Your cart is currently empty!
Tag: 8 maart 2019
-
Ook hier heeft 8 maart duidelijk zijn comeback gemaakt als dag van strijd!
Interview met Emily, nationaal organisator van de campagne ROSA
De internationale dag van strijd voor vrouwenrechten heeft dit jaar veel meer mensen gemobiliseerd dan voorheen. Er is nog meer mogelijk. Dit vereist een zorgvuldige afweging van de eisen die we verdedigen maar ook van de manier waarop we dat doen. Een terugblik op deze actiedag die terug aanknoopt bij zijn strijdvaardige oorsprong.
De betoging van 8 maart in Brussel was de grootste in jaren op internationale vrouwendag!

Emily “Ja, we waren met meer dan 10.000! De campagne ROSA (Reageer tegen Onderdrukking, Seksisme & Asociaal beleid) nam deel aan de organisatie van deze betoging, die er kwam op initiatief van de Wereldvrouwenmars (WVM). Er waren ook acties en betogingen in andere steden, zoals in Luik waar een Cycloparade 1.700 mensen samenbracht op initiatief van verschillende feministische organisaties en vakbonden.
“Voor het derde opeenvolgende jaar organiseerde de campagne ROSA een betoging in Gent met ongeveer 800 deelnemers en er was ook een eerste actie in Kortrijk met een vijftigtal mensen.
“We hadden verder stands op een feministisch festival in Antwerpen, georganiseerd door het Collecti.e.f 8 maars, en in het kader van het NGO-dorp georganiseerd door hetzelfde collectief in Brussel, voor de aanvang van de betoging van de Wereldvrouwenmars.”
Wat is er volgens jou veranderd ten opzichte van vorige jaren?
“De historische feministische stakingen vorig jaar in Spanje waren aanstekelijk. Er is natuurlijk ook het protest tegen het asociale beleid van de regering bij ons. Waar de campagne ROSA vorig jaar een van de weinige organisaties was die initiatief nam voor strijdbare marsen tegen seksisme (in Brussel, Gent, Antwerpen, Luik en Namen), was er dit jaar ook een oproep van een nieuw collectief: het Collecti.e.f 8 maars. Dat zorgde voor een zeker enthousiasme om te staken.
“Zo deelden een dertigtal personeelsleden van de Brusselse ziekenhuizen Brugmann en Sint-Pieter pamfletten uit aan de ingang om collega’s en patiënten bewust te maken van de werkomstandigheden in de sector en om het verband met seksisme uit te leggen. Hoe kan je immers zonder vast contract en zonder vast loon dat financiële onafhankelijkheid mogelijk maakt echt vrij zijn om ongewenste intimiteiten aan te klagen of bijvoorbeeld je partner te verlaten zonder de dreiging van extreme bestaansonzekerheid? Vakbondsafgevaardigden in de private ziekenhuizen in Brussel hielden een gelijkaardige actie met een sticker die gebruikt werd om in discussie te gaan.
“Er waren werkonderbrekingen aan enkele universiteiten. In Gent was dit voor het derde opeenvolgende jaar het geval aan de UGent, onder impuls van onderzoekers en met de steun van de vakbondsdelegatie, waar leden van de campagne ROSA deel van uitmaken. Tijdens de avondbetoging in dezelfde stad was er voor het eerst geen enkel lid van het schepencollege aanwezig. Het gemeentebestuur weet dat de eisen van de werkenden en de jongeren het besparingsbeleid rechtstreeks in vraag stellen. We geloven niet dat het doel van betogingen en acties noodzakelijkerwijs is om zoveel mogelijk mensen bijeen te brengen: we willen vooral degenen samenbrengen die seksisme in de praktijk willen bestrijden. Niet zij die het enkel met mooie woorden doen en tegelijk een beleid voeren dat een negatieve impact heeft op het leven van vrouwen.”
Op de acties en werkonderbrekingen waarover je hier sprak, waren er telkens ook mannen. Waarom legt ROSA zoveel nadruk op de noodzaak om samen in actie te gaan?
“Als op een werkplek enkel de vrouwen staken, betekent dit in de praktijk dat de mannen dit moeten compenseren. Dit zagen we in een Brusselse supermarkt op 8 maart: de vrouwen staakten en werden vervangen door mannelijke collega’s, die een mouwband droegen als teken van solidariteit. Zo zullen we de grote aandeelhouders niet in hun portemonnee raken of de slogan ‘Wanneer vrouwen stoppen, stopt de wereld’ in de praktijk brengen. Wat ons verdeelt, verzwakt ons. ROSA vindt het belangrijk om vrouwelijke en mannelijke werkenden niet tegen elkaar uit te spelen.
“Gezamenlijke strijd loont. We moeten niet ver in de tijd terug gaan om de efficiëntie van eengemaakte strijd te zien. In het Schotse Glasgow ging het gemeentepersoneel in de slechtst betaalde sectoren (waar vrouwen 90% van het personeel uitmaken) in staking in oktober vorig jaar. Ze kregen de steun van hun mannelijke collega’s uit andere gemeentediensten, ook al verdienen die 3 tot 4 pond per uur meer. De vastberaden strijd leidde tot een historische overwinning: het loonverschil verdwijnt en wordt zelfs met terugwerkende kracht weggeveegd. Dit kost de gemeente 567 miljoen euro. Een hoger loon stelt het gemeentepersoneel in staat om een waardig leven te leiden.”
Op initiatief van het Collecti.e.f 8 maars is er in de pers veel gesproken over het staken van huishoudelijk werk en zorgtaken. Wat vind je daarvan?
“Het collecti.e.f 8 maars kon naar aanleiding van de internationale vrouwendag op heel wat mediabelangstelling rekenen. Het maakte dat het debat over actiemethoden en eisen breder werd gevoerd dan enkel onder de ‘gebruikelijke’ activisten.
“Vrouwen nemen nog steeds het grootste deel van het huishoudelijke werk voor hun rekening, vooral na de geboorte van een eerste kind. De dubbele dagtaak van vrouwen wordt in stand gehouden en gepromoot door het onderwijs of nog door stereotype speelgoed. Maar het is vooral het gebrek aan openbare diensten zoals kinderopvang, gezinshulp en zorg voor ouderen, strijkdiensten, … die hiervoor zorgen. Het maakt dat veel vrouwen effectief een tweede dagtaak hebben als ze thuis komen. Dit is nog zwaarder voor eenoudergezinnen.
“Er zijn meer publieke middelen nodig voor openbare diensten en de non-profitsector. Dat is ook nodig om ervoor te zorgen dat er goede arbeidsvoorwaarden zijn en geen onzekere jobs die van dienstencheques afhangen. In die sectoren een staking organiseren, zou heel nuttig zijn. Een ‘staking van huishoudelijke taken’ op 8 maart kan ongetwijfeld op de problematiek wijzen. De vraag is echter: willen we onze strijd beperken tot meer solidariteit binnen het gezin, tussen mannen en vrouwen (als het gezin er zo uitziet)? Of willen we solidariteit opbouwen op het niveau van de hele samenleving? Wij verdedigen de tweede optie. Een dergelijke strijd voeren heeft overigens automatisch ook een effect op het eigen leven.”
Wat vind je van de open brief van zes Franstalige vrouwelijke politici om van vrouwenrechten een maatschappelijke prioriteit te maken in alle partijen en op alle machtsniveaus?
“Céline Frémault (Brussels minister voor cdH), Valérie De Bue (Waals minister voor MR), Cécile Jodogne (Brussels staatssecretaris voor Défi), Marie-Christine Marghem (federaal minister voor MR),
Sophie Rohonyi (voorzitter van Défi Périphérie) en Opaline Meunier (gemeenteraadslid voor cdH) ondertekenden de open brief. Er valt niet veel van te verwachten.
“De regering MR-NVA verklaarde dat “de grootste aandacht voor gender in werkgelegenheid een hoeksteen van dit kabinet zal zijn.” Als vrouwelijke politici echt een vrouwvriendelijk beleid willen voeren, moeten ze vakbondseisen overnemen zoals een minimum uurloon van 14 euro, de 30-urige werkweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, de individualisering en verhoging van sociale uitkeringen boven de armoedegrens. Maar daar wordt in alle talen over gezwegen door die politici…”
Wat is het specifieke nut van de ROSA-campagne? Zijn er niet al genoeg feministische organisaties?
“De bewegingen voor vrouwenemancipatie groeien wereldwijd aan. Deze bewegingen verzetten zich tegen het seksisme dat overal in de samenleving aanwezig is. Maar waar komt seksisme vandaan? Hoe het te bestrijden? Hoe kunnen we verder gaan dan enkel het aanklagen ervan? Met welke methoden? De campagne ROSA wil aan dit debat deelnemen. Wij geloven niet dat de beweging versterkt kan worden door over meningsverschillen te zwijgen.
“Ons feminisme is een feminisme dat niet tegen mannen is, maar tegen het kapitalisme. Wij nemen actief deel aan de ontwikkeling van de beweging en benadrukken de noodzaak om deze strijd te koppelen aan de kracht van de arbeidersbeweging. Dat is de enige kracht die in staat is om de hele samenleving te blokkeren met haar stakingsmethoden, zo de economische macht van de kapitalisten aan te vechten en vervolgens de maatschappij te reorganiseren op een nieuwe basis: door een einde te maken aan grote aandeelhouders, uitbuiting en discriminatie. Ons feminisme is een socialistisch feminisme.”
-
Geen kapitalisme zonder seksisme… Geen socialisme zonder feminisme!
“De emancipatie van vrouwen, net als die van de hele mensheid, zal pas werkelijkheid worden op de dag dat de arbeid zich emancipeert van het kapitaal” (Clara Zetkin)

Clara Zetkin en Rosa Luxemburg. Foto vanop Wikipedia Socialisten hebben al heel vroeg aangetoond dat de specifieke onderdrukking van vrouwen, net als andere vormen van onderdrukking, een economische basis heeft. Onder het kapitalisme is seksisme als onderdeel van de verdeel-en-heerstactiek een krachtig wapen om de werkende klasse te verdelen. Die verdeeldheid is gunstig voor de winsten: de loonkloof tussen mannen en vrouwen zet een neerwaartse druk op alle lonen, huishoudelijk werk wordt niet beloond en wordt vooral door vrouwen uitgevoerd, het lichaam van vrouwen wordt handelswaar om verkoop te maximaliseren, …
Het is niet verwonderlijk dat vrouwen vaak aan de basis van stakingen en opstanden lagen, en nog steeds liggen. Zo was er de beweging van de textielarbeidsters van New York op 8 maart 1908. Daar ligt de oorsprong van de internationale vrouwendag. De februarirevolutie in Rusland in 1917 werd op gang getrokken door textielarbeidsters in Petrograd. Dat gebeurde op 8 maart (volgens onze kalender). De Russische revolutie maakte een einde aan het kapitalisme en zorgde voor een gigantische stap richting gelijke rechten: stemrecht, gelijke lonen, zwangerschapsverlof van 16 weken, bescherming van moeders die borstvoeding geven, wettelijk maken van abortus, gelijkheid voor ‘onwettige’ kinderen, faciliteren van echtscheiding op eenvoudig verzoek van een van de echtgenoten, …
Bovendien werkte revolutionair Rusland aan de socialisering van huishoudelijk werk om de dubbele dagtaak van vrouwen te bestrijden. Dit gebeurde door het opzetten van kwaliteitsvolle publieke kantines, wasserijen, kinderopvang, … Heel wat van die projecten botsten echter op de enorme armoede in het economisch achtergebleven land op een ogenblik dat de revolutie haar verworvenheden moest verdedigen tegen een meedogenloze oorlog gevoerd door de vroegere heersende klasse en de kapitalistische landen. Desondanks liep de jonge socialistische staat decennia voor op de rest van de wereld door vrouwen gelijk te stellen aan mannen, dankzij de rol die ze in de strijd hadden gespeeld. Het stalinisme heeft nadien belangrijke verwezenlijkingen, zoals het recht op abortus en echtscheiding, terug afgeschaft.
In de rest van Europa, en vooral in Duitsland, ontstonden de eerste feministische kranten en organisaties. Er werd gestreden voor het vrouwenstemrecht. Geradicaliseerde vrouwelijke werkenden organiseerden zich in de strijd voor stemrecht en gelijkheid. Ze verdedigden hun eisen in de organisaties van de arbeidersbeweging, zelfs indien daar aanvankelijk soms mee gespot werd. Door hun lagere lonen werden vrouwen logischerwijze ook militanten in de strijd voor meer loon.
In Duitsland was de “proletarische vrouwenbeweging” vastberaden om vrouwen te organiseren en een gezamenlijke strijd van de volledige arbeidersklasse te voeren voor betere levensomstandigheden. Onder druk van de Duitse revolutie van 1918 werden een aantal zaken afgedwongen: stemrecht voor vrouwen, toegang tot een aantal beroepen en functies, wet op bescherming van zwangere vrouwen. De intensieve strijd tegen de contrarevolutie zette de viering van de internationale vrouwendag tijdelijk op een laag pitje. In 1922 kwam er een oproep van de Communistische Internationale om van 8 maart een vaste dag van strijd voor vrouwenrechten te maken.
Kwestie van gender of klasse?
Een van de centrale voortrekkers van de proletarische vrouwenbeweging, Clara Zetkin, waarschuwde tegen illusies in het burgerlijk feminisme dat gericht is op het hervormen van de gevestigde orde en niet op een klassenstrijd voor een andere samenleving gericht op de behoeften van iedereen. Ze voegde er nog aan toe dat deze aanpak een bedrieglijke en verlammende impact had op brede lagen van de werkenden.
In de jaren 1960 en 1970 hebben verschillende stromingen, in het bijzonder in het Westen, veel gediscussieerd over de verhouding tussen gender en overheersing. Er ontstond een nieuw burgerlijk feminisme dat onderdrukking op basis van geslacht los zag van klassenonderdrukking. Dit feminisme riep op tot eenheid van vrouwen over klassen heen. Nadien werd deze strekking verdergezet door feministen die de neiging hadden om alle problemen toe te schrijven aan mannen in plaats van aan de samenleving.
Vrouwelijke werkenden hebben nochtans duizend keer meer gemeen met hun mannelijke collega’s dan met een minister als Maggie De Block, staatssecretaris van asiel en migratie en voorheen minister van gezondheidszorg. In die hoedanigheid ging ze over tot forse bezuinigingen in de zorg. Dit ging ten koste van het personeel in de sector, waaronder heel wat vrouwen, en van onze gezondheid. Vrouwelijke werkenden hebben ook meer gemeen met hun mannelijke collega’s dan met Dominique Leroy die als topvrouw bij Proximus 1.900 jobs op de helling zet. Miljardair Alice Watton is één van de erfgenamen van Walmart, de multinational met het grootste omzetcijfer ter wereld. Het personeel van Walmart, waaronder veel vrouwen, werkt vaak aan een loon onder de armoedegrens. Het kapitalisme wordt er niet beter op als het geleid wordt door vrouwen.
Emancipatie van vrouwen vereist strijd tegen een systeem dat fundamenteel gebaseerd is op ongelijkheid en discriminatie. Het is een systeem dat dagelijks een pak vooroordelen verspreidt om de arbeidersklasse te verdelen. De enige manier om tot een echt gelijke samenleving te komen, is door de strijd tegen seksisme te koppelen aan die voor een socialistische samenleving. Er is een eerste stap daartoe gezet in België, wat de campagne ROSA toejuicht. We zorgden er mee voor dat dit een succes werd door steun te geven aan de werkenden in die bedrijven waar de staking van 8 maart georganiseerd werd, en door de strijd op te bouwen met betogingen op 8 maart.
-
8 maart in Brussel: wat een enthousiasme, wat energie, wat een sterk ROSA-blok!
Afgelopen vrijdag kwamen we met ongeveer tienduizend op straat in Brussel. We vormden een erg dynamisch en strijdbaar blok van campagne ROSA. We riepen slogans als ‘Mijn lichaam, mijn keuze, niet hun winsten’, ‘My body, my choice’, ‘Travail précaire, travail intérimaire, c’est du sexisme qu’en a pas l’air’, ‘Women’s rights are under attack, stand up, fight back’ of klassiekers als ‘Stop seksisme, stop racisme, één strijd, internationale solidariteit’ en ‘Résistance internationale contre le sexisme et le capital’.
Verslag vanop campagnerosa.be
We riepen slogans in het Frans, Nederlands, Engels …en we probeerden zelfs een woordje Spaans. Met onze slogans benadrukken we eisen die we verdedigen. We protesteren tegen de vermarkting van ons lichaam onder het kapitalisme. We eisen een echte keuze, dit betekent voor het recht op abortus en het recht om kinderen te krijgen zonder in armoede te vervallen. We eisen echte jobs met echte lonen. We willen een collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen. We willen een eengemaakte strijd van jongeren en werkenden tegen seksisme en tegen alle vormen van discriminatie. We strijden tegen het systeem dat aan de basis ligt van ongelijkheid en onderdrukking: het kapitalisme.
De betoging werd gekenmerkt door een strijdbare sfeer. Deze betoging vormde een belangrijke stap in de strijd tegen seksisme en asociaal beleid. We moeten de strijdbaarheid en het enthousiasme aangrijpen om de strijd te organiseren op de werkvloer, in de scholen, aan de universiteiten, in de wijken. We moeten ons verenigen om in te gaan tegen wie zich verrijkt op basis van het uitbuiten van het lichaam van vrouwen, gratis of onderbetaald werk door vrouwen, … We moeten ons verenigen tegen wie ons verdeelt en tot onzekere leefomstandigheden veroordeelt.
We verzetten ons tegen diegenen die de overgrote meerderheid van de rijkdom bezitten en zich blijven verrijken op onze kap. Diegenen die ons veroordelen tot zware beroepen, werkdagen van 10 uur of meer in onregelmatige uurroosters en shiften, een pensioenleeftijd van 67 jaar, onzekere jobs, … Het gaat om de grote aandeelhouders, de bazen, de multinationals en hun politieke marionetten in de besparingsregeringen. Sluit aan bij campagne ROSA om samen te strijden en te bouwen aan een krachtsverhouding om strijd te winnen in de bedrijven, de scholen en op straat. Kom met ons op voor een andere samenleving, een socialistische samenleving!
Foto’s door Liesbeth
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/5dnu73Kb3DdctgUD6]Foto’s door Fabian
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/TZFtZbw4r1SnEiSAA]Enkele video’s:
-
Gentse betoging tegen seksisme groot succes

Foto: Jean-Marie Rond 17.30 verzamelden zo’n 800 mensen zich aan de Stadshal Gent, voor de Mars Tegen Seksisme! Ze kwamen met een heel duidelijke boodschap op straat: 8 maart, Internationale Dag van de Rechten van de Vrouw, is een DAG VAN STRIJD!
Verslag vanop campagnerosa.be
‘Wij leven dagelijks de realiteit, die er een is waarbij vrouwen slachtoffer zijn van geweld en seksuele intimidatie, armoede, precarisering, victimblaming, uitbuiting en discriminatie! Wij gaan niet zitten wachten op de uitblijvende reacties van politici en bedrijven om seksisme tegen te gaan. Als we komaf willen maken met al deze vormen van structureel geweld, zullen we zelf onze strijd moeten organiseren!’, zegt Hanne van Campagne ROSA Gent tijdens de Mars. Voor de betogers was er geen twijfel aan dat 8 maart binnen deze strijd een zeer belangrijke dag is. De strijdbare geschiedenis van 8 maart en vooral ook het internationale karakter ervan gaven de betogers enorm veel energie! Anna van Campagne ROSA stelt: ‘Met acties, betogingen en stakingen die over de hele wereld plaatsvinden, kunnen we echt het verschil maken! 8 Maart als internationale dag van strijd, is een belangrijk moment waarop we in solidariteit met alle onderdrukten van de wereld de publieke ruimte innemen en weigeren haar terug te geven aan al wie structureel baat heeft bij onze onderdrukking!’.
Tijdens de Mars verwoordden protesterenden hun ongenoegen op velerlei manieren. Door middel van slogans, borden, vlaggen, schmink, stickers en spandoeken werd de boodschap zo ver mogelijk meegedragen! Terwijl de frustraties omtrent het fabeltje dat gelijke rechten gelijkheid in de praktijk zou betekenen, duidelijk zichtbaar was, merkten we ook een hoopvolle sfeer op binnen de Mars. De betogers geloven dat het beter moet en kan, schuiven zelf alternatieven naar voor en zien zichzelf als voorhoede in de strijd!
Voor en na de Mars Tegen Seksisme werden motiverende speeches gegeven. Terwijl zeer veel verschillende thema’s werden aangehaald, was het in elke speech heel duidelijk dat seksisme een maatschappelijk en structureel probleem is. Het uitblijven van individualistische benaderingen of het simplistisch gelijkstellen van ‘alle mannen aan de oorzaak van seksisme’, toont de switch die de afgelopen jaren plaatsvond door onder andere de getuigenissen van #MeToo en de groeiende feministische bewegingen op internationaal vlak.
Voor de betoging kwamen verschillende leden van Campagne ROSA als initiatiefnemsters van de Mars aan het woord.
Hannah sprak over de staking in Spanje, de mensenketting van 600 km in India in januari, de protesten in Ierland, Argentinië, Zuid-Korea, Turkije, Chili, Nepal, Italië en Brazilië. Hoe eisen zoals een kortere werkweek, stop aan de verkrachtingscultuur en objectivering van het vrouwenlichaam, degelijke lonen etc. inherent zijn aan deze internationale bewegingen.
Rebekka sprak over haar ervaring als jonge moeder met de grote tekorten in de kinderopvang in Gent. Over hoe in sommige wijken maar 1 op 10 kinderen een plaats krijgt binnen de inkomensgerelateerde kinderopvang. Over hoe in vele gezinnen, vrouwen dan maar thuis moeten blijven om die zorgtaken over te nemen, net omdat vrouwen vaak in lagere loonsectoren tewerkgesteld zijn en omdat het vaderschapsverlof vandaag veel te beperkt is. Met Campagne ROSA Gent eist ze dan ook een noodplan dat onmiddellijk start met een verhoging van de capaciteit voor publieke kinderopvang met 1000 plaatsen.

Mai Vervolgens gaf Mai aan hoe scholieren de strijd tegen seksisme voeren en wat volgens hen nodig is om echte veranderingen mogelijk te maken. Het kan niet dat heel veel scholen nog steeds geen degelijke lessen seksuele opvoeding voorzien, die verder gaan dan het biologische, met aandacht voor LGBTQI+-thema’s, consent, relaties etc… De scholieren willen ook gratis maandverbanden en tampons, om zo period poverty tegen te gaan en iedereen de kans te geven om naar school te gaan! Daarbij zijn meer middelen voor onderwijs nodig zijn: ‘Overvolle klassen en overwerkte leerkrachten beperken de ruimte op school om te discussiëren over belangrijke thema’s zoals seksisme’.
Tenslotte kwam Irina aan het woord, die inging op het feit dat feministische strijd, strijden is voor sociale eisen. Part time jobs, flexibilisering, lage lonen etc. zorgen ervoor dat veel vrouwen in onzekere situaties zitten, waarbij het vaak enorm moeilijk is geweld en intimidatie thuis en op het werk uit de weg te gaan. ‘Maak maar eens de keuze tussen een slechte gezinssituatie en… armoede’. Vrouwenemancipatie vloekt met het kapitalistische systeem dat gebaseerd is op ongelijkheid, onderdrukking en uitbuiting. Met Campagne ROSA komen we dan ook op voor een verhoging van het minimumloon naar 14 euro per uur, een minimumpensioen van 1500 euro per maand, een collectieve arbeidsduurvermindering naar een 30-uren werkweek met behoud van loon en bijkomende aanwervingen, significant meer sociale woningen etc.!
Ook na de Mars kwamen verschillende mensen uit België, Argentinië en Baskenland aan het woord, met sociale verenigende eisen, tegen alle vormen van discriminatie, geweld en intimidatie, en met verbindende eisen omtrent feminisme en het klimaat! We zijn bereid te strijden voor onze toekomst: een toekomst waarin het welzijn van miljarden mensen niet langer verworpen wordt voor de enorme winsten van een steeds kleiner wordende minderheid, maar waarin dit welzijn net centraal staat in de samenleving, in de politiek en in het productieproces!
-
Campagne ROSA op vakbondsacties van 8 maart in Brussel
Campagne ROSA begon de internationale vrouwendag op het stakingspiket aan het ziekenhuis Brugmann. Op dat piket waren een 30-tal werkenden aanwezig. Het is een erg vrouwelijke sector, onder de stakers waren dan ook vooral vrouwen. Zo was er een groep verpleegsters van de intensieve zorgen in het ziekenhuis die al langer een specifieke strijd voeren, net als eerder de brancardiers van Brugmann opkwamen voor meer collega’s en betere arbeidsvoorwaarden.
Door Celia (Brussel)
We namen ook deel aan het debat over vrouwenrechten georganiseerd door de vrouwencommissie van het ACOD. Dat was een erg interessant debat over arbeidersstrijd en hoe sociale verworvenheden werden bekomen, maar ook over wat we nog willen bekomen of heroveren tegenover een systeem dat ons verdeelt en steeds meer bespaart op onze kap. Er waren militanten uit heel wat verschillende sectoren. Alles samen waren er een honderdtal enthousiaste aanwezigen die in de namiddag naar de betoging trokken. Aan het Centraal Station had campagne ROSA uiteraard een stand.
Vervolgens trokken we naar het piket van het ziekenhuis Saint-Pierre, waar er ook een 30-tal werkenden aanwezig waren. Gedurende de dag trokken militanten van BBTK BHV met een bus langs verschillende piketten aan ziekenhuizen. Er werden pamfletten verdeeld onder de titel “Neen aan seksisme.” Er werd tijd genomen om te spreken met patiënten en werkenden aan de ingang van het ziekenhuis. Onder de aanwezigen werd veel gediscussieerd over het onwaarschijnlijk grote aantal interimmers, het te grote aantal overuren, ongewenste intimiteiten op het werk, …
Aan de VUB tenslotte was er een walkout van personeel gesteund door enkele studenten. Een honderdtal mensen protesteerde tegen ongelijkheid in de academische wereld. De groep trok naar de betoging aan het Centraal Station.
Reportage van Bruzz.be over de walkout aan de VUB:
Brugmann-ziekenhuis:



Sint-Pieters ziekenhuis:
-
Strijdbaar protest op 8 maart
De internationale vrouwendag als dag van strijd staat stilaan terug op de agenda. Op 8 maart waren er dit jaar opnieuw grotere protestacties met op een aantal plaatsen ook de eerste vrouwenstakingen. De grootste betoging was die in Brussel met duizenden aanwezigen. Op initiatief van campagne ROSA was er ook in Gent opnieuw een betoging met honderden aanwezigen.

VRT Nieuws met Celia en de ROSA-delegatie Campagne ROSA speelde een prominente rol in het protest. We benadrukten dat de strijd tegen seksisme en die tegen besparingen dezelfde is en verdedigden eisen als een hoger minimumloon (14 euro per uur), hoger minimumpensioen (1500 euro per maand), individualisering van uitkeringen en optrekken ervan tot boven de armoedegrens. Die eisen kunnen we enkel afdwingen door een gezamenlijke strijd van vrouwen én mannen. Een systeem dat gekenmerkt wordt door ongelijkheid – de 1% rijksten bezitten evenveel als de 99% anderen – kan nooit echte gelijkheid toekennen. Er is dus strijd voor een ander systeem nodig. Vandaar dat wij opkomen voor een socialistisch feminisme: we vechten voor een socialistische samenleving waarin de behoeften en noden van iedereen centraal staan, niet de winsten van een handvol superrijken.

Actie aan UGent In Brussel waren er verschillende acties in de loop van de dag. Campagne ROSA sprak op het piket aan het Brugman-ziekenhuis en op de walkout aan de VUB waar er een honderdtal aanwezigen waren die vervolgens naar de betoging aan het Centraal Station kwamen (zie reportage van Bruzz.be over die walkout). In Gent namen we deel aan de bijeenkomst aan het rectoraat op de middag. Op de avondbetoging in Brussel was er een levendige en grote delegatie van campagne ROSA. De opkomst voor de betoging lag boven de verwachtingen, het plein aan het Centraal Station kon de toevloed amper aan. Het blok van campagne ROSA – met een 500-tal betogers – was erg jong en dynamisch. Het trok de aandacht van onder meer het VRT Journaal en RTL nieuws. ‘My body, my choice’ en ‘Résistance’ waren populaire slogans. Op het eindpunt was Emily Burns, de nationale coördinatrice van campagne ROSA, één van de sprekers. “Niet de mannen verdienen te veel, de lonen zijn te laag,” merkte ze op. Emily wees ook op de overwinning in de strijd voor gelijke lonen door het gemeentepersoneel van Glasgow. Ze eindigde met de nood aan een socialistische samenleving.
- Lees hier ons pamflet
- Lees hier ons dossier over internationale vrouwendag dit jaar
Foto’s van de betoging in Brussel (door Liesbeth)
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/5dnu73Kb3DdctgUD6]Foto’s van de betoging in Brussel (door Fabian)
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/TZFtZbw4r1SnEiSAA]Foto’s van de betoging in Gent
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/6f661azhWPuV4Ljt6]Foto’s van de betoging in Gent (door Jean-Marie)
[embed-google-photos-album https://photos.app.goo.gl/2cU9LCgQR8nz2Nze6] -
Seksisme bestrijden betekent ook strijden tegen besparingen!

ROSA in actie. Foto: Liesbeth We mogen er trots op zijn dat 8 maart opnieuw op de agenda staat. Neen, het is niet de dag om korting te krijgen in de make-up afdeling. Vrouwen bekleden nog steeds een tweederangspositie in de samenleving. Dat aanvaarden wij niet! 14 maart, komende donderdag, is Equal Pay Day. Vrouwelijke werkenden moeten 1 jaar, 2 maand en 14 dagen werken om evenveel te verdienen als mannen op 1 jaar (kortom: er is een loonkloof van 21%).
Pamflet van Campagne ROSA dat vandaag in Brussel wordt verspreid
Seksisme is een krachtig instrument om te verdelen! Men wil ons doen geloven dat mannen te veel verdienen, maar het zijn al onze lonen die te laag zijn. Dat is in het bijzonder zo in sectoren als de zorg, de schoonmaak en de distributie. Campagne ROSA is voorstander van een offensieve strijd om vakbondseisen af te dwingen, zoals 14 euro per uur (2300 euro bruto per maand), een minimumpensioen van 1.500 euro per maand, het individualiseren van uitkeringen zoals voor werkloosheid en het optrekken ervan tot een leefbaar niveau. We vinden het niet normaal dat vrouwen anno 2019 nog te vaak financieel afhankelijk zijn van hun partner. We moeten vrij zijn om te kiezen met wie we willen samen leven of niet.
Binnenkort zijn er verkiezingen. De traditionele partijen stellen dat ze ijveren voor gelijkheid tussen mannen en vrouwen, maar de realiteit toont het tegendeel aan. De regering veralgemeent precaire banen en straft de werklozen. Dit economisch geweld raakt vrouwen des te harder. Jobonzekerheid maakt het erg moeilijk om aangifte te doen rond seksuele intimidatie op het werk. Hoe raak je uit een situatie van huishoudelijk geweld als je financieel afhankelijk bent?! Door de besparingen komen heel wat elementen van zorg bij het gezin terecht in plaats van collectief georganiseerd te worden in de samenleving. Dat maakt de dubbele dagtaak van veel vrouwen nog zwaarder. Het is duidelijk: we hebben een massastrijd nodig, zoals in Spanje waar er massaal geprotesteerd wordt door vrouwen én mannen, wat de media er ook over vertellen!
Er zijn enkele eerste overwinningen! In oktober heeft het gemeentepersoneel in Glasgow (Schotland) gestaakt tegen loonongelijkheid. Veel mannen legden het werk neer uit solidariteit. Allemaal waren ze ervan overtuigd dat een overwinning enkel mogelijk was door samen te strijden. Ze hebben gewonnen! Het is een historische overwinning waarbij met terugwerkende kracht de ongelijkheid is weggewerkt. De stad moet 567 miljoen euro schadevergoeding betalen en de lonen worden opgetrokken. Laten we de strijd in die geest verder voeren: collectief opkomen tegen seksisme en besparingen met een oplopend en consistent strijdplan.
Het moet duidelijk zijn: in een samenleving waar de 1% rijksten evenveel bezitten als de 99% anderen is geen enkele gelijkheid – ook niet op basis van gender – mogelijk. Campagne ROSA verbindt de strijd tegen seksisme dan ook met die tegen kapitalisme en voor een samenleving gebaseerd op onze behoeften, een samenleving waarin ons lichaam niet langer gebruikt wordt om winst te maken. Kortom: een socialistische samenleving. Enkel dan kunnen we een einde maken aan seksisme.
-
Migrantenvrouwen protesteren tegen moderne slavernij in Hongkong
“Mijn eerste keer als huishoudwerkster in Hong Kong was echt slecht. Ik kreeg geen enkele dag vrij en de baas nam zelfs mijn gsm in beslag,” zegt Mica. Zij is een 27-jarige migrant uit Indonesië die als huishoudhulp werkt. De strijd die Mica moest voeren om uit de nachtmerrie van dit contract te raken, was erg moeilijk. Bovendien wilde ze er alles aan doen om niet uit Hongkong gezet te worden. Het zette er haar toe aan om zich te organiseren.Artikel door reporters van Socialist Action (onze zusterorganisatie in Hongkong)
Mica werd lid van de Indonesische migrantengroep KOBUMI. Die organisatie werkt in verschillende campagnes samen met Socialist Action. We organiseren samen een protestactie in het kader van de internationale vrouwendag. Daarbij worden eisen van migrantenarbeiders opgenomen, maar het doel is ook om solidariteit te betuigen met de wereldwijde feministische strijd. De actie is op zondag 10 maart. Huishoudpersoneel krijgt enkel vrij op zondag en sommigen moeten zelfs dan werken: ongeveer 6% geniet geen vrije dag ook al is dat wettelijk verplicht.
“De baas weigerde me vrij te geven. Ik werkte drie maanden zonder één rustdag,” zegt Mica. “Het werk was zwaar en de baas maakte lijsten van mijn taken en het aantal minuten waarin ik die moest uitvoeren. Ik kreeg 15 minuten om de kinderen naar school te brengen en terug naar huis te keren. Naar school en de supermarkt gaan, waren de enige momenten dat ik het huis verliet. Als de bazen niet thuis waren, namen ze mijn gsm af. Ze legden die onder een bewakingscamera die ze bekeken als ze thuiskwamen.”
Einde contract
Dit is een vreselijke situatie, maar er zijn nog ergere verhalen dan dat van Mica. De 380.000 huishoudwerksters zijn goed voor 10% van de arbeidskrachten in Hongkong. De meesten komen uit Indonesië en de Filippijnen en werken hier jaren, soms zelfs decennia. Ze zien hun eigen kinderen en familie soms slechts één keer per jaar. Ze worden ingezet om te zorgen voor de kinderen of oudere verwanten van andere mensen. Amnesty spreekt over “een vorm van moderne slavernij.” De omstandigheden van huishoudpersoneel zijn vaak nog erger in Saoedi-Arabië en de Golfstaten. In vergelijking met die landen is Hongkong doorgaans een ‘paradijs’.
Veel huishoudwerksters hebben vreselijke ervaringen, niet alleen met lange uren en lage lonen maar ook door inbreuken zoals inbeslagname van paspoort, bankkaart of telefoon. Er is een groot probleem van fysiek en seksueel geweld dat vaak niet gerapporteerd wordt uit angst voor ontslag en uitwijzing uit Hongkong.
In februari werd de Filipijnse huishoudhulp Baby Jane Allas gediagnosticeerd met baarmoederhalskanker. De dokter van het gezin waar ze werkte schreef haar ziekteverlof voor, maar kort nadien werd haar contract beëindigd. Hierdoor moest ze binnen de twee weken het land verlaten. Zo wordt het voorzien in de wet. Het betekent dat ze geen beroep kan doen op de gratis gezondheidszorg in Hongkong. Ze is alleenstaande moeder die vijf kinderen onderhoudt in de Filippijnen. Sympathisanten en vrienden helpen haar nu bij een rechtszaak en de aanvraag van een verlenging van haar verblijfsvergunning.
Migrantenvrouwen zijn voor de regering van Hongkong een goedkope oplossing om de kloof te dichten die er is door de weigering om in publieke diensten als kinderopvang of ouderenzorg te investeren. Deze sectoren worden op droog zaad gezet, terwijl langs de andere kant de kapitalistische vastgoedbaronnen met publiek geld overladen worden.
Dit is een van de weinige economieën waar begrotingstekorten of ‘socialisme’ verboden zijn door de minigrondwet van Hongkong. De regering geeft slechts ongeveer de helft uit van het OESO-gemiddelde aan uitgaven voor gezondheidszorg en sociale zekerheid. De OESO zijn de 36 rijkste landen ter wereld. Bejaardenzorg kampt met een ernstig gebrek aan middelen: er staan meer dan 30.000 mensen op een wachtlijst voor een plaats in een bejaardenhuis. Elk jaar sterven 4.000 bejaarden die op deze wachtlijst staan.
Nutteloze infrastructuur
Hongkong is een van de rijkste regeringen met een fiscale reserve van 127 miljard Amerikaanse dollars. De onverkozen regering (die aangesteld wordt door de Chinese dictatuur) versluist gigantische sommen naar projecten rond nutteloze infrastructuur (terwijl Hongkong al uitstekende infrastructuur heeft). Het is een manier om publieke middelen door te schuiven naar de miljardairs in de vastgoed- en bouwsector die de economie domineren.
Kapitalistische regeringen in Zuidoost-Azië exporteren huishoudpersoneel naar Hongkong. Deze regeringen voeren een gelijkaardig beleid gericht op de belangen van de rijken. Voor hen is de handel in mensen een manier om de inkomsten op te krikken (de bijdragen die naar huis worden gestuurd, vormen een significant aandeel van het BBP in Indonesië en de Filippijnen) en het is een manier om de druk op de binnenlandse arbeidsmarkt te verzachten. Deze handel wordt beheerd door malafide ‘wervingsbureaus’ die illegale bijdragen eisen en migrantenarbeiders tot een vorm van schuldenslavernij veroordelen.
Een studie door studenten van de Universiteit van Hongkong uit 2017 gaf aan dat meer dan 70% van de wervingsbureaus torenhoge bijdragen eist. De wettelijke grens bedraagt 431 Hongkongse dollar, maar bijdragen van 15.000 tot 20.000 dollar (1700 tot 2300 euro) zijn niet uitzonderlijk. Dat komt overeen met vijf maandlonen! Het dwingt vrouwen om schulden aan te gaan en vervolgens zijn ze verplicht om gelijk welke behandeling door hun bazen te aanvaarden: de schuld moet nu eenmaal afbetaald worden.
Een onderzoek van dit jaar geeft aan dat meer dan 70% van de buitenlandse huishoudwerksters meer dan 13 uur per dag werken, 9% zei zelfs dat ze meer dan 16 uur per dagen werken en 5,9% krijgt de wettelijk verplichte rustdag niet.
Geen privacy
De regel dat huishoudpersoneel bij de bazen inwoont, is de voornaamste oorzaak van overwerk en het ontzeggen van voldoende rust. De uren kunnen niet gereguleerd worden als de werkende inwoont en allerhande taken opgelegd krijgt op gelijk welk ogenblik van de dag of nacht. Slechts 43% van de huishoudwerksters in het onderzoek beschikt over een eigen kamer. De anderen slapen in de gang, in badkamers, opslagruimtes of delen een bed met kinderen.
Dit is de realiteit in een stad met notoir kleine appartementen, tenzij voor de rijken. In 2016 kwamen meer dan 120 migrantenarbeiders om het leven, vooral door stress-gerelateerde ziektes. Migrantenorganisaties komen al jaren op voor de afschaffing van de regel dat huishoudpersoneel inwonend is. Dit werd in 2003 ingevoerd als mechanisme van sociale controle, om te vermijden dat migranten een rol gaan spelen in de lokale economie en om hun onderhandelingspositie te ondermijnen. De regel breken kan tot sancties leiden: van het intrekken van de werkvergunning tot een strafrechtelijke vervolging en 14 jaar gevangenisstraf.
Het meest schokkende element in deze studie zijn de cijfers over de lonen. In 2017 bedroeg het gemiddelde loon 4.277 Hongkongse dollar (iets minder dan 500 euro) per maand. Dat was lager dan het toenmalige minimumloon voor migranten dat op 4.310 dollar was vastgelegd (en sindsdien met 100 dollar per maand wordt verhoogd).
Groeiende loonkloof
Er zijn tientallen redenen waarom migranten en lokale werksters zich moeten verenigen in de strijd tegen dit onrechtvaardige systeem. Internationale vrouwendag moet gebruikt worden als onderdeel van deze strijd. De loonkloof in Hongkong is gegroeid tot 22%, terwijl dit tien jaar geleden 19% was. Voor oudere werkenden is de kloof nog groter: onder 60-jarigen verdienen vrouwen gemiddeld slechts de helft van hun mannelijke collega’s. De lokale vakbonden staan historisch zwak in Hongkong, maar hebben niet genoeg gedaan om op te komen voor vrouwenrechten of voor de rechten van migranten. Ze hebben zich steeds ver van migranten gehouden. Op internationale vrouwendag eisen we daar verandering in.
Op onze betoging zal er onder meer gedanst worden door Indonesische werksters en wordt gesproken door Socialist Action, KOBUMI en andere groepen die voor migrantenrechten opkomen. Het wordt dus een erg internationale gebeurtenis. Vandaar dat we pamfletten in drie talen hebben (Engels, Chinees en Indonesisch). We zullen betogen naar het Indonesisch consulaat, waar er onder meer zal gesproken worden door de democratie-activist en afgezet lokaal parlementslid ‘Long hair’ Leung Kwok-hung.
We eisen:
- Breng #MeToo naar de straten en de werkplaatsen: kom op tegen seksueel misbruik en geweld, voor het recht van huishoudpersoneel om niet in te wonen!
- Bestrijd racisme en seksisme! Gelijk loon voor gelijk werk!
- Verleng de regel van twee weken om een nieuw contract te vinden tot een maand. Gelijke rechten voor huishoudwerksters om van werk te veranderen!
- Achturendag voor iedereen!
- Schaf de malafide wervingsbureaus af – voor het recht om op directe wijze personeel aan te werven.
- Voor de vrijlating van de opgepakte feministische en werkende activisten in China!
- Voor een universeel pensioenstelsel in Hongkong – Belast de rijken en schrap de nutteloze infrastructuurprojecten
- Voor massale investeringen in openbare diensten: voor gratis gezondheidszorg, onderwijs, ouderenzorg en kinderopvang om de werklast van werkende vrouwen te verlichten
- Voor socialisme en een nieuwe arbeiderspartij: breek de ondemocratische greep van de miljardairs!
-
Klimaatacties en strijd tegen seksisme: samen tegen het systeem!
Deze en volgende vrijdag zullen belangrijk zijn voor de sociale beweging, niet enkel in België maar internationaal. Op 8 maart, internationale vrouwendag, zullen er wereldwijd betogingen en stakingen plaatsvinden tegen seksisme. De week erna zullen er in een 60-tal landen klimaatstakingen plaatsvinden. In België hebben 3 van de 6 centrales van het ABVV een stakingsaanzegging ingediend. Seksisme en ecologie lijken twee totaal verschillende zaken, desalniettemin zien we dezelfde actiemethoden. Er zijn massabetogingen en de discussie over stakingen wordt steeds luider gevoerd.
Door Kenzo (Gent)
Tekorten in rijke samenleving zetten druk op planeet en zorgen voor verdeeldheid
Vandaag leven we in een maatschappij waar chronische tekorten aan de ene kant ontstaan en ongelooflijke rijkdom aan de andere kant. In 2017 is 82% van alle geproduceerde welvaart richting de 1% rijksten gegaan. Een wereld waar de rijkste 26 mensen evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking en waar de 100 grootste multinationals sinds 1988 verantwoordelijk zijn voor 71% van de wereldwijde uitstoot. Dit zorgt uiteraard voor een enorme sociale onvrede, langs de ene kant worden gigantische rijkdommen opgestapeld en aan de andere kant wordt een diepe put gecreëerd. Maar niet alleen grote lagen van de mensheid worden richting de armoede gedreven of blijven er hopeloos in vast zitten. Ook de natuur wordt verwoest door de winsthonger van het kapitalisme. ExxonMobil stelde recent nog dat het tegen 2025 de olie- en gasproductie met 25% wil opvoeren tegenover 2017, ondanks de gigantische klimaatprotesten.
In veel Afrikaanse landen zorgt de klimaatverandering voor afwisselingen van verschillende vormen van extreem weer. Dit zorgt ervoor dat oogsten steeds vaker mislukken met hongersnood en migratie tot gevolg. De tekorten worden hierdoor groter en daarmee samen ook sociale spanningen. In maatschappijen met grote tekorten komt discriminatie voort om het voortbestaan te garanderen. Vrouwen worden verboden om grond te bezitten vanwege de schaarste, wat ze volledig afhankelijk maken van de vader en/of de echtgenoot. Verder kunnen ze ook niet meer naar school gaan of een andere activiteit uitvoeren maar staan ze in voor de watervoorziening van de familie waardoor ze wandelingen van soms meer dan 5 uur moeten maken om vervolgens andere huishoudelijke taken af te krijgen. Dan komt er nog eens bij dat in veel gevallen vrouwen uitgehuwelijkt worden in ruil voor een bruidschat: het is interessant voor families om dochters vaak op jonge leeftijd uit te huwelijken om te overleven. De strijd tegen klimaatverandering is onderdeel van de strijd tegen alles wat fout loopt in dit systeem en zal een belangrijke rol spelen in de bevrijding van vrouwen in het zuiden. Zolang er tekorten zijn in de maatschappij, zal discriminatie blijven opsteken.
Een ander fenomeen in de neokoloniale wereld is de enorme uitbuiting door multinationals die mensen tewerkstellen aan lage lonen in slechte werkomstandigheden. Mannen verdienen er al te weinig, vrouwen nog minder. Door het bijna niet bestaan van sociale zekerheid zijn grote families belangrijk om te overleven en zoveel mogelijk lonen in een familie te krijgen. Maar ook bestaan er lakse tot nagenoeg geen reglementeringen omtrent uitstoot en vervuiling. In de neokoloniale wereld hebben de multinationals enorme macht. Corrupte regeringen worden via “ontwikkelingshulp” ondersteund om zo een cliëntelistisch netwerk op te richten van lokale ultrarijken die loyaal en afhankelijk zijn tegenover Westerse multinationals.
Opgelet voor valse vrienden!
Zowel in de strijd tegen klimaatverandering als in de strijd tegen seksisme maakt het neoliberalisme gebruik van methodes om mensen te doen geloven dat er iets wordt gedaan terwijl in realiteit het probleem zich juist verdiept. Greenwashing bijvoorbeeld is een methode gebruikt door bedrijven om hun producten beter te doen verkopen door ze ecologisch te doen lijken zoals McDonald’s graag uitpakt als milieubewust bedrijf terwijl hun runderboerderijen (eventueel in onderaanneming) verantwoordelijk zijn voor enorme boskap in het Amazonewoud en de vervuiling van die regio. Anderzijds zien we ook veel pogingen om winst te maken uit duurzame consumptie. Deze producten zijn vaak duurder maar geraken verkocht doordat ze duurzamer zijn, of zo lijken; fairtrade koffie, bio-producten, etc. Maar ook zien we de ontkenning van het probleem. ExxonMobil subsidieert al sinds de jaren 50 onderzoek en denktanks om het verband tussen klimaatverandering en menselijke activiteit te verdoezelen.
Ook met seksisme is dat zo. Langs de ene kant zien we bedrijven die zich als “feministisch” opstellen door “vrouwelijke” varianten van producten te maken om meer winst te maken. Zo wordt het onderscheid tussen man en vrouw enkel verdiept. Of we hebben politici zoals Alexander de Croo die een boek schreef over feminisme, maar laat het nu juist het liberale beleid zijn dat grote aantallen vrouwen verplicht om deeltijds te werken aan magere lonen, publieke diensten afbouwt, de sociale zekerheid afbouwt, etc. Anderzijds zijn er ook weer lagen die seksisme ontkennen door te stellen dat man en vrouw vandaag gelijke rechten hebben, in België alleszins, en dat er dus van seksisme geen sprake meer kan zijn.
Onder het kapitalisme kan men voor de beide problematieken enkel ‘oplossingen’ bieden die de werkende bevolking tegen elkaar opzet en die geen structurele vooruitgang betekenen. Het invoeren van een kerosinetaks bijvoorbeeld om vliegtuigreizen duurder te maken is een typische oplossing van het establishment dat structureel weinig verandert en dat werkenden opzet tegen de betogende scholieren. Het VBO greep die taks dan nog eens aan om te pleiten voor een afschaffing van de index omdat mensen er anders toch niets van zouden voelen. Dit impliceert (volgens het establishment) dat koopkracht van werkenden in tegenstelling staat tot een duurzame economie. Niets is minder waar: dezelfde patroons die gigantische winsten maken, weigeren een echte loonopslag te geven en zijn ook dezelfde patroons die weigeren te investeren in meer ecologische productie. Ook in de strijd tegen seksisme kan het kapitalisme enkel verdeeldheid zaaien met haar oplossingen. Onder het mom van de bevrijding van de vrouwelijke seksualiteit maakte de vrije markt de vrouw tot lustobject om de verkoop van waren te verbeteren. Om de loonkloof weg te werken, wordt vaak gepleit voor een verlaging van de lonen van mannen. Dit wordt vervolgens feministisch en ‘modern’ genoemd. Dat zet mannen tegen vrouwen op en het biedt geen uitweg uit de economisch ondergeschikte positie van vrouwen.
System change
Om zowel seksisme als klimaatverandering te stoppen, hebben we een verandering van systeem nodig. Een systeem waar de private winsten niet meer centraal staan maar de behoeften van de meerderheid van de bevolking. Het kapitalisme vernietigt alle bronnen van rijkdom: mens en natuur.
Om tot een systeemverandering te komen, moeten de werkenden zich één maken als klasse. Dit betekent dat alle bewegingen die zich verzetten tegen de onderdrukking van het kapitalisme verenigd dienen te worden in een beweging tegen het systeem an sich. Bewegingen zijn instinctief geneigd dit te doen. Door eisen van elkaar over te nemen en solidariteit te tonen tussen verschillende bewegingen vormen we een sterker front tegen de oorzaken van de respectievelijke problemen: het kapitalisme. Daar plaatsen wij een socialistisch alternatief tegenover: een samenleving gericht op de noden en behoeften van de meerderheid van de bevolking op basis van een democratische planning van de economie.
Zowel de beweging tegen klimaatverandering als die tegen seksisme zijn sociale bewegingen die ingaan tegen het systeem waar we vandaag in leven. Laten we ons verenigd en internationaal van dit uitbuitende en verwoestende systeem bevrijden!
-
Terugkeer naar strijdbare tradities op internationale vrouwendag!
8 maart 2019 in België: acties, walkouts, marsen, stakingen…
Waar vorig jaar campagne ROSA de enige was die initiatieven nam voor reële actie – en niet slechts conferenties, debatten, media-activiteiten e.d. – met marsen in verschillende steden, is dit jaar het aantal actie-oproepen verveelvoudigd. Vooral de stakingsaanzegging van verschillende vakbonden en vakbondscentrales is een grote stap vooruit.Door Anja Deschoemacker
Daar zijn twee voorname redenen voor: enerzijds de toenemende mobilisaties rond vrouwenkwesties die de laatste jaren een trend is, anderzijds de tumultueuze sociale agenda die zich sinds het jaareinde van 2018 afspeelt met de val van de regering, het afbreken van de loononderhandelingen met een algemene staking op 13/2 en de aanloop naar de komende verkiezingen, dat alles tegen de achtergrond van een exploderende jongerenbeweging rond de klimaatkwestie.
In dit artikel nemen we de vrouwenbeweging onder de loep: waar komt ze vandaan, wat ligt aan de basis, wat zijn de eisen en hoe oriënteert de beweging zich, wat zijn de gelijkenissen en de verschillen met vorige feministische golven? En ook: welke krachten zijn erin aanwezig, welke bondgenoten zijn er voor socialistisch feminisme en wat is de kracht van het burgerlijk feminisme vandaag?
De huidige verhoogde activiteit komt niet uit de lucht vallen. Jonge vrouwen en vrouwelijke werkenden hebben zich steeds meer laten horen en zien in een toename van campagnes rond seksisme en pesterijen, maar zeker ook in de toenemende sociale conflicten in de “vrouwensectoren”, vooral in de gezondheidssector waar de “witte woede” nooit meer echt weg is geweest sinds de eerste massale acties in de sector in 1988.
Aantal buitenshuis werkende vrouwen spectaculair gestegen sinds de jaren ‘60
In vergelijking met de vorige feministische golf in de jaren ’70 heeft de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen zich veralgemeend. Waar het in de jaren ’50 en ’60 nog gebruikelijk was voor gehuwde vrouwen met kinderen om zich uit de arbeidsmarkt terug te trekken (het kostwinnersmodel), is vandaag het tweeverdienersmodel volledig doorgebroken.
Een hoog percentage niet-werkende vrouwen vind je vandaag vooral terug bij eenoudergezinnen, waar de combinatie zorg voor het gezin en werk vaak onhaalbaar is, ook door de combinatie lage lonen en grote flexibiliteit enerzijds en weinig beschikbare en niet-flexibele en dure diensten anderzijds. De hoogste arbeidsmarktparticipatie van vrouwen is te vinden bij alleenstaande kinderloze vrouwen en bij vrouwen in koppels met kinderen.
In een studie van 1994 van het Centrum voor Sociaal Beleid geven ze de volgende cijfers:
“Sinds de jaren 60, en vooral sinds de 70-er jaren, is de deelname van vrouwen in de arbeidsmarkt voortdurend toegenomen. In België steeg de activiteitsgraad (3) van vrouwen van 27,7% in 1970, naar 33,1% in 1985 tot 41% in 1993. In diezelfde periode daalde de mannelijke activiteitsgraad van 70% in 1970 naar 58% in 1993 (Kabinet van de Staatssecretaris voor Maatschappelijke emancipatie, 1989; NIS, 1993). Vooral onder gehuwde en samenwonende vrouwen is de stijging van de arbeidsmarktparticipatie zeer substantieel geweest. In Vlaanderen steeg de participatie in een relatief korte tijdspanne van 15 jaar van 34,5% (1976) naar 61% (1992). Wallonië volgt dezelfde trend, zij het aan een iets trager tempo.” (Berichten Centrum voor Sociaal Beleid, UFSIA – Universiteit Antwerpen, “Werden mannen en vrouwen gelijker? Beroepsloopbanen en inkomens van mannen en vrouwen in de 80’er jaren”. B.Cantillon, R. Vanherck, M. Andries, I. Marx, december 1994 http://www.centrumvoorsociaalbeleid.be/sites/default/files/D%201994%206104%2003.pdf
Sinds 1994 heeft die trend zich volledig doorgezet. In “Trends op de Belgische arbeidsmarkt 1983-2013” biedt Statbel onder de titel “Socio-economisch profiel van de werkende bevolking (1983-2013)” de volgende analyse:
“Het aantal werkende vrouwen groeit met 75%. Het totale aantal werkenden nam tussen 1983 en 2013 met meer dan één miljoen personen toe. In 2013 waren 4.530.000 personen aan het werk ten opzichte van 3.457.000 werkende personen in 1983. Hoewel er nog steeds minder vrouwen dan mannen aan het werk zijn, steeg het aantal werkende vrouwen de laatste drie decennia spectaculair. De laatste 30 jaar kwamen er 890.000 vrouwen met een job bij, dit is een toename met 75%. Het aantal mannen met een job groeide veel minder snel (+ 8%). In 2013 vertegenwoordigden vrouwen 46% van de werkende personen, terwijl hun aandeel in 1983 34% bedroeg. We zien dus duidelijk een vervrouwelijking of feminisering van de arbeid.”
“Waar in 1983 36,3% van de vrouwen tussen 15 en 64 jaar aan de slag was, is dat in 2013 57,2%. De mannelijke werkgelegenheidsgraad, die 66,4% bedraagt in 2013, is over de ganse periode vrij constant gebleven (tussen 66% en 69,5%). De laatste jaren vertoont de mannelijke werkgelegenheidsgraad een licht dalende trend omwille van de financieel-economische crisis die vooral gevolgen had voor de mannelijke werkgelegenheid in de industrie. De grote inhaalbeweging van vrouwen op de arbeidsmarkt zorgt ervoor dat de kloof tussen de mannelijke en vrouwelijke werkgelegenheidsgraad verkleint van 32,5 procentpunten in 1983 naar 9,2 procentpunten in 2013.”
(statbel ‘Trends op de Belgische arbeidsmarkt 1983-2013’ – https://statbel.fgov.be/sites/default/files/files/documents/Analyse/NL/analyse-b_nl_tcm325-261813.pdf)
Vrouwen oververtegenwoordigd in sectoren die wel moeten vechten omdat het water hen aan de lippen staat
Dat een meerderheid van vrouwen vandaag buitenshuis werkt, betekent echter niet dat zij ook financiële onafhankelijkheid hebben bereikt. Zowat de helft van de werkende vrouwen werkt deeltijds en, gezien zowat alle ondersteuning zoals deeltijdse werkloosheidsuitkeringen in drie decennia van neoliberale afbouw is weg bespaard, kan in de huidige periode van hoge woningprijzen en een hoge levensduurte niet op eigen benen staan zonder in de armoede te verzeilen.
Vrouwen maken in veel van de nieuwe sectoren – gekenmerkt door lage lonen, deeltijds werk, tijdelijke en onzekere contracten, weinig of geen vakbondstradities – de meerderheid van de werkenden uit, in sectoren als de onthaalmoeders en de dienstenchequebedrijven zelfs meer dan 90%. De aangroei van de dienstensector – zowel in privé-diensten als in door de overheid gesubsidieerde diensten – is al geruime tijd de belangrijkste factor in de jobtoename op de arbeidsmarkt, terwijl industriële tewerkstelling blijft afnemen.
De toename van onzekere statuten vindt ook plaats in de openbare diensten, waar in veel gevallen het aantal contractuele werknemers groter geworden is dan het aantal statutairen. Dat gebeurde door decennia van aangehouden besparingsbeleid met o.a. een benoemingsstop. Ook in openbare tewerkstelling is met andere woorden het aantal jobs die niet voldoende zekerheid biedt om onafhankelijk te leven zonder arm te zijn spectaculair toegenomen.
In deze sectoren is al jaren een toegenomen actiebereidheid waar te nemen. In de zorgsectoren – een vrouwensector bij uitstek, ook als steeds meer mannen erin tewerkgesteld zijn – is de witte woede een begrip geworden, al sinds eind jaren ’80 komt de sector zeer regelmatig en massaal in beweging rond lonen en arbeidscondities. Vakbondsaanwezigheid en –tradities hebben zich ondertussen opgebouwd en blijven zich verder opbouwen. Ook in de harde strijd in de supermarktsector, waar het patronaat een algemene aanval heeft ingezet tegen de vroeger verkregen arbeidscondities in de sector, staan vrouwelijke werknemers centraal in het verzet.
De realiteit op de arbeidsmarkt – en de gevolgen ervan voor de levens en de positie van grote lagen vrouwen – botst zo hard met de ideeën van het post-feminisme dat na de laatste feministische golf een hele historische periode dominant was, dat een enorme kloof was gegroeid tussen de officiële vrouwenorganisaties en hun propaganda enerzijds en de realiteit zoals vrouwen – en vooral jonge vrouwen – ze ervaren. Toen de vrouwenstrijd opnieuw opflakkerde, was dat dan ook niet rond de gekende boegbeelden van het burgerlijk feminisme, noch rond de eisen die in die kringen gebruikelijk waren. In de VS kwam de opflakkering van de vrouwenstrijd er zelfs op het moment dat Hillary Clinton, hét boegbeeld van het burgerlijk feminisme, gesteund door alle officiële vrouwenorganisaties, een pijnlijke nederlaag had geleden tegen Trump.
Vrouwen zijn niet langer een kleine minderheid in de vakbonden
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de socialistische vakbond in haar campagne naar de algemene staking van 13 februari en vooral in haar campagne voor een algemeen minimumloon van 14 euro/uur een hele reeks vrouwenjobs naar voor bracht, waar het minimumloon een stuk onder die 14 euro ligt: kapster, kuisvrouw, kinderverzorgster, …
De aanwezigheid van grote lagen vrouwelijke leden die om actie vragen, heeft zich in beide grote vakbondsfederaties in de laatste 10-15 jaar vertaald in een grotere gevoeligheid voor een aantal centrale eisen die voor vrouwelijke werkenden cruciaal zijn. Het gaat hem niet langer om enkel quota voor de vakbondsstructuren (afgesproken in de jaren ’80) maar om de opname van eisen en het voeren/steunen van strijd die vrouwen betrekken in de vakbondsstrijd.
De laatste jaren zijn de specifieke vrouwencampagnes van de beide grote vakbonden niet meer weg te denken. En de zoektocht naar ideeën, eisen, programma, strategie en tactieken is volop bezig. Het ABVV heeft twee jaar geleden de samenwerking rond Equal Pay Day met Zij-kant (vrouwenorganisatie van de verburgerlijkte Vlaamse sociaaldemocratie en bijna niet te onderscheiden van de liberale vrouwenorganisaties) verbroken. Vrouwencommissies zoeken naar ideeën en een programma en ROSA wordt regelmatig uitgenodigd om zich er voor te stellen, sinds kort ook voor het eerst binnen de christelijke vakbond.
Staking op 8 maart
Het ontbreken in België van tradities binnen de arbeidersbeweging van aandacht voor de vrouwenkwesties maakt dat de ideeën in die debatten vaak nog zeer verward zijn, zoals de samenwerking tussen het ABVV en Zij-kant toonde.
In de christelijke vakbond, die na Me Too niet alleen studies heeft gevoerd naar het voorkomen van seksuele pesterijen op de werkvloer in een aantal vrouwensectoren, maar ook een brede discussie heeft gevoerd over seksisme en seksuele pesterijen binnen haar eigen rangen, werd gereageerd op een stakingsoproep van een kleine groep voornamelijk kleinburgerlijke feministische activisten die zich vorig jaar groepeerden in het “8 maart collectief”.
Waar dit collectief door het lanceren van een oproep de aanzet heeft gegeven voor een zich uitbreidende stakingsoproep, wat zeer positief is, is hun oproep zelf zeer beperkt. Het collectief roept op tot een vrouwenstaking van het betaalde werk, het huishoudelijke werk/zorg en een seksstaking. Die oproep werd zo overgenomen door het CNE, maar eenmaal onder bespreking binnen de vakbond zelf kon dat karakter niet behouden worden. De stakingsaanzegging, en in een aantal werkplaatsen en sectoren de reële mobilisatie naar een echte staking, geldt voor alle vakbondsinitiatieven op 8 maart zowel voor vrouwen als voor mannen en de stakingsaanzegging geldt uiteraard voor een staking in de werkplaatsen.
ROSA steunt de stakingsoproep, maar enkel de oproep voor een staking van het betaalde werk, uiteraard voor zowel vrouwen als mannen, voor hogere lonen, tegen het besparingsbeleid en tegen seksisme. We denken dat een staking van het werk en zorg in het huishouden voor een belangrijk deel van de vrouwen niet haalbaar is (een derde van de gezinnen met kinderen in Brussel zijn eenoudergezinnen). Belangrijker nog is dat zo’n “staking” geen staking is, maar een individuele actie waarbij het niet duidelijk is tegen wie het is gericht. Het legt de nadruk op de individuele strijd binnen het gezin om wie wat doet.
Volgens ROSA is dat niet de weg vooruit, het zijn niet individuele, maar juist structurele elementen in de samenleving die maken dat de klassieke rolverdeling tussen mannen en vrouwen blijft bestaan. Wij brengen juist de socialisatie van de “huishoudelijke” taken en zorg naar voor. De nieuwe toename van het werk binnen het gezin is een gevolg van de afbouw van het sociale beleid en de openbare diensten.
ROSA roept ook op om niet zomaar een slag in het water te slaan, maar om de staking op 8 maart echt te organiseren en te gebruiken om de eenheid en solidariteit van het personeel op de werkplaats zelf te versterken via het betrekken van het hele personeel. In een aantal werkplaatsen, waar LSP-leden al geruime tijd een basis hebben opgebouwd en met ROSA tussen zijn gekomen voor de 8 maart-staking, gaat de walkout gepaard met een algemene personeelsvergadering over de problematiek zoals ze zich voordoet op de werkplaats zelf en in de bredere samenleving. Dat is het geval in de Universiteit Gent en de Vrije Universiteit Brussel en in het Brugman-ziekenhuis in Brussel.
Welk verband met #MeToo en de brede beweging tegen seksisme?
Waar de steeds grotere aanwezigheid van vrouwen in de vakbonden, gecombineerd met de noodzaak van strijd in een hele reeks vrouwensectoren (besparingen in de openbare diensten en de gesubsidieerde zorgdiensten, herstructurering in privé-diensten, nieuwe nog grotendeel ongeorganiseerde sectoren), de houding van de vakbonden tegenover de bredere vrouwenkwestie heeft veranderd, kwam de duw om over te gaan tot actie van de jonge vrouwen die in de laatste jaren luidkeels hun ongenoegen over het dagelijkse seksisme hebben laten horen.
Campagnes op sociale media die massaal veel vooral jonge vrouwen betrokken, zoals “wij overdrijven niet” (2015), gevolgd door “wij spreken voor onszelf” hebben het thema al enkele jaren hoog op de agenda gehouden. Hoewel vooral jonge vrouwen er actief in betrokken waren, was het duidelijk dat veel vrouwelijke vakbondsactivisten er een toenemende interesse in hadden. Al jarenlang zijn badges rond vrouwenkwesties bij het best verkochte materiaal op vakbondsbetogingen.
Toen #MeToo wereldwijd uitbrak, was dat in Vlaanderen dan ook een take 2. Waar in die eerste sociale media campagnes de kwestie van seksuele pesterijen in machtsrelaties (in het onderwijs tussen leerling/student en leerkracht/professor, tussen onbekende slachtoffers van bekende figuren, op de werkvloer tussen ondergeschikten en chefs/bazen) slechts één element was in de brede aanklacht tegen seksisme overal in de samenleving en vooral op straat, lag in het #MeToo fenomeen in België de nadruk onmiddellijk op de werkvloer, met vakbondsdelegaties die hun verantwoordelijkheid opnamen om terechte klachten op te nemen. Sindsdien zijn binnen de vakbonden verschillende initiatieven genomen, vaak nog steeds verward over ideeën en programma, maar met een zeer grote openheid voor de ideeën die ROSA verdedigt.
Maar de grote achterliggende reden voor de stakingsaanzegging door steeds meer vakbonden en vakbondssectoren is de huidige dynamiek van een oplopend sociaal conflict, waar een enorm dynamisch voorbeeld uitgaat van de jongerenstakingen voor het klimaat. De sociale agenda voor de komende maand zit propvol, met allerlei campagnes van vakbonden, vrouwenbeweging, jongerenbeweging, beweging van sans-papiers, … die steeds meer samenlopen en overgaan in een breed verzet tegen het huidige systeem en de plaats hierin van grote bedrijven en regeringen. Zonder dit bredere kader zou het idee voor een staking op 8 maart en 16 maart (klimaatstaking) niet zomaar ingang hebben gevonden.
Anti-seksisme is een belangrijke radicaliserende factor onder jongeren terwijl burgerlijk feminisme niets te bieden heeft.
In België heeft zich geen massabeweging van vrouwen voorgedaan, wat wel het geval was in grote delen van de wereld, o.a. in Ierland, Spanje, Polen, IJsland, India, Turkije, de VS en verschillende landen in Latijns-Amerika. Maar zeker onder jongeren is het een stemming die zeer breed aanwezig is en gekenmerkt wordt door een sterk aanwezige systeemkritiek.
Natuurlijk zijn in de vrouwenacties, die nog steeds groeien in aantal deelnemers, en in de discussies op sociale en andere media allerlei krachten aanwezig die hun plaats in het debat opeisen. Maar het is duidelijk dat de dynamiek in de nieuwe strijd niet uitgaat van de oude burgerlijk feministische organisaties, die het moeilijk hebben hun stempel op de beweging te zetten. Hoewel ze soms in de media worden opgevoerd, hebben de jonge activisten vaak nog nooit van hen gehoord of vinden ze het totaal ongeloofwaardig dat vrouwelijke establishmentfiguren het verschil zouden maken.
Dat werd nogmaals aangetoond in de afwikkeling van het dossier van het abortusrecht, waarbij de sociaaldemocratische en liberale partijen een wetsvoorstel indienden voor een echte depenalisering en stappen vooruit in het recht op abortus (o.a. een verlenging van de periode), maar geen enkele strijd hierrond organiseerden. Het leidde tot de situatie waarin de rechtse regering zelf een voorstel uitwerkte, dat in de realiteit niets verandert, dat uiteindelijk ook door de liberale partijen werd gestemd. Iedereen had zich geprofileerd en daarmee was de kous af.
Het is niet nieuw dat er een belangrijke component van arbeidersklassevrouwen actief is in de feministische golf, dat was bij de vorige golven ook het geval. De protesten eind jaren ’60 en vooral in de jaren ’70 werden in België ingeluid door de vrouwenstaking voor “gelijk loon voor gelijk werk” van de arbeidsters van FN in 1966, die 12 weken duurde en leidde tot belangrijke toegevingen. Het is wel nieuw dat burgerlijke vrouwenorganisatie en burgerlijke vrouwelijke politici de beweging niets te bieden hebben.
Stemrecht, de wettelijke gelijkheid, het doen verdwijnen van vrouwonvriendelijke bepalingen in het familierecht, abortus, … Het zijn allemaal eisen waarrond vrouwen van verschillende klassen zich konden verenigen en de breuk tussen de burgerlijke vrouwenbeweging en de beweging van de arbeidersvrouwen (verbonden aan de socialistische of communistische partijen en/of de vakbonden) speelde zich af op een ander terrein, in de arbeidersstrijd waar algemene eisen die van belang zijn voor werkende vrouwen door de burgerlijke vrouwenorganisaties niet werden gesteund.
Nu zijn de zaken anders. De burgerlijke vrouwenorganisaties fixeren zich sinds de jaren ’80 op zaken als quota voor belangrijke functies in het bedrijfsleven en de politiek – dat is het enige programma die hen overblijft. Voor de grote meerderheid van vrouwen maakt dat geen enkel verschil uit. Ook de – puur symbolische, want onuitvoerbare – anti-seksisme-wet die werd gestemd na de eerste grotere publieke discussie over seksisme na het verschijnen van de documentaire “femme de la rue” over straatpesterijen, liet zeer weinig indruk na.
De eisen die al enkele jaren naar voor worden gebracht door de vrouwenorganisaties verbonden aan de arbeidersbeweging zijn van een heel andere soort. Femma (vrouwenorganisatie van de katholieke arbeidersbeweging in Vlaanderen) heeft enige jaren terug de oude eis voor arbeidsduurvermindering opnieuw gepopulariseerd binnen het kader van het doen functioneren van de combinatie werk en gezin en de gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Hun breed besproken eis voor een 30-urenweek is ondertussen opnieuw overgenomen door verschillende vakbonden in de meer “syndicale” formule van een 30- of 32-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, een oude syndicale eis die lang opgeborgen is gebleven.. Er is een focus op lonen en pensioenen, waar de eisen van het ABVV vandaag (en het actieprogramma) voor een algemeen minimumloon van 14 euro/uur en een minimumpensioen van 1500 euro/maand perfect op inspelen.
De burgerlijk feministische politica houden zich zeer ver van deze eisen en daar waar de sociaaldemocratische vrouwelijke parlementairen het doen uit opportunisme, beschikken ze over zeer weinig geloofwaardigheid.
In de strijd tegen seksisme missen ze bovendien een aantal cruciale elementen om hun populariteit op te vijzelen. Het anti-seksisme van vandaag richt zich niet algemeen tegen alle mannen, maar is veel meer dan in het verleden gericht op de grote bedrijven en het beleid dat wordt gevoerd ten voordele van de grote bedrijven. In die zin heeft het bewustzijn veel gemeen met wat ook in de jongerenbeweging rond het klimaat aanwezig is: er is verwarring, er zijn elementen van het zoeken naar individuele oplossingen, een zeker moralisme, maar ook een begrip onder brede lagen van activisten dat deze zaken niet voldoende zijn en dat meer diepgaand moet ingegrepen worden in hoe de samenleving functioneert.
Kleinburgerlijk feminisme versus socialistisch-feminisme
De ideeën van de arbeidersklassevrouwen vinden hun weg in de beweging, maar ze worden ook tegengewerkt door kleinburgerlijke krachten die zich vandaag vooral baseren op theorieën rond identiteitspolitiek. In België hebben deze krachten in de laatste jaren geprobeerd het principe van de ongemengde actie in de praktijk te brengen, tot zover met weinig succes. Maar hun ideeën hebben door de soms radicale voorstelling ervan een zekere aantrekkingskracht.
De laatste jaren oriënteren alle sociale bewegingen zich in België op de syndicale beweging en nemen er de actiemethodes van over. Het is een natuurlijk gevolg van de aangehouden massale actie van de arbeidersklasse sinds het enorme actieplan van 2014. De drukke vakbondsagenda van dit jaarbegin is echter niet iets dat eeuwig kan duren, het is een nieuwe opstoot in de stakingsgolf die volgde op het aan de macht komen van een zuiver rechtse regering voor de eerste keer sinds midden jaren ’80.
Maar hoewel de macht van de arbeidersbeweging in de samenleving, haar enorme numerieke overwicht en haar capaciteit om enorme massa’s mensen in verzet op straat te brengen, zich de laatste jaren openlijk manifesteert, is het binnen de vakbondsrangen zelf voor brede lagen van strijdbare militanten duidelijk dat de leiding niet over een strategie beschikt om te winnen. Het actieplan van 2014 was een enorm positieve en enthousiasmerende ervaring, maar eindigde in een pijnlijke capitulatie van de leiding die afzag van het verder opbouwen van de beweging om de regering de genadeslag te geven. Er werd “gewacht op de volgende verkiezingen”. De huidige volle actie-agenda gebeurt zonder echt actieplan en zonder duidelijk perspectief wat het moet opleveren.
Dat gebrek aan perspectief en strategie van de vakbondsleiding heeft alles te maken met een gebrek aan een politieke organisatie van de arbeidersklasse. De beide grote vakbonden hangen nog altijd (weliswaar met minder draadjes) vast aan de oude sociaaldemocratische en christendemocratische partijen. Er zijn interessante ontwikkelingen, met vooral de Waalse socialistische vakbond die oproept voor de vorming van een linkse regering in Wallonië van PS, Ecolo en PTB en de aanhoudende discussie over de politieke vertegenwoordiging van de vakbondseisen die zich in de Waalse vakbonden intern afspeelt.
Voorlopig blijven we echter in de situatie dat de arbeidersbeweging politiek dakloos is. De vakbonden worden wel gezien als sterke strijdbare organisaties, die belangrijke eisen verdedigen, maar ze zijn geen organisaties die maatschappijverandering als voornaamste en centrale doel hebben. Ze hebben daar geen strategie voor en het is pas de laatste jaren dat de defensieve strijd opnieuw hier en daar plaats maakt voor een offensieve retoriek en strijd rond een aantal algemene eisen die een breed maatschappelijk effect kunnen hebben.
In dat kader waarin de burgerlijke krachten geen oplossingen te bieden hebben en waarin de arbeidersklasse niet over de instrumenten beschikt (een partij die discussie en debat mogelijk maakt en eengemaakte actie die daaruit voortvloeit) om ook die bredere discussie in de samenleving te sturen, zullen kleinburgerlijke ideeën opgang maken in alle verzetsbewegingen tegen het huidige systeem en de miserie en problemen die het veroorzaakt.
Het spreekt vanzelf dat socialistische feministen moeten antwoorden op alle voorstellen die de kop opsteken in de vrouwenbeweging en het potentieel hebben de arbeidersklasse te verdelen. We hebben de beste kansen om dat te doen als we onderdeel zijn van de strijd en in de strijd de beste eisen en actiemethodes voorstellen.
Rosa Luxemburg verdedigde de deelname van de arbeidersbeweging aan de strijd voor vrouwenstemrecht omdat het politiseren van arbeidersvrouwen en hen betrekken in de strijd enkel winst oplevert voor de arbeidersklasse, enkel een versterking van haar organen die aanzwellen met de massa van arbeidersvrouwen, enkel een versterking van de eenheid en de solidariteit binnen haar eigen rangen. Met de ROSA-campagne is het die taak die we willen vervullen: het betrekken van vrouwen in de arbeidersbeweging en –strijd, ook door het verzekeren dat de arbeidersbeweging ook de eisen van alle onderdrukte groepen opneemt. Het niet doen, laat jonge vrouwen en vrouwelijke werkenden die genoeg hebben van het seksisme die ze overal ervaren over aan de steriele burgerlijke vrouwenpropaganda en de radicaal klinkende maar sectaire en verdelende propaganda van het kleinburgerlijk feminisme.





