk van 21% naar 6% terug te brengen. Voor gas blijft het tarief van een luxeproduct gelden. Daarnaast komt er een eenmalige premie voor elke elektriciteitsaansluiting en wordt het sociaal tarief verlengd. Voor de hierboven aangehaalde gemiddelde gezinsfactuur komt dat samen neer op 165 euro op een stijging van 3400 euro op jaarbasis. Onvoldoende om de ijskoude douche van de prijsstijgingen te verzachten.
Wat de regering intussen wel voelt, zijn de gestegen inkomsten uit BTW. Vorig jaar kreeg de federale regering 1,9 miljard euro extra binnen met BTW-heffingen. Dat is meer dan de extra inkomsten uit de vennootschapsbelasting en de hogere voorafbetalingen door bedrijven.
De PS en de groenen hadden een punt toen ze stelden dat een BTW-verlaging evenveel oplevert aan superrijken als aan werkenden. De kern van de kwestie roerden ze echter niet aan: BTW is op zich een asociale taks. Hoog tijd om die af te schaffen en een progressief belastingstelsel door te voeren zodat de rijksten meer betalen.
Het argument om de tijdelijke BTW-verlaging niet op de gasfactuur toe te passen is hypocriet. De groenen stellen dat gas vervuilend is, maar gaan tegelijk voor nieuwe gascentrales. Het vergroenen van energie zal niet gebeuren door de werkende klasse in energie-armoede te dwingen. Een BTW-verlaging is noodzakelijk, blijvend en niet alleen voor elektriciteit, maar dat volstaat absoluut niet.
Enkel grote aandeelhouders krijgen het warm van de liberalisering
Bij de volledige liberalisering van energie in 2007 werden ons lagere prijzen beloofd en bovendien een bescherming tegen stroompannes. Vijftien jaar later is de energiemarkt in handen van enkele grote spelers die de aandeelhouders mooie dividenden schenken terwijl wij torenhoge tarieven betalen. Engie zal een meerwinst van 2,6 miljard euro boeken op de hoge prijzen. Het Franse TotalEnergies (voorheen in ons land ook actief onder de naam Lampiris) boekte vorig jaar een recordwinst van 16 miljard euro.
Ook met de groenen in de federale regering komt er geen ambitieus plan om duurzame energie te ontwikkelen. Minister van Energie Tinne Van der Straeten legt alle eieren in de mand van de markt. Het is echter net de greep van de markt en het bijhorende winstbejag die zorgen voor een tekort aan vooruitziendheid en ontwikkeling van groene alternatieven. Zo werd de kernuitstap niet voorbereid en voor investeringen in duurzame energie blijft de sector hard uitkijken naar subsidies van de gemeenschap. Een wel erg voorzichtige poging om daar wat in te schrappen op Vlaams niveau, leverde Zuhal Demir (N-VA) meteen het dreigement van een golf van rechtszaken op.
Alle regeringen in ons land moeten vaststellen dat ze geen hefbomen hebben om in te grijpen op de energieprijs. Waar tijdens de financiële crisis van 2008 de banken op compensaties konden rekenen toen ze onderuit dreigden te gaan, zijn er voor onze noodlijdende portemonnees vandaag zogezegd geen middelen.
Is het einde van de tunnel in zicht?
De hoge energieprijzen worden veroorzaakt door het gebrek aan vooruitziendheid, maar ook door de economische instabiliteit en de geopolitieke spanningen. Voor de werkende klasse kan de oorlogsretoriek over Oekraïne ver weg lijken, maar zelfs indien het bij een koude oorlog blijft, zijn wij het die de zwaarste prijs betalen. Toegang tot energie is immers een cruciaal wapen in deze koude oorlog. Indien het tot een ‘warme’ oorlog komt, zal dit nog veel meer het geval zijn. Alleen al voor onze portemonnee is verzet tegen de oorlogsdreiging belangrijk. Daarnaast versterkt het ongelijkmatig en instabiel economische herstel de chaos bij de toeleveringsketens en stuwt dit de inflatie verder de hoogte in. Deze factoren zullen niet snel verdwijnen. Komt daar nog de ecologische crisis bij die voor meer extreem weer zorgt. Wat bij een winterprik in het voorjaar of indien er eind dit jaar een barre winter komt?
Het systeem loopt langs alle kanten vast en laat de werkende klasse hiervoor opdraaien. De zwaksten worden daarbij het hardst geraakt. De Nationale Bank merkte op dat de inflatie onder de 25% armsten in ons land 8,7% bedroeg in januari. Dat is meer dan een procentpunt hoger dan de algemene inflatie van 7,59% en is vooral toe te schrijven aan de stijgende energieprijzen. Het verschil met de ‘gezondheidsindex’ van 7,1% loopt nog verder op. Bovendien beginnen de stijgingen stilaan ook door te sijpelen in de voedingsprijzen. Voor een groeiend deel van de bevolking dreigt bovenop de kou ook honger. Dat komt op een ogenblik dat maandelijks gemiddeld 177.238 naar voedselbanken stappen, een stijging met 25% op vijf jaar tijd.
Volledige energiesector moet in publieke handen
De explosie van de energieprijzen is het resultaat van verschillende problemen van het kapitalisme, die elk met elkaar verbonden zijn en elkaar versterken. Het is een systeemkwestie en dus moet er ook een systemisch antwoord komen.
Met een verlaging van de BTW of andere maatregelen rond taksen en accijnzen komen we er niet. Een bevriezing van de prijzen zoals in Frankrijk kan tijdelijk uitstel bieden, maar als de kost ervan naar de gemeenschap wordt doorgeschoven zijn het uiteindelijk toch de werkenden die ervoor opdraaien. Een publieke energiepool die concurreert met de private energiebedrijven dreigt al snel de commerciële logica van de private sector over te nemen. Neen, de volledige sector moet in publieke handen komen.
“We moeten de controle over deze strategische sector terug in publieke handen krijgen,” eist het ABVV. “We moeten niet van energieleverancier veranderen, maar van systeem,” klinkt het bij Raoul Hedebouw. Inderdaad: er is nood aan een ander systeem. Energie in publieke handen betekent nationalisatie onder controle van het personeel en de gemeenschap, niet onder leiding van managers die met hun jaarloon van een miljoen euro dezelfde winstlogica opleggen als in de private sector. Nationalisatie onder democratische controle moet een planning voor groene en betaalbare energie gericht op de noden van de volledige bevolking mogelijk maken.
De kapitalisten zullen slechts toegevingen doen als ze vrezen dat ze anders alles kunnen verliezen. Daartoe moeten we een krachtsverhouding opbouwen doorheen acties en campagnes rond de eis van een energiesector in publieke handen. In een strijdbeweging is het formuleren van een ambitieuze doelstelling van systeemverandering belangrijk om duidelijkheid te scheppen over ons socialistisch alternatief en dat te populariseren. Terwijl de strijd hiervoor op nationaal vlak start, is er door de aard van het kapitalisme geen andere mogelijkheid dan een internationale uitbreiding.
-
De boodschap van Van Overtveldt: geen toegevingen, enkel nieuwe aanvallen
‘Tax Shift’ wordt ‘tax lift’ voor gewone werkenden en uitkeringstrekkers.
Toen de leidingen van ACV en ACLVB aankondigden dat ze verder zouden onderhandelen over het ontwerp van ‘sociaal’ akkoord dat nu in hun eigen rangen op heel wat tegenstand botst, verklaarde Kris Peeters (CD&V) dat de sociale partners die aan tafel bleven, zouden gesoigneerd worden. Zijn collega Van Overtveldt (N-VA) maakte meteen duidelijk hoe zijn partij dit ziet, soigneren staat daar gelijk voor nieuwe aanvallen op de levensstandaard. Door het vage concept van een ‘tax shift’ meteen aan een BTW-verhoging te koppelen, ging Van Overtveldt over tot een bewuste provocatie tegen de vakbonden.
Het was op voorhand duidelijk dat deze regering niet zou stoppen bij de eerste reeks aanvallen. De voorstanders van een Thatcheriaanse aanpak willen geen consensus met de vakbondsleidingen, maar willen op basis van een ramkoers de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal wijzigen. De strategie van onderhandelde afbraak in een poging om de scherpste kantjes te verzachten, was voorheen de benadering van de vakbondsleidingen. Vandaag wordt dit steeds minder houdbaar. Rond kwesties als de indexsprong of de pensioenleeftijd wil de regering niet onderhandelen. En de eerste aanvallen zijn amper verwerkt – denk maar aan de verdubbeling van de zorgpremie, de afschaffing van de woonbonus of de tariefverhogingen bij De Lijn om het slechts over enkele maatregelen van de Vlaamse regering te hebben – of de neoliberale scherpslijpers staan al klaar met de volgende reeks.
Het voorstel van Van Overtveldt om bij een tax shift vooral naar belasting op consumptie, BTW dus, te kijken, is daar een voorbeeld van. Na de eerdere provocaties van partijgenoten als Zuhal Demir die pleitte voor een beperking van de werkloosheidsuitkering, brengt nu ook minister Van Overtveldt een duidelijke boodschap. Een tax shift kan, maar wel enkel indien het betekent dat de gewone bevolking steeds meer betaalt terwijl de grote bedrijven steeds minder betalen. Voor de grote bedrijven mag er geen ‘tax lift’ zijn, tenzij de lift naar beneden gaat, voor de gewone werkenden wordt de ene stijging na de andere doorgevoerd. Want hoe kunnen de eerder genoemde maatregelen als de verdubbeling van de zorgpremie of afschaffing van de woonbonus anders gezien worden? Een BTW-verhoging, waarbij de armsten evenveel betalen als de superrijken, is een voorbeeld van een bijzonder asociale taks. Het zorgt voor een wel erg snel stijgende ‘tax lift’ voor de gewone bevolking.
Mogelijk zal de regering niet meteen tot een dergelijke ‘tax shift’ overgaan. Mogelijk is de verklaring van Van Overtveldt vooral een nieuwe zet in de interne oorlogsvoering binnen de regering. Maar het moet ook een waarschuwing zijn voor de vakbondsleidingen en leden: met vage eisen voor een ‘tax shift’ zullen we geen stappen vooruit zetten, een duidelijk standpunt over een vermogensbelasting is noodzakelijk (zie dit artikel voor onze bijdrage aan deze discussie). En met deze regering in het algemeen zullen we evenmin stappen vooruit zetten. Iedere toegeving van onze kant zal geïnterpreteerd worden als een teken van zwakte en een groen licht om de volgende aanval te lanceren. Dat was destijds ook de tactiek van het neoliberale voorbeeld Thatcher. Als de BBTK-leiding stelt dat het gevoel leeft dat deze regering niet zal toegeven, dan klopt dit. Het zou een reden moeten zijn om de acties verder te zetten en de regering weg te staken. Of laten we ons vrijwillig geheel pluimen?
Deze regering voert een klassenstrijd waarbij onze levensstandaard onder vuur ligt. Daarop reageren met een wanhopige strategie waarbij de afbraakpolitiek aanvaard wordt in een poging om ze te milderen, zal onze levensstandaard enkel verder naar beneden halen. Laat ons eerder kijken naar de strategie van de hoop die de Griekse kiezers volgden in hun roep naar een beleid dat stopt met de besparingen. Een tweede actieplan waarmee we de rechtse regering ten val brengen, zou meteen ook de beste solidariteit met het Griekse verzet tegen het besparingsbeleid vormen.
-
Energie. Over de BTW-verlaging, groene energie en nationalisatie
Analyse vanop de blog van Tim (Brussel)
Eind november 2013 besloot de federale regering om van 1 april 2014 tot en met eind 2015 de BTW op elektriciteit te verlagen van 21% naar 6%. Vooral vice-premier Johan Vande Lanotte had aangedrongen op zo’n verlaging, hoewel hij er zelf niet de uitvinder van was: de linkse partij PVDA beschouwt het al jaren als een fundamenteel onderdeel van haar energiebeleid. De regering was wél innovatief in haar redenen om de BTW-verlaging door te voeren: het zou er voor zorgen dat de overschrijding van de spilindex, voorzien voor juni 2014, 6 maanden zou kunnen worden uitgesteld tot december 2014, en stevige besparing op ambtenarenlonen, en vooral – nog belangrijker – een cadeau voor de bedrijven.Effecten van de maatregel voor een gemiddeld gezin
Een gemiddeld Belgisch gezin verbruikte, volgens distributienetbeheerder Eandis, in 2012 zo’n 3.500 kilowattuur elektriciteit, en betaalde daar zo’n 837€ per jaar voor [1]. In dat bedrag zit zo’n 145€ BTW (aan een BTW-tarief van 21%). Een BTW-verlaging naar 6% zou dit gemiddelde gezin dus een besparing opleveren van een kleine 104€ op jaarbasis. Dit uiteraard op voorwaarde dat de elektriciteitsprijzen in dezelfde periode niet wijzigen, én dat het elektriciteitsverbruik gelijk blijft.Tegelijkertijd had datzelfde Belgische gezin, volgens de cijfers van het Huishoudbudgetonderzoek van de FOD Economie, in 2012 zo’n 33.936€ netto-inkomsten [2]. Een indexering van dit bedrag zou het gezin zo’n 678,72€ extra inkomsten opleveren per jaar. Het uitstellen van de indexsprong in 2014 met 6 maanden betekent een koopkrachtverlies van 339,36€, ruim drie keer meer dan de besparing op BTW op elektriciteit!
Maar daarmee zijn we er nog niet: de expertengroep die de Nationale Bank bijeenbracht om in opdracht van de regering de maatregel te bestuderen, berekende dat de maatregel ook de komende jaren telkens het overschrijden van de spilindex zou uitstellen: 3 maanden uitstel in 2015, en telkens 2 nogmaals twee maanden voor 2017 en 2018 [3]! Dit wil zeggen dat, bij gelijke inkomsten en energieprijzen, de maatregel de gezinnen in 2015 nogmaals 169,68€ doet verliezen, en telkens 113,12€ in de daaropvolgende jaren!
Bovendien is de BTW-verlaging door de regering voorlopig aangekondigd als een tijdelijke maatregel, die eind 2015 opnieuw zou worden geëvalueerd, en eventueel terug zou kunnen worden ingetrokken. Maar zelfs indien de maatregel blijft bestaan, zorgt ze voor een stevige achterstand voor de index, die de komende jaren niet meer wordt ingehaald. De meerderheid van de gezinnen verliest dus koopkracht, in plaats van er op te winnen.
Ook voor de openbare financiën draait de maatregel niet gunstig uit. Verlagen van de BTW zorgt voor minder inkomsten voor de overheid. De regering meende dat deze minderopbrengst zou kunnen worden opgevangen door minder uitgaven op ambtenarenlonen, en doordat lagere loonkosten meer jobs, en dus meer belastingen zouden opleveren. Ook op dat vlak moest de Expertengroep van de Nationale Bank de gevoelens enigszins temperen: daar waar de regering in eerste instantie sprak van de creatie van 15.000 nieuwe jobs door de maatregel, schatten de Experten dat slechts 7.930 nieuwe banen konden verwacht worden. We kunnen uiteraard nog enkele kritische kanttekeningen maken bij het idee dat lagere lonen zorgen voor meer jobs, een veronderstelling die zeer twijfelachtig is als we kijken naar alle lastenverlagingen van de voorbije jaren, maar zelfs àls het waar is, rekende de Nationale Bank voor dat de BTW-verlaging in 2014 een positief effect zal hebben op de overheidsfinanciën van 52 miljoen € voor 2014 (vooral door lagere ambtenarenlonen), maar dat dit in 2015 omslaat naar een negatieve impact van maar liefst 526 miljoen €, en gemiddeld zo’n 350 miljoen € per jaar voor de jaren 2016, 2017 en 2018! [4]
Wie wint er dan wel? In de eerste plaats: de bedrijven. Met een loonmassa in de private sector van zo’n 135 miljard €, zou de theoretische winst van het uitstellen van de automatische indexering van de lonen de bedrijven zo’n 1,35 miljard kunnen opleveren. Echter, doordat de manier waarop er met de loonindexering in de privé wordt omgegaan sterk afhankelijk is van sector tot sector, is de uiteindelijke opbrengst moeilijk te berekenen: de regering sprak in de pers zelf van zo’n 500 miljoen € [5]: een stevig cadeau voor het patronaat, betaald door de gezinnen en besparingen op publieke uitgaven!
BTW is asociale maatregel
Socialisten beschouwen de zogenaamde “Belasting over de Toegevoegde Waarde”, BTW, als een asociale vorm van belasting. Het is een belasting die immers telkens de eindverbruiker van een goed treft, meestal de gewone bevolking. Bedrijven recupereren de BTW die ze betalen, het is voor hen dus geen kost die van de winst moet worden afgetrokken. Bovendien is de BTW, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de bedrijfsvoorheffing die men op een arbeidsinkomen betaalt, niet gedifferentieerd op basis van de hoogte van het inkomen: door telkens dezelfde aanslagvoet te heffen, weegt deze belasting zwaarder door voor lage inkomens dan voor de hogere inkomens. Het solidariteitsmechanisme “de sterkste schouders dragen de zwaarste lasten” is niet van toepassing op de BTW.Daarom ook zijn socialisten principieel voor de afschaffing van de BTW. Echter, vandaag vormt de BTW één van de belangrijkste inkomstenbronnen voor de overheid: 26,6% van alle fiscale inkomsten, of 26,7 miljard €, kwam in 2013 voort uit BTW, enkel de bedrijfsvoorheffing (belasting op arbeidsinkomen) deed beter met 40,8% van de fiscale inkomsten. Ter vergelijking: de bedrijven in ons land droegen datzelfde jaar slechts 12,2 miljard € bij aan de schatkist, een luttele 12,1%! [6]
Het afschaffen van de BTW kan dus niet zonder alternatief. De werkende bevolking draagt in België relatief al bijzonder veel bij aan de overheidsfinanciën: we moeten dus in de eerste plaats kijken hoe de gigantische winsten en rijkdommen die de 1% rijksten in ons land bijeenschrapen kunnen gemobiliseerd worden om te investeren in degelijke openbare diensten. Anders zal het schrappen of verlagen van de BTW een enorme besparingsoperatie op alle openbare diensten én de sociale zekerheid inluiden [7].
Net zoals bij de discussie over een belasting op grote fortuinen of op de superwinsten van de bedrijven, raakt de discussie over het afschaffen van de asociale BTW meteen aan de grenzen van wat mogelijk is binnen het kapitalisme. Zolang de productiemiddelen en het grootste deel van de rijkdommen die ter wereld worden geproduceerd in handen blijven van een absolute minderheid, zal die minderheid al haar macht en invloed gebruiken om elke poging dat te wijzigen tegen te werken. Een fiscale hervorming leidt dus meteen tot de discussie rond de nationalisatie van de financiële sector, de controle op financiële transacties, en het beslissingsrecht van wat er met de winsten en rijkdommen in de maatschappij moet gebeuren.
Energieprijzen en prijscontrole
Op die manier kunnen we ons ook de vraag stellen of een verlaging van de prijs van elektriciteit wel moet gebeuren door het deel van de prijs dat naar publieke opbrengsten gaat te verlagen? Wat met de gigantische winsten en kosten die worden doorgerekend door de elektriciteitsproducenten en de distributeurs? Wat met de chantage die bedrijven zoals Electrabel gebruiken bij discussies rond prijzen of nucleaire energie?Eén ding is immers duidelijk: de energieprijzen blijven, de maatregelen van de regering rond prijscontrole ten spijt, veel te hoog, en steeds meer gezinnen slagen er niet meer in om de energierekening voor basisbehoeften als warm water, verlichting, verwarming of een koelkast te betalen. In 2012 werden meer dan 80.000 gezinnen door hun elektriciteitsmaatschappij aan de deur gezet wegens wanbetalingen, zij krijgen nu het hogere tarief van de netwerkverdeler aangerekend. Nog eens 106.000 gezinnen moesten een afbetalingsplan aangaan om hun factuur te betalen [8]. In Vlaanderen werd bij zo’n 44.000 gezinnen een budgetmeter voor de elektriciteit geplaatst, in Wallonië gaat het zelfs om 112.000 gezinnen [9]! In Brussel bestaat dit systeem niet, en kan een elektriciteitsleverancier zijn klanten veel moeilijker dumpen, maar dit wil niet zeggen dat ook daar de energierekening voor veel gezinnen elke maand niet een zware dobber is. Gemiddeld geeft een Belgisch gezin zo’n 5,77% van haar inkomen aan energie, maar bij de armste 25% van de bevolking is dit meer dan 10% [10].
Tegelijkertijd maken de aandeelhouders van de Belgische energiebedrijven mooie sier. Na jaren van recordwinsten (een winst van 1,2 miljard € in 2012, toen een stijging van 48% in vergelijking met het jaar ervoor [11]) verraste Electrabel in 2013 vriend en vijand door voor het boekjaar 2012 een verlies van 105,7 miljoen € aan te kondigen, het eerste negatieve jaarresultaat voor het bedrijf sinds haar ontstaan [12]. In het kluwen van dochterondernemingen, interne verrekeningen en doorschuivingen van middelen is het onmogelijk om na te gaan hoe de cijfers enkel voor België waren, maar het bedrijf liet wel uitschijnen dat het verlies vooral te maken had met dalende inkomsten in Frankrijk, Duitsland, Engeland en Nederland, terwijl de inkomsten in België wél stegen. Electrabel stelde wel dat de maatregelen die de Belgische regering de voorbije jaren had genomen in de energiesector, zoals de nucleaire rente van 480 miljoen € die het bedrijf betaalde voor het langer openhouden van de kerncentrales, of de bevriezing van de energieprijzen door de regering in 2012. Electrabel vertelt daarbij wel niet dat ze de nucleaire rente fiscaal mag aftrekken, én dat het op haar megawinst in 2012 door creatief boekhouden slechts 12,5 miljoen € vennootschapsbelasting betaalde, een aanslagvoet van 1,05%: slechts een fractie van de officiële aanslagvoet van 33,99%.
Maar Electrabel bleek nog wel over wat meer zaken te zwijgen bij het neerleggen van haar jaarverslag en jaarrekening. Midden februari 2014 bleek dat het bedrijf middelen had doorgesluisd naar haar moederonderneming GDF Suez. Electrabel kocht haar gas aan bij de holding aan veel te hoge prijzen, waardoor het bedrijf een fictief verlies in de boeken kon schrijven, en dus geen belastingen moest betalen in België [13]. Ook de Belgische gemeenten werden de dupe van de constructie: geen winst betekende voor hen immers ook géén dividenduitkering. Zo werd nogmaals aangetoond hoe het bedrijf door creatief boekhouden systematisch belastingen ontwijkt, of zelfs ontduikt, te hoge prijzen aanrekent voor energie, en haar publieke aandeelhouders oplicht.
De vraag die we ons kunnen stellen is hoe dergelijke zaken kunnen voorkomen worden, zolang het bedrijf in handen blijft van (buitenlandse) privé-aandeelhouders die enkel oog hebben voor hun winstuitkering op het einde van het boekjaar. Officieel voert de regering nu al vele jaren een systematische strijd tegen Electrabel en haar Franse moederholding GDF Suez om te proberen verhinderen dat een kleine minderheid van aandeelhouders massale winsten boekt op de kap van miljoenen gezinnen in ons land. De regering weigert echter het privébezit in de energiesector in vraag te stellen, en weet vaak gewoon niet hoe te reageren op wantoestanden: de fraudeconstructie die Electrabel in 2012 opgezet heeft was bij de regering reeds in september 2013 bekend. Bevoegde ministers Wathelet en Vande Lanotte hadden geen idee hoe ze dit konden aanpakken, en besloten dus te zwijgen. [14] Electrabel “aanpakken” kan blijkbaar alleen als het electoraal loont…
Groene energie en kernuitstap
Enerzijds zijn de grote elektriciteitsproducenten absoluut niet geneigd om de noodzakelijke investeringen te doen in technologieën rond hernieuwbare energie, of om mee te werken aan de afbouw van kernenergie. Investeringen zijn voor kapitalisten enkel interessant indien ze op korte termijn rendement opleveren. De multinationals die de Belgische elektriciteitssector domineren zijn niet geïnteresseerd in de enorme maatschappelijke voordelen van hernieuwbare energie of de kernuitstap.Diezelfde bedrijven zullen ook alle middelen die hen ter beschikking staan gebruiken om te vermijden dat ze op een bepaald moment gedwongen worden tot veranderingen. Terwijl in de nasleep van de kernramp in Fukushima over de hele wereld vragen worden gesteld over de veiligheid van kernenergie, lanceert het “Nucleair Forum” begin 2012 in België een groots opgezette mediacampagne onder de noemer “Stoot kernenergie CO2 uit?”. Het Forum is opgericht door bedrijven en organisaties zoals Electrabel, Agoria, Luminus, Synatom en Tractebel, die elk rechtstreeks belang hebben bij een positieve berichtgeving rond kernenergie [15]. Het Forum voert PR-campagnes die de bevolking moeten overtuigen dat kernenergie veilig, proper en goedkoop is. Het Forum blinkt vooral uit in het verspreiden van halve waarheden en dubieuze informatie [16], en treedt zo vooral op als propagandamachine voor de grote traditionele private elektriciteitsproducenten. “Als we niet te beschaamd zijn het te denken, moeten we niet te beschaamd zijn het te zeggen”, zullen ze, Cicero indachtig, bij Electrabel moeten denken…
Maar soms is zelfs dat niet genoeg. In 2012 sloot Electrabel twee centrales (Ruien, Oost-Vlaanderen en Les Awirs, Luik), terwijl op dat moment de discussie over een gebrek aan productiecapaciteit voor elektriciteit in België ten volle liep. De beslissing was des te meer opmerkelijk aangezien Electrabel nauwelijks een week voor de aankondiging van de sluiting een rapport had uitgebracht waarin het waarschuwde voor ernstige stroomtekorten, en zelfs stroompannes vanaf 2014, ten gevolge van de politiek van taksen op energie, en de geplande kernuitstap. Electrabel lijkt hier dus te werken aan een “selffulfilling prophecy”: eerst de productiecapaciteit voor energie afbouwen, om daarna vast te stellen dat de elektriciteitsproductie in België niet kan worden gewaarborgd zonder de kernuitstap uit te stellen.
Maar ook jonge, nieuwe bedrijven, die zich specifiek op die hernieuwbare energiebronnen richten, ontsnappen niet aan de beperkingen die de vrijemarkteconomie bepalen. Dergelijke bedrijven hebben vaak veel opstartkapitaal nodig, terwijl ze pas op langere termijn beginnen renderen. De recente neergang van het Oostendse groene energiebedrijf is typerend: de nieuwe milieuvriendelijke technologieën die het bedrijf gebruikt vragen veel investeringen, maar investeerders komen niet over de brug met de nodige centen wanneer hen geen mooi rendement kan beloofd worden. Bij gebrek aan privé-investeerders zocht het bedrijf haar soelaas bij 137,5 miljoen € investeringen uit publieke middelen [17]. Daarnaast werden ook particuliere spaarders met valse voorwendsels aangezet om te investeren in het bedrijf: zo’n 4.000 gezinnen investeerden via de coöperatieve Groenkracht elk enkele duizenden euro’s, goed voor in totaal 18 miljoen € [18]. Onder meer Testaankoop zette gezinnen aan om te investeren in het bedrijf [19], dat leek gesteund te worden door een hele rits publieke organisaties en politieke kopstukken: SP.a-er Johan Vande Lanotte is dan zelfs voorzitter van het bedrijf: blijvende publieke steun lijkt dus gegarandeerd.
Maar het bedrijf kan de mooie winstperspectieven niet waarmaken. Wanneer het bedrijf eind 2013 in betalingsmoeilijkheden komt, gaan de ballen aan het rollen. Al snel blijkt dat de grote investeerders in het bedrijf ongeoorloofd gespeculeerd hebben, zowel bij Electrawinds zelf (CEO Luc Desender [20]), als bij de zogenaamde “coöperatieve” Groenkracht [21]. Allen probeerden ze vooral hun eigen portefeuille en rendement veilig te stellen, de toekomst van het bedrijf, en van de publieke en kleine aandeelhouders kwam op de tweede plaats. Vandaag wordt het bedrijf dag na dag ontmanteld, en gaan de meest rendabele brokken naar opportunistische investeerders.
Ook in de zo belangrijke energiesector blijkt het kapitalisme voortdurend op haar eigen limieten te stoten: veelbelovende nieuwe technologieën worden niet toegepast omdat het niet past binnen een strategie van kortetermijnwinsten. Een energiesector in private handen is niet in staat om de steeds ouder wordende kerncentrales te sluiten, en massaal om te schakelen naar alternatieve energiebronnen.
Welk alternatief?
Voor socialisten is het alternatief duidelijk: een volledige (her)nationalisatie van de energiesector, zowel productie, distributie, onderzoek en ontwikkeling in de sector moet in publieke handen worden gebracht. Bij zo’n nationalisatie kan er geen sprake zijn van vergoedingen voor de grote kapitalisten die de sector grotendeels in handen hebben, enkel voor kleine spaarders, op basis van bewezen noden.Zo’n publieke energiemaatschappij beheert niet enkel de productie en distributie van energie, maar coördineert ook de investeringen en het onderzoek naar nieuwe, milieuvriendelijke technologieën. Aan de consumenten wordt goedkope, of zelfs gratis, energie geleverd, terwijl de winsten van het bedrijf worden geïnvesteerd in onderzoek en ontwikkeling van groene energie. Er komt een plan voor een kernuitstap op korte termijn, waarin de elektriciteitsproductie verzekerd wordt door massale investeringen in hernieuwbare energie.
Het is duidelijk dat zo’n scenario onrealistisch is binnen een kapitalistische economie. Om maar één voorbeeld te geven: via belastingen, taksen en vergoedingen gaan heel wat middelen vanuit de sector naar de verschillende overheden in ons land: vooral de gemeenten hebben deze inkomsten broodnodig voor de openbare dienstverlening. Bij een nationalisatie moet ook hiervoor een oplossing worden gevonden.
De discussie over de nationalisatie van de energiesector is dus slechts een begin van een veel bredere discussie over welke maatschappij waarin we willen leven. Recent publiceerde Forbes haar jaarlijkse ranking van miljardairs: in 2013 vervoegden 268 nieuwkomers dit selecte clubje, dat nu 1.645 individuen telt. Samen bezitten ze 6.400 miljard $, meer dan het BNP van een land zoals Japan [22]. Eerder publiceerde Oxfam reeds een rapport waarin het aanklaagt dat slechts 85 individuen evenveel bezitten als de 50% armsten op aarden (3,5 miljard mensen), het rijkste 1% van de bevolking bezit meer dan 110.000 miljard $, zowat de helft van alle rijkdom op aarde. Het rapport toonde zwart op wit aan dat tijdens de crisis de rijksten alsmaar rijker worden, de armsten steeds armer. [23]
Het mobiliseren van die enorme rijkdommen, om ze te investeren in hernieuwbare energie, maar ook in onderwijs, gezondheidszorg, openbaar vervoer, sociale zekerheid, wetenschap en technologie zou een enorme sociale en technologische vooruitgang teweegbrengen voor de hele wereldbevolking. Laten we komaf maken met het kapitalistisch systeem dat zoiets verhindert, en gaan voor een democratisch socialisme, waarin dat eindelijk mogelijk wordt!
Noten
[1] Cijfers Eandis over gemiddelde elektriciteitsfactuur Belgische gezinnen 2012: te vinden op http://www.eandis.be/eandis/klant/k_4285.htm
[2] Cijfers Huishoudbudgetonderzoek 2012 FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie op http://economie.fgov.be/nl/modules/publications/statistiques/arbeidsmarkt_levensomstandigheden/huishoudbudgetonderzoek_2012.jsp
[3] Nationale Bank: “Nota voor Nota voor de Ministerraad – Analyse van de twee hervormingsvoorstellen: verlaging van de BTW op elektriciteit en verlaging van de loonlasten in de specifieke zones”, door de Expertengroep ‘Concurrentievermogen en Werkgelegenheid’ (EGCW) – november 2013:
http://www.nbb.be/doc/ts/publications/other/Report_GECE_November_2013.pdf, p. 10
[4] Idem, p. 17
[5] Zie uitspraken Alexander De Croo http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/politiek/1.1770487. De Croo verwijst naar het rapport van de Expertengroep dat hierboven reeds werd geciteerd, maar wij konden in dat stuk geen berekening van de loonkostenvermindering in de privésector terugvinden.
[6] Het gaat hier om alle inkomsten van de Federale Overheid en de Gewesten. Cijfers terug te vinden in het “Fiscaal Memento 2013”, gepubliceerd door de FOD Financiën, te vinden op http://financien.belgium.be/nl/binaries/FiscaalMemento2013_NL_tcm306-216807.pdf
[7] De inkomsten uit BTW worden door de Federale overheid verdeeld tussen de Europese Unie, de federale staat, de gemeenschappen en de sociale zekerheid. Dit gebeurt volgens een vastgelegde verdeelsleutel, de zogenaamde affectatie.
[8] http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2013/12/04/btw-verlaging-op-energie-de-beste-sociale-maatregel
[9] http://www.lavenir.net/article/detail.aspx?articleid=DMF20131009_00372406
[10] Zie “Energiearmoede in België”, rapport 2011 door de ULB en UA: http://www.mi-is.be/sites/default/files/doc/energiearmoede_in_belgie.pdf
[11] http://www.demorgen.be/dm/nl/996/Economie/article/detail/1462134/2012/06/29/Winst-Electrabel-48-procent-hoger.dhtml
[12] www.standaard.be/cnt/dmf20130527_00599548
[13] http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/binnenland/2.32008?eid=1.1879904
[14] http://de-bron.org/content/belgi%C3%AB-en-de-gemeenten-gerold-door-frankrijk
[15] http://www.nuclearforum.be/nl/members
[16] Zo blijkt de bewering van het Nucleair Forum dat kernenergie minder CO2 uitstoot dan andere productiemethodes niet helemaal te kloppen: http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/buitenland/Klimaat/1.624882
[17] Investeringen door het Vlaams Gewest (GIMV en PMV) de Federale overheid (FPIM) en de privaat-publieke investeringsmaatschappij (DG infra+).
[18] http://www.demorgen.be/dm/nl/12196/Autosalon-Brussel/article/detail/1751949/2013/12/04/Gezinnen-vrezen-lot-Electrawinds.dhtml
[19] http://www.test-aankoop.be/invest/wat-met-groenkracht-s644670.htm
[20] http://www.standaard.be/cnt/dmf20131202_00867550
[21] http://www.standaard.be/cnt/dmf20140126_029
[22] http://www.forbes.com/billionaires/
[23] http://www.oxfam.org/sites/www.oxfam.org/files/bp-working-for-few-political-capture-economic-inequality-200114-summ-en.pdf -
BTW-verlaging op elektriciteit: de schijn voorbij
Minister Johan Vande Lanotte had tijdens het laatste begrotingsconclaaf een idee. Een verlaging van het BTW-tarief op elektriciteit van 21% naar 6% (*). Een vroeg kerstcadeautje voor vele gezinnen die gebukt gaan onder een veel te hoge elektriciteitsfactuur. Maar ook een vergiftigd geschenk, met een stevige negatieve keerzijde.
Artikel door Tim (Brussel) uit de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’
We mogen minister Vande Lanotte uiteraard niet van teveel creativiteit betichten: het idee voor een BTW-verlaging op elektriciteit is oorspronkelijk niet uit de geest van de Keizer van Oostende ontsproten. Het komt van de PVDA die het als maatregel in de strijd tegen de hoge elektriciteitstarieven centraal stelt. Dat is niet hoe Vande Lanotte en de regering de maatregel zien. Voor hen is een BTW-verlaging in de eerste plaats een maatregel om een automatische indexering van de lonen tegen te gaan. Dankzij de BTW-verlaging zou de volgende indexsprong ongeveer vier maanden uitgesteld worden.
“De oningewijden zien enkel de schijn, de kenners zien de listigheid”, zou de Chinese schrijver Jiang Zilong beweren. En inderdaad: waar de BTW-verlaging voor een gemiddeld gezin zo’n 50 tot 100 euro extra per jaar moet opleveren, kost het hen zo’n 500 euro door de latere indexsprong. Nadat de regering reeds verschillende malen ernstig gemorreld heeft aan de index, wil men met deze BTW-verlaging een mogelijke indexsprong over de verkiezingen tillen.
Op zich zijn socialisten uiteraard niet gekant tegen een verlaging van de BTW, zeker niet op energie. BTW is een asociale vorm van belasting omdat het de lagere inkomens harder treft dan de hogere. Het probleem is echter dat het voorstel er niet uit bestaat om de minderinkomsten uit BTW op te vangen met andere, meer correcte belastingen. De 600 miljoen euro die de regering verliest uit de BTW zou dus opgevangen moeten worden door nieuwe besparingen op sociale voorzieningen en openbare diensten.
Echte prijscontrole kan er alleen maar zijn wanneer er ook controle op de productie is. Dat geldt zeker voor energie. De multinational GDF-Suez Electrabel misbruikt haar dominante positie op de markt al jarenlang om veel te hoge energieprijzen aan te rekenen en om chantage te plegen in dossiers zoals de kernuitstap of ‘groene’ energie. En wie kan garanderen dat de verlaging van de BTW niet zal worden ‘gecompenseerd’ door nieuwe prijsstijgingen door de elektriciteitsproducenten en -distribiteurs?
Daarom pleit LSP al langer voor een nationalisering van de hele energiesector, productie en distributie. Zo’n publieke sector zou een kernuitstap kunnen organiseren zonder negatieve gevolgen op het gebied van energievoorziening, kan de winsten heroriënteren naar investeringen in duurzame energie en kan de prijzen verlagen naar een aanvaardbaar niveau voor de meerderheid van de bevolking. We eisen ook een einde aan het gemorrel met de indexkorf, en een herstel van de korf naar zijn staat van voor de invoering van de ‘gezondheidsindex’. We komen op voor een controle op prijzen van basisbehoeften en gratis en degelijke openbare diensten, en het onder publieke controle brengen van de grootste bedrijven, in het kader van een economie gepland naar de behoeften van de hele bevolking, niet naar de winsten van enkelingen. Dat is ons alternatief op het verlies aan koopkracht!
(*) Het BTW-tarief van 6% wordt toegepast op levensnoodzakelijke producten of diensten.