Tag: Vlaamse regering

  • Vlaamse regering wil ons doen betalen. Dit is geen ‘klimaatbeleid’!

    Een grafische uitbeelding van hoe het Vlaamse ‘klimaatbeleid’ eruit ziet

    Een week lang werd gedebatteerd over het Vlaamse klimaatbeleid. Zuhal Demir verklaarde niet naar Glasgow te gaan zonder akkoord. Het akkoord kwam er, maar Demir is door een geval van Covid-19 op haar kabinet toch niet naar Glasgow kunnen gaan. Het was de kers op de taart van een Vlaamse regering die een compleet mal figuur sloeg. De Vlaams-nationalisten zullen het wellicht niet graag horen, maar het leek alsof ze de voorbije week een nieuwe standaard van ‘Belgisch surrealisme’ wilden vestigen.

    De voorstellen van de Vlaamse regering zijn totaal niet gericht tegen de verantwoordelijken van vervuiling en CO2-uitstoot. Neen, alle verantwoordelijkheid wordt doorgeschoven naar gewone mensen. Op een ogenblik dat onze levensstandaard al te lijden heeft onder de steeds hogere prijzen, in het bijzonder voor energie en wonen, wordt daar nog een schep bovenop gedaan. De centrale maatregelen van de Vlaamse regering houden in dat wij dure elektrische wagens moeten kopen en dat wie in een oudere woning woont, moet betalen voor een renovatie. Er is geen enkel plan om renovaties gecentraliseerd aan te pakken, om bijvoorbeeld wijk per wijk de isolatie te verbeteren en andere maatregelen te nemen. Er is geen enkel plan om transport anders te organiseren, met een centrale rol voor meer openbaar vervoer dat uitgebreider is dan wat er vandaag is. Dat alles is voor de Vlaamse regering onbetaalbaar en dus wordt de factuur doorgeschoven naar ons. De gewone werkenden, in het bijzonder de armsten, worden het hardst getroffen. De wereldvreemde ministers houden zich ondertussen bezig met framing in de mainstream media.

    Alsof het nog niet erg genoeg was, maakt de Vlaamse regering van het ‘klimaatplan’ gebruik om het openbaar vervoer aan te vallen… De regering, die het beleid en de directie van De Lijn controleert en bepaalt, stelt dat De Lijn niet snel genoeg overschakelt op elektrische bussen en dat daarom tot de helft van de ritten door private pachters zal worden gedaan in de toekomst. Die private pachters zijn volgens de Vlaamse regering ‘productiever’ en ‘flexibeler’. Het trage vergroeningsproces van het materieel van De Lijn is het resultaat van een gebrek aan middelen, aan planning rond de infrastructuur en het materieel, kortom het gevolg van een falend beleid. De verantwoordelijke daarvoor is de Vlaamse regering zelf. Het vergroten van het aandeel van private onderaannemers in het aantal ritten is er enkel op gericht om de loon- en arbeidsvoorwaarden verder te ondermijnen en om zowel personeel als reizigers te laten betalen voor de vergroening. Terwijl iedereen weet dat meer en beter openbaar vervoer een essentieel onderdeel van een klimaatbeleid is, gaat de Vlaamse regering in de andere richting. Dat durft die Vlaamse regering als ‘klimaatbeleid’ voor te stellen. Helaas is het geen sketch uit ‘De Ideale Wereld’ of een geval van verborgen camera,  die dames en heren van de traditionele partijen in de Vlaamse regering menen het echt.

    Als we de voorbije week één iets geleerd hebben uit het Vlaamse ‘klimaatdebat’, dan is het dat we van deze regering en deze traditionele politiekers niets kunnen verwachten. Ze zijn integendeel meer bezig met het saboteren van onder meer het openbaar vervoer dat net het begin van enige klimaatambitie zou vormen. De vraag die zich opwerpt, is hoe we de strijd zullen opvoeren om tot de maatregelen te komen die nodig zijn. Het klimaatprotest met de betoging van 10 oktober, de jongerenbetoging van 22 oktober in Gent en nu het protest in Glasgow zijn een uitstekend begin. Dat klimaatprotest moeten we concretiseren met eisen als meer en beter openbaar vervoer, een plan van massale publieke investeringen in groene infrastructuur en openbare diensten, energie en andere vervuilende sectoren in publieke handen zodat de gemeenschap er democratisch over kan beslissen in plaats van het over te laten aan het winstbejag van grote bedrijven … We zullen dit niet zomaar bekomen, er is strijd nodig waarin we een krachtsverhouding moeten opbouwen om het falende systeem omver te werpen en te vervangen door een socialistische samenleving waarin de belangen van de werkende klasse en de leefbaarheid van onze planeet centraal staan.

  • Arrogante besparingsregering in Vlaanderen: verzet opbouwen!

    De zetel van de Vlaamse regering aan het Martelarenplein in Brussel. Foto: Wikipedia

    De rechtse regering kreeg ook in Vlaanderen rake klappen bij de verkiezingen. De marge was echter groter dan langs Franstalige kant waardoor de drie verliezende partijen N-VA, CD&V en Open VLD gewoon doorgaan. Kersvers minister-president Jambon blafte de oppositie arrogant af. Zijn partij wil hem graag profileren als ‘sterke Jan’. Maar dat kan niet verbergen dat de Vlaamse regering minder stabiel en sterk is dan de vorige. Met het geplande asociale besparingsbeleid zal dat er niet op verbeteren.

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Sociale is slechts schijn

    Bij de voorstelling van de regering gaf Jambon er de voorkeur aan om de begrotingscijfers niet meteen vrij te geven. Hij wilde zijn regering voorstellen als sociaal op een aantal vlakken – met beperkte investeringen in zorg of rond tewerkstelling. Daaraan gekoppeld werden de aanvallen op nieuwkomers wel meteen gedetailleerd vrijgegeven. Zo moesten we geloven dat hardwerkende Vlamingen het beter zouden krijgen op de kap van nieuwkomers.

    Erg lang hield dit fabeltje geen stand. De regering-Jambon komt met harde besparingsmaatregelen en zelfs het achterhouden van de cijfers kon die realiteit niet wegstoppen. Om de wachtlijsten in de gehandicaptensector weg te werken is er 1,6 miljard nodig, de regering voorziet slechts 270 miljoen. Hopen dat het niet te veel escaleert, is de enige ambitie. Een groot deel van de investeringen in welzijn, wordt elders in dezelfde sector bespaard. De jobbonus is de duurste maatregel van de regering-Jambon: er wordt 350 miljoen euro uitgetrokken voor werkenden met een laag loon. Een erg beperkte bonus van netto 50 euro per maand is uiteraard bijzonder welkom, maar de regering geeft meteen aan dat de werkgevers geen extra loon (met bijhorende sociale voordelen) moeten betalen. Neen: de gemeenschap zal wel betalen.

    Asociale is concreet

    Afschaffen van de woonbonus, verlaging van kindergeld vanaf het derde kind (in het oude stelsel), drooglegging van openbare diensten, aanval op ambtenaren, gemeenschapsdienst voor werklozen, afbouw openbaar vervoer, … De lijst van asociale maatregelen is lang en hard voor de werkenden en hun gezinnen. De concrete invulling van al die maatregelen is de reden waarom Jambon zijn cijfers niet meteen op tafel wilde leggen en het parlement liever het zwijgen oplegde. De concrete feiten en cijfers tonen een asociale besparingsregering.

    Wie dacht dat het bij aanvallen op nieuwkomers ging blijven, vergist zich. De aanval op de werklozen kan tellen: mogelijkheid van verplichte gemeenschapsdienst na twee jaar werkloosheid (in feite dwangarbeid: er wordt niet gewerkt voor een loon, maar voor een uitkering). Onder de eigen

    ambtenaren richt de regering een sociaal bloedbad aan: 1.500 jobs verdwijnen door niet-vervanging. De afschaffing van de woonbonus of afbouw van het kindergeld komen eveneens hard aan bij een brede laag van de bevolking. De woonbonus was een cadeau aan de immobiliënsector (die de prijzen door de bonus kon optrekken), de afschaffing ervan maakt het cadeau niet ongedaan (in Brussel leidde de afschaffing niet tot dalende prijzen) maar schuift de factuur door naar de gezinnen.

    Sociale problemen zijn concreet. Zo staan er in Vlaanderen 150.000 mensen op de wachtlijsten voor een sociale woning. Er zijn slechts 150.000 sociale woningen beschikbaar. Het rechtse antwoord op dit probleem is om de samenstelling van de wachtlijst te veranderen: wie de taal niet goed genoeg spreekt, wordt naar achteren op de lijst geduwd. Anders gezegd: de concurrentie tussen wie het moeilijk heeft wordt opgevoerd. Een links antwoord daarentegen bestaat uit de bouw van nieuwe sociale woningen zodat de wachtlijsten weggewerkt worden.

    VB: architect van regeerakkoord?

    VB-voorzitter Tom Van Grieken verklaarde dat zijn partij de architect van het Vlaams regeerakkoord is. Hij voegde eraan toe dat hij voor de uitvoering ervan geen vertrouwen heeft in de slechte aannemers van CD&V en Open VLD. Hiermee bevestigt Van Grieken dat hij geen probleem heeft met de asociale voorstellen in het Vlaams regeerakkoord. De poging tot sociale retoriek voor de verkiezingen was slechts schijn en electorale berekening. Voor de werkenden en hun gezinnen staat het VB voor ‘Vals Belang’.

    Het gebrek aan middelen voor zorg, onderwijs, sociale huisvesting, … toont dat de propaganda over vluchtelingen die met onze welvaart gaan lopen verkeerd is. Er is de afgelopen jaren hard bespaard op sociale zekerheid en openbare diensten. Dit ging niet naar nieuwkomers, maar naar de grote bedrijven die miljarden aan lastenverlagingen en vrijstellingen kregen. Deze rooftocht op kosten van de sociale zekerheid en de gemeenschap kan niet opgevuld worden door nieuwkomers. Met een verplichte inburgeringscursus die 360 euro kost, worden de nieuwkomers gepest. Maar in de begroting weegt deze maatregel niet op tegen de miljarden waarmee de grote bedrijven gaan lopen. Als we onze welvaart willen verdedigen, mogen we ons niet van vijand vergissen!

    Offensieve strijd nodig!

    Onder een deel van de werkenden en jongeren is er een zeker pessimisme: VB en N-VA waren samen goed voor 40% van de stemmen en domineerden de voorbije maanden het publieke debat langs Vlaamse kant. Dat heeft uiteraard een impact op discussies op de werkvloer, onder familie of kennissen. Maar het is mogelijk om deze te keren door terug te koppelen naar de sociale eisen die concreet zijn voor de meerderheid van de bevolking. Het actieplan van de vakbonden eind 2014, bij het aantreden van de rechtse regering-Michel, toonde hoe het publieke debat in de richting van de belangen van de arbeidersbeweging kan gekeerd worden. Aangevuld met een sterkere linkse PVDA-stem in het parlement zou dit vandaag nog een grotere impact hebben.

    Tegen deze arrogante besparingsregering zal verzet nodig zijn. Welk verzet? Dat zal Jambon niet bepalen. Er zal straatprotest nodig zijn om een krachtsverhouding op te bouwen waarmee de werkenden en hun gezinnen hun bekommernissen en eisen centraal plaatsen in het publieke debat. Eisen zoals voor een hoger minimumloon (14 euro per uur), hogere pensioenen, arbeidsduurvermindering, massale publieke investeringen in infrastructuur en diensten (zoals openbaar vervoer, zorg, onderwijs), … zullen we niet afdwingen met louter goede argumenten. Er zal strijd voor nodig zijn omdat onze levensstandaard nu eenmaal botst met de winsthonger van een kleine elite die zich maar al te graag laat bedienen door die arrogante nieuw-Vlaamse besparingsregering.

  • De bende van Jambon: een arrogante besparingsregering

    Foto: PPICS

    Bij de voorstelling van het Vlaams regeerakkoord bleven de cijfers uit. Nu is duidelijk waarom de regering-Jambon daar liever mee wachtte: de cijfers tonen aan dat er geen sprake is van een investeringsregering, maar van een harde besparingsregering. De framing van de regering als ‘sociaal’ was eigenlijk gewoon fake news.

    Minister-president Jambon gaf er de voorkeur aan om de cijfers niet meteen vrij te geven. Hij schepte daar zelfs mee op tijdens een diner-bijeenkomst van het Vlaamsgezinde Doorbraak, een website die een maand geleden in opspraak kwam na een racistisch opiniestuk waarin voetballer Lukaku een ‘mensaap’ werd genoemd. Het feit dat de schrijver van dat opiniestuk nog steeds voor Doorbraak schrijft, gaf meteen een grotere geloofwaardigheid aan de bewering van Jambon dat wel degelijk geprobeerd werd om het Vlaams Belang bij het bestuur te betrekken. Jambon was de hoofdspreker op het sponsordiner, een rol waarin hij werd voorgegaan door Theo Francken en Thierry Baudet. Voor het thuispubliek van Doorbraak verklaarde Jambon dat de begrotingstabellen klaar waren, maar dat hij ze liever nog niet aan de oppositie gaf. Het was tekenend voor de arrogantie van de N-VA’er, maar er was meer aan de hand. Met de cijfers bij de hand blijft er immers niets over van de bewering dat de Vlaamse regering hier en daar wat sociale investeringen zal doen.

    De investeringen in welzijn worden deels betaald door besparingen elders op welzijn. Bovendien wordt er niet vertrokken van wat nodig is om bijvoorbeeld wachtlijsten weg te werken, maar van de beschikbare middelen in de hoop daarmee een verdere escalatie van de zorgcrisis te vermijden. Hoger reikt de ambitie niet. De afschaffing van de woonbonus wordt verkocht als een maatregel om de huizenprijzen te doen dalen, maar het Brusselse voorbeeld toont aan dat dit niet het geval is. Met de afschaffing van de indexering van het kindergeld in het oude stelsel en vanaf het derde kind, wordt een eerdere belofte gebroken.

    Een daling van de energiefactuur zit er niet in en de energiebedrijven mogen zich al in de handen wrijven: naast de hoge facturen kunnen ze zich al opmaken voor het langer openhouden van de kerncentrales. En dan zijn er nog de aanvallen op de ambtenaren, het middenveld, nieuwkomers en werklozen. De Vlaamse regering richt zelf een sociaal bloedbad aan: 1500 jobs bij de ambtenarij gaan verloren door niet-vervanging van wie op pensioen vertrekt. Misschien kunnen de statutaire betrekkingen die daar verloren gaan opgevangen worden door onbetaalde dwangarbeid van werklozen in gemeenschapsdienst?

    Met dergelijke voorstellen is het normaal dat Jambon en zijn coalitiepartners liever een persconferentie houden dan een parlementair debat. Dat CD&V en VLD hier volledig in mee gegaan zijn, zegt veel over hun slagkracht. Dat ze zich voor de kar van N-VA laten spannen om de tekorten op vlak van welzijn te verkopen in het geval van CD&V (in een sector waar het ACV sterk staat en het ongenoegen al bijzonder groot is) of om de aanvallen op nieuwkomers door te voeren in het geval van Open VLD (terwijl er net rond dat punt enige interne oppositie was), geeft aan dat eventuele pogingen van de PS om CD&V en VLD los te weken voor een paars-groene regering zonder N-VA weinig kans op succes hebben. N-VA werpt zich op als een arrogante besparingspartij. Kersvers minister Zuhal Demir voelde zich uiteraard meteen in haar element: ze haalde uit naar de klimaatjongeren die maar eens moeten stoppen met hun protest omdat hun boodschap begrepen is. Niet dat de Vlaamse regering ook maar iets van klimaatambitie uitstraalt uiteraard.

    Tegen deze arrogante besparingsregering zal verzet nodig zijn. Welk verzet? Dat zal Jambon niet bepalen. Er zal straatprotest nodig zijn om een krachtsverhouding op te bouwen waarmee de werkenden en hun gezinnen hun bekommernissen en eisen centraal plaatsen in het publieke debat. Eisen zoals voor een hoger minimumloon (14 euro per uur), hogere pensioenen, arbeidsduurvermindering, massale publieke investeringen in infrastructuur en diensten (zoals openbaar vervoer, zorg, onderwijs), … zullen we niet afdwingen met louter goede argumenten. Er zal strijd voor nodig zijn omdat onze levensstandaard nu eenmaal botst met de winsthonger van een kleine elite die zich maar al te graag laat bedienen door die arrogante nieuw-Vlaamse besparingsregering.

  • Asociaal beleid afgestraft: Jambon zet Zweeds door en doet er nog een schep bovenop

    Jambon. (Foto vanop Wikipedia)

    Het asociale beleid van de Zweedse regeringen werd afgestraft. Toch krijgen we op Vlaams niveau een heruitgave van de vorige regering. De verliezende partijen zetten door en doen er nog een schep bovenop. Het asociale karakter van het beleid wordt opgevoerd. Niet alleen migranten worden hard aangepakt, ook werklozen, het middenveld en de ambtenaren. Wie blijft buiten schot? De rijksten, de vastgoedlobby, de grote bedrijven, … Er is inderdaad een VB-stempel op deze regering die als motto lijkt te hanteren: ‘rijk volk eerst’. De sociale beloften in het regeerakkoord worden in de verf gezet, maar het blijkt een dun laagje vernis te zijn.

    Door Geert Cool

    Sociale klemtonen: onvoldoende middelen zullen problemen niet oplossen

    De regering-Jambon probeert zich voor te doen als ‘sociaal’ voor wie hier woont – we schreven bijna ‘voor echte Vlamingen’ – en strenger voor wie er bij wil horen. Een blik op wat als sociale maatregelen wordt voorgesteld, maakt duidelijk dat dit nonsens is. De noden in onder meer de zorgsector, onderwijs en inzake betaalbaar wonen zijn bijzonder groot. De voorgestelde middelen beantwoorden niet aan de noden.

    Zo is er geen sprake van de benodigde 1,6 miljard euro per jaar om de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg weg te werken. Dat was het cijfer waar het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) over sprak. Met 270 miljoen euro komt de nieuwe Vlaamse regering nog niet in de buurt! Om de ouderenzorg betaalbaar te houden, komt er geen maximumfactuur en zal de overheid evenmin fors investeren in degelijke publieke ouderenzorg. Neen: het zorgbudget voor een groot aantal ouderen wordt opgetrokken en er is de belofte van extra personeel op basis van personeelsnormen. Alles samen krijgt welzijn 550 miljoen euro extra, dat is ongeveer hetzelfde als onder de vorige Vlaamse regering en het blijft een pak onder wat nodig is.

    Er wordt geen werk gemaakt van tienduizenden nieuwe sociale woningen, ook al is de wachtlijst opgelopen tot 153.910 mensen in Vlaanderen in 2018 (bijna evenveel als het aantal beschikbare sociale woningen: 156.280). De regering beweert te investeren in sociale huisvesting, maar erg ambitieus is ze niet. Het regeerakkoord houdt het op: “De investeringsmachtiging voor nieuwbouw en renovatie wordt de volgende 5 jaar gecontinueerd op het niveau van 2019” met een klemtoon op renovatie. Kortom: er wordt niet extra geïnvesteerd en er komen geen of amper nieuwe sociale woningen bij. De Vlaamse steun voor sociale huisvesting in de grote steden (Antwerpen, Gent) blijft behouden. Het voorstel uit de startnota van De Wever om die financiering te stoppen, was volgens de N-VA-voorzitter bewust naar voren gebracht om het nadien terug te trekken. Zo gaat het met sociale maatregelen van deze Vlaamse regering: we mogen al blij zijn met wat we hadden… Een status-quo dat niet volstaat, wordt als ‘vooruitgang’ voorgesteld. Zonder extra sociale huisvesting wordt enkel gefoefeld aan de toegang ertoe: die wordt moeilijker voor nieuwkomers.

    De verlaging van de registratierechten bij de aankoop van een nieuwe woning van 7 naar 6% wordt als een sociale maatregel voorgesteld, maar komt nadat het opgedeeld tarief van 5% (voor klein beschrijf) en 10% (voor groot beschrijf) was afgeschaft. Voor een kleine woning blijft er dus een stijging van de registratierechten. Het afschaffen van de woonbonus wordt door sommigen als een ‘links’ accent voorgesteld. Dat is nonsens: de woonbonus zorgde voor een stijging van de huizenprijzen waarbij wat een gezin terugkreeg als woonbonus eigenlijk al doorgegeven was aan de vastgoedsector. Die sector moet van de regering-Jambon niets vrezen: door niet in extra sociale huisvesting te investeren, wordt de ‘huizenmarkt’ volledig aan de private sector overgelaten. Waar de invoering van de woonbonus tot stijgende prijzen leidde, zal de afschaffing ervan wellicht geen daling veroorzaken. Werkenden die een woning kopen zijn er de dupe van. Een links accent zou bestaan uit massale publieke investeringen in sociale huisvesting en betaalbaar wonen, maar dat vinden we niet in het regeerakkoord.

    Blijft nog de maatregel van de jobbonus over: wie minder dan 1.700 euro bruto per maand verdient, zou een nettobonus krijgen van 50 euro per maand. Wie tussen 1.700 en 2.500 euro bruto verdient, zal een kleinere bonus krijgen. Deze opgesmukte jobkorting zou volgens de liberalen van toepassing zijn op één op de drie werkenden. De maatregel kost 350 miljoen euro en is één van de duurste die deze regering neemt. Mensen met een laag inkomen zullen dit zeker verwelkomen, maar het blijft nog even wachten: de maatregel komt er pas in 2021. En we moeten vaststellen dat de regering niet de werkgevers wil laten betalen voor hun personeel maar de gemeenschap. In plaats van een hoger loon dat recht geeft op bijhorende sociale voordelen (bijvoorbeeld inzake pensioenen) wordt een bonus uit de gemeenschapskas betaald.

    De ‘sociale’ maatregelen vallen dus mager uit en wegen niet op tegen de nieuwe asociale voorstellen in het regeerakkoord.

    Tegen nieuwkomers, werklozen, ambtenaren en al wie ambetant is

    Het Vlaams Belang vond terecht dat het regeerakkoord wel degelijk de stempel van de partij droeg. Opmerkelijk was trouwens dat het VB geen kritiek had op het tekortschieten van de voorgestelde ‘sociale’ maatregelen, maar zich beperkte tot de roep om migranten en nieuwkomers nog harder aan te pakken. Het regeerakkoord neemt maatregelen uit het beruchte 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok over: Vlaanderen stapt uit gelijkekansencentrum Unia en maakt de toegang tot onder meer de verplichte inburgering moeilijker. Nieuwkomers zullen 180 euro inschrijvingsgeld betalen voor de inburgeringscursus en twee keer 90 euro voor examens Nederlands en maatschappelijke oriëntatie. Met 360 euro is een inburgeringscursus duurder dan een driejarige Bachelor-opleiding voor een beursgerechtigde student.

    Hiermee creëert de Vlaamse regering de illusie dat de sociale achteruitgang van de afgelopen jaren het resultaat is van investeringen in nieuwkomers. De lage lonen, tekort aan middelen voor onderwijs, falende infrastructuur of tanende zorgsector zijn echter het resultaat van een transfer van middelen van de gemeenschap naar de grote bedrijven via allerhande belastingvoordelen. Daar weigeren alle regeringen in dit land – inclusief de federale eens die er komt – tegen in te gaan. Met 43.397 nieuwkomers in Vlaanderen in 2017 (de laatste cijfers in de Lokale Inburgerings- en Integratiemonitor van de Vlaamse overheid) zou een bijdrage van 360 euro in totaal 15 miljoen euro opleveren. Om de wachtlijsten in de gehandicaptenzorg weg te werken, is 1,6 miljard euro nodig of honderd keer meer. Anders gezegd: de aanvallen op nieuwkomers zijn vooral symbolisch om de indruk te wekken dat de regering gaat voor het ‘eigen volk eerst’: ze zullen amper middelen opbrengen maar ondertussen is 360 euro heel veel geld voor wie hier net aankomt.

    Wie dacht dat de aanvallen zich tot de nieuwkomers zouden beperken, vergist zich. Werklozen bijvoorbeeld worden harder aangepakt. De VDAB krijgt meer mogelijkheden om werkzoekenden strenger op te volgen met een “verplichte overeenkomst over een persoonlijk traject naar werk” (waarvoor de VDAB overigens geen extra middelen krijgt) gevolgd door een mogelijkheid van verplichte onbetaalde gemeenschapsdienst na twee jaar. Gemeenten kunnen personeel beginnen afdanken: straks komen er onbetaalde dwangarbeiders in de plaats. Dat is letterlijk wat deze maatregel in Nederland heeft betekend: het voorbeeld van de afgedankte straatveger die nadien als gemeenschapsdienst onbetaald de straten moest vegen, is algemeen gekend.

    Liggen ook onder vuur: wie voor de Vlaamse overheid werkt. Nieuw personeel wordt voortaan enkel contractueel tewerkgesteld, met uitzondering van het onderwijs. Het ambtenarenstatuut wordt volledig afgebouwd, wat een stap achteruit is voor het betreffend personeel (onder meer inzake jobzekerheid en pensioenen). De Vlaamse regering wil een “slanke” overheid met minder personeel. Inzake de lonen wordt een schot voor de boeg gelost met de stelling dat “het belang van anciënniteit in de loonvorming” wordt “teruggeschroefd.”

    Nieuwkomers, werklozen en ambtenaren krijgen het gezelschap van al wie ‘ambetant’ kan zijn voor de rechtse Vlaamse regering. Zo wordt de financiële ondersteuning aan gelijkekansencentrum Unia afgeschaft, moet de VRT de ‘Vlaamse identiteit’ uitdragen en stoppen met kritische opiniestukken te publiceren (de nieuwssite mag enkel ter ondersteuning van beeldmateriaal zijn), het Minderhedenforum verdwijnt en de mutualiteiten worden voorzichtig aangepakt met de suggestie dat de zorgkassen (betaald door de zorgpremie) samensmelten en los komen te staan van de mutualiteiten.

    Onderwijs: toegang tot hoger onderwijs moeilijker

    Er zijn beloften om nieuw personeel in het onderwijs aan te trekken, onder meer door de anciënniteit uit de privésector over te nemen. In het kleuteronderwijs zouden er meer middelen komen. Het M-decreet – een poging tot opname van leerlingen met specifieke noden in het reguliere onderwijs, evenwel zonder de nodige middelen hiervoor te voorzien – wordt opnieuw afgeschaft. De ernstige herfinanciering door meer publieke middelen voor onderwijs, blijft echter uit.

    Wat wel verandert, is de grotere nadruk op prestaties. Verplichte standaardproeven in het secundair onderwijs zijn daar deel van. In het hoger onderwijs komt er een harde knip tussen bachelor en masteropleidingen, wat de toegang tot masteropleidingen beperkt (tenzij een student de middelen heeft om langer te studeren). Daarnaast wil de regering een ‘rationalisering’ van de bacheloropleidingen, waarbij opleidingen met minder dan 115 studenten bedreigd zijn.

    Geen investeringen in openbaar vervoer

    Op De Lijn is er de afgelopen jaren fors bespaard en de Vlaamse regering wil daarmee doorzetten. De regering wil ons meer laten betalen: “Sowieso blijft De Lijn verder een hogere kostendekkingsgraad realiseren en blijft kostenefficiëntie een permanente drijfveer.” Kostendekkingsgraad staat voor het aandeel van de kosten die door de gebruikers rechtstreeks betaald wordt, naast het aandeel dat we onrechtstreeks via de gemeenschapsmiddelen betalen. De regering legt bovendien op dat er in de tweede helft van de regeerperiode in één vervoersregio een volledige liberalisering wordt doorgevoerd: via tendering zal daar een operator aangeduid worden. De weg voor private bedrijven wordt gemakkelijker: “We onderzoeken tevens hoe we de drempels in de regelgeving kunnen wegwerken voor private vervoersinitiatieven.”

    Dat dit op protest van het personeel kan botsten, beseft de Vlaamse regering ook. Daarom bepaalt het regeerakkoord: “We zetten een stap verder op het vlak van een gegarandeerde dienstverlening.” Daartoe wordt aangedrongen op overleg met de sociale partners, maar als dat niets oplevert doet de regering het zelf.  “Bij gebreke aan resultaten binnen de termijn van zes maanden, zal de regering het initiatief nemen om voormelde doelstelling alsnog te realiseren.”

    Vlaamse identiteit

    Op het N-VA-congres kregen de kopstukken het meeste applaus voor de nationalistische maatregelen. Waar er in het gemeenschapsonderwijs een volledig verbod op levensbeschouwelijke tekenen, inclusief de hoofddoek, komt in naam van de neutraliteit, geldt de neutraliteit niet voor de burgemeesterssjerp waar er voortaan keuze is tussen de Belgische driekleur en een Vlaamse versie. Voortaan zullen we aan de sjerp zien of er een Vlaams-nationalistische burgemeester is of niet. Er komt een ‘Vlaams canon’. In de Vlaamse rand wordt onderzocht of er een ‘voorrangregel’  komt om voorkeur te geven aan “leerlingen uit de Vlaamse gemeenschap.”

    Quid CD&V?

    De vorming van de nieuwe Vlaamse regering verliep ondanks dezelfde samenstelling als de vorige niet gemakkelijk. Het duurde vier maanden en er was een lijvig document – zonder exacte cijfers – nodig om de regeringsvorming te bezegelen. Het blijft immers een regering van verliezende partijen, waarbij N-VA de vooruitgang van VB probeert te gebruiken om de eigen stempel te vergroten. De liberalen zijn blij dat ze erbij zijn. CD&V zal het met dit regeerakkoord nog moeilijker krijgen om zich voor te doen als het ‘sociaal gezicht’ binnen een rechtse regering. De partij stond al onder druk door het asociale beleid van de vorige Zweedse regeringen, maar lijkt nu aan de top oprecht enthousiast over een verderzetting van de aanvallen. De enige discussies lijken te gaan over welke rol welk kopstuk zal spelen. Met het tegenvallende resultaat en de nog dramatischer achteruitgang in de peilingen na de verkiezingen, stelt zich stilaan de vraag: ‘quid CD&V’? Wat zal CD&V doen? Na de verkiezingen vlogen al verwijten over en weer tussen ACV-leiders en CD&V-kopstukken, met dit regeerakkoord wordt het voor de ACV-top nog moeilijker om CD&V de hand boven het hoofd te houden.

    Verzet nodig!

    De maatregelen in het regeerakkoord liggen in de lijn van de vorige Vlaamse regering en gaan nog een stap verder op verschillende vlakken, onder meer tegen nieuwkomers, ambtenaren of personeel en gebruikers van De Lijn. De sociale maatregelen die beloofd worden, voldoen helemaal niet aan de noden en zijn vaak slechts bevestigingen van wat er al was. Deze regering rijdt voor de rijken. Gewone werkenden die dachten dat zij het beter zouden hebben omdat migranten harder aangepakt worden, moeten maar eens becijferen wat de afschaffing van de woonbonus voor hen kost. Het begint met migranten, maar de neoliberale besparingslogica kan zich niet tot deze groep beperken.

    Er zal verzet nodig zijn tegen de regering-Jambon. We mogen ons niet langen vangen aan de racistische verdeel-en-heersmethode die vandaag prominent verdedigd wordt door de regering, in een poging om het sociale falen op andere vlakken te verbergen. De rechtse partijen werden afgestraft omwille van hun asociaal beleid, meer nog meer asociaal beleid zullen ze daar geen antwoord op bieden. Collectieve strijd van de arbeidersbeweging rond de noden voor de meerderheid van de bevolking, is nodig. Als de arbeidersbeweging haar stempel niet op de discussies drukt, zal het publieke debat beperkt zijn tot racisme-light versus hard racisme, tussen keiharde besparingen op onze levensstandaard versus een zachtere variant ervan.

  • Nog eens vijf jaar rechtse regering in Vlaanderen: verzet nodig!

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Voor de verkiezingen leek het een evidentie dat de rechtse Vlaamse regering van N-VA, CD&V en Open VLD zou doorgaan. De regering beschikte over een bijzonder grote meerderheid – ook zonder de liberalen was er een meerderheid. Het resultaat van 26 mei zorgde echter voor een haar in de boter. Samen verloren de drie regeringspartijen in de Vlaamse verkiezingen 13%. N-VA verloor 7% en ook CD&V kreeg een zware klap met -5%. Het extreemrechtse Vlaams Belang werd de tweede partij en ging 12% vooruit. Dit maakte een verderzetting van de rechtse regering minder eenvoudig.

    Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Gedurende iets meer dan twee maanden werd de deur voor onderhandelingen met het Vlaams Belang open gehouden. Daarmee vergroot N-VA de mogelijkheid van lokale meerderheden met extreemrechts na 2024. De traditionele partijen reageerden amper op de ‘schijnonderhandelingen’ met extreemrechts, wellicht om zelf niet uit de gratie van De Wever te vallen. SP.a hoopte tot op het laatste moment op een Antwerpse coalitie en ook Groen toonde zich opvallend bereid tot regeringsdeelname. Ondanks de zware electorale opdoffer voor N-VA in mei positioneerde De Wever zich als de grote spelmaker. De traditionele partijen lieten hem doen. In de zomer laste De Wever een pauze in de onderhandelingen, volgens N-VA-bronnen om zijn eigen partij op één lijn te krijgen om niet met extreemrechts in zee te gaan.

    Inhoudelijk maakt de onderhandelingsnota van De Wever duidelijk dat de N-VA ondanks de afstraffing voor nog eens vijf jaar hard rechts beleid gaat. De N-VA probeerde er alles aan te doen om het voor te stellen alsof het ‘signaal van de kiezer’ werd begrepen. Er was eerst twee maanden nodig om dat beruchte ‘signaal’ te framen in een N-VA-kader, waarbij de afkeer van vluchtelingen van het VB nog meer wordt overgenomen maar zedig gezwegen wordt over sociale eisen die het VB zelf meteen na de verkiezingen ook weer opborg. Rond die sociale eisen volgden geen campagnes. De VB-militanten waren te druk bezig met klimaatmeisjes te intimideren op festivals of om ruzie te maken met N-VA’ers over wie de zwartste leeuw heeft.

    In zijn nota neemt De Wever een deel van VB-programma over, inclusief maatregelen uit het beruchte 70-puntenprogramma van toen nog het Vlaams Blok. Terwijl er vage beloften gedaan worden over een warme samenleving met investeringen om wachtlijsten voor mensen met een beperking weg te werken of nog om betaalbare woonzorgcentra te hebben, zijn de aanvallen op migranten helemaal niet vaag. De toegang tot sociale bescherming wordt moeilijker (gelukkig dat er niet meer onderdelen van de sociale zekerheid geregionaliseerd zijn!) en voor een inburgeringstraject moet betaald worden.

    Het asociale beleid van de Zweedse regeringen is in mei afgestraft, maar toch wil De Wever niet weten van een koerswijziging. Alles wat enigszins ruikt naar sociale maatregelen in zijn nota wordt meteen overgoten met een ‘voor wat hoort wat’ sausje waarmee sociale problemen geïndividualiseerd worden. Van een romantisch Vlaams-nationalisme waar de weiden als zeeën wiegen, kunnen alleenstaanden in een onbetaalbare of onbewoonbare huurwoning niet eten of zich verwarmen. Sociale bescherming wordt niet alleen voor migranten afgebouwd: als het van De Wever afhangt, komen er amper sociale woningen bij en wordt de toegang ertoe moeilijker. Daarnaast worden openbare diensten verder gebouwd (een ‘slanke overheid’ heet dat) waarbij bovendien het statuut van ambtenaren helemaal verdwijnt. Om dit asociale beleid door onze strot te rammen, wil N-VA dat de openbare omroep “haar representativiteit van het ideologisch landschap in Vlaanderen” versterkt. Lees: meer N-VA’ers en Blokkers op TV en wie kritiek op de regering heeft, vliegt eruit!

    Als De Wever en Jambon erin slagen om een tweede rechtse Vlaamse regering op de been te brengen, dan zal dit niet alleen migranten treffen maar al wie minder sterk staat in de samenleving. Tegen de achtergrond van een dreigende economische crisis en na jaren van sociale afbraak wordt die groep steeds groter. Tegen deze regering en dit beleid zal hard verzet nodig zijn. Laten we lessen trekken uit het vakbondsverzet tegen de vorige rechtse regeringen vanaf 2014 om deze keer wel door te zetten en een sociale agenda op het politieke toneel te plaatsen en af te dwingen.

  • Ondanks afstraffing in verkiezingen, zet N-VA koers voor nieuwe asociale rechtse Vlaamse regering

    Foto: Jean-Marie Versyp

    Voor de verkiezingen leek het een evidentie dat de rechtse Vlaamse regering van N-VA, CD&V en Open VLD nadien zou doorgaan. De regering beschikte over een bijzonder grote meerderheid – ook zonder de liberalen was er een meerderheid. Het resultaat van 26 mei zorgde echter voor een haar in de boter. Samen verloren de drie regeringspartijen in de Vlaamse verkiezingen 13%. N-VA verloor 7% en ook CD&V kreeg een zware klap met -5%. Het extreemrechtse Vlaams Belang werd de tweede partij en ging 12% vooruit. Dit maakte een verderzetting van de rechtse regering minder eenvoudig. Maar nu gaat De Wever er toch voor.

    Gedurende iets meer dan twee maanden werd de deur voor onderhandelingen met het Vlaams Belang open gehouden. Daarmee maakt N-VA zich op om na de volgende lokale verkiezingen van 2024 effectief coalities met extreemrechts te kunnen vormen. De traditionele partijen reageerden amper op de ‘schijnonderhandelingen’ met extreemrechts, wellicht om zelf niet uit de gratie van De Wever te vallen. SP.a hoopte tot op het laatste moment op een Antwerpse coalitie en ook Groen toonde zich opvallend bereid tot regeringsdeelname. Ondanks de zware electorale opdoffer voor N-VA in mei positioneerde De Wever zich als de grote spelmaker. De traditionele partijen lieten hem doen.

    De nota van N-VA voor de regeringsonderhandelingen toont dat De Wever na de nederlaag van de rechtse regering voor een nog harder rechts beleid gaat. Om de eigen rechterflank af te dekken, wordt een deel van het VB-programma overgenomen, inclusief maatregelen die uit het beruchte 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok destijds komen. Heel wat zaken in de nota zijn niet concreet, maar dat migranten en vluchtelingen moeilijker toegang zullen hebben tot sociale bescherming en bovendien zullen moeten betalen voor het inburgeringstraject staat er wel erg concreet in. Gelukkig zijn er niet meer onderdelen van de sociale zekerheid geregionaliseerd, anders had N-VA ook daar de tanden in gezet. Nu wil N-VA onder meer een wachtperiode van zes maanden om als nieuwkomer recht te hebben op kinderbijslag. Eens daar met wachttijden wordt gewerkt, kan het uitgebreid worden. Hoe dat gerijmd wordt met de vage belofte om “in alle beleidsdomeinen maatregelen te nemen om armoede te voorkomen en te bestrijden” is uiteraard niet duidelijk. Die zin over armoede komt overigens pas na de belofte om voor het welzijn van dieren op te komen.

    De Wever probeerde er alles aan te doen om het voor te stellen alsof het ‘signaal van de kiezer’ werd begrepen. Er was eerst twee maanden nodig om dat beruchte ‘signaal’ te framen in een N-VA-kader, waarbij de afkeer van vluchtelingen van het VB verder wordt overgenomen maar over sociale eisen zedig wordt gezwegen. We krijgen wel opnieuw dezelfde holle beloften over een warme samenleving met investeringen om wachtlijsten voor mensen met een beperking weg te werken of nog om betaalbare woonzorgcentra te hebben, maar het wordt niet concreet. Krijgen we binnen vijf jaar nog eens deze beloften opgediend?

    Het asociale beleid van de Zweedse regeringen is in mei afgestraft, maar toch wil De Wever niet weten van een koerswijziging. Alles wat enigszins ruikt naar sociale maatregelen in zijn nota wordt meteen overgoten met een ‘voor wat hoort wat’ sausje waarmee sociale problemen opnieuw geïndividualiseerd worden. Dat het VB niet alleen scoorde met afkeer tegen vluchtelingen en migranten, maar ook met een poging tot ‘sociale retoriek’ is voor De Wever niet van tel. Voor Van Grieken is dat overigens ook niet zo belangrijk. Het enige wat hij er nog graag in had gezien, was de maximumfactuur voor rusthuizen, stelde hij vandaag in De Standaard. Aanvallen op migranten en vluchtelingen, aangevuld met een romantisch Vlaams-nationalisme (op 7 bladzijden komen Vlaanderen en Vlaams maar liefst 102 keer voor!) volstaat voor Van Grieken.

    Niet alleen migranten en vluchtelingen worden onder vuur genomen in de nota. Ook werklozen zullen harder aangepakt worden en toegang tot sociale huisvesting wordt nog moeilijker (nieuwe sociale woningen komen er wellicht amper, N-VA zegt nu al dat de klemtoon vooral op renovatie zal liggen). Wie in een onbewoonbaar huis verblijft, zal overigens niet langer voorrang krijgen voor een sociale woning. Openbare diensten moeten verder afgebouwd worden (“slanke overheid”) en het statuut van ambtenaren verdwijnt: “contractuele aanwerving wordt de regel op alle Vlaamse bestuursniveaus.” Eén van die openbare diensten is de VRT die “haar representativiteit ten aanzien van het ideologisch landschap in Vlaanderen” moet versterken. Lees: meer Blokkers op televisie en geen kritiek op de regering!

    Natuurlijk gaat het nog maar om een eerste nota geschreven door één van de drie onderhandelende partijen. Maar N-VA is wel de enige van de drie die de electorale afstraffing van mei al achter zich lijkt te hebben gelaten. Een rechtse Vlaamse regering speelt in de kaart van N-VA om de onbestuurbaarheid op federaal niveau aan te tonen.

    Als De Wever en Jambon erin slagen om een tweede rechtse Vlaamse regering op de been te brengen, dan zal dit niet alleen migranten treffen maar al wie minder sterk staat in de samenleving. Tegen de achtergrond van een dreigende economische crisis en na jaren van sociale afbraak wordt die groep steeds groter. Tegen deze regering en dit beleid zal hard verzet nodig zijn. Laten we lessen trekken uit het vakbondsverzet tegen de vorige rechtse regeringen vanaf 2014 om deze keer wel door te zetten en een sociale agenda op het politieke toneel te plaatsen en af te dwingen.

  • Massabeweging voor klimaat leidt tot ontslag van Schauvliege

    Betoging van 27 januari. Foto door Liesbeth

    Het is mogelijk om met aangehouden protest ministers weg te krijgen. Dat heeft het jongerenprotest aangetoond: na twee maanden van klimaatbetogingen moet Joke Schauvliege (CD&V) ontslag nemen. Een poging om het protest af te doen als een complot was een brug te ver. Eerdere misstappen van de minister werden nog toegedekt, maar tijdens een massabeweging is dat veel moeilijker.

    Door Kenzo (Gent) – overgenomen vanop actieflinks.be

    De klimaatstrijd is vanaf 2 december terug van even weggeweest. De eerste massabetoging op 2 december was historisch: tienduizenden trokken door Brussel. Minister Marghem beantwoordde de massaal gedragen ongerustheid rond het klimaat met een “njet” op de klimaattop van Katowice. Na de examens en kerstvakantie barstte het scholierenprotest los: eerst 3.500, dan 15.000 en vervolgens 35.000 scholieren betoogden in Brussel. Op zondag 27 januari was er opnieuw een nationale betoging met nogmaals tot 100.000 aanwezigen. Vorige week betoogden 15.000 scholieren in Brussel, evenveel in Luik en 3.000 in Leuven, naast andere lokale acties. Op 14 februari komen de studenten voor het eerst in actie.

    Joke Schauvliege (CD&V) was sinds 2009 Vlaams minister van Leefmilieu en Natuur. Vanaf 2014 kwamen daar Landbouw en Omgeving bij. Ze moet oneervol ontslag nemen. Ze stond eerder bekend van bizarre uitspraken zoals: “Een boom heeft altijd de functie gehad om gekapt te worden” of als minister van cultuur: “Je moet als minister van cultuur geen cultuurkenner zijn.” Het brokkenparcours werd altijd toegedekt: Schauvliege haalde immers veel stemmen. Het massaprotest maakte de positie van Schauvliege onhoudbaar: omwille van het gevoerde beleid en de blunderende reacties op het protest was ze het voorwerp van bijtende kritiek en spot. “What a joke,” schreven de scholieren op hun kartonnen borden.

    De stelling dat ze zich door het protest gesterkt voelde in haar beleid, werd op gelach ontvangen. Het voorstel van klimaatcoaches vond geen gehoor bij de scholieren: zij hadden snel begrepen dat die coaches zouden aangebracht worden door een vzw die gefinancierd wordt door grote bedrijven. Het voorstel van hogere vliegtaksen was een doorzichtige poging om bredere lagen van de bevolking tegen de jongeren op te zetten. De werkgeversfederatie VBO sprong meteen op de kar met de eis om de indexering van de lonen af te schaffen en het idee te vestigen dat klimaatmaatregelen sowieso botsen op de roep naar koopkracht. Dat veel jongeren maatregelen als gratis en meer openbaar vervoer eisen, werd uiteraard niet opgenomen door de minister of de werkgevers. Tenslotte was er de poging om het protest te sussen met het voorstel om leerlingen van het 5de en 6de jaar een lesuur of twee te informeren over het klimaatbeleid en de verdiensten van het beleid de afgelopen jaren. Ook dit kon op weinig applaus rekenen.

    Recuperatie lukte niet, dus werd geprobeerd om het protest te criminaliseren. Schauvliege stelde dat het protest een complot was van natuurorganisaties. Dat complot werd volgens de ex-minister bevestigd door de staatsveiligheid. De basis van het complot lag volgens Schauvliege in het protest tegen voormalig minister van leefmilieu Vera Dua (Agalev, nu Groen) in 2003, toen de jonge klimaatactivisten ofwel nog niet geboren waren ofwel nog in de pampers zaten. Op deze bizarre uitspraken volgden excuses: Schauvliege moest erkennen dat de staatsveiligheid niets over zo’n complot had gemeld. Ze kon moeilijk anders: de staatsveiligheid ontkende het zelf. Enkele uren later volgde het onvermijdelijke ontslag. Voor elke volgende poging tot minder doorzichtige recuperatie – bijvoorbeeld via denktanks gefinancierd door grote bedrijven maar met deelname van klimaatorganisaties – was Schauvliege een te groot obstakel geworden. Haar ontslag is een zware slag voor de Vlaamse regering, die tot hiertoe steeds redelijk stabiel was.

    Met het ontslag van Schauvliege heeft de beweging een eerste overwinning geboekt, ook al is de strijd nog maar net begonnen. Dit is geen concrete overwinning inzake maatregelen tegen klimaatverandering, maar het geeft wel aan dat strijd vruchten afwerpt. Nu is het tijd voor een echt offensief. De oproep voor een internationale schoolstaking op 15 maart kan daar een rol in spelen. Zeker als de vakbonden inspelen op de dynamiek van het jongerenprotest om mee op de kar te springen en te gaan voor een staking van de volledige samenleving. Dat is het beste antwoord op politici en werkgevers die klimaat en koopkracht tegenover elkaar stellen om de eigen verantwoordelijkheid te ontlopen.

    Het ontslag van Schauvliege zal het zelfvertrouwen van de beweging versterken. Het establishment hoopt om de discussie zo snel mogelijk van de straat weg te krijgen. Er wordt gehoopt dat het jongerenprotest doodbloedt en dat allerhande experten, al dan niet gefinancierd door grote bedrijven, het initiatief in handen krijgen. Lobbyen voor een klimaatwet kan dan tegenover straatprotest geplaatst worden. De beweging moet zich daar bewust van zijn en zich organiseren om volgende stappen voor te bereiden: een oplopend actieplan en discussies over eisen die echt een verschil maken. De vakbonden kunnen daar een grote rol in spelen door zich open te stellen naar de jongeren en bijvoorbeeld mee de eis van gratis en meer openbaar vervoer offensief te verdedigen. Dat is een eis waarmee de roep naar koopkracht, betere mobiliteit en de vraag naar propere lucht samenkomen.

    Het aanstekelijke jongerenprotest toont aan dat vastberaden acties waarbij we ons niet laten sussen door halfslachtige beloften de politieke agenda kunnen omgooien. Waar de regeringscrisis in december nog alle aandacht vestigde op migratie en de N-VA al klaar stond om daar het confederalisme aan toe te voegen, gaan veel discussies nu over klimaat. We kunnen daar koopkracht aan toevoegen: de nationale staking van 13 februari biedt die kans. Maar we staan nog veel sterker als we koopkracht en klimaat samenbrengen: het enthousiasme van de jongeren en de economische slagkracht van de arbeidersbeweging als basis voor een echt offensief.

  • Harde besparingen in zachte sectoren

    door Wouter W (Gent)

    Gedaan met de salamitactiek en de kaasschaafmethode van besparen. Met de nieuwe Vlaamse regering gaat het van oude keukentermen naar een ware hakbijl door onder meer te kappen in de sociale sector.

    De Vlaamse regering met N-VA, Open VLD en CD&V heeft trots een zware besparingsronde aangekondigd. Ze wil op vijf jaar meer dan 8 miljard euro besparen om telkens een begroting in evenwicht te realiseren. De keuze tussen besparen bij de rijken of bezittende klasse in de samenleving, of besparen bij mensen die afhangen van een job om hun leven uit te bouwen, was snel gemaakt. Domeinen zoals Welzijn en Gezondheid of de sociaal-culturele sector worden ondanks hun impact op de leefbaarheid van dit maatschappelijk systeem niet ontzien.

    Door de stijgende werkloosheid komen meer mensen in een precaire situatie terecht. Veel organisaties en diensten in de sociale sector krijgen meer vragen zonder meer middelen. Voor steeds meer mensen wordt nu ook kinderen hebben of oud worden allesbehalve evident! Tal van diensten worden genoemd in afslanking van personeel: Kind en Gezin, VDAB, CLB, … Ook de sociaal-culturele sector die slechts 0,2 % van de begroting uitmaakt, zal nog eens harde klappen krijgen en werknemers moeten ontslaan.

    Alsof dit nog niet genoeg is, wordt ook bespaard op het verenigingsleven, daar moet men het elk jaar met ruim 200 miljoen euro minder doen. (besparing: 1 miljard euro) Het is één van de voorbeelden hoe men de sociale structuren die nog rechtstaan, wenst te breken. Jeugdverenigingen leren jongeren samenleven en verbinden. De weg naar een samenleving met individuen die enkel nog concurrenten van elkaar zijn, wordt verder geplaveid.

    Besparingen in de sociale sector zijn echter niet nieuw. Er werd reeds in de subsidiëring gesnoeid, zoals in de sociaal-culturele sector. Daarenboven kregen heel wat organisaties, bijvoorbeeld via schaalvergroting zoals bij de CAW, reeds meer opdrachten zonder bijkomende middelen. Door de laatste staatshervorming werden nog meer domeinen geregionaliseerd, waarbij middelen worden herzien en arbeidscondities mee in de neerwaartse spiraal komen. Ook de golf van privatisering en commercialisering bracht een verdere uitholling van dienst- en hulpverlening teweeg, denk maar aan de wantoestanden in de RVT.

    Deze nieuwe, hevige besparingen onder de welgekozen noemer ‘Bourgeois I’ kunnen niet meer zonder reactie blijven. Een belangrijke stap om verzet volop mogelijk te maken, zou een breuk tussen de vakbonden en traditionele partijen zijn. Met CD&V in de regering, dient het ACV duidelijk kleur te bekennen. ABVV dient volop het verzet te organiseren, maar kan daarbij niet rekenen op het politieke relais dat al jarenlang de ‘oude’ methode van besparen hoog in het vaandel draagt. Een front van verzet tegen de besparingen kan niet met besparingspartijen!

    Het is belangrijk dat jongeren, werknemers en hulpvragers elkaar vinden in een gezamenlijk verzet over sectoren heen. Ewald Pironet noemt in Knack (13 augustus) de Vlaamse besparingen peanuts vergeleken met wat federaal nog zal volgen. Dus ook verbinding tussen deze niveaus (waar zich nog een deel van de sociale sector bevindt) kan niet ontbreken.

    Er is voldoende rijkdom voorhanden, alleen stroomt die nu grotendeels naar winst in privéhanden. Terug controle nemen over de sociale sector via volwaardige publieke diensten met de middelen die nu in winst opgaan is een belangrijke stap. Dit betekent ook democratische controle over de sleutelsectoren van de economie. Uiteindelijk willen we met uitgebouwde publieke diensten over sectoren heen voorkomen dat de sociale sector slechts nog een afbrokkelende correctie op het falende kapitalisme blijft.

    [divider]

    Verontrustende cijfers

    De Morgen bracht op 9 augustus 2014 als eerste een meer concreet beeld van de harde besparingen in de sociale sector. Enkele voorbeelden:

    • De bijdrage voor de jaarlijkse zorgverzekering wordt 40 euro in plaats van 25 euro en wordt geïndexeerd. (besparing: 370 miljoen euro)
    • De tarieven voor kinderopvang worden duurder voor de laagste inkomens: de minimumbijdrage wordt 5 euro in plaats van 1,56 euro per dag. De kinderkorting (bij meerdere kinderen die opvang nodig hebben) van 3,14 euro per dag wordt afgeschaft voor de gezinnen waar het andere kind niet meer in de opvang zit. (besparing: 133 miljoen euro)
    • De kinderbijslag wordt in 2015 en 2016 niet geïndexeerd. (besparing: 175 miljoen euro)
    • Het budget voor gezinshulp zou niet meer verder kunnen groeien.
    • In de zorgcentra voor ouderen worden de subsidies voor animatie afgebouwd waardoor de prijs per oudere tot 60 euro per maand of 720 euro per jaar kan stijgen. (besparing: 110 miljoen euro)
  • Het Vlaams Regeerakkoord. Wat het is en hoe het te bestrijden?

    Een analyse van het Vlaams Regeerakkoord door Tim (Brussel)

    Dat het regeerakkoord [1] van de nieuwe Vlaamse coalitie van N-VA, CD&V en Open Vld vol zou staan met aanvallen, asociale maatregelen en het verder afbouwen van de verworvenheden van de arbeidersbeweging stond in de sterren geschreven. De hele tekst leest als een open oorlogsverklaring aan de werkende bevolking, jongeren en mensen die leven van een vervangingsinkomen. De grondtoon is duidelijk: het opdrijven van de besparingen en privatiseringen, en de factuur van de crisis voorleggen aan de meerderheid van de bevolking.

    De regering “Bourgeois I” doet haar uiterste best om haar naam alle eer aan te doen. “We zullen met z’n allen inspanningen moeten leveren. Zeker de eerste twee jaar zal iedereen dat voelen” [2], opent het regeerakkoord. De toon is meteen gezet. Het is duidelijk dat onder “allen” zeker niet de ondernemers, multinationals en superrijken worden begrepen. In elk hoofdstuk wordt krampachtig gezocht naar manieren om duidelijk te maken dat dit een regering is van de bazen en de rijken, zelfs in de hoofdstukken over cultuur en welzijn slaagt men er in een zinsnede over het belang van steun aan ondernemers toe te voegen. Bij VOKA zullen er wel enkele traantjes van ontroering worden weggepinkt…

    “Stimuleren van het ondernemen”: lage lonen en jacht op de werklozen

    En het blijft niet enkel bij woorden. In die domeinen waar Vlaanderen bevoegd is, onder meer na de zesde staatshervorming, kiest de regering er resoluut voor om de belangen van het bedrijfsleven te verdedigen, ten koste van de meerderheid van de bevolking. Er wordt zwaar het mes gezet in de mogelijkheden rond loopbaanonderbreking, zo verdwijnen de niet-thematische verlofstelsels. Dit is al langer een eis van het patronaat. Ook al worden de loopbanen van Belgische werknemers steeds zwaarder, langer en stresserender, de bedrijfsleiders willen af van de mogelijkheid voor werknemers om in beperkte mate eens een pauze te nemen. Enkel een paar specifieke vormen van loopbaanonderbreking, bijvoorbeeld voor de zorg voor een zwaar ziek familielid, zullen in de toekomst nog mogelijk blijven, de rest wordt afgeschaft.

    Verder legt de Vlaamse regering bij haar arbeidsmarktbeleid de nadruk op het zoeken naar manieren om de “loonkosten verder te drukken” [3]. Opnieuw wordt de illusie gecreëerd dat lagere loonkosten zouden leiden tot meer jobs, ook al zijn het geen kwaliteitsvolle en zekere jobs…

    Ook de nieuwe bevoegdheden rond de controle op de werkloosheid wil de Vlaamse regering op dezelfde manier invullen. Bij de uitkeringen gaat het voor de Vlaamse regering vooral om “activering, controle en sanctionering” [4]. Werklozen en anderen die van een vervangingsinkomen leven worden op die manier opnieuw gestigmatiseerd en persoonlijk verantwoordelijk gesteld voor hun situatie. Over “sancties en controle” op de bedrijven die herstructureren en die weigeren verder mensen aan te werven wordt niet gesproken…

    Maar het gaat verder dan een verscherping van de controles. De nieuwe Vlaamse regering wil een systeem van gemeenschapsdienst en goedkope tijdelijke werkervaring invoeren voor werklozen [5]. Werklozen en uitkeringstrekkers kunnen dus verplicht worden in ruil voor hun uitkering te werken. Een zeer drieste maatregel, gelet op de verdere afbouw van het aantal arbeidsplaatsen bij de overheid die de nieuwe coalitie wil doorvoeren. Zullen contractuele ambtenaren die hun baan verliezen bij de Vlaamse overheid in de toekomst verplicht worden dezelfde job uit te oefenen in ruil voor hun werkloosheidsuitkering?

    De Vlaamse regering verwezenlijkt hiermee één van de dromen van het Vlaamse KMO-patronaat: het invoeren van een “Duits arbeidsmarktmodel” van lage lonen en werklozen die verplicht worden te werken voor hun uitkering, aangevuld met een kleine extra vergoeding van 1 euro per uur. Het resultaat is dat in Duitsland 6,8% van de werkenden onder de armoedegrens leeft (meer dan 1,3 miljoen werkenden), en dat 20% van de Duitsers minder verdient dan 10 euro per uur bruto. Werklozen krijgen een uitkering van 364 euro per maand, en zijn verplicht gelijk welke job aan te nemen die wordt aangeboden, inclusief banen waarbij ze slechts 1 euro per uur verdienen bovenop hun uitkering! Is dat het perspectief dat de regering Bourgeois ons ook in Vlaanderen wil bieden?

    Brutale aanvallen op openbare diensten en verworvenheden

    Ook onze openbare diensten en verworvenheden liggen onder vuur. De regering Bourgeois voorziet een grondige hervorming van de Vlaamse overheid, met als hoofddoel het verminderen van het aantal werkplaatsen bij de overheid, en het afstoten van de “niet-kerntaken” van de overheid. Concreet betekent het verder verminderen van het aantal ambtenaren, en het uitbesteden van taken zoals schoonmaak, ICT, onderhoud,… aan private firma’s. Hoewel de Vlaamse onderhandelaars spreken over een meer “efficiënte” overheid, is de situatie op het terrein anders. Tijdens de vorige regeerperiode verdwenen reeds 2.160 arbeidsplaatsen bij de Vlaamse overheid [6], een inkrimping van 7,5% tegenover het begin van de vorige legislatuur. Dit leidde reeds tot acute personeelstekorten bij diensten zoals VDAB, Jeugdzorg en het MRCC, dat reddingen op zee organiseert. Het is één zaak om voor propagandistische doeleinden een ideologische aanval te organiseren op het aantal arbeidsplaatsen bij de overheid, het is blijkbaar een heel andere zaak om die overheidsdiensten daarna nog verder degelijk te laten functioneren. Het verder besparen op overheidsdiensten leidt tot meer werkdruk bij de overblijvende ambtenaren, en zorgt ervoor dat de dienstverlening ernstig in gevaar komt.

    Hetzelfde met de mythe dat het afbouwen van de “niet-kerntaken” van de Vlaamse overheid zou leiden tot besparingen en een beter functioneren. Dit soort redenering heeft geleid tot een inflatie van de kosten voor externe consultants en private bedrijven binnen de Vlaamse overheid. Zo werden de besparingen en afvloeiingen bij de VDAB opgevangen door het in dienst nemen van externe private arbeidsbemiddelaars. Tussen 2005 en 2012 verviervoudigde het budget voor externe opdrachten, van 23,9 miljoen euro naar 100,5 miljoen euro [7]. Maar liefst één derde van de middelen van de dienst gaat nu naar externe bemiddelaars. Dit is een veelvoud van de besparing van 22 miljoen die de recente afvloeiingen bij de VDAB moesten opleveren. In de talrijke rapporten die reeds werden opgesteld over deze uitbesteding kon nog geen enkele keer worden aangetoond dat de privatisering goedkoper en efficiënter is dan dezelfde taken met eigen personeel te doen. Of, zoals een rapport van de consultants DLA Piper en Idea Consult in 2009 het zelf beschreef: “De beslissing van het inzetten van de markt is niet gebaseerd op een efficiëntievraagstuk, maar wordt gestuurd door een vraag vanuit het beleid waarbij middelen worden vrijgemaakt en deze integraal getendeerd worden. Er wordt onvoldoende in overweging genomen of de VDAB dan wel de markt efficiënter is om de doelgroep in kwestie te begeleiden, bijvoorbeeld op basis van een vergelijking van de uitstroomresultaten en de inspanningen die geleverd werden om deze te bereiken (gemaakte kosten).” [8] Kortom: het is een fabel dat snijden in de middelen voor personeel en werking van de overheid leidt tot een betere en meer efficiënte dienstverlening. Enkel de private bedrijven die een deel van de koek die de overheid laat liggen kunnen meepikken profiteren er van.

    Toch gaat de regering Bourgeois I verder op deze weg. Tientallen fusies en hervormingen bij diensten van de Vlaamse overheid zijn gepland, vooral met de doelstelling om verder te kunnen besparen, en personeel te laten afvloeien. Bovendien stelt het regeerakkoord dat de Vlaamse overheid moet kunnen beroep doen op uitzendarbeid “onder dezelfde voorwaarden als ondernemingen in de privésector”.[9] Bovendien wil de Vlaamse regering werk maken van een “modern HR-beleid”. Dergelijke formuleringen hebben bij vorige hervormingen vooral tot doel gehad een personeelsbeleid in te voeren dat gebaseerd is op individuele verloningen en promoties, en waarbij gewaarborgde carrièremogelijkheden worden afgebouwd, denk maar aan de hervormingen van Hendrik Bogaert bij de federale overheid. Voor de meerderheid van de ambtenaren betekent dit nog meer afhankelijk zijn van de wensen en grillen van het diensthoofd, en een serieuze inlevering op het gebied van promoties.

    Besparen op alle bestuursniveaus

    Maar ook op andere bestuursniveaus moet er bespaard worden: de provincies worden afgebouwd, de zogenaamde “persoonsgebonden bevoegdheden” (zoals sport, jeugd, cultuur en onderwijs) verdwijnen, en in de grootste steden worden zelfs alle provinciale bevoegdheden weggenomen. Op zich zijn socialisten geen absolute voorstanders van het systeem van de provincies in ons land, maar we vragen ons wel af op welke manier de dienstverlening die ze aanboden kan gegarandeerd blijven, en wat er moet gebeuren met het personeel dat hiervoor moest instaan. Op die punten blijft het Vlaams regeerakkoord opvallend vaag.

    Bij de gemeenten is de teneur echter een stuk duidelijker: de Vlaamse overheid stelt de gemeenten meer “autonomie” te willen geven. In de praktijk is deze autonomie vooral het doorschuiven van de verantwoordelijkheid voor de besparingen naar het niveau van de steden en gemeenten. Deze krijgen dan ook alle mogelijkheden aangeboden om de aanvallen zo efficiënt mogelijk door te voeren: “gekleurde” middelen voor integratie, bestrijding kinderarmoede, ondersteuning van het onderwijs, maar ook voor het OCMW, worden geïntegreerd in de “gewone” gemeentebegroting [10]. Gemeenten krijgen dus veel meer mogelijkheden om zelf te besparen op sociale uitgaven, indien ze dit wensen. Steden en gemeenten krijgen het makkelijker om afvalophaling en energiedistributie te privatiseren [11], en individuele gemeenten krijgen zelfs de kans zelfstandig het statuut van hun personeel uit te hollen [12]. We denken hierbij meteen aan de besparingen bij de lokale besturen na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012: krijgen we de komende jaren een inflatie aan aanvallen zoals die bij het stadspersoneel in Gent en Antwerpen, of de afvalophaling in Sint-Niklaas? De Vlaamse regering heeft in elk geval besloten om die steden en gemeenten die harder willen doorgaan met afbreken van hun voorzieningen stevig te ondersteunen, aanvallen die daarna kunnen worden veralgemeend naar heel het land. Of, zoals Bart De Wevers’ favoriete filosoof Edmund Burke het verwoordde: “Met het knagen door een dijk, kan een rat zelfs een heel land doen verdrinken”. Er zal dus stevig moeten gereageerd worden op elke lokale aanval op de “dijk” van het lokaal personeelsstatuut.

    Ook verder besparen op onderwijs, openbaar vervoer en welzijn

    Men kan de nieuwe Vlaamse regering er alleszins niet van beschuldigen haar besparingen niet op alle beleidsdomeinen tegelijkertijd in te zetten. In twee van de drie grootste uitgavenposten van de overheid, onderwijs en openbaar vervoer, leest de regeerverklaring als een open oorlogsverklaring aan het personeel en de gebruikers van deze voorzieningen. Maar ook in de derde van de drie grote uitgavenposten, de welzijnssector, zullen de gevolgen van de besparingen gevoeld worden.

    Eén van de grote problemen in de welzijnssector is het gebrek aan personeel en plaatsen in instellingen voor mensen met een handicap, ouderen en andere zorgbehoevenden, resulterend in enorme wachtlijsten. Recent nog bekwamen twee motorisch gehandicapte vrouwen van de rechter dat het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap verplicht werd hen een opvangplaats te voorzien. Niets daarover in het Vlaams regeerakkoord: geen engagementen om te voorzien in meer instellingen en plaatsen voor zorgbehoevenden, geen antwoorden op de personeelstekorten. Wel wordt er op het gebied van welzijn gesproken over het stimuleren van het “sociaal ondernemen” [13], een notie die ook onder het initiatief “Flanders Care” van de vorige regering opgang maakte. Het gaat om het idee dat bedrijven ook een rol kunnen spelen in de organisatie van de welzijnssector, en dat het uitbouwen, organiseren en uitbaten van zorginstellingen niet enkel door de overheid en vzw’s moet gebeuren, maar dat ook commerciële bedrijven hiervoor kunnen zorgen. Deze manier van werken kwam recent nog onder de aandacht toen de uitbating van het nieuwe Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent, weliswaar door de Federale regering, werd toegewezen aan een consortium rond de Franse multinational Sodexo [14]. Er kwam veel kritiek op deze toewijzing, vooral omdat Sodexo in het buitenland reeds een bedenkelijke reputatie heeft bij de uitbating van dergelijke initiatieven [15]. Krijgen we binnenkort ook in Vlaanderen Sodexo-rusthuizen en opvanghuizen, waarin de zorg ondergeschikt is aan de winstmarges en waarin de vakbonden van het personeel vogelvrij worden verklaard?

    De taal die de nieuwe Vlaamse regering spreekt over het openbaar vervoer is zeer duidelijk: er wordt afgestapt van het idee van “basismobiliteit”, namelijk dat elke Vlaming recht heeft op degelijk openbaar vervoer, waar hij/zij ook woont. In het regeerakkoord wordt een nieuw concept ingevoerd: “basisbereikbaarheid”[16].

    De betekenis van dit concept wordt onmiddellijk verduidelijkt in de daarop volgende alinea’s van de tekst: busvervoer in minder dicht bevolkte gebieden wordt afgebouwd, en vervangen door de veel minder toegankelijke belbussen of taxi’s [17]. Deze belbussen moeten de passagiers dan naar de voorsteden van de grotere agglomeraties brengen, waar ze aansluiting kunnen vinden met de rest van het netwerk. Minder frequente en minder interessante vervoersverbindingen worden dus de regel voor al wie niet in de buurt van een grote stad woont. Nachtvervoer in de steden wordt georganiseerd door “cofinanciering” [18] van bedrijven en met hogere tarieven dan het reguliere dagvervoer. Heel wat goedkope of gratis abonnementsformules, zoals voor jongeren, 65+-ers en andere groepen worden afgeschaft, en de “kostendekkingsgraad” – het aandeel in de reële kost dat wordt betaald door de reiziger zelf – gaat omhoog. Ook De Lijn krijgt meer vrijheid om haar tarieven te verhogen wanneer ze nieuwe besparingen te slikken krijgt, en de tarieven worden afgestemd op het buitenland.[19] Wetende dat in de meeste andere Europese landen busvervoer steeds vaker geprivatiseerd werd en fors duurder werd, weten we waaraan we ons kunnen verwachten met zo’n “vergelijking”.

    Ook het onderwijs gaat moeilijke jaren tegemoet. Opnieuw wordt geen enkel engagement aangegaan om de jarenlange onderfinanciering van personeel, gebouwen en werkingsmiddelen uit het verleden teniet te doen, maar wordt, net zoals in de zorgsector, de deur voor de privésector naar het leerplichtonderwijs verder opengezet, vooral bij het bouwen van scholen: de Vlaamse regering gaat immers op zoek naar “alternatieve financieringsbronnen” voor het nijpend gebrek aan schoolinfrastructuur.[20] Het enige belang hierbij is de “impact op de schuldgraad” van de Vlaamse overheid, de kostprijs, kwaliteit en gevolgen voor de scholen zijn blijkbaar van geen tel. Vandaag zijn er scholen die nu al niet meer toekomen met hun werkingsmiddelen om de kostprijs van PPS-constructies uit het verleden te financieren.

    Maar er zijn nog meer donkere wolken op komst voor het leerplichtonderwijs. De volgende Vlaamse regering wel werk maken van een basistoelage die “gelijk is op basis van niveau en studierichting”[21]. In het leerplichtonderwijs van de Franstalige gemeenschap werd deze operatie vorig jaar reeds doorgevoerd: het resultaat was een sterke verlaging van de middelen voor het gemeenschapsonderwijs tot het (lagere) niveau van het vrij onderwijs. Blijkbaar is zelfs de N-VA bereid om te leren van de PS in Wallonië als het gaat om creatief besparen… Tenslotte worden pedagogische begeleidingsdiensten gericht op de leerlingen verder afgebouwd [22], en krijgen meer individuele scholen meer “verantwoordelijkheid” over hun eigen organisatie. Net zoals bij de zorg en het openbaar vervoer wil in dit in tijden van besparingen vooral zeggen dat de schooldirectie zelf verantwoordelijk wordt voor het doorvoeren van de besparingen. De verzuchtingen van leerkrachten, die te lijden hebben onder een gebrek aan ondersteuning, die steeds meer administratieve en andere taken moeten opnemen, en die – vooral in de eerste jaren van de loopbaan – vaak te maken hebben met onzekerheid en instabiliteit van hun werksituatie worden enkel beantwoord door het “invoeren van een niet-bindende toelatingsproef” voor de lerarenopleiding [23]. Alle andere verzuchtingen worden op de lange baan geschoven door het in het vooruitzicht stellen van een nieuw “pact”, zonder enige vorm van garanties. Dit is hetzelfde verhaaltje dat de vorige Vlaamse regeringen al jaren opbrengen bij alle vorige CAO’s in het onderwijs: veel gepraat en analyses over de problemen, maar geen oplossingen omdat de financiering ervoor ontbreekt.

    De aanvallen op het hoger onderwijs zijn mogelijk nog groter en directer. Er komt een veralgemeende verplichte toelatingsproef voor het hoger onderwijs. In eerste instantie is deze niet-bindend, maar het verhaal van de rat en de dijk in het achterhoofd, en de ervaringen met de salamitactiek van het doorvoeren van besparingen in kleine opeenvolgende delen, is het slechts een kwestie van tijd alvorens deze toelatingsproef effectief bindend wordt [24]. Dit vooral omdat ook in deze sector de instellingen zèlf verantwoordelijk worden gesteld voor het opvangen van de besparingen die de Vlaamse regering wil doorvoeren.

    In de media verscheen hierover reeds de discussie over de werkingsmiddelen van hogescholen en universiteiten die zouden worden ingeperkt. Concrete cijfer staan er niet in het regeerakkoord, maar er wordt gesproken over 5% van de werkingsmiddelen, of een besparing van ongeveer 80 tot 100 miljoen euro per jaar voor het hele hoger onderwijs. In ruil laat de Vlaamse overheid de universiteiten en hogescholen toe om deze aderlating op te vangen door een schijnbaar onbeperkte verhoging van de inschrijvingsgelden toe te staan. Om een dergelijke besparing op te vangen, zal een kleine verhoging niet volstaan, de inschrijvingsgelden moeten verdubbelen of verdrievoudigen, lieten de universiteiten reeds weten [25]. Indien deze verhoging niet wordt behaald, moet er sterk bespaard worden op personeel en werking van de instellingen zelf, twee uitgavenposten die nu reeds sterk onder druk staan door tekorten.

    Deze manier van werken, en vooral het reeds in de media brengen van de concrete omvang van de te verwachten besparing, is een pure provocatie en een test van deze Vlaamse regering. Ze wil kijken in hoe verre personeel en studenten tegen elkaar kunnen worden opgezet bij het doorvoeren van besparingen die uiteindelijk iedereen zullen testen. Het is belangrijk dat de instellingen, maar vooral de studenten en vakbonden van het personeel krachtig reageren, en deze provocatieve aanval afwijzen met een gemeenschappelijk verzet.

    Ook wil de Vlaamse regering het aantal studierichtingen verder “rationaliseren” of beperken [26], en komt er een herwerking van het financieringsmodel. De mededelingen in de pers rond het afbouwen van de basisfinanciering in het hoger onderwijs laat hierover het ergste vermoeden. Opvallend is trouwens dat er met geen woord wordt gerept over het fundamenteel wetenschappelijk onderzoek aan de hoger onderwijsinstellingen, behalve dan dat de financiers IWT, Hercules en FWO moeten besparen op hun werking door de fusioneren. De aandacht voor het wetenschappelijk onderzoek gaat enkel naar het “Innovatiebeleid”, subsidiëring van direct toepasbare technologieën in de industrie, en steun aan bedrijven. De bevoegdheid “Wetenschapsbeleid” verdwijnt trouwens uit de regering: geen enkele van de nieuwe Vlaamse ministers krijgt deze “titel” toegemeten.

    Wat staat er niet in het regeerakkoord?

    Dit artikel is te kort om een volledige opsomming te maken van alle asociale maatregelen en besparingen die de volgende Vlaamse regering nog voorstelt. Zo krijgen migranten strengere controles op hun “inburgeringstrajecten” [27], wordt het werken met dienstencheques voor de bedrijven nog verder versoepeld [28], verminderen de subsidies voor het onderzoek naar hernieuwbare energiebronnen [29], wordt de leegstandsheffing voor immobiliënspeculanten “versoepeld” [30] en worden ook bij de VRT nieuwe stevige besparingen aangekondigd [31].

    Veel belangrijker zijn dan nog die aspecten waarvoor de Vlaamse regering géén aandacht heeft in haar regeringsverklaring. We spraken al over het feit dat de notie “Wetenschappelijk Onderzoek” volledig is vervangen door het bedrijfsgerichte “innovatie”, maar ook over armoedebestrijding klinkt de regering laconiek: “De realisatie van de armoededoelstellingen van het Pact 2020 is dan ook een taak van elke Vlaamse minister”.[32] Van een systematische aanpak van de steeds groter wordende armoedeproblematiek (bijna 1 op 10 Vlamingen leeft in armoede), is geen sprake. In tegendeel, enkele maatregelen zoals de gratis elektriciteit en gratis gaslevering aan gezinnen worden afgeschaft, en de nettarieven gaan omhoog om de tekorten van de voorbije jaren op te vangen.[33]

    Ook voor sociale woningbouw is er geen plaats in het regeerakkoord. Er wordt geen enkel engagement ingeschreven, en geen enkel budget voorzien voor de bouw van nieuwe sociale woningen, de Vlaamse regering stelt zelfs onomwonden dat “de belangrijkste partner op de huisvestingsmarkt de private sector is.”[34] Over de rol van de overheid om via onder meer sociale woningbouw te voorzien in degelijke, betaalbare woningen, ook voor wie het financieel minder goed heeft, wordt met geen woord gesproken.

    Zijn besparingen onafwendbaar, en wat is het alternatief?

    De koers die de nieuwe Vlaamse regering zal voeren is overduidelijking: een duidelijke ramkoers tegen de georganiseerde arbeidersbeweging, werkenden, jongeren en mensen die leven van een uitkering. De regeringsverklaring voorziet een collectieve verarming en sociale achteruitgang om de winsten en privileges van een kleine minderheid op peil te houden.

    Eén ding moet duidelijk zijn: dit is wat het kapitalisme ons vandaag, anno 2014, nog te bieden heeft: slechte jobs, lagere lonen, minder sociale voorzieningen en minder zekerheden, terwijl een kleine minderheid zich verder kan verrijken. Het systeem is op, voorbijgestreefd, en hopeloos vastgereden in haar eigen tegenstellingen. Het Vlaams Regeerakkoord is niet meer dan de politieke uitdrukking van die situatie. Weliswaar stelt deze nieuwe regering de zaken iets brutaler, directer en provocerender voor dan wat we na 25 jaar sociaaldemocratische regeringsdeelname gewoon zijn in België, maar in weze blijft de politiek die gevoerd zal zijn dezelfde die alle traditionele partijen, ook Groen! en SP.a tijdens hun regeringsdeelname doorgevoerd hebben. We moeten dus niet veel verwachten van de “officiële linkse oppositie” in Vlaanderen.

    Dat dit regeerakkoord – behalve bij een aantal overtuigd-rechtse omhooggevallen bimbo’s zoals het KVHV [35] en Voka [36] – niet op veel enthousiasme bij de bevolking zal kunnen leiden, is logisch. Velen zullen angstig afwachten om te zien hoe deze regering hun levenskwaliteit zal raken en aanvallen. Het gebrek aan grote, collectieve strijdbewegingen die echte overwinningen tegenover het besparingsbeleid hebben kunnen afdwingen leidt tot veel apathie, onzekerheid en een gebrek aan zelfvertrouwen bij brede lage van de bevolking om deze lawine van besparingen te kunnen stoppen. De werking van het Vlaams Parlement en de Vlaamse regering is bovendien ondemocratisch. In principe kan de Vlaamse regering niet “vallen” voor het einde van haar regeerperiode, nieuwe verkiezingen zijn niet mogelijk. Diegenen die aangeven om te wachten tot volgende verkiezingen om eventueel te reageren tegen deze regering, veroordelen ons dus tot 5 jaar apathie en berusting, zonder enig perspectief dat de besparingen daarna kunnen worden teruggedraaid of zelfs maar worden gestopt.

    Vertrouwen in de mogelijkheden om via collectieve strijd overwinningen te boeken tegen het patronaat en haar asociale regering zal een belangrijke factor zijn bij het al dan niet kunnen stoppen van bepaalde aanvallen. De regering wil een aantal tests doorvoeren, zoals met de verhoging van het inschrijvingsgeld in het hoger onderwijs. Komt er geen of weinig reactie, dan zullen de aanvallen de komende jaren alleen nog maar harder en steviger worden. Voorbeelden in Italië, Ierland, Spanje, Portugal of Griekenland tonen aan dat er in principe geen remmen staan op hoe ver het patronaat bereid is haar regeringen te laten gaan in de aanvallen tegen de arbeidersbeweging.

    In de eerste plaats is er dus systematisch en hard verzet nodig bij elke vorm van besparing of aanval van de Vlaamse regering. Elk verzet zal het moeilijker maken voor de regering om met een volgende aanval te komen. Laat dus elke aanval beantwoord worden door stevig verzet, elke provocatie door een stevige collectieve actie.

    Maar er is meer nodig: er is een absolute noodzaak om de verschillende verzetsbewegingen en de organisaties die daarin actief zijn te verenigen in één groot verzetsfront. De manier waarop dit verzetsfront er precies moet uitzien zal afhangen van hoe de strijd zich ontwikkelt, maar sowieso moet het een organisatie worden waarin verschillende strijdbewegingen en organisaties elkaar kunnen vinden, en samen kunnen discussiëren over tactieken, strategieën, programma’s, en hoe bewegingen en organisaties elkaar wederzijds kunnen versterken. Jammer genoeg is de PVDA er langs Vlaamse zijde niet in geslaagd verkozenen te halen, maar toch denken we dat de verwachtingen die deze partij de voorbije jaren heeft gecreëerd bij vele jongeren en werkenden om een rol te spelen in het verzet kunnen worden verwezenlijkt. Tegelijk moet het verzetsfront ook een open houding aannemen naar vakbondsdelegaties, sectoren en zelfs centrales die bereid zijn te breken met het idee van collectieve verarming door besparingen geleidelijk aan te aanvaarden en die een rol willen spelen in de uitbouw van het verzetsfront.

    Voor LSP is zo’n verzetsfront uiteindelijk een eerste stap naar de creatie van wat wij al enkele jaren een nieuwe arbeiderspartij noemen: een democratische en brede politieke organisatie, waarin de reeds bestaande echte linkse partijen, vakbondsorganisaties en andere organisaties die op hun terrein de strijd organiseren tegen de gevolgen van de crisis van dit systeem, elkaar kunnen vinden, en samen discussiëren over het organiseren van de strijd en over een alternatief op dit systeem. Voor LSP is zo’n alternatief uiteraard een democratisch socialisme, waarin de enorme rijkdommen die in deze maatschappij collectief beheerd worden naar de behoeften van eenieder.

    Maar ook in tussentijd zullen militanten van LSP overal waar ze actief zijn een rol spelen in de strijdbewegingen die zullen ontstaan. We zullen tussenkomen op stakingspiketten, betogingen en acties met ons programma en perspectieven, en daar waar we de krachten hebben, ook actief meebouwen aan de beweging. Zo zullen we zeker ook in het hoger onderwijs de handschoen opnemen en bouwen aan een stevig verzet tegen de eerste testaanval die deze Vlaamse regering heeft opgezet. Als Bourgeois een klassenoorlog wil, kan hij ze wat ons betreft krijgen!
    [divider]

    Voetnoten

    [1] Het Vlaams Regeerakkoord staat nog niet online op de website van het Vlaams Parlement, maar er is wel al plaats voorzien: http://www.vlaamsparlement.be/Proteus5/showParlInitiatief.action?id=924688 Voorlopig kan het gelezen worden op de website van deredactie.be: http://deredactie.be/polopoly_fs/1.2040981!file/Het_regeerakkoord_Vlaamse_Regering_2014_2019(1).pdf

    [2] Vlaams Regeerakkoord, p. 4

    [3] Idem, p. 9

    [4] Idem, p. 64

    [5] Idem, p. 64

    [6] Cijfers Vlaams minister bevoegd voor Bestuurszaken Geert Bourgeois in de regering Peeters II, Geert Bourgeois, op de webpagina van de NVA: http://www.n-va.be/nieuws/75-procent-minder-ambtenaren-in-vlaanderen-minister-bourgeois-overtreft. Deze cijfers omvatten niet de arbeidsplaatsen in het onderwijs, welzijn en het openbaar vervoer.

    [7] www.vlaamsabvv.be/files/2012_Persdossier_VDAB_in_uitverkoop.pdf, p. 17

    [8] https://partners.vdab.be/evaluatietendering/documenten/eindrapport.pdf, p. 96

    [9] Vlaams regeerakkoord, p. 12

    [10] Idem, p. 33

    [11] Idem, p. 35

    [12] Idem, p. 34

    [13] Idem, p. 105

    [14] Zie: http://www.tijd.be/nieuws/politiek_economie_belgie/Sodexo_gaat_forensisch_psychiatrisch_centrum_uitbaten.9486517-3137.art

    [15] http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2014/04/28/het-trieste-palmares-van-sodexo

    [16] Vlaams regeerakkoord, p. 40

    [17] Idem, p. 40

    [18] Idem, p. 41

    [19] Idem, p. 52

    [20] Idem, p. 97

    [21] Idem, p. 103

    [22] “We focussen de rol en de financiering van de pedagogische begeleidingsdiensten terug op de ondersteuning van leraren”, Vlaams Regeerakkoord p. 103. Vandaag staan pedagogische begeleiders in sommige scholen de leerkrachten als extra personeel rechtstreeks bij in het begeleiden van de leerlingen, hetgeen voor sommige scholen een levensnoodzakelijke ondersteuning is. Worden ook deze taken verder doorgeschoven naar de individuele leerkracht?

    [23] Vlaams Regeerakkoord, p. 98

    [24] Idem, p. 100

    [25] Zie http://www.standaard.be/cnt/dmf20140725_01191282

    [26] Vlaams Regeerakkoord, p. 101

    [27] Idem, p. 13

    [28] Idem, p. 38

    [29] Idem, p. 86

    [30] Idem, p. 63

    [31] Idem, p. 137

    [32] Idem, p. 10

    [33] Idem, p. 88

    [34] Idem, p. 90

    [35] Zie: www.knack.be/nieuws/belgie/zoon-jambon-we-moeten-van-de-idee-af-dat-hogere-studies-vanzelfsprekend-zijn/article-normal-267973.html?utm_source=facebook&utm_medium=social&utm_campaign=knack

    [36] VOKA geeft de Vlaamse regering een historisch hoge score van 17/20 Zie: http://www.standaard.be/cnt/dmf20140724_01189939

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop