Tag: vervuiling

  • Solvay in Italië in opspraak voor grootschalig PFAS-schandaal

    De vervuiling door Solvay in Livorno haalde alle kranten. Het PFAS-schandaal in Spinetta Marengo nog niet.

    In 2021 raakte algemeen bekend hoe het Amerikaanse bedrijf 3M de bodem in de buurt van zijn fabriek in Zwijndrecht op grote schaal had verontreinigd met PFAS. In een straal van 15 kilometer rond de fabriek werden hoge waarden in de ondergrond gemeten. Dat is een gebied waar 1,5 miljoen mensen wonen. Het is geen alleenstaand geval. Het schandaal van industriële vervuiling door Solvay is één van de ergste.

    Door een vakbondsafgevaardigde

    In een dossier over industriële vervuiling schreef de RTBF: “Het is geen verassing dat 3M vaak voorkomt in de Europese top 5 of zelfs op het Europese podium [inzake bodemverontreiniging]. Maar van 2007 tot 2015 is er één fabriek die boven alle andere uitsteekt. Het stoot 6 tot 7 keer meer perfluorhoudende gassen uit in de lucht dan 3M in Zwijndrecht. Ongeveer 200 ton per jaar. Het is eigendom van Solvay en is gevestigd in Spinetta Marengo, Italië, op een uur rijden van Milaan.”

    Deze fabriek was al sterk vervuilend voor het opgekocht werd door de Belgische multinational Solvay. Dit neemt niet weg dat Solvay medeplichtig is. Het bedrijf hield bewust informatie achter voor de overheid en is al vijftien jaar op de hoogte. De gevolgen voor de bevolking in de regio zijn rampzalig: een groter aantal levertumoren, nierkanker, hoge bloeddruk en aandoeningen van de luchtwegen dan in de rest van het land. PFAS vormen de kern van het probleem. ‘Forever chemicals’ vormen een essentieel onderdeel van de omzet van Solvay (goed voor een omzet van meer dan 2 miljard euro in 2021).

    Onder het kapitalisme is de chemische industrie enkel gericht op de winsten. Gezondheid komt pas ver daarna, en vooral als schandalen publiek bekend raken. De gevolgen voor mens en natuur zijn groot. De beperkte boetes zijn niet van die aard dat er verandering komt. De chemische sector moet onder controle van de gemeenschap worden geplaatst zodat de rijkdom kan worden gebruikt om de slachtoffers te vergoeden en een biomedisch onderzoek in het gebied rond de fabriek uit te voeren om de schade op te meten en maatregelen te nemen.

    Zodra de vaccins tegen Covid-19 waren ontwikkeld, vond een groot deel van de productie plaats in België. Om geen cent winst te verliezen, bleven de patenten in handen van een handjevol multinationals. Dit was een enorme rem om de pandemie sneller te bestrijden. Een farmaceutische industrie onder publieke controle zou geen tijd verspild hebben met het tellen van euro’s, maar zo het mogelijk gemaakt hebben om alle middelen te mobiliseren in de strijd tegen de pandemie.

    In de zomer van 2021 werd ons land getroffen door vreselijke overstromingen. Zelfs in normale tijden hebben we geen zekerheid over de gevolgen van de chemische industrie voor het milieu. De toename van extreme weersomstandigheden kan de tol alleen maar verhogen. Dit was al aan de orde met de tsunami in Fukushima in 2011. De chemische en farmaceutische industrie moeten in publieke handen komen zodat er onder controle van de gemeenschap geïnvesteerd wordt in veiligheid, onder meer in het kader van de klimaatcrisis.

  • 3M. Onze gezondheid beschermen, betekent strijden tegen het systeem

    Het hoofdkwartier van 3M in de VS. (foto vanop Wikipedia)

    De gevestigde politici waren minstens sinds 2017 op de hoogte, maar pas toen de omwonenden zich ermee bemoeiden kwam de vervuiling door chemisch bedrijf 3M in de aandacht. Er heerst een grote ongerustheid onder de omwonenden en onder het personeel van 3M en andere chemische bedrijven. Wat zit er nog allemaal in de grond? Wat betekent dit voor onze gezondheid? En vooral: kunnen we er iets aan doen?

    PFOS

    PFOS, ofte perfluoroctaansulfonaten, zijn chemische stoffen die behoren tot de brede familie van de PFAS (poly- en perfluoralkylstoffen). Er bestaan ongeveer 6.000 dergelijke stoffen. Ze hebben zo’n sterke moleculaire structuur dat ze amper afbreekbaar zijn. Enkel bij verhitting tot 1200 à 1500 graden vallen ze uit elkaar. Het is mogelijk om grond en water te filteren, maar dan blijft het nodig om de stoffen bij die extreme temperaturen te verbranden. Het is nog onduidelijk wat er bij die verbranding in de lucht terechtkomt… De ‘forever chemicals’ ofte eeuwigdurende chemicaliën hebben in die zin wat weg van radioactief afval.

    Deze chemische stoffen worden gebruikt in producten als regenjassen, brandblusschuim, verpakkingen, schoonmaakmiddelen of anti-aanbakpannen. Ze zijn waterafstotend en hittebestendig, wat hen heel interessant maakt. Er zijn tot op heden geen volwaardige alternatieven voor de PFAS.

    Tot in 2002 werd PFOS gebruikt door 3M. Het bedrijf stopte er toen mee, wellicht ingegeven door het gevaar voor de gezondheid dat ermee verbonden was. De directie ontkende dat, maar wist al sinds de jaren 1970 dat PFOS gevaarlijk is. Harvard-professor Philippe Grandjean, gespecialiseerd in de gezondheidseffecten van PFAS: “Hadden we eind jaren 70 geweten wat 3M op dat moment wist, dan hadden we als wetenschappers veel sneller aandacht gehad voor deze problematiek.” 3M deed niets. Eind jaren 1990 nam de milieuspecialist van het bedrijf ontslag uit protest tegen het gebrek aan aanpak van PFOS. Liever de gezondheid van het eigen personeel in gevaar brengen, dan raken aan de winsten van de aandeelhouders.

    In 2004 toonde onderzoek aan dat de waarden in de buurt rond 3M in Zwijndrecht te hoog waren. In 2010 werd het bedrijf in Minnesota vervolgd wegens gelijkaardige vervuiling. Dat proces eindigde in 2018 toen 3M het afkocht voor 850 miljoen dollar. Eveneens in 2018 sloot 3M een dading met Lantis (toen nog BAM), de bouwheer voor de Oosterweelverbinding, omtrent de PFOS-vervuiling in Zwijndrecht. Dit kost het chemisch bedrijf 75.000 euro. Vervuiling is in België wel veel goedkoper dan in de VS…

    PFAS zijn overal in het milieu, in meer of mindere mate zitten ze ook in ons bloed. Van enkele van deze stoffen is het ondertussen duidelijk dat ze negatieve effecten op de gezondheid hebben, onder meer inzake kansen op het krijgen van kanker, het verzwakken van het immuunsysteem of nog een verstoring van de hormonenbalans. De PFOS-vervuiling in een straal van 15 kilometer rond de fabriek van 3M in Zwijndrecht is de grootste vastgestelde ter wereld.

    Alle politieke instanties wisten ervan, niemand deed iets

    De top van 3M heeft sinds de start van de PFOS-productie in de jaren 1960 stelselmatig kennis over de schadelijkheid achtergehouden. Pas toen dat niet meer mogelijk was, werd de productie ervan gestopt. In 2017, ten laatste in 2018, wisten zowat alle politieke instanties in ons land van de vervuiling in Zwijndrecht. Het was geweten bij de verantwoordelijke Vlaamse ministers (CD&V’ster Schauvliege en N-VA’er Weyts) en bij Lantis, de bouwheer van de Oosterweelverbinding, waarin de N-VA van Antwerps burgemeester De Wever meer dan één vinger in de pap te brokken heeft.

    De overheden wisten het, maar dachten enkel na over hoe ze erover zouden communiceren. Eigenlijk vooral over hoe het nieuws uit de openbaarheid kon gehouden worden. Waarom? De Oosterweelwerken mochten geen vertraging oplopen, de sterkst vervuilde grond afgraven betekent al gauw enkele duizenden kubieke meters verplaatsen en het bekendmaken van de vervuiling zou de rol van zowel de directie van 3M als de overheden naar boven brengen. De directie van 3M dacht ongetwijfeld dat het ermee weg kon komen. Jarenlang is er niet of bijzonder laks opgetreden door de overheden, ook niet bij vastgestelde overschrijdingen van normwaarden.

    Vlaams minister Demir stelde 3M en de bestuurders van het bedrijf in gebreke. Nochtans sloot de overheid, via Lantis, eerder een akkoord met 3M waardoor het bedrijf grotendeels vrijuit ging. De Vlaamse regering, ook onder Demir, is bovendien verantwoordelijk voor de jarenlange afbouw van milieucontroles. De administratie die vergunningen moet uitschrijven en daarbij de milieu-effecten onderzoekt, is uitgekleed wat betreft mensen en middelen. Dat maakt dat er sprake is van eeuwigdurende vergunningen waarbij bedrijven zelf de normen bepalen. Zo slaagde 3M er in om de voorgestelde waarde van 1 microgram PFOS in het lozingswater te verdubbelen naar 2 microgram. Anders moest er een nieuw analysetoestel van 300.000 euro aangekocht worden. Het bedrijf dat vorig jaar 3,4 miljard euro aan de aandeelhouders uitkeerde, vond dat teveel.

    Bij gebrek aan milieu-inspecteurs mogen SEVESO-bedrijven (bedrijven waar men gevaarlijke stoffen produceert, verwerkt, behandelt of opslaat) zichzelf controleren. Een voorstel van het Departement Omgeving in 2015 om een databank in te voeren waar die bedrijven hun verslagen moesten uploaden, werd door de Vlaamse regering in samenspraak met de werkgeversfederaties van tafel geveegd. Controle mocht ook niet te gemakkelijk worden…

    Toen het PFOS-schandaal uitlekte, werd de bevolking in een straal van 15 kilometer opgeroepen om geen eieren van kippen in de eigen tuin te eten. Tegelijk werd beslist dat bouwvakkers die dagelijks in de vervuilde grond ploeteren bij de aanleg van de Oosterweelverbinding gewoon moesten doorwerken. De ‘werf van de eeuw’ gaat voor alles. We kunnen niet op de bazen en hun politici rekenen om onze gezondheid te beschermen!

    Jobs en milieu gaan hand in hand

    Soms worden klimaatmaatregelen tegenover jobs gezet. Als vervuilende bedrijven worden aangepakt, kost dit jobs, luidt het argument. Wij zijn het daar niet mee eens: opkomen voor gezonde werkomstandigheden betekent niet dat er minder werk is, integendeel. Een groene transitie zou wereldwijd miljoenen jobs vergen bij de reconversie van vervuilende bedrijven en sectoren, wetenschappelijk onderzoek naar duurzame productie, groene energie, openbaar vervoer … Er zijn dringend grote veranderingen nodig, wat niet kan zonder er miljoenen werkenden voor in te zetten. Maatregelen om de escalerende klimaatcrisis onder controle te krijgen, zijn nodig om het menselijk leven op de planeet, en dus ook de bijhorende jobs, te vrijwaren.

    De arbeidersbeweging stond steeds vooraan in de strijd tegen vervuiling. Preventie en bescherming op het werk, en dus ook in de omgeving van het werk, moeten afgedwongen worden. Voor vervuilende bedrijven dringt de noodzaak van een doorgedreven medische en wetenschappelijke opvolging door onafhankelijke publieke instanties zich op. Dergelijke opvolging mag zich niet beperken tot wie er vandaag werkt, maar moet doorlopen bij ex-werknemers en gepensioneerden.

    Er is reconversie van vervuilende industrie nodig. Dit moet gebeuren zonder afdankingen: het personeel moet aan de slag blijven met behoud van de arbeids- en loonvoorwaarden. Het personeel weet wat en hoe er geproduceerd wordt en is dus goed geplaatst om alternatieven voor te stellen. Als deze niet gericht zijn op de winsten van de aandeelhouders, maar op het maatschappelijke nut van de productie, kan er in veel bedrijven en sectoren ongetwijfeld snel naar een veel minder risicovolle productie overgestapt worden. Dit zou zowel het personeel als het milieu ten goede komen. De knowhow van het personeel in vervuilende bedrijven en sectoren is cruciaal om een groene transitie te organiseren.

    Het winstbejag staat vandaag transparantie over het omvangrijke vervuilingsschandaal in Zwijndrecht in de weg. Het spreekt voor zich dat dit winstbejag eveneens een obstakel is voor fundamentelere verandering. Om het uit te schakelen, moeten grote bedrijven en sleutelsectoren (zoals energie, financiewezen, chemische sector …) in publieke handen worden genomen. In een genationaliseerde sector onder controle en beheer van het personeel in de sector en de gemeenschap, kan een planmatige aanpak ontwikkeld worden met het oog op de noden van mens en planeet. Hiervoor moeten we niet rekenen op de gevestigde politici, maar moeten we met de arbeidersbeweging bouwen aan een krachtsverhouding waarmee we een einde kunnen maken aan het kapitalisme. 

     

    Onderzoek naar vervuiling en milieurampen niet overlaten aan bedrijven en politieke verantwoordelijken

    De reportage van Pano (22 september) over de milieu-inspectie deed veel stof opwaaien. Anonieme inspecteurs verklaarden dat het besparingsbeleid controle vaak onmogelijk maakt, waardoor het aan de vervuilende bedrijven wordt overgelaten om zichzelf te controleren. Als de milieu-inspectie wel optreedt, is er politieke druk om niet te streng te zijn. Dit was ook het geval met 3M, het bedrijf dat in opspraak kwam door de vervuiling met PFOS.

    Zowel na het vervuilingsschandaal van 3M als de overstromingsramp in Wallonië werd een parlementaire onderzoekscommissie opgericht. Naar de overstromingen is er ook een gerechtelijk onderzoek. Er wordt onder meer onderzocht wie wanneer wat wist en hoe er met die informatie werd omgesprongen. In het PFOS-schandaal wordt steeds duidelijker dat het volledige politieke establishment al jaren op de hoogte was, maar enkel oog had voor de ‘communicatie’ hierover. Het is belangrijk dat die commissies zoveel mogelijk informatie blootleggen. Maar over het feit dat de rode loper wordt uitgerold voor vervuilende bedrijven die met het oog op winstmaximalisatie hun personeel en de omwonenden in gevaar brengen, zal de 3M-commissie wellicht weinig zeggen. De onderzoekscommissie naar de overstromingen zal evenmin ingaan op het beleid dat de effecten van extreem weer voor de bevolking verergt.

    Er wordt terecht gewezen op de tekorten als gevolg van het besparingsbeleid, onder meer bij de civiele bescherming, hulpdiensten zoals de brandweer of nog bij de milieu-inspectie. Dat wijst op een nefaste rol van de politici die verantwoordelijk zijn voor dit beleid. Het is niet verwonderlijk dat dezelfde politici de parlementaire onderzoekscommissies vooral gebruiken om te scoren met straffe uitspraken of door de hete aardappel naar anderen door te schuiven. Als er al iets van beleidsverandering uit die commissies komt, zal dit eerder het resultaat zijn van maatschappelijke druk.

    De besparingen aanklagen, is erg belangrijk. De kern van het probleem zit echter nog dieper: het hele systeem is schuldig. De arbeidersbeweging is de kracht die systeemverandering kan bekomen. Zij was historisch de eerste die reageerde op milieuvervuiling en sindsdien steeds de strijd aanging voor gezonde en veilige werk- en leefomgevingen. Dat is geen toeval: het zijn de werkenden en hun gezinnen die de eerste slachtoffers zijn van vervuiling wegens winstbejag, maar ook van de gevolgen van extreem weer door klimaatverandering. Die gevolgen worden versterkt door het falende beleid waarin het winstbejag van de grote bedrijven steeds op mens en milieu voorgaat.

    Het onderzoek naar de PFOS-vervuiling en dat naar de overstromingen mogen we niet aan de parlementen of gerechtelijke instanties overlaten. Er zijn meer publieke controle-instanties nodig, waarin de eerste betrokkenen, de werkende klasse, een actieve rol spelen. Dat is onderdeel van onze strijd om democratische controle en planning van de productie door de meerderheid van de bevolking. 

  • 3M: directie wil vervuiling in doofpot, overheidscontrole schiet tekort

    Klimaatprotest in 2019: ‘Our climate, not their business’. Onze gezondheid mogen we niet aan hun winstbejag overlaten

    Het vervuilingsschandaal van 3M leidt tot debat en onderzoek. Nadat het PFOS-schandaal algemeen bekend werd en er terecht grote ongerustheid ontstond, zag het Vlaams Parlement zich verplicht om een onderzoekscommissie in te stellen. Daarbij werd eerst naar de Amerikaanse directie van 3M geluisterd, pas daarna volgden vertegenwoordigers van de vakbonden om de stem van het personeel te horen. Nochtans zijn zij net als de omwonenden de eerste betrokkenen die enorm geschokt zijn door de onthullingen en de mogelijke effecten ervan op hun gezondheid en leven.

    De directie van 3M getuigde niet in het belang van het personeel of de omwonenden. Het effect van PFAS op het personeel en de volksgezondheid werd zoveel mogelijk ontkend. In de VS lopen er nochtans in minstens zes staten processen tegen het bedrijf wegens PFOS en aanverwante stoffen. Er zijn daar parlementaire debatten over strengere regels inzake chemische stoffen, wat 3M veel geld zou kosten voor het herstel van bewezen milieuschade. 3M is meer dan gelijkaardige bedrijven in handen van investeringsfondsen en keerde vorig jaar 3,4 miljard dollar uit aan de aandeelhouders. Dit geeft aan welke belangen verdedigd worden door de directie.

    Het voorstel van 3M om bloedstalen af te nemen en in de VS te analyseren, is niet ernstig en eigenlijk onvoorstelbaar. Dat is een poging om het vervuilingsschandaal in de doofpot te steken. De controle op het onderzoek mag niet overgelaten worden aan een vervuilende multinational die enkel oog heeft voor de aandeelhouders.

    Terwijl Antwerpen één van de belangrijkste clusters van chemische bedrijven ter wereld kent, blijkt in dit debat dat de overheid onvoldoende heeft geïnvesteerd in diensten om de gevolgen van deze activiteiten op personeel en omwonenden op te volgen. Zo is er in Antwerpen geen sociaal inspecteur-arbeidsgeneesheer beschikbaar om de afgevaardigden van het personeel bij te staan in de debatten en het onderzoek bij 3M. Dit is bijzonder schrijnend en het toont de gevolgen van een beleid dat de rode loper uitrolt voor de directies van grote bedrijven, maar amper interesse vertoont in de gevolgen van de productie voor het personeel en de volksgezondheid.

    De vakbonden eisen terecht een uitbreiding van toezicht op de gevolgen van het werk op de gezondheid van personeel in zowel de chemische sector als andere sectoren waar er risico’s aan het werk verbonden zijn. Eerder pleitten ze voor een uitbreiding van de bevoegdheden van het Comité Preventie en Bescherming op het Werk. Dat is inderdaad noodzakelijk: elke bescherming op het werk is afgedwongen door de arbeidersbeweging die daar al sinds de ontwikkeling van het kapitalisme voor moet strijden.

    De werkenden en omwonenden zijn de eerste slachtoffers van de industriële vervuiling, waarvan de volledige schaal in de Antwerpse chemiesector nog niet geweten is. Hun belangen en dus die van de volksgezondheid moeten centraal staan. Dit botst onvermijdelijk op het winstbejag van de grote bedrijven. Opkomen voor een gezonde en veilige werk- en leefomgeving is onderdeel van klassenstrijd tussen de werkende klasse en de bazen. Voor het onderzoek naar de gevolgen van de vervuiling door 3M is dit niet anders.

    Een grootschalig biomedisch onderzoek door onafhankelijke publieke instanties, onder controle van vertegenwoordigers van het personeel en de omwonenden, is noodzakelijk. Daarnaast dringt zich de kwestie van een publieke controle-instantie op om onderzoek naar en opvolging van historische en actuele vervuiling te voeren. Ook daarin moeten de belangen van personeel en omwonenden centraal staan. De werkende klasse zal daarvoor moeten strijden. Dit biedt het potentieel om met de klimaatbeweging en de arbeidersbeweging samen op te komen een planmatige aanpak van de economie gericht op de noden van de meerderheid van de bevolking, inclusief die van een gezonde en veilige werk- en leefomgeving.

  • PFOS-schandaal: alle instanties wisten het, niemand deed iets 

    Het PFOS-schandaal rond chemisch bedrijf 3M in Zwijndrecht beroert de gemoederen. Jarenlang kwamen stoffen vrij die amper afbreken en gevaarlijk zijn voor onze gezondheid. Het Amerikaanse bedrijf 3M veegde het gevaar onder de mat, het deed dit ook bij haar vestiging in Minnesota (VS). De afgelopen vijftien tot twintig jaar werd herhaaldelijk op de nefaste gevolgen gewezen. De overheid sloot via Lantis, de bouwheer van de Oosterweelverbinding, zelfs een dading met 3M waardoor de gevolgen van de vervuiling naar de gemeenschap worden doorgeschoven. 

    Tot in 2002 werd PFOS gebruikt door 3M. Het bedrijf stopte er toen mee, wellicht ingegeven door het gevaar voor de gezondheid dat ermee verbonden was, ook al werd dat ontkend. In 2004 toonde onderzoek aan dat de waarden in de buurt rond 3M te hoog waren. In 2010 werd het bedrijf in Minnesota vervolgd wegens gelijkaardige vervuiling. Dit proces eindigde in 2018 toen 3M het afkocht voor 850 miljoen dollar. Eveneens in 2018 sloot 3M een dading met Lantis (toen nog BAM) omtrent de PFOS-vervuiling in Zwijndrecht. Dit kost het chemisch bedrijf 75.000 euro.  

    Vandaag lijken alle instanties de zwarte piet naar elkaar door te schuiven. Zuhal Demir eerst naar haar voorgangers in de Vlaamse regering, sinds 2004 steevast van CD&V-signatuur. Vervolgens werd naar Lantis en OVAM gekeken, die de bal al gauw terugkaatsten. Bij Lantis heeft de N-VA als grootste partij in het Antwerpse stadsbestuur een stevige vinger in de pap, onder meer via sterke man Koen Kennis. Het verklaart waarom de N-VA ‘not amused’ was met de démarche van Demir. Het ‘PFOS-risico’ werd vermeld in het Vlaams Parlement. Het lijkt allemaal op een onontwarbaar kluwen. De enige mogelijke conclusie is dat iedereen ervan wist, maar niemand iets ondernam.  

    In dergelijke kwesties moet de vraag gesteld worden wie er voordeel bij had. Er zijn twee evidente kandidaten: 3M zelf natuurlijk dat geen forse schadevergoedingen of een langdurige juridische strijd wil betalen, en daarnaast het hele project van de Oosterweelverbinding. De belangen van beide liepen samen: de werken aan de Oosterweelverbinding moesten zo vlug mogelijk op gang komen en blijven. Een langdurig proces zou een struikelblok zijn en mogelijk leiden tot het stilleggen van de werken. Het resultaat is een akkoord waarbij zoals steeds de winsten voor de privé zijn en de lasten voor de gemeenschap.  

    Dat principe geldt overigens ook voor de Oosterweelverbinding: een project op maat van de grote bedrijven die last hebben van het fileleed op de Antwerpse Ring. In plaats van te investeren in meer en beter openbaar vervoer en groener goederentransport door massale investeringen in onder meer het spoor, wordt op publieke kosten een extra verbinding over de Schelde aangelegd. Het feit dat de actiegroepen rond de Oosterweelverbinding in 2017, dus voor het sluiten van de dading met 3M, in het Toekomstverbond stapten en mee verantwoordelijk werden voor Lantis, ondergraaft het broodnodige protest vandaag. De actiegroepen zijn ingekapseld in het beleid. Er zullen nieuwe actiegroepen moeten ontwikkeld worden, met een zo democratisch mogelijke betrokkenheid van onderuit en een duidelijk eisenplatform. Dat mag zich niet beperken tot de vraag naar meer transparantie, het neemt best klimaateisen van de jongeren zoals de roep om meer openbaar vervoer, democratische planning en system change over.  

    Nu draait de gemeenschap twee keer op voor het PFOS-schandaal: eerst en vooral voor de gevolgen van de vervuiling in de vorm van een bedreiging voor de gezondheid van tot een miljoen mensen die in een straal van 15 kilometer van de site wonen. Daarna nog een tweede keer voor het inkapselen van de vervuiling.  

    Veel mensen zijn geschokt en bang. Is het in die straal van 15 kilometer rond 3M veilig om eieren van eigen kippen te eten? Wat met groenten en fruit uit eigen tuin? Welke milieuschandalen zijn er nog? Van enkele hebben we weet, onder meer de vervuiling door Umicore in Hoboken. Mogelijk zijn er nog andere schandalen: denk maar aan de ‘onverklaarbare’ geurhinder die al verschillende keren opdook in Antwerpen.  

    De afgelopen jaren zijn duizenden mensen op straat gekomen tegen de wereldwijde klimaatramp, voor schone lucht en tegen het Oosterweelproject. Dit was duidelijk meer dan terecht. Als we niet zelf in actie komen, zijn er pogingen om aantastingen van onze gezondheid onder de mat te vegen omwille van de economische belangen van de grote bedrijven. Dit schandaal toont aan dat hun winsten voor onze gezondheid worden geplaatst. Daar verandering in brengen, vereist een strijd voor systeemverandering. Er is nood aan een systeem waarin de productie gericht is op de maatschappelijke noden, inclusief de nood aan een leefbare en gezonde omgeving. Daartoe moeten de productiemiddelen in publieke handen genomen worden zodat een democratische planning mogelijk wordt. Dat is het socialistisch antwoord waar wij voor opkomen. 

  • “Blue Planet” toont impact van vervuilende kapitalisme

    Plastic is een duurzaam en goedkoop product dat de mensheid vooruitgebracht heeft. Het wordt in zowat alles gebruikt, van medisch gereedschap tot kledij. Maar onder het kapitalisme zorgt het goedkope materiaal ervoor dat bedrijven goedkopere producten kunnen maken en zo hun winsten opdrijven. De milieukost van de massaproductie van dit biologisch niet afbreekbaar materiaal wordt uiteraard niet in rekenschap gebracht door de kapitalisten.

    Artikel door Aprille Scully uit maandblad ‘The Socialist’ (Ierland)

    Plastic planeet

    Het milieu betaalt een hoge prijs voor de 8,6 miljoen ton plastic die jaarlijks in de oceanen terechtkomt. Er zit plastic in de magen van meer dan de helft van de zeeschildpadden en in zowat alle zeevogels. De huidige vooruitzichten van het Wereld Economisch Forum stellen dat het gewicht van plastic in zee tegen 2050 groter zal zijn dan het gewicht van alle vissen in de oceanen.

    De BBC-reeks ‘Blue Planet II’ gaat met de laatste episode, “Our Blue Planet”, in op de rampzalige impact van de menselijke activiteit voor onze planeet en de wezens die erop leven. We zien hoe een albatros haar kuikens plastic voedert. Het niveau van de vervuiling in het water is zo groot dat pasgeboren kalfjes van dolfijnen aan schadelijke plastic worden blootgesteld via de moedermelk. Het geluid van industriële activiteit op zee – boten, booreilanden, … – maakt het moeilijker voor de zeedieren om te communiceren of om gehoord te worden.

    Deze vervuiling komt bovenop de schade als gevolg van klimaatverandering. Zo leidt CO2 tot een verzuring van de oceanen. Visserij op industriële schaal dreigt op alarmerend tempo een einde te maken aan de koraalriffen.

    Extreem weer

    Op 7 januari 2018 kende Sydney zijn warmste dag sinds 1939. Er waren berichten over dieren die omkwamen door de hitte. Er was schade aan de wegen en mensen werden aangemoedigd om binnen te blijven. Dit kan niet zomaar afgedaan worden als een willekeurig geval van extreem weer. De “tien warmste jaren” in Australië vonden allemaal plaats sinds 2005. Terwijl het in Sydney 47 graden was, doken de temperaturen in New Hampshire in de VS tot maar liefst -38 graden Celsius.

    In de VS was 2017 een historisch jaar voor extreem weer. Volgens de National Oceanic and Atmospheric Administration (NOAA) waren er maar liefst 16 ‘ernstige’ weergebeurtenissen. Er is een groeiend aantal orkanen wat verbonden is met de stijging van de zeespiegel.

    De economische kost van deze rampen in 2017 wordt op 306 miljard dollar geschat. NOAA schat de totale kost sinds 1980 op 1,5 triljoen dollar. Dat cijfer houdt nog geen rekening met vernietigende gevolgen zoals mensen die moeten verhuizen of de verspreiding van ziektes. Vandaag hebben de meeste mensen in Puerto Rico nog steeds geen elektriciteit nadat die uitgevallen was door Orkaan Maria in oktober 2017.

    Kapitalisten doen niets

    Het politieke establishment moest de klimaatverandering noodgedwongen erkennen, zowel onder druk van de groeiende milieubeweging als door de economische kost waarmee hun landen geconfronteerd worden. Maar om de kwestie aan te pakken, kunnen we niet op deze politici rekenen. Een antwoord leidt immers onvermijdelijk tot conflicten met machtige industriële sectoren en het zou het op winst gerichte productiesysteem bedreigen.

    Er wordt vaak lippendienst bewezen over de ernst van klimaatverandering, maar daden volgen er niet. De minder handige en meer brutale vertegenwoordigers van het kapitalisme, zoals Trump, ontkennen zelfs dat er een probleem is en stellen dat klimaatverandering “een erg, erg dure taks is voor onze bedrijven.” Het geeft aan dat het niet volstaat om politici te informeren over wat nodig is in de hoop dat ze dan het nodige zullen doen. We moeten zelf politieke antwoorden bieden door te bouwen aan een massale linkerzijde, een socialistische beweging die de noden van de mensen en de planeet centraal stelt.

    Om de rampzalige effecten van de olie- en gasindustrie aan te pakken, moeten ze uit private handen gehaald worden zodat ze niet langer het ‘recht’ hebben om de planeet om zeep te helpen uit eigenbelang. Socialisme betekent dat de productie georganiseerd wordt op basis van wat nodig is voor de planeet en wie erop leeft. Wat het kapitalisme te bieden heeft, de huidige realiteit, is niet aanvaardbaar.

  • Lage emissiezone in Antwerpen: asociale maatregel die getuigt van willekeur

    Foto: Flickr/Pittou2

    Vanaf 1 februari mogen vervuilende auto’s Antwerpen niet meer binnen. Officieel is deze maatregel ingegeven door de vreselijke luchtkwaliteit in de stad. In de praktijk gaat het echter om een maatregel die vooral de armsten treft.

    De lage emissiezone waarbinnen enkel dieselwagens met euronorm 4 of hoger en dieselwagens met euronorm 3 én een roetfilter binnen mogen, is beperkt tot een gebied in de binnenstad en op Linkeroever. De Antwerpse Ring waarop dagelijks duizenden voertuigen en vrachtwagens rijden én in de file staan, wordt niet mee opgenomen. Natuurlijk niet, want dan zou er een groter economisch effect zijn en dat is ook niet de bedoeling.

    Nochtans komt er heel wat luchtvervuiling van die Ring. Studies naar de luchtkwaliteit in Antwerpen geven aan dat de omgeving van de Ring er het slechtste aan toe is. Toch lijkt het bijzonder moeilijk om het Antwerpse bestuur te overtuigen van de mogelijkheid om de ring te overkappen en meteen deze open riool inzake luchtvervuiling te dichten. Moest er echt met de luchtkwaliteit ingezeten worden, zou dat een logische eerste maatregel zijn.

    Maar neen, dat gebeurt niet en in de plaats daarvan worden in de binnenstad auto’s geweerd als ze te oud zijn. Enkel diesels die na 2006 ingeschreven zijn, kennen geen enkel probleem. Heel wat inwoners van de stad hebben echter een oudere auto, het gaat naar schatting om zowat 8.000 wagens. Deze mensen mogen nu niet meer met hun eigen auto naar hun eigen huis. Stond hun auto in hun garage op 1 februari, dan riskeren ze een boete als ze buiten rijden. Kleine zelfstandigen die bijvoorbeeld een verhuisbedrijfje hebben en gespecialiseerd zijn in de stad, zien hun inkomen gebroodroofd. De boodschap van het stadsbestuur aan deze mensen? Ze moeten maar een nieuwe auto kopen… Misschien een SUV die heel wat liters brandstof zuipt? Blijkbaar mag de binnenstad enkel nog betreden worden door wie het zich kan permitteren om een nieuwe auto te kopen. De rest moet maar oprotten.

    Op die manier getuigt deze maatregel van willekeur. Een specifieke bevolkingsgroep wordt geviseerd en meteen verantwoordelijk gesteld voor het reële probleem van de luchtkwaliteit. Meer bepaald worden de armsten, waaronder veel gewone werkenden, die zich niet zomaar een nieuwe auto kunnen permitteren uitgesloten.

    Het is nochtans niet zo dat er voldoende alternatieven inzake mobiliteit zijn. De voorbije jaren is er door de partijen die in Antwerpen aan de macht zijn bespaard op openbaar vervoer. Onder de slogan ‘Antwerpen tramstad’ werden bussen geschrapt. De dienstverlening gaat er samen met het gebrek aan investeringen op achteruit en ondertussen blijven de prijzen maar stijgen. Met erg uitgesproken tegenstanders van het openbaar vervoer als Annick De Ridder, staat de N-VA niet bepaald bekend als een partij die het openbaar vervoer promoot. Integendeel.

    Moet er dan niets gebeuren met de luchtkwaliteit? Natuurlijk wel! En ja, het aantal verplaatsingen met auto’s moet naar beneden. Maar dit mag niet gebeuren door diegenen die zich geen nieuwere auto’s kunnen permitteren aan te pakken. Als we overigens de emissieschandalen bij grote autobouwers in rekenschap nemen, is het helemaal niet evident dat nieuwere auto’s effectief minder vervuilend zijn. Voor autobouwers is het blijkbaar te duur om de uitstoot effectief te verminderen in plaats van de tests te manipuleren.

    Om de uitstoot effectief onder controle te krijgen, zal de sector van de autobouw bovendien in publieke handen moeten komen zodat er geïnvesteerd wordt in onderzoek naar en productie van milieuvriendelijker wagens. In plaats van het vertrek van grote autobouwers als Opel (Antwerpen) of Ford (Genk) aan te grijpen om met de gemeenschap de beschikbare know-how en productiecapaciteit over te nemen om hiertoe over te gaan, werd deze grote bedrijven niets in de weg gelegd om sociale woestijnen aan te richten.

    In de plaats van de lage emissiezone en uitsluiting van oudere wagens, moet geïnvesteerd worden in degelijk en gratis openbaar vervoer. Tegelijk moet geïnvesteerd worden in goederentransport over spoor en water om vrachtwagens van de weg te halen. Transport van goederen en personen is te belangrijk voor de gemeenschap om dit aan private bedrijven en hun winsthonger over te laten. Een uitbouw van publieke stelsels van autodelen kan het aantal wagens in steden verder beperken. De rechtse politici willen dit soort efficiënte maatregelen niet nemen, ze pesten liever diegenen die het niet zo breed hebben.

     

  • Autosector in publieke handen brengen – wat we niet bezitten, kunnen we niet controleren!

    vwdarksideAls er al wetgeving is die milieuregels oplegt, zijn er altijd mogelijkheden om die regels te omzeilen. Zeker voor een sector waar miljarden in omgaan. Dat bleek erg scherp uit het schandaal van clandestiene software in dieselmotoren van Volkswagen. De software zat in 482.000 auto’s die in de VS verkocht werden en in miljoenen auto’s in Europa. In Duitsland alleen zou het om 2,8 miljoen wagens gaan. Bovendien zouden ook andere merken op grote schaal frauderen.

    De auto’s voldeden aan de uitstootnormen als ze in laboratoria getest werden, maar in werkelijkheid was er tot 40 keer zoveel uitstoot als wettelijk toegelaten. De software om de testen te misleiden, kwam van Bosch. Volgens Bild waarschuwde dat bedrijf in 2007 dat de software enkel voor interne testen mocht gebruikt worden, niet voor auto’s die op de weg zouden komen. Toch gebeurde dat. En dit is nog maar een begin. Zoals de journalist James Grimmelmann opmerkte: “De auto van de toekomst is een computer op wielen. En zodra er software is, zijn er bugs, piratenversies en het beruchte blauwe scherm [als Windows vastloopt door een systeemfout verschijnt een blauw scherm].” Eerder dit jaar was er een reclamecampagne met als slogan “Verwacht meer als je met een Volkswagen rijdt”. Blijkbaar ging dat over de uitstoot? En wat is er nog dat we niet weten?

    Topman Martin Winterkorn moest Volkswagen verlaten. De man was vorig jaar goed voor een vast loon van 1,6 miljoen euro. Hij vertrekt met een pensioenpot van maar liefst 28,57 miljoen euro. Hij moest zelf ontslag nemen, maar zou volgens de Financial Times toch in aanmerking komen voor een ontslagvergoeding van 3,2 miljoen euro. Frauderen waarbij ons milieu en dus ook onze gezondheid op het spel gezet worden, is blijkbaar een wel erg lucratieve bezigheid.

    Wellicht zal Volkswagen grote boetes opgelegd krijgen. Dan kan het concern wel wat steun gebruiken. Minister Van Overtveldt (N-VA) heeft alvast een riante bijdrage beloofd. Als de Audifabriek in Vorst vanaf 2018 een elektrische terreinwagen mag maken, komt er 100 miljoen euro van de regering. Eerder werd al 35 miljoen euro van de gewesten beloofd.

    Dat een groot bedrijf als Volkswagen op zo’n grote schaal fraude kon plegen, is opmerkelijk. De uitstoot door wagens heeft verregaande gevolgen voor onze gezondheid. De gedetailleerde informatie die er is over uitstoot en verbruik wekt de indruk dat er ernstige controles zijn. Maar blijkbaar is dit niet het geval. De autlobby is te groot en te machtig om dergelijke controles toe te laten.

    Die macht blijkt overigens ook uit de reacties op het schandaal. Enkel Zwitserland verbood de verdere verkoop van modellen waar de fraude van vastgesteld is. Elders werd gesproken over onderzoeken en werd met schadeclaims gedreigd. Dienen die sterke uitspraken enkel om ons te sussen tot het stof is gaan liggen?

    Een autosector waarin zo’n grootschalige fraude kan, is ziek. Bovendien maakt het ons ook ziek door de schadelijke gevolgen op milieuvlak. Twee maanden voor een Klimaattop in Parijs geeft dit te denken. Dat deze Klimaattop mee gesponsord wordt door grote automerken wijst erop dat we vanuit die hoek niets moeten verwachten.

    Wat we met de gemeenschap niet bezitten, kunnen we ook niet ernstig controleren. Mobiliteit, milieu en gezondheid zijn te belangrijk om private bedrijven de vrije hand te laten. Als enkel de winsten tellen, wordt niet geaarzeld om te frauderen. Dankzij de goede banden met internationale instellingen en regeringen, onder meer op basis van een uitgebreid lobbynetwerk, komen ze er nog mee weg ook. De fraude bij VW is geen morele kwestie, het is een logische ontwikkeling in een op winsten gericht systeem. Het is dan ook niet geen probleem dat tot een bedrijf in de sector beperkt is.

    Hoog tijd om daarmee te breken. Breng de volledige mobiliteitssector, dus ook de automobielbedrijven, onder publiek bezit zodat een degelijke controle mogelijk is, zodat ernstig kan geïnvesteerd worden in milieuvriendelijke alternatieven voor zowel collectieve als individuele mobiliteit (waarbij een drastische uitbreiding van het openbaar vervoer het particuliere vervoer doet afnemen).

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop