Your cart is currently empty!
Tag: Trotski
-
Hoe de Linkse Oppositie zich verzette tegen het stalinisme (deel 1)

Op 20 augustus 1940 werd Lev Davidovitsj (Leon) Trotski op brute wijze vermoord door één van Stalins handlangers. Om zijn werk te herdenken en zijn ideeën te onderzoeken publiceerde International Socialist Alternative in 2020 een reeks artikelen. Onderstaand dossier is gebaseerd op een discussie op de Virtual Marxist University van ISA afgelopen zomer. Het schetst de heldhaftige strijd van Trotski en zijn aanhangers tegen Stalin.
Door George Martin Fell Brown, Socialist Alternative, VS en Rob Jones Sotsialisticheskaya Alternativa, Rusland
Op 18 januari 1928 werd Leon Trotski uit zijn flat in Moskou gesleept en naar het Jaroslavski station overgebracht, waar hij op een trein werd gezet naar het bijna 4000 kilometer verderop gelegen Bisjkek. Van daaruit werd hij over de bergen naar Alma-Ata gebracht, een stad zonder sanitaire voorzieningen en waar lepra, malaria en andere ziekten voorkwamen. Stalin stuurde Trotski in een erg verre ballingschap omdat Trotski populair was, een analyse had over de opkomst van de stalinistische bureaucratie en onverzettelijk was in zijn oppositie ertegen.
Een steeds terugkerende vraag waar socialisten voortdurend mee geconfronteerd worden, is: “Hoe zit het met Rusland?” Hoe is de eerste succesvolle socialistische revolutie uiteindelijk ontaard in een bureaucratische stalinistische dictatuur? Het waren Trotski en de Linkse Oppositie die de meest grondige analyse gaven van de sociale krachten achter de opkomst van het stalinisme, omdat ze directe ervaring hadden met het bestrijden van de processen die plaatsvonden. De geschiedenis van deze strijd omvat nog steeds belangrijke lessen voor vandaag.
De doelen van de bolsjewieken
De Russische Revolutie zag de arbeidersklasse voor het eerst het kapitalisme omverwerpen. De leiders van de revolutie, Vladimir Lenin en Leon Trotski, en hun partij, de bolsjewieken, dachten dat dit het begin was van een wereldwijde revolutie, waarbij de arbeidersklasse van de ontwikkelde kapitalistische wereld zich zou aansluiten bij die van Rusland en het land zou helpen om een internationale planeconomie en socialistische democratie te ontwikkelen op een hoger niveau dan wat het kapitalisme ooit had bereikt.
Dit weerhield hen er echter niet van om een hele reeks radicale socialistische maatregelen in te voeren. Rusland trok zich terug uit de oorlog, weigerde geheime overeenkomsten te erkennen die eerder waren overeengekomen met de imperialistische mogendheden, kende grond toe aan de boeren, voerde arbeiderscontrole in, introduceerde het stemrecht voor alle burgers, mannen, vrouwen en jongeren, voerde gelijke rechten voor vrouwen in, decriminaliseerde relaties tussen personen van hetzelfde geslacht, kende het recht op zelfbeschikking toe aan de naties die dat wilden en veranderde de onderwijs- en gezondheidsstelsels radicaal ten gunste van de werkende mensen en de armen. Bovendien stichtten de bolsjewieken de Communistische Internationale, de Comintern.
Antisocialistische krachten, monarchisten, geestelijken, conservatieven en rechtse nationalisten van divers pluimage, gesteund door bankiers en het grootkapitaal, waren vastbesloten om dit alles te voorkomen. Zij lanceerden een burgeroorlog waarin de reactionaire Witte legers, gesteund door militairen van 21 imperialistische landen, de revolutie met geweld probeerden omver te werpen. Bovenop de verwoestingen die de Eerste Wereldoorlog had aangericht, liet een nieuwe burgeroorlog van drie jaar de Russische economie in een wanhopige situatie achter.
Nieuwe Economisch Politiek
De ontaarding van de socialistische revolutie was, in tegenstelling tot wat velen beweren, niet het logische gevolg van de revolutie, maar een verwerping van haar idealen. De ontaarding vond ook niet in één keer plaats, maar was een proces dat zich in de loop van de tijd ontwikkelde in lijn met een reeks internationale en nationale ontwikkelingen, waarbij ook subjectieve factoren soms een rol speelden.
In het nieuwe, socialistische Rusland was de staat, ondanks het feit dat de arbeidersklasse in 1917 aan de macht was gekomen, ongelooflijk gespannen in zijn vermogen om in de basisbehoeften van de bevolking te voorzien. Bovendien werden de meest politiek bewuste arbeiders steeds meer uit de arbeidersbeweging gehaald. Velen waren in de burgeroorlog omgekomen. Anderen werden meegesleept in de vele administratieve taken die nodig waren om de samenleving te besturen.
De bolsjewieken erkenden dit. Aan het einde van de burgeroorlog en met de vertraging van de Europese revolutie, introduceerden ze de Nieuwe Economische Politiek (NEP). Dit versoepelde de harde omstandigheden die nodig waren voor de economie tijdens de burgeroorlog. Het maakte dat de economische druk enigszins afnam, maar dit ging ten koste van een sterkere positie van de marktkrachten, de rijkere boeren en de experts van voor de revolutie.
Naarmate de invloed van de NEP en degenen die er het meest van profiteerden toenam, begon zich een bureaucratie te vestigen als een volwaardige kracht, zowel binnen het staatsapparaat als in toenemende mate ook binnen de partij. Een centrale figuur hierin was Jozef Stalin, die een secundaire rol speelde in de revolutie zelf. Om de groeiende administratieve taken binnen de bolsjewistische partij aan te kunnen, werd hij in 1923 benoemd tot “algemeen secretaris”.
Het was de eerste keer in het vijfentwintig jarig bestaan van de partij dat een dergelijke functie bestond. Lenin had binnen de partij en in het nieuwe socialistische Rusland altijd een democratische en collectieve stijl van leidinggeven in stand gehouden. De nieuwe functie was puur bedoeld voor de verbetering van organisatorische zaken, maar Stalin misbruikte de positie van ‘algemeen secretaris’ eerst als een instrument om informatie in zijn handen te concentreren, voordat hij deze uiteindelijk bevorderde om een almachtige en autoritaire heerser te worden.
Lenins zorgen
Vanaf 1922 leed Lenin aan een steeds slechtere gezondheid. Maar hij kon verontrustende tekenen zien van een zich ontwikkelende bureaucratie. Hij stelde voor om de “Arbeiders- en Boereninspectie”, die het groeiende staatsapparaat moest controleren, te hervormen door meer arbeiders en boeren in te zetten. Hij maakte zich ook steeds meer zorgen over de hardhandige maatregelen die Stalins aanhangers binnen Georgië hadden gebruikt, acties die de nationale gevoeligheden in de regio negeerden. Hij vocht ook tegen Stalins voorstel om de toenmalige drie andere Sovjetrepublieken te verenigen in de Russische Socialistische Federatie en pleitte in plaats daarvan voor de vorming van de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken, waarbij elke republiek een gelijke status zou krijgen. Deze kwesties overtuigden Lenin van de noodzaak om de groeiende bureaucratie te bestrijden en om dat te doen, stelde hij voor om een blok te vormen met Trotski. De ziekte van Lenin maakte dit alles echter moeilijker.
Inmiddels waren er twee andere crises die de macht van de arbeidersklasse verzwakten en de bureaucratie versterkten. Lenin had de NEP voorgesteld als een tijdelijke concessie die kleinschalige privé zaken mogelijk maakte tot de revolutie in de ontwikkelde landen zou plaatsvinden. Helaas zorgde het verkeerde beleid van de Duitse Communistische Partij, geadviseerd door Zinovjev, toen als hoofd van de Comintern, er mee voor dat de revolutie in Duitsland zich niet voltrok. Deze nederlaag was een zware klap voor de Russische arbeidersklasse en hielp haar te demoraliseren.
Tegelijkertijd werd het leven van de NEP onvermijdelijk verlengd, waardoor de negatieve effecten ervan toenamen. In wat in feite het herstel van het kleinschalige kapitalisme was, ontwikkelde zich een nieuwe kaste van rijke boeren op het platteland en rijke handelaren en speculanten, de zogenaamde NEP-mannen. Zij werden op hun beurt steeds meer beïnvloed door en verbonden met een laag “chinovniks” – staatsbureaucraten, van wie velen in 1917 de mensjewieken hadden gesteund of zelfs voor het tsaristische regime hadden gewerkt.
De NEP introduceerde ook verstoringen in de Sovjeteconomie, die geconfronteerd werd met wat Trotski de “schaarcrisis” noemde. De landbouwprijzen daalden, terwijl de prijzen van industriële goederen stegen. Dit betekende dat boeren het zich niet konden veroorloven om machines te kopen die ze nodig hadden, dat de werkloosheid in de steden toenam en dat dit leidde tot de toenemende ongelijkheid binnen de boerengemeenschap.
Eerste schermutselingen
Na zijn derde beroerte in maart 1923 was Lenin te ziek om nog verder deel te nemen aan partijpolitiek. Terwijl Trotski ongetwijfeld werd gezien als de gezamenlijke leider van de revolutie met Lenin, manoeuvreerden zijn tegenstanders, die zich op de meer conservatieve ontwikkelende bureaucratie baseerden voor hun positie, vooral toen bekend werd dat Lenin en Trotski zich voorbereidden om zich tegen hen te verzetten. In deze situatie was Trotski dubbel voorzichtig opdat de strijd niet zou gezien worden als een interne machtsstrijd.
Zijn tegenstanders daarentegen consolideerden hun krachten door het vormen van een “trojka”: Grigorij Zinovjev, Lev Kamenev en Jozef Stalin.
Dit werd duidelijk op het 12de congres in april 1923, toen voor het eerst de meerderheid van de afgevaardigden (55%) voltijdse partijmedewerkers waren en nog eens 28% deeltijdse medewerkers van de partij. In de loop van 1923 werd op basis van Stalins positie als algemeen secretaris het overleg binnen de partij en de selectie van afgevaardigden voor het partijcongres begin 1924, net na de dood van Lenin, zorgvuldig geleid. De trojka slaagde erin om het testament van Lenin te onderdrukken. In dat testament werd opgeroepen om Stalin af te zetten als algemeen secretaris.
Verschillende historici, waaronder Isaac Deutscher en Pierre Broué, stelden dat Trotski de strijd tegen Stalin in 1923 niet ten volle voerde. Dit is niet correct. Men moet begrijpen dat het in de beginfase van de strijd noodzakelijk was dat Trotski en zijn aanhangers voorzichtig te werk gingen. Hij vocht met volharding rond de Georgische kwestie, waarbij hij de kwestie eerst in Pravda aan de orde stelde. Stalin trok zich echter terug op deze kwestie en begon zijn toespraak op het XIIe Partijcongres over de nationaliteitenkwestie met een scherpe kritiek op het “Groot-Russisch chauvinisme”. Op de bijeenkomst van het Politbureau onmiddellijk na het congres stelde Trotski voor om Ordzjonikidze uit zijn functie in Georgië te verwijderen, waarbij hij stelde dat het voorstel voor een Transkaukasische republiek zoals voorgesteld door Stalin te gecentraliseerd was en waarbij hij aanvaardde dat de Georgische minderheid het volste recht had om hun standpunt voor te stellen. Stalin liet toen nog Zinovjev en Kamenev het voortouw nemen en trok zich vaak terug om de confrontatie te vermijden.
Gezien de terugtrekking van Stalin op het gebied van de nationale kwestie, concentreerde Trotski zich vervolgens op economische vraagstukken. Toen hij het verslag over de industrie bracht, wees hij op de noodzaak om het tempo van de industrialisatie te versterken, een toespraak die later werd gepubliceerd onder de titel: “Naar socialisme of kapitalisme”.
De bewering van Broué dat Trotski getroffen werd door een vreemde ziekte die hem in de marge van de beslissende strijd van deze periode hield en maakte dat hij niet aanwezig was tijdens de gezamenlijke plenaire vergadering van het Centraal Comité en de Centrale Controlecommissie in oktober 1923, is ook niet correct. Trotski nam deel en sprak minstens vier keer.
Oppositie verzamelt krachten
Natuurlijk speelde Trotski een centrale rol in het verzet tegen de groeiende bureaucratie, maar hij was niet de enige. Duizenden, tienduizenden bolsjewieken stonden de stalinistische contrarevolutie in de weg. In oktober 1923 waren er onder de leidende leden van de Linkse Oppositie veel “oude bolsjewieken” met 20 jaar activiteit, waaronder vooraanstaande revolutionairen, mensen met het intellect van Preobrazjenski of Smirnov, het organisatiegenie van Pjatakov, de klasseninstincten van Sapronov, die allemaal verenigd waren in het platform van de Linkse Oppositie (1923-27).
Zij werden vergezeld door onder meer de voormalige soldaat en leider van de bestorming van het Winterpaleis, Vladimir Antonov-Ovseenko; Evgenija Bosh, één van de oprichters van de Oekraïense bolsjewieken en leidster van de gewapende opstand in Kiev; en natuurlijk ook door Christian Rakovski, hoofd van de Oekraïense partij en één van Trotski’s naaste bondgenoten. Behalve Bosh, die in 1925 aan een slechte gezondheid stierf, werden ze allemaal tussen 1936-8 door Stalin geëxecuteerd.
De Trojka deed alles wat in haar macht lag om de kritiek in die tijd te onderdrukken. Maar het lukte hen niet. Er was nog steeds leven in de bolsjewistische partij. Toen de leden geruchten hoorden over de meningsverschillen aan de top van de partij, eisten ze informatie. Door de zorgvuldige selectie van afgevaardigden in het gezamenlijke plenum van het Centraal Comité en de Centrale Controlecommissie in oktober 1923 – van de 117 aanwezige leden steunden er slechts 11 de oppositie – meende de Trojka het debat over de door de linkse oppositie aangekaarte kwesties te hebben beëindigd. Maar eind december was de discussie binnen de partij geëxplodeerd, te beginnen in Moskou: de afdelingen en de regio’s weigerden de instructies van het secretariaat om het standpunt van de Trotski’s niet te verspreiden, terwijl de partijpers, met inbegrip van Pravda en Isvestia, vol stond met berichten dat de oppositie het debat had gewonnen, ook in verschillende belangrijke Moskouse districten.
Zinovjev schreef eind november aan Stalin over de moeilijkheden waarmee de Trojka in deze discussie werd geconfronteerd en klaagde na het lezen van de aantekeningen van de vergaderingen van de communistische universiteit. “Ik zie dat de situatie erger is dan ik dacht. De universiteit is opgewonden. Er zijn een aantal zeer boze en geharde elementen. Veel roddels en geruchten. Er is een grote verbittering tegen het Centraal Comité, zoals gewoonlijk een speciale campagne tegen mij. Preobrazjenski’s groep lijkt zich te hebben georganiseerd en opereert in heel Moskou. Dit kan grote problemen veroorzaken in de Moskouse organisatie. We hebben serieuze maatregelen nodig in de Moskouse organisatie. Anders is het te laat.”
De kritiek van de Linkse Oppositie
De kritiek van de Linkse Oppositie werd in oktober 1923 schriftelijk geformuleerd door Trotski in een geheime brief aan het Centraal Comité. Daarna volgde de “Verklaring van de 46”, ondertekend door vooraanstaande leden van de partij, en vervolgens de publicatie van Trotski’s “Nieuwe koers” eind 1923.
In dit materiaal bekritiseerde de Linkse Oppositie het chaotische beheer van de industrie en stelde in plaats daarvan een effectiever gebruik van de staatsplanning voor om de industrialisatie van het land te bespoedigen. Dit zou de negatieve effecten van de NEP verlichten en tegelijkertijd de levensstandaard verbeteren en de rol van de arbeidersklasse versterken. Stalin trok deze voorstellen in het belachelijke. In plaats hiervan verstrengde hij de arbeidsvoorwaarden en legaliseerde hij de verkoop van vodka, wat sinds 1912 verboden was. In feite was dit een belasting op arbeiders.
De oppositie bekritiseerde ook de groeiende bureaucratie, niet alleen de omvang ervan, maar ook dat deze steeds meer privileges kreeg en een “onderdrukkend partijregime” creëerde dat werd gedomineerd door de “selectie van de partijhiërarchie door het secretariaat.”
In 1923 waren de bolsjewieken nog steeds van mening dat een partijlid dat een functie bekleedde niet meer dan een geschoolde arbeider mocht verdienen. Lenin kreeg in 1922 4.700 roebel per maand, slechts 37% meer dan de gemiddelde fabrieksarbeider. Bijna alle staats- en partijposten in 1924 werden bezet door activisten die zich vóór 1917 bij de partij hadden aangesloten. Daaronder bevonden zich veel voormalige arbeiders die in de oorlog hadden gevochten, maar niet langer arbeider waren.
Na de dood van Lenin werd de “Lenin-heffing” in gang gezet. Honderdduizenden politiek inactieve arbeiders werden lid van de partij, vaak onder druk van jobverlies. Met een stijging van het partijlidmaatschap met 50% in de loop van een jaar was dit een open deur voor degenen die niet uit overtuiging in de partij zaten of de offers van de prérevolutionaire periode hadden gebracht, maar die de partij zagen als een weg naar privilege en succes.
Het partijlidmaatschap groeide van 400.000 naar 1,2 miljoen in 1927. 90% van de leden in partij- en staatsfuncties was na 1924 toegetreden. ‘Macht van de secretarissen’, en uiteindelijk natuurlijk de algemeen secretaris, werd de norm. Partijleden konden promotie, voedselpakketten, betere huisvesting verwachten terwijl anderen honger en voedseltekorten kenden. Het maximum aantal partijleden werd in 1932 bij een geheim decreet afgeschaft.
Daarnaast stelde de oppositie dat de bureaucratie zelf, door het verbergen van echte politieke verdeeldheid door middel van bureaucratische manoeuvres, verdeeldheid binnen de partij creëerde die de revolutie bedreigde. Dit is overigens een andere factor die Deutscher en Broué negeren: als de oppositie waarschuwde voor de gevaren van verdeeldheid binnen de bolsjewistische partij, die alleen kon worden overwonnen door de bewuste pogingen om een collectief leiderschap te ontwikkelen, konden ze nauwelijks openlijk naar voren komen met een totale publieke aanval op de trojka.
In plaats daarvan betoogde de oppositie dat het openen van een eerlijk debat binnen de partij en de sovjets de manier was om echte eenheid te creëren.
De aanhangers van de trojka beschuldigden de Linkse Oppositie van het creëren van fractionele verdeeldheid die de partij bedreigde. Ze reageerden op de standpunten van Trotski en anderen door hen uit hun posities te verwijderen. Verschillende aanhangers van de oppositie kregen een functie als ambassadeur om hen uit de nationale politiek weg te halen. Rakovski werd naar Frankrijk gestuurd, Joffe naar China, Krestinsky naar Duitsland en Kotziubinski naar Oostenrijk. Andere prominenten van het Rode Leger en de jongerenvleugel werden op dezelfde manier uit hun posities verwijderd.
Er was sprake van een intensievere bureaucratische manipulatie op internationaal niveau. Tijdens het vijfde congres van de Comintern in 1924 voerde Zinovjev een programma in dat verkeerdelijk ‘de bolsjewisering van de Comintern’ werd genoemd. Van andere secties werd verwacht dat ze het trotskisme aan de kaak stelden zonder zelfs maar te weten wat Trotski bepleitte. Franse communisten die Trotski’s “Nieuwe Koers” hadden gepubliceerd, werden uitgesloten. In de Poolse partij, die Trotski steunde, werd de volledige leiding vervangen. In Duitsland werd ook Brandler, een tegenstander van Trotski die aan de rechterkant van de partij zat, uitgesloten. Hij kreeg als enige de persoonlijke schuld voor het mislukken van de revolutie van 1923, zodat de bureaucratie over haar eigen rol kon zwijgen.
De reactie op de strijd van de Linkse Oppositie in 1923 was voor velen in de partij een schok. De bureaucratie had echter nog steeds niet het totalitaire niveau van de jaren 1930 bereikt. Trotski en zijn aanhangers mochten nog steeds over verschillende onderwerpen schrijven. In die tijd schreef hij “Literatuur en Revolutie” en “Problemen van het alledaagse leven”. De partijkrant Pravda publiceerde belangrijke artikelen, waaronder enkele kritische artikelen over Stalin, terwijl de staatsuitgeverij Trotski’s “De eerste vijf jaar van de Comintern” in 1924 publiceerde en een jaar later “Problemen van de Britse Revolutie.”
Maar in het midden van de jaren 1920 werd zelfs dit theoretische werk een doelwit voor stalinistische aanvallen. Vanaf november 1924 werden de kranten overspoeld met aanklachten tegen Trotski en werden er in lokale organisaties moties van protest ingediend. Bureaucraten gebruikten hun middelen om door hun archieven te graven om fragmenten van oude polemische debatten tussen Lenin en Trotski opnieuw te publiceren. De door de staat gesteunde aanvallen op de Linkse Oppositie waren meer karaktermoord dan een theoretisch argument. Maar de stalinistische polemieken dienden ook om de politieke benadering van de bureaucratie theoretisch te rationaliseren.
Verwerping van de wereldrevolutie
Het bolsjewisme ging er steeds van uit dat een revolutie in een semi-feodaal land als Rusland alleen kon volhouden door ze uit te breiden naar de geavanceerde kapitalistische landen. In januari 1924 steunde Stalin nog steeds het standpunt dat de Russische Revolutie, om te overleven, een wereldrevolutie moest worden. Maar tegen het einde van het jaar, na de dood van Lenin, begonnen hij en Nikolai Boecharin het idee te introduceren dat het noodzakelijk was om “socialisme in een afzonderlijk land” op te bouwen, meestal vertaald als “socialisme in één land”. In 1926 was dit officieel Comintern-beleid geworden. De Communistische Internationale vocht niet langer voor de wereldrevolutie, maar om de Sovjet-Unie te verdedigen.
Internationaal werd de zaak van de wereldrevolutie ondergeschikt gemaakt aan het opzetten van goede relaties met burgerlijke nationalisten en vakbondsbureaucraten. Deze krachten zouden zich moeten verzetten tegen een militaire interventie tegen de Sovjet-Unie, maar zouden zich ook verzetten tegen de toenemende strijd van de arbeidersklasse. Intern leunde de bureaucratie op de groeiende ongelijkheid die zich onder de Nieuwe Economische Politiek had ontwikkeld, waarbij Boecharin de rijkere boeren aanspoorde om zich “te verrijken”. Een toename van de arbeidersactiviteit, of van de activiteit onder de armere boeren, zou weerstand oproepen bij de rijkere boeren, of koelakken, en de status-quo verstoren.
-
[1917] Alle macht aan de Sovjets of coalitiepolitiek? Toespraak Trotski op Sovjetcongres begin juni 1917
Van 3 tot en met 10 juni 1917 (16 – 23 juni huidige kalender) vond het eerste Alrussische congres van de Raden van arbeiders, boeren en soldaten afgevaardigden, Sowjets, plaats in het Taurische paleis in Petrograd. Onder druk van de Entente was de Voorlopige regering bezig een nieuw offensief aan het voorbereiden en zij wilde de goedkeuring hiervoor van het Sowjetcongres. Op het congres waren in totaal 820 afgevaardigden met stemrecht en 268 met een adviserende stem, die 305 plaatselijke, 53 districtsowjets en een aantal legereenheden en boerenafdelingen vertegenwoordigden. Van de 777 afgevaardigden die partijgebondenheid aangaven, waren er 285 Sociaal Revolutionairen, 248 Mensjewiki en 105 Bolsjewiki. De linkervleugel, de Bolsjewiki, de toen nog bij hen aangesloten internationalisten (de groep van Gorki) en de Interrayonisten (de groep van Trotski, die in Augustus fuseerden met de Bolsjewiki) vormden minder dan eenvijfde deel van het congres [1]. Op de tweede dag van het congres gaf Trotski de onderstaande toespraak die daarna in de Pravda, het dagblad van de Bolsjewiki, werd gepubliceerd [2]. Deze tekst is nu voor het eerst naar het Engels vertaald door Pete Dickenson voor Socialism Today en vervolgens naar het Nederlands door Peter den Haan. Kameraden.
Met veel belangstelling hebben we geluisterd naar de toespraak van de Minister van Voedselvoorziening en de meesten van ons hebben hier zowaar wat van opgestoken. En dat kan nauwelijks worden gezegd van de meeste toespraken die we hier hebben moeten aanhoren. En dat hij in zijn toespraak maar weinig heeft gezegd over het organisatorische werk dat is verricht, komt dat omdat hij nog maar net in deze functie is begonnen [3]. Hoe dan ook, hij schetste een programma van activiteiten en definieerde de huidige belangrijkste werkgebieden en dat was precies wat ontbrak aan alle andere ministeriële toespraken.
Zij spraken over revoluties, over de grote Franse revolutie. Ze deelden hun gedachten hierover en luchtten hun hart over de oude Marxistische en populistische argumenten. Maar kameraden, wij zitten hier nu in het parlement van de revolutionaire democratie, waaraan Ministers verslag doen over wat er is gebeurd en wat ze van plan zijn te gaan doen. Omdat het over machtsvraagstukken gaat is het de taak van iedere spreker, zeker sprekers met Ministeriële verantwoordelijkheid, om te vertellen dat ze zus en zo hebben gedaan, of dat wel of niet voldoende is en, logischerwijs, of we daarom tevreden kunnen zijn over het doen en laten van de huidige Regering. Of aan de andere kant hadden ze kunnen zeggen; beste kameraden, mijn plannen lijken tegen weerstand aan te lopen in het regeringsapparaat en daarom is het nodig om aanpassingen te maken of hervormingen te treffen in de wijze van bestuur. Dat was de benadering van de Minister van Voedselvoorziening. Het is juist om die reden dat ik niet alleen heel aandachtig naar hem heb geluisterd, maar ook werd bevestigd in die opvattingen die ik al had voordat ik naar de bijeenkomst kwam. Namelijk dat er altijd veel valt te leren van ideologische tegenstanders die zich serieus kwijten van hun taak.
De Minister van Voedselvoorziening ging feitelijk in op deze kwestie, door van abstracties uit de hoogte dit te relateren naar de reële basis van de uitgeputte Russische economie. We moeten de voedselvoorziening organiseren en we moeten de productie verbreden en reguleren. Om de voedselvoorziening te organiseren, moet de verdeling van voedsel worden georganiseerd. Een obstakel hierin is het transport. Die problemen moeten worden opgelost en alleen de Staat kan die taak op zich nemen. De economische afdeling van het Uitvoerend Comité heeft veel gezegd over de transportproblemen, over kapotte locomotieven en over de zwakte van onze huidige industrie om nieuwe locomotieven te bouwen en defecte te repareren. Dit is een specifiek voorbeeld kameraden dat ik ook onder de aandacht van de Minister van Voedselvoorziening wil brengen.
Een directeur van een belangrijke fabriek in Petrograd, goed toegerust, heeft gezegd dat we op dit moment onderzeeërs aan het bouwen zijn, die we in 1920 zullen opleveren. Hij claimde, als ingenieur, organisator en directeur, dat er op dit moment een aantal fabrieken zijn die, zonder al teveel technische aanpassingen, 15 locomotieven per maand zouden kunnen produceren. Ik ben niet deskundig in deze kwestie dus wil mijn hand niet in het vuur steken voor deze cijfers en neem ze dus voor kennisgeving aan. Maar dit is een serieuze ingenieur en organisator en hij noemt een bepaald aantal locomotieven. Waarom is dit dan niet gebeurd? Omdat hiervoor het verbreken van een aantal contracten vereist is, die de Staat heeft gesloten met fabrieken of bedrijven. En dat betekent de aantasting van private belangen, private winsten en de Regering kan het niet over haar hart verkrijgen om deze koers in te slaan. Ze vertellen ons dat er geen andere alternatieven zijn.
Zijn er dan geen andere wegen mogelijk, kameraden? Zoals jullie weten is er een regering gevormd met daarin een socialistische Minister van Arbeid en een Minister van Handel en Industrie, Konovalov, die een serieus politicus is en vertegenwoordiger van de industriële bourgeoisie [4]. Schijnbaar is, eerst en vooral door de samenwerking van deze twee vertegenwoordigers, het de bedoeling om organisatie en planning in de productie en industrie te brengen. En wat deed Konovalov? Hij stapte op, met de openlijke steun en sympathie van de meest vooraanstaande organen van de commerciële en industriële bourgeoisie. Hij stapte op kameraden en het zou belachelijk zijn om te stellen dat hij wegliep omdat zijn karakter niet deugde.
Ik denk en deze opvatting is wijd verspreid, dat Konovalov een der meest progressieve en serieuze vertegenwoordigers is van de Russische handels en industrie kapitalisten. Door op te stappen saboteerde hij de taak om de productie te organiseren. Een taak die in al zijn omvang voor ons stond en staat. En ik vraag jullie, kameraden? Wat gaan we hier aan doen? Dat is het concrete en centrale vraagstuk van onze gehele regering. Het is het vraagstuk het lot van onze industrie, eentje waaraan voorbij wordt gegaan alsof het slechts het gezeur is van een handjevol Bolsjewiki en internationalisten.
Er is een poging ondernomen om een coalitieregering te vormen. Wie er ook in zit, of het Perewersew [5] is, of socialisten of oprechte liberalen, maakt ons in feite niets uit. Maar de kern van de hele constructie was gebaseerd op het coalitie-model; de Minister van Arbeid is een socialist en de Minister van Handel en Industrie is een verantwoordelijke vertegenwoordiger van het kapitaal. En toen die kwestie zo aan de orde werd gesteld stapte Konovalov op. Als ik me niet vergis hebben ze drie weken lang naar een vervanger gezocht maar die niet kunnen vinden, kameraden! (applaus)
Wat betekent dat kameraden? Als het principe op zich deugde; het principe van een coalitie regering met de deelname van een betrouwbare vertegenwoordiger van het kapitaal, dan moet je jezelf afvragen hoe haar bankroet en ineenstorting kan worden verklaard? Op dit moment hebben we geen regering. De regering bevindt zich in een crisis omdat de meest verantwoordelijke vertegenwoordiger uit de Handel en Industriële kringen opstapte, met steun van het Handels en industrie kapitalisten.
Dat betekent dat we op dit moment een periode doormaken van een Regering die door paniek is bevangen. Op dit moment proberen ze Tretjakov uit Moskou los te weken om hier naar toe te komen, een vertegenwoordiger van de Beurs in Moskou. Oftewel een vertegenwoordiger van dezelfde Handels en Industriële kringen uit wiens naam Konovalov sprak. De hele kwestie komt dus neer op de vervanging van het poppetje en we kunnen en moeten dus ook niet denken dat deze poging niet op dezelfde manier zal stranden als alle vorige pogingen om de machtscrisis op te lossen: oftewel Tretjakov zal zijn best doen om het scheppende organisatorische werk van de revolutionaire regering te saboteren of hij stapt op een gegeven moment op.
En waarom zal hij opstappen kameraden? Waarom zal hij de industrie saboteren? Om de crisis te verdiepen. Om aan te tonen dat revolutionaire elementen de economie verstoren, om de revolutie en het proletariaat uit te hongeren. Dat is hun tactiek. Lees er de toespraak van Krinski in die privé bijeenkomst op na. Wat zei hij daar? Hij zei: “Waar zijn jullie bang voor? Zijn er teveel bankbiljetten in het land? Geduld. Als de honger komt en er is geen geld genoeg, als de echte honger uitbreekt, zal iedereen schreeuwen om een sterke en stabiele regering en dan komt onze kans”.
De taal van Krinski is bedoeld voor de serieuze kapitalisten en grootgrondbezitters. Ze zitten er allemaal op te wachten totdat het revolutionaire proletariaat vermalen wordt en ze hun kans kunnen grijpen. Ik zeg dat Tretjakov alleen zal komen om dit programma door te voeren; tenzij hij zich natuurlijk tot het socialisme bekeert. Als hij zich voor zijn eigen klasse onbetrouwbaar zal blijken te handelen, zullen ze hem de rug toekeren. Zijn klasse zal hem verraden als hij zicht richt op Skobolev en de andere socialistische ministers [6].
En daarom hebben we met een chronisch probleem te maken om deze kwestie op te lossen. Niet zozeer omdat de technische aspecten onuitvoerbaar zijn, maar omdat de uitvoering van zo’n plan op een resolute manier onmogelijk wordt gemaakt, zelfs in grote lijnen. Om dit te kunnen is een Regering van eenheid noodzakelijk. Dat is het hele punt, want als je op wil treden hand in hand met kooplui en industriëlen, ongeacht of er vijf socialisten en tien bourgeois in de regering zitten of andersom; als je het noodzakelijk vindt om in overeenstemming te handelen met de bourgeoisie, dan moet je aan hen capituleren en al haar tactieken ten aanzien van de economie zijn uiteindelijk terug te leiden tot het om zeep helpen van de revolutie.
De vertegenwoordigers van het Grootgrondbezit en het Grootkapitaal houden zich bezig met systematische chantage en afpersing ten aanzien van de partijen en de revolutionaire krachten van de democratie. En als we deze vraagstukken onder ogen zien kameraden, dan komt kameraad Bramson [7] naar voren en vertelt ons; “We moeten het de Ministers of de Regering niet kwalijk nemen, vergeet niet dat ze zich elke keer door een woud van obstakels moeten worstelen, van linkse elementen, van anarchisten, internationalisten, Bolsjewiki, etcetera”.
Kameraden is dat een oprechte weergave van dit vraagstuk of zit er überhaupt iets van waarheid in deze bewering? Je stelt dit vraagstuk op deze manier aan de orde als de Regering van Rusland jouw regering is, de meerderheid van de sovjets van arbeidersafgevaardigden jouw meerderheid is, als het leger achter je staat en de democratie achter je staat. En dan zijn er van die agitatoren, oproerkraaiers en anarchisten die de creatieve arbeid van de staatsmacht, die de steun heeft van de sovjets, het leger en de democratie verlammen. Kameraden, zo’n opvatting is een buitengewone vernedering van jezelf.
Naar mijn mening kameraden, is het niet waar dat de revolutionaire democratie, gesteund door de meerderheid van het volk, wordt verlamd in haar creatieve arbeid door een paar oproerkraaiers. In de Sovjet van arbeidersafgevaardigden van Petrograd vroeg een van de sprekers van de partij van Minister Tseretelli zelf, of hij wist dat er een bepaald Post en Telegrafie-kantoor een Zwarte Honderd-groep actief was, waar beambten rond gingen met de vraag of het onder de Tsaar niet beter was [8]. Bent u van plan dit Zwarte Honderd-nest uit te roeien, vroeg de spreker. En wat zei Tseretelli? Nee, zei hij. Ik wil geen repressieve maatregelen treffen. Ik wil zulke omstandigheden scheppen dat als er een Zwarte Honderd vertegenwoordiger in een dorp verschijnt en vraagt of het onder de Tsaar beter was, dat ze hem dan vertellen dat hij een leugenaar is en dat het onder de Tsaar slechter was. (Applaus) Precies. Zo is het, precies. Ik heb zelf geapplaudisseerd voor dit antwoord. Het enige wat ik vraag dat hetzelfde principe wat tegenover de Zwarte Honderd wordt toegepast, ook geldt voor agitatoren van de linkervleugel, die door jullie slechter worden behandeld als de Zwarte Honderd. (Applaus).
Kameraden, waar ik om vraag is een zeer bescheiden minimumprogramma. Dit programma houdt in dat een commissaris van de Voorlopige Regering die naar Kroonstad wordt gezonden, zulke resultaten in zijn werk zal boeken dat de mensen uit Kroonstad zullen zeggen dat de Regeringscommissaris het werk beter heeft gedaan dan de zelf gekozen vertegenwoordiger [9]. En wanneer dit niet het geval is, dan moeten jullie hem overhalen, overhalen het beter te doen. Juist omdat de Voorlopige Regering door haar huidige samenstelling, commissarissen heeft uitgezonden die zelfs volgens de vriendelijkste en loyale Sovjets van Boerenafgevaardigden, allemaal zijn geselecteerd uit de kringen der Grootgrondbezitters. En daarom, kameraden, vinden er zogenaamde misverstanden plaats op het platteland tussen enerzijds de lokale sovjets van soldaten, boeren en arbeiders afgevaardigden en de commissarissen.
Dit is nu het gevolg, kameraden, van beleid doorspekt met kwade bedoelingen. In een revolutionair tijdperk, wanneer alle sociale problemen worden blootgelegd en alle klassenbelangen gepassioneerd naar een hoogtepunt stijgen, brengen de volksmassa’s hun eigen belangen en zorgen naar voren, bevrijd als ze zijn van de oude feodale onderdrukking. We hebben dus een Regering die van bovenaf in tweeën is gespleten, niet in de zin tussen de sovjets en de Voorlopige Regering, maar omdat de Voorlopige Regering is opgebouwd, niet als een sterke regering, maar gemodelleerd als een staand congres, een staande kamer van verzoening tussen vertegenwoordigers van grootgrondbezitters en boeren, en tussen kapitaal en arbeid.
Een kamer van verzoening kan niet regeren in een revolutionair tijdperk, omdat de meerderheid van de regering een veel sterkere ruggengraat heeft, omdat ze klassen vertegenwoordigt die al decennia en eeuwen gewend zijn geweest te heersen en te domineren. In de praktijk capituleren Ministers aan hen in alle belangrijke zaken en al ons werk loopt vast, wordt door rechts gesaboteerd en constant gedesorganiseerd.
Kameraden, ik ben het volledig eens met onze Minister van Voedselvoorziening. Ik behoor niet tot dezelfde partij, maar als ze me zouden vertellen dat onze regering zou worden samengesteld uit twaalf Pesekonows, dan zou ik zeggen dat dit een grote stap vooruit zou zijn. (Applaus) Ik zou zeggen: Konovalov is weg, laat ons een tweede Pesekonow vinden, een serieuze werker ( Applaus) en iedereen uit de regering wegjagen die Pesekonow hindert om zijn werk fatsoenlijk te doen (een stem: Precies! Applaus). Dat zou een serieuze stap vooruit zijn. Zo zien jullie, kameraden, dat ik in deze kwestie niet handel uit enig fractie of partij oogpunt, maar vanuit een bredere visie over de huidige taken van economische organisatie. Ik ben het helemaal eens met de Minister van Voedselvoorziening, Pesekonow, als hij zegt dat discipline van de massa’s noodzakelijk is. Correct!
En wat zien de massa’s? In de eerste plaats de complete wanorde in de regering en in de tweede plaats de eindeloze plundering door de vertegenwoordigers van het kapitaal. Ik zeg jullie, kameraden, dat onder deze omstandigheden elke arbeider het psychologische recht heeft om tegen zichzelf te zeggen, omdat alles toch aan het ineenstorten is en de kapitalisten maar blijven stelen, waarom zou ik dan mijn mond moeten houden? Ik zal de maximale eisen naar voren brengen en pakken wat ik pakken kan. Dat is het onvermijdelijke gevolg van deze situatie.
Maar op die dag en dat uur dat er een regering aan de macht is waarvan iedere arbeider, iedere eerlijke en oprechte arbeider in ieder geval, zal zeggen; dit is mijn regering, dan zullen de arbeiders, de boeren en de soldaten zeggen dat deze regering hen niet belazerd, ze niet zal bestelen, Pesekonow hen niet zal verraden. En als Pesekonow, niet als landbouwstatisticus of als onderminister wat hij op dit moment is, maar als volwaardig Minister tegen de arbeidersklasse zal zeggen; we hebben zoveel kolen, zoveel ijzer en op die basis kunnen we zo’n aantal fabrieken laten draaien; in de schatkist zit zoveel geld en de banken hebben zoveel geld, dus krijgen jullie zoveel salaris en zo’n hoeveelheid voedingsmiddelen.
Dan zal de bewuste arbeiders naar de regering kijken, zoals hij als staker naar zijn vakbond kijkt. Vraagt hij een hogere stakingsuitkering, dan zal de vakbond zeggen; hier is onze kas, hier zijn de boeken, we kunnen je helaas niet meer uitbetalen. Als de Sjenkarovs, Teresjenko’s, Lows, Konovalovs, de Cadetten, of misschien zelfs ter rechterzijde van de Cadetten, aan de macht zijn; dan zal de arbeidersklasse zeggen: het zijn kapitalistische zakkenvullers, die vertrouwen we niet en we gaan het maximale eruit halen wat er in zit. [10] Zo’n gedachtegang is volkomen normaal.
Ik moet, vrees ik, hetzelfde constateren bij alle andere vraagstukken. Of het na twee weken is, of na een maand, alle problemen van nu worden allemaal maar groter en voor een oplossing is dan meer heldenmoed nodig dan nu is vereist. Ik zal jullie 1 voorbeeld geven kameraden. Stel je de demobilisatie van het Russische Leger voor met deze Regering aan het bewind. Als de lawine van Russische soldaten die tijdens de oorlog van een stukje land droomden, terugstromen naar hun dorpen zullen ze de afschaffing van het horigensysteem onopgelost zien. Als ze hun dorpen al halen vanwege de ontregeling van onze spoorwegen, onderweg niet sterven van de honger vanwege voedseltekort. Er zullen heftige complicaties, zware conflicten uitbreken. En onze op verzoening gerichte Regering zal absoluut machteloos staan. U zegt dat we discipline nodig hebben. Zeker! We hebben discipline nodig, maar de vraag is, van wie en voor wie?
De bewering van kameraad Dan dat de revolutionaire internationale socialisten de noodzaak van een sterke revolutionaire Regering ontkenden, is dan ook niet waar[11]. Niemand van ons heeft de noodzaak van een sterke revolutionaire Regering ontkend. De vraag is; wiens Regering en over wie? Een Regering van Prins Lvov en zijn bondgenoten over de arbeidersdemocratie? Of een Regering van arbeidersdemocratie over al haar geledingen, over het gehele volk? Dat is de kwestie, kameraden! Ik beweer dat we op het moment van demobilisatie we de allersterkste regering nodig hebben.
Als soldaten nu deserteren uit het leger, of zich te buiten gaan op stations, of broodwinkels plunderen, dan zien ze zichzelf als rebellen, zoals stakers dat ook wel doen, tegen de Regering die boven hem staat. Als er een Regering boven hen staat die is voortgekomen uit de Sovjet van Arbeidersafgevaardigden, een sterke macht, dan zullen de wetsovertreders zich niet als een staker voelen, maar als een stakingsbreker.
Ja, het is nodig om de algemene opvatting onder arbeiders, boeren en soldaten te scheppen en te cultiveren dat dit hun eigen Regering is. Maar zolang de Regering in handen van Lwow, Konovalov of Tretjakow is, zal geen toekomstige toespraak of smeekbede zo’n resultaat opleveren. Want de arbeiders en boeren hebben in stevig hun koppen opgeslagen dat dit de klasse van slavernij en vernederingen is. Ondanks alle bemiddeling van de socialistische Ministers zullen jullie niks voor elkaar krijgen, omdat de brede bevolking deze Regering niet als de hare ziet, op geen enkel punt.
En daarom steunen deze zogenaamde linkse oproerkraaiers, die een nieuwe Russische revolutie voorbereiden, jullie, ondanks jullie beleid, dat ik als foutief beschouw. Ze steunen de autoriteit van de sovjet van arbeiders en soldaten afgevaardigden en stellen terecht dat het huidige beleid van de sovjets een misvatting is en dat de macht in zijn geheel op haar dient te worden overgedragen; er druk in die richting moet worden uitgeoefend. En ze herinneren zich dat er geen andere revolutionaire organisatie is, anders dan de sovjets van arbeiders en soldaten afgevaardigden.
Daarom, kameraden, om die reden zal het beleid van halfslachtigheid, van verzoening, impotent blijken te zijn. Ze dreigen ons zwart te maken als onpopulair en vijandig tegenover de autoriteit van de Sovjet. Ik durf wel te beweren dat wij, met ons werk, jullie autoriteit niet ondermijnen; we zijn een onmisbaar onderdeel in de voorbereiding van de toekomst.
Er wordt nu gesproken en gefluisterd over machtsgrepen van kleine groepjes of kringen. Dat is niet waar. Op elke massabijeenkomst waar ik ben geweest en waar mij wordt gevraagd of het nu tijdis om de sovjet te verlaten, niet aan de sovjet toe te geven, met de regering te breken zeg ik: Nee! We zijn niet blij met de regering. We zijn niet blij met de Sovjet. Maar het absoluut ontoelaatbaar de macht te nemen als de Sovjet van Arbeidersafgevaardigden intern nog niet tot de realisatie is gekomen dat ze, in dit kritieke tijdperk, zelf de verantwoordelijk moet nemen voor deze vervloekte erfenis van het tsarisme en de steeds dieper wordende militaire ineenstorting onder deze eerste liberale regering.
Alleen de Sovjet van arbeiders, boeren en soldatenafgevaardigden zijn in staat om een element van echte creatieve revolutionaire discipline in het bewustzijn van de hongerende volksmassa’s te brengen, want zij beginnen al te wanhopen. Alleen dit, kameraden, het negeren van de belangen van private eigendom, kan onze meest urgente taken oplossen. Het beleid dat de meeste Ministers propageren, dat de Grondwettelijke Vergadering alle problemen zal oplossen deugt niet. Dat is in de kern liberale politiek. De Grondwettelijke Vergadering zal veel oplossen, maar die moet goed voorbereid worden en de voorwaarden moeten worden gecreëerd voor haar instelling. Maar deze situatie van ineenstorting, van toenemend wantrouwen over incapabel bestuur, kan het bijeenroepen van een Grondwettelijke Vergadering definitief ondermijnen.
De zwarte kraaien van de Vierde Staatsdoema zijn niet achterlijk, zij staan op hun klassenpost [12]. Hun handlangers in de regering saboteren de creatieve arbeid van de Pesjekonovs en proberen de Russische revolutie door uithongering tot overgave te dwingen, haar voedselvoorziening, haar landbouw, industrie en diplomatieke inspanningen. Op al die terreinen ondermijnt het beleid van uithongeren en uitputten de autoriteit van de Regering en het vertrouwen in haar. Ze beweegt naar rechts en zit in het Taurische paleis te wachten op, in Krinski’s woorden, het wanhopen van de massa’s en het verlangen naar de oude Tsaar en een sterke regering van Oktobristen [13]. Dan komt Rodzjanko weer tevoorschijn, dezelfde Rodzjanko die het toonbeeld van de Russische revolutie was. Wiens portret in ieder dorp hangt als Vader van de Voorlopige Regering. Dan zal hij zijn Goetskow installeren, die jullie vanaf rechts zal insluiten en ons vanaf links.
Kameraden, ik heb niet de hoop dat ik jullie vandaag zal overtuigen, dat zou te overmoedig zijn van mijn kant. Wat ik vandaag probeer te bereiken is jullie bewust te maken van het feit dat, wanneer we tegen jullie zijn, we dit niet doen uit vijandige, sektarische bedoelingen, maar omdat we, samen met jullie, lijden onder alle krampen en pijnen van de revolutie. Maar wij zien andere antwoorden dan jullie en we zijn er stevig van overtuigd dat, als jullie de revolutie van vandaag consolideren, wij voor jullie de revolutie van morgen voorbereiden.
Wij zijn de meest revolutionaire linkervleugel aan het mobiliseren en als de politiek van het dubbele machtsvacuüm, dat van de sovjet en de regering, tot een contrarevolutionaire crisis zal leiden en Goetskov en Rodzjanko de revolutie weg komen vagen, dan zullen jullie zien dat wij van links niet de achterste rijen in de strijd zullen innemen, om samen met jullie de ontwikkeling en verdieping van de revolutie te bevechten.
Verklarende aantekeningen:
1] Zie blz. 416, deel 1 van Geschiedenis van de Russische Revolutie; Leon Trotski; uitgave Marxisme.be 2017.
2] Uit Pravda nr. 75, 7 juni, 1917, onder de titel: Toespraak op de bijeenkomst van het Eerste AlRussische Congres over de verhouding tot de Voorlopige Regering. Voor het eerst uit het Russisch naar het Engels vertaald door Pete Dickenson, naar het Nederlands door Peter den Haan in: Socialism Today; nr. 209, juni 2017.
3] De nieuwe Minister van voedselvoorziening, benoemd met de vorming van de tweede Voorlopige Regering in mei (de eerste coalitieregering), was Alexei Pesekonow, leider van de rechtse sociaaldemocratische afsplitsing van de sociaalrevolutionairen; de Socialistische Volkspartij. Hij was lid van de Sovjet van Petrograd.
4] Alexander Konovalov; textielmagnaat en leider van de liberale Vooruitgangspartij.
5] Pavel Perewersew, lid van de SR-en en Minister van Justitie in de eerste Voorlopige Regering.
6] Matvej Skobelev; voormalig aanhanger van Trotski in Oostenrijk, werd een vooraanstaand Mensjewiek in de Sovjet van Petrograd en Minister van Arbeid in de coalitieregering.
7] Leon Bransom; voormalig Doema vertegenwoordiger (1906-1907) voor de Bund, de Joodse arbeiderspartij en de Litouwse Trudoviks (arbeiders) groep.
8] Irakli Tseretelli; leidende Mensjewiek en Minister van Post en Telegrafie in de regering. De Zwarte Honderd waren antisemitische knokploegen die door Tsaar Nicolaas de 2e werden gesteund.
9] Kroonstad was de marinebasis vlak bij Petrograd en speelde een vooraanstaande rol in de revolutie. In mei 1917 had de Sovjet van Kroonstad het bestuur van de regio overgenomen uit protest tegen het verraad van de Voorlopige Regering.
10] Andrei Sjingarew, lid van de Cadetten Partij, Minister van Landbouw en daarna Financiën in de eerste Voorlopige Regering. Michael Tsjeretsjenko was een niet partijgebonden grootgrondbezitter. Minister van Buitenlandse Zaken in alle drie Voorlopige Regeringen. Prins Georgei Lwow was de leider en Minister President van de eerste Voorlopige Regering.
11] Fjodor Dan; prominent leider van de Mensjewiki, rechtervleugel van de Russische arbeiderspartij.
12] De Vierde Staatsdoema was de laatste Doema onder de Tsaar. Officieel bestond ze tot 6 oktober 1916, maar werd definitief teniet gedaan door de februari-revolutie in 1917.
13] Oktobristen; een rechtse, pro-monarchistische, pro-oorlogspartij, geleid door Alexander Goetskov en Michael Rodzjanko.
-
‘De Verraden Revolutie’, een marxistische analyse van het stalinisme

In februari verkrijgbaar: ‘De Verraden Revolutie’ door Leon Trotski, voor het eerst in het Nederlands in boekvorm! Het boek zal 15 euro kosten (verzendingskosten inbegrepen) of 12 euro indien er geen verzendingskosten zijn. Wil je nu al je exemplaar bestellen? Dat kan door 15 euro te storten op BE 48 0013 9075 9627 van ‘Socialist Press’ met vermelding ‘De Verraden Revolutie’. De Verraden Revolutie van Leon Trotski vormde de eerste grondige marxistische analyse van het stalinisme. Het boek werd in 1936 geschreven, toen Trotski reeds jarenlang in ballingschap op de vlucht was voor het stalinisme.
Toch is dit boek geen persoonlijke afrekening, het is een analyse van de objectieve omstandigheden die een opmars van een reactionaire bureaucratie in de Sovjet-Unie, de eerste arbeidersstaat uit de geschiedenis, mogelijk maakten.
Reeds in 1936 voorzag Trotski het gevaar van een kapitalistisch herstel indien er onder invloed van revolutionaire gebeurtenissen in de rest van de wereld geen politieke revolutie in de Sovjet-Unie kwam die de bureaucratie aan de kant schoof om plaats te maken voor echte arbeidersdemocratie.
Tot vandaag wordt de stalinistische karikatuur van het marxisme regelmatig als argument tegen socialisten gebruikt. De Verraden Revolutie blijft een krachtig antwoord op dit argument. Dit is de allereerste uitgave van dit boek in het Nederlands. Hieronder het voorwoord door Baptiste (Nijvel) bij deze uitgave.
Bij de eerste nederlandstalige uitgave
De Russische revolutionair Leon Trotski schreef ‘De Verraden Revolutie’ in een periode die van groot belang was voor de wereldwijde arbeidersbeweging. Sinds 1917 woedde de klassenoorlog over de grenzen heen. Deze vloed van arbeidersstrijd werd deels aan banden gelegd door de economische crash van 1929 waarbij de arbeidersbeweging aanvankelijk verlamd was. Bovendien had het enthousiasme na de Russische Oktoberrevolutie in geen enkel ander land geleid tot een blijvende geslaagde breuk met het kapitalisme.
In 1936 bevond de situatie zich opnieuw op een keerpunt. De denegeratie van de Sovjet-Unie werd nog sterker in de verf gezet door de Moskouse processen, showprocessen waarbij duizenden prominente personen weg gezuiverd werden. In Duitsland had Hitler de macht kunnen nemen in de navolging van de nederlagen van de arbeidersbeweging bij de revolutionaire mogelijkheden die zich na 1917 meermaals voordeden. In Spanje, de zwakke schakel in het Europese kapitalisme, was er een revolutionaire periode. Nadat ze dit eerder in China deden, gingen Stalin en zien kliek opnieuw over tot het saboteren van de kansen op succes. Het opende de weg voor de extreemrechtse dictatuur onder leiding van Franco die de arbeidersbeweging hard aanpakte. Het is in deze context, versterkt door de achtergrond van de grootste economische depressie uit de geschiedenis van het kapitalisme, dat een nieuwe imperialistische wereldoorlog onvermijdelijk werd.
Trotski beperkt zich in ‘De Verraden Revolutie’ niet vaststellingen van de situatie in de Sovjet-Unie. De enorme verdienste van zijn werk is dat hij nagaat op welke basis de eerste arbeidersstaat uit de geschiedenis een dergelijke reactionaire bureaucratie kon voortbrengen. Trotski analyseert tevens wat de Sovjet-Unie nog kan betekenen voor de internationale arbeidersbeweging in de aanloop naar wat de Tweede Wereldoorlog zou worden.
Wat is stalinisme?
In tegenstelling tot hoe het door burgerlijke historici al decennialang wordt voorgesteld, was de strijd tussen Trotski en Stalin geen ‘opvolgingsoorlog’. Het was geen strijd van twee ‘kinderen’ die elk de gezinserfenis willen binnen halen ten koste van de andere. Als dat het geval was geweest, valt het niet uit te leggen dat Trotski er niet als winnaar uitkwam. Hij was de historische leider van het Rode Leger en van de Sovjet van Sint-Petersburg. Zijn politieke werk droeg bij tot het versterken van de Bolsjewieken. Het was evenwel Stalin die het haalde, een revolutionair van de tweede rij wiens politieke niveau niet bepaald opmerkelijk was. In werkelijkheid was het een strijd tussen de linkse oppositie die zich baseerde op het programma van Lenin aan de ene kant en de opkomende bureaucratie belichaamd door zijn meest natuurlijke vertegenwoordiger aan de andere kant.
Deze verklaring voltstaat niet als het niet in een historische context wordt gezien, als er niet wordt ingegaan op de materiële voorwaarden die tot deze tegenstellingen hebben geleid. De theorie van de spontane ontwikkeling geldt evenmin voor Stalin en zijn kaste als voor het verklaren van de aanwezigheid van een rat in een garage of van schimmel op kaas. De fundamentele reden voor de aanzienlijke ontwikkeling van een laag van bureaucraten aan de top van de Sovjet-Unie is in essentie niets anders dan de mislukking van de wereldwijde revolutie. Anders gezegd: het isolement van een arbeidersstaat die economisch achterop loopt in een imperialistische oceaan.
De marxisten, en Marx als eerste, hebben uitgebreid uitgelegd hoe het kapitalisme in haar ontwikkeling diepgaande tegenstellingen heeft ontwikkeld. Tegenover het feodalisme vervulde het kapitalisme een progressieve rol (door de ontwikkeling van de industriële productie), maar het systeem botste op zijn beperkingen. De private eigendom van de productiemiddelen en de winsthonger die eruit voortkomt, kunnen slechts leiden tot een anarchistische productie die regelmatig ingaat tegen de behoeften van de samenleving. Dit alles wordt gebaseerd op uitbuiting van de arbeidskracht van de mens die hierdoor geen degelijk leven kan leiden en ook de door hem geproduceerde waarde niet kan consumeren. Het kapitalisme is een productiewijze die voorbijgestreefd is door de ontwikkeling van de cultuur, techniek, wetenschap,… door de volledige samenleving. De oplossing om deze rem op verdere ontwikkeling weg te nemen, bestaat uit het overnemen van de economie door de grote arbeidersklasse die door het kapitalisme is ontstaan.
Op dezelfde wijze als een geïsoleerd bedrijf in handen van zijn personeel gedoemd is om te mislukken in het kader van neoliberale concurrentie, is ook een alleenstaande arbeidersstaat niet in staat om blijvend stand te houden in het kader van de imperialistische barbarij. Het doel van socialisme is niet om een productiesysteem te vestigen dat concurrentie voert met het kapitalisme, het doel is om een einde te maken aan het kapitalisme en de inherente armoede voor de meerderheid van de bevolking. De kapitalisten zijn zich daar ten stelligste bewust van. Hoe geïsoleerder hun vijand staat, hoe gemakkelijker ze die kunnen aanvallen. Het socialisme is steeds van een internationalistisch standpunt uitgegaan. De eerste theorie die het socialisme in slechts één land probeerde te rechtvaardigen, dateert van 1924 en komt van Stalin. Voorheen had de linkerzijde nooit het idee voortgebracht dat een economisch achtergebleven land “definitief tot het socialisme” zou komen vooraleer het socialisme gevestigd werd in de ontwikkelde kapitalistische landen.
In de eerste jaren na de overwinning van oktober 1917 ging de Sovjet-Unie gebukt onder militaire aanvallen van niet minder dan een twintigtal imperialistische landen, waaronder ook België. Het leidde in de Sovjet-Unie onvermijdelijk tot toegevingen om de Sovjet-Unie op de been te houden. Het overleven van de arbeidersstaat op middellange termijn werd door de arbeidersbeweging in West-Europa duidelijk als een overwinning gezien. Maar het oorlogscommunisme, de nieuwe economische politiek, de beperkingen op democratisch vlak, al deze maatregelen hadden een strikt tijdelijk karakter in afwachting van een revolutie in Europa.
Naarmate deze noodmaatregelen langere tijd in voege bleven, nam het aantal complicerende factoren ook toe. Het stalinisme is de onvermijdelijke kristallisatie van deze tegenstellingen. Voor een laag van de bevolking werden de toegevingen en de symptomen van de mislukking van de wereldrevolutie cynisch genoeg een doel op zich om de schaamteloze privileges te beschermen. Deze privileges van een toplaag waren in laatste instantie het resultaat van de tekorten, op dezelfde manier als dit in andere productiesystemen gebeurt. Zoals Marx reeds opmerkte: “De ontwikkeling van de productiekrachten is een absoluut noodzakelijke praktische voorwaarde [voor het socialisme], omdat zonder deze het gebrek algemeen wordt en daarmee de strijd om de eerste levensbehoeften weer oplaait en dat zal betekenen dat alle oude troep weer op zal leven.” De ‘oude troep’ leefde in de Sovjet-Unie inderdaad terug op.
Geconfronteerd met het isolement en de vele tekorten, greep de opkomende bureaucratie steeds meer terug naar de distributienormen uit de kapitalistische landen waarbij de “belangrijkste” mensen eerst aan bod kwamen. Hierna verbreedde de bureaucratie haar sociale basis door een nieuwe laag van geprivilegieerden te ontwikkelen doorheen de beweging van Stachanovisten, de hardst werkenden. Op termijn zou Stalin zelfs in de grondwet omschrijven wat volgens hem het principe van het socialisme was, met name “Van ieder naar zijn kunnen, aan ieder naar zijn arbeid.” Het was de bekroning van het bureaucratisch centralisme.
Naar wat zou het leiden?
Gorbatsjov was een centrale figuur van de perestrojka, de opening van de Sovjet-Unie eind jaren 1980. Hij is tot op vandaag een van de meest gehate figuren in Rusland. Gorbatsjov wordt gezien als de verantwoordelijke voor het afnemen van de sociale verworvenheden van de werkende bevolking en voor de enorme armoede nadat de Sovjet economie aan het kapitalisme werd overgedragen. In grote lijnen klopt dit ook. Veel commentatoren waren verrast door de val van de Sovjet-Unie, dit systeem van “reëel bestaand socialisme”. In ‘De Verraden Revolutie’ legt Trotski niet alleen uit wat dit ‘reëel bestaand socialisme’ inhield, maar ook dat de machtspositie van Stalin op de tegenstellingen in de Sovjet-Unie was gebaseerd maar deze niet afschafte. Een status quo met het kapitalisme was niet houdbaar op langere termijn, hoe hard de stalinistische leiders dit ook wensten.
De geplande economie had enorme voordelen in de economische ontwikkeling. Nooit voorheen kende een economie een dergelijke snelle ontwikkeling als Rusland in de jaren 1920 en 1930. Maar arbeidersdemocratie is voor een geplande economie even nodig als zuurstof dat is voor het functioneren van een menselijk lichaam. Bij afwezigheid hiervan kan de planmatige aanpak zijn progressieve rol niet ten volle spelen en komt het onvermijdelijk terecht in tal van economische bochten die uiteindelijk leiden tot stagnatie van de economie. Ondertussen nemen de sociale tegenstellingen toe. Enerzijds is er een kleine laag van de bevolking die van burgerlijke normen bij de verdeling van de tekorten geniet, anderzijds is er een brede laag van de bevolking die daar het slachtoffer van is. Een dergelijke situatie kan niet oneindig standhouden.
Het ontbrak niet aan symptomen. De leiders vonden steeds minder steunpunten onder de jongeren en er werd steeds meer gezocht naar individuele oplossingen. Stalin kon op elk symptoom, net zoals op elk tekort, slechts antwoorden met enerzijds groteske grootspraak over het socialisme en anderzijds onderdrukking en brutale repressie. De bureaucratie was niet in staat om oplossingen te bieden op basis van het ‘reële socialisme’ en kopieerde dan maar steeds meer de methoden die ook in de kapitalistische landen bestaan.
Trotski bracht twee mogelijke toekomstperspectieven naar voor. Ofwel zou een politieke revolutie plaatsvinden waarbij de macht uit de handen van de bureaucratie werd genomen om de arbeidersdemocratie in ere te herstellen. Dit zou onder druk van internationale gebeurtenissen, in het bijzonder geslaagde revoluties in West-Europa, een mogelijkheid worden. De andere optie die Trotski naar voor schoof, was deze van een kwalitatieve stap van de bureaucratie in de richting van kapitalistisch herstel (de Sovjet-Unie bleef ondanks de deformaties immers een arbeidersstaat). Jammer genoeg heeft dit laatste scenario zich gerealiseerd.
De strijd voor socialisme vandaag
Het verdwijnen van het ‘Oostblok’ heeft ook geleid tot een afname van de invloed van het stalinisme op revolutionaire ontwikkelingen doorheen de wereld. Maar dit betekent niet dat de lessen van ‘De Verraden Revolutie’ minder belangrijk geworden zijn.
Vanaf 2007-08 zagen we een harde economische ineenstorting en recessie zoals we dit niet meer zagen sinds de periode na de crash van 1929. Na een eerste fase van apathie kwam de woede van de massa’s sterk naar voor. In 2011 waren er massale bewegingen doorheen Noord-Afrika en het Midden-Oosten. Het doel daarvan was duidelijk: de dictators verjagen en een einde maken aan hun neoliberale beleid. Er werden gedeeltelijke overwinningen geboekt, verschillende dictators kwamen ten val. Het enthousiasme dat dit teweegbracht, leidde internationaal tot een opgang van strijd en tot hoop onder miljoenen jongeren, werkenden, armen,… Maar de revolutionaire opstanden leidden niet tot een breuk met het kapitalistische systeem waardoor alle ‘oude troep’ kon standhouden. De mogelijkheid van revolutie werd algemeen erkend, maar het blijkt geen gemakkelijk en rechtlijnig proces te zijn.
Deze periode van revolutie en contrarevolutie is nog niet afgesloten. Het bewustzijn van de arbeidersbeweging loopt achter op de objectieve situatie, maar kan door de loop van de gebeurtenissen grote stappen vooruit zetten, zeker indien overwinningen worden behaald. Waar er na de val van de Sovjet-Unie werd gezegd dat dit het einde van de geschiedenis betekende en dat het kapitalisme definitief had overwonnen, is het nu duidelijk dat de komende jaren door strijd en bewegingen kunnen gekenmerkt worden, zelfs indien er tijdelijke terugvallen zijn.
Voor marxisten zal het belangrijk zijn om in deze situatie politiek tussen te komen. Een politieke duidelijkheid over het stalinisme en het karakter ervan, is essentieel voor elke revolutionaire militant. Wie voor een socialistisch alternatief opkomt, wordt immers vaak met het voorbeeld van Stalin geconfronteerd in discussies. Het is onze taak om het programma van het socialisme geduldig uit te leggen en daarbij ook in te gaan op de ervaringen van de Sovjet-Unie.
We willen een wereldwijde revolutionaire partij uitbouwen. Een overwinning op nationaal vlak is slechts het begin van een proces, van een strijd die op het internationale terrein wordt beslist. Het doel van ‘De Verraden Revolutie’ is niet om te kunnen meepraten over de Sovjet-Unie, maar om activisten politiek te versterken en voor te bereiden op revolutionaire situaties in de toekomst. Strategie en tactieken mogen niet aan het toeval overgelaten worden. Het zijn instrumenten in de opbouw van een krachtsverhouding en om strijdbewegingen tot overwinningen te brengen. Een verkeerde tactiek – het handelsmerk van de buitenlandse politiek van het stalinisme – kan de voorhoede van de arbeidersklasse onthoofden en de weg vrijmaken voor de ergste reactionaire stromingen. In die zin zijn de tactische en programmatorische discussies waar Trotski gedetailleerd op ingaat voorbeelden die we kunnen gebruiken om een meer uitgewerkt inzicht te krijgen in onze interventies en ons programma.
Het kapitalisme biedt de meerderheid van de bevolking steeds meer elementen van barbarij. Een systeem dat enorm veel rijkdom creëert en toch een zesde van de wereldbevolking honger laat lijden, heeft haar houdbaarheidsdatum overschreden. In plaats van de enorme sociale behoeften aan te pakken, gaat de aandacht van de toplaag binnen dit systeem uit naar allerhande vormen van speculatie om de winsten op te drijven. Dat dit ten koste van het industriële weefsel of zelfs ten koste van volledige landen gaat, denk maar aan Griekenland, laat de kapitalisten koud. Alle sociale verworvenheden zijn bedreigd, wat de economische problemen nog verdiept, terwijl een kleine minderheid zich verder verrijkt en ons harde besparingen oplegt. Het kapitalisme heeft ons geen toekomst te bieden. Dit systeem heeft geen enkele progressieve rol meer te spelen, het is door en door reactionair. De strijd voor socialisme is meer dan ooit nodig, enkel een democratisch geplande economie kan ervoor zorgen dat geproduceerd wordt naar de behoeften van de meerderheid van de bevolking zodat de levens- en arbeidsvoorwaarden van iedereen verbeteren.
De “vrienden van de Sovjet-Unie”
In de traditie van Marx, Engels en Lenin maakt ook Trotski in ‘De Verraden Revolutie’ gebruik van de politieke polemiek. Hij dient de “vrienden van de Sovjet-Unie” van antwoord. Het gaat om militanten of commentatoren van buiten de Sovjet-Unie die kritiekloos het stalinisme verdedigden. “Het is het minste kwaad in vergelijking met het kapitalisme”, was een van de argumenten daartoe. De vrienden van het stalinisme zagen niet in hoe de bureaucratie een rem vormde op de ontwikkeling van iedere revolutionaire kans en uiteindelijk op iedere hoop in de strijd voor socialisme op wereldvlak. We kunnen dit toeschreven aan naïviteit, slechte wil of minstens toch domheid. Dat is ook het karakter van diegenen die tot op vandaag vrienden van het stalinisme blijven.