Your cart is currently empty!
Tag: UKIP
-
UKIP. Besparingspartij voor de 1% rijksten
Artikel door Claire Laker-Mansfield
Bij de Europese en lokale verkiezingen kan de rechtse populistische UK Independence Party (UKIP) forse winst boeken. Als de partij van Nigel Farage daarin slaagt, zou het de eerste keer sinds de Eerste Wereldoorlog zijn dat een andere partij dan Labour of de Conservatieven een nationale verkiezing won.Maar zal een stem voor UKIP ook leiden tot een beter leven voor de ‘Britse arbeiders’ die de partij beweert te verdedigen? Farage hoopt het enorme politieke vacuüm uit te buiten, maar om wat te doen?
UKIP wil stemmen van de werkenden en hun gezinnen overwinnen in traditionele bastions van Labour. Er was een bewuste beslissing om de dure grote verkiezingsborden en verkiezingscampagne in Yorkshire op te starten. Op één van de grote verkiezingsborden staat een grote wijsvinger naast de woorden: “26 miljoen mensen in Europa zoeken werk. Wiens jobs willen ze?”
De campagne wil op cynische wijze de begrijpelijke bezorgdheid van werkenden uitspelen. Het gaat om bezorgdheden als gevolg van het tekort aan werk, de openbare diensten die door besparingen sterk afgebouwd zijn, woede tegenover de corrupte politici en de superrijke elite of tegen het verraad door Labour.
Farage stelde dat hij de kiezers van Labour wil overwinnen alsook mensen die anders niet stemmen. Hij beweert dat een vijfde van de UKIP-kiezers anders niet zouden stemmen. De partij verdeelt bierviltjes om ontgoochelde kiezers in cafés doorheen het noorden van Engeland te overtuigen. Met een immense mediabelangstelling wordt UKIP breed naar voor geschoven als de beste manier om zowel de Conservatieve en Liberaal-Democratische regeringspartijen als Labour af te straffen.
Politiek gezien staat UKIP rechts van de Conservatieven. Maar veel kiezers van de partij houden er linksere opvattingen op na dan de drie gevestigde kapitalistische partijen. De meeste kiezers van UKIP willen meer publieke uitgaven, bijna 80% is voorstander van de nationalisatie van de energiebedrijven, 57% wil de nulurencontracten verbieden en 73% wil de spoorwegen opnieuw onder publiek bezit plaatsen.
Links imago
Als de kiezers gevraagd worden waarom ze UKIP zullen stemmen, komt de Europese Unie pas op de vijfde plaats. De belangrijkste thema’s zijn gezondheidszorg, economie en migratie. Het is met deze kiezers in het achterhoofd dat UKIP de xenofobe retoriek over migratie combineert met pogingen om zich links voor te doen op bepaalde economische thema’s.
Farage haalde de voorpagina’s van de Britse kranten met zijn voorstel om de nulurencontracten aan banden te leggen. Hij voegde er snel aan toe dat hij niets te maken had met “militant syndicalisme”. Het beperken van de nulurencontracten (een flexibel contract wordt opgemaakt waarbij de werknemer exclusief verbonden is met een werkgever die de werknemer kan oproepen wanneer hij dat wil, bijvoorbeeld als het druk is, maar niet verplicht is om de werknemer in te zetten, er wordt vertrokken van nul werkuren) zou effectief een stap vooruit zijn. UKIP legt bewust minder nadruk op de erg liberale voorstellen zoals de vlaktaks die de grote bedrijven bevoordeligt.
Tijdens een tussentijdse verkiezing in Wythenshawe in februari ging UKIP zelfs zo ver dat het pamfletten verspreidde met als titel: “Bescherm je uitkeringen, stem UKIP”. De pogingen tot het opbouwen van een links imago zijn cynisch, maar ze kunnen ingang vinden omdat Labour met handen en voeten gebonden is aan het besparingsbeleid.
Hoe kan Labour tegen UKIP ingaan en die partij verwijten dat ze niet echt opkomt voor sociale uitkeringen als de eigen partijleiders beloven om “harder dan de Tories” te zijn inzake sociale zekerheid?
De waarheid is dat UKIP geen enkele verdediging zal vormen tegen de besparingen die de werkende bevolking treffen. De leiders van de partij en de centrale financiële ondersteuners ervan zijn rabiate rechtse vrijemarktfundamentalisten die niet zouden aarzelen om nog brutalere besparingen en asociale maatregelen dan de Tories door te voeren als ze daar de kans toe zouden krijgen.
77 miljard pond besparingen
UKIP zag zich verplicht om afstand te nemen van het eigen verkiezingsprogramma uit 2010, Farage heeft het over “onzin”, maar het geeft wel een idee van wat UKIP zou aanrichten als het de kans ertoe zou krijgen.
De partij was niet tevreden met de harde aanvallen door de Tories en beloofde om verder te gaan en de publieke uitgaven te beperken tot het niveau van 1997 en twee miljoen jobs in de publieke sector te schrappan. UKIP wilde in Wythenshawe kiezers die moeite hebben om rond te komen met hun uitkering overtuigen om voor haar te stemmen, maar in 2010 beloofde de partij om ongeschiktheidsuitkeringen volledig af te schaffen.
Enkele maanden geleden riep Farage nog dat de Tories ‘faalden’ om het tekort aan te pakken. Hij stelde dat enkel UKIP het aandurft om ernstig te besparen op de gezondheidszorg en pensioenen. Farage beloofde 77 miljard pond extra besparingen. Als hij nu gevraagd wordt naar zijn standpunten inzake sociale zekerheid, onderwijs en publieke uitgaven, antwoordt Farage dat hij niet over het binnenlandse beleid wil spreken tot na de verkiezingen van 22 mei.
In die plaatsen waar UKIP nu al gemeenteraadsleden heeft, stemmen deze vaak voor de besparingen. Dat is ook het geval als ze in de oppositie zitten. In Suffolk ging een gemeenteraadslid van UKIP zelfs zo ver dat hij de stemkaart van een afwezige collega gebruikte om twee keer voor een besparingsbegroting van de conservatieven te stemmen (de stemming maakt nu het voorwerp van een onderzoek uit).
Het populaire imago van Farage is een zorgvuldig in kaart gezette leugen. Een gewone man die klare taal spreekt, met een pint bier in de ene hand en een sigaret in de andere, doet hij zich voor als een instrument om de politieke en sociale elite aan te pakken. Farage stelde over het doel van UKIP: “Mijn prioriteit is een nieuwe politieke partij en beweging in dit land om op te komen voor de belangen van de gewone man.”
Gewoon elitair
Het zou totaal verkeerd zijn om Nigel Farage als ‘gewoon’ te omschrijven. Hij genoot een opleiding in een private eliteschool. Deze miljonair was voorheen beurshandelaar en is zelf deel van de geprivilegieerde elite. Hij was bij de Tories tijdens de oorlog van Thatcher tegen de arbeidersklasse. Hij verliet de conservatieven pas toen de regering van John Major het Verdrag van Maastricht ondertekende.
Farage haalt graag uit naar de ‘Eurocraten’, maar is bijzonder stil als het gaat over hoe hij zijn eigen zakken vult met meer dan 60.000 pond per jaar aan ‘onkosten’. De afluisterschandalen vormden voor hem geen probleem om een rijkelijk diner met Rupert Murdocht te houden. Dat verklaart wellicht waarom UKIP zoveel positieve aandacht krijgt in de krant The Sun.
In de nationale leiding van UKIP zit ook het voormalige conservatieve parlementslid Neil Hamilton die in opspraak kwam toen hij vragen stelde in ruil voor geld. Als UKIP beweert dat het een antwoord biedt op corrupte politici, is dat een uiterst betwistbare stelling.
De vicevoorzitter Paul Nuttall verwijst graag naar de dagen dat “Labour parlementsleden uit de mijnen en molens kwamen”, maar UKIP is er absoluut niet mee bezig om de werkende bevolking een zeg te geven in het beleid van de partij. Er is een groot verschil tussen electorale steun en het organiseren van een partij waarbij de georganiseerde arbeiders de politieke organisatie ook effectief in handen hebben.
De reden waarom parlementsleden van Labour vroeger vaak van arbeidersafkomst waren, was de democratische betrokkenheid van miljoenen werkende mensen doorheen de vakbonden. De enige politieke organisatie die vandaag echt gecontroleerd wordt door vakbonden en werkenden is de Trade Unionist and Socialist Coalition(TUSC).
UKIP staat in werkelijkheid voor de politiek van de wanhoop. Miljoenen mensen die voor UKIP zullen stemmen doen dit omdat ze willen protesteren tegen de traditionele gevestigde partijen. Dit instinct is meer dan gerechtvaardigd, maar UKIP biedt geen oplossingen. In plaats van het establishment te bedreigen, speelt UKIP in feite een belangrijke rol in het verdedigen van dat establishment.
In plaats van de werkenden aan te moedigen om in gaan tegen de besparingen die de 1% rijksten nog rijker maken op de kap van de 99%, stimuleert UKIP verdeeldheid tussen de gewone werkenden en wordt haat gezaaid. In plaats van te beloven dat ze tegen de besparingen zullen stemmen, houdt UKIP er een dubbele retoriek op na waarbij de verkiezingspraatjes niet overeenstemmen met het stemgedrag.
Tenslotte waren er onthullingen over openlijk racisme onder kandidaten van UKIP voor de gemeenteraadsverkiezingen. Iedere bewering dat deze partij “zegt wat gewone mensen echt denken”, is totaal verkeerd. De beste manier om in de verkiezingen tegen de gevestigde partijen en hun beleid te protesteren, is met een consequent linkse stem gericht op de eenheid van werkenden van alle achtergronden tegen het besparingsbeleid. Dat is waarom TUSC opkomt voor een partij van en voor de werkende bevolking. In de Europese verkiezingen steunen we No2EU – Yes To Workers’ Rights, een initiatief geleid door de transportbond RMT. Zoals wijlen Bob Crow stelde: “UKIP is niet voor arbeidersrechten, openbare diensten of sociale zekerheid. Als mensen een alternatief zoeken, zullen ze het bij UKIP niet vinden.”
[divider]
Wie financiert UKIP?
Tussen 2001 en 2013 kreeg UKIP meer dan 7 miljoen pond aan giften. Dat blijkt uit de rekeningen die bij de verkiezingscommissie werden ingediend.
Onder de donateurs vinden we:
- Julian Blackwell, eigenaar van publicatiegroep Blackwell’s: 175.000 pond
- Sir John Craven, voormalige voorzitter van mijnbedrijf Lonmin (het bedrijf waar in 2012 in Marikana, Zuid-Afrika, een bloedbad onder mijnwerkers werd aangericht): 12.500 pond
- James Donald Charteris, een vroegere persoonlijke vriend van de Queen Mother: 54.000 pond
- Viscount Michael Cowdray, uitgever en de tiende grootste Britse grondeigenaar: 35.000 pond
- Lady Yvonne Vinson, vrouw van Nigel Vinson of baron Vinson, een voormalige vicevoorzitter van de Britse werkgeversfederatie: 10.000 pond
Het gaat dus niet bepaald om een partij die gefinancierd wordt door de ‘gewone’ werkmens.
Toen er in maart 2011 een grote vakbondsbetoging tegen het besparingsbeleid was, probeerden aanhangers van UKIP in mei 2011 een tegenbetoging te houden, een “betoging tegen de schulden”. De organisator, Annabelle Fuller, een spin-doctor van wie recent werd gefluisterd dat ze een affaire heeft met Farage, stelde dat het pro-besparingsprotest er kwam omdat ze “totaal ontsteld” was door de vakbondsbetoging (The Guardian, 14 mei 2011).
Er werd in het kader van die betoging heel wat gesproken over een ‘massabeweging’ naar het model van de Amerikaanse Tea Party, maar er kwamen amper manifestanten op de actie af. Ze droegen protestborden met slogans als “Stop met mijn geld uit te geven” en “Welke besparingen? Wanneer zullen ze beginnen?”
Op de actie werd gesproken door Nigel Farage naast andere ‘Eurosceptische’ parlementsleden van de Tories zoals Priti Patel en Bill Cash. De wel erg verschillende opkomst van de vakbondsbetoging en de tegenactie was een realistische weergave van de echte krachtsverhoudingen.
-
Europese verkiezingen en extreemrechts. Van neonazi’s tot populisten
dossier door Geert Cool, woordvoerder Blokbuster
Bij de komende Europese verkiezingen dreigt extreemrechts doorheen Europa een sterke score neer te zetten. Het gaat niet om een eengemaakt fenomeen, de diversiteit van populisten tot neonazi’s is groot. Wel kunnen al deze krachten op een zelfde basis aanhang winnen: het ongenoegen tegenover de gevestigde partijen en het gevestigde besparingsbeleid is bijzonder groot. Dat het collectieve bewustzijn van de arbeidersbeweging de afgelopen decennia werd terug geslagen, vergroot de ruimte voor allerhande roepers die met gemakkelijke ‘oplossingen’ komen aandraven.
Van populisten in het Westen…
De electorale instorting van het Vlaams Belang, de partij raakt volgens peilingen nog net boven de kiesdrempel, mag ons niet verblinden. In zowat alle buurlanden zien we dat extreemrechtse en populistische krachten als een kat met negen levens zijn. Als onkruid blijven ze terugkomen zolang er een vruchtbare voedingsbodem voor hen bestaat.
De breed gedragen verontwaardiging tegenover Geert Wilders en diens roep naar “minder Marokkanen” leidde tot een leegloop van mandatarissen van de PVV, maar niet van kiezers. In de peilingen blijft de PVV de tweede partij, nu na de liberale partij D66. Een partij als de PVV moet het niet hebben van sterk uitgebouwde structuren, maar van steekvlammen in de media. Het is veelzeggend dat de partij bij de recente gemeenteraadsverkiezingen in slechts twee steden een lijst kon neerleggen. In Den Haag werd de PVV tweede met 14,1% (na D66), in Almere de grootste met iets meer dan 20%.
Het populistische model van Wilders kreeg de afgelopen jaren navolging in andere landen, vooral in West-Europa. Bestaande extreemrechtse partijen zoals het Franse FN, het Oostenrijkse FPÖ of het Vlaams Belang bij ons probeerden zich een deftiger imago aan te meten en waren steeds meer afhankelijk van de media om zich in het centrum van de belangstelling te werken. Er was bij deze partijen een terugloop van het aantal actieve militanten en er werden amper nog grootschalige activiteiten of betogingen georganiseerd. Het Vlaams Belang liet dit jaar ook de traditie van een 1-mei activiteit vallen ten voordele van een familiedag in een dierenpark. Het electorale succes heeft de nadruk op de parlementsleden en partijleiders vergroot, waarbij militante activiteiten onder druk kwamen te staan.
Het Franse FN beweert dan wel dat het over een groeiend ledenbestand beschikt, de partij claimt naargelang de bronnen 50.000 tot 70.000 leden, maar bij de gemeenteraadsverkiezingen moesten de ambities van het aantal steden waar opgekomen werd naar beneden herzien worden tot 500. Bij de laatste voorzittersverkiezingen in 2011 bleek het FN over iets meer dan 22.000 geregistreerde leden te beschikken waarvan er 17.000 aan de stemming deelnamen. Dat is minder dan het aantal leden van het Vlaams Belang op het hoogtepunt van die partij (25.000), maar meer dan het aantal VB-leden dat vandaag nog overblijft (wellicht minder dan 15.000, in 2012 werd voor 200.000 euro lidgeld opgehaald wat neerkomt op maximaal 16.000 leden aan 12,5 euro per jaar). Massaal zijn deze partijen niet. Ter vergelijking: zowel ABVV als ACV tellen meer dan een miljoen leden in ons land.
In verschillende landen ontstonden rechtse populistische krachten buiten de bestaande extreemrechtse partijen op een nog beperktere ledenbasis. Dat is het geval met de Nederlandse PVV maar ook met de wel erg reactionaire UKIP (UK Independence Party) van Nigel Farage die in de peilingen op 25% staat. Die partijen dragen geen verleden mee zoals het FN of het Vlaams Belang. Er wordt niet geaarzeld om elkaars campagnes en uitspraken te kopiëren, maar samenwerking blijft moeilijk liggen. Zo haalde Farage al meermaals uit naar Marine Le Pen, die nochtans een doorbraak bekwam met een vorm van samenwerking met Wilders.
…tot neonazi’s in het oosten, zuiden én westen van Europa
Na de Europese verkiezingen zullen er meer neofascisten in het Europees Parlement zitten. Er waren al verkozenen van het Hongaarse Jobbik, maar zij zullen gezelschap krijgen van onder meer verkozenen van Gouden Dageraad uit Griekenland en zelfs de Duitse NPD dreigt een verkozene te behalen na het afschaffen van de kiesdrempel van 5%.
Het gaat om partijen die een stap verder gaan dan extreemrechtse partijen als VB, FN of FPÖ, ook al is er bij militanten van deze partijen een zekere sympathie en steun voor de neonazistische partijen. Het is geen toeval dat de studenten van het Vlaams Belang al meermaals figuren van NPD of Jobbik naar ons land haalden. De referenties naar Gouden Dageraad blijven eveneens opduiken.
Gouden Dageraad kwam op de voorgrond tijdens de diepe crisis die Griekenland treft. De vroegere extreemrechtse partij LAOS verdween volledig van het toneel na regeringsdeelname waarin het verantwoordelijkheid opnam voor het asociale besparingsbeleid. Gouden Dageraad kon snel uitgroeien van een kleine groep neonazi’s tot een partij die meer dan 10% in de peilingen haalde. Er werd niet geaarzeld om de vuisten boven te halen en andersgekleurden of andersdenkenden fysiek aan te pakken. Militanten gingen zelfs over tot de moord op de linkse rapper Pavlos Fyssas. De overheid zette een offensiefje op tegen Gouden Dageraad, maar de electorale steun kreeg slechts een beperkte deuk.
Ook Jobbik in Hongarije kent een geschiedenis van geweld en privémilities. De partij is uitdrukkelijk tegen joden, homoseksuelen en al wie uit de band springt. Ondanks geweld tegen zigeuners en ondanks de veroordeling van de Hongaarse Garde als privémilitie blijft Jobbik scoren in de nationale verkiezingen en wellicht ook bij de Europese verkiezingen waarin het resultaat van 20% bij de recente parlementsverkiezingen nog verbeterd kan worden.
Andere Oost-Europese extreemrechtse partijen zijn niet zachter. De Slovaakse Nationale Partij is niet alleen anti-Hongaars maar ook sterk anti-zigeuner en partijleiders werden regelmatig betrapt op uitspraken waarin de holocaust werd goedgepraat. De partij zat een tijdlang in de Slovaakse regering, wat leidde tot een schorsing van de sociaaldemocratische coalitiepartij uit de Europese fractie van de sociaaldemocratie. De Slovaakse Nationale Partij zou haar zetel kunnen behouden, maar krijgt op haar rechterflank concurrentie van de LSSN (Volkspartij – Ons Slovakije) die tot 4% in de peilingen haalt, wat geen verkozene oplevert maar toch een sterke vooruitgang betekent. De LSSN won eerder dit jaar de verkiezing van een lokale gouverneur in de regio Banska Bystrica in het midden van Slovakije. De fascist Marian Kotleba haalde het verrassend met 55% van de stemmen op basis van een anti-Roma retoriek. Deze partij aarzelt niet om met gewapende milities uit te pakken of om het naziregime onder Jozef Tiso te herdenken.
Een aantal Oost-Europese formaties hebben het electoraal moeilijk, dat is onder meer het geval met Ataka (Bulgarije) of de Groot-Roemeense partij die hun zetels in het parlement wellicht zullen verliezen. Dat betekent echter niet dat extreemrechts in deze landen afwezig is. Het aantal neonazi’s dat gewelddadig uit de hoek komt neemt toe in Oost-Europa. Bij voetbalwedstrijden laten ze regelmatig van zich horen, maar ook op straat tegen zigeuners en andere vreemdelingen. Hoe snel dergelijke groepen aanhang kunnen winnen, bleek recent nog uit de ontwikkelingen in Oekraïne waar de Rechtse Sector een belangrijke rol speelde en waar de extreemrechtse Svoboda partij in de nieuwe regering werd opgenomen.
Het is opmerkelijk dat een reeks gevestigde partijen in Oost-Europa niet aarzelen om zelf ook behoorlijk rechts of racistisch uit de hoek te komen. Dat is onder meer het geval met de regerende Fidesz-partij in Hongarije, maar ook pakweg met de gevestigde partijen in Slovakije die niet aarzelden om een coalitie met de Slovaakse Nationale Partij te vormen of met de Poolse partij voor Recht en Rechtvaardigheid.
En verder moet worden opgemerkt dat de afschaffing van de Duitse kiesdrempel ertoe kan leiden dat de NPD, een wel erg openlijk neonazistische partij, een Europese zetel kan behalen. Hierdoor zou het fenomeen van harde aangebrande fascistische verkozenen zich niet beperken tot Oost-Europa en Griekenland, maar zou het doordringen tot het centrum van de Europese Unie. Een Duitse neonazi in het Europees Parlement zal gelet op de geschiedenis van het continent ook buiten Duitsland heel wat aandacht krijgen.
Welke Europese fractie(s)?
Een poging van het Oostenrijkse FPÖ om het oude idee van een Europese fractie van extreemrechts te vormen, de Europese Alliantie voor Vrijheid, blijft vooralsnog op een njet van de UKIP botsen. Die laatste partij vormt een eigen Europese fractie, de EVD (Europa van Vrijheid en Democratie), met onder meer de Lega Nord (Italië), LAOS (Griekenland), de Deense Volkspartij, de Ware Finnen en Philippe de Villiers uit Frankrijk. Het Griekse LAOS en Frank Vanhecke uit ons land zullen dan wel verdwijnen, maar onder meer de Finse en Deense populisten staan op forse winst in de peilingen. Zij halen in de peilingen 20 tot 25%. Bovendien kan de afschaffing van de Duitse kiesdrempel leiden tot enkele verkozenen voor het rechts populistische Alternative für Deutschland dat volgens de peilingen tot 6 verkozenen kan halen. Het behoud van de EVD-fractie zou hierdoor mogelijk zijn.
Om de rechtse fractie rond FPÖ, FN en Wilders overeind te houden, moest het Oostenrijkse FPÖ een gevestigde waarde uit de partij zetten. Andreas Mölzer was jarenlang een boegbeeld van de partij en was nooit verlegen om een racistische uitspraak of om het ophemelen van de nazi’s. Enige mediabelangstelling hiervoor in de aanloop naar de Europese verkiezingen dwong FPÖ-leider Strache om Mölzer aan de kant te zetten. Onder meer de Zweedse SD (Zweedse Democraten) hadden daarop aangedrongen. Het Front National hield voorlopig ook nog de deur open om met het Hongaarse Jobbik samen te werken, maar het ziet er naar uit dat dit bij andere extreemrechtse krachten een brug te ver kan zijn. Met volgens de peilingen 20 zetels voor het Franse FN ziet het er naar uit dat Marine Le Pen aan zet zal zijn om een fractie samen te stellen (daarvoor zijn 25 zetels uit vier landen vereist). Voorlopig wordt uitgekeken naar FPÖ, VB, FN, PVV en SD. Bij het opzetten van een ‘jongerenvleugel’ onder voorzitterschap van VBJ-voorzitter Van Grieken was de PVV wel afwezig en was er nog sprake van vier partijen.
Als de fractie van Marine Le Pen de hardliners (NPD, Jobbik, Gouden Dageraad) erbuiten kan houden, wat mathematisch waarschijnlijk is, ziet het er voor die neonazi’s niet direct naar uit dat ze zelf een fractie kunnen samenstellen. Maar ondertussen blijft het feit dat er naast de reeds bestaande Europese fractie van rechtse populisten rond de Britse UKIP (met alles samen tot 35 à 40 leden) wellicht een nieuwe hardere extreemrechtse fractie komt met een 30-tal leden. Samen met de allerhande neonazi’s komen we in totaal aan tot 70 zetels, wat meer is dan de liberale fractie of de radicale linkerzijde (zelfs indien die volgens de peilingen kan groeien van 35 tot een 50-tal leden).
Oekraïense hypocrisie doorprikt burgerlijke strategie
Alle extreemrechtse krachten over eenzelfde kam scheren, is te kort door de bocht. Er zijn verschillen tussen de rechtse populisten die er niet in slagen om stabiele partijstructuren uit te bouwen, de neofascistische partijen die heel ver meegaan in het populistische model of de vrij openlijk neonazistische partijen.
Maar allen hebben ze gemeen dat ze kunnen groeien – zelfs indien het geen stabiele groei is – op een voedingsbodem van sociale tekorten en bijhorende spanningen. De afkeer tegenover de gevestigde partijen en hun beleid is bijzonder groot en volkomen terecht. Zij laten ons opdraaien voor een crisis die wij niet veroorzaakt hebben. Zij snoeien hard in onze levensstandaard, denk maar aan de Griekse lonen die met een kwart daalden, en zetten verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar op zodat we de echte verantwoordelijken voor de crisis niet zouden aanpakken: de bankiers en andere grote aandeelhouders die ook tijdens deze crisis hun fortuin zagen toenemen.
Als het de burgerij zo uitkomt om de eigen winstbelangen veilig te stellen, worden racisme en verdeeldheid gesteund. In Oekraïne zagen we hoe verschillende Europese leiders nog een stap verder gingen en een neofascistische partij in hun marionettenregering opnamen. Diegenen die zoals Verhofstadt in ons land het luidste hun morele verontwaardiging tegenover extreemrechts van de daken schreeuwen, stonden vooraan in de rij om extreemrechts in Oekraïne te omarmen. Dat doorprikt de liberale benadering van antifascisme dat beperkt is tot morele argumenten. Op het einde van de rit telt ook daar het motto ‘Zuerst das fressen und dann die Moral’. De winsthonger van de 1% rijksten weegt net iets zwaarder door dan de morele argumenten.
Wij bestrijden extreemrechts met een sociaal alternatief, met verenigende eisen in plaats van de door de burgerij gezaaide verdeeldheid onder de onderdrukten verder uit te vergroten. Het waren niet de werkloze zigeuners uit Oost-Europa of de meisjes met een hoofddoek bij ons die verantwoordelijk zijn voor de huidige crisis, maar wel de bankiers en grote aandeelhouders. In onze strijd tegen de machthebbers staan we verenigd sterker dan als we verdeeld zijn. Iedere werkende weet dat er meer kan afgedwongen worden als alle collega’s aan hetzelfde zeel trekken. Waarom denk je dat er tientallen functieclassificaties in het leven worden geroepen? Om wie hard werkt te belonen of om verdeeldheid op de werkvloer te organiseren? Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons. Samen staan we sterker in een levensnoodzakelijke strijd voor een alternatief op een systeem dat ons enkel miserie en sociale aftakeling te bieden heeft.
De arbeidersbeweging heeft de afgelopen decennia een aantal tradities verloren en het collectieve bewustzijn is terug geslagen onder het neoliberale offensief. Maar dat zal niet zo blijven, we moeten eraan bouwen om de tradities van strijd en solidariteit opnieuw op te vestigen en deze te kaderen in de strijd voor een socialistisch alternatief. Het ongenoegen tegenover het huidige beleid neemt toe, maar uit zich niet steeds op een eenduidige wijze. Bij sommigen leidt het tot een foert-stem, bij anderen tot volledige apathie. Dat kunnen we doorbreken als we bouwen aan alternatieven. Blokbuster wil daar alvast een actieve rol in blijven spelen.
[divider]
Overzicht: naar 70 extreemrechtse en rechts-populistische verkozenen in het volgende Europees Parlement?
- Frankrijk. FN: 22% en 20 zetels (nu: 3)
- Verenigd Koninkrijk. UKIP: 25% en 19 zetels (nu: 10)
- Hongarije. Jobbik: 22% en 5 zetels (nu: 3)
- Finland. Ware Finnen: 20% en 4 zetels (nu: 1)
- Denemarken. Deense Volkspartij: 25% en 4 zetels (nu: 1)
- Nederland. PVV: 15% en 4 zetels (nu: 3)
- Duitsland. NPD: 1,5% en 1 zetel (nu: 0)
- Oostenrijk. FPÖ: 20% en 4 zetels (nu: 2)
- Italië. Lega Nord: 5% en 4 zetels (nu: 9)
- Griekenland. Gouden Dageraad: 7,5% en 2 zetels (nu: 0)
- Zweden. Zweedse Democraten: 5% en 1 zetel (nu: 0)
- België. VB: 8% en 1 zetel (nu: 1)
- Slovakije: Slovaakse Nationale Partij: 6,7% en 1 zetel (nu: 1)
(gegevens van diverse peilingen, onder meer op pollwatch2014.eu)