Your cart is currently empty!
Tag: Zelzate
-

Zelzate: voor rechts is elke stap weg van besparen onaanvaardbaar
Links bestuursakkoord: stap vooruit, maar ook gemiste kansen

Brug over het kanaal Gent-Terneuzen in Zelzate. Foto: Wikicommons Na vier weken onderhandelen is er een bestuursakkoord tussen SP.a en PVDA in Zelzate. Voor het eerst in België zal de PVDA op gemeentelijk niveau deelnemen aan het beleid. VOKA reageerde furieus en riep op tot een boycot van het bestuur. Veel linkse kiezers in Vlaanderen onthaalden het akkoord als een welgekomen linkse hoop in een periode waar hoofdzakelijk meerderheden tussen rechtse partijen ontstaan.
Door Fabian
De voorzitters van N-VA, Open Vld en CD&V tuimelden over elkaars voeten om de coalitiekeuze van de lokale SP.a afdeling als ‘onverantwoord’ te bestempelen en maakten gewag van ‘een gemeentebestuur met communisten’ dat volgens Gwendolyn Rutten zelfs “gevaarlijk is voor de liberale democratie”. Veel Zelzatenaren haalden eens de schouders op wanneer ze een zoveelste vergelijking met Venezuela of Noord-Korea hoorden.
In het bestuursakkoord staan enkele sympathieke maatregelen die door de Zelzatenaren zullen worden verwelkomd: er zullen geen afsluitingen van elektriciteit of water plaatsvinden in de gemeente, er komen zonnepanelen op gemeentegebouwen, er komt een halftijdse cultuurmedewerker en een extra opbouwwerker, het budget om de voetpaden te herstellen gaat met 50% omhoog, er komt gratis busvervoer voor minder mobielen, de zelfstandigen en kleine bedrijven zullen minder belastingen betalen, enkele grote bedrijven meer, de huisvuilbelasting zal uitdoven en de 100.000 euro die op het bestuur zelf wordt bespaard gaat naar armoedebestrijding. Daarnaast zullen een aantal andere maatregelen verder worden onderzocht, met andere woorden: het is weinig waarschijnlijk dat daarvoor de nodige middelen worden gevonden.
“Een ‘systeemswitch’ zoals de PTB in Molenbeek of Luik voor ogen had, staat in Zelzate voorlopig niet op stapel.” Zo omschreef Karel Verhoeven in De Standaard het akkoord. Waarom reageren de klassieke partijen dan toch zo furieus? Zelfs al zijn de maatregelen heel beperkt, het beleid zet een kleine stap in de ‘andere’ richting en net daarom wordt het bestreden. Voor de rechtse partijen moet elke kans op progressieve maatregelen uitgesloten worden. Besparen op de uitgaven die de bevolking ten goede komen, is het enige ‘aanvaardbare’ beleid. Gemeenten die extra middelen willen, moeten die maar zoeken via neoliberale citymarketing. Een groot dorp met iets meer dan 12.000 inwoners dat het ‘anders’ wil doen, wordt daarom zo fel bestreden. Wie weet zouden de inwoners van andere gemeenten er wel inspiratie uit kunnen halen.
Het kleine dorp dat dapper weerstand biedt
Zelzate ligt als arbeidersdorp in de schaduw van staalfabriek Sidmar, wordt door het kanaal Gent-Terneuzen doormidden gesneden en ligt op een belangrijke regionale verkeersknoop. De PVDA heeft er sinds de jaren zeventig een aanwezigheid via haar dokterspraktijk ‘Geneeskunde voor het Volk’ waar mensen aan terugbetalingstarief terecht kunnen. Intussen maken 3.000 Zelzatenaren hiervan gebruik. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 kende de partij er een doorbraak met 21,67% van de stemmen. In 2012 werd dat 22% en dit jaar 22,8%. De rechtse coalitie van VLD-SD, CD&V en N-VA – de eerste zonder SP.a in tachtig jaar – werd door de kiezer afgestraft voor haar asociaal beleid.
De sociale problemen in de gemeente zijn dezelfde als in vele andere delen van het land. Er zijn 450 werklozen in de gemeente, een jongerenwerkloosheid van 19%. Er staan meer dan 300 gezinnen op de wachtlijst voor een sociale woning. Er zijn slechts 23 kinderopvangplaatsen per 100 kinderen van 0 tot 2 jaar. Rond deze problematieken merken we niets op in het bestuursakkoord. Het zou de indruk kunnen wekken dat je op gemeentelijk vlak geen instrumenten hebt om daar iets aan te doen.
Op die plaatsen waar de PVDA geen ambitie had om deel te nemen aan het beleid, werd het verkiezingsprogramma opgebouwd rond eisen als gratis openbaar vervoer en het bouwen van een aanzienlijk aantal sociale woningen om zo een groter deel van het woningbestand in publieke handen te krijgen. In Zelzate was daar echter geen sprake van. Nochtans kan bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer ook in een kleine gemeente een hefboom zijn om met De Lijn te onderhandelen om het aanbod in de gemeente op te trekken. In het ontwerpakkoord uit 2000 dat werd onderhandeld tussen VLD, CD&V en de PVDA en uiteindelijk door Guy Verhofstadt werd gekelderd, stond het invoeren van gratis openbaar vervoer op het Zelzaatse grondgebied. Waarom waren er in het PVDA-verkiezingsprogramma in Zelzate geen offensieve eisen opgenomen?
Naast de ambitie om door te breken in de centrumsteden, had de PVDA blijkbaar ook de ambitie om zich als aanvaardbare politieke partner op te stellen in enkele gemeenten. Dit verklaart ook de reactie van de partij op het publieke debat over het bestuursakkoord. De nadruk lag op het feit dat het helemaal geen radicaal plan is en dat er geen radicale maatregelen in staan.
Was dit het best haalbare?
Het is niet evident om als consequent linkse partij vandaag in het beleid te stappen. De hogere overheden hebben de steden en gemeenten op water en brood gezet. Daarnaast maken de Europese regels een publiek investeringsprogramma bijna onmogelijk.
Een belangrijke basis om te oordelen over een bestuursakkoord is de vraag of er met de opgesomde maatregelen een oplossing kan worden geboden aan de noden in de gemeente. Wat zeg je tegen de honderden gezinnen op een wachtlijst voor een sociale woning of een kinderopvangplaats of tegen die jongeren die geen werk vinden? Sorry, maar wij kunnen niets doen? Zouden we er ons bij neerleggen als de Vlaamse regering dit argument gebruikt omdat de belangrijkste instrumenten om grote kapitalisten meer te laten bijdragen federale bevoegdheden zijn? Of als de federale regering op zijn beurt argumenteert dat een dergelijke verandering enkel op Europees niveau kan?
Eens consequent links de politieke krachtsverhouding heeft om in een progressief bestuur te stappen, moet dit uiteraard ernstig overwogen worden. Het bestuur aan rechts overlaten, leidt immers tot meer besparingen en een ondermijning van de levensstandaard van de werkenden en hun gezinnen. Het is een belangrijke discussie, ook al omdat de PVDA in Zelzate een model voor toekomstige coalities ziet. “Zelzate is een pilootervaring. Een eerste experiment van hoe we een gemeente besturen, door te steunen op de mensen. Democratie van onderuit is voor ons cruciaal. We willen tonen dat er wel een alternatief progressief beleid mogelijk is tegenover het afbraakbeleid van rechts.”
Het vertrekpunt van de PVDA in Zelzate is het formele kader waarbinnen aan politiek mag gedaan worden. De budgettaire beperkingen worden nageleefd. De druk van VOKA en de klassieke partijen heeft onder meer als doel om deze houding van de PVDA te verzekeren. Maar dat volstaat niet voor VOKA en haar politieke handlangers: ze zullen er alles aan doen om elke progressieve verandering in Zelzate te doen mislukken.
Confrontatie komt er sowieso
De benadering die wij verdedigen, is om te vertrekken van de noden en aan de hand daarvan een programma op te stellen. Dat zou in een gemeente als Zelzate onder meer de bouw van enkele honderden sociale woningen omvatten of de invoering van gratis openbaar vervoer. Het invoeren van een arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week, zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, voor het gemeentepersoneel, zou steun krijgen van alle strijdbare syndicalisten in het land. Er kan voorgesteld worden om met de gemeente actief in te gaan tegen seksisme en dit te concretiseren door voldoende kinderopvangplaatsen te voorzien en een gratis warme schoolmaaltijd voor elk kind.
Het belangrijkste argument tegen een dergelijke benadering is de onbetaalbaarheid ervan. Onze noden zijn nooit betaalbaar, als het van de werkgevers en hun politici afhangt. Maar er moet effectief gezocht worden naar instrumenten om dit beleid te realiseren. Een lokale taxshift kan een rol spelen, maar er zal ook mobilisatie van de lokale bevolking nodig zijn om meer middelen af te dwingen van de hogere overheden. In zo’n strijd zou het progressieve bestuur en de bevolking van Zelzate de actieve steun krijgen van werkenden uit heel het land. Het zou immers een model zijn van strijdbaarheid om offensieve eisen te realiseren, en niet zozeer het model van bescheiden kleine stapjes dat nu in de steigers staat.
Zou de lokale SP.a-afdeling hier wel mee akkoord gaan? Op zijn minst zou de SP.a voor de keuze moeten geplaatst worden: stapt de partij mee in dit verhaal of wordt liever met de VLD in zee gegaan?
De wijkraden waarvan sprake in het bestuursakkoord zouden de ideale plaatsen zijn om de bevolking mee te betrekken in dit offensieve verhaal. In het verleden zijn lokale raden van de bevolking te vaak verworden tot instrumenten waar de bevolking enkel mocht beslissen over de verdeling van de tekorten. Als er bij wijze van spreken 100.000 euro ter beschikking is, terwijl er nood is aan 1.000.000 euro, mag de bevolking kiezen wie wel iets krijgt en wie niet. Onder het mom van democratische participatie van onderuit wordt op die manier een besparingsbeleid gerechtvaardigd. Dat kan uiteraard niet het doel zijn. Maar daarmee komen we terug op de kwestie van de nodige middelen afdwingen.
De PVDA staat in Zelzate voor een grote uitdaging. Er wordt terecht vanuit alle hoeken naar Zelzate gekeken. Er zijn machtige instanties die niets liever willen dan een mislukking in Zelzate. Zij voeren het offensief meteen op en aarzelen niet om het op een brutale manier te doen. Daartegenover zal het niet volstaan om een milde, bescheiden en constructieve opstelling aan te nemen. Elke stap weg van het besparingsbeleid is onaanvaardbaar voor de kapitalisten en hun politieke marionetten. Vanuit die hoek komt er sowieso een confrontatie.
Daar kunnen we ons best op voorbereiden. Waarom niet beginnen met een manifestatie op de dag dat het nieuwe gemeentebestuur wordt ingezworen? Om de actieve steun in Zelzate en de solidariteit in de rest van het land te organiseren, zal een offensief socialistisch programma nodig zijn. Dat sluit aan bij de concrete noden rond (kinder)armoede, werkloosheid, betaalbare huisvesting, werkbaar werk en andere sociale kwesties.
-
N-VA grijpt coalitie in Zelzate aan om cordon sanitaire verder af te brokkelen

Protest tegen Schild & Vrienden eind september. Leden van die groep die mediabelangstelling kregen, werden van de kieslijsten gehaald maar niet uit de N-VA gezet. Zo ver gaat de ‘democratische hygiëne’ binnen N-VA blijkbaar niet… Het was opmerkelijk: na de coalitievorming in Zelzate waar SP.a en PVDA een bestuur vormen, weerklonk van de rechterzijde plots het verwijt dat het cordon sanitaire was doorbroken. Werkgeversfederatie VOKA riep op om niet met het nieuwe bestuur samen te werken. N-VA, dat nooit enthousiast was over het cordon sanitaire, had het plots over een gebrek aan “democratische hygiëne.” Wat zit hier achter?
Artikel door Geert Cool, woordvoerder Blokbuster
Wat is het cordon sanitaire?
Het cordon sanitaire is een afspraak tussen de gevestigde partijen om niet met het Vlaams Blok, de voorloper van het Vlaams Belang, in coalitie te gaan. Het eerste voorstel rond een cordon sanitaire kwam er in 1989, na de doorbraak van het VB in de gemeenteraadsverkiezingen in Antwerpen. Het akkoord hield echter niet lang stand: nadat de VU er de stekker uit trok volgden CVP en PVV. Pas na zwarte zondag 1991 – en vooral na het massale spontane protest tegen racisme dat daarop volgde – kwam het in november 1992 tot een afspraak tussen de verkozen partijen in de Vlaamse Raad, voorloper van het Vlaams Parlement, om geen coalities met het VB te vormen. Dat was het cordon sanitaire, een term die in 1989 door onderzoeksjournalist Hugo Gijsels naar voor werd geschoven en nadien overgenomen werd door Jos Geysels (Agalev) die aan de kar trok om tot een cordon sanitaire te komen.
Wij namen steeds een standpunt in dat vertrekt van verzet tegen bestuursdeelname door extreemrechts. Als het aan de macht is, kan extreemrechts een deel van zijn haatpolitiek proberen te realiseren. Het versterkt bovendien het zelfvertrouwen van allerhande neofascistische bendes die niet aarzelen hun zelfvertrouwen in vuistslagen en ander geweld om te zetten. Maar tegelijk merkten we toen reeds op dat we voor de strijd tegen extreemrechts niet op de gevestigde partijen kunnen vertrouwen. Het cordon sanitaire biedt geen antwoord op de voedingsbodem van extreemrechts, maar er is verzet nodig tegen elke versterking van extreemrechts. De logische conclusie is dat we zelf ons antifascistisch verzet moeten organiseren en doorheen onze mobilisaties alternatieven naar voren schuiven.
Met Blokbuster speelden we een actieve rol in de antiracismebeweging van de jaren 1990. We richtten ons daarbij niet op de gevestigde partijen, maar op jongeren en werkenden. Blokbuster was een instrument voor veel antiracisten, vooral jongeren, om de spontane golf van woede tegen extreemrechts een georganiseerde uitdrukking te geven. We vertrokken van wat nodig is om de voedingsbodem van extreemrechts te bestrijden: een antwoord op de sociale tekorten die openheid creëren voor verdelende retoriek. Vandaar onze nadruk op slogans als ‘Jobs, geen racisme’ en arbeidsduurvermindering om het beschikbare werk te verdelen in plaats van de werkende bevolking te laten verdelen.
De sterke antiracistische beweging begin jaren 1990 speelde ongetwijfeld een belangrijke rol in de totstandkoming van het cordon sanitaire in 1992. Tegen de achtergrond van een beweging was het vormen van een coalitie met extreemrechts een groot risico: het kon protest opwekken dat verder ging dan wat de antiracistische beweging toen betekende. De erfenis van de antiracistische beweging speelde mee in het overeind houden van het cordon sanitaire de afgelopen jaren. Zonder sterke antiracistische mobilisaties vandaag, worden stappen gezet om daar verandering in te brengen.
Waar het De Wever om te doen is…
Het is opmerkelijk dat de politieke rechterzijde vandaag plots een andere inhoud geeft aan het cordon sanitaire, door N-VA omgetoverd tot de term ‘democratische hygiëne’. Het cordon sanitaire was steeds gericht op de strijd tegen extreemrechts. Maar zoals wel meer gebeurt, probeert rechts iets te recupereren om er meteen een andere inhoud aan te geven. Het doel is wellicht niet zozeer om coalities met PVDA te vermijden, maar wel om de deur open te zetten voor samenwerking met het VB of toch minstens delen van die partij. Strateeg De Wever probeert uit elke stap van zijn tegenstanders voordeel te halen.
Pogingen om na de gemeenteraadsverkiezingen het cordon sanitaire tegen extreemrechts te breken, botsten op de ranzigheid van Guy ‘chocomousse’ D’Haeseleer. Samenwerking met de Chinese spion Dewinter in Antwerpen is evenmin aan de orde van de dag. Niet alleen zijn er opmerkelijke internationale contacten, maar vooral de tanende ster van Dewinter in Antwerpen zelf speelt een rol. Bovendien zou een coalitie met Dewinter in Antwerpen de federale regeringsvorming volgende zomer nog moeilijker maken.
Tegelijk zijn er wel deuren op een kier gezet. Grimbergen was daar een voorbeeld van: de lijst ‘Vernieuwing’ van ex-VB’er Bart Laeremans gaat er in coalitie met N-VA en VLD. Een gemeenteraadslid dat actief is als personeelslid van het VB zal als onafhankelijke zetelen om de coalitie aanvaardbaar te maken voor de nationale VLD-leiding. In het Oost-Vlaamse Lede waren er voor de verkiezingen gesprekken tussen CD&V en de lokale VB-afdeling die onder een andere naam naar de verkiezingen trok om een coalitie mogelijk te maken. Het resultaat draaide echter anders uit. Daarnaast zijn er natuurlijk ook nog de ex-VB’ers die in grote groep de overstap naar N-VA maakten en daar met open armen ontvangen werden. Destijds werd de discussie over het cordon sanitaire aan het racistische 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok opgehangen. Eén van de auteurs van dat programma, Karim Van Overmeire, is nu een N-VA-politicus in Aalst. Nog recenter was er de ophef rond de extreemrechtse groep Schild & Vrienden waarvan heel wat leden actief waren bij N-VA. Leden van die groep die mediabelangstelling kregen, werden van de kieslijsten gehaald maar niet uit de partij gezet. Zo ver gaat de ‘democratische hygiëne’ binnen N-VA blijkbaar niet…
Bij N-VA wordt de deur voor extreemrechts dus opengehouden. Dat is niet verwonderlijk. De Wever komt uit de traditie van de VU, die in 1989 de stekker uit het eerste voorstel tot cordon sanitaire trok. Toen de N-VA na de splitsing van de VU wel erg klein was, sprak De Wever met Dewinter over samenwerking om uit het isolement te geraken. Het kwam niet zo ver, maar het geeft wel aan dat samenwerking met extreemrechts niet uitgesloten wordt.
Na de gemeenteraadsverkiezingen is het duidelijk dat de politieke kaarten mogelijk niet gemakkelijk zullen vallen in mei 2019. De Zweedse coalitie behoudt in Vlaanderen wel een meerderheid, maar die is een pak kleiner dan in 2014. Bovendien stelt zich voor de rechtse regering een probleem in Brussel en Wallonië waar de MR verloor en mogelijke extra coalitiepartner CDH het evenmin goed deed. Het maakt dat De Wever verschillende opties openhoudt. Vandaar zijn verklaring dat de ‘oorlog met links’ hem zo moe maakt en de opening richting groene partij. Maar om meer kaarten te kunnen spelen, is een verdere afbrokkeling van het cordon sanitaire eveneens nuttig vanuit het oogpunt van de N-VA. Al is het maar om de mogelijkheid van een coalitie met extreemrechts te gebruiken als argument om andere coalities te forceren.
Wat heeft dit met Zelzate te maken?
Eigenlijk niet veel. Behalve dat de N-VA bij elke zet door politieke tegenstanders nagaat wat het daar zelf kan uithalen. Het bestuursakkoord in Zelzate, waar we later deze week uitgebreid op terugkomen, omvat enkele belangrijke, maar beperkte sociale hervormingen. Er is zoals De Standaard opmerkte geen sprake van een “systeemswitch.” Een aantal belangrijke eisen van de arbeidersbeweging – zoals arbeidsduurvermindering voor het gemeentepersoneel – zijn bijvoorbeeld niet opgenomen. Maar zelfs de minste hervorming wil rechts meteen afblokken. Zo worden meer verregaande hervormingen meteen als helemaal ‘onrealistisch’ voorgesteld. Tegelijk wordt de Zelzaatse coalitie op wel erg kunstmatige wijze gebruikt om verder aan de poten onder het cordon sanitaire te zagen.
In de discussie over de strijd tegen extreemrechts is de kwestie van progressieve besturen wel belangrijk. Waar de linkerzijde op een offensieve wijze de hoop op positieve verandering kan organiseren en richting geven, wordt de ruimte voor de extreemrechtse wanhoop kleiner. Daarbij moet wel gewaarschuwd worden: waar links voor een test geplaatst wordt en faalt, kan extreemrechts versterkt terugkomen. Dat zien we momenteel in Latijns-Amerika na het falen van Chavez, Lula en co. Wij willen de strijd voor hervormingen versterken, maar zonder illusies in het karakter van dit systeem. Het kapitalisme zal steeds proberen terug te pakken wat de arbeidersbeweging afdwingt: om tot blijvende hervormingen te komen is een breuk met het besparingsbeleid en met het systeem nodig. Daarom koppelen wij de strijd voor hervormingen steeds aan een programma van socialistische maatschappijverandering. Een breuk met het besparingsbeleid kan de arbeidersbeweging enkel bekomen door een krachtsverhouding uit te bouwen. Langs onze kant gebeurt dat niet via politieke spelletjes, zoals N-VA nu doet rond de Zelzaatse coalitie, maar door actieve mobilisatie en zo breed mogelijke betrokkenheid van onderuit.