Tag: werklozen

  • Verplichte gemeenschapsdienst: Vlaamse regering blijft dwangarbeid voor werklozen op tafel leggen

    Welke gemeente zal in besparingstijden nog investeren in eigen personeel als het beroep kan doen op gratis werklozen om hetzelfde werk te doen?

    Hoe ver staan we vandaag met de verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen? Overal en nergens, zo blijkt. Het Vlaams regeerakkoord vermeldt het expliciet, maar blijft vaag (pagina 65 en volgende van het regeerakkoord). Een concrete datum voor de invoering is er niet. Een aanduiding van de tijdsduur per week evenmin. Onder Michel I was er sprake van “twee halve dagen per week.” Maar omstreeks datzelfde tijdstip liet De Wever ontvallen: “Voor mijn part vijf volle dagen per week.” We zijn dus gewaarschuwd!

    door Wilfried

    We mogen ons door deze vage omschrijving niet in slaap laten wiegen. Deze Vlaamse regering heeft al voldoende bewezen dat ze concrete uitvoering, tijdstip waarop en (vooral) de concrete cijfers zo lang mogelijk verborgen houdt om dan ineens toe te slaan om alle verzet de mond te snoeren. De besparingen in de culturele sector zijn er een schoolvoorbeeld van. Verzet komt dan steevast ‘te laat’ terwijl even te voren ‘acties geen draagvlak hebben omdat er niets concreet is’.

    Er zijn heel wat juridische problemen om de verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen door te voeren. Een specialist arbeidsrecht van de Universiteit Antwerpen, Daniël Cuypers, stelde op Apache in september 2019 dat de doorvoering ervan enkel via een federaal akkoord kan. Hij voegde eraan toe dat het een juridisch ‘mijnenveld’ is. Er is nog steeds geen federale regering en stilaan komt de mogelijkheid van een federale regering zonder N-VA in beeld.

    Eigenlijk had bij de vorige federale legislatuur alles al in kannen en kruiken moeten zijn. Maar de minister die het concreet moest uitwerken, Kris Peeters, was niet erg happig. Het leverde heel wat ergernis op bij de coalitiepartners. Zo merkte De Tijd op 12 augustus 2015 op: “Getreuzel Peeters met hervorming arbeidsmarkt wekt ergernis op.” De vakbonden stelden toen terecht dat verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen onaanvaardbaar is. Het gaat namelijk om werken voor een uitkering in plaats van voor een loon. Dat zet neerwaartse druk op alle lonen en arbeidsvoorwaarden. Waarom zouden gemeenten bijvoorbeeld nog groenwerkers aanwerven als ze gratis werklozen hebben om dat werk te doen? Als er werk genoeg te doen is, bied dan echte jobs met echte lonen aan!

    Hoe zal de kwestie van die verplichte gemeenschapsdienst nu verder lopen? Peeters is weg, Charles Michel is weg. Zij zullen er hun handen niet meer aan vuil maken. Gesteld dat de maatregel erdoor komt, moet Vlaams minister Hilde Crevits dit uitvoeren. Zij zal daar niet happig op zijn. Maar ondertussen staat het wel in het Vlaams regeerakkoord mét goedkeuring van CD&V. Dat is mooi gespeeld door de N-VA en Jambon, die ook de mensen in de culturele sector tegen elkaar proberen uit te spelen.

  • Werklozen niet laten klussen, maar echte job en echt loon geven!

    N-VA en Open VLD zetten  hun neoliberaal opbod verder. De afgelopen dagen was het de beurt aan Open VLD om zich te positioneren. Staatssecretaris Philippe De Backer haalde op de sociale media uit naar de staking van ACOD. Kamerlid Egbert Lachaert legt de verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen terug op tafel. De liberalen proberen zich modern voor te doen, maar met recepten uit de 19de eeuw komt dat niet geloofwaardig over.

    Staatssecretaris De Backer plaatste naar aanleiding van de staking in de openbare diensten volgend bericht: “Staking. Toen: voor de rechten van iedereen. Nu: voor de privileges van enkelen.” De geprivilegieerde politicus beseft blijkbaar niet dat pensioenrechten voor iedereen gelden en vakbondsprotest tegen aanvallen op die rechten helemaal niets met privileges te maken hebben. Maar we kunnen ook iets positief uit het bericht van De Backer halen: hij erkent dat de liberale tegenstanders van stakingen vroeger ongelijk hadden. Zo zijn we het toch over iets eens. Het stakingsrecht betwisten, is erg 19de eeuws. Toen was het effectief verboden voor werkenden om zich te organiseren en om collectieve acties te ondernemen. De liberalen hebben duidelijk heimwee naar die tijd.

    Jong N-VA voerde acties tegen de staking. Er werden fluitjes uitgedeeld in stations. Voor de zoveelste keer werd het gijzelingsdiscours bovengehaald met de stelling dat gewone reizigers de dupe zijn. Dit is een poging om personeel en reizigers tegen elkaar op te zetten, terwijl het N-VA-beleid bij het openbaar vervoer zowel personeel als reizigers raakt. Zij worden geraakt door de vele besparingen. Het drastisch optrekken van de pensioenleeftijd bij het spoor, ondermijnt niet alleen de gezondheid van het personeel maar ook de veiligheid van personeel en reizigers. Wie is daar de dupe van?

    Nu gooit Egbert Lachaert nog een oude liberale klassieker in de discussie: de gemeenschapsdienst voor werklozen. Het idee is eenvoudig: er zijn tekorten en er zijn werklozen, waarom die werklozen dan niet inzetten waar er tekorten zijn? Dat klinkt uiteraard positief en het is eigenlijk een scherpe veroordeling van een jarenlang gebrek aan publieke investeringen in de openbare diensten waardoor heel wat taken niet meer uitgevoerd worden. Alleen zijn de liberalen niet bereid om wie aan het werk gezet wordt ook effectief een loon uit te betalen. Werklozen zouden moeten werken voor hun uitkering. In Nederland leidde deze maatregel al tot schrijnende situaties: een straatveger die afgedankt werd, moest nadien als werkloze in ruil voor zijn uitkering de straten vegen… Dat voorbeeld vat samen waarover het gaat: werk laten uitvoeren zonder er loon voor te betalen. Is dat geen vorm van dwangarbeid? Een arbeidsovereenkomst houdt in dat er in ruil voor overeengekomen prestaties een overeengekomen loon wordt betaald. In dit geval eisen de liberalen wel de prestaties, maar blijft het loon achterwege. Ze willen blijkbaar terug naar de werkomstandigheden van de 18e en 19e eeuw.

    Het voorstel van gemeenschapsdienst voor werklozen of leefloners is niet nieuw. Het duikt met de regelmaat van de klok op en stond zelfs in het regeerakkoord. Open VLD dient een nieuw wetsvoorstel in om zich hierrond te profileren. Lachaert probeert het zelfs voor te stellen als positief voor de werkloze zelf: “Dit moet vooral een opstap zijn voor de werkloze zelf. Ze geraken uit hun sociale isolement, krijgen weer wat regelmaat en kunnen weer enige ervaring opdoen.” Zo klinkt het vandaag in De Morgen.

    We stellen vast dat zelfs liberalen erkennen dat er heel wat werk is dat vandaag niet gebeurt maar de gemeenschap wel ten goede komt. We stellen eveneens vast dat er veel mensen zonder werk zitten, maar gerust willen bijdragen aan de gemeenschap. Waarom de twee niet met elkaar verbinden door degelijke jobs te creëren met echte lonen? Door taken uit te besteden aan werklozen die gedwongen moeten klussen in ruil voor hun uitkering, worden de arbeidsvoorwaarden en lonen van alle werkenden onder druk gezet. Waarom zou nog een personeelslid aangeworven worden indien er gratis klussers beschikbaar zijn?

    Als er werk genoeg is om de gemeenschap vooruit te helpen, investeer dan in meer en sterkere openbare dienstverlening met degelijke lonen en goede arbeidsvoorwaarden. Een dergelijke publieke investering in extra collega’s en degelijke arbeidsvoorwaarden (waaronder pensioen) zou overigens ook heel wat ongenoegen onder het personeel van de publieke sector wegnemen en stakingen zoals die van gisteren kunnen vermijden. Maar daar is het de liberalen niet om te doen: zij willen werklozen gebruiken als goedkoop personeel en op die manier bevestigen ze de rol van werkloosheid als een ‘reserveleger’ om alle arbeidsvoorwaarden en lonen naar beneden te trekken.

    Zij organiseren onze ellende, wij organiseren onze strijd ertegen. Dat is de echte reden waarom de neoliberalen problemen hebben met onze strijd.

  • Sociaal werkers voeren actie in Luik: ‘wij willen geen repressief instrument worden’

    piis_ega_05

    Woensdag voerden in Jemeppe-sur-Meuse een honderdtal mensen actie naar aanleiding van het bezoek van minister Borsus (MR). Aanleiding is de verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen die een leefloon krijgen, in feite onbetaalde dwangarbeid. Als er toch werk is voor werklozen, waarom krijgen ze dan geen degelijk contract?

    Meer bepaald protesteerden sociaal werkers tegen het feit dat ze door dit soort maatregelen hun werkinvulling zien veranderen. In plaats van sociaal werkers worden ze steeds meer controlediensten die vooral repressief moeten optreden. Verschillende personeelsleden van het OCMW, studenten en sympathisanten protesteerden.

    De actie werd gevoerd door een platform dat onderschreven werd door verschillende organisaties zoals Association de Défense des Allocataires Sociaux (ADAS), Comité pour l’abolition des dettes illégitimes (CADTM), Étudiants de Gauche Actifs (de Franstalige Actief Linkse Studenten), Femmes Prévoyantes Socialistes (fps), Réseau Wallon de Lutte contre la Pauvreté (RWLP), Riposte.cte, Stop à la chasse aux chômeurs en Vie Féminine Liège-Seraing-Verviers. Verder werd de actie ook vervoegd door enkele militanten van PTB.

    Minister Borsus weigerde om naar de activisten te luisteren, zowel voor als na zijn bezoek bleef hij doof voor onze eisen. Hij ging wel meteen naar de politie om te eisen dat ze ons zouden buitenhouden uit het publieke evenement waar hij zou spreken. Erg publiek was dit evenement dus niet.

    Op de actie werd ook opgeroepen om deel te nemen aan de betoging van de non-profit op 24 november in Brussel. De strijd tegen deze regering en het asociale besparingsbeleid gaat door!

    >> Bekijk onze foto’s van de actie

  • Dwangarbeid als antwoord op armoede?

    De regering-Michel wil leefloners kunnen verplichten om gemeenschapsdienst te verrichten. Het wordt verpakt als een sociale maatregel: mensen in armoede een traject naar een normale job aanbieden. Onder de verpakking schuilt een stelsel van dwangarbeid in ruil voor een leefloon. Wil de regering de vele tekorten aanpakken door leefloners ‘gratis’ in te schakelen?

    Volgens Staatssecretaris voor Armoedebestrijding Elke Sleurs is “activering de beste hefboom om de vicieuze cirkel van armoede te doorbreken.” Dit omvat de mogelijkheid van verplichte tewerkstelling in de vorm van gemeenschapsdienst. Werklozen aan het werk zetten, is uiteraard een positieve zaak. Maar het gaat niet om normale contracten met gewone lonen. Neen, het gaat om dwangarbeid in ruil voor een leefloon. Wie weigert, verliest zijn of haar uitkering. Moderne slavernij dus. En dat in ruil voor een leefloon waarmee niemand uit de armoede geraakt.

    De strengere regels voor werklozen hebben de voorbije maanden geleid tot een forse toename van het aantal mensen dat afhankelijk is van een leefloon: in 2015 was er een stijging met 12,4% tot 115.137 leefloners. De besparingen bij onder meer de openbare diensten zorgen voor een verdere aangroei van het werklozenleger dat kan doorsijpelen naar het OCMW. Vervolgens worden de leefloners ingezet om gemeenschapsdienst te verrichten in plaats van de vroegere openbare dienstverlening. In Nederland gebeurde dit eerder al. Het voorbeeld van een afgedankte straatveger die nadien in het kader van gemeenschapsdienst de straten moest vegen, is algemeen bekend.

    Dit is een aanval op de arbeidsvoorwaarden en lonen van werkenden. Als er toch werk is, waarom wordt dan geen deftig contract aangeboden? Samen met het voorstel van flexi-jobs voor langdurig zieken kadert dit in de opmars van de laagbetaalde jobs. Nederland staat al verder op dat vlak: er zijn daar 1,7 miljoen zogenaamde flexwerkers. Onderzoek geeft aan dat 80% van hen geen vaste job te pakken krijgt. Het idee dat flexi-jobs of gemeenschapsdienst leiden tot normaal bezoldigde jobs is een illusie, we zien eerder het tegendeel: gewone jobs verdwijnen om plaats te maken voor nep-jobs.

  • De Wever wil geld halen bij zieken en werklozen

    “Wij besparen uw levensstandaard kapot” is de eigenlijke slogan van deze rechtse bende.

    Eind 2014 gaven peilingen aan dat 85% van de Vlamingen voorstander was van een vorm van vermogensbelasting. Deze toch wel erg brede grondstroom in de samenleving krijgt niet waar ze om vraagt. De regering deed met de tax shift het omgekeerde: de zwakste schouders de grootste lasten laten dragen om uit te delen aan de meest vermogenden. En nu wil De Wever daar nog verder in gaan. Wie dacht dat deze regering zou stoppen na eerste besparingsronden, vergist zich. Op de besparingswoede van De Wever en co staan geen remmen.

    Nu lanceerde hij in De Tijd – zowat de enige krant waarmee hij nog niet gebotst heeft – het standpunt dat in de sociale zekerheid nog kan bespaard worden. “Het is wel duidelijk dat als we op de sociale zekerheid niet extra besparen, we helemaal niet meer besparen. Enkel daar valt nog veel geld te rapen.” Zo wil De Wever langdurig zieken sneller terug aan de slag krijgen. Dat is wat zijn Britse voorbeeld Cameron al langer doet, met onder meer als resultaat dat tussen december 2011 en februari 2014 bijna 2.500 pas fit verklaarde langdurige zieken meteen na hun herintrede op de arbeidsmarkt overleden. Werken tot je erbij neervalt, in letterlijke betekenis, is  goedkoper voor de sociale zekerheid.

    Om de gewenste aanval op werklozen en zieken verkocht te krijgen, wees De Wever op de miljoenen die vakbonden en mutualiteiten krijgen voor het beheer van de betaling van uitkeringen. Het is echter duidelijk dat op die 227 miljoen euro niet veel bespaard kan worden, de overheidsinstelling van de Hulpkas is duurder dan de vakbonden die verlies maken aan de organisatie van de uitbetaling van de uitkeringen. Als De Wever dit aanhaalt, is het om een rookgordijn op te trekken. De besparing die hij voor ogen heeft, treft in de eerste plaats de werklozen en langdurig zieken. Dat verstoppen achter een goedkope aanval op de vakbonden wijst er vooral op dat De Wever wild om zich heen trapt. Zo wild dat zelfs VOKA topman Johann Leten er zich tegen uitsprak. In Het Belang van Limburg verklaarde editorialist Dominiek Claes daarover: “Wij worden het ook moe.” Een detail: dat De Wever voorzitter is van een partij die jaarlijks 12,3 miljoen euro aan overheidsdotaties krijgt, ziet hij niet als iets waar nog besparingen te rapen vallen.

    De tweede aanval die De Wever wil inzetten, is op de arbeidsmarkt. Hij wil flexi-jobs veralgemenen, een soepeler ontslagrecht, het einde van anciënniteitsverloning, … Blijkbaar vindt De Wever dat niet alleen zieken en werklozen ‘profiteren’ maar dat ook werkenden het veel te goed hebben. Degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden zijn immers niet goed voor ‘onze’ concurrentiepositie. Is het omdat De Wever weet dat verdere aanvallen op de levensstandaard van de werkenden – na de eerdere indexsprong, afbouw van openbare diensten, allerhande taksen zoals die van Turtelboom, verhoogde pensioenleeftijd, … – onvermijdelijk het ongenoegen verdere zullen aanwakkeren en tot vakbondsprotest kunnen leiden, dat hij nu meteen al een aanval op de vakbonden inzet?

    Vorige week was De Wever nog te gast bij VOKA-Antwerpen om er – vooraleer tot het verorbenen van een luxeueze viergangenmenu werd overgegaan (neen, bij VOKA worden geen 1-euromaaltijden geserveerd) – zijn vrienden bij de werkgevers te paaien. De vrienden van De Wever zitten bij de superrijken en de ondernemers. Werkenden hebben aan De Wever geen vriend. De rechtse politicus lijkt immers vastberaden te zijn om te volharden in de aanval op onze levensstandaard en daarbij duldt hij geen tegenspraak van coalitiepartners. Het enige waar hij naar zal luisteren, is ons verzet waarmee we de regering ten val brengen. Dat is mogelijk, het actieplan eind 2014 deed de regering al wankelen. Laat ons die strijd terug opnemen en doorgaan tot de val van deze regering!

     

    haalhetgeldwaarhetzit

  • Getuigenis van een 50-plusser op zoek naar werk

    Artikel door Wilfried uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Op weg naar het outplacementbureau?

    In mijn mailbox bewaar ik nog altijd het antwoord dat ik kreeg op een sollicitatiegesprek in juni vorig jaar. Dat was merkwaardig, niet zozeer omdat er een antwoord kwam. Na een gesprek volgt meestal feedback, na een gewone sollicitatie niet.

    Meestal wordt dan iets gezegd in de trend van: “Ondanks uw sterke punten, (…) En dus hebben we spijtig genoeg uw sollicitatie niet weerhouden, (…) Maar u mag zeker niet nalaten onze andere vacatures enz, enz.” Daar kom je ongeveer nul procent mee vooruit.

    Maar nu was het antwoord anders: “we maken voorbehoud inzake integratierisico, leeftijd, (…).” Ik belde om uitleg. “Dat van dat integratierisico snap ik niet”, zei ik. “Kijk meneer, u hebt 28 jaar in dezelfde firma gewerkt. Onze klant is van oordeel dat u zich niet meer zal kunnen aanpassen aan een nieuwe omgeving, nieuwe collega’s. Trouwens het is een vrij jonge groep mensen daar.” En ik die dacht dat 28 jaar bij een zelfde werkgever positief was – getrouwheid aan de firma, doorzetten in moeilijke tijden, niet zomaar gaan lopen maar blijven werken tot het bedrijf failliet ging, weet u wel? Maar niet dus.

    Etappes op de “vacaturemarkt”

    Als er ergens werk blijft liggen door een toename van het werk, iemand die op pensioen gaat of ontslag neemt, wordt in eerste instantie geprobeerd om dit intern op te vangen door met werk te ‘schuiven’. Lees: anderen meer laten werken, eventueel een interne sollicitatie. Pas als dat niet lukt, wordt aan de eigen werknemers gevraagd of zij iemand kennen.

    In dat geval kan een netwerk zoals LinkedIn of Facebook nuttig zijn. Ik probeerde het ook, maar ik pas moeilijk in zo’n LinkedIn-profiel. Op mijn leeftijd nog maar bij een enkel bedrijf gewerkt hebben, is ‘not done’. Bovendien was mijn functie ook niet ‘flitsend’. Er wordt vandaag vooral gezocht naar dertigers met ervaring bij verschillende firma’s. Als 50-plusser pas ik daar niet in.

    De volgende stap zijn de externe vacatures. De firma houdt zich daar zelf mee bezig of er wordt een interimbureau ingeschakeld. Vaak springen ook andere bureaus op dezelfde vacatures. Zo’n bureau verdient immers enkel als het een kandidaat kan plaatsen. Het leidt meteen tot de vraag: hoeveel vacatures zijn er nu eigenlijk?

    Interne vacatures of via netwerken zijn onzichtbaar voor de externe markt. Maar vacatures via interimbureau’s, VDAB, … kunnen wel geteld worden. Ik zag er ooit vijf of zes voor een en dezelfde job, elk met een apart nummer bij de VDAB. Toen ik een medewerker van de VDAB daarover aansprak, kreeg ik te horen dat er een systeem was om dubbele vacatures weg te filteren. Wie dat geloven wil, mag van mij.

    Het gaat ook niet noodzakelijk om nieuwe jobs. Zo heb ik mijn verzameling een vacature van een bouwstoffer uit het Lierse gedateerd september 2013, nog eens in november 2013, nog eens in november 2014 en nog eens in april 2015. Telkens dezelfde lay-out, functiebeschrijving, functievereisten, … Het gaat natuurlijk niet om een nieuwe job. Het is van de ene buiten, een andere weer binnen. Ik kan er mij in dit geval iets bij voorstellen, want ik ging er ook solliciteren.

    Outplacement en de vermarkting ervan

    Naast het aspect van hoe de vacatures voorgesteld worden, is er ook het element van hoe de kandidaat zich voorstelt. Als 50-plusser die na 28 jaar op zoek gaat naar nieuw werk, kwam ik bij outplacement terecht. Deze opleiding kan een gezellige babbel omvatten, maar evengoed vervelende rollenspelletjes. Het doel is om de sollicitant zichzelf zo goed mogelijk te laten verkopen, zelfs indien dit tot mislukkingen leidt omdat de kandidaat niet de superman is die hij beweerde te zijn.

    Outplacement zorgt ervoor dat sommigen meer kans maken op een job. Maar het creëert geen nieuw werk op zich. Het maakt dat als een groep mensen aan de startlijn staat en uiteindelijk de tien eersten een job krijgen, sommigen voordeel hebben omdat ze met de fiets kunnen rijden of na een exclusief outplacement voor kaders zelfs met een sportwagen.

    Het creëert een nieuwe markt. Zo geeft de VDAB zijn outplacement uit aan Galilei, een afdeling van Randstad, of nog aan bedrijven als Skillbuilders of Mentorprice. Die verdienen daar een mooie cent aan, er wordt gesproken over bedragen van 300 tot 500 euro per uur.

    Een slotbemerking hierover. Tijdens mijn outplacementbegeleiding werd zedig gezwegen over wat ik nog als loon mag verwachten. Voor mijn ontslag verdiende ik ongeveer 3.500 euro bruto. Tijdens een sollicitatie kwam de vraag naar loonsverwachting, ik gaf 3.000 euro op en verspeelde daarmee een van mijn weinige kansen. Het maximum in de sector waar ik zoek is blijkbaar 2.500 euro bruto, maar dat vernam ik niet tijdens de outplacementsessies.

    Wat zijn mijn kansen om een job te vinden?

    Mijn slaagkansen zien er eerlijk gezegd niet goed uit. Bij nieuwe indiensttredingen zijn amper 5 tot 6% van de werknemers ouder dan 50 jaar. Voor 55-plussers is dat nog amper 2% en het gaat in dit geval nog vaak om managementfuncties.

    Van de oudere werklozen tussen 55 en 59 jaar vindt 5,5% nog een baan, voor wie ouder is dan 59 jaar is dat 2,6%.

    Wat kreeg ik voor 28 jaar dienst?

    Misschien denkt de lezer dat ik na 28 jaar dienst wel voldoende opzegvergoeding kreeg om een paar jaar mee rond te komen. Volgens de formule-Claeys die doorgaans gebruikt wordt bij ontslag van bedienden had ik inderdaad recht op 27 maanden loon. Met achterstallig loon en andere vergoedingen kwam ik aan een vordering van 127.700 euro bruto.

    Nu komt de aap uit de mouw. Het bedrag dat het Fonds tot vergoeding van de in geval van Sluiting van Ondernemingen ontslagen werknemers (FSO) uitkeert, is beperkt tot 25.000 euro bruto. Daar bleef uiteindelijk netto een goede 10.000 euro van over, en dit op een vordering 127.700 euro. En het kan nog erger, het FSO komt immers niet tussen voor ondernemingen met minder dan vijf werknemers. Die krijgen helemaal niets!

    Wie wordt geactiveerd?

    De verplichting om actief of passief beschikbaar te zijn voor de arbeidsmarkt zorgt er vooral voor dat allerhande outplacementkantoren en andere begeleiders hun marktaandeel kunnen opdrijven. Hun omzet wordt geactiveerd. Voor mij betekent het dat ik moet zoeken naar een speld in een hooiberg en op voorhand weet dat een eventuele job slechter betaald zal zijn. Na 28 jaar dienst ben ik bij het grof vuil gezet met een aalmoes als opzegvergoeding. En dan komen die rechtse partijen zeggen dat ik meer geprikkeld moet worden om naar werk te zoeken.Om dan telkens te horen dat werkgevers mij te oud vinden?

  • N-VA zet de neoliberale puntjes op de i. Rode loper voor fiscale fraudeurs, ellende voor werklozen

    Je kan in dit land maar beter een grote fraudeur zijn die jarenlang de gemeenschap oplicht. Dan maak je immers kans op amnestie of een regularisatie. Met wat geluk kan je shoppen bij de controledienst die de interessantste tarieven aanbiedt.  En met nog meer geluk kan je als multinational op volstrekt legale wijze belastingen ontduiken, zelfs in die mate dat een weinig sociaal instituut als de Europese Commissie er vragen bij stelt. En eer ze in die kringen vragen stellen bij gunstregimes voor grote bedrijven moet het al ver gekomen zijn.

    Het officiële einde van de fiscale amnestie, waarbij zwart geld wettelijk werd witgewassen tegen betaling van een boete en belasting van 35% op het kapitaal, betekende niet het einde van de legale witwasserij. De fiscus blijft fiscale amnestie organiseren, met verschillen tussen de controleurs en controlediensten. Volgens De Standaard is er een vergelijkende studie van controlediensten waar het goedkoopst kan worden geregulariseerd, er zouden tarieven van 25 tot 85% zijn. Het officiële tarief bedraagt 50% maar er is een grote onderhandelingsmarge. Alleszins een grotere marge dan in de onderhandelingen met de sociale partners.

    N-VA-minister Van Overtveldt greep de verschillende tarieven aan om voor een uniforme behandeling te pleiten. Het gaat volgens hem niet om een nieuwe regularisatieronde, wat het anders is dan een regularisatie wordt evenwel niet duidelijk gemaakt? Voor Didier Reynders (MR) mag er gerust officieel een nieuwe regularisatieronde komen. De regularisatie onder Di Rupo werd aangekondigd als de ‘allerlaatste’, maar “dat het de allerlaatste keer was, was een beslissing van de vorige regering” klinkt het bij MR. CD&V reageerde weinig subtiel: “Dit staat niet in het regeerakkoord”. Voor Van Overtveldt is de huidige regularisatie geen fiscale amnestie, maar een loutere toepassing van de wet. Kortom, het moet niet in het regeerakkoord staan, we geven er wel een draai aan zodat niet aan onze fiscale fraudeurs wordt geraakt.

    Voor fiscale fraudeurs rollen N-VA en de regeringspartners van deze nieuw-Vlaamse liberalen de rode loper uit. Waar ze voor de verkiezingen nog probeerden om fiscale fraude en werkloosheid onder een groot amalgaam van fraude te brengen, wordt nu duidelijk dat er wel degelijk een onderscheid wordt gemaakt. Werklozen worden sowieso als fraudeurs gezien die zo snel mogelijk bestraft moeten worden voor hun luiheid die verantwoordelijk is voor het probleem van de werkloosheid. Fiscale fraudeurs daarentegen zijn ondernemende Vlamingen die een ruggensteuntje verdienen. Het bewust oplichten van de gemeenschap wordt een deugd, het niet vinden van jobs die er ook niet zijn een misdrijf.

    Zuhal Demir, binnen N-VA een ernstige kandidaat voor de titel van meest Thatcheriaanse verkozene, komt eens te meer met het voorstel om de werkloosheidsuitkeringen in de tijd te beperken. Daarmee wil ze naar eigen zeggen “werklozen prikkelen om een baan te zoeken.” Dat er veel meer werklozen dan beschikbare jobs zijn, is een feit dat gemakshalve even opzij wordt geschoven. Neen, als werklozen geen werk vinden, is het omdat ze niet genoeg ‘geprikkeld’ worden… Eerder hebben we de N-VA-nonsens over werklozen gedetailleerd weerlegd op deze site (zie: http://www.socialisme.be/nl/17062/n-va-versus-werklozen-enkele-argumenten-ontkracht), maar ze blijven opduiken.

    Demir komt voor de zoveelste keer met hetzelfde voorstel waarvan ze beseft dat het niet in het regeerakkoord staat omdat CD&V er resoluut tegen is. Maar ze doet het voorstel toch opnieuw – zelfs indien voorzitter De Wever lastig reageert op andere partijen die voorstellen doen die niet in het regeerakkoord staan. Een reden hiervoor is te vinden bij het ongenoegen tegenover het akkoord om de laagste werkloosheidsuitkeringen te verhogen. Hoe dieper werklozen in armoede en ellende geduwd worden, hoe meer ze geprikkeld zijn om werk te zoeken, luidt de redenering van Demir. De would be Thatcher van N-VA pleit bovendien voor een versnelde flexibilisering van de arbeidsmarkt.

    Is er met deze regering een ernstig sociaal akkoord mogelijk? Zuhal Demir brengt een duidelijk en niet mis te verstaan antwoord op deze vraag.  Terwijl collega Van Overtveldt druk bezig is om de fiscale fraudeurs in de watten te leggen, eist Zuhal Demir een harde aanpak van werklozen en een aanval op de loon- en arbeidsvoorwaarden van gewone werkenden. Pogingen om de schade van het beleid van deze regering te beperken, zijn tot mislukken gedoemd.

    Stilaan wordt duidelijk dat ook bij ACV stemmen opgaan om na 10 februari voor een nieuw actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront te gaan. De interne druk hiervoor is ongetwijfeld erg groot. Het eerste actieplan heeft de toon gezet, alleszins werd geen actie gevoerd om de indexsprong en verhoging van de pensioenleeftijd te aanvaarden. Het is een illusie dat deze regering fundamentele toegevingen zal doen, we zullen moeten strijden om de regering volledig weg te krijgen. Het eerste actieplan heeft de regering doen wankelen, sindsdien is ze niet meer recht gekropen maar onderling blijven vechten. Laat ons deze regering en het besparingsbeleid uit hun lijden verlossen met de korte pijn.

  • Uitsluiting werklozen zet druk op alle werkenden

    StopART632_02Nu hij niet langer in de regering zit heeft Elio Di Rupo naar eigen zeggen spijt van de beslissing die zijn regering drie jaar geleden nam om de inschakelingsuitkering (de vroegere wachtuitkering) in de tijd te beperken. Duizenden werklozen verliezen vanaf 1 januari hun uitkering en worden zo naar de OCMW’s geduwd. Deze maatregel treft veel jongeren, maar ook wie steeds deeltijds heeft gewerkt.

    Er waren vorig jaar verschillende protestacties tegen de beperking van de inschakelingsuitkering in de tijd. De afgelopen weken werd vooral campagne gevoerd door het Franstalige netwerk ‘Stop artikel 63§2’, naar het wetsartikel dat de beperking in de tijd oplegt. We spraken eind vorig jaar met een verantwoordelijke van het netwerk, Thierry Muller.

    Kan je uitleggen wat artikel 63§2 inhoudt voor wie die maatregel niet kent?

    “Het artikel 63§2 omvat de beperking in de tijd van de zogenaamde inschakelingsuitkering. Er zijn twee werkloosheidsstelsels, er is de inschakelingsuitkering die in de tijd beperkt is en er is de uitkering op basis van arbeid. Die laatste uitkering wordt niet in de tijd beperkt. Om toegang te hebben tot een uitkering op basis van arbeid, moet je voldoende gewerkt hebben. Pas dan wordt het stelsel van de inschakelingsuitkering verlaten voor een uitkering op basis van verrichte arbeid. In beide gevallen geldt een degressiviteit voor iedereen. Dit betekent dat de uitkering na een tijd fors afneemt.

    “Wie ouder is dan 30 (maar de huidige regering denkt erover na om die leeftijd naar 25 jaar te verlagen) heeft nog slechts drie jaar recht op een inschakelingsuitkering, met uitzondering van niet-bevoorrechte samenwonenden voor wie de leeftijdsgrens niet geldt. De maatregel werd in december 2011 genomen door de regering-di Rupo als onderdeel van het Koninklijk Besluit van 1991 over de organisatie van het werkloosheidsstelsel. Door dit artikel zullen er vanaf 1 januari 2015 duizenden mensen hun uitkering verliezen.

    “Het gaat vooral om vrouwen (65%) en om eenoudergezinnen (vooral moeders met kinderen ten laste, 81% van de gezinshoofden die door de maatregel bedreigd worden zijn vrouwen). Maar ook deeltijds werkenden, interimmers, kunstenaars en anderen die onvoldoende ‘arbeidsdagen’ wisten te verzamelen in een gegeven periode, hebben geen recht op een uitkering op basis van arbeid en kunnen nu dus hun uitkering verliezen.

    “Veel mensen begrijpen niet wat hen overkomt en waarom zij getroffen worden en anderen niet. Er zijn tal van uitzonderingen voorzien. Dat leidt tot jaloersheid en frustratie. Als iemand zes maanden deeltijds werkt met een aanvullende werkloosheidsuitkering, dan wordt de periode van drie jaar waartoe de inschakelingsuitkering beperkt is geschorst gedurende zes maanden. Anders gezegd, er komen zes maanden bij. Maar indien drie maanden voltijds wordt gewerkt, dan komen er geen drie maanden bij. Hoe kan je zoiets uitleggen aan wie in dat geval zit? De mensen begrijpen het niet. Maar dat volstaat niet als verdediging tegen de maatregel. De regels zijn dermate opgesteld dat enkel het individuele parkoers van de betrokkene telt. We verlaten het stelsel van het recht op een uitkering om over te gaan naar een stelsel op basis van ‘individuele verdienste’.

    “De maatregel die de regering-Di Rupo op het einde van de legislatuur nam, versterken dit overigens nog.”

    Wat is er dan beslist?

    “In een aantal gevallen werd het mogelijk om het recht op een inschakelingsuitkering te verlengen. Mensen die door de RVA voor minstens 33% arbeidsongeschikt verklaard zijn, hebben recht op vijf jaar in plaats van drie. Ze verliezen dus uiteindelijk toch hun uitkering, maar het duurt twee jaar langer. Er werd gezegd dat deeltijdsen ook aan de beperking in de tijd zouden ontsnappen, maar dat klopt niet. De verschillende maatregelen maken het geheel van regels nog complexer.

    “De maatregel werd bewust op het begin van de legislatuur van Di Rupo genomen. Vlak voor verkiezingen zou dit een electoraal effect gehad hebben voor de PS. Maar het was wel degelijk de PS die in 2005 steun gaf aan het openen van een ‘jacht op werklozen’. De controles die toen werden ingevoerd om na te gaan of iemand werk zoekt, hebben niets te maken met een zoektocht naar werk. Enkel wie zich goed kan verdedigen, raakt door de controles. Wie weinig opleiding heeft genoten of persoonlijke tegenslagen kende, heeft het moeilijker om een uitsluiting te ontlopen.”

    Waarom is er specifiek rond deze maatregel een netwerk opgezet?

    “Er is het aantal mensen dat getroffen wordt en ook de impact van de maatregel op het dagelijkse leven van mensen. Er zullen elke maand mensen uitgesloten worden. Vooral vrouwen en vrouwelijke gezinshoofden die vaak werken maar onvoldoende om uit het systeem van de inschakelingsuitkering te geraken. Wie 20 jaar deeltijds heeft gewerkt, valt evengoed terug op een inschakelingsuitkering. Een meerderheid van de vrouwen die deeltijds hebben gewerkt om voor de kinderen te zorgen, vallen onder deze maatregel. Minstens de helft van hen zal geen recht hebben op een leefloon van het OCMW, dat zeggen de sociale werkers althans. En dat in het achtste rijkste land van Europa. Het feit dat de werkloosheidsuitkering niet in de tijd beperkt is, verhindert niet dat er enorme armoede is onder wie geen werk heeft.

    “Deze maatregel zal overigens weinig opbrengen, er wordt gerekend op 150 miljoen euro per jaar. Het is een ideologische maatregel, geen budgettaire. Dat de werkloosheidsuitkering niet in de tijd beperkt is, moeten we verdedigen. Het is de gele trui van de sociale zekerheid in ons land. In plaats van te zeggen dat dit enkel in België bestaat, moeten we opmerken dat het gelukkig toch in ons land bestaat. Het zou een inspiratie moeten zijn voor strijd in andere landen. Ik begrijp niet dat velen, ook ter linkerzijde, dit niet zo zien.

    “Artikel 63§2 zet de lonen van iedereen onder druk. Wie werkt en hoort wat over werklozen wordt gezegd en de stigmatisering van werklozen ziet, zal eerder geneigd zijn om gelijk welke voorwaarden te aanvaarden. ‘Alles is beter dan werkloos worden’, luidt de logica. Een deeltijdse werkende met een aanvullende uitkering zal deze aanvulling niet verliezen en dit zolang hij/zij werkt. Nadien geldt de beperking in de tijd plots wel. Er wordt dus een groep werkenden gecreëerd die weet dat ze bij het verlies van hun job op niets zullen terugvallen. Het offensief is gericht tegen alle werkenden, zowel op mentaal als materieel vlak. Voor werklozen is het al moeilijk om werk te vinden, maar met deze toestanden zal het nog moeilijker worden.

    “De werkenden worden dus allemaal onder druk gezet. Bovendien worden een reeks alternatieve ervaringen in het kader van de werkloosheid vernietigd. We eisen de onmiddellijke en volledige afschaffing van deze maatregel. Het is even willekeurig als de maatregelen voor vluchtelingen, er zijn regels om sommigen te helpen en anderen niet op basis van de vraag of ze politieke of economische vluchtelingen zijn. Moeten we strijden om slechts sommigen uit de problemen te halen? Persoonlijk denk ik dat dit een verkeerde tactiek is. Het idee dat als we voor tienduizend mensen een oplossing vinden, dat dit er toch al tienduizend minder zijn, kan net leiden tot extra verdeeldheid. Zo spelen we het spel zoals het establishment het wil spelen. Jammer genoeg was dit wel de strategie van een deel van de vakbonden.”

    Hoe kwam het netwerk ‘Stop artikel 63§2’ tot stand?

    “Het ontstond als een idee binnen het Luikse collectief Riposte dat acties tegen de maatregel organiseerde. We zagen dat we er alleen niet zouden geraken en beslisten om krachten te verzamelen. We vonden het belangrijk om een overwinning te boeken om zo de strijd nieuw leven in te blazen. De afgelopen 30 jaar hebben we alleen maar nederlagen geleden. We willen tegen het gevoel van machteloosheid en fatalisme ingaan. We wilden verenigen rond een gemeenschappelijk punt waarrond linkse mensen het eens zijn.

    “Het idee was dus om een campagne en argumentatie naar voor te brengen. In oktober 2013 trokken we dan op weg naar verschillende steden, naar Charleroi, Verviers, Aarlen, Namen, La Louvière, Doornik en Brussel. Het was een beetje op het wilde weg, als we ergens iemand kenden of zo. We gingen waar mogelijk, maar wilden geen beweging van bovenaf creëren. We trokken naar werklozengroepen, Occupy in Doornik, groepen van individuen, … Zo wilden we een netwerk creëren met algemene vergaderingen die voor iedereen open stonden.

    “De andere optie was om een actie met 300 mensen in Luik te organiseren. Maar we wilden een groter bereik bekomen, zelfs indien dit betekende dat onze acties aanvankelijk beperkter waren. Het organiseren van gecoördineerde acties blijft echter wel een punt waaraan we willen werken. Maar door naar verschillende regio’s te trekken, was het ook mogelijk om het verzet te versterken. Zo hielden we op 14 november 2014 een gezamenlijke actie voor het ministerie van werk.

    “De eerste vergadering waarop het netwerk werd opgericht vond plaats in december 2013, waarna nog verschillende algemene vergaderingen volgden. Op die bijeenkomsten is iedereen welkom die actief is in het netwerk, organisaties die de campagne steunen of militanten. Het netwerk bestaat dus niet uit tientallen aangesloten organisaties, maar uit tientallen strijdbare militanten die de steun genieten van tientallen organisaties en dit op basis van een gemeenschappelijke verklaring.”

  • Foto’s. Protest tegen uitsluiting werklozen

    stop11Op 14 november werd geprotesteerd tegen de uitsluiting van duizenden werklozen van elk recht op een uitkering. Op 48 dagen voor deze massale uitsluiting kwamen ongeveer 150 mensen op straat. De massale uitsluiting werd al beslist door de vorige regering en de nieuwe rechtse regering doet er nog een schepje bovenop.

    Vooral vrouwen dreigen uitgesloten te worden. De organisatoren van de actie, het netwerk Stop Artikel 63§2, stelden: “Het gaat voor 65% om vrouwen en eenoudergezinnen. Vooral moeders met kinderen ten laste, 81% van de gezinshoofden die dreigen uitgesloten te worden zijn vrouwen. Maar ook deeltijds werkenden, interimmers, artiesten en anderen dreigen geraakt te worden. Velen van hen slaagden er niet in om voldoende ‘arbeidsdagen’ te verzamelen op voldoende korte tijd om recht te hebben op een volwaarde uitkering op basis van hun arbeid.” Velen zullen niet eens recht hebben op een tegemoetkoming van het OCMW.

    De betogers verzamelden voor het ministerie van Werk in Brussel met de eis om deze maatregel in te trekken. “In het 17de rijkste land ter wereld, in een land met meer dan een miljoen mensen die volledig of deels zonder werk zitten, is de beperking in de tijd van de wachtuitkering onaanvaardbaar. We aanvaarden dit dan ook niet.”

    Thierry Muller van het netwerk stelde dat de besparing die deze maatregel oplevert beperkt is. “Het is een politieke maatregel. Deze zal een sterke sociale impact hebben waardoor alle werkenden onder druk zullen staan. Het is onderdeel van de neerwaartse spiraal voor onze arbeidsvoorwaarden.”

    “De vakbonden lijken van deze kwestie geen breekpunt te maken. Ze brachten vier centrale breekpunten naar voor. Wij willen dat ze er een vijfde aan toevoegen met de eis dat de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd ongedaan wordt gemaakt. We moeten overgaan tot mobilisaties die overeenstemmen met de woede die leeft.”

    De oproep voor de afschaffing van artikel 63§2 werd ondertekend door honderden individuen en meer dan 60 organisaties, zowel politieke, syndicale als culturele organisaties. Ook LSP en ALS hebben de oproep ondertekend.

    Foto’s door PPICS

  • Rechtse Thatcheriaanse regering zoekt harde confrontatie op

    15336495221_0b3ca2ce1b_z

    “Dit is de regering die ik wilde”, stelde Bart De Wever tevreden. De volledige plannen zijn nog niet bekend, maar wat al geweten is gaat ver. Deze rechtse regering gaat een pak verder dan alle vorige regeringen bijeen. De aanvallen gaan verder dan het Generatiepact, het Globaal Plan en het St Annaplan, vorige aanvallen waartegen hard actie werd gevoerd. De vraag die zich dan ook meteen opwerpt is hoe we dit kunnen stoppen?

    Pensioenen onder vuur

    Voor de begroting van dit of volgend jaar zal dit wellicht weinig impact hebben, maar de rechtse regering moet persé heilige huisjes slopen. De verhoging van de pensioenleeftijd in 2025 tot 66 jaar en in 2030 tot 67 jaar is daar een voorbeeld van. Deze partijen willen duidelijk maken dat hun besparingsbeleid niet alleen voor de komende vijf jaar geldt, maar ook voor daarna. Tegelijk wordt de mogelijkheid van vervroegd pensioen verder beperkt, de minimumleeftijd voor vervroegd pensioen gaat naar 63 jaar. Het vroegere brugpensioen kan vanaf 2015 nog maar vanaf 62 jaar (en 60 bij collectieve maatregelen zoals een sociaal bloedbad). Voor de berekening van de ambtenarenpensioenen blijft voorlopig de regel dat de laatste 10 jaren in rekening worden genomen, wel zal het voor nieuwe ambtenaren langer duren om een volwaardige loopbaan op de teller te hebben.

    Deze aanvallen op de pensioenrechten gaan verder dan wat met bijvoorbeeld het Generatiepact werd opgelegd. Daartegen werd massaal actie gevoerd, onder meer met het argument dat het niet opgaat om ouderen langer aan de slag te houden op een ogenblik dat veel jongeren geen werk vinden. Nu gaat de regering dus nog een stap verder en wordt ook de bijzonder symbolische pensioenleeftijd opgetrokken. Alsof het met de huidige werkdruk mogelijk is voor verplegend personeel om tot 67 patiënten op te heffen, voor leraars om nog voeling met jongeren te hebben of voor wie zware handenarbeid verricht om dit vol te houden. Het optrekken van de pensioenleeftijd is een harde provocatie die een hard antwoord vereist.

    Lees ook: Pensioenen onbetaalbaar? Een leugen

    Indexsprong en gemeenschapsdienst voor werklozen

    De erg lage inflatie en zelfs deflatie op dit ogenblik maakt dat een indexatie van de lonen er nog niet direct zit aan te komen. Maar dat betekent niet dat een indexsprong, zelfs met de beperkte aanpassingen die er zouden komen voor de laagste lonen, minder hard zal zijn. De regering gaat er zelf van uit dat dit de bedrijven 2,6 miljard euro oplevert. Een bedrag dat eigenlijk aan de werkenden toekwam wordt aan de werkgevers gegeven. Sommigen klagen hard over communautaire transfers maar organiseren zelf veel grotere transfers van de werkende bevolking naar de rijksten. Een indexsprong is een aanval op onze koopkracht.

    Dat N-VA op dat vlak verder wil gaan, bleek uit een voorstel dat het wellicht niet gehaald heeft (zoals opgemerkt zijn de definitieve teksten nog niet bekend). Vorige week stelden de neoliberale Vlaams-nationalisten immers voor om het minimumloon voor jongeren naar beneden te halen. VOKA juichte en voegde er aan toe dat de maatregel best veralgemeend kan worden. Mogelijk zal deze maatregel van een directe verlaging van de lonen het niet halen, maar een indexsprong komt uiteindelijk op hetzelfde neer: minder reëel loon voor evenveel werken.

    Als de werkenden aangepakt worden, mogen de uitkeringstrekkers niet achterblijven. Neen, de enige discriminatie die deze regering aanvaardt is deze voor de rijksten. Die moeten we gerust laten en met steeds meer cadeaus paaien. Voor de werklozen hebben de liberalen hun zin niet volledig gekregen, er komt immers geen beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. Maar er moest een heilig huisje sneuvelen en dus wordt verplichte gemeenschapsdienst van twee halve dagen per week ingevoerd voor langdurig werklozen. Duizenden werklozen kunnen voortaan door onder meer de steden en gemeenten ingeschakeld worden. Het kan de lokale overheden toelaten om het reguliere personeel te vervangen door deze dwangarbeiders die niet voor een regulier loon werken, maar voor hun armoedige uitkering. Als er toch werk is voor deze werklozen, waarom krijgen ze dan geen degelijke job aan degelijke voorwaarden aangeboden?

    Lees ook: Geen indexsprong, maar herstel van de volledige index
    Van echte jobs naar dwangarbeid

    Annualisering van de arbeidstijd

    Wat de omvang van dit voorstel zal zijn, is nog niet bekend. Maar verschillende media wijzen op het voorstel van de annualisering van de arbeidstijd. Dat betekent dat de arbeidstijd niet langer per dag en per week wordt bekeken, maar per jaar. De ene week 60 uur werken en de volgende 20 betekent dat gemiddeld 40 uur wordt gewerkt en is dan perfect legaal. Het is een vorm van doorgedreven flexibiliteit waarbij werkenden als citroenen volledig kunnen uitgeperst worden. En dat uiteraard tot aan hun 67ste.

    Cadeaus voor patronaat

    “We nemen, maar we geven meer terug”, aldus De Wever. Dat klopt, alleen vertelt De Wever er niet bij dat bij ons gepakt wordt om aan het patronaat te geven. Er wordt bijna 8 miljard bespaard in de sociale zekerheid, onder meer de uitgaven voor de gezondheidszorg worden afgeremd en het brugpensioen afgebouwd. Het afremmen van de uitgaven voor de gezondheidszorg zal de bestaande tekorten verder versterken, een kwart van de ziekenhuizen is bedreigd door een tekort aan middelen. Er wordt gezegd dat we een deel zullen terugkrijgen via onder meer een hogere forfaitaire beroepskost in de personenbelasting, maar dat zal niet opwegen tegen wat we extra moeten betalen voor gezondheidszorg, brandstof en tabak (met opnieuw hogere accijnzen) en de vele andere besparingsmaatregelen op zowel federaal als regionaal en lokaal niveau.

    Aan wie wordt dan wel gegeven? De bedrijven krijgen meteen 1 miljard euro en met de indexsprong wordt nog eens 2,6 miljard cadeau gedaan. En het houdt niet op. De regering wil zoals eerder aangekondigd de werkgeversbijdragen op het loon verminderen van 33% tot 25%. Naargelang de berekeningen zou dat tot 5 miljard euro kosten.

    Van de veel besproken meerwaardetaks op aandelen waar CD&V op aandrong is niets meer terug te vinden. De stelling dat ook de grootste vermorgens moeten bijdragen dient vooral voor de retoriek. Een beperkte hogere transactietaks op het verhandelen van aandelen en de belofte dat structuren in belastingparadijzen harder zullen aangepakt worden (met welk personeel dacht de regering dat te doen?), moeten de schijn van evenwichtigheid redden. Maar de essentie blijft overeind: “deze regering rijdt voor de rijken”, zoals ACV-voorzitter Leemans opmerkte.

    Het verzet organiseren

    De maatregelen die al bekend zijn, vormen een grote provocatie voor de werkenden en hun gezinnen. Dat de ongerustheid groot was, na de maatregelen van de Vlaamse regering was dat niet verwonderlijk, bleek al in de goede opkomst voor de syndicale bijeenkomst van 23 september. Ook onder jongeren zijn de eerste acties al op gang getrokken met na eerste scholierenacties in Gent een goede opkomst voor een nationale studentenbetoging en druk om de strijd verder te organiseren met een democratische betrokkenheid van onderuit waarbij het verzet niet beperkt wordt tot enkel de verhoging van de inschrijvingsgelden. In de socioculturele sector kreeg de oproep Hart boven Hard een brede weerklank.

    In een pamflet dat onder meer op de syndicale meeting stelden we dat het stoppen van de aanvallen “krachtsverhoudingen en een massabeweging vereisen. De regering zal niet alle munitie ineens verschieten, maar in de tijd gespreide aanvalsgolven plannen. Als we wachten tot alle details gekend zijn, komen we te laat. Maar alleen met de overtuigden in actie gaan, zonder de tijd te nemen om collega’s voor te bereiden en te betrekken bij het bepalen van de acties, is eveneens fout.

    “Iedereen is nodig, ook wie bij een andere vakbond is of bij geen enkele. Niet door hen van alles te verwijten, maar door samen de moeilijkheden te overstijgen, kunnen we hen winnen voor gezamenlijke strijd. De rechtse regering zal om ons te verdelen maatregelen nemen die de ene regio harder treffen dan de andere. Veel Vlaamse arbeiders zijn net zo hard tegen het rechtse beleid als hun Waalse en Brussselse collega’s, andere hebben zich schromelijk vergist. We willen hen niet isoleren, maar argumenten aanreiken waarmee ze ook hun gemeenschap kunnen overtuigen. Solidariteitsbezoeken kunnen wonderen verrichten.

    “Waarom geen informatiecampagne, met degelijke argumentatie, pamfletten en affiches om collega’s op de werkvloer aan te spreken en te motiveren. Liefst met een concreet ordewoord zodat we gezamenlijk reageren en niet alle richtingen tegelijk uitgaan. Dat kan een nationale betoging of meerdere provinciale betogingen en meetings zijn om de strijdvaardigheid te meten. We kunnen er algemene vergaderingen tijdens de werkuren op de werkvloer aankondigen. Daar kan dan een actieplan ter discussie worden voorgelegd, met provinciale beurtstakingen en betogingen die uitmonden in een nationale 24 of 48 urenstaking. Als de regering tegen dan nog niet toegegeven heeft of gevallen is, kan een week later op algemene vergaderingen op de werkvloer de idee van een dagelijks hernieuwbare staking worden voorgelegd, gestemd en georganiseerd.”

    Welk alternatief?

    In ons pamflet stelden we nog: “De algemene stakingen van 1993, van 2005 en van 30 januari 2012 waren er niet op gericht de regering te doen vallen. Ieder mogelijk alternatief leek toen nog rechtser dan de zittende regering. Dat argument is nu van de baan. Maar het betekent nog niet dat de vakbeweging zich in de armen moet gooien van de tripartite of de alternatieve coalities in Brussel en Wallonië. Die blijven wel van de symbolen af, maar hun strategie is die van de vorige federale regering: besparingen waarvan de scherpe kantjes zijn afgevijld in de hoop erger te voorkomen.

    “Waar dat toe leidt weten we nu. Bij veel werknemers heeft dat de idee gevoed dat besparen de enige mogelijkheid is, bij de patroons de lust opgewekt naar nog meer. In plaats van erger te voorkomen heeft men zo de rode loper uitgerold voor de rechtse coalitie. De federatie Wallonië-Brussel bespaart de komende twee jaar 300 miljoen € in het onderwijs, dat is proportioneel meer dan Vlaanderen. Bovendien worden de eerste twee jaren slechts 1 op de 5 vertrekkende ambtenaren vervangen, 1 op 3 de volgende jaren. Dat is geen alternatief.

    “We moeten integendeel strijden voor een programma dat de reële behoeften vervult van de overgrote meerderheid van de bevolking, niet het winstbejag van een handvol superrijken.”

    • Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
    • Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen. Geen annualisering van de arbeidstijd
    • Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing
    • Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
    • Geen verhoging pensioenleeftijd. Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
    • Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 32u/week zonder loonverlies

    De patroons vinden dit onbetaalbaar. We hebben nochtans nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Niet de middelen, maar de politieke wil ontbreekt. Ook LSP wil rechtvaardiger fiscaliteit, maar kapitaalbezitters en huiseigenaars zullen de toegenomen fiscale druk doorrekenen aan consumenten, werknemers of huurders. Enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap biedt daaraan garanties. We willen een einde aan dit voorbij gestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop