Met de verkiezingen voor de deur wil de spreekbuis voor besparingen in het voordeel van de bedrijven, VOKA, de partijen en de kiezer ervan overtuigen dat de besparingscarrousel van Michel I moet blijven draaien. In een interview met De Standaard pleit hoofdeconoom Bart Van Craeynest voor onder meer rekeningrijden, de hogere pensioenleeftijd en meer militaire uitgaven. Het gat in de begroting dient opgevuld te worden en de rekening wordt andermaal aan de werkende bevolking gepresenteerd. Als een aasgier verdedigt Van Craeynest de belangen van diegenen die onze economie en samenleving belagen met hun winsthonger.
Door Sander (Dendermonde)
Allereerst mag het gezegd worden dat de term “interview” voor het stuk in De Standaard geen correcte omschrijving is. Het is eerder een staaltje “neoliberale logica spuien in minder dan drie pagina’s” zonder één kritische vraag voorgeschoteld te krijgen. Van Craeynest mag gewoon op reeds platgetreden paden verder daveren. Hij ijvert voor de privatisering van openbare diensten, verdere voordelen voor grote vermogens en bedrijven, en rept met geen woord over de sociale chaos die er heerst door het huidige besparingsbeleid.
De logica die N-VA vandaag gebruikt is een verderzetting van de ideologie die Van Craeynest uitdraagt. Zo zou Michel I slechts kleine stapjes vooruit gezet hebben op vlak van besparingen, maar dat is goed te praten omdat de belastingen verlaagd zijn. Wat Van Craeynest hierbij vergeet te vermelden, is dat de belastingen vooral verlaagd zijn in het voordeel van de grote bedrijven en dat het merendeel van de werkende Belgen hun belastingdruk ziet stijgen met onder meer de verhoging van de BTW op energie van 6 naar 21 procent, suikertaksen en de stijging van belastingen op benzine en diesel. Dat de vennootschapsbelasting daalt, daar hebben vooral de bazen en aandeelhouders iets aan.
Een sinds 2003 vaak gebruikt voorbeeld bij VOKA zijn de Hartz hervormingen in Duitsland. Van Craeynest verwijst er nogmaals expliciet naar als zijnde het schoolvoorbeeld van Europa. Onder een sociaaldemocratische regering werden toen verregaande maatregelen genomen om de arbeidsmarkt te ‘hervormen’. Van Craeynest is hier als doorwinterde neoliberale prediker natuurlijk laaiend enthousiast over en ziet het als een schoolvoorbeeld van hoe het in België moet geregeld worden. Sinds de invoering van het eerste Hartz-plan werden mini-en microjobs ingevoerd, verlaagden de werkloosheidsuitkeringen fenomenaal en werd belastinggeld massaal gespendeerd om private bedrijven te sponsoren. Het resultaat is er naar. Mensen zonder job moesten overleven op € 391 per maand en werden wettelijk en financieel gedwongen eender welke job aan te nemen ongeacht het loon of werkomstandigheden; soms aan een loon van €1/uur! Het werd zo gortig dat zelfs de conservatieve CDU van Merkel voor de invoering van een minimumloon van € 8,5/uur ging in 2015 (verhoogd tot € 9,2/uur in 2018). Maar de uitbouw van een grotere groep ‘working poor’ werd niet ongedaan gemaakt of gestopt.
Van Craeynest stelt dat er voor het doorvoeren van dit soort “benodigde” maatregelen misschien nood is aan een crisis die onze politici de daadkracht schenkt. Naomi Klein beschrijft in haar boek “De shock doctrine” soortgelijk denken in het Chili van Pinochet, het Indonesië onder Soeharto en de VS ten tijde van de orkaan Katrina. Het is een beproefd recept dat overheden gebruiken om meer macht naar bedrijven te laten overvloeien op het moment dat de bevolking gebukt gaat onder een crisis en er nauwelijks protest is, om zo de meest ‘vrije’ vorm van kapitalisme te verkrijgen, vrij voor de winsten van enkelen wel te verstaan. Zo werd na de orkaan Katrina het volledige openbare schoolsysteem van New Orleans geprivatiseerd. Een voorheen betaalbare, openbare voorziening werd overnacht een wingewest voor het bedrijfsleven. Geld dat bestemd was om de slachtoffers te helpen werd besteed om het schoolsysteem te ontmantelen. 4700 leraren werden op straat gezet, sommigen werden door private scholen heraangenomen aan lagere lonen. Dat is het ware gelaat van de neoliberale elite: verarming, verloederde openbare diensten en slechtere werkomstandigheden voor de meerderheid van de bevolking en grotere winsten voor een steeds kleiner wordende minderheid.
De enige reden dat de besparing van Michel I niet de omvang aannamen die VOKA en de regeringspartijen gewild hadden, is het massale protest na het bekendmaken van de eerste besparingsmaatregelen. 120.000 betogers verzamelden in Brussel, er was een gezamenlijk actieplan van de vakbonden; Michel I stond op wankele benen maar het uitblijven van verdere acties tegen de geplande besparingen en het politieke spel van de vakbondsleiding zorgden er voor dat het niet tot een val van de regering kwam. De vakbondsleiding gokte op een verkiezingsoverwinning voor hun politieke partners in 2019 en dus het uitzitten van de regering Michel I. We weten nu dat de traditionele politieke partners van de vakbondsleiding, SP.a en CD&V, erop achteruitgaan. CD&V was zoals te verwachten een vrij transparante schaamlap voor de brutale besparingen. SP.a blijft verder klappen krijgen door deelname aan voorgaande besparingsregeringen. Uit de gemeente- en provincieraadsverkiezingen en recente peilingen blijkt dat, mede door de besparingen van Michel I en het uitblijven van een voldoende sterke consequente linkerzijde, extreemrechts een opmars kent. De gok van de vakbondsleiding was de verkeerde. De enige partijen aan de linkerzijde die erop vooruitgaan zijn Groen en PVDA.
Groen biedt op dit moment weinig tot geen oplossingen voor de verzuchtingen van veel werkende mensen. Daar komt nog eens bij dat veel mensen beseffen dat Groen de rekening van de klimaatproblemen zal doorschuiven naar de zwakste schouders en dat de 1% rijksten grotendeels buiten schot blijven. Groen is inderdaad aan een opmars bezig maar kan zich bij het uitblijven van een degelijk sociaal en antikapitalistisch programma, net zoals AGALEV, verbranden aan besparingen. De sociaaldemocratie is hier het leidende voorbeeld. SP.a en PS hebben in de voorbije decennia bewezen niet bang te zijn om deel te nemen aan besparingsregeringen en de eigen basis buitenspel te zetten, ook al proberen ze onder druk van PVDA en de vakbonden soms wat linkser uit de hoek te komen, althans in woorden.
De stakingsbewegingen van 2014 tonen ons dat er een enorm actiebereidheid is onder de bevolking. Het zijn dit soort bewegingen die de drijvende kracht op weg naar een systeemverandering zijn. Opkomen voor hervormingen in het voordeel van de werkende bevolking is belangrijk om op verder te werken, maar indien deze niet gekoppeld worden aan de noodzaak om het kapitalisme omver te werpen zullen er steeds nieuwe besparingen op schouders van het merendeel van de bevolking worden gelegd. Om de besparingen een halt toe te roepen dient de economie in de handen van de meerderheid van de bevolking te zijn. Weg van de winsthonger van aandeelhouders, CEO’s en bestuursleden.
Sluit aan bij LSP om mee op straat het verschil te maken en de nood aan een socialistische samenleving te verdedigen, stem PVDA om het straatprotest een stem te geven in het parlement.
VOKA, het Vlaams netwerk van ondernemingen, pakt uit met een plan voor de uitdagingen in ons land. Het meest frappante voorstel is om publieke middelen aan te wenden om wie minder dan 2500 euro bruto per maand verdient een extraatje van 100 euro netto per maand te geven. Wat de werkgevers zelf niet bereid zijn om te betalen, moet de gemeenschap bijleggen.
Door Sander (Dendermonde)
Wie dit moet betalen, is ook al duidelijk voor de werkgevers: niet zijzelf. VOKA pleit voor nog meer belastingverminderingen voor bedrijven. Tegelijk pleit het voor flexibeler werken en de afschaffing van de index. Anders gezegd: de werkenden moeten inleveren en een deel daarvan krijgen ze als ‘cadeau’ terug. In tijden van sociale crisis en protest tegen het gebrek aan koopkracht probeert de wolf zijn schaapskleren aan te doen, maar de poging is wel heel doorzichtig!
De lakeien van VOKA in de Vlaamse en federale regering, hebben volgens BASF-topman en VOKA-voorzitter Wouter De Geest uitstekend werk verricht wat de arbeidsdeal en de verlaging van de uitkeringen in de tijd betreft. Zo worden mensen gedwongen om voor lagere lonen aan de slag te gaan omdat ze anders onder het bestaansminimum vallen. Nieuwe jobs zijn doorgaans laagbetaald en erg flexibel. De werkloosheid daalt maar het totaal aantal gewerkte uren in ons land stijgt niet. Dat komt door de toename van deeltijdse jobs met bijhorende lage lonen. VOKA is tevreden met het gevoerde beleid, maar wil natuurlijk altijd meer. Het is nooit genoeg voor de werkgevers!
De krapte op de arbeidsmarkt wordt aangegrepen om voor aanvallen op langdurig zieken te pleiten. Volgens VOKA wordt er teveel gespendeerd aan gezondheidszorg, een sector die nochtans al jaren kreunt onder een gebrek aan voldoende middelen. Daar wil VOKA miljarden besparen, om zo een beetje extra ruimte te creëren voor de broodnodige investeringen in infrastructuur. VOKA pleit dan wel voor maatregelen om de klimaatverandering aan te pakken, maar enkel indien de gewone werkenden hiervoor opdraaien.
Pogingen om zich ‘groener’ voor te doen of zelfs ‘socialer’ met het voorstel van 100 euro extra voor lage lonen, zijn niets anders dan een rookgordijn. Voor elk ‘cadeau’ dat we krijgen, moeten we eerst dubbel en dik betalen. Het doel van de werkgevers is om de transfer van rijkdom van de gewone werkenden naar de rijkste 1% nog te vergroten. Daarvoor kunnen ze rekenen op N-VA. De Wever verklaarde jaren geleden al dat VOKA zijn baas was.
Het VOKA-beleid van de afgelopen jaren maakt dat een steeds groter deel van de bevolking in armoede leeft, dat jobs onzekerder en flexibeler, dat bespaard wordt op onze diensten, … Nu pleit VOKA nogmaals voor de afschaffing van de index van de lonen (aanpassing aan de levensduurte) maar ook bijvoorbeeld voor de privatisering van het openbaar vervoer. Hiermee zullen de problemen van de bevolking niet opgelost worden, maar net toenemen.
We moeten geen oplossingen verwachten van diegenen die aan de basis van de problemen liggen. In plaats van werkenden te veroordelen tot laagbetaalde jobs waarbij ze kreunen onder de werkdruk en vaak noodgedwongen deeltijds werken, moet het beschikbare werk herverdeeld worden via een arbeidsduurvermindering met behoud van loon en extra aanwervingen. De klimaatproblematiek kan niet opgelost worden als we cruciale sectoren als energie aan de winsthonger van private bedrijven overlaten. Er is een volledige transformatie van de samenleving nodig, weg van de kapitalistische winsthonger en bijhorende armoede, klimaatcrisis, precariteit en de decadente elite die hierop teert. Een alternatief moet gezocht worden in een socialistische en democratisch geplande economie, niet in meer van hetzelfde asociale beleid zoals VOKA het voorstelt.
Gazet van Antwerpen vandaag…Werkgeversorganisatie VOKA heeft een traditie van nieuwjaarsrecepties, een activiteit die dient om te netwerken. Traditioneel is eveneens de spreker die het geheel inleidt. Vorig jaar had VOKA in Antwerpen premier Michel gestrikt. Dit jaar werd een nog grotere naam vastgelegd: de Franse rechtse politicus Sarkozy. Zoals elk jaar was ook Bart De Wever van de partij. Ongeveer 1.200 bedrijfsleiders betaalden elk 150 euro om Sarkozy en De Wever te zien. Wellicht kunnen dergelijke representatiekosten toch fiscaal afgetrokken worden?
De Antwerpse nieuwjaarsreceptie van VOKA is een thuiswedstrijd voor Bart De Wever. Dit jaar mocht kreeg hij er gezelschap van zijn politieke vriend Nicolas Sarkozy. Naast 1.200 ondernemers waren er ook veel rechtse politici, onder meer Jan Jambon, Geert Bourgeois en Annemie Turtelboom. In de aankondiging stelde VOKA: “We kijken er naar uit een toekomstige president te ontvangen in Antwerpen.” Sarkozy kreeg een staande ovatie voor zijn toespraak waarin hij uithaalde naar Schengen, maar ook naar het “linkse beleid” in Frankrijk. De Wever stelde nog dat er rond migratie “taboes moeten sneuvelen”. Veel nieuws viel er dus niet te rapen, maar toch werd dit breed uitgesmeerd. Onder meer De Tijd besteedde er veel aandacht aan, misschien wel omdat VOKA “de redactionele lijn van De Tijd bewaakt”? Die bewakingsfunctie wordt immers uitgeoefend door vzw De Tijd, een vzw gevestigd in de kantoren van VOKA en met verschillende VOKA-afgevaardigden in. Toen minister Muyters nog gewoon bij VOKA zat, was hij een van de afgevaardigden in deze vzw. Deze nauwe banden tussen extremistische werkgevers, de rechtse regering en de gevestigde media maken meteen duidelijk waarom een krant als De Tijd zo fors tegen pakweg een spoorstaking fulmineert.
Christian Van Thillo, topman van De Persgroep (waartoe naast De Tijd ook Het Laatste Nieuws en De Morgen behoren), was eerder deze week overigens een van de sprekers op een nieuwjaarsreceptie van VOKA in Brussel. Zullen ze bij de kranten van De Persgroep iets schrijven dat ingaat tegen hun eigen bazen, overigens dezelfde bazen als die van De Wever die expliciet verklaarde dat VOKA zijn baas is?
De andere mediagroep naast ‘De Persgroep’ bracht eveneens een verslag van het optreden van Sarkozy bij VOKA, misschien dat daar iets kritischer te vernemen is? Gazet van Antwerpen schreef onder de veelzeggende kop “Sarkozy drinkt plat water” dat de Franse politicus en De Wever om 19u30 reeds in een toprestaurant zaten, op kosten van VOKA? In het gezelschap van 14 anderen kregen ze daar volgend menu opgediend: “een eitje met kaviaar, sint-jakobsnoten met zwarte truffel, tarbot en een luchtige sabayon.” Sarkozy maande “de obers subtiel aan om de gerechten snel te serveren”, hij moest iets na 22u nog met een vliegtuig vanuit Deurne terug naar Frankrijk. Uit het verslag van de krant vernemen we nog dat gouverneur Berx net als De Wever en Sarkozy geen wijn dronk, “vooral omdat ze op het suikergehalte in haar bloed moet letten.” De journalist stelde vast dat ook schepen Heylen in hetzelfde restaurant zat, maar niet met Sarkozy en co. Wel bood dit de mogelijkheid voor een diepte-interview met de schepen over de toespraak van Sarkozy die hij uiteraard ook hoorde op wat ondertussen een VOKA-congres geworden is volgens de krant: “Sarkozy heeft in zijn speech gezegd dat hij op de eerste rij zal zitten als zijn vrouw Carla Bruni in Antwerpen mag optreden.” Als de werkgeverspropaganda niet openlijk gebracht wordt, kan het nog altijd in de vorm van society-berichtgeving waarbij de heren en dames politici als sterren worden opgevoerd. Terzijde: misschien moeten we deze politici bij een volgende besparingsronde voorstellen dat ze eerst zelf op hun “eitje met kaviaar” of “zwarte truffel” besparen?
De banden tussen werkgeversorganisaties, kranten en rechtse politici zijn wel erg nauw zijn, zo sterk zelfs dat Gazet van Antwerpen het bericht over het bezoek van Sarkozy meteen onder de rubriek “Familieberichten” op pagina 26 zet. Wie denkt dat kranten een ‘neutrale’ kijk brengen, vergist zich. De gevestigde media zijn eigendom van de werkgevers. Die werkgevers krijgen voor hun media overigens royale overheidssteun en daar hoor je hen nooit over klagen.
We hebben nood aan onze eigen media die los staan van het netwerk van rechtse politici, werkgevers en krantenbazen. De voorbije week brachten we met socialisme.be onder meer verslag uit van de spoorstaking en legden we uit waarover de acties gingen, we waren deel van het protest en deden voorstellen om dit te versterken. Steun deze media, neem een abonnement op ons maandblad, stuur verslagen, standpunten en foto’s door naar onze redactie. Of beperk je je toegang tot informatie en nieuws liever tot de propaganda-instrumenten van VOKA en co?
Nieuwe VOKA-topman: sociale zekerheid is “té sociaal” en “té zeker”
De Vlaamse werkgevers van VOKA hebben met Hans Maertens sinds 1 juli een nieuwe topman. Die viel meteen met de deur in huis. “Er is veel protest gerezen tegen de hervormingen van de regering-Michel, maar ik denk dat die slechts een eerste stap waren.” De indexsprong, verhoging van de pensioenleeftijd en tal van andere asociale maatregelen moeten voor Maertens verder opgevoerd worden. Het centrale doelwit staat ook al vast: de sociale zekerheid. Die zou “te sociaal en te zeker” zijn.
Dat de werkgevers met de tax shift opnieuw een cadeau van enkele miljarden kregen, vindt Maertens natuurlijk positief. “Ondernemers slaken een eerste zucht van opluchting”, stelde hij hierover. Maar er zal nog veel meer moeten gebeuren. Zo denkt Maertens aan een beperking van de werkloosheid in de tijd, een hervorming van het stakingsrecht en een grondige herziening van de sociale zekerheid. Op korte termijn moet er uiteraard een nieuwe indexsprong komen zodat de BTW-verhoging voor elektriciteit niet in de lonen wordt doorgerekend.
Voor Maertens sleepte de discussie over de tax shift lang aan omdat niet iedereen begreep waarover het ging. “Voor ons was het duidelijk dat het versterken van de concurrentiekracht voor de bedrijven centraal stond. Anderen wilden eerder focussen op jobs of op een rechtvaardiger fiscaal systeem.” Dat een patronale extremist als Maertens uiteindelijk tevreden is met de tax shift maakt duidelijk hoe weinig er bereikt is inzake jobs of rechtvaardige fiscaliteit. Op nieuwe jobs moeten we niet rekenen, de tax shift zal er volgens Maertens “in eerste instantie toe leiden dat we jobs kunnen behouden.”
Ook Maertens denkt dat er nieuw protest tegen de rechtse regering komt. “Ik vrees een nieuwe protestgolf, al begrijp ik niet goed waarom de bonden opnieuw de straat op willen. Deze regering wil onze concurrentiekracht versterken en zo jobs creëren. Wat kan een vakbond daar tegen hebben?” Wat kan een vakbond er nu op tegen hebben dat we steeds harder moeten werken voor lagere lonen terwijl werklozen in ellende wegkwijnen? Wat kan een werknemer er nu op tegen hebben dat hij of zij steeds weer het gelag moet betalen terwijl de superrijken steeds rijker worden?
De werkgevers hebben het bloed van de werkenden en hun gezinnen geroken en zullen steeds verder gaan om ons leeg te zuigen. Met 85 rijken die wereldwijd evenveel bezitten als de armste helft van de wereldbevolking menen deze wereldvreemde patronale extremisten dat wie een herverdeling van rijkdom eist ‘onverantwoord’ is. Protest tegen de groeiende ongelijkheid is ‘onbegrijpelijk’ en getuigt van ‘syndicaal radicalisme’. Als we hen laten doen, mogen we enkel nog dank u zeggen terwijl onze levensstandaard gepluimd wordt.
Er is niets onverantwoord aan de eis dat iedereen een menswaardig leven kan leiden, beroep kan doen op uitgebreide en kwaliteitsvolle openbare diensten en kan genieten van voldoende hoge uitkeringen zoals pensioenen. De sociale zekerheid is vandaag niet sociaal genoeg en met 15% van de bevolking die in armoede leeft, is er duidelijk ook geen zekerheid genoeg. Afspraak op 7 oktober voor de grote betoging tegen het asociale beleid. Laat er ons meteen een startpunt van een nieuw actieplan van maken, niet alleen om de rechtse regering weg te krijgen maar met haar het volledige besparingsbeleid.
Toen de nog zeer jeugdige regering Michel aantrad, blaakte ze van hard-rechts enthousiasme. O wat zouden ze de arbeidersbeweging – die ouderwetse, grotendeels Franstalige samenzwering van de collectivistische slechte smaak – een lesje leren. Jazeker. Manisch grijnslachend, als Theo “heeft iedereen mijn expansieve ego gezien” Francken. Ugh, de zin in Thatcheriaanse harde actie droop eraf. Geen provocatie was te vergezocht om deze burgerlijke en kleinburgerlijke tafelspringers tegen te houden. Wie deed hen wat? En wat dan nog, de georganiseerde arbeidersbeweging? Bring ’em on! Dat zootje ongeregeld met die weifelende en weinig daadkrachtige, altijd naar compromissen hengelende leiding gingen deze jeugdige liberalen – of ze nu lid waren van Open VLD, MR of NVA – even bij de lurven nemen, uitbenen en vervolgens verpletterd in het stof achterlaten. Net als in de film. Jan Jambon en Bart De Wever als rechtse Rambo’s. Clint Eastwood indachtig, de spreekwoordelijke sigaret uit een mondhoek bengelend en de wijsvinger trigger happy. Driftig mikkend op alles wat nog van onze sociale rechten overbleef: steeds minder.
De Clint Eastwoods van Michel 1 – verdedigers van recht en orde in het diepst van hun gedachten – meenden dat de verkiezingen hen een sluitend mandaat voor deze kaalslag hadden gegeven. Toch langs Nederlandstalige kant. Van de MR moeten we zeggen dat liberale zelfkastijding bestaat en toekomst heeft. Zelfs de beroepsprovocateur bij uitstek, de man van wie je wist dat hij er altijd nog een schepje bovenop ging doen – Karel Van Eetvelt van het patronale drugskartel Unizo – keek even mistig op vanuit zijn neoliberale opiumkist. Was dit het zootje dat hij mede had gecreëerd? Een veelkoppige en extremistische draak? Een levende zweep van de contrarevolutie, waarvan zelfs leden van zijn patronale drugskartel begonnen te vrezen dat het qua provocatie misschien ietsje “té” was. Gewoon ietsje “té”, wat het driftig slopen der heilige huisjes betreft.
Over slimme en niet zo slimme ideologen
Naar verluidt kreeg Bart De Wever enkele jaren geleden het boek “Atlas Shrugged” van Ayn Rand cadeau van de patroonsorganisatie Voka. Waar bierbrouwers en andere creatieve geesten van het flexibel contract en de kelderende koopkracht thuis zijn. In die gift mogen we gerust iets symbolisch zien. Atlas Shrugged is de bijbel van de libertaire rechterzijde in de VS. De voetsoldaten van het ongereguleerde kapitalisme. Dat klinkt even afschrikwekkend als het er in een bedrijf uitziet. Als Atlas Shrugged de gemoedstoestand van onze patroons – en bij uitbreiding de NVA-kopstukken – samenvat, zijn we goed af! In dit boek beslist het naar verluidt creatieve deel van de natie – de ondernemers, uitvinders, intellectuelen en andere superieure geesten – om er op een mooie dag mee op te houden. Ze gaan in staking mensen. Want o wat hebben ze er genoeg van. Die ondernemers dan. Om dagelijks gejend te worden door de gedachte waar ze nu weer met hun geld naartoe zullen smijten. De beurs? Nog een luxejacht? Hoeveel sportbolides kan een mens bezitten voor het wrange kolder wordt? En wat krijgen ze ervoor terug? Friedrich Nietzsche, zelfverklaard filosoof van bankiers, slavenhouders, om de professionele slachter Leopold II niet te vergeten… wist het al: ressentiment, naijver en kwade gedachten. Terwijl de heersende klasse en haar intellectuele schandknaapjes alleen maar Dionysisch hun instincten uitleefden… in een sociaal-Darwinistische oefening waar je je niet druk om mocht maken. Thomas Piketty! Een Fransman met een air en een verkeerde kapper. De Pontius Pilatus van de economische evenwichtstheorie, die er misschien toch geen was. Een beschaafd orakel uit de lichtstad, dat ocharme enkel de superrijken kwam waarschuwen en de oude Marx op een aantal puntjes kwam verbeteren. Wie kon daartegen zijn?
De boodschap van Voka aan De Wever was duidelijk: maal er niet om dat die f*cking lastenverlagingen al 34 jaar niet werken, voer ze door in het kwadraat, want wij – en niet die simpele zielen van loontrekkenden – zijn de enige creatieve motor van groei en vooruitgang. De verziende elite! Toch minstens tot de volgende kwartaalcijfers. Zelfbegoocheling is soms alles. Vooral als het goed verdient. Dat het kapitalisme voor de meerderheid vierkant begint te draaien. Dat het water een groeiende groep financieel, op het vlak van werkdruk en qua balans werk-gezin stilaan aan de lippen staat? Dat pillenslikkerij een nationale volkssport is geworden? Dankzij Voka weten we nu dat de patroons er geen zier om geven. Atlas shrugged. “They don’t give a shit” – zou Rambo zeggen. Want zij zijn de mannen en in minderheid vrouwen die zich door rotsen klieven en het maatschappelijke pad effenen. Ook al leidt dat al meer dan 30 jaar naar groeiende armoede, ongelijkheid, instabiliteit, financiële zeepbellen en verdampende economische groei. “They don’t give a shit” en ze zijn bereid om ervoor te vechten, voor hun klasse. Tot bloedens toe, als we de werkloosheids- en inkomensstatistieken mogen geloven. En als je niet oppast, dreigen de Ubermenschen in staking te gaan – het patronale equivalent van een vakantie in Bermuda! Da’s de enige realiteit en al de rest is gevaarlijk idealisme waar je geen aandelen mee koopt. Mien, waar is mijn feestneus, en mijn return on capital?
Bij Ayn Rand ligt het goedpraten van het kapitalisme in zijn meest extreme vorm er vingerdik op. Dit is enkel ideologie voor de incrowd, voor de reeds overtuigden. Het is geen lokaas voor nietsvermoedenden. Het is een fopspeen voor believers. Zelfbedienende kapitalistische science fiction voor Bart De Wever, de NVA en andere liberalen. Revolterende kruideniers en KMO-bazen, met een legertje binnenhuisarchitecten en advocaten in hun zog. Kleinburgers die kost wat kost willen tonen dat ze erbij horen, bij de toastende burgerij. Die de ideologie van het kapitalisme toepassen met een jezuïtische overijver waar de echte burgerij soms van opkijkt. Die waarachtige elite heeft – in tegenstelling tot de kleinburgerlijke parvenu – wel een geheugen en weet dat haar klassevijand – de werkende bevolking en de jongeren (dat zijn wij, effectief) – onderschatten, soms nadelige gevolgen kan hebben. Lenin, de Russische marxist, stelde: in de politiek is het een groot gevaar om je eigen wensen voor waarheid te nemen. De partij, of partijen, en leiding van een klasse heeft belang bij een nuchtere inschatting van de krachtsverhoudingen.
Maar soms moet de heersende klasse ook een gok wagen, als de politieke kaarten de traditionele instrumenten hebben uitgehold. Ze ziet zich gedwongen, zoals nu met Michel 1, om de kleinburgerlijke Duitse herders los te laten. Maar liefst met een alternatief achter de hand. Als de rechtse provocateurs struikelen over stakingsactie kunnen ze nog, zonder verkiezingen, overschakelen naar een tripartite: liberalen, christendemocraten en sociaaldemocratie, die hetzelfde beleid trager en meer gefazeerd doorvoeren. Geen alternatief voor werkenden en jongeren.
De NVA en de liberalen die haar volgen zijn hun eigen propaganda gaan geloven. Met het geheugen van een witte muis hebben ze zowat elke laag van de maatschappij op stang gejaagd. Als je je wil bewijzen en in de salons van de burgerij wil meetellen, moet je het meteen goed doen. Hier vandaag, morgen misschien verdwenen. Je moet tonen dat de symbolen van de arbeidersbeweging tegen de vlakte gaan. De arrogante nieuwe middenklasse is gaan denken dat de oppervlakte van de klassenstrijd – en de dikwijls onduidelijke houding van de vakbondsleiding – de hele arbeidersklasse vertegenwoordigt. Ze ziet niet dat haar zweep hele nieuwe lagen in de klassenstrijd aan het opleiden is, die ze zelf zo gretig voert. Ook al komen we soms van ver en zijn er tradities van strijd verloren gegaan.
Rand was geen slimme ideologe. De Wever was dat in de verkiezingen wel, toch als geslepen tacticus. De NVA is erin geslaagd om te laten uitschijnen dat ze zogenaamd de “uitzonderingen die het systeem verzieken” ging aanpakken. In het Franstalige landsgedeelte werd een mens (1) gevonden die reeds zijn hele leven in de “hangmat” van de werkloosheid had verbleven. De NVA ging de langdurig werklozen, de asielzoekers, en – in haar retoriek – andere zogenaamde “profiteurs” aanpakken met haar besparingen. Dat was de teneur van de electorale campagne. Maak er een karikatuur van en val die aan. Dat werkte. Een groot deel van die NVA kiezers merkt nu dat ook zij bij die “profiteurs” worden gerekend. En zal deel zijn van het verzet tegen deze Thatcheriaanse regering.
Wat de NVA in de verkiezingen deed, was met succes een grote groep mensen uit de middengroepen en de loontrekkenden tegen hun materiële belangen in laten stemmen. Zo sterk kan ideologie, en de dominante ideologie in dit geval, soms zijn. Het voelt gewoon beter om te denken dat we eeuwig bij de economische “winnaars” zullen blijven horen, dan mogelijk tot de economische “verliezers” te worden gerekend. Ook al is dat onder het kapitalisme voor de meerderheid een illusie. Soms smaakt die tijdelijke illusie zoeter dan een realistischer perspectief. De NVA was de kampioen van dit burgerlijke egoïsme, dat veel verder reikt dan de burgerij zelf. Omdat de dominante ideologie die van de heersende klasse is. Hier belanden we bij die andere, meer filosofische, loopjongen van het burgerlijke individualisme – Friedrich Nietzsche.
Als de te expliciete Ayn Rand als burgerlijke ideologe onhandig is, dan is Nietzsche’s filosofie een meer uitgewerkte versie van de slimmere verkiezingscampagne van de NVA. Nietzsche ontwierp doelbewust een cultus van het “individu” en het burgerlijk “egoïsme” als hoogste doel van de maatschappij. Hij mobiliseerde zijn lezers voor de verheerlijking van de “sterken en de geslaagden” en haatte socialisten als de pest. Zeg nu zelf: hoort u ook niet liever bij de sterken, de geslaagden, de net iets mooiere en succesvolle exemplaren – als uniek product van uw onbegrensde wil en een handvol instincten? Dan bij de zwakken, de mislukten en de zieken? Dat fijnzinnige individu staat bij Nietzsche tegenover de “kudde”. Dat was eigenlijk 19e eeuwse codetaal voor de arbeidersbeweging, aangepast aan het gemoed van niet zo democratische kleinburgers met een slecht geweten. Voor de façade “vrije geesten”, in de praktijk gewonnen voor de onderdrukking van de arbeidersbeweging en haar rechten. Het lijkt soms de moderne burgerlijke media wel; leugen en verdraaiing als politieke methode incluis. Als je – wat Nietzsche beoogde – burgerlijke dictatuur, de antieke en zwarte slavernij, koloniale bloedbaden,… gaat rechtvaardigen, doe je dat beter met metaforen en een indirecte apologie. En je zet “instinctief individualisme” op je propagandistische doos. De “niet-ideologische” (lol!) intelligentsia is dan bereid om veel door de vingers te zien. Soms zelfs slavernij en de koloniale handentaks van Leopold II. Nietzsche was duidelijk een, eurm, handiger ideoloog dan Ayn Rand, en goddelozer dan Bart De Wever. Maar ondanks die nuanceverschillen: allemaal leden van de hard-rechtse club en meer of minder slimme ideologen van de kapitalistische reactie. En reden genoeg om ook Onze Club – numeriek onklopbaar, nog eens in de verf gezet door de nationale vakbondsbetoging – serieus te beginnen organiseren.
Jo Libeer had vorige week overschot aan gelijk. De gedelegeerd bestuurder van VOKA oreerde over een hete lente vol tjilpende vogels en knallende kuiten. Over zaaien en oogsten. Over neuzen en zelfde richtingen. Niets nieuws onder de zon, zult u zeggen. Maar gelijk had hij wel: het wordt een hete lente. In het vuur van zijn lineair metaforisch proza verslikte hij zich echter in zijn eigen conclusies.
De hete lente waar Libeer op doelt is er een waarin sociale onrust, verontwaardiging en woede open barsten. Een voorjaar van strijd tussen arbeiders en het heersend kapitaal. Het aantal bedrijven waar werknemers en werkgevers recht tegenover elkaar staan, begint groot te worden, merkte hij op. En het lijstje wordt ook langer. Dus moeten de neuzen in dezelfde richting, zei hij. Zie je Jo, ik ben blij dat jij die – toch wel onverhoopte – stap wilt zetten. Je achterhoofd hadden we nu wel gezien.
Het zijn moeilijke tijden voor iedereen, zei je. Voor al die bedrijfsleiders te velde. Met hun veeleisende werknemers en hun buitensporige eisen. Voor de rijke elite die haar kapitaal minder snel zag groeien. Ja Jo, dat kan niet eenvoudig zijn.
HET CLUBJE
Ook je even vage als kinderlijk poëtische suggesties mochten er zijn. Het economisch en politiek scharniermoment biedt kansen om de problemen aan te pakken, zei je. En die kansen moeten we grijpen om onze samenleving en welvaartsstaat te vrijwaren.
Wie zijn die ‘we’ dan? Je clubje veelvraten met heilige schrik pour légalité? Al die vrienden-vrijemarktbonzen die ons jobs beloven, maar onder het mom van dalende winst(verwachtingen) de arbeidsomstandigheden ruïneren? Toegegeven: het blijft een ingenieus idee om het ‘winst’ te noemen, terwijl het gros van de bevolking dag na dag verliest.
We moeten de welvaartstaat vrijwaren, zei je. Ik hoor echter iets heel anders dan ik lees. Vakbonden schermen inderdaad met stakingen, schreeuwen om werk en (behoud van) verworven rechten. Wie echter halsstarrig en onwillig de andere kant uit kijkt, de welvaartstaat als synoniem ziet voor het behoud van ongelijkheid en onderdrukking van de werkende bevolking, én in eenzelfde adem de immense nood aan werk- en sociale zekerheden minimaliseert, is niet van deze wereld. Als een gelaat zonder de noodzakelijke neus, zeg maar.
Wie wil oogsten, moet eerst zaaien. Aan je spitse metaforen leek gisteren geen einde te komen. Het klopte ook wel: voor de werknemers van AVEVE. Probeer datzelfde maar eens te verkopen aan de miljoenen werknemers die dag in dag uit de gronden van hun oogsters bevruchten. Uiteraard zien zij de overvloedige opbrengst. Ergens. Onbereikbaar in de zonnige verte. Vakkundig opgeschrokt door hen, voor wie het altijd lente is. De arbeiders zijn armoezaaiers geworden.
WIE ZOEKT DIE WERKT?
Om de economische problemen fundamenteel op te lossen, moeten we kijken naar de grond waarin bedrijven gedijen. Die grond is ziek en hapt naar meer zuurstof en bemesting, zei je. Ik stel daarom voor om de meest voor de hand liggende meststof te gebruiken: de bestaande arbeidskracht. Een 4/7de portie lijkt me ideaal.
Niet omdat uw Vlaming niet meer werken wil. Nee. Ze hoeft eenvoudigweg niet zoveel te werken. Een 30-urenwerkweek met loonbehoud, gekoppeld aan een tewerkstelling van de hele werk(zoek)ende bevolking, levert immers een rist aan oplossingen: de werkloosheid wordt tot een verwaarloosbaar minimum herleid, de verminderde werkdruk draagt bij tot een verhoogde levenskwaliteit én een afname van de latente onverdraagzaamheid en de gepapegaaide illusie van noodzakelijke competitiviteit.
Zo stappen we eveneens af van uw onhoudbaar winstmantra: de gelijke verdeling van kapitaal en arbeid brengt ons ver weg van het verwerpelijke idee dat ongelijkheid competitiviteit voedt en een economie enkel levensvatbaar is wanneer ze groeit. Natuurlijk moet ze dat!, hoor ik u zeggen. Dat klopt, Jo. In jouw kapitalistisch systeem – dat slechts één specifiek historisch stadium in het ontwikkelingsproces van de maatschappij is – blijft de spreidstand en gevraagde flexibiliteit eeuwig uitdeinen.
De druk van de ingebeelde noodzaak om een sterk concurrentieel winstmodel uit te bouwen, zal voor u pas nefast lijken, wanneer de bloedende corpsen van uw uitgeperste zaaiers op het prille lentegras vol tjilpende roodborstjes ineenstuiken.
Pas dan Jo, misschien dan, zal je zien dat je geen 240000 koeien kunt voederen met 70000 bieten. Pas dan zal je zien dat – met de realisatie van gedegen en gratis openbaar vervoer – je lachwekkende klaagzang over files onbestaande is. Pas dan zal je zien dat niet de loonkost – die de arts van uw zwart-witte partijvoorzitter verloont – het herstel van een faire én door de staat gestuurde economie in de weg staat. Het was de werkende bevolking die de roekeloze en onaantastbaar gewaande speculatie van je clubje heeft gereset. Gered krijg ik niet over de lippen.
Beste Jo. Je blijft hoopvol, zeg je. Nu er voorzichtige tekenen van economisch herstel zijn. Tekenen die jij Jo, in je geprivilegieerde positie van gegoed bestuurder ongetwijfeld wel zult zien.
Maar vergeef ons Jo, dat wij met z’n allen daar beneden de grootste moeite hebben om – in de schaduw van de neoliberale zelfverrijking – de eerste zonnestralen te voelen.
Ik wens je alvast een stralende lente toe. Wij lessen ons wel met het water dat ons aan de lippen staat.