Tag: Birma

  • Stop de staatsgreep! Voor een democratisch en socialistisch Myanmar

    Slechts enkele uren nadat het nieuw gekozen parlement voor het eerst bijeenkwam, was er een militaire staatsgreep in Myanmar.

    Door Per Olsson (Rättvisepartiet Socialisterna – ISA in Zweden)

    “Tijdens de pandemie is de crisis van de democratie verergerd. Sinds de uitbraak van het virus is de situatie van de mensenrechten in zeker 80 landen verslechterd,” stelt de denktank Freedom House, die elk jaar de stand van zaken van de democratie in de wereld beschrijft.

    Het rapport dat in oktober vorig jaar werd gepubliceerd, waarschuwt dat de beperkingen in het kader van Covid-19 de trend van de afgelopen 14 jaar van verbetering van democratische rechten hebben gestopt. De aanvallen botsen echter ook op enorme weerstand. De wereldwijde golf van strijd in 2019 is niet gestopt door de pandemie en de noodwetten in het kader van de pandemie.

    In hoeverre de militaire coup in Myanmar (voorheen Birma) tot verzet zal leiden, is nog onzeker. De staatsgreep, de arrestaties, de noodtoestand en de pandemie kunnen de massa tijdelijk tegenhouden. Dit kan echter snel veranderen als de massa’s opnieuw kunnen bijeenkomen, terwijl de aanhoudende crisis de positie van de militaire regering ondermijnt.

    De parlementsverkiezingen in november waren een nederlaag voor de militaire partij USDP en een verpletterende overwinning voor de regerende NLD en partijleider Aung San Suu Kyi, die sinds de verkiezingsoverwinning in 2015 in de feiten regeringsleidster was. Nu is Aung San Suu Kyi opgepakt.

    Achter het verkiezingssucces van de NLD zat de wil om tegen het leger te stemmen, dat tijdens de verkiezingscampagne dreigde de resultaten niet goed te keuren en vervolgens beweerde dat er sprake was van uitgebreide verkiezingsfraude. Volgens internationale verkiezingswaarnemers maakten de ongegronde beschuldigingen van verkiezingsfraude deel uit van de voorbereidingen voor de staatsgreep.

    De verkiezingen waren verre van vrij en democratisch. Slechts driekwart van de zetels in de twee kamers van het Parlement werd verkozen, het leger kreeg sowieso een kwart van de zetels. Honderdduizenden Rohingya die nooit het staatsburgerschap kregen, hadden geen stemrecht, en in sommige gebieden waren er geen verkiezingen omwille van gewelddadige burgeroorlog.

    Het leger regeerde vanaf 1962 bijna een halve eeuw over Myanmar. Pas in 2015 werden de eerste verkiezingen gehouden, waarbij de uitslag van de verkiezingen niet van tevoren werd bekendgemaakt en de verkiezingen eindigden in een machtswisseling. Aung San Suu Kyi en de NLD namen het roer over, maar de verwachting dat de machtswisseling ook zou worden gevolgd door fundamentele veranderingen, werd snel de kop ingedrukt.

    In plaats van het leger te confronteren en de beulen die de staat en grote delen van de economie controleerden, te ontslaan en weg te zuiveren, gingen Aung San Suu Kyi en de NLD “de macht delen met Tatmadaw (het leger). Het gezamenlijk bestuur is sindsdien ongemakkelijk maar relatief stabiel.” (International Crisis Group, 1 februari).

    Aung San Suu Kyi en het leger waren ook verenigd in het boeddhistische nationalisme en ter verdediging van de genocide op Rohingya, van wie de meesten moslims zijn, die zij en de generaals minachtend ‘terroristen’ noemden.

    Ondertussen is de armoede toegenomen en zijn de aanvallen op democratische vrijheden en rechten voortgezet. “De NDL is er niet in geslaagd de democratische ruimte uit te breiden. In plaats daarvan is de vrijheid van meningsuiting beknot, worden mensenrechtenactivisten en andere activisten die kritiek uiten op de regering en het leger vervolgd en is het illegaal geworden om zonder toestemming te protesteren.” (Human Right Watch 2021).

    In de strijd om de coupplegers en het roofzuchtige kapitalisme dat ze verdedigen omver te werpen, kunnen de massa’s alleen vertrouwen op hun eigen kracht, solidariteit en organisatie. Een vrij en democratisch Myanmar vereist dat het kapitalisme omvergeworpen wordt en een nieuwe staat wordt opgebouwd op basis van de onafhankelijke organisatie en strijd van de arbeiders en de massa’s.

    Als socialisten zijn we compromisloze strijders voor democratie: onze verdediging van alle democratische vrijheden en rechten is ook een strijd voor echte democratie voor de werkende klasse en onderdrukten.

    De wereldwijde terugtrekking van de democratie gaat gepaard met de crisis van het kapitalisme en de crisis van alle instellingen die zijn opgericht om een ​​machtige maar kleine machtselite te beschermen. Dit verenigt de strijd voor democratische rechten nog sterker met die voor socialisme.

    Democratische rechten liggen onder vuur, maar het verzet waarop dit botst, toont aan dat aanvallen kunnen worden gestopt en dat dictaturen omvergeworpen kunnen worden. Kijk maar naar Soedan waar revolutionaire strijd in 2018 een einde maakte aan de 30-jarige dictatuur van Al Bashir. Of de massamobilisaties die de coupplegers in Bolivia in 2020 stopten. Of de overwinning in Chili waar de grondwet van Pinochet verdween.

  • Aung San Suu Kyi: ex-heldin van liberale establishment zwijgt over etnische zuivering

    Het conflict tussen de regering van Myanmar (Birma) en de Rohingyabevolking van Rakhine is de voorbije maanden geëscaleerd tot een grote humanitaire crisis. Meer dan 400.000 mensen zijn gevlucht naar buurland Bangladesh. Tienduizenden proberen te overleven in vluchtelingenkampen.

    Artikel door Clare Doyle uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De premier van Bangladesh, Sheikh Hasina, zei dat de vluchtelingen moeten terugkeren. Er is een groot tijdelijk kamp opgezet dat meer weg heeft van een gevangenis. Lokale mensen wordt het verboden om de vluchtelingen onderdak of hulp te geven, zelfs als het om familie gaat. Voor deze nieuwe escalatie waren er al 400.000 Rohingya naar Bangladesh gevlucht.

    De regering van Myanmar verbiedt humanitaire operaties door hulporganisaties. De VN-Veiligheidsraad heeft het geweld formeel veroordeeld. Secretaris-generaal Antonio Guterres had het over etnische zuiveringen.

    Aung San Suu Kyi

    Aung San Suu Kyi is wereldwijd bekend als de politieke leidster van Myanmar nadat haar partij, de Nationale Liga voor Democratie (NLD), 60% van de stemmen haalde in 2015. Dat waren de eerste ‘vrije’ verkiezingen na 50 jaar van repressief militair bewind. Maar nu is er wereldwijd kritiek op Aung San Suu Kyi omdat ze zich niet uitspreekt tegen het geweld op de Rohingya.

    Toen ze na twee weken in de crisis de stilte doorbrak, kwam ze niet verder dan de stelling dat er “veel desinformatie” is over de gebeurtenissen. Het deed aan Trump denken: een totale ontkenning van de realiteit. Het kwam op een ogenblik dat de wereldmedia sluitende bewijzen van misdaden en massaslachtingen van onschuldige burgers brachten.

    De toespraak van Aung San Suu Kyi voor het parlement van Myanmar op 19 september werd door Amnesty International omschreven als “een mengeling van onwaarheden en victim blaming.” Ze ging niet in op het door de overheid gesteunde militaire geweld en beweerde dat de regering de voorwaarden voor de moslims in Rakhine had verbeterd.

    Verschillende mensenrechtenactivisten en academische instellingen eisen de intrekking van de Nobelprijs voor de Vrede van Aung San Suu Kyi. Ze kreeg die prijs ironisch genoeg voor haar verzet tegen het militaire bewind dat haar 15 jaar onder huisarrest plaatste.

    Wij hebben steeds gesteld dat het passieve verzet van Aung San Suu Kyi niet sterk genoeg zou zijn om decennia van militair bewind te stoppen, maar dat ze de massa’s moest mobiliseren. Aung San Suu Kyi heeft zich lang opgeworpen als een interessante partner voor het westerse kapitalisme. Ze opende het land voor handel en investeringen. Maar nu lijkt het erop dat het beleid van Myanmar veel meer bepaald wordt door de groeiende invloed van het Chinese militair-industriële complex.

    Excuus voor massamoord

    Het leger van Myanmar houdt de macht in de samenleving en de industrie van het land stevig in handen. Het optreden tegen de Rohingyabevolking (meer dan een miljoen mensen in het land) wordt voorgesteld als een operatie tegen terrorisme. Het is echter de terreurcampagne van het leger, ondersteund door chauvinistische boeddhistische extremisten, die een laag jongeren in deze richting duwt.

    Op 25 augustus vielen strijders van het ‘Arakan Rohingya Reddingsleger’ 30 politieposten en legerbasissen aan waarbij verschillende doden vielen. Het leger zei dat ze mensen ook aangezet hadden tot ‘rellen.’ Een onderdrukt volk heeft het recht om zich te verdedigen, gewapend indien nodig, maar zonder massabeweging kan een dergelijke tactiek op zich geen oplossing op lange termijn bieden voor een onderdrukt volk. De staat gebruikt het als excuus om een volledige bevolking aan te pakken.

    Het antwoord van het leger op de aanvallen in augustus bestond uit een nooit geziene en bloedige wraakcampagne. Honderden burgers werden vermoord, minstens 500 dorpen platgebrand en honderdduizenden – waaronder ook niet-Rohingya – moesten op de vlucht.

    Rohingya

    De Rohingya leven sinds de 12e eeuw in dit deel van wat Birma werd. Het Britse kolonialisme werkte etnische spanningen in de hand.

    Strijders als de vader van Aung San Suu Kyi speelden een cruciale rol in het stoppen van het Britse koloniale bewind en het afdwingen van de onafhankelijkheid die er in 1948 kwam. Kort voor de onafhankelijkheid werden Aung San en zijn medestrijders vermoord. In 1962 gingen de generaals die de macht hadden gegrepen over tot nationalisaties, maar er waren geen democratische rechten of controle door de bevolking.

    Decennia later, in augustus 1988, was er een heldhaftige opstand van werkenden en studenten waarmee de dictatuur bijna omvergeworpen werd. Het ontbrak aan de nodige ervaring en een theoretisch uitgeruste partij die de revolutie kon doorzetten. De opstand werd de kop ingedrukt en er volgde een periode van intensieve repressie die slechts tijdelijk doorbroken werd door een nieuwe beweging in 2007.

    Rechten van minderheden

    Birma kent een boeddhistische meerderheid. De Rohingya worden al lang vervolgd als minderheid. Er zijn 135 erkende etnische groepen in het land, de Rohingya behoren daar niet toe. Sinds 1982 worden ze niet langer erkend als inwoners van het land. Bij de verkiezingen in 2015 had de partij van Aung San Suu Kyi geen enkele moslim op de kandidatenlijst.

    Toch stemden veel mensen van etnische minderheden voor Aung San Suu Kyi in de hoop dat dit tot meer lokale autonomie en een federaal systeem zou leiden. Het leger heeft de nationale grondstoffen geplunderd in delen van het land waar etnische minderheden wonen. Aung San Suu Kyi is niet geïnteresseerd in het lot van de Rohingya en andere minderheden.

    Verschillende landen in Zuidoost-Azië hebben een moslimmeerderheid, ook het relatief rijke Maleisië. Maar alle landen in de regio blijven de deuren sluiten voor de Rohingya.

    Nachtmerrie stoppen

    Velen vragen zich af hoe een einde kan komen aan het lijden van de Rohingya. Er zijn in Myanmar zelf solidariteitsacties door mensen van andere gemeenschappen. Er waren ook acties in Bangladesh, Indonesië en elders.

    De strijd om vervolgde minderheden te verdedigen, kan niet los gezien worden van de nood aan eengemaakte strijd van alle werkenden tegen de gemeenschappelijke vijand: de bazen en de verdedigers van dit systeem. Kapitalistische politici en internationale instellingen die beweren voor gerechtigheid op te komen, doen niets of beperken zich tot krokodillentranen. Deze politici en hun systeem leiden tot oorlog en verdeeldheid. Ze zijn bang van massale revolte door de werkenden en armen.

    Socialisten zullen zich versterken in de komende sociale bewegingen. Er is nood aan een nieuwe samenleving waarin de rechten van alle minderheden erkend worden, tot en met het recht op zelfbeschikking, binnen een vrijwillige federatie van socialistische staten.

  • Hoe de Rohingya al decennia onderdrukt worden

    Protest in Brussel eerder deze maand. Foto: Liesbeth

    De beelden vanuit Myanmar schokken. Video’s met gewelddaden, nieuws, vreselijke beelden en artikels over hoe de Rohingya-bevolking in Myanmar vervolgd en vermoord wordt. Velen vluchten naar buurland Bangladesh en andere landen, maar nergens zijn ze echt welkom. Het geweld tegen de Rohingya is niet nieuw, maar het kwam nooit zo prominent aan bod. Enkele feiten over deze onderdrukte minderheid.

    Artikel door Andleeb Haider

    Lange geschiedenis van vervolging

    De onderdrukking en het gewelddadig conflict tussen het Birmese leger en de Rohingya bevolking zijn na de democratische verkiezingen van 2016 gewoon doorgegaan. De regering met Aung San Suu Kyi stelde een adviescommissie rond de deelstaat Rakhine in. Deze commissie werd geleid door voormalig VN secretaris-generaal Kofi Annan. Er werd onderzoek gedaan naar de vervolging van de Rohingya, de vluchtelingenkampen en de interne vluchtelingen na de uitbarsting van etnisch-religieus geweld in 2012. De Rohingya zijn met ongeveer 1,3 miljoen en wonen in de staat Rakhine, die ongeveer 3 miljoen inwoners telt. Er zitten ongeveer 140.000 Rohingya in vluchtelingenkampen in Myanmar zelf. De commissie stelde vast dat er sprake was van een onaanvaardbare onderdrukking en een situatie die aan apartheid doet denken.

    De onderdrukking van de Rohingya werd in de jaren 1970 opgevoerd tijdens het militaire regime van generaal Ne-Win. De Birmese dictatuur kwam in 1974 met een nieuwe grondwet voor de ‘socialistische’ republiek en legde de basis voor etnisch burgerschap. De Rohingya hadden in 1947, bij de onafhankelijkheid van Birma, burgerschapsrechten gekregen. Deze werden ingetrokken. Uiteindelijk kwamen er in 1982 vier types van burgerschap in Birma: burgers, geassocieerde burgers, genaturaliseerde burgers en buitenlanders. De Rohingya werden als buitenlanders omschreven.

    Het werd in 2015 nog erger. Na het geweld in 2012-2013 en onder druk van de Boeddhistisch nationalistische beweging 969 (een cijfer dat door deze beweging als naam wordt gebruikt), verklaarde de regering van Thein Sein dat de witte identiteitskaarten die de Rohingya hadden niet langer geldig waren. Ze werden helemaal buitenspel gezet.

    Myanmar (de door de dictatuur ingevoerde naam van Birma) kent een groot aantal etnische minderheden die strikt  ingedeeld zijn op religieuze basis en de indeling van volwaardige, geassocieerde en genaturaliseerde burgers. De Rohingya vallen daar overal buiten en vormen het enige staatloze volk van Zuidoost-Azië.

    Veel Rohingya zijn gevlucht naar onder meer Bangladesh, Pakistan, Saoedi-Arabië, Verenigde Arabische Emiraten, India, Maleisië, Thailand, Groot-Brittannië, VS en Australië.

    Historische aanwezigheid van Rohingya in Myanmar

    De historische aanwezigheid van de Arkan moslims in het huidige Myanmar gaat lang terug op de periode dat er geen staatsgrens was waardoor er vrije beweging mogelijk was tussen dit gebied en Chittagong in Bengalen.

    Politiek speelde het koninkrijk van Mrauk-u een grote rol in de geschiedenis. Dit rijk kwam tot stand in 1430 en heerste over een groot deel van het huidige Bangladesh en Birma. Het rijk werd geleid door Naramikhla Min Saw Mon, een boeddhist die ook bekend stond als Suleiman Shaof. Hij was de oprichter van de Mrauk-U dynastie in Arakan. Hij werd koning in 1404, maar werd in 1406 verdreven en leefde 24 jaar in ballingschap in Bengalen. In 1430 kwam hij terug op de troon met militaire steun van sultan Jalaluddin Muhammad Shah van Bengalen. Mrauk-u was een protectoraat van het Bengaalse sultanaat. Het maakte dat de boeddhistische koning van Arakan, de rechters en de militaire leiders allemaal islamitische titels aannamen. Er kwamen munten met Birmese karakters langs de ene kant en Perzische langs de andere kant.

    Mrauk-u was geografisch van groot belang: in de 16e en 17e eeuw waren de havens van het koninkrijk belangrijk als toegangspoort voor grote zeeschepen die naar de Bengaalse baai trokken. In 1784 werd Arakan veroverd door koning Bodawpaya uit Birma. In 1826 kwam Arakan onder Britse controle na de eerste Brits-Birmese oorlog (1824-26). Het Brits kolonialisme werd gekenmerkt door een grote toevloed van Indiërs om in Birma de administratie en de handel uit te bouwen. Hun nakomelingen vormen nog steeds de economische elite van Myanmar.

    Bij de onafhankelijkheidsstrijd en de opdeling van Brits Indië tussen India en Pakistan, was er in Arakan een groep opstandelingen onder de naam Mujahid. Deze groep wilde bij Oost-Pakistan aansluiten en afscheiden van zowel de Arakanese boeddhisten als de Birmezen. Er werd steun gezocht bij Mihammad Ali Jinnah, de oprichter van Pakistan. Jinnah besprak de kwestie met generaal Aung San uit Birma. Die beloofde dat het nieuwe Birma de moslims zou beschermen. Jinnah aanvaardde dit en kantte zich tegen afscheiding.

    In juni 1989 werd de naam van de staat Arakan bij wet veranderd in Rakhine. Dit ging samen met de officiële identificatie van de staat als boeddhistisch.

    Etno-religieuze conflicten

    Sinds de onafhankelijkheid van Birma in 1948 zijn er veel spanningen geweest tussen bevolkingsgroepen. Er kwam nooit etnisch-religieuze gelijkheid.

    De nationalisten hebben hun offensief de voorbije jaren opgevoerd, onder meer om kritiek van de gewone Boeddhisten op het falende beleid op een zijspoor te zetten. Er kwam onder meer een verbod op het dragen van een islamitische hoofddoek en het ritueel slachten van een koe tijdens het offerfeest.

    Op regionaal vlak wordt gesproken over een soort Boeddhistisch-Hindoeïstische as tegen de moslims. Het zou gaan om samenwerking tussen Ma Ba Tha uit Myanmar, de beweging Bodu Bala Sena (BBS) uit Sri Lanka en de hindoenationalistische BJP van Indisch premier Modi.

    Boeddhistische nationalisten als Ma Ba Tha of de beweging 969 slaagden er in 2015 in om het regime van president Thein Sein maatregelen te laten nemen tegen de moslims in het land. De voorbije maanden ging dit ook gepaard met meer geweld. De adviescommissie onder leiding van Kofi Annan stelde op 24 augustus voor om de beperkingen op het vrij verkeer van Rohingya in te trekken en om hen als burgers te erkennen zodat het conflict niet verder zou escaleren.

    Ashin Wirathu van de Ma Ba Tha beweging riep op tot protest tegen deze aanbevelingen. Er werd opgeroepen tot een boycot van handelszaken van moslims. De Boeddhistische extremisten gebruiken het cijfer 969 als symbool van de “drie juwelen” van Boedha, Dhamma en Sangha als kosmologisch symbool tegen de Birmese moslims die het cijfer 786 gebruikten als verwijzing naar een Koranvers dat vaak op handelszaken van moslims staat. Ashin Wirathu en anderen stellen tevens dat het cijfer 786 uitdrukking geeft aan een moslimsamenzwering om Myanmar in de 21ste eeuw te bekeren naar de islam. De cijfers 7, 8 en 6 vormen opgeteld immers 21. In Birma wordt veel belang gehecht aan cijfersymboliek: de grote volksopstand van 1988 begon op 8 augustus en staat bekend als 8888.

    Socioculturele en religieuze geschiedenis

    Myanmar is een niet-seculier Boeddhistisch land. De Theravada Boeddhisten vormen de grootste bevolkingsgroep: 89,9%. Daarna komen de christenen met 6,3% en de moslims met 2,3%. De Birmese moslims zijn vooral handelaars die het economisch goed hebben, maar weinig ontwikkeling kennen op vlak van onderwijs, wetenschap, technologie, …

    Birma is 69 jaar oud. Het land werd in januari 1948 onafhankelijk. De vrijheidsstrijder Aung San speelde daar een grote rol in, maar werd vermoord op 19 juli 1947. Zijn dochter Aung San Suu Kyi haalt nog steeds veel autoriteit uit de rol van haar vader. Generaal Aung San stond voor een integratie van alle bevolkingsgroepen in het land. Hij werd brutaal vermoord. Vandaag baseert het regime van Myanmar zich op een racistische interpretatie van het Boeddhisme vanuit de Bamar bevolking. Die bevolkingsgroep wordt samen met 135 andere afzonderlijke etnische groepen ingedeeld in 8 grote etnische categorieën in het land: Bamar, Chin, Kachin, Kayin, Kayah, Mon, Rakhine en Shanwhoare. Alle andere bevolkingsgroepen worden als buitenstaanders of illegale migranten beschouwd. Onder hen dus de Rohingya.

    De moslims in Myanmar worden in vier groepen ingedeeld: de Indische moslims die door de Britse kolonisten werden overgebracht voor de administratie. Zij wonen vooral in de koloniale hoofdstad Yangon waar op een bepaald ogenblik 56% van de bevolking van Indische afkomst was. Ze hadden de meeste fabrieken in handen en controleerden een groot deel van de handel. De Indische moslims spreken urdu en volgen de Indische religieuze tradities van de Barelwi, Deobandi en Tabligh Jamaat. Na de militaire staatsgreep van 1962 stuurde generaal Ne Win 300.000 Indische moslims terug naar India.

    De Pathi of Zerbadee zijn Birmese moslims die afkomstig zijn van gemengde huwelijken tussen Perzische en Indische moslim mannen en Birmese of andere vrouwen. Ze zien zichzelf als anders dan de bestaande moslimgroepen en staan dichter bij de Birmese etniciteit en cultuur. Ze distantiëren zich van de Indische moslims die sterk beïnvloed zijn door de theologische scholen van de Barelwi en Deoband. De Zerbadee moslims zijn een minderheid binnen een minderheid. Ze worden evenmin aanvaard door de Birmese boeddhisten met wie ze dezelfde culturele identiteit delen, maar niet dezelfde godsdienst.

    De Panthay of Hui moslims zijn van Chinese afkomst en vooral actief in zaken en handel. Ze komen vooruit uit de Zuidwestelijke Chinese provincie Yunnan waar ze vertrokken in de 13e eeuw of na de vervolging vanaf 1949. Ze wonen vooral rond de noordelijke stad Mandalay.

    De Rohingya tenslotte zijn met meer dan 1 miljoen en wonen in de staat Rakhine, het vroegere Arakan. Ze worden door het regime gezien als illegale Bengaalse migranten uit Bangladesh en worden neerbuigend bestempeld als ‘Kalla’, mensen met een donkere huidskleur. De Rohingya hebben een lange geschiedenis in Arakan, maar nu is hun voortbestaan bedreigd.

    Tal van historische elementen bevestigen de lange aanwezigheid van moslims in Myanmar. De laatste Mughal koning, Bahdur Shah, werd door de Britten naar Rangaan verbannen na de Indische opstand van 1857. Zijn mausoleum is nu een Soefistisch schrijn. U Razak (1898-1947) was een prominente seculiere politicus van Tamil-afkomst die opriep tot eenheid van moslims en boeddhisten. Hij onderzocht het boeddhisme en stichtte een hogeschool in Mandalay die nu de universiteit van die stad is. Hij was minister van onderwijs en nationale planning in de interimregering van Aung San vlak voor de onafhankelijkheid. Hij was ook voorzitter van het Birmese Moslimcongres. U Razak werd samen met Aung San vermoord op 19 juli 1947.

    Geweld tussen boeddhisten en moslims

    In 1988 vormden de Rohingya Solidarity Organisation (RSO) en Arkan Rohingya Islamic Front samen het Arakan Rohingya Nationaal Leger. Dit was een gewapende groep. Momenteel is er nog steeds een verzetsgroep: het Arkan Rohingya Bevrijdingsleger.

    Behalve het leger van Myanmar wordt er ook gestreden door verschillende boeddhistische nationalistische groepen uit de staat Rakhine: Arakan Nationale Partij, Arakan Bevrijdingsleger, …

    Naast de kwestie van de Rohingya was er de voorbije periode ook een groei van de niet-gewelddadige extremistische nationalistische beweging van boeddhistische monniken.

    Wat te doen?

    Het lot van de Rohingya is vreselijk. Er moet een oplossing komen voor de honderdduizenden vluchtelingen. Zij moeten een menswaardige opvang krijgen. Daarnaast moet de strijd voor de erkenning van alle nationale minderheden in Myanmar gevoerd worden. Het regime krijgt op internationaal vlak enkel kritiek in woorden, alle grootmachten hopen graantjes mee te pikken van de opening van de economie in Myanmar en van de mogelijke toegang tot de natuurlijke rijkdommen in het land. Protest tegen de vervolging van de Rohingya moeten we niet van die grootmachten verwachten, we zullen zelf de druk moeten opvoeren met ons protest.

    In het Westen werd Aung San Suu Kyi op handen gedragen door het establishment. Ze kreeg de Nobelprijs en tal van andere onderscheidingen. Westerse leiders stonden in de rij om haar te ontmoeten. Kris Peeters bezocht haar in Myanmar, de VUB gaf haar een eredoctoraat. Misschien wordt het tijd dat de VUB dit eredoctoraat intrekt?

    We eisen een einde aan het repressieve asielbeleid dat vluchtelingen als verdacht en crimineel bestempelt, terwijl er niets wordt gedaan aan de redenen waarom mensen vluchten. We eisen het einde van een uitwijzingsbeleid waarbij in de VS nu ook kinderen kunnen uitgewezen worden of waarbij vanuit België mensen teruggestuurd worden naar gevaarlijke gebieden.

    Neen aan de genocide tegen de Rohingya! Internationale solidariteit voor een wereld zonder armoede, oorlog en vervolging!

  • Protestactie voor Europees Parlement: ‘Stop de genocide in Birma’

    Als onderdeel van een breder platform organiseerde ‘Justice Sans Frontières’ zaterdagmiddag een protestactie om aandacht te vragen voor het aanhoudende geweld tegen de Rohingya-minderheid in Birma (Myanmar). Honderdduizenden Rohingya – dit weekend hadden de media het over 270.000 of bijna één op vier van de totale bevolking – zijn op de vlucht voor de systematische vervolging door Boeddhistische extremisten in Birma. Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi zit momenteel in de regering. Haar medeplichtig zwijgen is overgegaan in actieve ondersteuning van genocide.

    Verslag en foto’s door Liesbeth

    Op het Luxemburgplein waren er een duizendtal betogers. Die klaagden de stilzwijgende houding van Europa en de internationale gemeenschap aan. De demonstranten stelden dat deze instellingen niets doen aan de situatie van de Rohingya. Ze riepen slogans als “Europe: où es-tu?, Europe: que fais-tu?”

    De Rohingya moslimbevolking wordt al decennialang vervolgd door Boeddhistische fundamentalisten en door het leger. De Rohingya wonen vooral in de deelstaat Rakhine (Arakan) en maken met 1,1 miljoen mensen 4% uit van de 55 miljoen inwoners van Birma. Er waren al tienduizenden Rohingya gevlucht in de jaren 1990. In de eerste vrije verkiezingen van 2012 werden de Rohingya er door de Boeddhistische partijen van beschuldigd de oorzaak van alle sociale problemen en de financiële crisis te zijn. De polarisatie leidde tot een nieuwe opleving van het geweld tegen de Rohingya.

    Rakhine ligt in het westen van Myanmar, vlakbij Bangladesh. De Rohingya zijn verwant met de moslims in Bangladesh. Bij de onafhankelijkheid van Birma in 1948 vielen er al duizenden doden. Er was een opstand van de Rohingya om niet bij Birma maar bij Oost-Pakistan (nu Bangladesh) gevoegd te worden. Bij de onafhankelijkheidsoorlog in Bangladesh in 1971 vluchtten heel wat Bengalen naar Rakhine.

    De Boeddhistische meerderheid in Birma weigert de Rohinya te erkennen. Het regime stelt dat het om gevluchte Bengali gaat, om illegale vluchtelingen. Het zijn tweederangsburgers die geen identiteitspapieren hebben, niet vrij kunnen reizen, geen gezondheidszorg genieten en niet meer dan twee kinderen mogen hebben. Ze worden te pas en te onpas uit hun huizen gezet en hebben geen recht op hun cultuur, hun land en oogsten. Op deze manier belanden ze steeds dieper in armoede en ontbering. Mensen die Rohingya willen helpen, worden ook bestraft.

    Momenteel is er een escalatie van het geweld. Mondjesmaat bereiken verhalen en beelden van verkrachting, marteling, platbranden van dorpen, moskeeën en ga maar door de Westerse wereld. De Birmese regering ontkent dat er sprake is van genocide en weigert journalisten toe te laten. De VN heeft het over etnische zuiveringen en ‘misdaden tegen de mensheid.’ Aung San Suu Kyi bleef jarenlang zwijgen over het geweld en zoekt Europese steun voor de ‘democratisering’ van het land. Het medeplichtig zwijgen blijkt nu onderdeel te zijn van een even racistische opstelling tegen de Rohingya als de rest van het machthebbers in Birma. Ze stelt dat het niet om burgers van Myanmar gaat en stapt mee in het verhaal dat er sprake is van illegale migranten.

    De voorbije weken zijn er honderden doden gevallen bij geweld door het leger. Zo werd een dorp omsingeld en 130 mensen werden hierbij doodgeschoten. Mensen worden letterlijk het land uitgedreven. Wie naar Bangladesh kan vluchten, komt daar in vluchtelingenkampen terecht. Tussen Birma en Bangladesh ligt de rivier Naf. Grenspatrouilles houden vluchtelingen tegen of sturen ze terug. Het leger jaagt bootjes met vluchtelingen weg. Sommigen proberen zwemmend de overkant te bereiken, maar velen verdrinken. Lijken, ook van vrouwen en kinderen spoelen aan. Zo ontstond de ‘nieuwe Ayran’ van Myanmar.

    Zowat 20.000 vluchtelingen zitten vast in het stukje niemandsland tussen de rivier die Myanmar van Bangladesh scheidt en de officiële grens tussen beide landen vormt. Ze zitten er zonder eten en drinken. Het Birmese leger heeft mijnen gelegd aan de grens. In de kampen in Bangladesh is het al niet veel beter: er is te weinig voedsel en water. Het aantal vluchtelingen is op enkele weken opgelopen tot 270.000. Er kwamen al honderden mensen om door ondervoeding, malaria en diarree. Vanuit India worden Rohingya teruggestuurd. In Thailand worden ze opgepakt en gebruikt als slaven of doorverkocht aan Maleisiërs die hen gebruiken als slaven in de landbouw. De VN heeft het over de ‘meest onderdrukte bevolkingsgroep ter wereld.’

    Human Rights Watch toonde aan dat dorpen systematisch in brand gestoken worden. De overheid ontkent en zegt dat de dorpelingen het zelf deden of dat het om geweld door een separatistische rebellenbeweging ging. Het geweld is systematisch en gericht op het volledig uitschakelen van een bevolkingsgroep. Met bijna één op vier Rohingya die het land op enkele weken tijd ontvlucht is, wordt de genocide gecombineerd met een vreselijke humanitaire ramp.

    Tegenover deze ramp is solidariteit nodig. We moeten dit bekendmaken en de slachtoffers steunen. We eisen het onmiddellijke einde van het geweld, verdedigen het recht op zelfbeschikking van de Rohingya en alle andere bevolkingsgroepen in Birma, we eisen menswaardige opvang van alle vluchtelingen. We mogen hier niet over zwijgen: neen aan de genocide tegen de Rohingya! Internationale solidariteit voor een wereld zonder armoede, oorlog en vervolging!

    Protest tegen vervolging Rohinya // Foto's door Liesbeth

  • Birma: groeiende ontgoocheling in Aung San Suu Kyi

    Vincent Kolo (Chinaworker.info) sprak met de Birmese student Ye Naing

    In november 2015 haalde de pro-democratische NLD (Nationale Liga voor Democratie) een overweldigende meerderheid in de nationale verkiezingen in Birma (Myanmar). De NLD wordt geleid door Aung San Suu Kyi, Nobelprijswinnaar en dochter van de legendarische vrijheidsstrijder. De partij haalde bijna 80% van de zetels die verkozen worden. De vroegere militaire dictatuur legde een systeem op waarin de NLD verplicht wordt om met het leger samen te regeren. De generaals houden de controle over belangrijke onderdelen zoals leger en politie, de regeringsbureaucratie en de natuurlijke grondstoffen van het land.

    We vroegen Ye Naing wat er veranderde sinds de verkiezingsoverwinning van de NLD. “Er is weinig veranderd, wat ironisch is. De verkiezingsslogan van de NLD was immers ‘Tijd voor verandering.’ Veel mensen zeggen dat we hen nog wat tijd moeten geven, dat het te vroeg is om te oordelen.”

    De ontgoocheling is wel sterk onder activisten die voor democratie opkomen, onder jongeren en onder etnische minderheden. Bij tussentijdse verkiezingen in april om enkele vrijgekomen zetels in te vullen in het parlement was er een afname van de steun voor de NLD in de regio’s waar minderheden wonen. De partij haalde nog 47% terwijl dit in de parlementsverkiezingen van 2015 60% was.

    Ye zegt dat hij voor de NLD stemde, maar niet verwachtte dat deze partij revolutionaire verandering zou brengen of strijd zou voeren tegen het Birmees-Boeddhistisch nationalisme en organisaties als de Patriottische Associatie van Birma (PAB), een chauvinistische kracht geleid door Boeddhistische monniken. Hij stemde voor de NLD in de hoop dat er minstens vrije meningsuiting en vrijheid van religie zou komen, met autonomie en decentralisatie in de regio’s met etnische minderheden die gebukt gaan onder de gevolgen van een jarenlange burgeroorlog tegen het Birmese leger.

    “Ik hoopte dat de NLD de zwakken en kwetsbaren zou beschermen, de armen zoals de werkenden die tot 13 uur per dag moeten werken, de landbouwers van wie de grond afgepakt werd door het leger of de interne vluchtelingen uit de deelstaten Shan, Kachin, …”

    Deze hoop is niet ingelost, zegt Ye. Iedereen, zelfs de meeste NLD-aanhangers, waren verrast door de omvang van de overwinning in 2015. De USDP (Eenheid, Solidariteit en Ontwikkelingspartij) die in 2010 was opgezet door de voormalige militaire dictatuur, speelde voor de verkiezingen de kaart van het racisme.

    “Gesteund door de USDP trokken Boeddhistische monniken langs plattelandsgebieden van het land waar ze dreigden dat een NLD-overwinning het land zou omvormen tot een ‘Kalar land’ [Kalar is een verwijt dat doorgaans gebruikt wordt voor donkergekleurde Indiërs, maar ook voor moslims.].” Deze campagne botste op de populariteit van Aung San Suu Kyi. Er was een breed verspreide verkiezingsfraude door het leger, maar het hielp niet om de NLD van een overwinning te houden.

    Nu groeit de frustratie over het feit dat de NLD, ondanks die grote meerderheid, als onderdeel van de nieuwe regering de oude repressieve wetten en methoden behoudt. “De NLD heeft een grote meerderheid in het parlement en kan dus wetten afschaffen of aanpassen. Maar de parlementsleden van de NLD weigerden bijvoorbeeld om het beruchte artikel 66(d) van de wet inzake telecommunicatie te schrappen, een artikel dat lijkt om de wetten die door het militaire bewind gebruikt werden om opposanten gevangen te nemen. NLD-politici gebruiken nu artikel 66(d) om mensen die bijvoorbeeld op Facebook uithalen naar Aung San Suu Kyi of andere partijleiders te vervolgen. Dit toont dat de partij niet voor vrije meningsuiting staat, terwijl dat toch een centraal element van democratie is.”

    Wat is er sinds de verkiezingen veranderd in het leven van de massa’s? Birma is één van de armste landen van Azië: het gemiddeld inkomen ligt er lager dan in Noord-Korea. Kinderarbeid is schering en inslag, veel kinderen werken voor Chinese en Koreaanse textielbedrijven. Slechts de helft van de kinderen loopt school tot op het einde van het lager onderwijs.

    “De school zou gratis moeten zijn, maar dat is niet zo. Schooluniformen, onze traditionele longyi, een dagelijkse lunchbox en de boeken kosten veel geld. Heel wat van de armste leerlingen haken af omdat ze geen geld hebben.”

    De werkenden moeten overleven met erg lage lonen en lange werkdagen. De vakbonden zijn nog erg zwak of bestaan zelfs niet in de meeste fabrieken. Birma is een ideale prooi voor grote multinationals als H&M en Gap. In 2015, nog voor de overwinning van de NLD, werd een nieuw minimum dagloon van 3.600 Kyat (ongeveer 2,5 euro) ingevoerd. Maar een onderzoek door NGO’s toonde vorig jaar aan dat 61% van de werkenden klagen over de ‘negatieve gevolgen’ van het minimumloon dat gebruikt wordt om hardere arbeidsvoorwaarden op te leggen en om diegenen die geen zes dagen per week werken te straffen.

    “De meeste fabrieken trekken zich niets aan van die minimumlonen. Er is weinig toezicht op de naleving van de arbeidswetten. Fabriekseigenaars dreigen de deuren te sluiten en naar andere landen te trekken. Zelfs in de publieke sector wordt de wet niet gevolgd: er wordt geen overloon voor overuren betaald en het recht op vakantie of weekends wordt niet nagekomen. Als de regering zich niets van de wet aantrekt, waarom zouden private bedrijven het dan doen?”

    Een maand nadat de NLD-regering gevormd werd, onderdrukte de politie een staking in een houtfabriek in een voorstad van de hoofdstad Naypyidaw. De arbeiders protesteerden tegen een massale afdankingsgolf die volgde op de vraag van de arbeiders om betaald te worden voor overuren. De politie ging over tot massale arrestaties en beschuldigde de arbeiders ervan dat ze “onwettelijk bijeenkwamen en rel schopten.” De politie baseerde zich daartoe op de wetten die onveranderd zijn sinds de dagen van het oude regime.

    “De politie valt onder het door het leger gecontroleerde ministerie van Binnenlandse Zaken. Maar de NLD zweeg hierover in plaats zich uit te spreken voor de arbeiders. De NLD toonde eenzelfde nalatige houding toen er een confrontatie was tussen landbouwers en de politie.”

    De regering kondigde recent aan dat de nieuwjaarsvakantie (in april) van tien tot vijf dagen teruggebracht wordt. In deze vakantie trekken de meeste arbeiders, doorgaans migranten uit andere delen van het land, naar hun verafgelegen dorpen. “Nu wordt zelfs dit hen afgepakt,” zegt Ye.

    Hij denkt dat de NLD-regering een samenwerking en compromis zoekt met de USDP en het leger, waarbij er overeenstemming tussen hen is rond het economisch beleid en rond de kwestie van de etnische minderheden in het land.

    “Aung San Suu Kyi lijkt wel erg positief te staan tegenover de generaals. Ze had bijeenkomsten met maffiosi kapitalisten die superrijk worden door het land van de boeren af te nemen, kapitalisten die bijna gratis regeringsgebouwen en publieke grond krijgen en de markt monopoliseren. Ze zei aan deze kapitalisten dat ze verzoening met hen wil omdat ze ook burgers van Birma zijn.”

    Er is duidelijk een probleem met de interne structuren van de NLD zelf. Voor een pro-democratiepartij is ze zelf niet zo democratisch. “De NLD werd door voormalige leden bekritiseerd wegens te autoritair met een machtsconcentratie bij een handvol mensen. Toen de partij vervolgd werd onder de militaire dictatuur, werd deze kritiek opgeborgen en was er een begrip dat het niet gemakkelijk was voor de partij om die politieke omstandigheden te overleven.”

    “Maar de autoritaire interne methoden van de NLD bleken ook in de verkiezingsperiode. Er waren bijvoorbeeld geen moslimkandidaten voor het parlement. Het hoofdkwartier van de partij schoof bewust alle potentiële moslimkandidaten aan de kant. Vervolgens werd geopteerd voor die kandidaten die volledige trouw toonden aan Aung San Suu Kyi en de partijleiding. Wie het niet eens was met Aung San Suu Kyi kon hierdoor niet opkomen.”

    De nationale kwestie in Birma is een kruitvat. Etnische Bamaren zijn goed voor 57% van de bevolking. Etnische minderheden stemden voor Aung San Suu Kyi in de hoop dat dit tot meer lokale autonomie zou leiden en een meer federaal systeem dat tot stand zou komen in de onderhandelingen over het einde van de langdurige burgeroorlog in het land.

    Op 10 juli 2015 betoogden een 100-tal mensen in Antwerpen tegen de vervolging van Rohingya in Birma.

    “Minderheden zoals de Rohingys, moslims en andere groepen voelen zich verraden. Aung San Suu Kyi verwijt beide kanten – het leger en de etnische gewapende krachten – verantwoordelijkheid voor de burgeroorlog. Maar het is het voormalige militaire regime dat de belangrijkste verantwoordelijkheid draagt. Het leger plunderde de grondstoffen in de staten waar de etnische minderheden leven, zonder dat ze hiervoor gecompenseerd werden.”

    “Aung San Suu Kyi behoudt het status quo en neemt het niet op voor de rechten van minderheden. Toen ze aan de macht kwam, keken de Rohingya, moslims en Kachins hoopvol naar haar. Maar ze toonde geen enkele blijk van sympathie voor de minderheden. Zo bezocht ze vluchtelingenkampen en vertelde ze daar dat er maar twee opties waren: het vredesproces vervoegen of in de kampen blijven.”

    Op die manier wilde de NLD druk zetten op verschillende etnische gewapende groepen om een vredesakkoord te aanvaarden dat niet aan hun eisen tegemoet komt. “Ze vroeg de oorlogsslachtoffers om voor vrede te kiezen alsof zij de oorlog voeren,” zegt Ye.

    Het lot van de Rohingya kreeg wereldwijd aandacht en besmeurt de reputatie van Aung San Suu Kyi. De Rohingya werden door de VN omschreven als de “meest vervolgde minderheid ter wereld.”

    “Rohingya zijn de inheemse moslimbevolking van de deelstaat Rakhine. Ze worden door de regering en de meerderheid van de bevolking gezien als illegale migranten uit Bangladesh. Er is een geschiedenis van spanningen russen de Boeddhisten in Rakhine en de Rohingya.”

    De acties van het door Boeddhisten gecontroleerde leger komen neer op een etnische zuivering tegen de Rohingya. Ze worden uit hun huizen verdreven – een probleem dat nog erger werd onder de NLD-regering. Aung San Suu Kyi schokte heel wat van haar liberale volgers in de rest van de wereld toen ze recent verklaarde dat rapporten over hoe verkrachtingen als terreurwapen door het leger en door chauvinistische Boeddhisten werden ingezet, gewoon niet waar zijn.

    “Er zijn verslagen over Rohingya vrouwen die slachtoffer werden van groepsverkrachtingen door de veiligheidsdiensten. Zij zijn niet de enigen: het Birmese leger heeft ook in de burgeroorlog verkrachtingen gebruikt als wapen. Het is dan ook revolterend om op de officiële Facebookpagina van Aung San Suu Kyi te lezen dat deze incidenten als ‘fake’ afgedaan worden.”

    “Voor de verkiezingen werd er in de media al op gewezen dat ze zweeg over de Rohingya. We dachten dat dit een tactische stilte was om een gevoelig thema te vermijden en dat ze nadien rechten zou geven aan de Rohingya, onder meer het recht op burgerschap. Maar nu wordt het duidelijk dat Aung San Suu Kyi niet geïnteresseerd is in het lot van de Rohingya en hen wil laten rotten in de concentratiekampen of verdrinken op zee.”

     

    Onze mening: geen vrijheid op kapitalistische basis

    Door Dikang, Chinaworker.info

    De overwinning van de NLD in 2015 en de schijnbare nederlaag van het brutale militaire regime werden wereldwijd verwelkomd. De dictatuur had massabewegingen tegen zich neergeslagen: eerst in 1988 en nadien opnieuw in 2007.

    Westerse regeringen en internationale instanties zoals de VN en ASEAN gebruiken Birma als een model voor de ‘hervorming’ van autoritaire staten. De generaals deden een stap opzij en richten zich vooral op hun grote zakelijke belangen, maar ondertussen blijft de macht van het leger wel bijzonder groot. Zoals uit bovenstaand interview blijkt, proberen de NLD-leiders het op een akkoord te gooien met die militaire macht in plaats van het te bestrijden.

    “We garanderen dat de militaire bedrijven hun activiteiten kunnen verderzetten,” verklaarde de verantwoordelijke van het economisch comité van de NLD, Han Tha Myint, in december 2015 aan de Wall Street Journal. “We moeten de huidige bureaucratie niet volledig overhoop halen,” voegde hij eraan toe.

    Dit wijst eens te meer op het centrale probleem in de strijd voor democratie – en dit geldt voor alle “opkomende economieën” – met name dat democratie niet mogelijk is in het kader van het zieke kapitalisme en imperialisme. De enige kracht die een autoritair regime kan omverwerpen en het vervangen door een oprecht democratische regeringsvorm, is de arbeidersklasse ondersteund door andere lagen van armen en onderdrukten. Dat is een belangrijke les uit de Russische Revolutie van 100 jaar geleden.

    Het programma van Aung San Suu Kyi omarmt het kapitalisme, de globalisering en de economische voorschriften van het IMF en de Wereldbank. Dit beleid doorvoeren waarbij de rijksten rijker worden en de armen armer, betekent dat beroep gedaan wordt op repressieve maatregelen en een staatsmachine onder controle van de elite om de meerderheid van de bevolking in de pas te doen lopen. De strijd voor echte democratie moet deze weg verwerpen, zoniet dreigen mislukkingen en zelfs een terugkeer naar dictatoriale regimes. De weg vooruit bestaat uit de opbouw van een arbeidersalternatief – een massale socialistische partij onder democratische controle van de leden – om het kapitalisme omver te werpen.

  • Verandering in Birma?

    Betoging in Antwerpen in juli 2015.
    Betoging in Antwerpen in juli 2015. Foto: Liesbeth
    De Nationale Liga voor de Democratie (NLD), de partij van Aung San Suu Kyi, heeft de verkiezingen in Myanmar gewonnen. Tegenstanders van de dictatuur in dat land blijven de oude naam van het land gebruiken en dus hebben wij het ook over Birma. Het is opmerkelijk dat de overwinning van de Nobelprijswinnares zoveel aandacht in de westerse media oplevert. Komt er dan echt verandering voor de jarenlang door een vreselijke dictatuur onderdrukte bevolking? Wij vrezen van niet en leggen uit waarom.

    Geert Cool

    Afgelopen zomer betoogden we in Antwerpen met een 100-tal mensen van diverse afkomst in een betoging tegen de vervolging en genocide tegen de Rohingya. Dat is een minderheid in het westen van Birma die al jarenlang vervolgd en uitgemoord wordt. Het geweld leidde tot een enorme vluchtelingencrisis en tientallen doden. In de hele regio was er protest tegen deze genocide en ook in Antwerpen kwamen mensen, voornamelijk van Aziatische afkomst, op straat. Wat deed Aung San Suu Kyi ondertussen? Het parlementslid – verkozen bij gedeeltelijke tussentijdse verkiezingen in 2012 – trok met de regering op handelsmissie naar China. Over mensenrechten werd er niet gesproken, over de vervolging van minderheden evenmin. Het stilzwijgen van Aung San Suu Kyi over het lot van de Rohingya en andere minderheden is veelzeggend.

    De vorige algemene parlementsverkiezingen in Birma vonden in 1990 plaats. Dat was niet toevallig na een massale opstandige beweging in 1988. Vanuit die beweging ontstond de NLD en Aung San Suu Kyi werd als toevallig aanwezige dochter van een populaire verzetsleider tijdens de Tweede Wereldoorlog het symbolische hoofd van deze beweging. De opstand van 1988 bedreigde het militaire bewind dat zich genoodzaakt zag om tijd te winnen en dit deed met de belofte van verkiezingen. In 1990 zou een machtsovername door de NLD de beweging van onderuit niet gestopt hebben, maar zou dit net geleid hebben tot meer druk om ook tot fundamentele verandering te komen. Niet alleen de dictators waren bedreigd, het volledige systeem lag onder vuur. De tussentijdse verkiezingen van 2012 kwamen ook na een beweging, de stakingsgolf van 2010 en de beweging van monniken in 2007. Er werden een beperkt aantal zetels in het parlement verkozen, waarbij ook Aung San Suu Kyi verkozen werd. Meteen was echter duidelijk dat dit geen enkel gevaar voor het regime vormde. De NLD was bereid tot verregaande compromissen en nam vrede met de beperkte democratische toegevingen om dienst te doen als ‘democratisch vijgenblad’ dat voor de volledige politieke wereldelite volstond om de economische banden met Birma te herzien. Ongetwijfeld heeft die ervaring vertrouwen gegeven aan de dictators van Birma om naar een volledige machtsdeling te gaan. De vlotte toegang van Aung San Suu Kyi tot westerse leiders maar ook tot de Chinese dictatuur bieden mogelijkheden om de economie op te krikken. Dat het land rijk is aan natuurlijke grondstoffen is er niet vreemd aan.

    We vrezen dus dat er niet veel zal veranderen na deze verkiezingen, ook al juichen we elke stap naar meer democratie toe aangezien dit ook voor de arbeidersbeweging kansen biedt om zich te organiseren. Verandering zal er niet komen door een ‘dialoog’ met de militaire junta, er zal massastrijd tegen onderdrukking en uitbuiting nodig zijn. De massa’s in Birma kunnen geen vertrouwen stellen in de kapitalistische leiders van het Westen of in de VN. De werkenden en arme boeren hebben zelf de kracht om verandering af te dwingen, dat werd duidelijk gemaakt in de revolutie van 1988. Die massabeweging werkte verenigend over etnische en religieuze grenzen heen. Het ontbrak enkel aan een duidelijke strategie van een leiding die zich bewust was van de taken die nodig zijn om een ander systeem te vestigen.

    Een massabeweging gewapend met een socialistisch programma moet opkomen voor het recht op zelfbeschikking voor alle etnische groepen, massastrijd tegen het militaire regime, een democratisch geplande economie onder controle en beheer van de werkenden en arme boeren, productie naar behoefte van de bevolking in plaats van de winsten van de rijken, een democratisch socialistische vrijwillige federatie in Birma als onderdeel van een democratisch socialistisch Zuid-Azië.

    Lees ook:

  • 20 jaar na het drama van Srebrenica

    srebrenicaGisteren betoogden we in Antwerpen tegen het bloedbad in Birma. Daar worden duizenden Rohingya vermoord en verdreven door de dictatuur. Dit gebeurt ver van ons bed, maar zulke bloedbaden gebeuren ook dichter bij huis. Toevallig vond de solidariteitsbetoging rond het bloedbad in Birma plaats op de 20ste verjaardag van het bloedbad tegen moslims in Srebenica in Bosnië. Daar werden op 11 juli 1995 tot 8.000 mensen het slachtoffer van een genocide, de grootste massamoord in Europa na de Tweede Wereldoorlog. De aanwezigheid van het Nederlandse leger als onderdeel van een vredesmacht kon het geweld niet vermijden.

    Door Liesbeth (Antwerpen)

    De Bosnische burgeroorlog duurde van 1992 tot 1995. In Bosnië-Herzegovina leefden verschillende etnische bevolkingsgroepen zoals Bosniakken (moslims), Bosnische Kroaten en Bosnische Serviërs. Een meerderheid van moslims en Kroaten was voor onafhankelijkheid van Bosnië-Herzegovina, een meerderheid van Serviërs was tegen. Die laatsten eisten een eigen deel van het grondgebied op. Lokale milities en legers gingen de confrontatie met elkaar aan in een bloedig conflict bij de opdeling van voormalig Joegoslavië.

    De val van Srebrenica op 11 juli 1995 was een belangrijk ogenblik in de oorlog. De stad was door de VN erkend als “veilige enclave” voor moslims in een door Bosnische Serviërs gedomineerd gebied. Een internationale vredesmacht moest voor de veiligheid zorgen. Onder bevel van generaal Ratko Mladi? trokken Servische troepen op 11 juli 1995 de stad binnen en werd een bloedbad aangericht.

    Het exacte aantal doden is niet bekend, de cijfers lopen uiteen van ongeveer 7.000 tot meer dan 8.300. Naast de dodelijke slachtoffers zijn er ook de vrouwen en kinderen die achterbleven. Het leidde tot de oprichting van de “Moeders van Srebrenica”, een belangengroep van slachtoffers.

    Het bloedbad werd door de VN-Veiligheidsraad niet als genocide erkend, Rusland stelde zijn veto. Achteraf bepaalde een vredesakkoord dat de vluchtelingen mochten terugkeer, maar dit bleef steeds gevoelig liggen. In 2010 waren er volgens de UNHCR nog steeds 115.000 intern ontheemden door de oorlog in Bosnië. Die vluchtelingen hebben het moeilijk om in hun levensonderhoud te voorzien, ze vinden moeilijk werk. Er leven ongeveer 7.500 vluchtelingen in collectieve centra, onder meer mensen met fysieke en mentale problemen, chronische zieken of bejaarden zonder inkomen of steun van familie. Bosnië is nog altijd het armste land van Europa.

    Er zijn parallellen met wat vandaag gebeurt in Birma of in Syrië zijn. In de strijd voor regionale en internationale invloed maar ook voor toegang tot grondstoffen vallen er duizenden onschuldige slachtoffers. Minderheden worden aangepakt als onderdeel van machtsstrijd, sectaire verdeeldheid groeit op basis van sociale tekorten en ellende. Diegenen die wegvluchten voor geweld en vervolging komen in gevaarlijke en onmenswaardige situaties terecht.

    Het huidige systeem kan een groot deel van de bevolking geen menswaardige toekomst aanbieden, het zorgt steeds opnieuw voor geweld en ellende. Sectaire verdeeldheid of racisme kunnen we overkomen door samen te strijden voor verandering waarbij we breken met het kapitalisme. Dat is ook nodig om te vermijden dat mensen tot zo’n wanhoop gedreven worden dat ze hun leven riskeren in de hoop elders toch iets van toekomst te hebben.

  • Antwerpse solidariteitsbetoging met slachtoffers bloedbad in Birma

    Foto: Liesbeth
    Foto: Liesbeth

    Niet alleen op de Middellandse Zee is er een vluchtelingencrisis, ook in de Golf van Bengalen proberen tienduizenden wanhopig met bootjes een betere toekomst tegemoet te varen. 100.000 Rohingya (moslimminderheid in Birma) zijn op de vlucht, 140.000 anderen zitten in kampen waar ze het slachtoffer van geweld zijn.

    De dictatuur van Birma heeft het land hernoemd tot Myanmar en wekt de schijn van democratische hervormingen, maar voert een bloedig offensief tegen zowel de Rohingya als de Chinese minderheid in het land. Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi blijft hierover zwijgen. Waar de hele wereld, met onder meer Kris Peeters uit ons land, in 2012 naar Birma trok om de banden aan te halen en toegang te krijgen tot de vele grondstoffen van het land, zwijgt het establishment nu in alle talen.

    Op de Antwerpse protestactie deze namiddag stelde woordvoerder Geert Cool: “Wij nemen dit niet en organiseren een lokale solidariteitsbetoging in Antwerpen met activisten van Kashmiri, Tamil, Koerdische en andere afkomsten samen met de Linkse Socialistische Partij. Tegenover de internationale gemeenschap van het establishment die medeplichtig zwijgt om de neokoloniale plundering van grondstoffen mogelijk te maken, plaatsen wij de internationale gemeenschap van onderuit, van alle onderdrukten en gewone werkenden.”

    De neokoloniale plunderpolitiek waarbij olie, gas, hout en edelstenen winsten opleveren voor grote bedrijven zorgt voor armoede in Birma. In Rakhine, de provincie waar de Rohingya wonen, bedraagt de armoedegraad 78%. De enorme ellende versterkt etnische en religieuze spanningen die verder in de hand gewerkt worden door het regime dat in aanloop naar verkiezingen in november sociale eisen wil ondersneeuwen onder etnische en religieuze tegenstellingen. Met de actie werd opgeroepen tot massaal verzet tegen de dictatuur in Birma en tot solidariteit hier met de slachtoffers van die dictatuur. Massastrijd van onderuit kan verenigend werken en het democratisch recht op zelfbeschikking van alle minderheden bekomen indien dit gekoppeld wordt aan fundamentele verandering op sociaal vlak. Daarmee kan aangesloten worden bij de revolutie van 1988 en de grote protestbeweging van 2007.

    De betoging begon op het Sint-Jansplein in aanwezigheid van een kleine honderd betogers, met onder meer een grote delegatie Kasjmiri en Pakistanen naast Tamils, Koerden en andere activisten. De gezamenlijke actie was opmerkelijk, de roep naar gezamenlijke solidariteit weerklonk luid. De betogers riepen slogans als “Tegen haat en terreur, plaatsen wij solidariteit”, “Unite and fight to stop genocide”, “Geweld in Birma? Neen! Racisme? Neen! Repressie? Neen! Wij vechten voor iets beter”, “What do we want? Justice! When do we want it? Now”. Op het De Coninckplein volgden toespraken in het Urdu (door Mohammad Ishaq Khan en een iman van Pakistaanse afkomst), het Engels (door Niranjan van Tamil afkomst en een activist van Afghaanse afkomst) en het Nederlands (Orhan van Koerdische afkomst en Geert namens LSP). Het was een succesvolle actie, de eerste Belgische actie om het bloedbad in Birma en de bijhorende vluchtelingencrisis aan te klagen.

    Foto’s door Liesbeth:
    Betoging tegen bloedbad in Birma // Foto's door Liesbeth

    Foto’s door Karin:
    Betoging tegen bloedbad in Birma // foto's door Karin

  • Protest tegen bloedbad in Birma: 10 juli in Antwerpen

    affichebirmaDe situatie in Birma is hier amper bekend, maar beroert de gemoederen onder migranten van Aziatische afkomst in ons land. LSP heeft al langer een werking in deze gemeenschap in Antwerpen en besloot om samen met activisten van diverse origines een protestactie te houden om onze solidariteit met de slachtoffers van het bloedbad en de vluchtelingencrisis te betuigen. We schreven eerder op socialisme.be over het bloedbad en de vluchtelingencrisis in Birma, zie dit artikel.

    Tienduizenden mensen van de Rohingya-minderheid in het noordwesten van Birma zitten in vluchtelingenkampen, worden gemarteld of tot dwangarbeid veroordeeld. Tienduizenden trokken reeds naar buurland Bangladesh, maar ook daar zitten de kampen vol en neemt het geweld toe. Uit wanhoop wordt geprobeerd om over zee weg te geraken, wat tot vele duizenden doden leidt. De afgelopen drie jaar waren er 100.000 bootvluchtelingen of 10% van wat nog overblijft van de Birmese Rohingya. Fundamentalistische groepen zoals de Taliban zien hun kans om ingang te vinden onder de Rohingya, een moslimbevolking in het overwegende boedhistische Birma. Als de werkende bevolking het internationaal niet opneemt voor de Rohingya staan reactionaire krachten klaar om onze plaats in te nemen en de ellende voor de meerderheid van de bevolking enkel groter te maken.

    In 2012 en 2013 trok toenmalig Vlaams minister-president Kris Peeters twee keer naar Birma, omgedoopt tot Myanmar door de dictatuur daar. In 2013 werden vijf samenwerkingsakkoorden met Vlaamse bedrijven gesloten en in maart 2013 werd een antenne van Flanders Investment & Trade in Birma geopend. In 2013 verklaarde het kabinet van Peeters: “Myanmar kent grote uitdagingen op korte en lange termijn. Vlaanderen wil de banden met de bevolking van Myanmar aanhalen en versterken.” Blijkbaar geldt dat niet voor de minderheden die vervolgd worden, want daarover zwijgen de autoriteiten in ons land in alle talen. De lucratieve contracten mogen immers niet in gevaar gebracht worden. De woorden over een ‘democratisch proces’ in Birma dienen slechts om de steun aan de dictatuur te verhullen.

    We houden op 10 juli een protestactie in Antwerpen om de vervolging van de Rohingya aan te klagen, de hypocrisie van het Belgische en internationale establishment duidelijk te maken en om te pleiten voor massaal verzet van onderuit tegen de dictatuur in Birma, gekoppeld aan internationale solidariteit met deze strijd die het recht op zelfbeschikking voor alle minderheden moet opnemen naast sociale eisen voor een betere levensstandaard voor de werkenden en armen in dit land dat rijk is aan grondstoffen maar ook gekenmerkt wordt door enorme ellende voor de meerderheid van de bevolking.

  • Vervolging van Rohingya in Birma: verzet is nodig!

    Duizenden wanhopige bootvluchtelingen zitten vast op de zee voor Maleisië en Thailand.
    Duizenden wanhopige bootvluchtelingen zitten vast op de zee voor Maleisië en Thailand.

    Tienduizenden moslims van de Rohingya bevolking uit het noordwesten van Birma zijn op de vlucht voor vervolging, marteling en uitroeiing. Er is hier opmerkelijk weinig aandacht voor. Het geweld tegen de minderheidsgroep is al langer bezig, maar komt nu in een stroomversnelling.

    Artikel op basis van een discussie op een afdelingsvergadering in Antwerpen

    Context

    De Rohingya zijn een van de vele minderheden in Birma. Het land wordt geleid door een extreme dictatuur die zich in woorden op socialisme beroept, maar in feite een politiedictatuur is die niet aarzelt om gebruikt te maken van Boeddhistisch extremisme om iedere vorm van dissidentie de kop in te drukken. De dictatuur doopte het land om tot Myanmar, maar activisten blijven de naam Birma gebruiken.

    Het land kwam de afgelopen jaren in het nieuws met een opstand van monikken in 2007 en de eerste stappen naar democratische openheid in 2010-2012 in de nasleep van de beweging van 2007. Birma is rijk aan natuurlijke grondstoffen (onder meer olie) en bevindt zich geografisch op een belangrijke positie, het kan China toegang tot de Golf van Bengalen geven en het grenst ook aan India. De toenadering met China wordt angstvallig in het oog gehouden door zowel de VS als Europa die de voorzichtige democratische openingen van 2010-2012 meteen aangrepen om de banden met de dictatuur aan te halen.

    Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi raakte in 2010 in het parlement verkozen, maar de verkiezingen dat jaar hadden betrekking op amper 10% van de zetels. De vorige democratische verkiezing, die van 1990, werd ook al door de NLD van Aung San Suu Kyi gewonnen en dit in nasleep van de revolutie van 1988 waarin de NLD (Nationale Liga voor Democratie) snel groeide tot meer dan een miljoen leden. Vanuit het parlement voert Aung San Suu Kyi een beleid van compromissen met de regering. Het leverde lof van onder meer Hillary Clinton op, maar ontgoocheling voor alle Birmezen die hopen op verandering. Ook vanuit België trokken politieke leiders toen naar Birma, onder hen Kris Peeters. Net zoals Aung San Suu Kyi zwijgen zij nu in alle talen over de vervolging van de Rohingya in het noordwesten van het land, maar ook van andere minderheden elders in Birma.

    Rohingya

    De Rohingya zijn een minderheid in Birma. Het gaat om moslims die doorheen de eeuwen vaak het slachtoffer van geweld en repressie waren. Toen de Britten Birma volledig onder controle kregen in 1826 keerden heel wat Rohingya uit wat nu Bangladesh is terug naar hun geboortestreek, de huidige provincie Rakhine (voorheen Arakan). De conflicten met wederzijds geweld tussen boedhisten en moslims in Arakan werden na de onafhankelijkheid van Birma aangegrepen om de Rohingya als tweederangsburgers te beschouwen. Sinds begin jaren 1980 genieten ze zelfs de nationaliteit niet meer, het regime spreekt consequent over Bengaalse vluchtelingen die niet in het land thuishoren.

    Er wonen bijna een miljoen Rohingya in Birma. In 2012 was er een bloedige confrontatie waarbij moslims in Rakhine werden vervolgd, hun winkels in brand gestoken en uiteindelijk werden veel Rohingya in kampen opgesloten door het leger. De Rohingya worden als ‘illegaal’ beschouwd en er zijn tal van indicaties van dwangarbeid, willekeurige repressie, martelingen en uitroeiing. Als het van de regering afhangt, moeten alle Rohingya uit het land weg. Een groot aantal is al naar buurland Bangladesh gevlucht, maar daar zitten de vluchtelingenkampen vol en is er evenmin een toekomst voor de Rohingya. Het leidt tot een sterke vluchtelingenstroom waarbij Rohingya over zee proberen te vluchten naar Maleisië of Indonesië. Daar worden ze niet bepaald met open armen ontvangen, er waren berichten van geweld in vluchtelingenkampen in Maleisië.

    De repressie in Birma is de afgelopen maanden opgedreven. Het regime reageerde eerder dit jaar met bombardementen op de regio waar een rebellenbeweging van de etnische minderheid van de Kokang een aanval uitvoerde op een legerpost. Zowat 30.000 mensen sloegen daarbij op de vlucht naar China, de Kokang zijn immers Han-Chinezen. China ontvangt de vluchtelingen maar is erg voorzichtig om zeker geen bruggen op te blazen in de relaties met het Birmese regime.  Traditioneel vormen de Birmese Chinezen samen met de Rohingya de twee etnische minderheden die het hardste vervolgd worden in Birma.

    De vervolging in Birma leidt tot vluchtelingengolven. Waar de Kokang relatief goed opgevangen worden in China, stellen er zich voor de Rohingya meer problemen. Velen probeerden te vluchten naar buurland Bangladesh, maar dat land weigert hen op te vangen. Hierdoor is er een toename van het aantal bootvluchtelingen dat over zee Maleisië, Thailand of Indonesië probeert te bereiken. In de eerste drie maanden van dit jaar waren er 25.000 vluchtelingen, eind vorig jaar nog eens 63.000. Duizenden vluchtelingen zitten vast op zee. Maleisië, Thailand en Indonesië weigeren hen op te vangen. Naast duizenden mensen die al omgekomen zijn, dreigen hierdoor nog eens duizenden bootvluchtelingen hun leven te verliezen. Binnenkort begint de moesson.

    De penibele situatie van de Rohingya wordt bovendien door allerhande fundamentalisten aangegrepen als een ‘opportuniteit’ om activiteiten in Birma te ontplooien. Het gevaar is reëel dat groepen naar het model van de Taliban voet aan grond krijgen op de wanhoop en de ellende.

    Verzet nodig!

    Het dictatoriale regime in Birma probeert sociale onrust te vermijden door nationale, religieuze en etnische tegenstellingen uit te spelen. Er wordt amper gereageerd door regionale machten als India en China of internationale spelers als de VS en de EU. Die vrezen dat kritiek op het regime in Birma een obstakel kan vormen in de handelsrelaties en de toegang tot de grondstoffen in het land. De officiële oppositie van de NLD van Aung San Suu Kyi hult zich ondertussen in stilzwijgen over de vervolging van etnische minderheden.

    Het regime van president Thein Sein staat onder druk. De revolutionaire golf van 1988 werd de kop ingedrukt, maar kon niet vermijden dat er in 2007 opnieuw een protestbeweging ontstond. Het is op basis van dergelijke bewegingen dat beperkte democratische hervormingen werden afgedwongen. Om het verdeel-en-heersbewind van het corrupte en dictatoriale regime te stoppen, zal hernieuwd massaprotest van onderuit noodzakelijk zijn. Tegen de propaganda in pleiten voor eenheid is niet evident, maar het zal noodzakelijk zijn. Dit kan rond sociale eisen voor een betere levensstandaard verdedigd door onafhankelijke vakbonden. En door op te komen voor de rechten van alle minderheden met het recht op zelfbeschikking.

    Er is ook nood aan internationale solidariteit met de slachtoffers van de vervolging van de verschillende etnische minderheden in Birma. De situatie van de Rohingya is het meest schrijnend en dringend op dit ogenblik, maar het is niet de enige minderheid die vervolgd wordt. Internationale solidariteit kan aangeven dat er naast de ‘internationale gemeenschap’ van de grootmachten en imperialisten ook een andere ‘internationale gemeenschap’ bestaat, die van de gewone werkenden en onderdrukten.

    Verandering zal er niet komen door een ‘dialoog’ met de militaire junta, er zal massastrijd tegen onderdrukking en uitbuiting nodig zijn. De massa’s in Birma kunnen geen vertrouwen stellen in de kapitalistische leiders van het Westen of in de VN. De werkenden en arme boeren hebben zelf de kracht om verandering af te dwingen, dat werd duidelijk gemaakt in de revolutie van 1988. Die massabeweging werkte verenigend over etnische en religieuze grenzen heen. Het ontbrak enkel aan een duidelijke strategie van een leiding die zich bewust was van de taken die nodig zijn om een ander systeem te vestigen.

    Een massabeweging gewapend met een socialistisch programma moet opkomen voor het recht op zelfbeschikking voor alle etnische groepen, massastrijd tegen het militaire regime, een democratisch geplande economie onder controle en beheer van de werkenden en arme boeren, productie naar behoefte van de bevolking in plaats van de winsten van de rijken, een democratisch socialistische vrijwillige federatie in Birma als onderdeel van een democratisch socialistisch Zuid-Azië.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop