Your cart is currently empty!
Tag: voedsel
-
De oorsprong van COVID-19 en de kapitalistische voedselproductie

Ondanks de enorme vooruitgang in de geneeskunde, immunologie, virologie en technologie, veroorzaakt de nieuwe stam van het coronavirus (SARS-CoV-2, die de ziekte van COVID-19 veroorzaakt) over de hele wereld menselijke verwoesting. Dit nieuwe griepvirus is afkomstig van vleermuizen, maar hoe heeft een door vleermuizen overgedragen virus op het platteland van China een dodelijke pandemie veroorzaakt, en wat heeft het kapitalisme ermee te maken?
Door Keishia Taylor
Hoewel de uitbraak van COVID-19 aanvankelijk werd herleid tot schubdieren op een versmarkt in Wuhan, wijst het bewijs erop dat het virus zich sinds oktober of november geruisloos in de gemeenschap heeft verspreid, voordat het in december als een nieuwe virusuitbraak werd erkend. SARS-CoV-2 is een zoönosevirus. Dit betekent dat het op de mens is overgedragen door een andere soort, hetzij rechtstreeks door vleermuizen, hetzij via een tussengastheer, zoals dieren op een versmarkt worden. Aangezien civetkatten die naar Guangduong zijn gebracht het SARS-virus van 2002 verspreid hebben, is het duidelijk dat versmarkten een gevaar vormen.
Versmarkten en handel in wilde dieren
Op Aziatische versmarkten is er handel in een verscheidenheid aan levende tamme en wilde dieren, die in dicht op elkaar gestapelde kooien worden gehouden en vaak ter plaatse worden afgeslacht met beperkte koeling en slechte drainage. Het immuunsysteem van de dieren wordt verzwakt door de stressvolle omstandigheden waarin ze worden gehouden, en het samenkomen van een unieke combinatie van soorten en ziekteverwekkers betekent dat muterende virussen gemakkelijk van de ene soort naar de andere worden verspreid.
De dieren op deze markten zijn afkomstig van steeds meer geïndustrialiseerde bedrijven, maar ook van kleinschalige boerderijen en de jacht op wilde dieren, sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw zijn er wettelijke hervormingen om de industriële landbouw en de handel in wilde dieren op grotere schaal te bevorderen. Deze lucratieve industrie, met een waarde van 76 miljard euro, wordt gesteund door de staat en wordt gerechtvaardigd op basis van de werkgelegenheid in arme gebieden (14 miljoen in heel China).
Wilde diersoorten zoals schubdieren, slangen en civetkatten worden door de rijken gekocht als luxeproduct en statussymbool. Er is op het Weibo, een sociaal mediaplatform, een uitbarsting geweest van protest tegen de handel in wilde dieren. Dit gebeurde met de hashtag #RejectGameMeat. Meteen werd ook bijgeloof rond de veronderstelde medische eigenschappen van dierlijke producten bestreden. De uitbraak van COVID-19 en de publieke druk hebben geleid tot meer regelgeving rond de handel in wilde dieren, maar net als het tijdelijke verbod na de SARS-epidemie van 2002 zijn deze beperkingen beperkt en duren ze mogelijk niet lang.
Wereldwijde voedselproductie en vernietiging van habitats
Deze grootschalige boerderijen met wilde dieren bevinden zich meestal aan de grenzen van de menselijke samenleving, waardoor ze oprukken in bossen en wildernis. De opkomst van nieuwe ziekteverwekkers heeft de neiging te ontstaan waar de mens, in de vorm van grote bedrijven en kapitalistische regeringen, het landschap drastisch verandert, bossen vernietigt, de landbouw, de mijnbouw en de aanleg van wegen en nederzettingen intensifieert, voornamelijk door de agro-industrie. De wereldwijde vernietiging van het regenwoud door de voedselindustrie (de rundvleesindustrie is verantwoordelijk voor 65% van de vernietiging van het regenwoud) brengt bijvoorbeeld nieuwe werknemers in deze habitats en verdringt kleine boeren dieper in de bossen.
Dit soort menselijke activiteiten verstoort de ecosystemen en schaadt de biodiversiteit door virussen los te laten, die vervolgens een nieuwe gastheer nodig hebben. Vooral vleermuizen en ratten kunnen zich aanpassen en overleven de verandering van het ecosysteem en worden zo reservoirs voor oude en nieuwe virussen. Viroloog Zheng-Li Shi heeft tientallen SARS-achtige virussen geïdentificeerd in grotten in Yunnan, China. Deze virussen zouden de mens kunnen besmetten. De menselijke indringing in ongerepte bossen brengt wilde soorten, en de ziekteverwekkers die ze met zich meedragen, in contact met tamme dieren in de landbouw, landbouwpersoneel en andere mensen.
Dit nieuwe coronavirus is de zesde grote epidemie van de afgelopen 26 jaar die zijn oorsprong vindt in vleermuizen, doorgegeven door gekweekte, gedomesticeerde of gejaagde dieren, zoals paarden (Australisch Hendra-virus uit 1994), kamelen (Middle East Respiratory Syndrome in 2012), chimpansees waarop als bushmeat wordt gejaagd (Ebola in 2014), varkens (Maleisisch Nipah-virus uit 1998) en civets (SARS op de Chinese versmarkten in 2002). Deze gevallen hadden moeten dienen als waarschuwing voor dringende maatregelen.
Voedsel voor winst
Maar in plaats daarvan is de agro-industrie bereid om de ontbossing van de planeet massaal door te zetten, de arbeiders uit te buiten voor een armoedig loon en hen bloot te stellen aan ziekten, en de weg te effenen voor de verspreiding van virussen naar de menselijke bevolking, en dat alles voor de winst. In het kapitalistische systeem mogen deze grote agro-bedrijven de (financiële) kosten doorschuiven naar ecosystemen, dieren, consumenten, landarbeiders en overheden, en zouden ze niet kunnen overleven als ze zelf de rekening zouden moeten betalen. De landbouwindustrie van 5 biljoen dollar waard is, bevindt zich in een “strategische alliantie met de griep”, stelt evolutiebioloog Rob Wallace. Hij zegt dat dit komt omdat de sector zijn immense rijkdom en macht gebruikt om gevaarlijke en onethische praktijken, die aanleiding geven tot ziekte, voort te zetten.
De drang naar winst in het DNA van het kapitalisme betekent een drang om nieuwe markten te veroveren of uit te vinden, om zich voortdurend uit te breiden naar onbekend terrein en om alle middelen om te zetten in grondstoffen en inkomsten. Dit leidt tot de uitbuiting en vernietiging van mensen, ecosystemen en vruchtbare grond in neokoloniale landen, voornamelijk door het enorme kapitaal van de geavanceerde kapitalistische landen. Het versterkt de massale wereldwijde ongelijkheid. Honderden miljoenen arme mensen in Afrika en Azië die geen toegang hebben tot koeling zijn afhankelijk van de traditionele markten.
Wat is er nodig en hoe?
Als we toekomstige pandemieën willen voorkomen, hebben we een drastische reorganisatie van de voedselproductie nodig. We moeten de natuurlijke habitats veiligstellen en ons bezighouden met het versterken van wildgebied zodat gevaarlijke ziekteverwekkers daar kunnen blijven. Er moet een einde komen aan gevaarlijke en onhygiënische voedselproductie en distributie. Grootschalige fabriekslandbouw (zowel inzake vleesproductie als bijvoorbeeld melk) moet gestopt worden, wat ook zou bijdragen aan de bestrijding van de klimaatverandering en antibioticaresistentie, en de kans op nieuwe viruspandemieën aanzienlijk zou verkleinen. We hebben een rechtvaardige overgang nodig naar een veilige voedselproductie en -distributie over de wereldbevolking, met inbegrip van veilige, fatsoenlijke jobs. We moeten een einde maken aan de walgelijke en barbaarse behandeling van dieren in de voedselproductie.
Als we het wereldwijde kapitalisme laten doen, zullen industrieën en regeringen geen stappen zetten die hun winsten verminderen en zeker niet de fundamentele veranderingen doorvoeren die nodig zijn om een einde te maken aan een voedselproductie die dodelijke pandemieën veroorzaakt. De grote agro-business moet in democratisch publiek eigendom worden gebracht onder de controle van werkende mensen, zodat ze kunnen worden getransformeerd en gebruikt om de belangen van boeren, consumenten, werknemers en het milieu te dienen, met lokale en wereldwijde samenwerking.
De productie van iets wat zo fundamenteel noodzakelijk is als voedsel, dat zulke verwoestende gevolgen voor de wereld kan hebben als het in de verkeerde handen is, moet democratisch worden gepland om te voldoen aan de behoeften van de meerderheid van de bevolking. We mogen het niet overlaten aan de anarchie van de “vrije markt”. Een dergelijk streven is volkomen redelijk en noodzakelijk, maar het kan niet worden bereikt onder de heerschappij van de winst, alleen in een socialistische samenleving die door en voor de massa’s wordt bestuurd.
-
Asociaal beleid duwt record aantal mensen naar voedselbank
De traditionele partijen zitten te ruziën over wie er in de volgende regering mag zitten en wie het niet met wie wil doen. Over de sociale noden van de bevolking wordt echter amper gesproken. De voorbije jaren zaten zowat alle traditionele partijen wel eens in een regering. Hun asociale beleid zorgt voor steeds meer problemen. Het nieuwe record van het aantal mensen dat vorig jaar beroep moest doen op een voedselbank is een schokkende en bijtende veroordeling van het jarenlang gevoerde neoliberale beleid.Waar er in 2000 nog 92.225 mensen in dit land naar de voedselbanken trokken, liep dit vorig jaar op tot 168.476. Er was een stijging op een jaar tijd met 5,9%, waarmee de voedselbanken wellicht de snelst groeiende ‘bank’ vormen. Onder de asociale regering-Michel steeg het aantal gebruikers van de voedselbanken van 130.030 in 2014 tot 159.081 in 2018. De echte slogan van de Zweedse regering was dus niet ‘jobs, jobs, jobs’, maar ‘honger, honger, honger.’ De stijging die onder vorige regeringen bestond, kwam onder Charles Michel en zijn bende in een stroomversnelling. Nu er geen regering is, houdt die versnelling aan. Deze cijfers vormen slechts het tipje van de ijsberg: ze hebben enkel betrekking op hulp via organisaties aangesloten bij de Belgische Federatie van Voedselbanken. Bijna evenveel mensen krijgt hulp via andere organisaties en OCMW’s. In totaal zijn 321.000 Belgen afhankelijk van voedselhulp.
De organisaties van de Belgische Federatie van Voedselbanken verdeelden 17.936 ton voedsel, wat overeenkomt met 36 miljoen maaltijden en een stijging is met 17%. De hulpvraag van wie beroep doet op de voedselbanken neemt dus verder toe. Tegelijk dreigen de voedselbanken in de problemen te komen omdat de Europese steun vanaf 2021 afneemt. Voor sommige banken heeft de EU meer over dan voor andere. Het maakt dat voedselbanken steeds meer afhankelijk zijn van schenkingen, lees: van liefdadigheid.
Terwijl de groep die uit de boot valt aangroeit, concentreert zich een nooit geziene rijkdom bij een handvol superrijken. Oxfam becijferde dat 2.153 miljardairs in deze wereld vorig jaar rijker waren dan 4,6 miljard mensen. De 22 rijkste mannen bezitten meer dan alle vrouwen in Afrika samen. Het kapitalisme doet de ongelijkheid toenemen: waar de gemiddelde lonen wereldwijd tussen 2011 en 2017 met 3% stegen, was de stijging van de dividenden aan de grote aandeelhouders van een andere orde: +31%! Miljardairs gingen er de afgelopen tien jaar met gemiddeld 7,4 % per jaar op vooruit.
Een ernstige strijd tegen de oprukkende armoede zou iets doen aan de enorme ongelijkheid waarbij een kleine toplaag steeds rijker wordt terwijl honderdduizenden in dit land van voedselhulp afhankelijk zijn. Een massaal programma van publieke investeringen in sociale huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, infrastructuur, … zou de sociale noden al drastisch verlichten en zou bovendien nieuwe degelijke jobs creëren. Om de grondslag van de ongelijkheid aan te pakken, zal er meer nodig zijn. De bevolking zal democratische controle moeten verwerven over de sleutelsectoren van de economie om de inhaligheid van die kleine elite aan de top uit te schakelen. Dat vereist een consequent socialistisch beleid als alternatief op de ellende van het kapitalisme. Strijdbaar verzet is een eerste stap om te bouwen aan zo’n alternatief.
-
Veviba: ligt de fout bij het FAVV, een malafide industrieel of bij kapitalistische agro-business?

Foto: public domain / Wikicommons Een paar maanden na de Fipronil-crisis en kort na de crisis met salmonella in de babymelk van Lactalis die in Frankrijk wordt verkocht, is er al opnieuw een schandaal in de voedingsindustrie. Deze keer in de vleessector. Dat is geen toevallige samenloop van omstandigheden. Het is een uitdrukking van hoe onze gezondheid ten koste gaat van winst.
Artikel door Alain, voormalig laborant bij het FAVV
Het FAVV, een openbare dienst aan de tand gevoeld
In De Linkse Socialist citeerden we in 2009 de vroegere algemeen directeur van het FAVV (Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen), Gil Houins. Die verklaarde in Foodnote, een intern tijdschrift van het agentschap: “De kopzorgen van de media en de burgers richten zich nu op de financiële ‘crisis’ en de daaruit voortvloeiende economische crisis. Niet de gezondheid van de consument wordt bedreigd, maar zijn portemonnee! Dat heeft bepaalde lobby’s in de agrovoedingsindustrie, die zich de afgelopen jaren gedeisd hielden, wakker geschud. Onder het voorwendsel dat bedrijven nu al economisch onder druk staan, moeten we meer toelaten, zelfs lakser zijn met betrekking tot de problemen van voedselverontreiniging en productieomstandigheden. Dat werd zelfs op hoog niveau bekokstoofd binnen de Europese Commissie…’’
Om de pil te verzachten, voegde hij eraan toe: ‘Ik teken bezwaar aan tegen die poging om voedselveiligheid op de achtergrond te plaatsen wanneer economische problemen zich voordoen’. (1) Zijn goede voornemen was niet opgewassen tegen de winstlogica. Hetzelfde geldt voor de duizenden ambtenaren die hun opdracht fatsoenlijk willen uitvoeren.
Uberisering van de openbare dienst
Het FAVV werd de afgelopen weken zwaar bekritiseerd. Dat de overheidscontrole vierkant draait, is hoofdzakelijk te wijten aan de wijze waarop de taken van de dienst zijn omschreven, aan de financiering ervan en aan de arbeidsvoorwaarden van de controleurs. Wat we niet bezitten, kunnen we bovendien niet ernstig controleren. De agro-business moet uit handen van de private sector worden gehaald en onder democratische controle en beheer van de bevolking komen.
Het toezicht op het FAVV is in 2007 toevertrouwd aan het ministerie van Landbouw, destijds geleid door Sabine Laruelle (MR) die voorheen nog directeur-generaal was van de Waalse Landbouwfederatie. (2) De samenstelling van het adviescomité en de benoeming van de gedelegeerd bestuurder van het FAVV laten heel wat ruimte voor de agro-voedingsindustrie. (3)
Op drie jaar tijd is de federale dotatie voor het FAVV met 20% afgenomen. Het volledige budget verminderde met 10%. Het aantal personeelsleden daalde van 1.700 voltijdse equivalenten in 2009 tot 1.274 vandaag. Het FAVV heeft de voorbije jaren zelfs voorgesteld om de controles uit te besteden!
Gil Houins, die de indruk geeft dat hij de consument met hand en tand verdedigt, was de initiatiefnemer van de beroemde ‘Smiley’: een sticker om op een product te kleven als het bedrijf in kwestie een “geloofwaardig controlesysteem inzake hygiëne” heeft opgezet… en dus zichzelf controleert! Het Federaal Agentschap bespaart, terwijl gewetenloze industriëlen zoals Verbist voor hun producten tegelijk rechter en betrokken partij zijn. Met deze ‘Smiley’ valt dus weinig te lachen…
Welke oplossingen?
Een deel van de bevolking, waaronder heel wat jongeren, trekt de conclusie dat we onze consumptie moeten veranderen. Zo is er het idee om minder vlees en dierlijke producten te consumeren of dit zelfs te verbieden. Wij denken dat wie deze keuze maakt, over kwaliteitsvolle alternatieven moet beschikken.
Maar waarom zou de vegetarische of veganistische markt onder de kapitalistische logica niet hetzelfde lot ondergaan als de landbouw of de bio-sector? Zoals Karl Marx al opmerkte, vernietigt die kapitalistische logica beide bronnen van rijkdom: arbeid en natuur. Door de natuur te vernietigen, vernietigt het ook dieren (of we ze nu eten of niet) die innig verbonden zijn met hun omgeving.
Geen vlees eten volstaat dus niet om dieren effectief te beschermen. Het volledige winstsysteem moet weg!
- https://fr.socialisme.be/2812/afsca
- https://www.rtbf.be/info/belgique/detail_tout-savoir-sur-l-afsca-depuis-quand-comment-pourquoi-payee-par-qui?id=9864639
- http://www.afsca.be/comiteconsultatif/membres/
-
Vergif op ons bord. Winsthonger bedreigt onze gezondheid

Foto: Flickr.com/freefoto De crisis van de eieren met een te hoge concentratie van Fipronil heeft de kwestie van voedselveiligheid opnieuw op de agenda gezet. Deze nieuwe crisis toont dat er geen lessen getrokken zijn uit de vorige. Na de crisis van de ‘gekke koeien’ (1996), de dioxinekippen (1999) of het gehakt met paardenvlees (2013) tonen de eieren met Fipronil opnieuw aan dat de magnaten van de agro-industrie onze voedselveiligheid opofferen om de winsten te waarborgen.
Artikel door Alain (Namen) uit de septembereditie van ‘De Linkse Socialist’ (die morgen naar de abonnees wordt verstuurd)
Voedselonveiligheid: een gevoelige kwestie
Voedselveiligheid is een belangrijke discussie in ons land met soms verregaande politieke gevolgen. De regering-Dehaene verloor de verkiezingen van 1999 na de dioxinecrisis. De christendemocraten vlogen twee legislaturen uit de regering en er kwam een paarsgroene coalitie met de groenen (1999-2003). In 2000 werd het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) opgezet. Het doel van dit semi-publieke agentschap is exclusief beperkt tot de volksgezondheid en de bescherming van dieren. De werkgeversorganisaties uit de agro-business hebben echter een beslissend gewicht binnen het raadgevend comité van het agentschap. De bevoegde minister is overigens niet die van Gezondheid, maar de minister van Landbouw. Dit leidt tot tegenstellingen tussen publieke en private belangen.
Voedselveiligheid kan triviaal lijken gezien het niveau van ontwikkeling vandaag. We zijn in staat om sportieve prestaties te verbeteren door hersengolven te bestuderen, maar het garanderen van een basisbehoefte als voedselveiligheid voor iedereen is blijkbaar niet mogelijk, terwijl het een kwestie is die de mens al bezighoudt sinds het tijdperk van jager-verzamelaars.
De ‘vrije markt’ biedt geen antwoorden op onze behoeften. Zo werd begin dit jaar een campagne opgezet om de hongersnood te bestrijden die miljoenen mensen trof in Jemen, Zuid-Soedan, Nigeria en Somalië. Ondervoeding en een gebrek aan toegang tot drinkbaar water is het lot van meer dan een zesde van de wereldbevolking. Ook in de ontwikkelde kapitalistische landen heeft een laag van de bevolking onvoldoende toegang tot voedsel. Bovendien is er een groot probleem met de kwaliteit van voeding. Zwaarlijvigheid neemt gestaag toe en gevallen van voedselfraude halen regelmatig de voorpagina’s van de kranten. Het Fipronil-schandaal was slechts het meest recente voorbeeld daarvan.
Eieren: een miljardenbusiness
In België zijn 330 producenten goed voor 3 miljard eieren op een totale jaarlijkse consumptie van 5,03 miljard eieren. Een deel van de eieren in ons land komt uit Nederland. Daar zijn 920 producenten goed voor 10 miljard eieren per jaar met een interne consumptie van 7 miljard. (L’Echo 12 augustus).
Verschillende producenten kochten een anti-luizenproduct dat Fipronil bevat en dit kwam in het voedselproces terecht. Dat is de bron van de huidige crisis. De winsten van de eierenbusiness gingen voor op de volksgezondheid. Het schandaal heeft een impact op niet minder dan 17 landen!
Door in te spelen op tegenstellingen tussen verschillende landen, kon de agro-industrie gebruik maken van een quasi-monopolie en een slecht toegepaste wetgeving in Roemenië bovenop slechte samenwerking tussen gezondheidsdiensten van verschillende landen om zo aan de nodige controle te ontsnappen.
Volksgezondheid: een collectieve verworvenheid
Er is een groeiend wantrouwen tegenover de voedselindustrie, maar ook tegenover de publieke diensten die de voedselveiligheid moeten garanderen. Consumenten die het zich kunnen permitteren, stappen steeds meer over naar bioproducten of lokale producenten in korte voedselketens. Voeding is echter geen individueel gegeven, het is afhankelijk van elementen waar een individu geen vat op heeft.
Zo is de gemiddelde levensverwachting in Henegouwen van hetzelfde niveau als in Iran of Mexico: drie jaar minder dan het Belgische gemiddelde. De economische en sociale ongelijkheid is daar de oorzaak van. “Het zijn vooral sociaaleconomische factoren die meespelen. Als het over volksgezondheid gaat, wordt met een grote lens naar gezondheid gekeken. En wat blijkt dan? Dat ongelijkheid op gezondheidsvlak parallel loopt met sociale ongelijkheid. We zullen de gezondheidsproblemen dan ook niet oplossen zonder naar de sociale ongelijkheden te kijken. We kunnen de gezondheid niet verbeteren zonder het sociaaleconomische aan te pakken.” (Geneviève Houioux, verantwoordelijke voor het Wetenschappelijk Observatorium voor Gezondheid in Henegouwen, RTBF 20 augustus).
Veel landbouwers pleiten voor een controle op de productie om de prijzen op een niveau te houden waarop kleine bedrijven kunnen overleven. Wij pleiten voor een democratisch geplande productie in functie van de behoeften. Dit moet toelaten om de productie uit de greep van het kapitaal te halen.
De liberale denker Bernard Mandeville heeft Adam Smith geïnspireerd toen die in zijn studie over de rijkdom der naties schreef: “Wij krijgen ons avondeten van de slager, de brouwer en de bakker. Niet omdat ze ons aardig vinden, maar omdat ruilhandel hun eigenbelang dient.”
De ‘onzichtbare hand’ van de markt moest ons beschermen tegen voedselcrisissen zoals de Fipronil-crisis. Daar is niets van in huis gekomen. We moeten bouwen aan een samenleving waar de politieke economie gecontroleerd wordt door de meerderheid van de bevolking en in dienst van die meerderheid staat. In de voedingsindustrie zou dit inhouden dat hongersnood wordt gestopt en dat iedereen toegang heeft tot gezonde en kwaliteitsvolle voeding.
-
Hoe zou een socialistische voedingsindustrie eruit zien?
Hoe kunnen we iedereen op deze planeet voeden? Dat is een vraag waarop het kapitalisme nooit een afdoende antwoord heeft kunnen formuleren. Ook vandaag wordt een derde van de wereldbevolking geconfronteerd met honger. Zelfs in economisch ontwikkelde landen is een groeiend aandeel van de bevolking afhankelijk van voedselbanken.Dossier door Iain Dalton uit weekblad ‘The Socialist’
Voedsel is een basisbehoefte voor ons bestaan. Het is ook een indicatie van de ontwikkeling van de mensheid waarbij niet alle tijd meer ingenomen wordt door het verzamelen en consumeren van voedsel.
De ontwikkeling van de capaciteit om voedsel te koken was bijvoorbeeld een belangrijke stap vooruit. Zoals schrijver Michael Pollan in zijn boek ‘Cooked’ opmerkt: “Bevrijd van de noodzaak om onze dagen te vullen met het verzamelen van grote hoeveelheden rauw voedsel en dit vervolgens te knauwen, konden de mensen hun tijd nu besteden aan hun metabolische noden en aan andere doeleinden.”
De industriële revolutie had ook een impact op de voedselproductie. Grote delen van de plattelandsbevolking trokken naar de steden en waren niet langer direct betrokken in het proces van voedselproductie, maar kocht voedsel met het loon dat ze verdienden.
Dit proces werd verdiept toen een groot aantal vrouwen op de arbeidsmarkt kwam in de 20ste eeuw. Het voeden van de gezinnen gebeurde niet langer door één persoon die hiervoor thuisbleef, het gebeurde voortaan na de werkuren.
Dit heeft de dubbele dagtaak van vrouwen niet weggenomen, maar de komst van bereide maaltijden, uithaalmaaltijden, … betekenden dat er minder tijd besteed werd aan het voorbereiden van voedsel. Vandaag wordt er dan wel minder tijd in de keuken besteed, maar de werkuren zijn langer.
Deze processen en de ontwikkeling van de agrobusiness hebben er in het algemeen voor gezorgd dat het voedsel dat we vandaag eten minder voedzaam is dan in het verleden. Dit heeft grote invloeden op onze gezondheid.
Zo was er een gezondheidsstudie in Groot-Brittannië (2015) die aangaf dat 62,9% van alle volwassenen met overgewicht of obesitas kampten. Er is een toename van het aantal hart- en vaatziekten, van diabetes type 2 en andere ziektes.
“Brood en haringen”
Een tekort aan voedsel heeft vaak geleid tot sociale revoltes. In de Russische Revolutie begonnen e protestacties op de Internationale Vrouwendag van 1917, het startpunt van de revolutie, met eisen voor “brood en haringen.”
Toegang tot degelijke voedzame maaltijden was een belangrijke doelstelling van de Bolsjewieken na de Russische Revolutie. Zo werden publieke kantines opgezet in de twee grootste steden van Rusland: Moskou en Petrograd.
Dit werd uiteindelijk ondermijnd door de tekorten als gevolg van de oorlog tegen de binnenvallende imperialistische legers die kost wat kost de revolutie de kop wilden indrukken. Maar in 1919 waren deze publieke kantines goed voor ongeveer 900.000 gebruikers in zowel Moskou als Petrograd.
Vandaag zou er in de eerste plaats moeten gezorgd worden voor kwaliteitsvolle en betaalbare kantines in scholen, universiteiten, hogescholen en grotere werkplaatsen. Het zou betekenen dat mensen minstens één kwaliteitsvolle warme maaltijd per dag hebben.
De afgelopen decennia was er een forse afname van het aantal kantines op werkplaatsen. Het Labour Research Department onderzocht het aantal kantines in Britse werkplaatsen met een vakbondsaanwezigheid. Waar er in 1995 in 88% van deze werkplaatsen een kantine was, bedroeg dit in 2015 nog maar 47%. In 2010 werden 52% van deze kantines gesubsidieerd, tegen 2015 nam dit af tot 41%.
Dit zal onvermijdelijk gevolgen hebben voor de gezondheid. Kantines verdwijnen om plaats te maken voor microgolfmaaltijden of kant-en-klare maaltijden uit de automaat.
Naast kwaliteitsvolle kantines is er ook nood aan ‘publieke restaurants’ die de catering voorzien voor kleinere werkplaatsen, mensen die geen werk hebben of die niet kunnen werken.
Maar een belangrijk onderdeel van een socialistisch beleid is de drastische vermindering van de arbeidstijd. Hierdoor zou er heel wat tijd vrijkomen voor deelname aan het beheer van de samenleving, maar ook voor hobby’s en vrije tijd.
Bevrijd van de noodzaak om te koken, zullen heel wat mensen er sneller voor kiezen om te koken als creatieve activiteit. Degelijke keukenfaciliteiten in alle huisvesting blijft noodzakelijk.
Het voedsel dat we zelf produceren in onze vrije tijd zou niet volstaan om iedereen te voeden. Er zou nog steeds een deel van de arbeid moeten gaan naar het produceren van het grootste deel van het voedsel.
In de landbouw was er een tendens van uitbreiding: “get big or get out.” Een schaalvoordeel is belangrijk voor efficiënte productie, maar onder het kapitalisme heeft de agrobusiness een grote positie ingenomen met schadelijke gevolgen voor het milieu onder meer als producent van broeikasgassen, erosie van de bodem, vervuiling door chemicaliën en negatieve gevolgen voor de biodiversiteit.
Fabriekslandbouw
De fabriekslandbouw staat synoniem voor wreedheden ten aanzien van dieren die opeengehoopt gekweekt worden, volgestopt worden met antibiotica en brutaal afgemaakt worden. De landbouwsubsidies komen doorgaans vooral bij de grootste boerderijen terecht: meer dan 80% van het Europese landbouwgeld gaat naar 20% van de boerderijen.
Ondanks deze elementen zijn kleinere en middelgrote boerderijen efficiënter qua productie per eenheid grond. De erg grote boerderijen moeten nu bijenkorven aankopen om gewassen te bestuiven, nadat de heggen verdwenen. Ecovriendelijke technieken kunnen gebruikt worden om de grondkwaliteit te versterken waardoor landbouw geen broeikasgassen uitstoot maar net opneemt.
Zolang de winsten op korte termijn centraal staan en de dictaten van de grote voedselbedrijven heersen, zullen milieuvriendelijke methoden echter geen prioriteit zijn. Het zal erop aankomen om de grote voedingsbedrijven, met inbegrip van de grote boerderijen, uit de handen van de agrobusiness te halen om deze onder democratisch publiek bezit te plaatsen zodat de ontwikkeling van duurzame landbouw mogelijk wordt.
Landbouw en zeker het oogsten van fruit en groenten hangt in grote mate af van tijdelijke arbeid. In Groot-Brittannië werden hiervoor vorig jaar 80.000 seizoenarbeiders ingezet, vooral migranten uit andere EU-landen. Het inzetten van extra personeel zal wellicht nodig blijven op de momenten dat er geoogst wordt. Maar dit moet via de vakbonden georganiseerd worden zodat de lonen en voorwaarden beschermd zijn en er geen neerwaartse spiraal is. Vandaag zijn de lonen vaak erg laag en worden seizoenarbeiders de rest van het jaar tot werkloosheid veroordeeld.
Er was nooit zoveel informatie over wat mensen eten. De supermarktketens verzamelen heel wat informatie en gegevens over consumptie en de nodige stocks. Joanna Blythman schreef in het boek ‘Shopped’: “De echte waarde van getrouwheidskaarten van supermarktketens is dat deze een methode vormen om gedetailleerde informatie te verwerven over koopgewoonten, waardoor klanten doelgerichter kunnen bewerkt worden met op het lijf geschreven promoties.”
Planning
Deze werkwijze toont de mogelijkheden voor een planmatige aanpak gericht op de behoeften van de meerderheid van de bevolking in plaats van de winsten van de superrijke 1%.
Voor een socialistische planning zouden de grote voedselproducenten, distributeurs, groothandels en supermarktketens onder publiek bezit moeten geplaatst worden. Op deze basis zou het mogelijk zijn om via een netwerk van publieke supermarkten, van grote winkels tot kleine buurtwinkels die vandaag door deze ketens gecontroleerd worden, toegang te geven tot kwaliteitsvolle en goedkope goederen. Samen de nationalisatie van de financiële sector en de mogelijkheid van goedkope leningen, zou de druk op kleine winkeliers in de sector verlicht worden met een aanmoediging tot een volledige integratie in de socialistische planning.
Een dergelijke planning zou zoveel mogelijk beroep doen op lokale productie om onnodige transporten te vermijden. Dit zou leiden tot versere producten en minder negatieve impact op het milieu.
Beslissingen over stocks en aangeboden producten kunnen genomen worden door verkozen comités van personeel uit de sector, consumenten en vertegenwoordigers van het bredere netwerk van voedselvoorziening met heel veel data over consumptiegewoonten die de discussie richting kunnen geven.
Het zou een groot deel van de verspilling die vandaag in de voedselsector bestaat kunnen uitschakelen. Mensen zouden meer en gedetailleerdere informatie en keuzes krijgen over wat ze eten. Dat zou pas het begin zijn. Ongetwijfeld zal onze verhouding tot voedsel verder ontwikkelen eens we de ketenen die het kapitalisme ons oplegt afgeschud hebben.
Enkele van onze eisen:
- Open de boeken van de grote bedrijven die de voedselindustrie en de economie vandaag domineren. Zo kunnen de echte kosten, winsten, toplonen, … in kaart gebracht worden.
- Voor een leefbaar minimumloon van 15 euro per uur in de volledige voedselsector, van de boerderijen tot de distributie en de fastfoodsector. Verhoging van de pensioenen en andere uitkeringen aangepast aan de levensduurte.
- Voor een massaal programma van jobcreatie: verminder de arbeidstijd zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen.
- Toegang tot goedkoop en voedzaam eten in kantines in werkplaatsen, scholen, hogescholen, universiteiten
- Nationalisatie van de grote agro-business en de grote bedrijven uit de distributiesector. Publiek bezit met democratische arbeiderscontrole en –beheer. Nationalisatie waarbij er enkel compensaties zijn op basis van bewezen behoefte.
- Nationalisatie van de grond in handen van de agro-business en de grote boerderijen gecontroleerd door de agro-business. Een programma van verpachting van deze grond aan landbouwers tegen betaalbare prijzen.
- Nationalisatie van de banken en de financiële sector, zodat goedkoop krediet aan landbouwers mogelijk wordt voor de duurzame ontwikkeling van hun bedrijven.
- Voor een programma van grootschalige publieke investeringen in onderzoek en ontwikkeling van alternatieve en duurzame energie. Ontwikkeling van technieken om ecologisch schadelijke praktijken uit de landbouw weg te halen.
- Voor een planning van de landbouwproductie en de distributie van voedzaam voedsel op een duurzame wijze in plaats van gericht op de kortetermijnwinsten van een kleine toplaag
-
Ingaan tegen dierenmishandeling betekent ook strijden tegen kapitalisme
Beeld uit de opnamen van Animal RightsMaandag namen we met twee LSP-leden deel aan de protestactie van ‘Animal Rights’ tegen het dierenleed in het slachthuis van Tielt. We gingen er met de aanwezigen in discussie over duurzame oplossingen rond dierenmishandeling waarbij we vooral het verband legden met de nood aan een antikapitalistische strijd en benadrukten dat het probleem wereldwijd is.
Artikel door Kanzy (Gent)
Rond de actie was er veel politie aanwezig en er waren strenge controles, onder meer de rugzakken werden gecontroleerd. Er stond ook security met honden paraat om het bedrijf te ‘beschermen’ tegen ‘gevaarlijke’ betogers. Vlaggenstokken of dergelijke waren niet toegelaten.
De aanwezige organisaties waren niet echt politiek-economisch gericht of kwamen voornamelijk met kortetermijnoplossingen. We zagen spandoeken met slogans als “Sluit alle slachthuizen.” Via de microfoon werd meermaals duidelijk gemaakt dat een diervriendelijke productie onmogelijk is en dat elk individu best overschakelt op een vleesarm dieet.
We willen daar dieper op ingaan om het debat te openen over een systeem dat op verschillende gebieden impact heeft op zowel het milieu, de planeet als de mens die erop leeft.
Enerzijds moeten we niet ontkennen dat de mens steeds vlees heeft geconsumeerd doorheen de geschiedenis. Vandaar onze hoektanden bijvoorbeeld. Natuurlijk spelen naast erfelijke factoren ook de omgevingsfactoren en machtsverhoudingen steeds een rol. Zo zagen we dat in verschillende culturen en in de feodale heerschappij diverse voedselnormen werden opgelegd. In tal van samenlevingen legt religie voedselkeuzes op. Vandaag doet het kapitalisme hetzelfde met als doel om zoveel mogelijk winst te maken. De roep naar gezond eten creëert ruimte voor een grotere bio-industrie, waarbij ethische kwesties benadrukt worden in de concurrentie met de vleesindustrie.
Anderzijds kunnen we zoveel slachthuizen sluiten als we willen, maar moeten we ons de vraag stellen of dit wel een duurzame oplossing is? Wat verstaan we onder een duurzame oplossing? Waarom is het socialisme een noodzakelijk antwoord op de problemen rond de consumptiemaatschappij, de spilzucht, het overmatig en industrieel produceren van vlees en hoe moeten we daar als socialist op gaan reageren? Wat verstaan wij onder een collectieve oplossing en hoe kunnen wij het probleem aanpakken zonder de individuele vrijheid van een ander te beperken met repressieve maatregels? Het is een elementair element om de stem van de meerderheid te vertegenwoordigen en ervoor te zorgen dat het ene individu de vrijheid van een ander individu niet gaat inpalmen. Bij een staking zien wij hetzelfde verschijnsel terugkomen: als de meerderheid van het personeel wil staken, dan zijn er toch altijd zo van die losse individuen die (vaak in de media) klagen over de tirannie van de stem van de meerderheid, en aldus over de democratie. Het egoïstisch handelen van een individu wordt gestimuleerd door dit systeem dat zelf gekenmerkt wordt door de dictatuur van de hebzucht. Als er geen rekening wordt gehouden met de behoeften en noden van de maatschappij, ontstaat er chaos. Dat is wat we vandaag overigens ook zien met de vrije markt. Weliswaar is die markt alles behalve vrij: de harde concurrentie leidt tot monopolievorming en een situatie waarin een handvol superrijken bijzonder veel te zeggen heeft. Socialisten staan voor het eigenbelang van de meerderheid van de bevolking tegenover de hebzucht van de kleine elite die vandaag de macht heeft.
Het is belangrijk om een gemeenschappelijke oplossing te vinden die niemands vrijheid op gebied van bijvoorbeeld voedselkeuze, dieetkeuze, religie of geloofsovertuiging inperkt. Ons antwoord op alle spilzucht, hebzucht, overproductie is een alternatief bieden op het dictaat van de rijken die verantwoordelijk zijn voor de ellende die we kennen sinds het begin der industriële tijdperk. Terwijl er veel te veel wordt geproduceerd en weggegooid, komen anderen om van de honger of dorst. Een voorbeeld van hebzucht is de CEO van Nestlé die alle water wil privatiseren. Een ander voorbeeld is het vrijhandelsakkoord, dat verdere privatisering en globalisatie promoot en enkel multinationals hun belangen verdedigt. Vreemd overigens dat vrijhandelsverdragen als TTIP en CETA niet ter sprake kwamen op de actie aan het slachthuis. De maatstaven voor voedselveiligheid, dierenwelzijn en milieubescherming tussen het bedrijfsleven in Europa en Amerika verschillen sterk. Als de EU de Amerikaanse standaarden voor voedselveiligheid zou erkennen, dan betekent dit kortweg meer chloorkippen, chemische middelen, besproeid voedsel enz. op ons bord. Bepaalde vervuilende manieren voor de ontginning van grondstoffen zoals hydrofracturing zou enorme gevolgen hebben voor ons klimaat en door o.a. CETA zou het mogelijk zijn voor Canadese bedrijven om stukken grond te gaan opkopen met aldus nefaste gevolgen.
In de VS krijgt een groot deel van het vee hormonen toegediend die ervoor zorgen dat het spierweefsel sneller gaat groeien, Bij dieren leidt dit tot stress, botbreuken, hyperactiviteit, hevige krampen en zelfs de dood. De Europese wetenschappers stelden vast dat het eten van zulk vlees de kans op kanker bij mensen vergroot. Dit is een voorbeeld van hoe het productieproces van vlees door het monopolie van een handvol rijken wordt beïnvloed.
Als dierenomgang omgezet wordt naar bandwerk met het oog op snelle winst en massaal produceren dan is het logisch dat dit gevolgen heeft voor zowel de dieren als de werknemers van het bedrijf die tussen alle lawaai staan. De dieren worden zelf niet deftig verdoofd omdat alles erg snel moet gaan. De woordvoerder van “Bite Back” verklaarde ook dat het personeel systematisch wordt uitgebuit en sprak over het feit dat er meer allochtonen worden tewerkgesteld in zo’n bedrijf omdat de autochtone bevolking weigert om in deze omstandigheden te werken en omwille van het drukken van de kostprijs. De impact van het bedrijf op de werknemers zelf, die daar gedwongen staan omdat ze een vast inkomen moeten kunnen garanderen om hun gezin te onderhouden, is erg groot.
Wat is een consequent antwoord daarop?
De crisis van het kapitalisme en alle daarmee oorzakelijk samenhangende problemen van massawerkloosheid, milieuvervuiling tot en met oorlog zijn niet binnen de kapitalistische context op te lossen. Op basis van privébezit van de productiemiddelen, marktwerking en productie om winstmaximalisatie botst dit systeem op zijn eigen limieten en kunnen de groeiende klassentegenstellingen niet overwonnen worden. Daarom is socialisme een noodzakelijkheid geworden. Het democratisch beheer onder controle van de arbeiders en sterke vakbonden zijn dus een blijvende noodzakelijkheid om dergelijke wanpraktijken tegen te gaan.
Fundamenteel zijn de eisen die de vraag naar de macht over de productie stellen: onteigening van bepaalde ondernemingen, terugdraaien van privatiseringen en overdragen van banken en grote bedrijven aan publieke eigendom. Alleen zo kunnen we de arbeid herverdelen, de werkomstandigheden en werkdruk verbeteren en ook het productieproces beïnvloeden zodat het gericht is op de behoeften van de meerderheid van de bevolking.
De noden of behoeften van de meerderheid van de bevolking botsen op de eisen van het systeem. Wij kunnen en moeten eisen dat het systeem voldoet aan de noden en behoeftes van de maatschappij, milieu, dieren en alles daarrond. Verander het systeem om de samenleving te veranderen. Het is kiezen tussen barbarij of socialisme.
-
Horror in Tielt – stop de winsthonger in de voedselindustrie!
Beeld uit de opnamen van Animal RightsHet verhaal van de massale mishandeling van varkens in het slachthuis te Tielt heeft veel mensen verontwaardigd. Velen konden de gruwelijke beelden niet aanzien. Op de beelden was een heus bloedbad te zien en het gegil van de biggen ging door merg en been.
Door Kanzy (Gent)
We zagen hoe de dieren geschopt en geslagen werden door medewerkers van het bedrijf, hoe ze levend verdronken in heet water van 60 graden. De voorzitter van de actiegroep “Animal Rights” reageerde in De Morgen: “Aanhoudend veroorzaakt dierenleed en fraude maken dat dit slachthuis te Tielt niet langer open kan blijven.” Minister Weyts moest effectief de productie laten stilleggen.
De dierenrechtenorganisatie werkte een maand lang undercover bij het bedrijf en filmde de afgrijselijke toestanden. De CEO van het slachthuis verklaarde dat hij niets afwist van dergelijke praktijken. We hebben dus niet enkel te maken met dierenleed en mishandeling, maar ook met ontkenning.
Het huidige systeem is nefast voor mens, dier en milieu. We zagen al dat een derde van de totale broeikasgassen afkomstig zijn van slechts een 30-tal grote bedrijven. Met handelsakkoorden zoals TTIP willen de kapitalisten de Europese wetgeving inzake voedselveiligheid verder afbouwen zodat er snellere winsten kunnen geboekt worden. Zo zouden chloorkippen mogelijk worden.
Vanwaar alle hebzucht? Massaproductie en spilzucht zijn eigen aan het systeem van de zogenaamde ‘vrije markt.’ Er wordt veel geproduceerd, maar toch zijn de tegenstellingen tussen arme landen en de westerse wereld erg groot. Terwijl er honger is, worden grote hoeveelheden voedsel weggegooid. Dit is eigen aan het kapitalisme. Problemen rond het voedselbeleid moeten bij de wortel aangepakt worden.
Strengere voedselwetgevingen moeten worden afgedwongen via massale strijd zoals dit ook in Europa reeds is gebeurd. Maar strengere voedselwetgevingen zijn niet voldoende.
Om dierenleed, de impact op milieu en mens aan te pakken zijn ook individuele oplossingen niet voldoende. Als partij zijn wij absoluut voorstander van alternatieven, maar niet enkel op individueel gebied. Men kan dus als reactie op dergelijk leed besluiten om vegetarisch te gaan eten maar een persoonlijke voedingskeuze is niet voldoende als antwoord op de problemen die veroorzaakt worden door een kleine elite die de gehele economie in handen heeft.
Het is niet omdat wij anders gaan handelen, dat de machthebbers hun gedragingen zullen aanpassen. Het is niet de maatschappij die schuldig is aan een ziek systeem. De behoeften en noden van de samenleving moeten niet aangepast worden aan een rot systeem, er is nood aan een ander systeem. In plaats van repressieve maatregelen inzake dieetkeuze, moeten we het systeem aanpakken dat de voedingsbodem vormt voor alle leed, besparingen, hongersnood, … Verander het systeem, om de maatschappij te veranderen!
Dit juist met als doel om voldoende vrijheid te kunnen geven aan het individu en zonder repressieve maatregelingen de productieverhoudingen aan te pakken in de plaats van een persoonlijke dieetkeuze te gaan opleggen.
Tegenover de kapitalistische spilzucht, winstbejag op kap van de samenleving en het milieu, moeten we een collectief alternatief stellen. Dit wil zeggen een democratisch beheer van energiebronnen en de economische productie. Op die manier kunnen er ook meer middelen vrijgemaakt worden voor wetenschappelijk onderzoek gericht op mens, dier en milieu. Technologische ontwikkelingen kunnen het leven van mens en dier drastisch verbeteren, in plaats van deze te gebruiken om enkel de winsten van een kleine minderheid te vergroten. Haal de winsthonger van ons bord!
-
Helft van alle geproduceerde voedsel in de VS wordt weggegooid
Voedselverspilling is onderdeel van de kapitalistische logica

?Foto: Sigurdas (via Wikicommons) Nieuwe cijfers tonen aan dat de helft van alle voedselproductie in de VS weggegooid wordt. Dit leidt natuurlijk tot vragen over de verspilling van het kapitalisme. Maar liefst 60 miljoen ton voedsel met een totale waarde van 160 miljard dollar wordt elk jaar weggegooid. Het meeste voedsel komt terecht op stortplaatsen en in verbrandingsovens.
Artikel door Iain Dalton
Dat is enkel wat wordt weggegooid door de supermarkten en door particulieren. Het rapport herneemt de stelling van Amerikaanse campagnes tegen voedselverspilling dat een vijfde van alle geproduceerde groenten en fruit meteen worden verspild omdat ze niet voldoen aan de standaarden van perfectie.
In de voorbije jaren was er in Groot-Brittannië een toename van groepen zoals ‘The Real Junk Food Project’ die met door supermarkten weggegooid voedsel koken en dit aanbieden tegen vrijwillige bijdragen. Dergelijke groepen bieden degelijk en goedkoop voedzaam eten aan. In sommige wijken is dit een grote hulp voor mensen die in armoede leven. Maar zelfs deze groepen kunnen soms de toevloed aan weggegooid voedsel niet aan. Een groep in Sheffield is gestopt met het ophalen van brood omdat er teveel was.
Dergelijke projecten maken een groot verschil voor het overleven van mensen in armoede en ze tonen ook aan hoeveel verspilling er is in dit systeem. Die verspîlling is eigen aan het kapitalisme. We kunnen er enkel een einde aan maken door de logica van dit systeem te betwisten.
De productie en distributie moet uit handen van de kapitalistische winsthonger gehaald worden door de sleutelsectoren te nationaliseren onder democratische arbeiderscontrole en -beheer. De voedselindustrie kan dan geïntegreerd worden in een democratisch plan van productie op basis van de behoeften van de samenleving.