Tag: ACV

  • Tax shift maakt einde aan laatste hoop in CD&V

    ACV moet klaar staan voor de strijd

    acvbetoogtDe tax shift kwam hard aan. In plaats van de grote vermogens en superrijken meer te laten betalen, werd het een nieuwe aanval op onze levensstandaard. We spraken met LBC-secretaris Tina De Greef over de tax shift en de acties dit najaar.

    Interview door Anja Deschoemacker

    De tax shift van deze zomer toont dat er niets te verwachten valt van de CD&V. Hoe wordt hierop in het ACV gereageerd?

    Tina: “Verschillende figuren uit ACV-middens hebben zich negatief uitgesproken over de taxshift zoals ze werd beslist door de regering. Beweging.net-voorzitter Patrick Develtere stelde: “De grote vermogens ontspringen de dans, alweer. Wie (…) een echte taxshift van arbeid naar vermogens had verwacht, is eraan voor de moeite.” De CNE rekende uit dat de sociale zekerheid en de staat drie maal meer bijdragen dan het kapitaal. Zelfs oud-ACV-voorzitter Cortebeeck stelt dat de CD&V het verschil niet maakt. Oud-LBC-voorzitter Ferre Wyckmans stelde “we zijn nog meer bedrogen dan we al waren”. Als de betoging van 7 oktober niets oplevert, moet volgens hem hardere actie overwogen worden.

    “Nu moet alle nadruk liggen op de mobilisatie voor 7 oktober. Maar de lessen uit de vorige acties tegen deze regering moeten getrokken worden. Een betoging zal niet volstaan als zelfs de massale beweging van vorig jaar slechts een lege belofte opleverde. En we kunnen enkel op onze eigen kracht rekenen, de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging tegenover de regering en het patronaat.”

    Deze zomer was er de woordenwisseling tussen ACV-leidster Marie-Hélène Ska en ABVV-leider Marc Goblet. Goblet stelde onder meer: “Ze (de ACV-top) blijven maar geloven dat CD&V en Kris Peeters gaan kunnen wegen”.

    “Het actieplan van vorig jaar eindigde in een anticlimax, waarin de belofte van een voor de arbeiders gunstige tax shift die het kapitaal meer doet bijdragen centraal stond. Deze houding stootte op een historisch grote tegenstand binnen de ACV-rangen, waardoor het akkoord met de allerkleinste meerderheid mogelijk werd goedgekeurd. Bovendien werd daarbij benadrukt dat het akkoord niet inhield dat de strijd tegen de indexsprong en het besparingsbeleid werd gestopt.

    “In realiteit was er grote scepsis in de ACV-rangen over de steun aan/hoop in de rol die CD&V zou spelen. Dat de partij niet werd opgesomd in het lijstje van besparingspartijen in de slotspeech op het congres vonden velen gewoon belachelijk. Op het congres werd ook een poging van de nationale leiding tegengegaan om het instrument van de staking een minder belangrijke plaats te geven, een teken dat bij de basis minder geloof heerst in wat met overleg bereikt kan worden dan bij de leiding.

    “Zwakheid zet aan tot agressie. Wat ook de mening van de leiding moge zijn, er kan niet ontkend worden dat deze regering haar aanvallen op de arbeidersklasse en de vakbonden verder zet. Wat ze nu ook zou kunnen willen, de CD&V kan het karakter van deze regering niet wijzigen. Niet reageren, zal voor het ACV geen optie zijn. Een nieuw actieplan moet worden uitgewerkt en we mogen ons ditmaal niet laten afremmen door hoop op de ene of de andere regeringspartij.”

    En toch houdt men bij ACV en Beweging.net tot nu toe vast aan de relatie met CD&V.

    “Ik denk dat er gelijkenissen zijn in de discussie binnen het ACV over de CD&V en die binnen het ABVV en de PS. In het overlegsyndicalisme dat na de Tweede Wereldoorlog tot stand kwam, binnen een kader waarin het kapitaal wel verplicht was toegevingen te doen aan de arbeidersbeweging, kwam het de grote vakbonden goed uit steeds een gesprekspartner in de regering te hebben. De laatste 30 jaar staat dit steeds meer onder druk omdat de toegevingen steeds meer enkel van één kant, van de werkenden, moeten komen. In plaats van dat tegen te houden, hebben de staatsdragende partijen CD&V en PS zich daaraan aangepast. In plaats van garant te staan (tenminste in de perceptie) voor een belangenverdediging voor de werkenden, deden ze niets anders dan wat sociale begeleiding bieden in de achteruitgang van de positie van de werkenden. Dit begrip is steeds meer aan het doorsijpelen in de basis, zeker na de fantastische mobilisatie van vorig jaar en de vaststelling dat we ons niet alleen met een kluitje in het riet hebben laten sturen, maar dat we daar ook een bijkomende prijs voor moeten betalen in de vorm van steeds meer regeringsmaatregelen die ons treffen. We moeten ook vaststellen dat de rol naar buiten uit die de PS sinds 1987 heeft gespeeld als zijnde “de sociale oppositie binnen de regering” de CD&V minder goed afgaat.

    “Als de leiding van de grote vakbonden kan vasthouden aan een band met partijen als CD&V en PS, ondanks hun besparingspolitiek, dan is dat niet door de steun onder de basis voor die partijen, maar door het gebrek aan alternatief. Daar waar geloofwaardige alternatieven worden geboden, blijkt al zeer snel dat de band tussen de basis van de vakbonden en de partijen die officieel nog steeds verbonden zijn met de vakbonden nog slechts aan een zijden draadje hangt. Wat blijft er nog van PASOK over na de kansen die de opkomst van Syriza bood?

    “PS en in mindere mate CD&V hebben electorale steun bij de werkenden kunnen behouden vanuit het idee van “het minste kwaad”, stemmen voor hen gebeurde voornamelijk om “erger te vermijden”. Als we meer willen, moeten we ten eerste rekenen op onze eigen kracht, de mobilisatie van de arbeidersklasse. En daar moet het vandaag alle hens aan dek zijn. En ten tweede moet ook in België een nieuw politiek instrument worden uitgebouwd, een partij die vecht voor de belangen van de arbeidersklasse op dezelfde manier als deze regering vecht voor de belangen van het kapitaal: zonder scrupules. Die discussie moet door alle linkse militanten in alle vakbonden worden gevoerd. De komende beweging kan kansen bieden om daar ook concrete stappen in te zetten.”

  • Verdeeldheid aan de top beantwoorden met strijdbare eenheid aan de basis

    De zakenkrant L’Echo, tegenhanger van De Tijd, publiceerde op 3 augustus een interview met Marie-Hélène Ska (ACV) die over Marc Goblet (ABVV) zei: “Ik ben alles waar hij een afkeer van heeft: een vrouw, ik heb gestudeerd, ik lees dossiers. Ik denkt dat dit op zijn zenuwen werkt.” Goblet reageerde meteen op Twitter: “Klopt niet. Waar ik niet van hou, is dat de belangen van de werkenden aan die van CD&V worden verbonden.”

    Artikel door Ben (Charleroi) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Er waren al langer spanningen, de vorming van een regering met CD&V maar zonder PS was natuurlijk het belangrijkste element. De ACV-leiding was bang om na het vorige actieplan verder te gaan. Dat CD&V in de problemen kwam, speelde ongetwijfeld mee. De ABVV-leiding zou liefst de PS zo snel mogelijk terug aan de macht krijgen, Goblet trok mee de kaart van de ‘Gemeenschappelijke Actie’ met PS en de mutualiteit.

    Ondanks het gewicht van de ACV-leiding is er aan de basis onder de militanten en delegees een bereidheid om de strijd tegen deze regering verder te zetten. Net zoals in het ABVV verschijnt het eerste mobilisatiemateriaal van ACV naar 7 oktober relatief vroeg. En laat er geen twijfel over bestaan, ook in de ABVV-leiding is er een probleem met verantwoordelijken die de PS of SP.a als enige alternatief verdedigen of die stellen dat nieuwe stakingsacties niets zullen opleveren (een uitspraak van BBTK-voorzitter De Deyn begin februari).

    De vakbondsleidingen vormen stelselmatig een rem. Als er vandaag druk staat op het gemeenschappelijk vakbondsfront is dit vooral een kwestie van de leiding. Dat de sociale verkiezingen van 2016 dichterbij komen, zal dit fenomeen wellicht erger maken. Tegenover de verdeeldheid aan de top, moeten we de eenheid van onderuit uitbouwen.

    En er zal nood zijn aan een eigen politiek verlengstuk. Gevraagd naar de politieke figuren die haar het sterkste inspireren, verwees Marie-Hélène Ska naar Verhofstadt en Dehaene (Le Soir, 1 augustus). De nauwe banden van Goblet met de PS zijn eveneens bekend. Zullen zij die strijdbare leiding vormen die we zo hard nodig hebben?

    Een strijdbare leiding zal het resultaat van strijd zijn en moet voortkomen uit de basis van de vakbonden, de werkenden en delegees die zich op het terrein organiseren. De ervaringen van personeelsvergaderingen om over de te volgen strategie te beslissen en die maken dat we doorheen ons collectief werk sterker staan, tonen de weg naar een strijdbaar syndicalisme dat verenigend werkt.

  • Is de stakingsbereidheid geblust of spelen de vakbondsleidingen met vuur?

    Betoging van ACOD eind maart in Antwerpen. Foto: MediActivista
    Betoging van ACOD eind maart in Antwerpen. Foto: MediActivista

    Van het ACV-congres in Oostende heeft de pers vooral onthouden dat de vakbond het stakingswapen wil inruilen voor andere actievormen. Bij het ABVV zou de animo om er alleen voor te gaan ook niet al te groot zijn, zeker niet in Vlaanderen. Is dat zo of spelen de vakbondsleiders met vuur?

    Artikel door Eric Byl, lid Uitvoerend Bureau LSP, uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Dat de beweging dit voorjaar in een dipje is beland, erkennen we. Dat komt niet omdat de regering plots aan populariteit gewonnen heeft, noch omdat men heeft vastgesteld dat er niets tegen te beginnen valt. Integendeel, afgelopen najaar heeft voor velen herbevestigd dat de arbeidersbeweging wel degelijk nog bestaat, dat ze de motor voor verandering is en alle lagen van de maatschappij in beweging kan zetten. Het ontbrak slechts aan een klein duwtje om de regering ten val te brengen, maar dat duwtje is er niet gekomen.

    Velen waren – bij wijze van spreken – dronken van het succes van de beweging in het najaar, maar daardoor ook onvoorbereid voor de onvermijdelijke complicaties, dit voorjaar geïllustreerd door het desastreuse effect van een leiding zonder daadkracht en zonder alternatief. Juist omdat we er zo dicht bij waren om de regering ten val te brengen, is de ontgoocheling nog zo groot. Regering en patronaat willen dat aanwenden om ons te demoraliseren. De vakbonden tegen elkaar opstoken en de verschillen tussen Vlamingen en Franstaligen uitvergroten zijn beproefde methodes.

    In zijn slottoespraak op het ACV-congres negeerde Leemans dat het congres bij de discussie over nieuwe actievormen expliciet liet inschrijven dat “we uiteraard nog steeds gebruik zullen maken van het stakingswapen als dat nodig is”. “Voor medebeheer is de organisatie nog niet rijp”, zei hij. Leemans zou best op zijn tellen passen. In januari behaalde hij met de hakken over de sloot een historisch nipte meerderheid over het loonakkoord. Vertegenwoordigers van beroepscentrales wilden hem toen niet publiekelijk te kijk zetten. Maar als hij hen zo blijft schofferen, zou dat voortaan anders kunnen uitdraaien, deze keer niet alleen bij de bediendencentrales.

    In de pers gaat men er prat op dat ‘slechts’ 35% van het federale comité van het ABVV zich uitsprak voor een algemene staking op 12 mei. Wij lezen dat anders: na de slecht georganiseerde actieweek van april en de staking van de openbare diensten vreesden wij en vele anderen dat een algemene staking zo kort voor de zomer slechts een opgestoken middenvinger zou betekenen die eerder de zwakte dan de sterkte van de beweging zou illustreren. Dat er toch nog zoveel voor stemden, is een uiting van protest tegen het gebrek aan een daadkrachtige strategie van de ABVV-top, een protest dat ook door heel wat van de 65% tegenstemmers gedeeld wordt, wiens tegenstem niet ingegeven was door steun aan de top, maar door vrees voor een mislukking op 12 mei.

    Wie denkt dat het sociaal verzet ‘over and out’ is, vergist zich. Deze regering is nog maar pas begonnen. Na zes maanden zal ze niet op haar lauweren gaan rusten. Het patronaat zal na de eerste successen ook meer willen. We weten nu hoe een actieplan een krachtsverhouding kan opleveren en wat er schort aan de leiding. De arbeiders hebben de eerste veldslag na een beloftevolle wending uiteindelijk nog verloren. Het patronaat en deze rechtse regering zijn echter niet uit op een veldslag, maar op een heuse klassenoorlog waarbij alles op de schop moet.

  • ACV. Zaten wij op hetzelfde congres?

    Op het vierjaarlijks federaal ACV-congres van 23 en 24 april in Oostende met als thema ‘zeggenschap’, werden een heel aantal vooruitstrevende zaken op papier gezet, denk maar aan de eis van arbeidsduurverkorting met loonbehoud en compenserende aanwervingen of nog een steunmotie aan de linkse regering in Griekenland. Wat onze voorzitter Marc Leemans echter beklemtoonde in zijn slotspeech waren andere zaken dan degene die door de militanten naar voor gebracht werden.

    Door een ACV-militant

    Zo wilde de vakbondstop gaan voor het systeem van ‘mitbestimmung’ zoals dat in Duitsland bestaat: delegees die zetelen in raad van bestuur van hun bedrijf en mee beslissen (dus ook over herstructureringen en ontslagen). Aangezien dit voor de overgrote meerderheid van militanten absoluut ‘not done’ is, werd het al snel zonder al te veel discussie weggestemd. In zijn slotspeech had Leemans het echter over ‘het nog niet rijp zijn van de organisatie voor dit idee’. Hopelijk zal het ACV er nooit rijp voor worden!

    Verder werd er op het congres amper gerept over naar het Grondwettelijk Hof trekken om de indexsprong te laten annuleren. Het heeft zelfs enige krachttoeren gekost om in de congresteksten te krijgen dat we ons blijven verzetten tegen de indexsprong, waarbij mijn inziens weinig militanten de illusie koesteren dat dit kan geregeld worden via het Grondwettelijk Hof. Ondertussen is elk momentum van actie verdwenen en heeft de vakbondsleiding de kans om de regering te doen vallen (toen ze eind 2014 wankelde) verkwanseld.

    Ook dat er alternatieven vereist zouden zijn op het stakingswapen, is iets wat in de pers verscheen, maar niet op het congres aan bod kwam. Integendeel: in de passage van de congrestekst waarin we discussieerden over mogelijke nieuwe actievormen, lieten de militanten expliciet opschrijven dat we (uiteraard) nog steeds gebruik zullen maken van het stakingswapen als dat nodig is. Dat de vakbondsleiding deze aanpassing liever niet had gezien, bleek alweer uit de speech van de voorzitter die dit vakkundig negeerde.

    De beweging die in dit congres zat, was duidelijk een gevolg van de strijd die eind 2014 gevoerd werd en stond in schril contrast met het vorig gezapig congres van 2010. Men kan zich dus afvragen of voorzitter Leemans deelnam aan hetzelfde congres als wij… Zo strijdbaar als hij eind 2014 in de pers uit de hoek kwam, zo mak stelt hij zich nu op. In het licht van de stemming over het interprofessioneel akkoord waarbij hij nauwelijks een meerderheid kon overtuigen, is dat mijns inziens een gevaarlijk spel.

  • ACV-top sleept zich naar meerderheid met belofte voor actie in vakbondsfront

    acvDe algemene raad van het ACV keurde op 10 februari het sociaal ontwerpakkoord goed met de meest nipte meerderheid ooit: 52% voor, 48% tegen (147 stemmen voor, 135 stemmen tegen, 17 onthoudingen). Als je de onthoudingen zou meetellen, kom je aan 49% voor, 45% tegen, 6% onthouding. Een bijzonder nipte goedkeuring dus. Historisch nipt, zelfs.

    Artikel door een militant van LBC-NVK voor de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’

    Het ABVV had het ontwerpakkoord al onmiddellijk verworpen. En terecht. Als een werkgeversorganisatie zoals het Verbond van Belgische Ondernemingen “opgetogen” is, dan is het duidelijk dat er voor werknemers geen stappen vooruit gezet worden, integendeel. Op 5 februari schreef het werkgeversblad FDMagazine: “Het VBO is opgetogen over het ontwerpakkoord […] met daarin een indexsprong, uiterst beperkte reële enveloppes voor loononderhandelingen voor 2016 en een lastenverlaging. […] Daarnaast blijft voor 2015 een reële loonblokkering (0%-norm) van kracht. Pas vanaf 2016 zijn zeer beperkte enveloppes voor loononderhandelingen voorzien [alles bij elkaar 0,8%  – n.v.d.r.] en daar gaat het om maxima, wat betekent dat sectoren en bedrijven minder (of zelfs niets) kunnen geven”.

    Strikt genomen maakt de indexsprong echter geen deel uit van het ontwerpakkoord. De tekst zegt zelfs expliciet dat er over de indexsprong geen akkoord is: “Werkgevers en werknemers verschillen van mening over de opportuniteit en het nut van een indexsprong. In die context werd er niettemin tot onderstaand ontwerpakkoord gekomen.” Maar dat houdt het patronaat, hun politici en hun media niet tegen om toch te doen alsof het ACV door dit sociaal akkoord goed te keuren, zich automatisch ook moet neerleggen bij de indexsprong.

    Bij de discussie binnen het ACV waren de meningen verdeeld over de kwestie van het al dan niet aanvaarden van het ontwerpakkoord. De leiding van het ACV had alle argumenten ‘voor’ uitgebreid aan bod laten komen, onder meer via nieuwsbulletins (IPO-News) en Powerpoint-presentaties die via de centrales en de verbonden werden verdeeld. Er was geen enkele manier om de argumenten ‘tegen’ op een even systematische manier te verspreiden. Op vlak van evenwichtigheid van het democratisch intern debat is er dus zeker nog marge voor verbetering.

    Een eerste IPO-News had de titel: ‘Zaaien naar de zak’, een West-Vlaamse uitdrukking waarmee de ACV-top bedoelde dat er weinig onderhandelingsmogelijkheden waren, en dat ze dus gegeven de mogelijkheden het onderste uit de kan hadden gehaald, aangezien de werkgevers in een spreekwoordelijke ‘zetel’ zaten met een rechtse regering aan de macht. Dat was ongetwijfeld zo, maar de vraag is: waarom gaan ze aan de onderhandelingstafel zitten als het op voorhand duidelijk is dat de werkgevers toch geen enkele echte toegeving gaan doen? Op die manier werd het sociaal verzet een tijdje ‘on hold’ gezet, waardoor de wankelende rechtse regering rustig de tijd kreeg om te bekomen en de aandacht af te leiden met angstzaaierij.

    In het volgende IPO-News argumenteerde de ACV-top dat er weliswaar nog veel werk aan de winkel was rond andere onderwerpen (zoals de indexsprong en de besparingen in openbare diensten), maar dat dit akkoord niet alles ineens kon oplossen en slechts een eerste kleine stap was. We moesten geduldig zijn, dossier per dossier werken, en vooral niet te veel naar het totaalplaatje kijken. “Door het bos de bomen zien”, was de boodschap.

    Onder militanten was het meest gehoorde ‘voor-argument’ dat een loonmarge van 0,8% niet veel is, maar toch beter dan 0%. We moeten nu pakken wat er ligt, ook al is het niet veel, en dan kunnen we zeggen dat de stakingen “toch iets opgeleverd hebben”. Zo zouden we beter kunnen mobiliseren naar toekomstige acties.

    De argumentatie ‘tegen’ klonk vaak zo: we hebben drie dagen gestaakt in november en december, onze eisen waren duidelijk: voor behoud van de index, tegen langer werken, voor rechtvaardigere fiscaliteit (o.a. vermogensbelasting), en tegen de afbraak van publieke diensten. Dit akkoord bevat voor geen enkel van die vier punten een verbetering. Bovendien dreigen we het gemeenschappelijk vakbondsfront te hypothekeren en onze mobilisatiekracht te verliezen als we een dubbelzinnig signaal geven: “we hebben wel ons akkoord gegeven maar we blijven toch actie voeren.”

    Zowel degenen die ‘voor’ argumenteerden als degenen die ‘tegen’ argumenteerden, benadrukten het succes van het vorig actieplan en de noodzaak om een nieuw stevig actieplan uit te werken. Opnieuw in gemeenschappelijk vakbondsfront, geleidelijk opbouwend, met lang op voorhand aangekondigde acties. Ook de samenwerking met de bredere beweging Hart Boven Hard / Tout Autre Chose werd erg op prijs gesteld.

    De ACV-basis geeft dus misschien op het eerste gezicht een ‘verdeelde’ indruk als je naar de stemming over het ontwerpakkoord kijkt. Maar achter de tactische meningsverschillen gaat inhoudelijk een zeer grote eenheid schuil en een grote vastberadenheid om opnieuw in actie te komen. Om de strijd te blijven voeren tot er écht geluisterd wordt, tot de asociale besparingsmaatregelen ingetrokken worden, tot desnoods de regeringen vallen.

    De indexsprong moet van tafel! Langer werken blijft onaanvaardbaar als ondertussen jongeren niet alleen geen werk vinden, maar bovendien hun uitkering verliezen! Besparingen in onderwijs, gelijke kansen, cultuur, de socioculturele sector, kinderopvang, gezondheidszorg, openbaar vervoer, publieke diensten in het algemeen: het is nefast voor onze samenleving en het is bovendien nergens voor nodig als we het geld durven halen waar het zit.

    ‘t Is maar een begin, wij gaan door met de strijd!

  • Meeting Politiek initiatief voor sociale rechtvaardigheid, opgezet door militanten van ACV

    Verslag door een ACV-militant

    15794644190_299584fd81_z
    ACV-militanten tijdens de algemene staking van 15 december

    Op woensdagavond 28 januari ging een meeting door van het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid, opgericht door enkele strijdbare personeelsleden en militanten van ACV-CSC-Brussel. Dit initiatief werd in juni 2014 genomen ter ondersteuning van de oproep van ABVV-Charleroi en Zuid-Henegouwen tot de creatie van een politiek verlengstuk voor syndicale eisen.

    Deze oproep werd gelanceerd op 1 mei 2012 nadat men bij FGTB-Charleroi tot de conclusie kwam dat er ter linkerzijde een vacuüm was, aangezien de vakbondseisen niet in wetgeving omgezet werden door de PS (die toen met Elio Di Rupo het land leidde) en Ecolo, integendeel. Deze vaststelling werd door velen gedragen, ook in het ACV waar een aantal militanten het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid oprichtten en op 28 januari een meeting hielden. Op deze meeting was Daniel Piron – van het ABVV van Charleroi – uitgenodigd als gastspreker.

    De meeting startte met een inleiding door een personeelslid van ACV verbond Brussel die de achtergrond van het initiatief schetste. Vervolgens sprak Daniel Piron over de oproep van ABVV-Charleroi en Zuid-Henegouwen voor een geloofwaardig politiek alternatief links van de PS en Ecolo. Hij benadrukte dat men radicaal links wilde samenbrengen (PSL, LCR, PTB, PC, PH, CAP,…) en dat PTB-GO! (met de GO van “Gauche d’Ouverture”) hier deels het resultaat was. Het bleek helaas al snel niet voldoende, want de PTB ging zich meer en meer afzetten van de GO! en bleek niet bereid om heel radicaal links te verzamelen. Daarom blijft de roep bestaan naar een politiek verlengstuk die de acht vragen en tien objectieven (twee brochures die door het ABVV van Charleroi en Zuid-Henegouwen in dit kader werden uitgegeven) serieus neemt.

    Vervolgens werd een tekst (“wat willen we”) besproken die moet dienen als basis voor het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid en waarvan het doel is dat zoveel mogelijk strijdbare ACV-delegees hem ondertekenen. Deze tekst benadrukt vooral het feit dat het Politiek Initiatief voor Sociale Rechtvaardigheid antikapitalistisch moet zijn.

    De meeting vervolgde met een tussenkomst door een militant van LBC-NVK die de recente regeringsmaatregelen in de context van het ‘sociaal pact’ van de regeringen en vakbonden toelichtte. Deze historische context bestaat uit een akkoord van de vakbonden om het kapitalisme niet langer te bestrijden in ruil voor sociale zekerheid en sociaal overleg. Dit ‘sociaal pact’ is steeds meer onhoudbaar, de arrogante rechtse regering kiest dermate openlijk de kant van het patronaat dat zelfs de voorzitter van het ACV het woord ‘klassenstrijd’ in de mond neemt.

    Tot slot werd in de discussie nog een interessante parallel getrokken met de situatie in Griekenland, waar Syriza onlangs verkozen werd. Daniel Piron maakt het punt dat de Grieken 30 dagen gestaakt hebben zonder al te veel succes (de besparingen bleven voortduren), totdat er een politiek instrument – in dit geval Syriza – voor handen was om een koerswijziging in te zetten. Natuurlijk kan men zich afvragen of de 30 stakingsdagen voldoende waren en genoeg deel uitmaakten van een actieplan om echte verandering te kunnen afdwingen, maar hoe dan ook is het grote succes van Syriza voor ons een grote inspiratie. Verder werd nog het punt gemaakt dat in België niet enkel komaf moet gemaakt worden met de huidige rechtse regering, maar dat alle regeringen die een besparingsbeleid willen voeren moeten afgevoerd worden.

     

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop