Your cart is currently empty!
Tag: wereldrelaties
-
2019: een keerpunt in de processen van revolutie en contrarevolutie

Massaal protest in Chili. Foto: Wikimedia Commons 2019 markeert wereldwijd een politiek keerpunt. Vooral in de afgelopen maanden hebben we over de hele wereld massale strijd en algemene stakingen met revolutionaire kenmerken gezien. Dit is een massa-explosie, een gevolg van opgestapelde woede en ontevredenheid tegen de machthebbers, hun neoliberalisme en gebrek aan democratie. Deze protesten bevatten ook enkele basiselementen van socialistische strijd – met name de kracht van de arbeidersklasse en de behoefte aan internationalisme.
Door Per-Ake Westerlund
Tegelijkertijd hebben regeringen, dictators en generaals bewezen dat de heersende klasse niet vrijwillig zal aftreden. In verschillende landen was er sprake van gewapende contrarevolutie en brute repressie tegen vreedzame betogingen en jonge activisten.
De meeste regeringen zwijgen over het geweld van de contrarevolutie of roepen op tot ‘rust’. De media spreken over “gewelddadige botsingen” tussen veiligheidsdiensten en betogers. Het is een feit dat “geweld” overal aanvallen van zwaar bewapende contrarevolutionaire staatstroepen betekent, terwijl de demonstranten zich alleen maar proberen te verdedigen. In Bolivia zijn de afgelopen weken meer dan 30 mensen gedood door veiligheidstroepen, acht van hen in een bloedbad in El Alto op 19 november.
Voor het imperialisme en de regeringen zijn deze gebeurtenissen een scherpe waarschuwing voor de zwakheden van hun kapitalistische systeem. Deze golf van protesten vindt plaats op hetzelfde moment als een sterke toename van inter-imperialistische conflicten, een waarschijnlijke neergang van de wereldeconomie en een verdieping van de klimaatcrisis.
En de protesten verspreiden zich nog steeds. In november werden Iran en Colombia de meest recente arena’s voor massaprotesten. In Iran vonden, na weer een drastische prijsstijging van brandstof, protesten plaats in meer dan 100 steden. De economische last voor arbeiders en armen werd onmiddellijk gekoppeld aan de theocratische dictatuur. De opperbevelhebber, Khamenei, ging op televisie om de protesten te veroordelen en beweerde dat de extra inkomsten uit brandstof bestemd waren voor de armsten. De reactie was een toenemende woede, waarbij onder meer poppen die Khamenei afbeelden in brand werden gestoken. In Colombia werd de algemene staking van 21 november, met 250.000 betogers, gevolgd door meer straatprotesten. Dat protest is gericht tegen privatiseringen en besparingen op de pensioenen. De staat antwoordde met een avondklok in Bogota en een alomtegenwoordige aanwezigheid van de politie.
Vergelijkingen met 2011
Commentatoren hebben historische vergelijkingen gemaakt met 1848 en 1968, jaren van revolutionaire en pre-revolutionaire strijd die zich in vele landen heeft verspreid. Er zijn ook vergelijkingen gemaakt met 2011, de zogenaamde ‘Arabische Lente’, waarbij Mubarak in Egypte en Ben Ali in Tunesië omvergeworpen werden. Nu, 8-9 jaar later, is de golf van protesten niet beperkt tot één regio, maar wereldwijd, en met duidelijkere sociale eisen, voor jobs, water, elektriciteit, etc.
Politiek gezien hebben de massa’s ook de conclusie getrokken dat een verandering van regime niet voldoende is. In Soedan hebben de lessen van Egypte, waar al-Sisi een nieuwe dictatuur heeft ingesteld, ertoe geleid dat de massa’s na de omverwerping van al-Bashir hun mobilisaties hebben voortgezet.
Vergeleken met 2011 en andere protesten in de afgelopen jaren zijn de gevechten van 2019 veel langduriger. De protesten in Haïti begonnen in februari en die in Hongkong in juni. De ‘Oktoberrevolutie’ van Libanon dwong premier Hariri om na twee weken af te treden, maar is sindsdien doorgegaan. Medio november waren de bankmedewerkers voor onbepaalde tijd in staking, werden de wegen in het land geblokkeerd en werden de staatsgebouwen geblokkeerd door protesten. Algerije heeft elke vrijdag massademonstraties meegemaakt, ook nadat Bouteflika gedwongen werd af te treden, met “Nieuwe Revolutie” als een veelgebruikte slogan.
Bij veel van de protesten stonden jongeren en vrouwen vooraan, zonder twijfel geïnspireerd door de klimaatstakingen van jongeren en de wereldwijde vrouwen- en vrouwenbeweging. In september namen 7,6 miljoen mensen deel aan de klimaatstakingen, met een toenemend bewustzijn over de kwestie en de noodzaak van een beweging voor drastische sociale verandering. De acties rond vrouwenrechten hebben ook een internationaal karakter en gebruiken het stakingswapen.
Waar de arbeidersklasse met algemene stakingen en stakingsgolven tot doortastend protest is overgaan, werd de krachtsverhouding duidelijk: een kleine geïsoleerde elite tegenover de meerderheid van arbeiders en armen. Dit onderstreept de economische en collectieve rol van de arbeidersklasse, de kracht die een socialistische transformatie van de samenleving kan bewerkstelligen.
De bewegingen combineren veel zaken: economische tegenspoed en gebrek aan democratie met seksistische onderdrukking en het milieu. Dit werd eind september duidelijk gemaakt door de beweging in Indonesië. De studentenprotesten aan meer dan 300 universiteiten werden uitgelokt door een wet die seks buiten het huwelijk onwettig maakt, gericht tegen LGBTQ+ mensen, maar die ook onmiddellijk corruptie en de vernietiging van regenwouden als thema’s opnamen.
“Leuk en spannend”
Burgerlijke “experts” hebben grote moeite om deze bewegingen uit te leggen. Persbureau Bloomberg benadrukt dat het hier niet gaat om protesten van de arbeidersklasse, maar om “consumenten” die reageren tegen een stijging van de brandstofkosten, belastingen of reiskosten. Hiermee worden de politieke eisen van de bewegingen onderschat, hoewel er in de meeste landen nog een sterke, georganiseerde en verenigde arbeidersbeweging moet worden opgebouwd.
Het magazine Economist wijst verbanden met het neoliberalisme en het overheidsbeleid van de hand. In plaats daarvan zegt het: “Het zoeken naar een verenigend thema is zinloos.” De spreekbuis van het kapitaal stelt dat protesten “spannender en zelfs leuker kunnen zijn dan het saaie dagelijkse leven.” Het waarschuwt dat “solidariteit mode wordt.” Dit verklaart natuurlijk niets: waarom vinden de protesten nu plaats en waarom genieten meer mensen niet altijd van dit soort ‘plezier’?
Als marxisten moeten we zowel de gemeenschappelijke elementen, de sterke en zwakke punten van deze bewegingen als de verschillende krachten van contrarevolutie in overweging nemen en analyseren. Natuurlijk zijn er nationale specifieke elementen, maar er zijn ook veel gemeenschappelijke kenmerken.
Wat zit er achter de explosieve woede?
Dit is een mondiaal keerpunt, dat is ontstaan door de diepe politieke en economische crisis van het kapitalisme, zijn doodlopend straatje en verval, zoals uitgelegd in vele discussies en documenten van de CWI Meerderheid. Politiek zien we dat de heersende klasse vertrouwt op rechtspopulisme en nationalisme, in een economisch systeem dat steeds meer parasitair wordt. Zij hebben geen uitweg.
Tegen wie zijn deze massale protesten gericht? Wat zit er achter de explosieve woede?
- Er is een enorme haat tegen regeringen en partijen. In Libanon is de overheersende slogan “Ze moeten allemaal weg.” Anders dan de grote beweging in 2005, is deze eis nu ook gericht tegen Hezbollah en haar leider, Nasrallah. In Irak wil de beweging alle bestaande partijen verbieden zich kandidaat te stellen voor de komende verkiezingen, inclusief de beweging van Muqtada al-Sadr, die in staat was om eerdere protesten af te leiden. Studenten in Bagdad lieten een spandoek zien met “Geen politiek, geen partijen, dit is het ontwaken van studenten.” In Chili roepen de mensen op straat “Weg met alle dieven.” Het verzet tegen regeringen werd recent ook in Tsjechië getoond, met 300.000 in een betoging tegen de miljardairpresident.
- Deze haat is gebaseerd op decennia van neoliberalisme en dalende levensstandaard, en het vooruitzicht op geen toekomst. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) adviseert verder neoliberalisme door het verminderen van overheidssubsidies. Dergelijke verminderingen hebben de opstanden in Soedan en Ecuador veroorzaakt. In Libanon gaat 50% van de overheidsuitgaven naar schuldaflossingen. Nieuwe besparingen waren ook de aanleiding in Haïti, Chili, Iran, Oeganda en andere landen. Het is een kwestie van tijd totdat het andere landen bereikt, bijvoorbeeld Nigeria. Dit houdt verband met de extreme toename van de ongelijkheid, met Hongkong en Chili als belangrijke voorbeelden.
Stakingen en straatprotesten
De strijd vertoont veel gemeenschappelijke en belangrijke kenmerken.
- In veel landen begon het protest met massale vreedzame betogingen. In Hongkong, met een bevolking van 7,3 miljoen inwoners, trokken twee miljoen mensen de straat op! In Chili en Libanon telkens meer dan een miljoen. Op het Tahrirplein in Bagdad waren er enkele honderdduizenden. In de meeste gevallen waren de protesten niet beperkt tot de hoofdsteden of grote steden, maar waren ze verspreid over hele landen.
- Algemene stakingen zijn doorslaggevend geweest bij het omverwerpen van regimes en bij het dooreenschudden van de machthebbers. 2019 begon met de grote algemene staking in India (150 miljoen) en ging verder met Tunesië, Brazilië en Argentinië. Dit najaar zijn er algemene stakingen geweest in Ecuador, Chili (twee keer), Libanon, Catalonië en Colombia, plus stedelijke stakingen in Rome en Milaan. In Irak waren er grote stakingen van leraren, havenarbeiders, dokters en artsen en andere groepen. Overheidsgebouwen zijn bezet (zoals de centrale bank in Beiroet) of afgebrand, zoals in veel steden in Irak. Wegen zijn geblokkeerd in Irak en Libanon, zoals in Peru, waar de inheemse bevolking milieubedreigende mijnbouwprojecten wil stoppen. Wegversperringen waren ook de methode van de gele hesjes in Frankrijk.
- De strijd heeft nieuwe strijdmethoden en de kenmerken van een nieuwe samenleving laten zien. In Bagdad heeft het Tahrirplein de traditie van het gelijknamige plein in Egypte in 2011 overgenomen, met een hospitaaltent, gratis vervoer en zelfs een dagblad. In Ecuador was er de ontwikkeling van volksvergaderingen en in Chili waren er lokale organisatievergaderingen. In Libanon verlieten de studenten de universiteiten voor praktisch onderwijs in de steden. In Hongkong hebben de jongeren een aantal methoden bedacht om zich te beschermen tegen traangas en repressie.
- Sectaire verdeeldheid wordt overwonnen door gemeenschappelijke strijd, een typisch kenmerk van revolutionaire strijd. In Libanon strijden sjiitische en soennitische moslims naast de christenen. In Irak strijden sjiieten en soennieten ook samen, ook al is het tot nu toe vooral in de sjiitische gebieden. In Latijns-Amerika spelen inheemse organisaties een leidende rol, in Ecuador, Peru en Chili, en in het verzet tegen de staatsgreep in Bolivia.
- Het internationalisme is duidelijk, met de solidariteitsverklaring van de massa’s in Irak aan de protesten in Iran en de grote betoging in Buenos Aires tegen de staatsgreep in Bolivia.
Overwinningen
De bewegingen hebben grote overwinningen en toegevingen behaald. Langdurige dictators in Soedan en Algerije zijn omvergeworpen, de regering in Ecuador is de hoofdstad ontvlucht, ministers zijn afgetreden in Libanon, Chili en Irak. In Chili beweerde president Pinera eerst dat het land “in oorlog” was tegen de protesten, maar hij moest zich vervolgens “verontschuldigen” en alle maatregelen die de beweging op gang hebben gebracht intrekken. Ook in Frankrijk werd Macron gedwongen toegevingen te doen inzake de brandstofprijzen en hij moest het minimumloon verhogen als reactie op het protest van de gele hesjes.
In de meeste gevallen zijn de protesten na deze toegevingen gewoon doorgegaan.
Hongkong
De strijd in Hong Kong onderscheidt zich op vele manieren. We hebben kameraden ter plaatse om ons analyses en informatie uit de eerste hand te geven. De strijd wordt gekenmerkt door de ongelooflijke vastberadenheid en moed van de jongeren. Het feit dat Hongkong vanuit Peking geregeerd wordt, maakt dat toegevingen zoals in andere landen met massaprotest niet op de agenda staan.
In augustus waarschuwden onze leden in Hongkong voor een “sluipende noodtoestand.” Half november veranderde dit, toen Xi Jinping nieuwe richtlijnen gaf: de protesten moeten stoppen. De hoop van het regime om de beweging uit te putten en vervolgens repressie te gebruiken (zoals bij de paraplu-beweging in 2014) faalde. In plaats daarvan creëerde de protestbeweging een grote crisis voor Xi’s bewind.
Met de repressie op een nieuw niveau waren er op maandag en dinsdag 18-19 november oorlogsscènes, waarbij de politie dreigde met het gebruik van scherpe munitie en met studenten op universiteitscampussen die zich probeerden te verdedigen met molotovcocktails en pijlen. Op dinsdagochtend viel de politie aan met meer dan 1.500 traangasflessen. De studenten van de PolyTech-universiteit werden gedwongen zich over te geven aan de politie. Meer dan duizend studenten werden gearresteerd, met het risico van tien jaar gevangenisstraf.
De brede steun van de bevolking voor de strijd van de jeugd bleek uit solidariteitsuitingen op straat en nog meer uit de enorme nederlaag van de regeringsgezinde partijen bij de lokale verkiezingen van zondag 24 november.
De indrukwekkende strijd in Hongkong moet verdere stappen zetten, met inbegrip van een democratische organisatie, de organisatie van een algemene staking en een vastberaden uitbreiding naar het vasteland van China. De tactiek van de studenten om “water te zijn” – vormloos, geen leiders – gaf hen een aantal voordelen in straatprotesten en het liet hen toe om de blokkerende rol van de liberale pan-democraten te doorbreken. Maar dit volstaat niet om de strijd naar het noodzakelijke hogere niveau te brengen. Een groot probleem is de zwakte van de vakbonden en het uitblijven van stakingen. Politiek gezien kan dit ruimte geven voor illusies in de ‘internationale gemeenschap’ en in het bijzonder het Amerikaanse imperialisme en Trump om steun te geven. Het geeft ook ruimte om te blijven geloven in een “Hongkongse oplossing”, los van de rest van China.
De complicaties van deze periode
In de debatten en splitsing van het CWI dit jaar was er heel wat aandacht voor de inschatting van het bewustzijn. De leiding van onze voormalige Spaanse sectie, die in april vertrok, onderschatte de problemen van het lage socialistische bewustzijn, terwijl de groepering die in juli vertrok deze problemen net overschatte. Deze laatste groep gaf er de voorkeur aan om te wachten op een “echte” beweging in plaats van tussen te komen in de huidige. De doorslaggevende rol van de georganiseerde arbeidersklasse begrijpen betekent niet dat men andere belangrijke sociale bewegingen negeert.
Het bewustzijn kan sprongen maken op basis van ervaringen door strijd. Dit proces is begonnen, maar in het algemeen ontbreekt het de massale strijd aan de organisatie en leiding die nodig zijn om een strategie te ontwikkelen voor een socialistische transformatie van de samenleving. Tot nu toe zijn er geen arbeiders- of linkse partijen ontstaan die in staat zijn om deze taak te vervullen. De nieuwe linkse formaties zijn onstabiel en politiek zwak. Het laatste voorbeeld is de toetreding van Podemos tot een coalitieregering met de PSOE (sociaaldemocratie) in Spanje.
De vergelijking met 1968 laat zien hoe ver de arbeidersbeweging – arbeiderspartijen en vakbonden – stappen achteruit heeft gezet in termen van actieve basis. Dit betekent echter ook dat stalinistische communistische partijen en sociaaldemocratie minder mogelijkheden hebben om de strijd te blokkeren en af te leiden.
Contrarevolutie
Deze herfst zagen we dat de kapitalistische klasse niet aarzelt om de meest brute contrarevolutionaire repressie te gebruiken om aan de macht te blijven. Ze geven de voorkeur aan andere, vreedzamere middelen, maar zijn bereid om geweld te gebruiken wanneer dat nodig is.
- In Bolivia was er een militaire staatsgreep, met de steun van het Amerikaanse imperialisme en de Braziliaanse regering onder Bolsonaro. De nieuwe “president” Anez werd “gekozen” door minder dan een derde van het parlement. Europese regeringen, zoals de Zweedse, toonden “begrip” voor de staatsgreep.
- In Irak vielen er meer dan 300 doden en 15.000 gewonden de afgelopen maand.
- In Chili zijn 285 mensen in de ogen geschoten. In Frankrijk zijn in het voorjaar veertig mensen verblind.
- In Guinee, West-Afrika, werden 5 mensen gedood en 38 gewond bij protesten tegen president Alpha Conde, die zich voor een derde termijn kandidaat stelde. De protesten gaan nog steeds door.
Het gevaar bestaat nog steeds dat het Chinese leger in Hongkong een grote repressie uitvoert, ook al zijn de vele waarschuwingen van een nieuw bloedbad zoals dat op het Tiananmenplein in 1989 tot nu toe niet uitgekomen. Ook een terugkeer van het sektarisme in Libanon of Irak is een reëel gevaar.
De heersende klasse wil de protesten ontwapenen en ze laten ontsporen in verkiezingen of onderhandelingen. In Argentinië was dit duidelijk toen de Peronistische kandidaten, Fernandez en Fernandez-Kirchner, de verkiezingen wonnen. Het hoofddoel van de massa’s was Macri, de voormalige grote hoop voor het kapitalisme in Latijns-Amerika, te verdrijven. Onder Macri was er een nieuwe diepe financiële crisis. De nieuwe Peronistische regering zal echter geen wittebroodsweken kennen, aangezien zij het beleid van het IMF zal blijven uitvoeren.
In Soedan hebben officiële protestleiders boven de hoofden van de massa’s een overeenkomst met het leger ondertekend over het delen van de macht. Hierdoor bleef de echte macht in handen van generaal Hemeti en zijn beruchte troepen. Nu zijn er opnieuw meer protesten, tegen de overeenkomst en tegen de generaals.
Een belangrijke eis in Chili is die voor een nieuwe grondwet. De huidige dateert uit 1980, onder de dictatuur van Pinochet. De vraag naar een revolutionaire grondwetgevende vergadering van democratisch gekozen vertegenwoordigers van werkplekken en arbeiderswijken is echter het tegenovergestelde van een vergadering met president Pinera en rechtse partijen.
De heersende klasse heeft duizend en één manieren om te proberen de revolutie van onderaf te blokkeren. In 2011 waarschuwde het CWI voor illusies in “regimeverandering” als einde van de strijd. De staat, de kapitalisten en het imperialisme werden intact gelaten en dit opende de deur naar een contrarevolutie.
De nederlagen houden echter niet zo lang stand als in de jaren dertig of zeventig van de vorige eeuw. De massale protesten in Iran werden in 2009 en 2017 verpletterd, maar keerden dit jaar weer terug. Hetzelfde is gebeurd in Irak, Zimbabwe en Soedan. Nieuwe protesten tonen ook aan dat Egypte niet stabiel is.
De macht uitdagen
Algemene stakingen van onbepaalde duur en massabewegingen met een revolutionair karakter werpen de vraag naar de macht op. Welke klasse moet er heersen?
Gedurende lange tijd formuleerden we eerder eisen voor een 24-uren of 48-urenstaking in plaats van een algemene staking. Dit was om de arbeidersklasse voor te bereiden, haar kracht en numerieke superioriteit te laten voelen, zich te organiseren en het bewustzijn over haar vijanden te vergroten, en om haar leiding te selecteren.
De meeste van de huidige strijden zijn algemene bewegingen die onmiddellijk de macht van de kapitalistische klasse in twijfel trekken. De contrarevolutie bereidt zich voor op deze strijd, maar had het de afgelopen maanden moeilijk bij het toepassen van haar traditionele methoden.
Een belangrijke vergelijking is die met de eerste Russische revolutie in 1905. De arbeidersklasse toonde haar kracht en betwistte de macht van de tsaristische staat. Een confrontatie was onvermijdelijk.
Liberalen en mensjewieken beschuldigden de sovjet en vooral de bolsjewieken ervan dat ze te veel over gewapende opstand spraken. Lenin antwoordde: “De burgeroorlog wordt door de regering zelf aan de bevolking opgedrongen.” Trotski verklaarde in zijn toespraak voor de rechtbank waar hij na de revolutie van 1905 werd aangeklaagd: “Ons voorbereiden op de onvermijdelijke opstand, betekende voor ons in de eerste plaats het informeren van mensen, hen uitleggen dat een openlijk conflict onvermijdelijk was en dat alles wat ze afdwingen hen weer zou afgenomen worden, dat ze zich enkel goed konden verdedigen met een krachtige organisatie van de arbeidersklasse, dat de vijand in de ogen moest gekeken worden, dat de strijd tot het einde moest doorgezet worden en dat er geen andere weg was.”
In 1905 zorgde het gebrek aan organisatie en ervaring, ondanks de vorming van een sovjet of arbeidersraad, naast de zwakke strijd op het platteland ervoor dat de contrarevolutie de overhand haalde. In december werd in Moskou een algemene staking van 150.000 deelnemers uitgeput en uiteindelijk won de contrarevolutie.
De ervaringen van 1905 legden de basis voor de overwinning van de revolutie in 1917. De huidige situatie laat geen ruimte voor lange periodes van reactie zonder enige strijd. Het Bolivia van vandaag zal niet het soort contrarevolutie zien zoals na 1905. Wat daar zal gebeuren, is nog steeds onzeker. De contrarevolutie is in Bolivia al eerder verslagen.
We zullen ongetwijfeld nog meer landen en regio’s in deze trend van massabewegingen zien komen. Het effect op het wereldwijde bewustzijn zal zijn dat er meer begrip komt voor strijd als de enige manier om veranderingen te bereiken. Antikapitalistische en socialistische ideeën zullen zich ontwikkelen in de zoektocht naar een alternatief voor kapitalisme en repressie. De zwakte van links en de arbeidersorganisaties betekent dat het een langdurig proces zal zijn, met zowel stappen vooruit als tegenslagen.
De algemene les is echter dezelfde als in 1905 of 1968 – het blijft een kwestie van de nood voor de arbeidersklasse om de macht te nemen om de toegevingen die een massabeweging kan winnen te consolideren en een fundamentele verandering te bereiken.
-
Kapitalisme in crisis: instabiliteit in wereld
Half augustus is een belangrijke vergadering doorgegaan in België met vertegenwoordigers van zusterpartijen en -groepen van LSP uit 25 landen. In meer dan één opzicht luidt dat een nieuw tijdperk in. Elders in deze krant vindt de lezer toelichtingen bij de belangrijke ontwikkelingen van de voorbije maanden in de revolutionaire socialistische internationale, het Committee for a Workers International (CWI), waarvan LSP de Belgische afdeling is. Maar het zijn vooral de internationale ontwikkelingen op economisch, politiek, sociaal en ecologisch vlak die dit nieuw tijdperk zullen inkleuren.Artikel door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Economie dreigt in recessie te gaan
De achtergrond van al die ontwikkelingen is de snelle vertraging van de wereldeconomie en de sterke mogelijkheid van een nieuwe financiële crash vergelijkbaar met die van 2008-9. De sociale gevolgen zullen niet te overzien zijn. Destijds leidde de crash, na een periode van verlamming van de klassenstrijd, tot revolutionaire gebeurtenissen in Noord-Afrika en het Midden-Oosten en massabewegingen, inclusief algemene stakingen in vooral Zuid-Europa en de Verenigde Staten, maar ook in Azië. De crisis werd uiteindelijk bedwongen door massale geldinjecties van overheden en centrale banken, gigantische investeringen door de Chinese nationale en lokale overheden en overheidsinstellingen en een wereldwijde gecoördineerde interventie van de G20.
Dat is vandaag onmogelijk. De wereldwijde schuldgraad is intussen fors toegenomen. Destijds liet men de rentevoeten zakken om het aangaan van leningen door overheden, gezinnen en bedrijven te stimuleren. Enkele rentevoeten werden zelfs negatief om banken aan te zetten hun reserves niet te parkeren. Vandaag staan de rentevoeten al historisch laag en zijn in sommige gevallen negatief. Men deed massaal beroep op ‘kwantitatieve versoepeling’: het fenomeen waarbij centrale banken maandelijks extra geld in de economie injecteren om ze te smeren. Daardoor liepen de activa op de balans van de Federal Reserve op tot 22% van het BBP terwijl dat tussen WOII en 2008 varieerde tussen 4 en 6%, voor de Europese Centrale Bank is dat zelfs 40% en voor de Bank of Japan 90%!
De onmiddellijke aanleiding voor de crisis in 2008-9 was het uiteenspatten van de zeepbel op de huizenmarkt in de VS. Vandaag is de grootste dreiging de vertraging van de wereldhandel en de handels- en muntoorlogen. Maar de onderliggende zwakheden voor de kapitalistische economie gaan al terug tot het einde van de naoorlogse groeispurt in de jaren ’70. De belangrijkste interne tegenstelling van het kapitalisme is over-accumulatie van kapitaal, de toenemende neiging om meer meerwaarde te produceren dan op een rendabele manier geïnvesteerd kan worden. Het heeft geleid tot nieuwe investeringsdomeinen door de privatisering van openbare diensten, pensioensystemen, nutsvoorzieningen, gezondheidszorg en onderwijs. De rendementscrisis leverde ook een verdere ‘financialisering’ op, met een nog grotere rol van banken en een enorme uitbreiding van krediet. De globale schuld bedraagt nu drie keer het globale BBP. Ondanks alle intenties om de financiële markten in te tomen is het casino vandaag groter dan in 2009: 1.200.000 miljard $ is belegd in afgeleiden.
Een strijd voor hegemonie
Geopolitiek is voor het eerst sinds ’73 opnieuw de belangrijkste aanleiding voor de aanstormende recessie. Er is een toenemende strijd voor wereldhegemonie, vooral tussen China en de VS. Sinds 2017 vertraagt de groei van de wereldhandel, volgens de OESO tot 2,1% dit jaar. Tussen 1987 en 2007 groeide de wereldhandel jaarlijks nog gemiddeld met 7%. Een belangrijke factor is het inzetten van handelstarieven als een wapen in de buitenlandpolitiek door Trump. Export uit de VS naar China is daardoor vorig jaar afgenomen met 31,4% en die van China naar de VS met 7,8%. De Chinese overheid liet de renminbi voor het eerst door de bodem van 7 dollar zakken als reactie op Trumps aankondiging om vanaf 1 september ook 10% te heffen op de 350 miljard $ Chinese import die nog niet eerder getroffen werd. Nog diezelfde dag noemde de Amerikaanse schatkist China een muntmanipulator. De tarievenoorlog wordt mogelijk een muntoorlog.
Handelsconflicten blijven daartoe niet beperkt. De EU wil toegevingen van de VS inzake landbouwpolitiek terwijl de VS ermee dreigt 25% te heffen op Europese auto’s. Japan heeft exportcontroles opgelegd aan Zuid-Korea. China en Europa zijn verdeeld over de nieuwe zijderoute, de opening van markten en investeringsvoorwaarden voor bedrijven. In Afrika woedt een strijd voor invloed tussen Europa, Rusland, de VS en China. Er is een nieuwe wapenwedloop aan de gang en het aantal brandhaarden voor militaire conflicten blijft maar toenemen: Rojava, Indisch Kasjmir, de Chinese Zuidzee, de straat van Hormuz, … Eigenlijk dreigt veel meer dan een handelsoorlog en gaan we door een periode van de-globalisering, technologieoorlog en betwisting van de hegemonie van de VS. Martin Wolf (Financial Times) schrijft over “het begin van een 100-jarige oorlog.” De Britse krant The Guardian verwijst naar een atmosfeer die doet denken aan de Europese zomer van 1914.
Sommigen spreken van een nieuwe koude oorlog. De Sovjetunie en het VS-imperialisme waren twee antagonistische maatschappelijke systemen die elkaar in evenwicht hielden, ook met nucleaire dreiging, maar achteraf bekeken bleef de koude oorlog ‘relatief’ koud. Deze keer gaat het om twee varianten van het kapitalisme, de een meer staatskapitalistisch, de ander neoliberaal. De logica van de spanningen tussen de VS en China is oorlog, een strijd op leven en dood, maar twee factoren houden dat tegen: het nucleair arsenaal waardoor er alleen maar verliezers kunnen zijn en de reactie die dat teweeg kan brengen op het thuisfront, ook in China, zeker na de massabeweging in Hongkong.
Politieke instabiliteit en sociale revoltes
De burgerij moet al die spanningen beheren met instrumenten gemaakt voor een vorige periode en onaangepast aan het nieuwe tijdperk. De naoorlogse instellingen van Bretton Woods en allerlei verdragen vallen uiteen. Politieke partijen die decennia lang onbetwiste ‘leiders van de natie’ leverden verschrompelen. Zowel op links als op rechts worden ze uitgedaagd door nieuwe, radicalere formaties. Het vormen van stabiele regeringen wordt aartsmoeilijk. Minderheidsregeringen en atypische coalities zien het licht. De economische crisis heeft de autoriteit van de traditionele burgerlijke instellingen uitgehold waardoor gevaarlijk knip- en plakwerk vereist is.
Vooral rechtse populisten slaan daar voorlopig electoraal munt uit wegens het onvermogen van zowel traditioneel links als de nieuwe linkse formaties om verandering af te dwingen. Het falen van Lula en Dilma in Brazilië maakte de weg vrij voor Bolsonaro, het afstoppen van Sanders door de Democraten in de VS voor Trump, het verraad van Syriza blaast Nieuwe Democratie in Griekenland nieuw leven in, het falen van Rifundazione in Italië en van de 5-sterrenbeweging werd een lanceringsplatform voor Salvini, … De electorale overwinningen van rechtse populisten betekenen echter geen geconsolideerde steun aan hun programma en dikwijls wekken ze gigantische tegenbewegingen op.
De arbeidersbeweging gaat nog steeds gebukt onder de nederlagen van het verleden en de erfenis van de val van het stalinisme. Dat drukt zich op een geconcentreerde wijze uit bij de vakbondsleiders en die van oude en nieuwe linkse politieke formaties en zorgt er mee voor dat de arbeidersbeweging haar stempel nog niet gedrukt heeft op de beweging. De algemene staking in Brazilië werd op gang getrokken door de vrouwenbeweging, in Algerije werd de oproep tot staking via sociale media buiten de traditionele structuren gelanceerd, in Hongkong wordt heel de beweging gecoördineerd via sociale media, maar dat kan snel keren. Zowel in Algerije als in Soedan begint de basis haar vakbonden op te eisen, meestal door het opzetten van structuren gecontroleerd van onderuit. In Hongkong greep de eerste algemene staking in decennia plaats en in de VS begint de beweging zich te vertalen naar een golf van syndicalisatie. We denken dat we voor een keerpunt staan en dat de beste voorbereiding daarop erin bestaat om zich nu al te engageren in de bestaande bewegingen op een socialistisch programma en met een oriëntatie naar de arbeidersbeweging.
-
Kapitalisme in crisis, nog voor nieuwe recessie toeslaat

Bijeenkomst van het Internationaal Uitvoerend Bureau van het CWI. Verslag vanop een bijeenkomst van het Internationaal Uitvoerend Bureau van het CWI door Danny Byrne, verkozen in het Voorlopig Comité dat het CWI leidt
Van 12 tot 16 augustus vond in België een historische vergadering plaats van het Internationaal Uitvoerend Bureau (IEC in het Engels) van het CWI. De vergadering was een zelfverzekerde en levendige bijeenkomst die tot taak had de balans op te maken van de situatie na een crisis in het CWI zelf en het begin van een proces van discussie en debat op gang te brengen in de aanloop naar het CWI-wereldcongres begin 2020. De komende dagen publiceren we een aantal verslagen van de politieke discussies op deze bijeenkomst. We beginnen met de eerste discussie: over de wereldperspectieven.
Het Internationaal Uitvoerend Bureau begon met een levendige en verhelderende discussie over de wereldperspectieven. Twee leden van het Voorlopig Comité van het CWI, Vincent Kolo en Cédric Gérôme, leidden de discussie in. Tom Crean van Socialist Alternative in de VS rondde de discussie af. Gedurende anderhalve dag waren er bijdragen aan de discussie door afgevaardigden uit Australië, België, Brazilië, Canada, China, Duitsland, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongkong, Ierland, Israël/Palestina, Mexico, Oostenrijk, Polen, Québec, Rusland, Taiwan, Tunesië, Turkije, de VS en Zweden.
De discussie werd ingekaderd door drie elementen die centraal staan in de huidige wereldconjunctuur: de komst van een nieuwe recessie die de wereldeconomie bedreigt, de dramatische escalatie van de inter-imperialistische rivaliteit die vooral tot uiting komt in de nieuwe “Koude Oorlog” tussen China en de VS en de massale omwentelingen die zich in de wereld voltrekken, met name in Noord-Afrika, Hongkong en Puerto Rico.
Deze processen en de enorme impact die ze zullen hebben op de wereldpolitiek en het bewustzijn van miljoenen mensen, zullen beslissende factoren zijn in de ontwikkeling van de klassenstrijd in de komende maanden en jaren. Tijdens de discussie werd benadrukt dat de ‘politieke revolutie’ die de afgelopen periode door CWI-afdelingen en leden werd uitgevoerd om onze internationale organisatie te redden van een sektarische, dogmatische en bureaucratische ontaarding, een cruciaal onderdeel was van de politieke voorbereiding van onze krachten om te kunnen tussenkomen in deze uitdagende nieuwe periode.
Naar een nieuwe wereldwijde economische neergang
Uit de discussie bleek dat er in veel opzichten al een nieuwe wereldwijde economische neergang bezig is. Zo kent China zijn traagste groei sinds dertig jaar. In Europa staan Duitsland, Italië en Groot-Brittannië allemaal dicht bij officiële recessies.
Een nieuwe golf van economische crisis zal uniek zijn in de geschiedenis, in die zin dat het de eerste crisis in de sinds lange tijd zal zijn die vooral door geopolitieke factoren wordt veroorzaakt. De vertragende invloed die het handelsconflict tussen de VS en China, maar ook andere factoren zoals de Brexit, hebben op de groei van de wereldeconomie is een illustratie van de intieme dialectische band tussen politiek en economie. Het is ook een duidelijke bevestiging van hoe de tegenstrijdigheden die inherent zijn aan het kapitalisme, waar spanningen en conflicten tussen nationale heersende klassen centraal staan, de economische vooruitgang in de weg staan.
Tijdens de IEC-bijeenkomst werd veel gediscussieerd over de aard van de komende economische neergang en de gevolgen daarvan. Terwijl geopolitieke factoren de doorslag geven, is de onderliggende motor van deze crisis dezelfde als die van 2007/8: de fundamentele crisis van het wereldwijde kapitalisme op het gebied van productie en winstgevendheid. Dit komt tot uiting in het enorme probleem van de schuldenlast, dat sinds 2008 is verergerd, en in het chronische gebrek aan productieve investeringen, wat speculatieve zeepbellen voedt.
Er werd ook benadrukt dat een nieuwe crisis een wereldeconomie zal treffen die zich niet fundamenteel heeft hersteld van de laatste crisis. Veel van de kaarten die de internationale heersende klasse heeft gespeeld om de crash van 2007/8 te bestrijden – met inbegrip van renteverlagingen en cruciale internationale coördinatie – zijn voor hen veel minder beschikbaar om de komende recessie het hoofd te bieden.
De impact van een nieuwe crisis op het bewustzijn van de arbeidersklasse, de jongeren en alle onderdrukten zal ook anders zijn dan in 2007/8. De ervaring van de afgelopen tien jaar van aanvallen, verarming en strijd zal niet worden vergeten. Een nieuwe economische crisis, werkloosheid en onveiligheid kunnen tijdelijk een rem zetten op actiebereidheid op syndicaal vlak, maar de politieke en ideologische impact van een nieuwe recessie zal de radicalisering van de afgelopen tien jaar ongetwijfeld verdiepen en meer revolutionaire explosies op de agenda zetten.
Een nieuwe ‘Koude Oorlog’ tussen China en de VS
De wereldverhoudingen worden in grote mate bepaald door het intense en escalerende conflict tussen de twee grote mogendheden VS en China. Dit historische conflict, dat veel verder gaat dan een “handelsoorlog”, staat stilaan in het centrum van de politieke en economische gebeurtenissen. In het verlengde hiervan ontstaat een tendens naar een economische, politieke en technologische “ontkoppeling” van de planeet, waarbij beide partijen streven naar consolidatie en ontwikkeling van gesloten machts- en invloedssferen.
In de discussie werden hier voorbeelden van gegeven op basis van gebeurtenissen in Europa, Latijns-Amerika, Australië en Afrika. De crisis rond de Chinese technologiegigant Huawei is een van de meest in het oog springende voorbeelden. Dit houdt verband met de ontwikkeling van belangrijke “5G-technologie”, die cruciale productieve en militaire gevolgen heeft.
Dit is geen herhaling van de laatste Koude Oorlog, waarvan een botsing tussen twee fundamenteel verschillende politieke en economische systemen aan de basis lag. De ‘Koude Oorlog’ tussen de VS en China vandaag is een confrontatie tussen ‘s werelds dominante imperialistische macht (de VS) en zijn opkomende imperialistische rivaal (China). Maar net als bij de laatste Koude Oorlog neigt zij ertoe de wereld in tegengestelde blokken te verdelen en vormt zij in toenemende mate de centrale as van alle mondiale betrekkingen.
Verschillende sprekers merkten op dat het ‘koude’ karakter van het conflict de ernst ervan niet mag verhullen. In elke voorgaande historische periode, voorafgaand aan de proliferatie van kernwapens (wat een nieuwe wereldoorlog een ondenkbare optie maakt voor de heersende klasse in deze omstandigheden), zou dit conflict hoogstwaarschijnlijk al hebben geleid tot een ‘hete’ militaire oorlog.
Hoewel het conflict in de komende jaren opgaande en neergaande fasen zal kennen, zullen de fundamentele tegenstrijdigheden die aan de grondslag van het conflict liggen geen duurzame of blijvende oplossingen kennen.
Het weerspiegelt ook de binnenlandse ontwikkelingen binnen beide machten. Amerikaanse sprekers legden uit dat de lage groei van de Amerikaanse economie weliswaar aanhoudt, maar dat de economie stoom verliest. Dit komt midden een opleving van de stakingsacties en een aanhoudende golf van “socialistische” radicalisering, die tot uiting komt in de nieuwe verkiezingscampagne van Bernie Sanders. In Seattle is Socialist Alternative bezig met de campagne om de positie van Kshama Sawant in de raad veilig te stellen. Daarbij moeten we ingaan tegen de rijkste man ter wereld, Amazon-topman Jeff Bezos. Dit is een bijzonder belangrijke strijd voor socialisten.
Historische beweging in Hongkong als voorbode van een Chinese revolutie
Sprekers uit Hongkong en Taiwan gingen in op de gevolgen van de historische massabeweging die Hongkong op zijn grondvesten doet schudden. Al meer dan tien weken zijn de massa’s vrijwel voortdurend in beweging, met ten minste één demonstratie van honderdduizenden per week. Afgelopen weekend gingen 1,7 miljoen mensen de straat op!
Onder vertegenwoordigers van de heersende klasse is er een levendige discussie over de vraag of het Chinese regime militair zal ingrijpen en van Hongkong een “nieuwe Tianenmen” zal maken. Onze militanten legden uit dat dit op korte termijn onwaarschijnlijk is, maar het illustreert de diepte van de crisis voor het Chinese regime, dat bijzonder bang is voor revolutionaire omwentelingen.
Socialist Action (CWI in Hongkong) is dagelijks actief in het hart van de beweging en voert momenteel campagne voor een scholierenstaking. In een beweging die grotendeels ‘leidingloos’ en gedecentraliseerd is en die het gebrek aan vertrouwen van de massa’s in de burgerlijke “pandemocratische” oppositie van Hongkong weerspiegelt, verdedigen onze militanten de noodzaak van massale actie door de arbeidersklasse als centraal onderdeel van de beweging, en benadrukken zij dat de beweging zich naar het Chinese vasteland moet uitbreiden.
Deze massabeweging is in veel opzichten het begin van een nieuwe Chinese revolutie en valt samen met een golf van strijd en radicalisering op het vasteland. Strenge mediacontrole en censuur in China en een systematische, massale en systematische desinformatie, waarbij de Hongkongse beweging wordt voorgesteld als een reactionair westers complot, ondermijnen het potentieel voor directe massale solidariteitsprotesten op het Chinese vasteland. De escalatie van de vele sociale en industriële bewegingen die in China gemeengoed zijn geworden en die samenvallen met de huidige massabeweging in Hongkong, is echter een mogelijkheid die inherent is aan de situatie.
Revolutionaire omwentelingen in Afrika
Een afgevaardigde uit Soedan kreeg geen visum en kon de vergadering niet bijwonen. Maar toch werden de massale revolutionaire ontwikkelingen in dat land, alsook in Algerije, uitvoerig besproken.
De massale revolutionaire strijd heeft in beide landen reeds lang zetelende dictators afgezet. Deze bewegingen hebben vele kapitalistische commentatoren verrast en de heersende elites in de regio bang gemaakt, maar ook miljoenen arbeiders en jongeren geïnspireerd. De wreedheid van de contrarevolutie die zich de afgelopen jaren in sommige delen van het Midden-Oosten heeft ontvouwd, maakt deze revolutionaire opleving des te belangrijker.
De strijd in Soedan is in het bijzonder een van de meest geavanceerde revolutionaire strijden van de 21e eeuw. Zo was er de wijdverbreide opkomst van volksverzetscomités, die de kern van de massale mobilisaties vormden. Het bloedbad dat de regerende Militaire Raad en zijn milities op 3 juni hebben aangericht heeft de revolutie niet vernietigd, maar net een nog groter massaal tegenoffensief uitgelokt met een algemene staking van drie dagen en een “mars van de miljoenen” op 30 juni.
Helaas gaat de revolutionaire energie van de Soedanese massa’s niet gepaard met een gelijkaardige energie onder de leiding van de beweging. De ‘Forces for the Declaration of Freedom and Change’ (FDFC), waarvan de ruggengraat de ‘Sudanese Professionals Association’ (SPA) is, hebben nu een overeenkomst getekend met de contrarevolutionaire Militaire Raad over machtsverdeling. Deze verraderlijke overeenkomst wordt echter bestreden door een groeiend aantal mensen en zal waarschijnlijk geen stand houden onder druk van de gebeurtenissen. De corrupte heersende kliek oefent nog meer greep uit op de economie en heeft de inzet van Soedanese troepen in de door Saoedi-Arabië geleide oorlog in Jemen opgevoerd, terwijl de massa’s zwaar te lijden hebben onder de stijgende prijzen en het tekort aan voedsel, brandstof en medicijnen. Onder deze omstandigheden worden nieuwe revolutionaire confrontaties voorbereid.
Geen politieke stabiliteit voor het kapitalisme
De toenemende kans op een ‘no deal’ Brexit de komende maanden, is de scherpste uitdrukking van de enorme instabiliteit van het Europese kapitalisme. Dat was na de crisis van 2008 totaal niet in staat om het politieke evenwicht te herstellen. Verschillende sprekers uit Europa hadden het over de politieke instabiliteit en polarisatie, een proces dat nu ook de kernlanden Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, enz. omvat.
Terwijl zowel het Britse als het Europese kapitalisme tegen een wanordelijke Brexit zijn, duwen politieke overwegingen de gebeurtenissen onverbiddelijk in deze richting. Nu Boris Johnson aan de macht is en zowel Labour als de Tories in een diepe crisis verkeren, beschikt het Britse kapitalisme niet over betrouwbare vertegenwoordigers die in staat zijn een oplossing te vinden in overeenstemming is met zijn belangen. Het establishment van de EU, dat nerveus is over de existentiële crisis en het uiteenvallen van de EU, voelt zich ook gedwongen om “hard te spelen” met Groot-Brittannië.
De Europese verkiezingen werden gekenmerkt door een steeds grotere polarisatie en een groene “golf” in veel landen. Deze verkiezingen lieten zien hoe de heersende klasse er totaal niet in geslaagd is om het vertrouwen in haar politieke vertegenwoordigers te herstellen, en dit op een ogenblik dat een nieuwe fase van economische onrust ontwikkelt.
Hetzelfde zien we in Latijns-Amerika, waar de laatste jaren in belangrijke landen verschillende rechtse regeringen zijn gekozen. Of het nu gaat om klassieke neoliberalen (zoals Macri in Argentinië) of rechts-populisten (zoals Bolsonaro in Brazilië), niemand heeft ‘wittebroodsweken’ van stabiliteit gekregen, ondanks de hoop van de grote bedrijven.
Bolsonaro kent de laagste populariteitscijfers voor een nieuwe president sinds de dictatuur. Zijn regering is verstrikt in interne tegenstrijdigheden tussen conservatieve, neoliberale en militaire ‘families’. Macri heeft te maken gehad met een golf van arbeiders- en vrouwenstrijd, en heeft nu een klap gekregen in de Argentijnse voorverkiezingen waarin hij 15% achterloopt op zijn belangrijkste tegenstander, Alberto Fernandez.
Aan de andere kant van het spectrum is er Mexico, waar er een jaar geleden een politieke aardbeving was met de verkiezing van de linkse Lopez Obrador (AMLO) tot president. Na zijn verkiezing volgde een golf van strijd door een arbeidersklasse die aan zelfvertrouwen had gewonnen.
De komende periode zal regeringen van alle politieke strekkingen op de proef stellen. De taak van het CWI is om in alle situaties te wijzen op de kracht van een verenigde beweging van werkenden en onderdrukten. Alleen een socialistisch programma om een einde te maken aan de chronische crises, ongelijkheid, onderdrukking en chaos van het kapitalisme, kan de economie, het leven en de levensstandaard van de overgrote meerderheid van de wereldbevolking ontwikkelen en de planeet beschermen.
Op het IEC waren er afzonderlijke discussies over socialistisch feminisme en het milieu. Het politieke belang van deze kwesties kwam aan bod en zorgt voor ambitieuze plannen voor internationale dynamische initiatieven van onze organisatie. In de discussie over wereldperspectieven werd benadrukt dat deze kwesties een belangrijk onderdeel vormen van elke discussie over de wereldperspectieven. Massale vrouwenbewegingen hebben de strijd van de arbeidersklasse over de hele wereld aangewakkerd, met CWI-kameraden die vaak een belangrijke rol spelen, en vrouwelijke arbeiders en jongeren hebben in de voorhoede van de klassenstrijd gestaan. De wereldwijde klimaatopstand onder jongeren, met een groeiende sympathie en steun van de arbeidersklasse, kan een nieuw hoogtepunt bereiken tijdens de ‘klimaatstakingen’ van 20-27 september, waarbij het CWI wereldwijd op een stoutmoedige manier zal tussenkomen.
Deze discussie toonde de politieke kracht, de vastberadenheid en het revolutionaire optimisme dat in het DNA van het CWI blijft zitten: een revolutionaire socialistische internationale die springlevend is, klaar voor de grote uitdagingen en revolutionaire kansen die komen gaan.
-
Waarheen gaat de wereldeconomie in 2019?
Wereldeconomie slechter voorbereid op recessie dan in 2008
Wat staat de wereldeconomie in 2019 te wachten? Kapitalisten en speculanten houden hun adem in na de slechtste beursresultaten in december sinds 1931.
Per-Åke Westerlund
De beurs van New York kende zijn zwakste dag van jaar op kerstavond. Tweede kerstdag daarentegen was de dag met de grootste stijging op een dag. In 2018 gingen de internationale beurzen er met 12% op achteruit, zo berekende FTSE All-World Index. De grootste achteruitgang, met gemiddeld meer dan 20%, werd in de zogenaamde ‘opkomende markten’ genoteerd. Het gaat om markten buiten Europa en Noord-Amerika. De Chinese beurzen van Shanghai en Shenzhen verloren 25 en 33%.
Er zijn niet alleen zorgen over de beurzen. De groei vertraagt, vooral in sleutellanden als de VS, China, Japan en Duitsland. Het zijn niet de kapitalisten die hier in de eerste plaats door getroffen worden, zelfs indien hun vermogen op papier met enkele honderden miljarden achteruitgegaan is. De prijs van elke beursdaling wordt betaald door werkenden en armen. Er wordt betaald met werkloosheid, loonsverlagingen en nieuwe besparingen.
Voorspellingen waren verkeerd
2018 eindigde op een compleet andere wijze dan voorspeld door economen bij het begin van het jaar. Een jaar geleden werd er gesproken over een nieuwe algemene economische groei, de grootste sinds het uitbreken van de crisis in 2008-09. Het optimisme nam toe, zeker omdat het beleid van Trump gericht was op het verlagen van taksen en het stimuleren van beurskoersen.
Het zwakke herstel sinds 2009 was gebaseerd op toenemende schulden, niet in het minst door extreme stimulusmaatregelen door centrale banken. De Europese Centrale Bank (ECB) kocht voor 2,15 biljoen euro aan overheidsobligaties (individuele staatsschulden) op drie jaar tijd (2015-2018). De Amerikaanse centrale bank, de Federal Reserve, investeerde meer dan 3,5 biljoen dollar in gelijkaardige aankopen tussen 2008 en 2015. De centrale banken verlaagden ook de rentevoeten tot een historisch dieptepunt, of zelfs een negatieve rente zoals het geval was bij de ECB, in Zweden en in andere landen.
In 2018 groeide het besef dat dit niet kan blijven duren. De stimulusmaatregelen werden gestopt of afgeremd. De Fed begon de rentevoeten op te trekken. Een belangrijke factor sinds 2009 is de groeiende schuldenberg in China. Vanaf eind 2008 tot het eerste kwartaal van 2018 nam de schuld van het land toe van 171% van het BBP tot 299% (volgens het Institute for International Finance). Zelfs de Chinese regering moet op de rem gaan staan om de toename van de schulden in toom te houden. De globale schuld is vandaag drie keer zo groot als 20 jaar geleden.
De factoren die tot het herstel leidden – een zwak herstel dat grotere tegenstellingen creëerde – houden dit nu tegen. Hogere rentevoeten treffen bedrijven, gezinnen, lokale overheden en regeringen die veel schulden hebben.
De zorgen werden in de nieuwjaarsperiode versterkt door de aankondiging dat de Amerikaanse minister van begroting Steven Mnuchin een doorlichting van de banken wil bevelen, en de waarschuwing van Apple dat er een sterke daling van de verkoop is, vooral in China.
De cijfers van het derde kwartaal van 2018, het meest recente waarvan er cijfers zijn, bevestigen de zorgen om de wereldeconomie. In Duitsland, Japan en Italië was er een economische krimp tussen juli en september. Als deze trend zich doorzet in het laatste kwartaal komen deze landen officieel in een recessie terecht. In december waren er ook in Frankrijk negatieve cijfers.
In de eurozone was de groei beperkt tot 0,2%. De groei in China was met 6,5% in het derde kwartaal van 2018 het laagste in 10 jaar. Zelfs in de VS is er vertraging. De vooruitzichten voor 2019 zijn beperkt tot 2,5%. De ergst getroffen landen, zoals Turkije en Argentinië, zijn er erger aan toe.
Globale spanningen
Deze trends hebben Trump ertoe aangezet om de Fed scherp aan te vallen wegens de renteverhogingen. Volgens de president zijn deze verhogingen “het enige probleem” van de Amerikaanse economie. Trump en heel wat economen voorspellen dat de stijgende rentevoeten de waarde van de dollar zullen verhogen, waardoor kapitaal uit de VS wegtrekt op zoek naar hogere winsten.
De aanvallen van Trump hadden een impact op de voorzitter van de Fed, Jay Powell. Die stelde eerder dat de beperktere stimulusmaatregelen en hogere rentevoeten op ‘automatische piloot’ stonden, maar kondigde nu toch aan dat het ritme afgezwakt wordt.
Daar bovenop zijn er het nationalisme van Trump en de handelsoorlogen. Zijn focus op China kreeg tot hiertoe sterke steun van politici en kapitalisten in de VS, waar de kwestie niet enkel in economische termen wordt gezien maar ook als onderdeel van een globale machtsstrijd tussen de twee imperialistische mogendheden.
Het ‘akkoord’ tussen Trump en Xi Jingping in Buenos Aires in december betekent niet dat de handelsoorlog voorbij is. Zonder nieuw akkoord beloofde Trump om de invoertaksen voor 200 miljard dollar Chinese goederen te verhogen van 10 tot 25%. Het Chinese regime toont een bereidheid om een beetje terug te krabbelen, nadat het de dreigementen van Trump eerst onderschatte. Er zijn echter politieke grenzen aan hoe ver het Chinese regime kan gaan.
Trump voerde ook invoertaksen op staal en aluminium in, naast een dreigement van taksen op motorvoertuigen. Dat laatste zou volgens het IMF de wereldwijde groei met 0,75% achteruit halen. De wereldhandel is al gekrompen als gevolg van de handelsoorlog.
Toenemend ongenoegen – bouwen aan socialistisch alternatief
Al deze factoren zorgen ervoor dat steeds meer kapitalistische economen waarschuwen voor een nieuwe crisis. Het magazine The Economist bracht in de herfst een supplement over de wereldeconomie, waarbij alles in het teken stond van de “volgende neergang.” Nouriel Roubini, de econoom die waarschuwde voor de crash van 2008, voorspelt een nieuwe crisis in 2020.
De meeste economen wijzen erop dat de wereldeconomie slechter voorbereid is dan in 2008. De maatregelen die toen bovengehaald werden, zijn nu nog niet volledig afgebouwd: historisch lage rentevoeten, hogere schulden, stimulusmaatregelen. “We zijn slechter voorbereid op een recessie dan wat nodig is – en slechter dan bij de laatste crisis in 2008,” zei David Lipton (vice-directeur van het IMF) in een interview met de Financial Times.
Een groot verschil met 2008-09 is ook het groeiende nationalisme en protectionisme van verschillende nationale kapitalistische klassen en regeringen. Zij willen de crisis laten betalen door de werkenden en de armen, zowel in eigen land als in concurrerende landen. Dat zit in de logica van het kapitalisme.
Voor de linkerzijde, socialisten en de arbeidersbeweging in het algemeen, wijst deze situatie op de urgentie van een alternatief. Het kapitalisme leidt enkel tot nieuwe crisissen – zowel economisch, sociaal als ecologisch. Het ongenoegen neemt toe, met in 2018 meer arbeidersstrijd in de VS en nieuwe bewegingen zoals die van de gele hesjes in Frankrijk. Er is nood aan een massale en georganiseerde strijd voor een ander systeem – democratisch socialisme waarbij de economie gepland wordt in functie van de behoeften van de mens en de planeet.
-
G7 toont verdeeldheid in kapitalistische wereldwanorde
De triomfantelijke opstelling van Trump na zijn ontmoeting met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un in Singapore contrasteerde sterk met de pessimistische sfeer onder de meeste andere wereldleiders op de voorafgaande G7-top in Canada.Analyse door Robert Bechert, Internationaal Secretariaat van het CWI
Deze bijeenkomst van de G7 toonde een verzwakte wereldtop. De bijeenkomst kon de groeiende tegenstellingen tussen de oudere imperialistische machten niet verbergen. Dit zagen we nooit sinds het begin van deze topontmoetingen in 1975. Het kruim van de kapitalistische leiders had werkelijk niets te zeggen over de belangrijkste kwesties van vandaag. De neergang van de G7 kwam op scherpe wijze tot uiting toen Trump de Amerikaanse goedkeuring van de slotverklaring introk. Het is een grotendeels symbolisch voorbeeld van het ‘America First’ beleid van Trump. Maar het werd gevolgd door een significanter voorbeeld ervan: de invoering van extra heffingen op een reeks Chinese exportproducten naar de VS.
Deze stappen, samen met de eerdere maatregel van extra heffingen op staal en aluminium import naar de VS, versterken de angst onder tegenstanders van Trump en enkele sleutelonderdelen van de Amerikaanse bedrijfswereld. Ze vrezen dat de invoerheffingen kunnen leiden tot een handelsoorlog of toch minstens tot een vertraging van de wereldeconomie.
Alles samen vormen deze stappen en andere ontwikkelingen, zoals het Russische regime dat zichzelf op de voorgrond plaatst in het Midden-Oosten en elders, het begin van een nieuw hoofdstuk in de wereldverhoudingen.
De confrontaties tussen individuele leiders waren niet enkel het resultaat van de brutale opstelling van Trump, zijn ego, zijn gewoonte om zijn eigen valse ‘feiten’ te verzinnen en snel van beleid te veranderen. Het is meer fundamenteel een uitdrukking van veranderingen in de wereldwijde politieke en economische verhoudingen naargelang de rivaliteiten en instabiliteit toenemen terwijl de internationale economie nog niet hersteld is van de gevolgen van de crisis die in 2007-08 begon.
Een belangrijk element is de opkomst van het nieuwe kapitalistische China als wereldmacht en de relatieve verzwakking van het VS-imperialisme. Deze neergang is een van de redenen waarom Trump invoerheffingen oplegt aan China. Historisch stond de leidinggevende macht in elke periode voor vrije handel op basis van de eigen dominantie van de wereldmarkt. Dat was bijvoorbeeld het geval toen Groot-Brittannië in de negentiende eeuw de wereldmarkt domineerde. Het internationale strategische voordeel van de VS na de val van de voormalige Sovjet-Unie is bovendien voorbij. Ondanks de opkomst van China en de groeiende internationale rol die dit land speelt, blijft de VS vandaag echter de belangrijkste economie en de dominante militaire macht op de wereld.
Andere ingrediënten die de internationale situatie verstoren zijn het scherper worden van milieukwesties, zoals waterbevoorrading, en het feit dat sommige landen een snelle bevolkingsgroei kennen waardoor regionale machtsverhoudingen wijzigen. Het werpt de vraag op welke toekomst er is voor tientallen miljoenen jongeren.
Voor jongeren is de kwestie van de arbeidsvoorwaarden erg onzeker omwille van de verregaande structurele hervormingen die zowel in de nationale economieën doorgevoerd worden als in de wereldeconomie naarmate de technologie en digitalisering verder ontwikkelen. Een belangrijke vraag hierbij is wie voordeel zal halen uit deze veranderingen: de kapitalisten en een kleine elite of de menselijke massa’s. Vandaag worden veel van deze ontwikkelingen gebruikt om de winsten op te krikken en de concurrentie te verscherpen ten koste van de werkenden.
Tegen deze achtergrond is de wereldeconomie opnieuw gaan groeien, ook al is het aan een trager ritme dan voor de crisis van 2007-08. Een groot deel van deze groei is evenwel gebaseerd op schulden die aangegaan werden in een pogingen om de aanhoudende gevolgen van de crisis te overbruggen. In 2017 alleen nam de totale wereldschuld toe met meer dan 20 biljoen dollar tot 237 biljoen dollar, of 30.000 dollar voor elke mens op deze planeet. Dit doet de angst voor een toekomstige nieuwe financiële crisis toenemen.
De Europese Unie wordt tegelijk geconfronteerd met spanningen tussen lidstaten, de gevolgen van de Brexit, maatregelen om een nieuwe eurocrisis te vermijden, de impact van de vluchtelingencrisis en de eigen relatieve neergang op het internationale toneel. Het was geen toeval dat de nieuwe Italiaanse regering op deze G7 de enige was die sympathie vertoonde voor enkele voorstelen van Trump.
Dit heeft geleid tot scherpere strijd tussen de rivaliserende machten om hun aandeel van de trage groei te behouden of uit te breiden op een steeds competitievere markt. Trumps ‘America First’ is daar een tekenend voorbeeld van. Het is slechts een meer openlijke en brutale uitdrukking van wat alle kapitalisten willen. De regering-Trump trekt zich niets aan van de instabiliteit als gevolg van de genomen maatregelen. Ze zien die instabiliteit als iets wat de rivalen verzwakt en het VS-imperialisme bevrijdt van beperkingen die er onvermijdelijk zijn als met andere machten wordt samengewerkt. De Amerikaanse heersende klasse is niet de enige die de eigen belangen verdedigt, Trump verkondigt dit enkel openlijker dan de anderen. Het Duitse imperialisme gaat momenteel voorzichtiger te werk in het aansturen van de EU, maar het aarzelde niet om Griekenland in 2015 op brutale wijze in de pas te doen lopen.
Trump doet er altijd alles aan om zijn binnenlandse basis veilig te stellen. De meeste tweets van de Amerikaanse president zijn op dit publiek gericht en brengen een mengeling van opschepperij over wat hij “gedaan” heeft, nationalisme en populistische aanvallen op al wie zich tegen hem verzet. Naast de steun ter rechterzijde bevindt een groot deel van de basis van Trump zich bij diegenen wier levensstandaard voor de recessie al achteruitging en die het gevoel hadden dat ze genegeerd werden door wat ze als een elitair establishment beschouwden. Trump blijft maar beloven om “Amerika terug groot” te maken, degelijke jobs terug te brengen en hij blijft op hypocriete wijze uithalen naar die delen van de Amerikaanse heersende klasse die zich tegen hem durven uitspreken.
Op heel wat vlakken is de situatie in de VS niet uniek. Wereldwijd is er woede en vervreemding waardoor de bestaande instellingen en structuren, waaronder parlementen en politieke partijen, ondermijnd worden. In heel wat landen waren er voor de crisis van 2007-08 al jaren van neoliberale aanvallen en nederlagen voor de arbeidersbeweging, wat leidde tot een groeiende polarisering tussen arm en rijk en een ondermijning van de levensstandaard van zowel de werkenden als delen van de middenklasse.
Sindsdien heeft de lange crisis de levensstandaard verder ondermijnd en geleid tot een toename van ‘atypische’ arbeid (contracten van bepaalde duur, door de regering ondersteunde laagbetaalde arbeid, interim, …) waardoor steeds meer mensen geen vooruitzicht van een voorspoedige toekomst zien. Steeds meer mensen vrezen dat hun kinderen en kleinkinderen slechter af zullen zijn. Bovenop deze woede groeit het gevoel dat de werkenden moeten betalen voor een crisis die niet door hen werd veroorzaakt. Het feit dat veel banken, door velen gezien als de verantwoordelijken voor de crisis van 2007-08, opnieuw recordwinsten boeken, versterkt het bittere gevoel.
Een andere oorzaak van ongenoegen is het feit dat de recente beperkte groei in de meeste landen niet heeft geleid tot een reële stijging van de inkomens van de werkenden of de middenklasse. De grootste Europese economie, die van Duitsland, kent momenteel het grootste aantal werknemers ooit, maar vakbonden schatten dat er hiervan ongeveer 20% in lageloonsectoren werkt.
Er was internationaal een aanhoudende toename van de kloof tussen rijk en arm. Het beleid van “Quantitative Easing” (QE) van regeringen die de impact van de crisis probeerden te beperken, heeft ervoor gezorgd dat de heersende klasse nog rijker werd. De Britse nationale bank schat dat de 10% rijkste families elk gemiddeld 350.000 pond voordeel haalden uit de Britse QE-operaties tussen 2009 en 2014. Dat is 1400 pond per week per familie! Sinds 2014 is dit bedrag wellicht nog verder toegenomen.
Na het uitbreken van de crisis waren er in veel landen protestacties, zowel syndicale bewegingen als massabetogingen en ontwikkelingen van nieuwe politieke bewegingen. Dit heeft tot hiertoe niet geleid tot beslissende verandering. Een belangrijke oorzaak hiervan is het ontbreken van een programma dat ingaat tegen het kapitalistische systeem. Dit falen bleek het duidelijkst in het verraad van de Syriza-leiding in Griekenland in 2015 toen werd ingestemd met besparingsmaatregelen. Het legde de basis voor de groei van rechtse populisten en extreemrechts. Deze krachten wijzen regelmatig op terechte kwesties en angst, maar geven antwoorden die er geen zijn en vaak gedrenkt zijn in reactionaire en nationalistische propaganda.
De overwinning van Trump was deels gebaseerd op de ontgoocheling in de ‘hoop’ van Obama die zich voor veel Amerikanen niet concretiseerde en op de afkeer tegen de campagne van Clinton die langs alle kanten verankerd was in het establishment. Trump vertegenwoordigt een deel van de Amerikaanse heersende klasse, maar zijn overname van de Republikeinse partij en zijn presidentschap zijn wel een uitdrukking van het hoe de heersende klasse minstens tijdelijk de greep op politieke gebeurtenissen heeft verloren. In het verleden waren kapitalistische politici en staatsmachines niet altijd gewoon marionetten van de heersende klasse, maar doorgaans verdedigden ze wel de brede belangen van die heersende klasse. Vandaag is dit niet altijd het geval met de huidige regeringen in de VS, Groot-Brittannië en nu ook Italië.
Gebeurtenissen ontwikkelen echter niet in een rechte lijn. De overwinning van Trump heeft geleid tot verzet in de VS. We mogen niet vergeten dat Trump niet het grootste aantal kiezers haalde in 2016 en dat hij uiteraard bang is voor toekomstige electorale nederlagen. Hij probeert wanhopig zijn basis bij elkaar te houden door zich voor te stellen als een ‘outsider’ waarbij hij steevast anderen de schuld heeft van zijn eigen falen. De brutale tactieken van Trump zijn vaak gebaseerd op een verdeel-en-heersmethode die zowel in eigen land als internationaal toegepast wordt. Het vergroot de onrust en leidt tot snelle veranderingen.
Ondanks het internationale karakter, dat versterkt werd door de globalisering, blijft het kapitalisme gebaseerd op de natiestaat. Dit leidt tot rivaliteiten, confrontaties en het is een bron van conflicten en oorlogen. Voor de Tweede Wereldoorlog was dit zelfs het geval tussen voormalige bondgenoten. Het was pas in 1939 dat het Amerikaanse leger de plannen voor een mogelijk militair conflict met Groot-Brittannië niet langer actualiseerde, en zelfs toen werd het plan nog enkele jaren behouden. Er is vandaag uiteraard geen perspectief van een oorlog tussen de VS en Groot-Brittannië, maar de geschiedenis blijft een rol spelen. Als onderdeel van de propaganda rond “America First” beschuldigde Trump recent Canada ervan verantwoordelijk te zijn voor het platbranden van Washington DC in 1814, ook al was het een invallend Brits leger dat eigenlijk verantwoordelijk was.
In de decennia na 1945 moest het kapitalisme wereldwijd rekening houden met de stalinistische concurrent. Het stalinisme was geen socialisme, maar een totalitair regime dat ontstond uit de contrarevolutionaire ontwikkelingen in Rusland in de jaren 1920 en 1930. Het bleef echter decennialang een systeem dat niet gebaseerd was op een kapitalistische economie. Een tijdlang, zeker na 1945, vreesden de kapitalisten dat de verandering van landen als Rusland en China zou gezien worden als voorbeelden van mogelijke alternatieven op het kapitalisme. Het bestaan van niet-kapitalistische landen, zelfs indien het stalinistische dictaturen waren, vormde de lijm voor de grote kapitalistische om de onderlinge rivaliteiten en conflicten onder controle te houden. Na de val van het stalinisme in de voormalige Sovjet-Unie en Europa, gevolgd door de omvorming van China tot een speciale vorm van staatskapitalisme, is deze lijm verdwenen. Dat is een van de redenen waarom Trump en zijn aanhangers denken dat het een goed ogenblik is om een tegenoffensief in te zetten tegen rivaliserende kapitalisten die ten koste van de VS groeien.
Het is echter niet alleen het beleid van Trump dat tot problemen leidt. De spanningen binnen de Europese Unie lopen opnieuw op. Het gaat daarbij niet enkel over de kwestie van migratie, maar ook opnieuw over de toekomst van de eurozone en vooral de vraag hoe te reageren op een nieuwe bankencrisis die steeds meer als een mogelijkheid wordt gezien. De EU wordt ook geconfronteerd met Italië en enkele andere EU-landen die minstens naar Trump overhellen om een hefboom te vinden tegen Duitsland en Frankrijk. Dit kan tot ergere confrontaties leiden.
De verdeeldheid tussen de kapitalisten op het wereldtoneel was nooit zo openlijk sinds de jaren 1930. Directe militairen confrontaties tussen grote kapitalistische machten zijn erg onwaarschijnlijk in dit stadium, maar de mogelijkheden van meer regionale conflicten, marionettenoorlogen en, later, misschien zelfs schermutselingen tussen Amerikaanse en Chinese troepen zijn niet uitgesloten.
In deze conflicten is er uiteraard steeds hypocrisie langs alle kanten. De gevestigde media in landen die onder vuur van Trump liggen, bekritiseerden het feit dat de Amerikaanse president de mensenrechten niet opnam in zijn gesprek met Kim Jong-un. Dezelfde media weigeren echter kritiek te geven over het stilzwijgen van hun eigen regeringen omtrent de mensenrechten in Saoedi-Arabië of andere dictaturen in de Golf.
De polarisatie in de VS toont dat het beleid van Trump, met het verrijken van de eigen familie en tal van provocaties, leidt tot oppositie. De beperkte economische groei en de grote stijgingen van heel wat bedrijfswinsten in de VS zetten werkers ertoe aan om eisen te stellen. Het totale aantal vakbondsleden in de VS nam vorig jaar met 262.000 toe en drie kwart daarvan waren jonger dan 34 jaar. Dit jaar was er al een golf van lerarenstakingen, vaak van onderuit georganiseerd, voor meer middelen en betere lonen en arbeidsvoorwaarden.
Zowel in de VS als de rest van de wereld zijn brede lagen van de bevolking bang dat het beleid van Trump, ondanks zijn ontmoeting met Kim Jong-un, tot nieuwe militaire conflicten kan leiden. Samen met zijn reactionair beleid maakt dit dat het bezoek van Trump aan Groot-Brittannië in juli tot groot protest zal leiden.
In de VS zelf is er een groeiende interesse in socialistische ideeën. Dat wijst op een zoektocht naar een weg vooruit voor de samenleving. Onder diegenen die een alternatief zoeken, is er het besef dat eerst George W. Bush en nu Trump het resultaat zijn van ontgoocheling in de presidentschappen van Bill Clinton en Obama. De overwinning van Trump was net als de rechtse successen in andere landen verbonden met het feit dat de traditionele Republikeinen en Hillary Clinton geen antwoorden hadden op rechtse populisten en nationalisten die net als extreemrechts inspelen op angst onder de bevolking.
Dat is waarom de opbouw van een socialistisch alternatief op de onrust en de wanorde van het kapitalisme zo noodzakelijk is. Er zal strijd zijn rond belangrijke thema’s zoals levensstandaard, onderdrukking, het milieu en democratische rechten naast protest tegen het beleid van kapitalistische politici. Strategieën en maatregelen om deze strijdbewegingen te winnen zijn noodzakelijk, maar voor blijvende verandering moeten deze verbonden worden met de opbouw of heropbouw van een socialistische beweging die onafhankelijk staat van het kapitalisme en er de strijd tegen voert. Dit betekent een perspectief hebben om einde te maken aan het kapitalisme, waarbij de sleutelsectoren in publiek bezit genomen worden en er een democratisch plan komt om alle menselijke talenten en de natuurlijke rijkdommen in te zetten in het belang van de mensheid en niet de kapitalistische winsten. Socialist Alternative in de VS probeert dit in de bewegingen daar naar voor te brengen, net zoals andere activisten van het CWI dat wereldwijd doen.
