Tag: transfobie

  • Girl: populaire film kan begrip voor transgenders vergroten

    De film ‘Girl’ van regisseur Lukas Dhont is sinds oktober te zien in onze bioscoopzalen. Op de première tijdens het Gentse filmfestival werd de film met een staande ovatie onthaald. Eerder haalde de film op de wereldpremière in Cannes vier prijzen binnen, waaronder de Camera D’Or prijs voor beste debuut. Het verhaal gaat over Lara, een vijftienjarige meisje dat ballerina wil worden maar geboren is in een jongenslichaam.

    door Mauro (Gent)

    De film is zeker de moeite waard en kan hopelijk onder een breed publiek bijdragen tot meer begrip voor transpersonen. De film is niet activistisch bedoeld en is evenmin een documentaire. Niet alle obstakels waarop transpersonen botsen komen aan bod. Maar het verhaal van Lara wordt heel realistisch gebracht en laat de kijker meevoelen met het proces dat Lara en haar familie doormaken. De traagheid waarmee de lichamelijke transitie zich voltrekt, lijkt terug te komen in het eerder trage tempo van de film. Een traagheid die soms tragische gevolgen kan hebben voor transpersonen.

    Ongeveer 40% van de transgender personen in Vlaanderen heeft het afgelopen jaar een zelfmoordpoging ondernomen. Dit is hallucinant veel. Er zijn heel wat mogelijke oorzaken: weinig steun vinden in de omgeving, het ervaren van transfobisch geweld, maatschappelijke uitsluiting, geen toegankelijke hulpverlening vinden, …. Momenteel hebben transpersonen recht op een aantal gratis gesprekken met de psychologen in het Genderteam, maar de wachttijd voor een eerste gesprek is langer dan één jaar. Wie vandaag belt, krijgt geen afspraak maar komt op een wachtlijst. Dit toont dat de transgenderconventie, een maatregel van minister De Block eerder dit jaar, duidelijk ontoereikend is. Zowel volwassenen als kinderen en jongeren kunnen geen aanspraak maken op gepaste en toegankelijke hulpverlening. Het wegwerken van deze wachtlijsten is essentieel om transpersonen degelijk te ondersteunen en de kans op zelfdoding te verminderen. De film Girl en de aandacht voor het transgender thema in de media kunnen we enkel toejuichen. Jammer genoeg kunnen mensen die hierdoor (vaak na lang twijfelen) de stap zetten naar hulpverlening niet voldoende snel geholpen worden.

    De wachtlijsten voor transgender personen zijn het gevolg van een jarenlang gebrek aan investeringen in gezondheidszorg. Het aantal transpersonen dat hulp zoekt, is de laatste jaren exponentieel gestegen, zonder dat er voldoende middelen voorzien werden. Daarnaast is er heel weinig ondersteuning voor de omgeving van transgenders: partners, familie etc. Het Transgenderinfopunt is één van de enige organisaties waar de omgeving terecht kan, maar het krijgt onvoldoende subsidies om aan de grote vraag naar ondersteuning te beantwoorden.

    De ‘keuze’ om zichzélf te zijn, betekent vandaag voor transpersonen eveneens het risico lopen in armoede te belanden. De besparingen op publieke diensten treffen transpersonen extra hard én versterken de verdeeldheid. Transpersonen ervaren discriminatie op de huurdersmarkt en op de arbeidsmarkt. Investeringen in gezondheidszorg, betere uitkeringen en meer sociale woningen zijn essentieel om dit te voorkomen. De eisen die belangrijk zijn om tegemoet te komen aan de behoeften van transpersonen, zijn dezelfde sociale eisen waarrond de vakbonden werknemers kunnen verenigen, zowel cis als trans. Onze neoliberale samenleving kan onmogelijk een warme samenleving zijn voor transpersonen. Eengemaakte strijd is het beste middel tegen transfobie in de samenleving.

  • Strijden voor trans-gelijkheid!

    De positieve media-aandacht en reacties op de coming-out van Bo Van Spilbeeck als transvrouw zijn hartverwarmend. Enkele decennia geleden zou dit onmogelijk geweest zijn: er is een duidelijke verschuiving in de publieke opinie. Slechts enkele extreemrechtse studenten namen er aanstoot aan (zie ons artikel daarover). De onderliggende problemen zijn wel breder. Het feit dat er zoveel aandacht is voor Bo Van Spilbeeck geeft op zich aan dat transitie nog als ‘ongewoon’ wordt gezien. Een groeiende openheid neemt discriminatie en andere problemen bovendien niet weg, het kan wel een basis vormen om de strijd voor trans-gelijkheid op te voeren.

    Transgenders worden nog consequent geconfronteerd met met onbegrip, discriminatie en geweld. Dit zorgt voor stress en uitsluiting, wat onder meer tot uitdrukking komt in immens hoge zelfmoord- en depressiecijfers. Uit onderzoek van 2009 blijkt dat 62% van de transgenders uit het onderzoek in België ooit zelfmoordgedachten had en 22% minstens één zelfmoordpoging ondernam. Internationaal ondernam 30-60% een zelfmoordpoging (zie https://www.zelfmoord1813.be/sites/default/files/Factsheet_LGBT.pdf). Verder heeft 53% van de transgenders te maken met discriminatie bij het zoeken naar werk. Op wereldvlak wordt om de drie dagen een persoon vermoord omdat hij of zij transgender is. Er zijn stappen gezet in het aanvaarden van transgenders, maar er is duidelijk nog een lange weg te gaan.

    Als we het leven van mensen die lijden onder genderdysforie willen verbeteren, opkomen tegen geweld op LGTBQI+ en de hoge zelfmoordcijfers onder transgenders en holebi’s willen doen dalen, dan moeten we bouwen aan een beweging die actief tegen transfobie strijdt en zo de uitsluiting kan verhelpen. De erkenning van studentengroepen als KVHV, NSV, … – die de voorbije dagen met hun transfobe boodschap in de media aan bod kwamen – moet ingetrokken worden: waarom worden subsidies gegeven om een boodschap van haat te verspreiden onder studenten? Geen platform voor haat en discriminatie!

    Er is nood aan voldoende middelen en begeleiding voor scholen om seksuele voorlichting te geven die niét heteronormatief is en ook ingaat op vragen rond gender en geslacht. Dit vereist meer middelen voor onderwijs.

    Hetzelfde geldt voor gezondheidszorg. Er moet geïnvesteerd worden met een volledige terugbetaling van de behandeling van mensen met genderdysforie door de ziekteverzekering (bv. de noodzakelijke hormonen en operaties). Er moeten nog meer middelen geïnvesteerd worden in de begeleiding van mensen met genderdysforie zodat de lange wachttijden in het Genderteam aangepakt kunnen worden. Op dit ogenblik wordt bespaard op de zorgsector, dat leidde eerder al tot protest van het zorgpersoneel in de zogenaamde ‘Witte Woede’. Wij willen geen verschuiving van middelen, maar meer middelen voor zorg zodat er voldoende personeel en goede zorg is.

    Op de huizenmarkt, de arbeidsmarkt en in het dagelijkse leven is er nog steeds discriminatie van LGBTQI+. Dit aanpakken kan het beste door antwoorden te vinden voor sociale tekorten: een massaal project van publieke investeringen in sociale huisvesting bijvoorbeeld kan alle huurprijzen drukken en bovendien de toon zetten voor een huizenmarkt zonder discriminatie.

    Willen we een samenleving zónder transfobie zullen we moeten vechten voor de aanvaarding en gelijkwaardering van alle mogelijke diversiteit aan gezinsvormen, niet enkel het hetero-normatief kerngezin. Deze strijd is onlosmakelijk verbonden met de strijd tegen het kapitalistisch systeem dat het klassiek gezin gebruikt om nieuwe arbeidskrachten te kweken en huishoudelijke taken te individualiseren.

    Solidariteit opbouwen met de LGBTQI+ gemeenschap is onontbeerlijk in de strijd tegen transfobie en moet een aanzet zijn voor verdere discussie over welk programma nodig is tegen alle vormen van discriminatie. We steunen de solidariteitsactie van Gentse studenten (zie: https://www.facebook.com/events/1774883559480918/). Daarnaast roepen we op tot een strijdbare mars op 8 maart tegen seksisme, discriminatie en afbouw van de openbare diensten. In Gent, Antwerpen en Brussel is er op de internationale vrouwendag (8 maart) een mars tegen seksisme.

     

  • Geen transfobie in de Raad van Bestuur! Campagne nodig tegen Van Langenhove aan UGent

    Extreemrechtse transfobie bij jonge VB’ers en N-VA’ers

    Foto: Jente

    Het was bijna onvermijdelijk: een positief verhaal over transgenders moest wel tot kritiek van extreemrechts leiden. Het conservatief-katholieke KVHV en de extreemrechtse NSV probeerden elkaar te overtroeven in transfobie naar aanleiding van de aandacht rond de coming-out van Bo Van Spilbeeck.

    In het rechtse opbod – verdeeldheid is zo hard hun core-business dat ze ook onderling verdeeld zijn – haalde het KVHV de meeste aandacht. De extreemrechtse studentenvertegenwoordiger Dries Van Langenhove mocht zelfs zonder kennis over genderdysforie en transitie een woordje op Terzake komen zeggen. Daarmee werd meteen ook de aandacht gevestigd op zijn extreemrechtse club ‘Schild & Vriend.’

    De Gentse afdeling van het KVHV stelde: “De nieuwe keizer van politiek correct Vlaanderen is geen vrouw, maar een man die worstelt met een genderidentiteitsstoornis. De dapperen zijn zij die deze dystopische bubbel doorprikken.” Van Langenhove had het in Terzake over een genderidentiteitsstoornis en hij veroordeelde het normaliseren van geslachtsverandering. Hij werd daar vakkundig van antwoord gediend door Petra De Sutter, maar achteraf bleef de vraag: waarom in hemelsnaam een extremist als Van Langenhove in een TV-studio uitnodigen? Aanzetten tot haat is immers iets anders dan vrije meningsuiting.

    Ook bizar dat Van Langenhove na alle mediabelangstelling die hij kreeg, bleef uithalen naar de “politiek correcte gedachtenpolitie.” Alsof wie vandaag tegen verdeeldheid en haat ingaat “mainstream” en “politiek correct” zou zijn… De heersende ideologie is nog steeds die van de heersende klasse en die heeft verdeeldheid nodig om de eigen heerschappij te behouden.

    Als er verdeeldheid kan gezaaid worden, staan KVHV en co op de eerste rij. Deze rechtse studenten voerden eerder protestacties tegen werknemers die voor hun rechten en verworvenheden opkwamen in de stakingen van 2014. Van Langenhove en co werden daarin bijgestaan door Siegfried Bracke en andere N-VA’ers. Toenmalig Antwerps KVHV-kopstuk Wouter Jambon (zoon van) sprak zich op hetzelfde moment uit voor hoger inschrijvingsgeld voor studenten zodat niet iedereen zou kunnen studeren. Jambon jr en zijn Antwerpse KVHV’ers waren nadien ook betrokken bij een actie van katholieke fundamentalisten waarbij onder de naam ‘mars voor het gezin’ onder meer werd uitgehaald naar holebi’s (en dat op dezelfde dag als de Brusselse Pride waarop N-VA partijgenoten een delegatie had…). Ondertussen organiseerden de KVHV’ers een reeks meetings met Theo Francken aan de universiteiten om duidelijk te maken dat ook migranten niet welkom zijn. Het was overigens bij deze meetings dat Van Langenhove en co overgingen tot het opzetten van hun groep ‘Schild en Vriend.’

    Nadat ze hun afkeer tegenover armere studenten, holebi’s, migranten en syndicalisten in de verf gezet hebben, is het niet verrassend dat de rechtse studenten ook transfoob zijn. Deze verdeeldheid heeft uiteraard een doel: het asociaal beleid gemakkelijker kunnen opleggen. KVHV en co werpen zich op als de stoottroepen van de neoliberale regering. Door ‘Schild en Vriend’ op te zetten, maken ze dat nog concreter. Intimidatie tegen andersdenkenden op het internet dreigt daardoor over te slaan naar intimidatie en geweld op straat. Dat zagen we eerder ook met de Amerikaanse alt-right, een belangrijke inspiratiebron voor de extreemrechtse studenten.

    Deze positionering van de extreemrechtse jongeren wijst op een zoveelste spreidstand bij N-VA. Van Langenhove was amper uitgesproken op televisie of in het daaropvolgende programma verklaarde Liesbeth Homans dat N-VA positief staat tegenover transgenders. Dat geldt alvast niet voor de studenten die de ordedienst tijdens de Francken-meetings organiseerden en ook binnen de familie-Jambon is de steun voor transgenders niet bepaald unaniem. Als we dan toch een overaanbod aan N-VA’ers op ons scherm krijgen, kan misschien van de gelegenheid gebruik gemaakt worden om eens wat kritischer vragen te stellen?

    In KVHV zitten verschillende leden van N-VA, naast al dan niet verdoken Vlaams Belangers. Dries Van Langenhove hoort bij die laatste groep. Naar eigen zeggen heeft hij geen partijkaart om zowel bij VB als N-VA een voet binnen te hebben. Zijn KVHV liet zich bij de verkiezingsoverwinning van N-VA in 2014 opmerken op een overwinningsfeest van die partij in Gent waar de KVHV’ers subtiel ‘Cyaankali voor het FDF’ scandeerden. Eind 2015 hield Van Langenhove een reeks vormingen voor de Vlaams Belang Jongeren over ‘hoe spreken in het publiek’. Deze vormingen vonden plaats in alle Vlaamse provincies en zullen gezien het onderwerp niet snel uitbesteed worden aan een buitenstaander.

    Het is schandalig dat de haatboodschap van KVHV en NSV gesubsidieerd wordt door onder meer de Gentse universiteit. Het erkennen van KVHV en NSV als studentenverenigingen normaliseert hun transfobie. De Raad van Bestuur moet zich uitspreken tegen transfobie om de eigen transpersoneelsleden en -studenten duidelijk te maken dat het standpunt van Van Langenhove niet normaal is. Ook is er nood aan een actieve campagne om de transfoob Van Langenhove uit de Raad van Bestuur van de UGent te krijgen. Hoe kan iemand met zo’n boodschap immers de studenten vertegenwoordigen?

    Wij koppelen ons verzet tegen alles wat ons verdeelt (transfobie, seksisme, racisme, …) aan een actieve strijd voor een alternatief: goede jobs, betaalbare huisvesting, investeringen in onderwijs en zorg, … De ‘Mars tegen Seksisme’ van 8 maart is een uitstekende gelegenheid om het actief verzet tegen transfobie zichtbaar naar voor te brengen.

    • Mars Tegen Seksisme op 8 maart. 16u ULB Brussel, 19u Ossenmarkt Antwerpen, 19u30 Stadshal Gent.
  • LGBTQI. Onze rechten en vrijheden afdwingen door tegen de besparingen te strijden!

    Lesbiennes, Gays, Biseksuelen, Transseksuelen, Queers en Interseksen (LGBTQI)

    regenboogOp zaterdag 17 mei is er in Brussel de 19de editie van de Pride4Every1, de jaarlijkse optocht voor holebirechten. Maandblad De Linkse Socialist had hierover een gesprek van LGBTQI-activist Stéphane Passelecq, lid van LSP en kandidaat voor Gauches Communes bij de verkiezingen voor de Kamer in Brussel.

    Het homohuwelijk werd in 2003 ingevoerd, vanaf 2006 is adoptie door partners van hetzelfde geslacht mogelijk. Zijn er nog juridische rechten die moeten afgedwongen worden?

    Stéphane: “Er is ook op juridisch vlak nog een hele weg af te leggen op het vlak van het ouderschap, draagmoederschap of het verbod op holebi’s om bloed te geven. Het belangrijkste is dat de Belgische wet van transseksuelen en interseksen fysiologische veranderingen of medische ingrepen vereist als voorwaarde om hun geslacht legaal te erkennen. Zelfs de Verenigde Naties hebben deze eis omschreven als een vorm van marteling.

    “Interseksen [mensen met zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken] worden van bij geboorte door de medische wereld gecatalogeerd als ‘man’ of ‘vrouw’. We moeten ons verzetten tegen iedere niet-levensbelangrijke chirurgische ingreep op interseksuele kinderen. We moeten ook terugkomen op de indeling die het geslacht beperkt tot man of vrouw, die indeling houdt geen rekening met alle menselijke realiteiten. We moeten andere mogelijkheden van geslacht erkennen, of waarom de opdeling niet meteen aan de kant schuiven?

    “Transseksuelen in ons land kunnen niet vrij over hun leven beschikken, er is nog steeds de wet inzake transseksualiteit uit 2007 die transseksuelen als psychiatrische patiënten bestempelt en zelfs een gedwongen sterilisatie oplegt als ze hun geslacht wettelijk willen erkennen. Er blijft dus werk aan de winkel op juridisch vlak om gelijke rechten te bekomen voor onder meer transseksuelen en interseksen.”

    In 2012 waren er verschillende homofobe moorden in ons land. Ihsane Jarfi en Jacques Kotnik kwamen daarbij om het leven. De verschillende regeringen reageerden met een “interfederaal actieplan tegen homofoob en transfoob geweld.” Hoe staat het met de destijds aangekondigde maatregelen?

    Stéphane: “Het is belangrijk om ook lesbofobie op te nemen aangezien dit anders is dan homofobie. Het combineert doorgaans twee vormen van geweld: seksisme en homofobie. Het interfederaal actieplan bestond vooral uit papieren beloften. In het dagelijkse leven is er niets veranderd. Zelfs de officiële organisaties laten zich erg kritisch over dit actieplan uit. In dat plan werd overigens niets gezegd over de nodige financiële middelen om het te concretiseren.”

    Er werd toch voorzien in strengere straffen voor daders van homofoob, lesbofoob of transfoob geweld. Is dat geen stap vooruit?

    Stéphane: “Neen, ik denk niet dat we discriminatie kunnen oplossen door matrakken en boetes boven te halen. Er bestaan al langer strenge wettelijke maatregelen tegen geweld op vrouwen, maar toch ondergaan 36% van de vrouwen ouder dan 15 jaar in ons land een vorm van fysiek of seksueel geweld. Dat soort oplossing werkt niet. De verschillende gevestigde partijen en ook een aantal holebi-organisaties verdedigen de misvatting dat dergelijke problemen juridisch kunnen opgelost worden. Ze willen ons hiermee doen geloven dat homofobie, lesbofobie of transfobie individuele uitingen zijn die los staan van de samenleving en van de economische en sociale ongelijkheid.”

    Volgens jou kan er geen kapitalisme zijn zonder dat er ook sprake is van homofobie en transfobie?

    Stéphane: “Het kapitalisme is een ongelijk systeem gebaseerd op de uitbuiting van de werkende bevolking om een kleine minderheid te verrijken. Dat alles gebeurt op perfect legale wijze en het wordt gedekt door wetten die in de parlementen gestemd worden. Dit systeem is gebaseerd op  een fundament van economische discriminatie, de kleine elite wordt steeds rijker op de kap van de overgrote meerderheid van de bevolking.

    “De strijd tegen alle vormen van discriminatie kan geen blijvend succes opleveren als we geen einde maken aan de economische en sociale discriminatie die eigen is aan het kapitalisme. We moeten opkomen voor een economisch en sociaal systeem dat vertrekt van gelijkheid zonder de heerschappij van de ene klasse over de andere. Een geplande economie waar de werkenden niet tegen elkaar worden uitgespeeld, los van hun verschillen, en dit onder democratische controle van de werkenden gericht op de reële behoeften en met respect voor ons milieu. Kortom, we hebben nood aan een socialistische samenleving. Dat is de basis om een einde te kunnen stellen aan homofobie, lesbofobie, transfobie en alle andere vormen van discriminatie.”

    Welke concrete voorstellen zijn er om efficiënt te strijden tegen homofoob, lesbofoob en transfoob geweld?

    Stéphane: “De regeringen en gevestigde partijen hebben het vaak over het belang van het onderwijs om in te gaan tegen homofobie, lesbofobie en transfobie. Er wordt dan gewezen op onderwijsmodules over persoonlijke relaties en seksualiteit. Daar is natuurlijk niets op tegen, maar als het komt van dezelfde partijen die met hun besparingsbeleid verantwoordelijk zijn voor een tekort aan middelen voor het onderwijs klinkt het wel erg hypocriet. Het gebrek aan middelen leidt tot overvolle klassen, een gebrek aan personeel en afgeleefde gebouwen. Moeten lessen in tolerantie van daar komen? Er is dringend nood aan meer publieke middelen voor onderwijs zodat het volledig gratis en van goede kwaliteit kan zijn.

    “Veel jonge holebi’s die thuis problemen hebben, kunnen niet zomaar zelfstandig wonen omdat de huurprijzen onbetaalbaar zijn. Als een eigenaar kan kiezen tussen tientallen kandidaten, zal steeds voor een ‘goede’ huurder gekozen worden. Ook holebi’s vallen dan al eens uit de boot. Er is nood aan een radicaal plan van publieke investeringen om in Brussel alleen al 60.000 nieuwe sociale wooneenheden te realiseren en dit onder democratische controle.

    “Het allereerste Belgische onderzoek naar seksisme, homofobie en transfobie (‘Beyond the box’, 2014) concludeert: “Het scheppen van een diverse sociale omgeving op de werkvloer (…) is essentieel voor een open en tolerante blik.” Daartoe moet er natuurlijk wel voldoende werk zijn. Momenteel zijn er 600.000 werkzoekenden in ons land tegenover 40.000 openstaande vacatures. Het is niet in een dergelijke context van tekorten dat de mentaliteit zal veranderen. We moeten opkomen voor werk voor iedereen door een algemene arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen.

    “Dat soort sociale maatregelen kunnen we niet verwachten van een regering onder leiding van de PS of N-VA met  hun groene, blauwe of oranje vrienden. Na de verkiezingen van mei zullen de regeringen vier jaar lang zonder verkiezingen kunnen overgaan tot een besparingsbeleid. Dat zal leiden tot afbraak van onze openbare diensten, een afbouw van onze levensomstandigheden en sociale achteruitgang. Dat vormt een vruchtbare voedingsbodem voor discriminatie en homofobie, lesbofobie of transfobie.

    “Al wie vandaag gediscrimineerd wordt heeft nood aan eigen woordvoerders in de parlementen om onze standpunten naar voor te brengen en tegen de besparingen in te gaan. Maar dat volstaat niet. We moeten met de LGBTQI-mensen zelf actief in strijd gaan en politiek actief zijn in onze buurt, werkplaats, school, vakbond,… zelfs indien dit vaak moeilijker is dan voor hetero’s. Het is door tegen het kapitalisme te strijden dat we de basis kunnen leggen om voor echte gelijkheid op te komen.”

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop