Tag: Blokbuster

  • 22 maart: Mars tegen racisme. Stop de haatmars van NSV

    Kom op straat tegen racisme op 22 maart

    Op donderdag 22 maart organiseert de Nationalistische Studentenvereniging (NSV) haar jaarlijkse haatmars, ditmaal in Gent. Zoals steeds nemen Actief Linkse Studenten en Blokbuster het initiatief voor een tegenbetoging in solidariteit met de geviseerde bevolkingsgroepen.

    De NSV – de officieuze studentenclub van het Vlaams Belang – is bij een jongere generatie van antiracisten wellicht minder bekend maar daarom niet minder gevaarlijk. In 2015 organiseerde de Antwerpse afdeling van NSV nog een internationale neonazi-meeting met o.a. Alexander Dugin, een Russische professor die oproept om Oekraïners uit te moorden en Manuel Ochsenreiter, een Duitse holocaustontkenner.

    Geen haatmars in onze stad!

    Dit jaar komt de NSV op straat tegen de ‘plaasmoorde’ in Zuid-Afrika, moorden op grootgrondbezitters, die ze omschrijven als een “genocide op de blanke boeren”. In elke emmer leugens zit een druppel waarheid: er is in de uiterst ongelijke Zuid-Afrikaanse maatschappij een toename van geweld tegen grootgrondbezitters – 17% van de bevolking is blank maar zij bezitten 80% van de grond. In 2016 werden naar schatting 70 ‘plaasmoorde’ gepleegd. Dit geweld is afschuwelijk maar maakt deel uit van een veel groter geweldprobleem in Zuid-Afrika. Er worden naar schatting 18.000 moorden per jaar gepleegd. NSV misbruikt de plaasmoorde slechts om racisme tegen gekleurde mensen te stimuleren en om samen met allerhande neofascistische groepen, in een pro-apartheidsmars door Gent te trekken.

    We moeten dit beantwoorden! Daar waar extreemrechts erin slaagt om ongecontesteerd door de straten te paraderen gaan ze een stap verder en gebruiken ze straatgeweld tegen mensen met een andere huidskleur, LGBTQI+ en andersdenkenden. Eind 2014 kwam het in het Duitse Dresden zelfs tot brandstichting in een asielcentrum na een betoging van het extreemrechtse PEGIDA. Door elk jaar op hetzelfde moment, maar veel talrijker, op straat te komen hebben we de NSV er tot nu toe van weerhouden openlijker haar haatpropaganda te verspreiden en systematisch geweld te gebruiken.

    Stop apartheid! Stop racisme!

    28 jaar na het einde van de wettelijke apartheid is er geen echte verandering voor de gewone Zuid-Afrikanen. Torenhoge werkloosheid en ongelijkheid zijn verder toegenomen. Er bestaat nu ook een kleine zwarte elite. Deze mag als beloning voor haar loyale medewerking met het Westen de immense bodemrijkdommen mee beheren en profiteert zo mee van de brutale uitbuiting van de meerderheid, die in erbarmelijke arbeidsomstandigheden werkt of probeert te overleven. Dat is de voedingsbodem van het geweld en de criminaliteit in de samenleving.

    In België heeft het (subtiele) racisme van N-VA meer ruimte gecreëerd voor extreemrechts om plat racistisch naar buiten te komen. Zolang er een tekort is aan degelijke jobs, betaalbare huisvesting en onze openbare diensten en gezondheidszorg onder druk staan van besparingen, zal er een voedingsbodem zijn voor (extreem)rechts om verdeeldheid op te zaaien. We bestrijden hun racisme met solidariteit tussen alle werkenden en jongeren, los van huidskleur, religie, seksuele voorkeur of gender, verenigd in een strijd voor jobs, huisvesting en onderwijs voor iedereen.

    Alles wat ons verdeelt verzwakt ons! Kom mee op straat tegen racisme!

    Afspraak om 20u00 aan het Studentenplein aan het Ufo (Sint-Pietersnieuwstraat 43, Gent)

    -> Facebook evenement

  • 24 oktober 1992. 40.000 op Europese betoging tegen racisme en fascisme

    24 oktober 1992. Jongeren uit heel Europa stroomden samen in Brussel om te betogen tegen racisme en fascisme. Vooraan in de betoging van Youth Against Racism in Europe liepen duizenden Blokbusters. Een terugblik door Geert Cool.

    Geweld in Rostock, opmars extreemrechts in West-Europa

    Eind augustus 1992 vielen extreemrechtse militanten in het Oost-Duitse Rostock een appartement waar asielzoekers woonden aan met stenen en zelfgemaakte bommen. De herinvoering van het kapitalisme betekende in Oost-Europa dat een kleine minderheid rijk werd en een grote meerderheid tot werkloosheid en ellende veroordeeld werd. Het was een vruchtbare voedingsbodem voor racisme en extreemrechts. In 1991 telde Duitsland 40.000 leden van neonazistische organisaties. Er waren in dat jaar 3 doden en 449 gewonden bij 1.300 gevallen van racistisch geweld.

    Op hetzelfde ogenblik braken extreemrechtse partijen in West-Europa door. Het Front National in Frankrijk was de eerste. De partij van Jean-Marie Le Pen profiteerde in 1986 van de proportionele vertegenwoordiging die door Mitterand was ingevoerd om rechts te verdelen. De berekening van Mitterand keerde zich tegen hem: het FN won heel wat ontgoochelde PS-kiezers over en haalde 10%. Het enthousiasme voor de aanvankelijke hervormingen van de regering-Mitterand sloeg om in ontgoocheling toen deze al gauw terug ingetrokken werden en de Franse regering in de neoliberale pas ging lopen.

    In België kende het Vlaams Blok in de gemeenteraadsverkiezingen van 1988 een eerste doorbraak met 18% van de stemmen in Antwerpen. Op ‘zwarte zondag’, 24 november 1991, volgde een doorbraak in heel Vlaanderen met voor het eerst 10% en langs Franstalige kant haalden extreemrechtse groupuscules tot 5% in Luik. In Oostenrijk pleegde een extreemrechtse groep rond Haider in 1986 een machtsgreep in de FPÖ en werd begin jaren 1990 volop de racistische kaart getrokken. Zo probeerde de partij tevergeefs om 1 miljoen handtekeningen tegen vreemdelingen op te halen in 1992.

    De val van de Berlijnse Muur versterkte het neoliberale offensief van de jaren 1980. Het leidde tot triomfalisme bij de kapitalisten: ‘we hebben gewonnen, er is geen alternatief,’ luidde het credo. De sociaaldemocratie had er geen antwoord op en stapte mee in een beleid van besparingen voor de meerderheid van de bevolking om de winsten en de ‘concurrentiepositie’ van de rijken te beschermen. De arbeidersbeweging zat in het defensief en dit creëerde ruimte waar extreemrechts gebruik van kon maken.

    Jongeren tegen racisme

    Er kwam evenwel meteen protest. Begin jaren 1990 waren duizenden jongeren en werkenden in Europa geschokt door het racistisch geweld en de extreemrechtse opmars in verkiezingen. Jongeren namen het voortouw.

    Blokbuster werd in de zomer van 1991 opgezet door de marxisten die vandaag LSP vormen. Het bood jongeren de mogelijkheid om hun woede tegen racisme en fascisme te organiseren en de discussie over antwoorden te voeren. Na ‘zwarte zondag’ was er een uitbarsting van een antiracistische beweging: er waren scholieren- en studentenstakingen en tal van spontane betogingen tot in de kleinste steden. Er waren al gauw een 50-tal comités van Blokbuster actief met een 2.000-tal leden.

    In verschillende andere Europese landen waren er gelijkaardige jongerenbewegingen tegen racisme en er werd beslist om samen te werken onder de naam ‘Jongeren tegen Racisme in Europa’ (Youth Against Racism in Europe, YRE). Het internationalisme van de nieuwe generatie jongeren werd geconcretiseerd in de internationale betoging tegen racisme op 24 oktober 1992.

    Wij benadrukten de noodzaak van actieve mobilisatie om extreemrechts geen ruimte te geven en de verdediging van een sociaal programma dat antwoordt op de voedingsbodem van extreemrechts, samengevat in de slogan ‘jobs, geen racisme’. De jongerenbeweging werd op de arbeidersbeweging georiënteerd, zelfs indien arbeidersstrijd op dat ogenblik grotendeels beperkt was tot defensieve acties.

    De marxisten hebben hun vertrouwen in de arbeidersbeweging nooit verloren. Een moeilijke periode na nederlagen en de druk van het neoliberale triomfalisme zouden onvermijdelijk gevolgd worden door nieuwe oplevingen van offensieve arbeidersstrijd. Marxisten beperken zich evenmin tot het leveren van commentaar vanop de zijlijn: ze doen er alles aan om strijd vooruit te helpen. De dynamiek van de jongerenbeweging tegen racisme begin jaren 1990 werkte aanstekelijk voor de meest vooruitkijkende delen van de arbeidersbeweging. De beweging tegen racisme versterken door ze te organiseren en te richten op een politiek alternatief, was dan ook een belangrijke uitdaging. Met stoutmoedige initiatieven zoals Blokbuster, YRE en de internationale betoging van 24 oktober 1992 werd de toon gezet.

    40.000 betogers

    De betoging van 24 oktober 1992 bracht jongeren en werkenden uit heel Europa samen. Er waren sterke delegaties uit onder meer Duitsland, met een 300-tal jongeren uit Rostock, maar ook Groot-Brittannië, Nederland, Zweden, Ierland, Frankrijk, … Een goed georganiseerde eigen ordedienst, die ook de Britse betogingen tegen de Poll Tax had begeleid, maakte provocaties onmogelijk. Dit was geen overbodige luxe: de vorige grote jongerenbetogingen in ons land, de Jongerenmarsen voor Werk van 1982 en 1984, eindigden helaas in rellen waarop de vakbondsleiding besloot om geen jongerenmarsen meer te organiseren.

    Maar liefst 40.000 betogers trokken in een vreedzame en strijdbare betoging door de straten van Brussel. Er werd afgesloten met een concert tegen racisme in Vorst Nationaal. Op de betoging werden 100 nieuwe Blokbusterleden gemaakt. De betoging was voorpaginanieuws in acht kranten en een hoofditem op alle televisiejournaals. Maandblad De Militant merkte op: “Toch had de betoging nog groter kunnen zijn indien de nationale vakbondsleiding en de SP hun kop niet in het zand gestoken hadden en mee gemobiliseerd hadden.”

    De betoging zelf was bijzonder strijdbaar. “Doorheen de betoging en het concert liep als een rode draad de vaststelling dat de strijd tegen racisme verbonden is met de strijd tegen het verziekte kapitalistische systeem en voor een rechtvaardig socialistisch alternatief.”

    De strijd tegen racisme 25 jaar later

    Het geweld in Charlottesville (VS) en de toename van haatmisdrijven sinds de verkiezing van Trump geven aan dat het gevaar van racisme en extreemrechts niet geweken zijn. Ook in Europa is dit zo: Marine Le Pen, Geert Wilders, … scoren in verkiezingen.

    In ons verzet hiertegen moeten we een correcte inschatting van deze fenomenen maken. Wij hebben nooit gezegd dat het fascisme opnieuw voor de deur stond. Het klassieke fascisme was een massabeweging die in staat was om de arbeidersbeweging te breken. Vandaag is dat niet aan de orde: extreemrechtse krachten slagen er regelmatig in om een grote passieve steun te krijgen in verkiezingen, maar er is geen breed gedragen actieve deelname. Om die passieve steun te consolideren moeten zelfs neofascistische partijen zich op populisme beroepen.

    Partijen als het FN of het Vlaams Belang zijn er de afgelopen 25 jaar bovendien niet in geslaagd om hun militante kracht uit te breiden, een nieuwer fenomeen als Wilders weigert buiten zichzelf andere partijleden in zijn PVV te aanvaarden. Tegen de achtergrond van een nog groter geworden wantrouwen in de gevestigde instellingen en de traditionele partijen kunnen diverse extreemrechtse formaties nochtans grotere scores neerzetten bij verkiezingen, wat ook het gevaar van machtsdeelname groter maakt.

    De afwezigheid van een voldoende sterk alternatief op de neoliberale politiek heeft er voor gezorgd dat gevestigde politici steeds meer elementen van rechts populisme overnamen in de hoop er populariteit mee te winnen, maar ook als onderdeel van een verdeel-en-heerspolitiek. Maatregelen die 25 jaar geleden enkel door extreemrechts werden verdedigd, zijn ondertussen door andere partijen uitgevoerd. Theo Francken doet er zelfs nog een schepje bovenop.

    De combinatie van het niet onmiddellijk zien van een antwoord op de migratiecrisis, de terroristische aanslagen in Europa en het islamofoob discours van gevestigde politici en overheden, drukt het antiracistisch protest in het defensief in vergelijking met begin jaren 1990.

    Toch zijn we niet pessimistisch. Een belangrijk verschil met 25 jaar geleden is dat het neoliberale triomfalisme sinds de Grote Recessie in 2007-08 ondermijnd is. Offensieve strijdbewegingen staan terug op de agenda en nieuwe linkse formaties kunnen op een breed enthousiasme rekenen. Bovendien is er een grotere openheid voor het socialistisch alternatief dat we ook 25 jaar geleden al naar voor schoven als alternatief op de extreemrechtse wanhoop.

    In ‘De Militant’ van oktober 1992 schreven we: “De harde kern van neonazi’s zal niet verdwijnen, in laatste instantie zal het een strijd zijn om een einde te maken aan de werkloosheid en de sociale crisis van het kapitalisme. Een strijd voor een socialistische maatschappij die de nazi’s zal vernietigen.” We stelden dat de werkenden zich opnieuw zouden manifesteren als de sterkste kracht in de samenleving. De benadering die we 25 jaar geleden actief naar voor brachten in de beweging tegen racisme, wordt vandaag meer dan ooit bevestigd.

    Maar de terugkeer van offensievere strijd en hernieuwde interesse in socialisme leiden niet automatisch tot overwinningen. We moeten strijdbewegingen massaler maken, ook inzake deelname, door dagelijkse bekommernissen op te nemen. Sociale eisen voor werk, onderwijs, gezondheidszorg, … voor iedereen zijn tevens het beste antwoord op de verdeel-en-heerspolitiek waar racisme een onderdeel van is. Deze eisen zullen we echter slechts bekomen door een maatschappijverandering: de steeds grotere ongelijkheid is eigen aan het kapitalisme en heeft verdeeldheid nodig. Een socialistische samenleving zal de hoop op een betere toekomst voor de meerderheid van de bevolking realiseren en daarmee meteen ook de weg van de reactionaire wanhoop definitief afsluiten.

  • Uit onze archieven: “Nazi’s toen en nu”

    Blokbuster komt op straat.

    Gepubliceerd in ‘De Militant’, oktober 1992, naar aanleiding van de internationale betoging tegen racisme en fascisme op 24 oktober 1992.

    De beelden van fascistische bendes die asielzoekers terroriseren in Rostock hebben de arbeidersbeweging over heel Europa met verbijstering vervuld. Ze riepen herinneringen aan de groei van het fascisme in de jaren 1930 op. Onderstaand artikel, gepubliceerd in de Engels Militant geeft een overzicht van het vooroorlogs fascisme. Is herhaling mogelijk?

    De term ‘fascisme’ word vaak gebruikt als een scheldwoord tegen racisten. Maar waar fascisten het voor het zeggen kregen, bouwden ze onmiddellijk een sterkstaatsapparaat uit dat een scherpe aanval inzette tegen alle arbeiders. Vakbonden en politieke partijen werden van de straat geveegd. Miljoenen arbeiders werden de dood ingejaagd. Alle democratische rechten werden verbrijzeld.

    Na de Eerste Wereldoorlog werden Italië en Duitsland overrompeld door sociale onrust. Naar het voorbeeld van de Russische Revolutie van 1917 namen de arbeiders en de boeren de bedrijven en de grond in bezit. De economische crisis kwam vooral hard aan bij kleine ondernemers. Hun inkomen kelderde tot onder het peil van dat van de arbeiders. Velen gingen bankroet en sloten zich aan bij de arbeiders die de grote banken en industrieën verantwoordelijk achtten voor de economische crisis.

    Kantoorbedienden werden massaal lid van de vakverenigingen en steunden de bedrijfsbezettingen. In Duitsland brachten heel wat middenstanders voor het eerst een stem uit op de sociaaldemocratie.

    Andere heroïsche pogingen om het kapitalisme omver te werpen, werden verijdeld door…. de arbeidersleiding. De leiders van de Italiaanse Socialistische Partij weigerden de bedrijfsbezettingen en bezettingen van de landbouwgronden te steunen. Zo verzekerden ze het voortbestaan van het kapitalisme. In Duitsland lag de kapitalistische heerschappij op apegapen: raden van soldaten en arbeiders werden opgericht. Aan het hoofd van deze radenrepubliekstonden achter de leiders van de Sociaaldemocratische Partij (SPD) die de arbeidersdemocratie onmiddellijk ontmantelden en het kapitalisme de kans gaven zich te herstellen. De financieel geruïneerde boerenstand en middenlagen van de samenleving waren de wanhoop nabij door het falen van de arbeiderspartijen om hun problemen op te lossen. Het was toen dat de fascisten op het politieke toneel verschenen en door agitatie en valse beloften deze middengroepen voor zich trachten te winnen. Terwijl de Italiaanse socialisten openlijk de bezettingen van de landbouwgrond veroordeelden, eisten de fascisten ‘grond voor hen die hem bewerken’.

    De fascistische knokploegen in Duitsland en Italië werden gefinancierd door de belangrijkste industriëlen en grootgrondbezitters. Zij waren na de ontzaglijke revolutionaire heropleving na de Eerste Wereldoorlog als de dood voor een socialistische omwenteling en bouwden daarom een soort reservemacht op om hun positie in de samenleving te beschermen.

    In 1923 kwamen de Duitse arbeiders opnieuw in opstand tegen hun onderdrukker. Na het verraad van de SPD in 1918 genoot de Communistische  partij van Duitsland (KPD) het vertrouwen van de arbeidersklasse. De KDP had de Duitse arbeidersbeweging naar een overwinning kunnen leiden. Tragisch genoeg luidde het onvermijdelijke verdict van Stalin dat de Duitse arbeiders nog niet klaar waren voor het socialisme. Opnieuw werd een enorme kans gemist. De fascisten konden er de vruchten van plukken.

    Op dat ogenblik waren de fascisten echter nog een minuscule kracht. Of zoals nazileider Goebels later stelde: “had de vijand geweten hoe zwak we eigenlijkstonden, had hij ons in de prak geslagen”.

    De depressie van de jaren ’30 stortte Duitsland opnieuw hals over kop in een periode van zware economische crisis. De werkeloosheid steeg tot 6 miljoen. Grote banken stortten in elkaar en reeds in 1930 draaide de industrie op de helft van haar productiecapaciteit.

    Ondanks de vroegere miskleunen van de leiders, haalde de SPD in de verkiezingen van 1930 het hoogste aantal stemmen van alle partijen en verhoogde de Communistische Partij haar stemmenaantal met een miljoen. De grootste shock was echter de enorme stemmenwinst van de nazi’s. Een winst van meer dan 5 miljoen stemmen maakte van de NSDAP de tweede grootste partij van Duitsland.

    Leon Trotski en de aanhangers van de linkse oppositie binnen de Communistische Internationale stelden dat de krachtsverhoudingen nog steeds in het voordeel van de arbeidersbeweging lagen. Trotski argumenteerde voor een sterk eenheidsfront van KDP en SPD om verenigd te kunnen optreden tegen fascisten. Door in de praktijk de eigen leidinggevende rol aan te tonen en tegelijk de laksheid van de sociaaldemocratische leiders te onthullen, had de KDP makkelijk de meerderheid van de arbeiders voor zich kunnen winnen.

    Een vastberaden strijd voor een socialistische samenleving had de KDP de steun van de bedreigde kleine winkeliers en kleine boeren, die zich op dat moment massaal naar de nazipartij aan het richten waren, kunnen opleveren.

    De fascisten maakten handig gebruik van de economische crisis door met alle demagogische beloftes te zwaaien. Ze hadden het aldoor over goedkope staatskredieten voor kleine ondernemers.

    De arbeiders werden ervan beschuldigd met hun “buitensporige looneisen” en werkloosheidsvergoedingen de belastingen op te drijven. Er werd ingespeeld op nationalistische gevoelens en men zocht de oorzaak van de economische crisis in de herstel betalingen die na de Eerste Wereldoorlog door de buitenlandse imperialistische machten aan Duitsland werden opgelegd.

    De fascisten trokken alle lagen van de samenleving die zich buiten de georganiseerde arbeidersbeweging bevonden naar zich toe.

    De stormtroepen van de nazipartij waren samengesteld uit oorlogsveteranen, ex-gevangenen, pooiers, gangsters, … m.a.w. de meest ontspoorde en ontaarde groepen van de samenleving. De nazi’s besteedden ook veel aandacht aan werkloze jeugd, waaronder veel dakloze jongeren.

    Om deze bonte schakering van groepen bij elkaar te  houden, moesten de Duitse fascisten beroep doen op de laagste vooroordelen die bij deze mensen leefden. Men wekte een blind mystiek geloof op. Daar waren zij, met weinig succes overigens, de arbeiders trachtten te ronselen, wierpen de nazi’s zich op als enige echte socialisten en maakten er werk van om bepaalde stakingsacties te ondersteunen en zelfs stakingen uit te lokken. Ze gebruikten hun antisemitische propaganda om hun aanhangers te verenigen tegen een denkbeeldige vijand en de aandacht af te wenden van de werkelijke onderdrukkers.

    Maar zelfs met 6 miljoen stemmen achter zich, voelden de fascisten zich nog niet sterk genoeg voor een machtsovername.

    In november 1932, de laatste verkiezing voor Hitler aan de macht kwam, haalden de arbeiderspartijen gezamenlijk nog altijd meer stemmen dan de nazi’s. Maar de leiders van de Sovjet-Unie maakten een aantal catastrofale fouten. Dit terwijl de reformistische leiders van de SPD behept waren met een ziekelijke angst voor een massabeweging. De KDP-leiding verwierp actie in een eenheidsfront met de SPD op basis van de ongelofelijke opvatting dat de arbeiders van de SPD geen haar beter waren dan de fascisten. Ze omschreef de SPD als “sociaal-fascistisch”. In de twee cruciale jaren voor de machtsovername van Hitler weerhield de KDP zijn milities van acties tegen de moorddadige nazi-horden. De KDP-leiders eisten van de sociaaldemocratische arbeiders dat ze zouden overlopen naar de communisten, zonder dat deze laatsten zich ook maar een enkele keer actie bewezen hadden. Ook onderschatten zij het gevaar dat van de fascisten uitging volkomen. Ze verklaarden dat Hitlers gigantisch toegenomen steun voor hem “het begin van het einde” inluidde. De leiders van de SPD van hun kant steunden het onstabiele dictatoriale regime om Hitler tegen te houden! Ze  drongen er bij de arbeiders op aan de gewelddadige aanvallen van de fascisten onbeantwoord te laten. Zelfs op het ogenblik dat Hitler het kanselierschap aangeboden kreeg, wachten de arbeiders tevergeefs op een oproep tot actie. “Laat je niet provoceren, blijf kalm” en ”vooral geen bloedvergieten,” kregen ze te horen. Zonder de minste tegenstand werd de sterkste arbeidersklasse van Europa overgeleverd aan Hitler.

    De grote industriëlen en de grootgrondbezitters waren verontrust over Hitlers volledige machtsovername. Hoewel hij hen verzekerde dat hun eigendommen en winsten veilig waren, maakte zijn massale aanhang, bezield door de uitzinnige wanhoop van de middenklasse, hem tot een onvoorspelbare en onbetrouwbare agent van het kapitaal. Hoeveel druk kon hij weerstaan van zijn rabiate nazistische aanhang in hun eis tot het beknotten van de monopolies?

    Maar de heersende klasse wist dat ze geen andere keuze had dan in zee te gaan met Hitler en een naziregime riskeren. Heel hun systeem en hun winsten stonden op het spel, de bestaande dictatuur was te onstabiel en zou spoedig in elkaar stuiken. In dat geval was een burgeroorlog tussen de strijdende groepen in de samenleving onvermijdelijk. Om hun winsten veilig te stellen was een verdere aanval op de levensstandaard van de arbeiders nodig. De arbeidsovereenkomsten van miljoenen arbeiders werden vernietigd. De nazi’s konden hun massale aanhang, hun enorm militair apparaat en hun populaire retoriek inzetten als een pletwals tegen de vakbonden. Hitler ontgoochelde geenszins het patronaat. Hij gaf hen de vrije hand om ongenadig de arbeiderslonen neer te drukken en de levenscondities van de arbeiders aan te tasten. De kapitalisten en de grootgrondbezitters kregen met gulle handvrijstellingen van belastingen, subsidies en kwijtschelding van schulden.

    In plaats van de redder van de kleine zelfstandigen en de boeren te zijn, richtte het fascistische regime hen verder ten gronde terwijl de grote warenhuizen hun winsten verhoogden. Kleine boeren werden het hongerbestaan ingedreven terwijl het de grootgrondbezitters goed voor de wind ging. Zoals een Italiaanse fascistische minister verklaarde: we kunnen onmogelijk de eigendom van de grootgrondbezitters verbeurd verklaren. We zijn fascisten, geen socialisten.

    Om het grootkapitaal tevreden te stellen en om de oppositie tegen hun pro-kapitalistische politiek de kop in te drukken, moesten de nazi’s hun eigen fascistische organisaties uitzuiveren. Nazi’s werden uit de partij gezet en terechtgesteld of op transport gezet naar concentratiekampen. De SA stormtroepen (de Bruinhemden) werden uitgezuiverd en ontwapend. De SS (de zwarthemden), trouwer ten opzichte van Hitler, kregen een bevoorrechte positie binnen het partijapparaat.

    Marxisten omschrijven het fascisme als een reactionaire beweging met een massabasis in de middenklasse. Eens aan de macht, kan het echter niet veel langer meer rekenen op deze massale steun, aangezien al de retoriek omtrent ‘de kant kiezen van de kleine man’ totaal in het water valt doordat de fascisten in werkelijkheid een politiek voeren die gedicteerd wordt door de belangen van het grootkapitaal.

    Daardoor veranderen fascistische regimes, eens ze aan de macht waren, snel in militaire en politie-dictaturen, die zichzelf handhaafden door middel van terreur, het gevoel van machteloosheid dat een verslagen arbeidersklasse overvalt en uiteindelijk ook door de oorlog.

    Nadat het duidelijk werd dat Duitsland een militaire nederlaag zou lijden, gaven de Duitse kapitalisten de voorkeur aan wapenstilstand. Maar het monster dat de burgerij zelf gecreëerd had, het naziregime, was aan haar controle ontsnapt.

    Na de Tweede Wereldoorlog was de helft van Europa verloren voor het kapitalisme. Alleen al hierom zal de burgerij zich hoeden om de macht terug in handen te geven van fascistische regimes. Indien zij zich ertoe gedwongen ziet om de arbeidersklasse haar na door lange strijd verworven democratische rechten opnieuw hardhandig aan te pakken, zal het kapitaal zich liever tot de bestaande ordehandhavers wenden: leger en rijkswacht. De hoofden van deze instellingen zijn meer vervlochten met de burgerij, bewegen zich meer in burgerlijke kringen en zijn dan ook makkelijker te kneden door de heersende klasse. Fascistische organisaties zouden dan ook optreden als reservetroepen ter aanvulling van de militaire reactie.

    Op dit ogenblik kennen extreem rechtse organisaties een zorgwekkend toenemende steun in heel wat Europese landen. Het verenigde Duitsland telde in 1991 veertigduizend leden van neonazistische organisaties.

    In hetzelfde jaar vermoordden sympathisanten van deze groeperingen 3 migranten, brachten ernstige verwondingen toe aan 449 mensen en voerden 1300 racistische aanslagen uit. Hoogst waarschijnlijk onderschatten deze officiële cijfers schromelijk de werkelijkheid. Ze worden alleszins ruimschoots overtroffen door de cijfers van 1992. Het is vooral onrustwekkend dat neonazi’s nogal wat jonge mensen blijven aantrekken. De Duitse staatsveiligheid beschrijft de “gemiddelde skinhead” als jonger dan 21 en afkomstig uit een semi-agrarisch en onderontwikkeld gebied. Onder de noemer “onderontwikkeld” kunnen we zowat heel Oost-Duitsland schrijven en drie vierden van de skinheads waarvan de politie een dossier bijhoudt komen daar vandaan. Dit is alleszins een belangrijke aanwijzing voor de redenen van de groei die het fascisme nu meemaakt.

    Brengen we onszelf even de beloften van vrijheid en voorspoed in herinnering bij de val van het stalinisme in Oost-Europa. De politici die met deze beloften in het rond zwaaien zijn er niet in geslaagd de gouden bergen waar te maken.

    De rijke kapitalistische neefjes hebben de Oost-Duitse industriegewoon platgegooid. 40 procent van de actieve bevolking is reëel werkloos, de inflatie bedraagt 14 procent. De voordelen zoals een gewaarborgde job, gratis kinderopvang, en recht op abortus, die de arbeiders onder het oude regime genoten werden afgeschaft of worden systematisch teruggeschroefd.

    De mensen die de hereniging in 1990 toejuichten, vinden nu hun streek totaal verkommerd en verlaten terug. Ondanks de verlammende en demoraliserende uitwerking van de werkloosheid demonstreerden duizenden Oost-Duitsers tegen de afdankingen die met privatiseringen gepaard gingen. Arbeiders van de scheepswerken (Rostock) bezetten hun werkplaatsen. Maar de vakbonden van de SPD lieten hen schaamteloos in de kou! Hierdoor was een nederlaag onvermijdelijk. Geen wonder dat de Oost-Duitsers zich door alle gevestigde politici verraden voelden.

    Ook de West-Duitsers zijn ontgoocheld. Ze zijn ervan overtuigd dat zij de factuur van de hereniging moeten betalen onder de vorm van verhoogde belastingen, terwijl de rijken belastingvermindering genieten en subsidies opstrijken. Opiniepeilingen tonen een voortschrijdende vervreemding van de traditionele politiek aan. Slechts 28 procent van de ondervraagden vindt dat de juiste mensen leiding geven. 60 procent vertrouwt de politici niet meer.

    Waarom hebben deze gevoelens zich niet vertaald in een draai naar links? De herinvoering van het kapitalisme was een nederlaag voorde werkende klasse in zowel OostEuropa als de rest van de wereld.

    De Communistische partijen hebben niet alleen zichzelf gediscrediteerd door de ervaring met het stalinisme, maar ook het echte socialisme is stevig door het slijk gesleurd. Dit heeft de arbeidersklasse in het oosten politiek gedesoriënteerd achtergelaten. Hoe dan ook, de Oost-Duitse massa’s die in 1989 op straat kwamen tegen het stalinisme zongen de Internationale. Ze eisten meer democratie en een einde aan de corruptie. Maar er was geen politieke leiding om hun streven naar een politieke revolutie in goede banen te leiden.

    Toen de Berlijnse Muur neerging, en ze een glimp opvingen de hoge levensstandaard in het kapitalistische westen, leek er geen andere optie dan een hereniging onder het kapitalisme. Datzelfde kapitalisme heeft nu het Oosten verzwakt en gedesillusioneerd achtergelaten en de verarmde jeugd blootgesteld aan de nazibedreiging. De leiders van de reformistische partijen en de vakbonden hebben niets gedaan aan om het socialisme en arbeidersorganisaties uit het diskrediet te halen. De leiding van de SPD heeft de kapitalistische eenmaking toegelaten zonder rekening te houden met de jobs van de Oost-Duitse arbeiders en de levensstandaard van de Westerse werkers. In plaats van zich af te zetten tegen het corrupte politieke en sociale complot wentelen ze zich in kapitalistische respectabiliteit. Vooral qua salaris. In de Duitse media over de levensstandaard van de politici kwamen de sociaaldemocraten er even bekaaid van af als hun burgerlijke collega’s. de SPD-leiders worden beschouwd als deel van het politieke establishment en zijn mee slachtoffer van de algemene desillusie in deze gevestigde orde.

    In zulke omstandigheden is immigratie een explosief punt geworden dat op een cynische manier misbruikt word door zowel openlijke racisten als “respectabel rechts”.

    De ineenstorting van het IJzeren Gordijn en de etnische conflicten die dit met zich meebracht, hebben duizenden migranten toegevoegd aan diegenen die al aan de vervolging of armoede in de koloniale wereld ontvlucht waren. In 1981 kwamen er 133.350 mensen in Duitsland wonen. In 1991 was dit cijfer al gestegen dat 478.107. Dit was wel alweer minder dan in 1990. Het aantal etnische Duitsers die hun immigratierecht opeisten, vertoonde een piek in 1990. Het aantal asielzoekers steeg en blijft stijgen: 233.000 in de eerste 7 maanden van 1992. Dit is bijna evenveel als het totaal van 1991.

    Natuurlijk hebben de neonazi’s misbruik gemaakt van deze duidelijke stijging en ook van het groeiende nationalisme na de hereniging. Zij waren echter niet de enigen. Het christendemocratische CDU van Kanselier Kohl greep de migrantenkwestie aan om de schuld voor de rotzooi rondom de hereniging van zich af te wentelen. In werkelijkheid zou het Duitse kapitalisme zonder migranten aan haar einde komen: er zijn 2 miljoen geïmmigreerde arbeiders in Duitsland. Een kwart van alle metaalarbeiders, 20 procent van de arbeiders in de voedingsindustrie en textielsector en 17 procent van de gemeentearbeiders zijn migranten. Net zoals in België zijn migranten destijds naar Duitsland gehaald om het werk op te knappen dat de eigen arbeiders niet meer wilden doen. Een vierde van de Duitse migranten woont langer dan 20 jaar in Duitsland. Maar vorig jaar werd slechts aan 20.0000 mensen de Duitse nationaliteit toegekend. Alle anderen worden uitgesloten van de officiële politiek. Racisme is dus niet vreemd aan de Duitse heersende klasse en de CDU.

    Maar ze willen de fascistische horden niet massaal loslaten. Evenmin hebben de neonazi’s voldoende zelfvertrouwen om de arbeidersorganisaties of de reeds lang ingeplante Turkse gemeenschap openlijk aan te vallen.

    De Duitse heersende klasse zal in de nabije toekomst de nazi’s waarschijnlijk proberen in te tomen. Maar net zoals in de rest van Europa zullen ze het racisme en de fascistische organisaties opnieuw gebruiken wanneer werkloosheid en sociale problemen hun systeem in gevaar brengen.

    Vandaag recruteren en trainen de fascisten nieuwe leden die ze in de toekomst zullen gebruiken om de arbeiders te verdelen en activisten te terroriseren. Daarom moeten ze bevochten worden en begaan de socialistische partijen een stommiteit als ze er niet tegen mobiliseren. Arbeiders van overal moeten niet in de leugen trappen dat fascisme en nationalisme typisch Duitse karakteristieken zijn. Miljoenen Duitse socialisten en arbeidersactivisten hebben de nazi’s bevochten.

    De gebeurtenissen in Rostock hebben de meeste Duitse werkers geschokt. Inclusief velen in Rostock. Sommige bewoners juichten de fascistische aanvallen toe, maar 20.000 werden gemobiliseerd voor democratie tegen nazigeweld.

    Dat waren er veel meer dan er aan om het even welke nazi-aanval hebben deelgenomen. Gewone mensen applaudisseerden bovendien voor de betoging vanuit hun venster.

    Honderdduizenden kunnen gemobiliseerd worden en de fascisten van de straat drijven als de SPD en de vakbonden oproepen voor een massademocratie tegen de neonazi’s en voor meer jobs en een betere huisvesting. In plaats daarvan heeft SPD openlijk mensen afgeraden om deel te nemen aan de tegenbetoging in Rostock!

    Zal de aanhang van de Duitse neonazi’s dan blijven groeien? Niet als de werkende klasse optreedt. De demoralisatie waarop ze parasiteren, kan vernietigd worden en hun vals radicalisme geopenbaard door een massaal en krachtdadig optreden van de arbeidersorganisaties. Ambtenaren en metaalarbeiders gingen eerder dit jaar massaal in staking. Dit ondanks de houding van hun leiding. Racistische aanvallen zouden de vakbonden kunnen dwingen om campagne te voeren tegen racisme, in het bijzonder in die vakbonden met een groot aantal migranten.

    Werkers van heel Duitsland zullen in de toekomst opnieuw strijd leveren en zich opnieuw manifesteren als de sterkste kracht in de Duitse maatschappij. De harde kern van de neonazi’s zal niet verdwijnen, in de laatste instantie zal het een strijd zijn om een einde te maken aan de werkloosheid en de sociale crisis van het kapitalisme. Een strijd voor een socialistische maatschappij die de nazi’s zal vernietigen.

  • Blokbuster en “postmodern relativisme”? De wondere intellectuele wegen van Maarten Boudry

    Betoging tegen racisme in Gent in 2015. Foto: PPICS

    Op 5 juni publiceerde wetenschapsfilosoof Maarten Boudry een artikel op de website van Knack onder de titel “Ideeën zijn superieur, mensen niet”. De neoliberale filosoof houdt daarin zijn bekende pleidooi voor “liberale democratie”, die hij superieur vindt aan theocratische dictaturen. Een inzicht waar wij niet meteen van omver vallen. Strijdbare socialisten vinden een burgerlijke democratie – ondanks het ontbreken van “economische democratie” in de bedrijven en ondanks de complete vervorming van het democratische debat door mediagroepen gecontroleerd door de rijken – verkieslijk boven kapitalistische dictaturen. Of die nu islam-fundamentalistisch zijn zoals in Saoedi-Arabië, of neoliberaal zoals in het Chili van Augusto Pinochet, of het Kazachstan van dictator Nazarbayev.

    Artikel door Peter Delsing

    Toch verwijt Boudry sommigen ter linkerzijde beschroomd te zijn om dat “superieur zijn” openlijk te stellen, uit een verkeerd begrepen en schadelijk “relativisme”. Misschien wensen die critici hun ogen niet onwetenschappelijk te sluiten voor de mankementen en het evidente verval van de burgerlijke democratie en economie. Een praktijk waar liberale dogmatici als Boudry hun beroep van lijken te hebben gemaakt.

    Boudry zou Boudry niet zijn als er in zijn artikel niet een aanval op het socialisme, dan wel het marxisme zou zitten. Zo schrijft hij over de geschiedenis van de anti-racisme beweging, als antwoord op een opiniestuk van schrijver Tom Naegels: “Maar hoe zat dat destijds met de strijd tegen het Vlaams Blok? Naegels schrijft nogal categoriek dat antiracisten ‘geen weg-met-ons relativisten’ waren, maar zichzelf expliciet opwierpen als de behoeders van Europese traditie en de Verlichtingswaarden, analoog aan de islamcritici vandaag.

    “Daar gaat hij volgens mij nogal kort door de bocht. De lieden die vandaag zwelgen in postmodern relativisme en anti-westers tiers-mondisme – zoals bijvoorbeeld de mensen van Blokbuster – liepen toen ook al rond, misschien zelfs nog in grotere getale dan nu. En zij stonden natuurlijk in de frontlinie tegen het Vlaams Blok.”

    Het is juist dat Blokbuster zeer actief was in de strijd tegen het Vlaams Blok, op basis van bredere mobilisaties van jongeren. Maar als er ook maar een fractie van de ideeën van Blokbuster bij Boudry zou zijn doorgedrongen, zou hij beseffen hoe onzinnig – zelfs onacademisch lachwekkend – het is om marxisten “postmodern relativisme” te verwijten. Dure woorden die de vlag helemaal niet dekken. En er door de “wetenschapsfilosoof” zonder enige grond of bewijs met de haren worden bijgesleurd. Is het correct weergeven van de ideeën van je tegenstrevers geen basisprincipe meer van reële wetenschappers?

    Boudry wil laten uitschijnen dat het voor strijdbare socialisten niet zou uitmaken in welke samenlevingsvorm we leven, of welke “waarden”, ja zelfs “kennismethodes” we zouden nastreven. Daarin vergist hij zich. Al zijn die samenlevingsvormen, waarden en zelfs kennismethodes serieus verschillend van zijn eigen dogmatische, grotendeels feitenvrije verdediging van het neoliberalisme en de zeer beperkte “democratie” die dat systeem vandaag nog toelaat. Zie de financiële waterboarding waaraan Griekenland werd onderworpen toen er democratisch tegen neoliberale besparingen van de EU werd gestemd. Zelfs de meest ontwikkelde vorm van burgerlijke democratie blijft nog altijd, in laatste instantie, de economische dictatuur van het kapitaal.

    Socialisten en marxisten verdedigen de democratische rechten die de arbeidersbeweging – tegen gewelddadig verzet van de liberale kapitalistische klasse in – door strijd heeft afgedwongen. In de 19e eeuw gold in België nog lange tijd het beruchte “coalitieverbod” (tot 1866), dat werknemers verbood om zich te organiseren en effectief gebruik te maken van hun recht op vrijemeningsuiting en de “vrijheid” van vereniging en vergadering. Het was de arbeidersbeweging die de strijd voor algemeen stemrecht, vrijheid van vergadering, vrije meningsuiting en voor de achturendag voerde, tegen de repressie van de Liberale Partij van die tijd in. Strijdbare werknemers en stakers – diegenen die Boudry vandaag om de haverklap aanvalt in zijn klaagzangen – hebben het kapitalisme beschaafder, eindelijk democratisch en iets meer leefbaar gemaakt, tegen het verzet van de onderdrukkende kapitalistische elites in.

    Boudry zou eigenlijk een standbeeld voor de Russische revolutie en de sovjetdemocratie moeten oprichten, want zonder die in het oog springende, directe en hogere vorm van arbeidersdemocratie – met permanente afzetbaarheid en een maximale loonspanning – waren de “liberale democratie” en het algemeen stemrecht in België er nooit zo snel gekomen.

    Ook daarin zijn strijdbare socialisten zeker geen “relativisten”. De geschiedenis is niet stuur- of richtingloos. Ze heeft – omwille van de wetten van crisis van het kapitalisme – zelfs een doel waarnaar ze neigt: niet langer de afgeleefde neoliberale democratie in verval, maar het democratisch socialisme. Kijk naar de opkomst van meer radicale figuren als Corbyn, Mélenchon,… met hun zeer populaire eisen voor hernationalisatie van geprivatiseerde delen van de economie. Hopelijk onder controle van de werknemers zelf, en niet van een gezichtloze bureaucratie.

    Boudry verwijt Blokbuster ook, hou je vast, “anti-westers tiers-mondisme”. Als hij daarmee bedoelt dat we denken dat de strijd in de neokoloniale wereld – de economisch afhankelijke landen gedomineerd door de multinationals en het kapitalisme – belangrijker is dan die in het “rijke westen”, met een volgens sommigen “verburgerlijkte arbeidersklasse”, dan heeft hij het volledig mis. De arbeidersklasse radicaliseert in de ontwikkelde landen even goed naar links, en soms zelfs sneller dan in andere werelddelen (Sanders, Corbyn, Mélenchon, de Pvda,…). We kunnen hem dus geruststellen: de strijd van de westerse arbeidersklasse neemt een centrale plaats in in de vooruitzichten van Blokbuster voor de omverwerping van het kapitalisme. Dit in een volkomen solidariteit met de onderdrukte massa’s in verzet in Azië, Afrika, en de rest van de wereld. In verschillende van die landen staan leden van onze zusterorganisaties overigens in de “frontlinie” van zowel de strijd tegen de neoliberale krachten als tegen de uiterst-rechtse “islamisten”, die op de puinhoop van de imperialistische barbarij en armoede konden ontstaan en er gretig op teren.

    Racisme: een klassebenadering is meer efficiënt in de strijd

    Socialisten en marxisten zijn doorgaans atheïsten. We denken dat we ons best baseren op de waarneembare werkelijkheid om onze strijd tegen asociale aanvallen op onze koopkracht en sociale zekerheid te voeren. We weigeren echter om ons te laten verdelen tussen niet-godsdienstige en gelovige werknemers en onderdrukten. We moeten samen de strijd tegen de regering en de heersende klasse aangaan. Dat heeft niets met “relativisme”, maar alles met welbegrepen klassebelang te maken. Op het vlak van racisme was het standpunt van Blokbuster overigens altijd dat een zuiver morele of “humanistische” benadering weliswaar niet slecht is, maar zijn beperkingen heeft. Enkel op basis van het gedeelde klassebelang van de uitgebuite meerderheid – hier en elders in de wereld – kan een kracht worden gemobiliseerd die ongelijkheid, armoede en racisme wegveegt, in de strijd voor een socialistische maatschappij. Het is overigens met die klassebenadering en doorheen harde aanvallen op het establishment dat Mélenchon in Frankrijk stemmen heeft teruggewonnen van het uiterst-rechtse Front National, onder jongeren en in verschillende grote steden. Dat deed hij door sympathie te tonen voor de sociale problemen van extreemrechtse stemmers, maar zonder een millimeter toe te geven op de verdelende uitspraken van het FN.

    Zelfs qua “kennismethode” toont Boudry’s stuk het verval van de burgerlijke ideologie. In haar opmars verdedigden burgerlijke economisten de kapitalistische maatschappij nog tegen het feodalisme met zuiver rationele argumenten. Een batterij van cijfers, feiten en redeneringen om hun standpunten te onderbouwen. Maar toen was de burgerlijke maatschappij economisch nog aantoonbaar een stap vooruit op de feodale maatschappij. Boudry hoor je weinig over de groei van de armoede naar 15% vandaag in België, waar die in de jaren ’80 rond de 5% lag. Hij woelt de afkalvende cijfers van de economische groei decennium na decennium niet om: het steeds holler en zwakker worden van de economische cyclus. Niets over haperende productieve investeringen of manke productiviteitsgroei, problemen waar de ernstige denkers van het kapitaal zich over buigen. Geen woord over de onhoudbare schuldenberg die het kapitalisme nodig had om haar levenscyclus kunstmatig te verlengen. Of over de ongezonde “financialisering” van het kapitalisme, een symptoom van productief verval. Zijn artikels zijn een onacademische blinde vlek omtrent de concentratie van rijkdom bij de rijkste 1% – waar Piketty toch interessante informatie rond verzamelde – en de schreeuwende ongelijkheid, die de economische groei mee heeft ondermijnd.

    Boudry berijdt zo hevig zijn “liberale principes” omdat de onzalige realiteit van het kapitalisme iets is waar steeds bredere groepen van werkenden en jongeren zich van afkeren. Hij “eist” van iedereen – zoals middeleeuwse, feodale pausen – blinde gehoorzaamheid aan een liberaal “vooruitgangsgeloof” dat al 35 jaar economisch en sociaal geen vooruitgang meer biedt. Hij moet zich tevreden stellen met ideologische en wetenschappelijke bedelsoep, omdat het kapitalisme zijn hoogdagen reeds lang geleden heeft opgesoupeerd.

     

    [divider]

    Naschrift. Op Twitter schreef Maarten Boudry naar aanleiding van dit artikel: “Die fout is al lang gecorrigeerd op mijn blog. Frase werd toegevoegd door journalist.” Het antwoord hierboven beperkt zich niet tot de vermelding van Blokbuster in het opiniestuk dat op Knack.be verscheen en daar nog steeds staat met vermelding van Blokbuster. Maar indien het stuk over de strijd tegen racisme en de rol van Blokbuster daarin was toegevoegd door een journalist, mag bovenstaand stuk gerust beschouwd worden als een reactie op de journalist die de opiniestukken schrijft die onder de naam van Boudry verschijnen.

  • Na geslaagd feest in Gent, naar betogingen tegen volgende acties van Pegida?

    Blokbuster en ALS houden enquête op ‘Fête Divers’ waaruit grote steun voor betoging blijkt

    Foto: Jean-Marie Versyp
    Foto: Jean-Marie Versyp

    Terwijl Pegida Vlaanderen een 200-tal extreemrechtse racisten verzamelde waaronder Filip Dewinter, militanten van Voorpost en anderen, kwamen in het Rabotpark, net buiten de ring, 400 antiracisten samen die tegenover de haat een positieve boodschap van solidariteit brachten. Onze jongerenorganisatie ALS en antifascistische campagne Blokbuster waren uiteraard ook van de partij op dit feest.

    Verslag door Michael

    We juichen het toe dat er iets georganiseerd werd zodat Pegida niet op straat kon komen zonder antiracistisch antwoord. Pegida kan door de mediabelangstelling en de beperkte tegenkanting wel versterkt uit deze actie komen. Als Pegida er vertrouwen uit haalt voor een nieuwe actie in Gent, moeten we voorbereid zijn.

    Het is in dat kader dat ALS en Blokbuster een enquête afnamen onder de deelnemers van Fête Divers. We vroegen de antiracisten hoe we best reageren op een volgende actie van Pegida. We stelden drie opties voor:

    • niets doen om hen geen aandacht meer te geven;
    • opnieuw een feest van de diversiteit aan de rand van de stad organiseren om duidelijk te maken dat er meer mensen voor diversiteit zijn dan voor vreemdelingenhaat;
    • een betoging door het stadscentrum te houden om duidelijk te maken dat de bewoners van onze stad de gemeenschappen die er deel van uitmaken niet tegen elkaar laten opzetten en dat we zo de stad terugeisen voor de meerderheid van de bevolking.

    We haalden 132 enquêtes op. Van de 132 duidden er 78 aan dat ze volgende keer liever wilden deelnemen aan een betoging; 48 wilden opnieuw een gelijkaardig feest en 6 gaven aan dat ze een feest in het stadscentrum wilden, hoewel dat niet expliciet bij de mogelijkheden stond. Dat is 59,09% voor een betoging, 36,36% voor een feest buiten het centrum, 4,54% voor een feest in de stad en 0% om niets te doen.

    Wij steunen de meerderheidsstem van de enquête. We denken dat er inderdaad goede mobilisaties nodig zullen zijn die de stad Gent onder druk zetten om een vreedzame betoging van antiracisten en buurtbewoners toe te laten. Zo’n betoging kan dan uitmonden in een volksfeest waar nog muziek, speeches, … aan  kunnen gekoppeld worden.

    Een positief alternatief?

    Actie van Pegida Vlaanderen met op de eerste rij Filip Dewinter en Gents VB-kopstuk Deckmyn. Foto: Jean-Marie Versyp
    Actie van Pegida Vlaanderen met op de eerste rij Filip Dewinter en Gents VB-kopstuk Deckmyn. Foto: Jean-Marie Versyp

    Tijdens het afnemen van de enquête hadden we heel boeiende gesprekken en discussies over Pegida, de lessen uit Duitsland maar ook over alternatieven. Vaak werd namelijk de vraag gesteld of een betoging wel een voldoende positief alternatief is, of dat niet te veel meegaat in een wij-zij retoriek, of een feest dan niet positiever is. Wij denken dat het positieve alternatief niet per se ligt in de methode, maar in de boodschap en de inhoud van elke actie. Noch een betoging, noch een feest voor diversiteit bieden op zich een concreet antwoord op de pijnlijke realiteit dat diversiteit helaas eerder werkloosheid, armoede en racisme betekent voor de bevolking van allochtone afkomst. Het biedt ook geen antwoord op de wanhoop, angst en armoede die mensen in handen van extreemrechts kan drijven. De vraag is welke eisen we stellen om een alternatief te bieden op de verdeeldheid die ontstaat door besparingen, werkloosheid en sociale afbraak!

    ALS en Blokbuster komen op voor een links beleid van werkherverdeling, uitbreiding van sociale diensten, wijkfaciliteiten, democratisch onderwijs voor iedereen, … Dat betekent logischerwijs ook dat we tegen de sociale afbraak en tegen het besparingsbeleid van de traditionele partijen (ook van de SPa en Groen in Gent) ingaan. Het is immers net door dat beleid dat een toenemende groep van de samenleving vervreemdt. Dat beleid vergroot de ruimte voor allerhande reactionaire stromingen, zowel extreemrechtse als Salafistische, die er op uit zijn om verdeeldheid onder de werkende bevolking te zaaien met racisme en haat. Enkel door gezamenlijk en solidair te strijden voor een degelijke job, een kwaliteitsvolle woning en een échte toekomst voor iedereen, ongeacht afkomst, kunnen we een antwoord bieden op de wanhoop waarop reactionairen vandaag teren.

    Om gezamenlijk en solidair te strijden voor een echt alternatief, denken we dat een betoging een krachtiger signaal geeft, meer mensen op de been kan brengen én alle gemeenschappen van alle hoeken van Gent kan samenbrengen. Als we een betoging kunnen koppelen aan de eis voor socialistische maatregelen die de toekomst van de meerderheid van de bevolking verdedigen, is dat volgens ons het sterkst mogelijke signaal dat we kunnen geven. Het zou aantonen dat we ons niet laten wegduwen en dat extreemrechts niet het gevoel krijgt dat ze ongestoord verder kunnen gaan. Het kan niet zijn dat de stad wordt overgenomen door extreemrechts terwijl de antiracisten buiten het centrum worden gehouden. Betogingen zijn de succesvolle methode geweest die in Duitsland, Pegida heeft kunnen tegenhouden. In steden waar dit niet gebeurd is, zoals in Dresden, kon Pegida heel snel vertrouwen winnen en groeien tot ettelijke duizenden aanhangers.

    Foto’s door Liesbeth

    Foto’s door Jean-Marie

  • 13 april in Gent: stop Pegida. Tegen haat en terreur, solidariteit!

    16800448005_0988208271_z

    Na haar passage in Antwerpen wil Pegida Vlaanderen op 13 april in Gent verzamelen. Met deze actie  probeert Pegida zich te manifesteren tegen wat zij “de islamisering” van de maatschappij noemt. In de praktijk is dit een weinig verhuld excuus om openlijk op straat te komen met racistische en reactionaire ideeën. We mogen deze haat geen ruimte geven, protest is noodzakelijk!

    Pegida mag in ons land dan wel een marginale beweging zijn die de rangen van het Vlaams Belang en diverse neonazigroeperingen niet overstijgt, toch speelt het in op een breder aanwezig racisme. De neoliberale besparingen zorgen overal voor tekorten. De sociale zekerheid wordt uitgehold, de werkloosheid neemt toe, de wachtlijsten worden alsmaar langer, … Op de frustraties en het ongenoegen dat hierdoor ontstaat, kan extreemrechts groeien.

    Ook gewelddadige groepen neonazi’s proberen zich op te bouwen. Denk maar aan Gouden Dageraad in Griekenland of Casapound in Italië die in het offensief gaan tegen migranten, holebi’s, linkse activisten, … Deze neonazi’s schuwen het geweld niet. Als Pegida in ons land aan het verzamelen blaast, zullen de lokale aanhangers van Gouden Dageraad en Casapound eens te meer van de partij zijn.

    We mogen de straat niet overlaten aan Pegida. Een massamobilisatie kan een verdere ontwikkeling van Pegida stoppen. Pegida begon in Duitsland. In Dresden werd het een massabeweging. Het massale protest ertegen zorgde ervoor dat het zich niet verder kon verspreiden en leidde tot een versplintering van Pegida in Dresden zelf. Het wijst op het belang van een massale mobilisatie als antwoord op racisme en haat.

    De antifascistische campagne Blokbuster en de Actief Linkse Studenten verdedigen de noodzaak van een mobilisatie en campagne naar een tegenbetoging zodra Pegida de kop opsteekt. De geslaagde anti-NSV betoging, tegen de studenten van het Vlaams Belang, op 12 maart in Gent was een goede aanzet naar een actie tegen Pegida op 13 april. Toen kwamen ruim 400 voornamelijk jongeren op straat tegen een honderdtal extreemrechtse betogers.

    Louter op straat komen, is evenwel niet genoeg. Zolang de voedingsbodem van sociale en economische tekorten blijft bestaan en er geen collectief en strijdbaar alternatief door links wordt aangeboden, kan extreemrechts vroeg of laat terug op de voorgrond treden. De strijd tegen Pegida en tegen racisme is dan ook een strijd tegen de besparingen en de gevolgen van de crisis. Als Gouden Dageraad vandaag in Griekenland in de peilingen terrein moet prijsgeven, is het omdat veel van zijn kiezers hoop vestigen in Syriza. Een breuk met het besparingsbeleid kan de opmars van extreemrechts stoppen. Maar als Syriza faalt, kan de wanhoop van Gouden Dageraad mogelijk versterkt terugkomen.

    Het kapitalisme is niet in staat om brede lagen van de bevolking een degelijke toekomst te bieden. Een ander maatschappijmodel is noodzakelijk. Een samenleving waar niet de winsten van een kleine minderheid centraal staan, maar de noden van de meerderheid van de bevolking. Doe mee!

     

    13 april: 20u Rabotpark (Opgeëistenlaan) te Gent: actie tegen Pegida in de vorm van een “fête divers”

    Facebook evenement

  • Fotoreportages vanop de anti-NSV betoging

    Tegen haat en terreur: solidariteit. Dat was de duidelijke boodschap van de 400 antifascistische betogers gisteren in Gent. Lees hier ons verslag. Hieronder fotoreportages van de betoging.

    [divider]
    Foto’s door PPICS

    [divider]

    Foto’s door Jente

    [divider]

    Foto’s door SooRa

    [divider]
    Foto’s door Jean-Marie

    [divider]
    Foto’s door Liesbeth

  • Antwerpen maakt zich op voor anti-NSV betoging

    Op donderdag 20 maart, morgen dus, wordt in Antwerpen betoogd tegen extreemrechts. Op het ogenblik dat de extreemrechtse fauna en flora aan de Stadswaag verzamelen, zullen linkse jongeren en syndicalisten in Berchem een strijdbare optocht houden. In de aanloop naar deze betoging spraken we met Mathias van de Actief Linkse Studenten in Antwerpen en Geert Cool, de woordvoerder van Blokbuster.

    Hoe loopt de campagne in Antwerpen?

    Mathias: “Voor ons is het natuurlijk een hele uitdaging om met een beperkte ploeg een dergelijke betoging in elkaar te steken. Er zijn enorme inspanningen geleverd om de campagne bekend te maken en de discussie met jongeren en werkenden te voeren. Daarbij viel het op dat er een grote openheid was voor onze standpunten en onze organisatie. Op een publieke vergadering eind februari waren we met een 35-tal aanwezigen. We hebben de afgelopen dagen iedere dag campagne gevoerd.

    “Wellicht speelt de steun voor onze campagne een rol in het verder ondermijnen van het zelfvertrouwen van extreemrechts. De NSV, de Nationalistische Studentenvereniging, laat zich amper zien. In die zin hebben we met de antifascistische campagne nog voor de betoging van donderdag een overwinning geboekt. We hebben de ruimte voor extreemrechts beperkt en dat zie je aan de Antwerpse universiteit.”

    Is zo’n betoging nog belangrijk als de NSV zelf weinig activiteit onderneemt?

    Mathias: “Ja natuurlijk. Als extreemrechts open doelkansen aangeboden krijgt, hoeft het deze maar binnen te koppen. Het opbouwen van zelfvertrouwen voor extreemrechts is een proces. In oktober 2009 zagen we tot wat dit kan leiden. Een gemaskerde groep extreemrechtse militanten probeerde een vergadering van de Actief Linkse Studenten fysiek te verhinderen. Dat was hen niet gelukt, maar het toonde waar extreemrechts voor staat. Toen gebeurde de aanval in naam van ‘Autonome Kameraden’, maar het was duidelijk dat het om NSV’ers ging met een actie die ook door VB’ers werd toegejuicht. Moesten we dat geweld niet gestopt hebben, dan was het vandaag heel moeilijk geweest om links nog te organiseren aan de unief.

    “We zien pogingen van extreemrechts om zich opnieuw op te bouwen. Eind vorig jaar was er nog een internationale NSV-meeting in Antwerpen met onder meer een spreker van Casa Pound, een organisatie die zichzelf als fascistisch omschrijft. Zelfs het Vlaams Belang vond dat het wat te ver ging en sloot haar lokalen voor deze bijeenkomst waardoor de NSV moest uitwijken naar ‘De Bengel’. Moest er geen antifascistisch protest geweest zijn, dan was die meeting gewoon aan de Leuvense universiteit doorgegaan. Met de betoging eisen we overigens ook dat de erkenning aan de Antwerpse universiteit wordt ingetrokken.”

    Geert: “De NSV heeft het ook moeilijk omwille van de politieke situatie in ons land. Met het Vlaams Belang dat in de peilingen terrein blijft prijsgeven en de N-VA die hoge toppen scheert, is er logischerwijze ook binnen de NSV discussie. Enkelen zijn enthousiast over de N-VA, anderen blijven de eigen partij trouw. Het leidt tot een zekere spanning die de slagkracht van NSV niet ten goede komt.

    “Het is echter te vroeg om de NSV of meer algemeen extreemrechts onder jongeren of bij verkiezingen af te schrijven. Bij de Europese verkiezingen van mei zullen diverse radicale extreemrechtsen verkozen raken. Mogelijk raakt een NPD’er uit Duitsland verkozen, Gouden Dageraad staat op mogelijk drie zetels. En zowel het Franse FN als het Nederlandse PVV van Wilders staan op electorale winst. Het Franse FN was electoraal ooit bijna afgeschreven, sommigen dachten dat Sarkozy met ‘deftig’ rechts de weg voor het FN had afgesloten. Achteraf gezien blijkt dat Sarkozy racisme aanvaardbaarder heeft gemaakt en met zijn besparingsbeleid de boulevard voor Marine Le Pen enkel vergroot heeft.”

    De anti-NSV betogingen zijn inmiddels een traditie. Telkens opnieuw wordt de slogan ‘Jobs, geen racisme’ gebruikt. Is het geen tijd om die slogan aan te passen?

    Geert: “Die slogan is vandaag meer dan ooit actueel. Het is een uitdrukking van het strijdbare antifascisme dat wij naar voor willen brengen. Als we zien hoe de gevolgen van de crisis leiden tot de opmars van gevaarlijke groepen als Gouden Dageraad in Griekenland of zelfs het opnemen van de lokale variant van Gouden Dageraad in de nieuwe regering van Oekraïne, dan is het evident dat we de voedingsbodem van extreemrechts moeten aanpakken met een sociaal alternatief.

    “De traditie van strijdbare anti-NSV-betogingen is de afgelopen 20 jaar ontstaan, sinds de heropstart van NSV-betogingen begin jaren 1990 en tegen de achtergrond van de toenmalige antifascistische beweging die vele tientallen jongeren op de been bracht. Er is in die tijd vaak discussie geweest over het soort acties en eisen dat nodig was. Sommigen hielden het liever op symbolisch en vaag protest. Anderen dachten dat een veldslag organiseren ons zou vooruithelpen. Die modellen hebben geen stand gehouden. Een strijdbare betoging met een sociaal programma, dat is de traditie waarmee Blokbuster het verzet tegen extreemrechts de afgelopen 20 jaar heeft versterkt, ook op ogenblikken dat we er alleen voor stonden.”

    Mathias: “Met een kwart van de Antwerpse jongeren die geen werk vindt, kennen we ook hier bijna Zuid-Europese toestanden. Met de enorme tekorten op sociaal vlak, een gebrek aan scholen en ontspanningsmogelijkheden voor jongeren, zijn er spanningen. De gevestigde politici doen daar nog een schep bovenop door te benadrukken wat ons verdeelt, denk maar aan het hoofddoekenverbod. Daar tegenover blijven wij hetgeen ons verenigt naar voor brengen. De slogan ‘Jobs, geen racisme’ is effectief actueler dan ooit en zeker in de Antwerpse context.”

    Het platform voor de betoging richt zich ook tegen het besparingsbeleid en tegen de GAS-boetes. Wat heeft dat met de strijd tegen extreemrechts te maken?

    Mathias: “Als we de voedingsbodem voor verdeeldheid en dus voor extreemrechts willen wegnemen, dan moeten we ons wel richten tegen het besparingsbeleid dat tot zoveel tekorten leidt. De gevolgen van het huidige beleid van tekorten beperken zich niet tot een openheid voor racistische vooroordelen, seksisme of homofobie. Het leidt ook tot een toenemende repressie waarbij vooral jongeren worden geviseerd maar ook contestatie in het algemeen aangepakt wordt. Het is in dat kader dat de GAS-boetes van belang zijn.”

    Geert: “Door ons te verzetten tegen de GAS-boetes maken we duidelijk dat deze geen antwoord vormen. Soms wordt wel eens geopperd dat pakweg seksisme op straat met GAS-boetes kan bestreden worden. Dat is een totaal verkeerd idee. Sociale problemen los je op met een sociaal beleid, niet met een repressief strafbeleid. Als de gevestigde politici vandaag GAS-boetes en andere vormen van repressie nodig hebben, is het omdat hun eigen autoriteit afbrokkelt. Dat opent overigens ook ruimte voor snelle electorale verschuivingen waarin ook het Vlaams Belang of andere racistische krachten op termijn gebruik van kunnen maken.”

    Wat verwachten jullie van de betoging?

    Mathias: “De betoging is natuurlijk het sluitstuk van een intensieve campagne en dus hopen we op een goede opkomst. We hopen met meer dan de NSV te zijn en zullen door een volkse buurt in Berchem trekken met duidelijke slogans.”

    Geert: “Er is steun gekomen van verschillende organisaties, zowel van radicaal-links als van de Jongsocialisten en Comac. Uit syndicale hoek is er de enorm belangrijke oproep van Syndicalisten tegen Fascisme. We hopen met dit diverse publiek ook de discussie te kunnen aangaan over hoe we na de komende verkiezingen kunnen bouwen aan een front van verzet tegen de besparingsgolf die er staat aan te komen. Dat verzet zal in grote mate bepalend zijn voor de positie van zowel de werkende bevolking en de jongeren als voor de mogelijkheden van extreemrechts.”

  • BBET-proces. Blokbuster protesteert tegen fascistisch geweld

    Op woensdag 9 oktober wordt het proces tegen de neonazi’s van BBET (Bloed Bodem Eer en Trouw) eindelijk hervat. De gewelddadige en gewapende extremisten die onder meer in het leger actief waren, vormden een reëel gevaar. Daar kan na de moord op Clément Méric in Frankrijk of de moord op Pavlos Fyssas in Griekenland geen twijfel meer over bestaan.

    Bij de doorstart van het BBET-proces voert Blokbuster samen met Syndicalisten tegen Fascisme actie in Dendermonde. We doen dat om tegen fascistisch geweld te protesteren en te wijzen op de noodzaak van actieve mobilisatie om neo-fascisten en de voedingsbodem voor extreemrechts te bestrijden.

    Wat was BBET nu ook alweer?

    Vanaf begin jaren 2000 begonnen neonazi’s in ons land zich te organiseren als Blood&Honour, naar het voorbeeld van gelijkaardige groepen in het buitenland. Dat was niet nieuw, er waren in ons land begin jaren 1990 al neonaziconcerten met aan Blood&Honour verbonden groepen. Toen ging het initiatief uit van figuren die dicht bij de ‘officiële’ extreme rechterzijde van het toenmalige Vlaams Blok betrokken waren, onder meer in Brugge. (Lees meer hierover).

    Het opzetten van een Vlaamse afdeling van Blood&Honour onder de naam BBET (Bloed, Bodem, Eer en Trouw) ging gepaard met enige semi-publieke bijeenkomsten zoals Hitler-herdenkingen of een meeting met Amerikaanse neonazi’s. Tegelijk aarzelden de voortrekkers van BBET niet om zich ook fysiek te organiseren. Er was ook een kern in het leger, met onder meer Tomas Boutens die tot op vandaag in het extreemrechtse milieu actief is (zo stapte Boutens in 2011 naast onder meer Dewinter mee op in de Antwerpse NSV-betoging). Ze kregen de steun van delen van de oude garde, zo sprak wijlen Bert Eriksson van de verboden privémilitie VMO op een Hitler-herdenking van deze groep.

    In 2006 werd een spectaculaire politie-operatie uitgevoerd waarbij 21 neonazi’s werden opgepakt, waaronder verschillende militairen (Lees hier meer). Daarbij werden wapens gevonden en raakte bekend dat de neonazi’s plannen hadden om tot geweld over te gaan. Voorheen bleef het doorgaans beperkt tot militaire oefeningen, meetings en radicale praat op het internet (zo herinneren we ons een hilarisch artikel onder de titel: “Doneer uw zaad aan het Arische ras”, hier kan je nog enkele pareltjes lezen). Met Blokbuster wezen we meermaals op het gevaar dat van deze groep uitging, we publiceerden in 2004 al een foto van Boutens die met wapens poseerde in de kazerne van Leopoldsburg.

    Na de arrestaties volgde een onderzoek dat tot in 2008 aansleepte en vervolgens waren er allerhande procedurekwesties die maken dat we in 2013, zeven jaar na de arrestaties, nog steeds niet tot een veroordeling zijn gekomen. Een aantal voortrekkers van BBET moeten in dit proces ook verantwoording afleggen voor dossiers in de marge, onder meer inzake anabolicahandel en geweld in het dopingmilieu.

    Gaat er wel een gevaar uit van zo’n marginale groep?

    Toen de aanhangers van BBET werden opgepakt, stonden hun Griekse tegenhangers van Gouden Dageraad niet veel sterker. Vandaag is het de derde partij van dat land ondanks de betrokkenheid bij de moord op een linkse rapper en tal van gewelddaden tegen migranten en andersdenkenden. Op een voedingsbodem van crisis waarbij een groeiende laag volledig uit de boot en naast de samenleving valt, kunnen neonazi’s een actieve kern en zelfs een zekere steun uitbouwen. Sinds de arrestaties in BBET-kringen in 2006 werd het kapitalistische systeem in een diepe crisis ondergedompeld zonder uitzicht op verbetering. Dat maakt dat het gevaar van fascistisch geweld ook bij ons actueel blijft.

    Het is overigens opvallend dat er ook na de arrestaties bij BBET tal van neonaziconcerten in ons land plaatsvonden. Iedere gelegenheid die extreemrechts wat de wind in de zeilen geeft, wordt ook in die kringen aangegrepen om het zelfvertrouwen te versterken en een stap verder te gaan. Het dodelijke geweld tegen Clément Méric in Parijs kwam er niet toevallig na een offensief van reactionair rechts, onder meer tegen het homohuwelijk, en een hernieuwde opmars van het Front National, het familiebedrijf van de Le Pens. Momenteel zien we niet alleen in de hardst door de crisis getroffen landen een opkomst van gewelddadige extreemrechtse groepen (Jobik in Hongarije, Gouden Dageraad in Griekenland), maar ook elders kan extreemrechts terugkeren. De resultaten van het FN in Frankrijk of de FPÖ in Oostenrijk maken dat duidelijk. Een hernieuwde terugkeer van het Vlaams Belang is niet uitgesloten en kan ook de radicalere groepen extra ruimte geven.

    Zal het proces tegen BBET de zaak oplossen?

    Zeker niet. Een gerechtelijke vervolging kan het de neonazi’s moeilijker maken om zich te organiseren en het kan de wapenhandel in die kringen beperken. Maar het neemt de voedingsbodem voor extreemrechts of voor neonazi’s niet weg. Op die voedingsbodem kunnen het gerecht of de gevestigde partijen geen antwoord bieden. De Franse organisaties die na de moord op Méric werden verboden, vervelden gewoon tot andere organisaties. Het Griekse Gouden Dageraad blijft ook na de juridische vervolging ervan in de peilingen de derde grootste partij. De illusie dat extreemrechts verdwijnt indien aanvaardbare rechtse krachten opkomen, werd zowel in Frankrijk als Oostenrijk doorprikt.

    Dat we niet op de gevestigde machten kunnen rekenen in de strijd tegen neonazi’s werd heel scherp aangetoond in het proces tegen de Duitse NSU, een ondergrondse groep die verantwoordelijk was voor een reeks moorden in kebabzaken. Achteraf bleek dat de verantwoordelijken voor die moorden jarenlang op steun vanuit de geheime diensten konden rekenen (lees hier meer).

    Het proces tegen de BBET-militanten maakt het de neonazi’s moeilijker om zich te organiseren, maar het heeft er niet toe geleid dat bijvoorbeeld Tomas Boutens niet langer in deze kringen actief is. Hij duikt met de regelmaat van de klok op extreemrechtse activiteiten op, van NSV-betogingen tot acties van de marginale groep N-SA. Hij raakte ook nog in opspraak met vechtpartijen in zijn geboortestreek.

    Wat moet er dan wel gebeuren?

    Wij pleiten voor een antwoord dat uit mobilisatie bestaat en gericht is op een antwoord op de voedingsbodem voor extreemrechts. Vandaar onze protestactie op 9 oktober bij de nieuwe start van het BBET-proces in Dendermonde. We zullen daar protesteren tegen fascistisch geweld en onze solidariteit betuigen met het antifascistisch verzet in onder meer Griekenland. We willen het massale protest na de moord op Pavlos Fyssas ondersteunen. Dat protest is belangrijk, zeker als het gekoppeld wordt aan de opbouw van antifascistische comités waarmee ook de discussie over een alternatief op het besparingsbeleid kan gevoerd worden.

    Neonazi’s mogen geen millimeter ruimte krijgen. Iedere mogelijkheid benutten ze om zich te versterken en het zelfvertrouwen op te krikken. Door te protesteren, willen we duidelijk maken dat we niet toelaten dat er ook hier pogingen zijn om de methodes van Gouden Dageraad in de praktijk om te zetten. We koppelen dit aan een antwoord op de aanhoudende besparingsdrift die jongeren ontwortelt. Wij stellen: “Het probleem is de bankier, niet de migrant” en “Jobs, geen racisme”.

    Op woensdag 9 oktober voeren we om 14u actie op de Grote Markt in Dendermonde.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop