Your cart is currently empty!
Tag: Total
-
Energiekapitalisten onteigenen, klimaatbeweging opbouwen
Sinds een paar jaar ontsnapt niemand nog aan de gevolgen van de klimaatcrisis. Of je nu slachtoffer wordt van een klimaatramp of de prijs van je winkelkar ziet stijgen door mislukte oogsten: de crisis treft ieder van ons. De druk van de klimaatbeweging zorgt voor klimaatmaatregelen, maar vervuiling en vernietiging van de planeet blijven deel van het DNA van dit kapitalistisch systeem. Wat ze ook mogen beweren, de wereldleiders, CEO’s en politici kunnen de klimaatcrisis niet bestrijden.
door Arne (Gent)
Klimaatcrisis en koopkracht: één strijd
Zelden was het zo duidelijk dat de strijd voor een betaalbaar leven en een leefbare planeet dezelfde is. Energiekapitalisten vernietigen niet alleen het klimaat maar ook de koopkracht van de werkende klasse. In 2019 stelden politici en media de klimaatbeweging voor als tegenstander van het protest voor koopkracht en de gele hesjes.(1)
Die perceptie van twee tegengestelde kampen kon lang volgehouden worden. Dat de traditionele groene partijen steeds weer met koolstof-en andere ecotaksen afkomen die door de werkende klasse betaald worden, versterkte dit.
De klimaatbeweging had moeite om zich daarvan te distantiëren. Dat kon enkel met duidelijke eisen die vertrekken van de belangen van de werkenden. Wij namen in 2019 deel aan de klimaatacties met volgende eisen:
- Meer, beter én gratis openbaar vervoer,
- Een publieke energiesector zodat energie groen en betaalbaar wordt,
- Een einde aan het patentrecht zodat groene kennis en technologie benut en publiek ontwikkeld worden,
- Voor een rationele en democratische planning van de economie.
De werkende klasse: motor tot verandering
Het zijn zij die de wereld doen draaien die het systeem kunnen veranderen. Wanneer de werkende klasse collectief overgaat tot actie via een staking wordt duidelijk wie de rijkdom produceert. De kennis die nodig is om de energieproductie te vergroenen zit in de hoofden van de werknemers, niet bij de aandeelhouders van de sector. Werkenden hebben een centrale rol te spelen in de groene transitie, maar we kunnen niet controleren wat we niet bezitten. Wij komen op voor een publieke energiesector in handen van de werkende klasse. Zo kunnen de noden van de mens en planeet het motief worden van hoe de sector er uit ziet. Groene én betaalbare energie is mogelijk. Maar hoe overtuigen we die werknemers om hun sector in eigen handen te nemen? En kunnen klimaatactivisten daar überhaupt een rol in spelen?
De rol van directe actie in massabewegingen
‘Code Rood’, een initiatief van verschillende klimaat- en middenveldorganisaties, roept op 8 en 9 oktober op tot bezettingsacties gericht tegen TotalEnergies in Antwerpen. Het eist een rechtvaardige transitie van “goede jobs in een koolstofvrije economie”. De vakbonden en werknemers moeten volgens Code Rood nauw betrokken zijn in het uitrollen van een rechtvaardige transitie. Het is positief dat Code Rood contact opnam met de vakbondsdelegatie en flyerde op de vakbondsactie van 21 september. Dat is een belangrijk verschil met bijvoorbeeld de campagne tegen de uitbreiding van de luchthaven in Luik. Toch slaagt Code Rood er erg weinig in de werknemers van TotalEnergies te enthousiasmeren voor haar directe actie. De werknemers kregen van de CEO al te horen dat het bedrijf alle nodige maatregelen neemt om de site te beveiligen. Uiteraard hebben de werknemers niet veel zin om op hun werkplaats opgepakt te worden door de robocops van De Wever.
Van een echte blokkade zal er geen sprake zijn. Maar deze actie geeft wel uitdrukking aan het gevoel dat er radicalere acties nodig zijn. Directe acties kunnen daar een rol in spelen als ze gericht zijn op zo breed mogelijke deelname en eisen verdedigen die begrepen en gesteund worden door de massa’s. In 2019 riep Extinction Rebellion op tot een directe actie aan het koninklijk paleis. Het trok veel aandacht naar de beweging, maar vooral door het politiegeweld ertegen. Een bezetting in de Wetstraat enkele maanden eerder hielp een momentum te creëren van publieke steun voor het klimaatprotest. Dat is een groot verschil met acties zoals die tijdens de Tour de France, toen enkele activisten zich vastmaakten aan de grond, of toen een activist een cake gooide naar de Mona Lisa. Hoe goed dergelijke acties ook bedoeld zijn, het gaat om individuele acties die vooral weerstand van de werkende klasse oproepen in plaats van een krachtsverhouding tegenover de heersende klasse op te bouwen.
Directe actie heeft vooral effect als het om massale acties gaat. Denk maar aan de bezettingen van paleizen afgelopen zomer in Sri Lanka en Irak, of blokkades van militair transport. Stakingen en massabetogingen zijn eveneens voorbeelden van directe acties.
De plaats van werkenden in de transitie
Het is goed dat Code Rood haar actie niet beperkt tot de bezetting van TotalEnergies, maar ook oproept tot een betoging. Zo’n betoging kan de actie groter maken en met slogans en eisen duidelijk maken dat het protest niet gericht is tegen het personeel van TotalEnergies, maar tegen een hebzuchtige directie die de belangen van de planeet én het eigen personeel ondergeschikt maakt aan de winsten.
Code Rood spreekt over een rechtvaardige transitie. De vakbonden en het personeel moeten daar niet gewoon bij betrokken worden, het is aan hen om het programma voor die transitie te ontwikkelen en deze te organiseren. Om een rechtvaardige transitie mogelijk te maken, moeten vervuilende bedrijven in publieke handen komen. De beslissingsmacht moet van de vervuilende kapitalisten overgedragen worden aan het personeel en de gemeenschap. Enkel dan zal de vervuiling echt aangepakt worden.
Klimaatactivisten en vakbonden: solidair!
Wij nemen deel aan de actie en betoging van Code Rood. We verdedigen daarbij de noodzaak om de volledige energiesector in publieke handen te nemen. We roepen tevens op om van de klimaatbetoging ‘Walk for your future’ op 23 oktober een zo groot mogelijk succes te maken. Ook daar zullen we de eis van nationalisatie van de energiesector verdedigen.
Zo kunnen we de dynamiek van strijd voor koopkracht versterken en mee helpen bouwen naar de algemene staking van 9 november. We roepen alle klimaatactivisten op om deel te nemen aan die staking of om solidariteitsbezoeken te brengen aan stakersposten die de energiesector echt blokkeren. Gooi de energiekapitalisten buiten, breng energie in publieke handen!
- Toen Macron eind 2018 een verhoging van de brandstofaccijnzen doorvoerde en zo het leven nog meer onbetaalbaar maakte, kwamen overal in Frankrijk mensen in gele hesjes op straat. Ze bezetten rotondes en organiseerden protestacties. Al gauw waren er overal ter wereld actievoerders in gele hesjes te zien tegen de corrupte heersende klasse en de oneerlijke verdeling van de rijkdom.
-
200 arbeiders Total en G4S in Jemen jarenlang niet uitbetaald en afgedankt. Solidariteit nodig!
200 personeelsleden van oliemultinational TOTAL in Jemen werden door dit bedrijf overgeheveld naar de bewakingsgroep G4S. Deze werkenden kregen een heel jaar geen loon en gingen over tot protest. De directie reageerde op dit protest met repressie. In december vielen er daarbij drie doden. Het personeel van TOTAL en G4S voert een internationale solidariteitscampagne die ondersteund wordt door het CWI, de internationale organisatie wij behoren.
Op 6 februari trokken een honderdtal werkenden naar de parlementsgebouwen in Sana’a, de hoofdstad van Jemen. Ze eisten de betaling van de achterstallige lonen en gerechtigheid voor de vermoorde collega’s. De oorspronkelijke werkgever, TOTAL, en de onderaannemer, G4S, betaalden het personeel niet gedurende meer dan een jaar. Dit gebeurde nadat de meeste economische activiteiten in het land stilvielen in 2015.
Beide bedrijven beëindigden hun contracten op eenzijdige wijze eind 2015. Ze trokken zich terug uit het land zonder het loon en de ontslagpremies van het personeel te betalen. Hierop trokken de arbeiders eerst naar de arbeidsrechtbank in Sana’a die hen in het gelijk stelde. De rechtbank besliste dat beslag gelegd werd op alle middelen van G4S en Total, waaronder de gebouwen van Total in Sana’a. De bedrijven werden opgelegd om de achterstallige lonen te betalen. In beroep werd zelfs beslist dat G4S ook de lonen van januari tot en met juni 2016 moest betalen.
TOTAL schoof de verantwoordelijkheid door naar G4S dat als onderaannemer werkte. G4S stelde de activiteiten van “G4S Jemen” ten onrechte met de naam en het logo van G4S gebeurden en dat het niet om een bedrijf van G4S gaat. Beide bedrijven weigeren dus verantwoordelijkheid op te nemen in deze kwestie. Maar daar kunnen de werkenden en hun gezinnen niet van leven. Sommigen verloren kinderen aan ondervoeding, verloren hun huis en werden dakloos, …
De oorlog en de vreselijke veiligheidssituatie in Jemen maken dat TOTAL en G4S de gerechtelijke beslissingen zomaar naast zich neer leggen. Om het personeel te intimideren, wordt tot geweld overgegaan met ingehuurde bendes. Daarbij kwamen in december drie mensen om het leven.
Het protest is hierdoor niet alleen gericht op het uitbetalen van de lonen maar ook voor gerechtigheid voor de vermoorde collega’s. Hun acties krijgen heel wat steun van mensen in Jemen, wat het zelfvertrouwen sterkt. Ook de internationale solidariteit speelt een belangrijke rol. Afgelopen vrijdag werd onder meer in Londen geprotesteerd aan de kantoren van TOTAL. Hieronder enkele foto’s en video’s van protestacties in Jemen en op internationaal vlak. Ook een video van 11 minuten in het Arabisch en het Engels gemaakt door de arbeiders uit Jemen. Betuig ook je solidariteit door dit nieuws bekend te maken op sociale media (met de hashtag #JusticeforTOTALG4SWorkers), door solidariteitsfoto’s te nemen, protestmails te sturen, …
Stuur protestmails in het Engels naar:
-caroline.skinner@uae.g4s.com (Caroline Skinner, Regional General Counsel Middle-East of G4S )
-philip.jordan@total.com (Philip Jordan, Chairman of the Ethics Committee of Total SA )
-courts@moj.gov.ye (Yemen’s Ministry of Justice)
Met kopie aan:
-cwi@socialistworld.net
-abdulalimsaeed@gmail.com
Video gemaakt door de arbeiders van TOTAL en G4S in Jemen
Video vanop het protest in Londen:
Iers parlementslid Mick Barry:
Jemen Jemen Duitsland Tunis Parijs Londen Londen -
Lampiris & de groene vrije markt: wachten op Godot met gevaarlijke gevolgen

Zo stelt Lampiris zich voor: groene energie voor de toekomst. Het “groene kapitalisme” blijkt op het einde van de rit echter niet anders te zijn dan gewoon kapitalisme, hoogstens met een likje groene verf over. Lampiris is het zelfverklaarde wonderkind van de Belgische energiemarkt. Op 6 jaar tijd werd het de tweede grootste gasleverancier van Wallonië en op 13 jaar tijd de vierde speler op de Belgische markt in termen van het aantal aansluitingen. Zelfverklaard want het profileerde zich als uitsluitend groene leverancier en dus als de toekomst voor de energiemarkt. Marketing stond daarbij centraal. Groen logo, groene site, niet bijzonder vergezocht, maar doeltreffend. Uiteraard waren ze ook actief als sponsors van evenementen zoals loopwedstrijden, festivals (Dranouter, Couleur Café, Fête des Solidarités, …) en zelfs van milieuorganisaties zoals Natuurpunt, Natagora & een project ter bescherming van de bijenpopulatie. Ze pakten uit met investeringen in windmolenparken om naast leverancier zelf ook producent te worden. Op hun site beloofden ze er alles aan te doen om de energiemarkt te vergroenen.
Artikel door Michael (Gent)
Tot daar het sprookje. Achter de marketing ging een andere realiteit schuil. De claim dat elke kWh aangekocht werd bij kleinere en lokale producenten van hernieuwbare energie, was onwaar. In 2010 gold dit volgens Greenpeace voor 65%. Nog volgens Greenpeace was in 2013 slechts 37% van de aankopen echt hernieuwbaar, 21% kwam uit kernenergie, 20% uit steenkool en olie en 10% uit afvalverbranding. Uiteraard werd dit toegedekt met de mantel der groene progressie in de vrije markt. Greenpeace zelf stelde dat ze “een heel positieve rol op de markt” speelden. Volgens die logica zouden ze namelijk volledig groen kunnen worden en zelf investeren in groene productie naarmate ze groeiden, meer klanten aan zich bonden en dus meer winst maakten. Dat is het mantra van het ecokapitalisme.
Maar de logica van het kapitalisme is vrij eenvoudig. Wat het meeste winst maakt, haalt het. Eenmaal de winstvoet van een bepaald concept niet meer aangehouden kan worden, moet het hervormd of verkocht worden. Door decennialange miljardeninvesteringen in ontginning van fossiele brandstoffen, ligt de winstvoet bij fossiele brandstoffen nog steeds pakken hoger dan bij hernieuwbare energie. De investeringen die in die laatste moeten gebeuren, zijn veel te duur om interessant te zijn voor zowel grote petroleummagnaten als kleinere spelers. Voorbij een bepaald marktaandeel wordt het voor kleinere bedrijven zoals Lampiris onbegonnen werk om die concurrentie nog aan te gaan omdat de nodige investeringen niet genoeg meer opleveren.
De winstlogica wacht dus niet op de vergroening van de markt. Die logica geldt voor elk bedrijf en is uiteindelijk dé drijfveer van elke grote aandeelhouder die zijn investeringen niet in rook wil zien opgaan. Oprichters Bruno Vanderschueren en Bruno Venanzi vonden dat het tijd was om de aandelen te cashen. De groene ondernemers blijken ordinaire zakenmannen.
Total zag haar kans schoon om een plaatsje uit te bouwen op de markt van de particuliere energievoorziening. Dat ze tezelfdertijd ingang vindt op de “groene markt”, de verkooptechniek van het moment, is mooi meegenomen. Veel geloof in de groene bocht van Total, waar ook de verkopers bij Lampiris zich achter verschuilen, is er echter niet. Total neemt financieel deel aan de boringen van Gazprom in het Noordpoolgebied, zelf ontgint het schaliegas en teerzandolie in Alberta, Canada.
De verontwaardiging bij klanten van Lampiris is begrijpelijk, maar het mag ons niet meer verwonderen. De groene labels, certificaten en intenties, zijn ondertussen al talloze keren doorprikt en ontmaskerd voor wat ze zijn: verkooppraatjes. Van Monsanto over Volkswagen tot Lampiris: allemaal misbruiken ze de oprechte bezorgdheid van de meerderheid van de bevolking over de bewoonbaarheid van onze planeet.
Voor democratische controle op de energiesector en de winsten
De vijf grootste petroleum- en energiebedrijven draaiden in 2012 een omzet van 2000 miljard dollar. Onder de vorm van greenwashing wordt een minuscule fractie daarvan geïnvesteerd in hernieuwbare energie. De gecombineerde winsten van meer dan 110 miljard gaan naar aandeelhouders.Coöperatieven waarbij aandelen niet in handen van enkele aandeelhouders zitten, maar verdeeld worden over de klanten, lijken voor sommigen een uitweg. Het zou een gelijkaardig scenario, waarbij twee aandeelhouders beslissen over de koers van een bedrijf, kunnen vermijden. Maar coöperaties zijn niet in staat de door big business gedomineerde energieproductie en petroleumlobby te breken. Uiteindelijk maken ze deel uit van de marktlogica, maar ze kunnen niet concurreren met de prijzen, de omzet en de invloed van de gevestigde petroleumbedrijven.
In de stakingsgolf van de laatste maanden tegen de nieuwe arbeidswet in Frankrijk, werden raffinaderijen en brandstofdepots van onder andere Total geblokkeerd. Hoewel dit nu niet hun eerste bekommernis is, zou hernieuwbare energie deel kunnen zijn van discussies in stakerscomités en fabriekscomités die opgericht worden tijdens zulke blokkades. Dat zou een extra argument aanleveren om energieconcerns en hun winsten niet in handen te laten van de aandeelhouders en CEO’s, maar om ze te nationaliseren onder democratische controle en beheer van de werknemers. Niet de winst, maar door de noden van de werknemers, de bevolking en de planeet zouden de investeringen dan sturen.
Telkens we de logica van de groene vrije markt omarmen, zullen we bedrogen uitkomen. Het is als wachten op Godot, maar met ernstige gevolgen. Telkens opnieuw verliezen we kostbare tijd en energie. Tijd en energie die we beter investeren in de uitbouw van een massabeweging die opkomt collectieve oplossingen en een rationele planning van de energieproductie.
-
Bijna twee maanden na de tragedie bij Total blijven er veel vragen
Op 19 november 2013 was er een ontploffing op de site van Total in de Antwerpse havenzone. Bij de ramp vielen twee dodelijke slachtoffers. Het wierp meteen vragen op: hoe zit het met de veiligheid bij arbeiders van onderaannemers en meer algemeen, waarom is er van veiligheid op de werkvloer geen grotere prioriteit gemaakt? Enkele weken later blijven die vragen overeind en zijn er nog bijgekomen.
Vlak na kerstmis kregen we een telefoontje van een van de ouders van de omgekomen arbeiders. Bij hem thuis ontmoette ik een gebroken man en een gebroken gezin. Het enorme leed voor het veel te vroege overlijden wordt nog versterkt door onduidelijkheid, openstaande vragen en gebrek aan begeleiding. Vader Guido is zelf delegee voor LBC en combineert zijn rouwproces met de strijd voor volledige openheid en duidelijkheid over wat er juist gebeurde en voor meer rechtvaardigheid bij de ‘afwikkeling’ van dodelijke arbeidsongevallen.
Sinds het ongeval vernam hij niets van het onderzoek of van Total. Hij stelt zich ernstige vragen of de veiligheidsvoorschriften wel correct werden nageleefd. De werkvergunning van de twee had betrekking op een plaats die zich wat verder bevond dan waar het ongeval gebeurde. “Waarom werd de plaats van het ongeval als een ‘laag risico’ beschouwd?”, vraagt hij zich nog af. De onduidelijkheid doet pijn en laat ruimte voor allerhande insinuaties die er uiteindelijk op neerkomen dat de schuld bij de twee slachtoffers zelf moet gezocht worden. “Het ware harde werkers die hun stiel kenden”, verzekert Guido. Geen flierefluiters, maar gasten die zoals zoveel arbeiders hard werken voor hun gezin.
Na het ongeval werden onderzoeken ingesteld, maar daar hoort de familie van de slachtoffers niets van. Bij het gerecht komt er pas informatie als het onderzoek is afgerond. Van Total horen ze niets, ook geen excuses. Enkel via syndicale contacten is geweten dat er ook op Total een onderzoek plaats vindt. Voor vader Guido is het lange wachten en de stilte moordend. Het doet hem vrezen dat er zal gezocht worden naar zondebokken of dat het onderzoek naar de ramp een doofpot wordt.
De twee werkten voor een onderaannemer van Total. Zij vielen onder de metaalsector en kregen lagere lonen dan in de petrochemie. Bovendien hadden ze geen tweede pensioenpijler met bijvoorbeeld een dekking ingeval van overlijden. De verwanten van de overleden arbeiders blijven hierdoor bekaaid achter. Ze verliezen een inkomen voor het gezin en dreigen bovenop het menselijke lijden een pak financiële kopzorgen te moeten verwerken.
Slachtoffers van een arbeidsongeval bij een onderaannemer kunnen niet zomaar het bedrijf waar ze werkten aanspreken. Bij een eventuele fout door Total kan het bedrijf aansprakelijk gesteld worden, maar het is aan de nabestaanden van de slachtoffers om aan te tonen dat er door Total een fout is begaan, al dan niet door onachtzaamheid. Het totale stilzwijgen van het gerecht en van Total maakt dat moeilijk voor de nabestaanden.
Guido stelt dat de ongevallenverzekering moet veranderen. “Als een multinational onderaannemers voor zich laat werken, moet ze zelf de volledige verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid dragen”, zegt hij. Het kan niet zijn dat de nabestaanden nu jarenlange processen voor de boeg dreigen te hebben. Bovendien is de verzekering bijzonder beperkt. De zoon van Guido woonde terug thuis na een scheiding, zijn ex-vrouw krijgt niets want er was slechts een samenlevingscontract. De ouders van het slachtoffer krijgen evenmin een vergoeding. Voor de begrafeniskosten was er een forfait van 3.200 euro wat onvoldoende was. Is dat hoe met nabestaanden van dodelijke slachtoffers wordt omgegaan?
De strijd die Guido voert is moedig en terecht. Hij en zijn gezin zijn jammer genoeg niet de eersten die een familielid verliezen bij een arbeidsongeval in de Antwerpse haven. Grote multinationals als Total maken grote winsten, maar weigeren voldoende te investeren in het personeel en de veiligheid op de werkvloer. In een bedrijf met enorme risico’s zou dat nochtans de norm moeten zijn. Alle pogingen om de verantwoordelijkheid voor dit dodelijke ongeval van zich af te schuiven, moeten verworpen worden. Als bedrijven daarmee weg komen, is het enkel wachten op een volgende tragedie.
-
Twee dodelijke slachtoffers bij ontploffing Total: een ‘accident waiting to happen’ op de Antwerpse Scheldelaan
Het onderzoek naar het incident met de stoomvalve waarbij twee werknemers van een onderaannemer het leven lieten moet nog gevoerd worden. Maar eigenlijk kan men het zonder overdrijving een “accident waiting to happen” noemen. Het ongeval had plaats in de Total-raffinaderij maar het had plaats kunnen vinden in ieder van de grote petrochemische bedrijven op de Scheldelaan in Antwerpen. Bij andere bedrijven zoals BASF, Bayer, Evonik-Degussa, Monsanto, ExxonMobil,… wordt op net dezelfde wijze gewerkt qua productie en onderhoud.
Een correspondent
Een deel van de risico’s wordt vandaag door de werkgevers in de petrochemie omwille van het geldgewin en de lagere lonen doorgesluisd naar bedrijven van onderaannemers. In de onderhoudsdiensten en technische afdelingen van de grote petrochemische bedrijven werkten vroeger bijna evenveel werknemers als in de productie. Deze diensten werden echter geoutsourcet en/of het takenpakket wordt doorgeschoven naar onderaannemers.
Grote stilstanden en zelfs het dagelijks onderhoud worden ieder dag opnieuw afgewerkt door duizenden werknemers van onderaannemers want “time is money”. Bij de werkgevers in de petroleumsector staat niet langer de vakkennis, de kennis van de chemische producten, het opleiden van de werknemers en de veiligheid centraal maar wel een zo laag mogelijk kost van de shutdowns en het onderhoud.
Werknemers die voor een appel en ei komen werken uit Portugal, Polen, Roemenië,… en gelogeerd worden in bungalowparken of in wagens en campers op de parking van de chemische bedrijven. Het zijn toestanden die schering en inslag zijn. Vaak “reizen” deze werknemers van shutdown naar shutdown. Telkens worden ze gedwongen om lange uren te kloppen in stressvolle situaties want één dag langer stilstaan betekent een miljoenverlies voor de patroons in de petrochemie. Wat veiligheid betreft wordt door de syndicale delegaties in de petrochemie al veel langer aangeklaagd dat bijvoorbeeld het gebrek aan productkennis, kennis van de installatie maar ook van de taal onvermijdelijk moet leiden tot incidenten en ongevallen. Ook de SEVESO-inspectiediensten werden meermaals door de vakbonden gecontacteerd over de problematiek.
Bij de werknemers en onderaannemers van TOTAL komt de dodelijk afloop dubbel zo hard aan. Er was reeds gewaarschuwd door de vakbonden dat men afstevende op ongelukken wanneer veilig werken en de nodige investeringen om dit werkelijk te kunnen niet prioriteit nummer 1 zouden worden.
Daarbij is er dan nog eens de huidige impasse bij de cao-onderhandelingen waar de directie éénzijdig een patronaal voorstel voorlegde dat bij vele werknemers als beledigend overkwam en op geen enkele manier de werknemers wil laten delen in de miljardenwinst van TOTAL.
Bij de explosie op 19 november vielen twee dodelijke slachtoffers. We betuigen ons medeleven met de families, vrienden en collega’s van de slachtoffers.
Controle op onderaanneming en meer middelen voor veiligheid nodig!
Momenteel is er amper controle op onderaanneming. Dat zet de deur open voor wanpraktijken en het verhoogt het risico op ongevallen. In Frankrijk werd beslist dat een meer gestructureerd overleg verplicht is bij onderaanneming. Dat gebeurde niet toevallig na een grote ramp met een ontploffing in de chemische fabriek AZF in Toulouse in 2001. Na die ramp werd in het Franse parlement zelfs even overwogen om het gebruik van onderaannemers in risicovolle bedrijven te verbieden. Om de veiligheid te garanderen, zou het Comité voor Preventie en Bescherming op de Werkvloer (CPBW) een controle moeten kunnen uitoefenen op de onderaannemers. Een overlegorgaan met de vakbonden van zowel het hoofdbedrijf als de onderaannemers, zou eveneens een nuttige bijdrage kunnen vormen en de eenheid op de werkvloer versterken.
-
Total gaat voor harde confrontatie met Engelse arbeiders
Bij de raffinaderij van Total in het Engelse Lindsey is er opnieuw sociale onrust. Eerder kwam het bedrijf in het nieuws omdat het Britse bouwvakkers wou vervangen door goedkopere Italiaanse en Portugese arbeiders. Dat lukte niet, maar het patronaat heeft haar nederlaag nog niet verteerd. Daarom werd overgegaan tot het ontslag van de bouwvakkers om ze te vervangen door meer volgzame collega’s. Er kwamen solidariteitsacties waarop Total aankondigde dat het 900 arbeiders wil afdanken.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”100″]
> Februari 2009: Bouwvakkers bij Lindsey Oil Refinary (Total) halen overwinning op het Europa van het kapitaal
[/box]Op dinsdag 9 juni kondigde Shaw UK, een onderaannemer, reeds aan dat 81 bouwvakkers op de werf van Lindsey Oil Refinery “kans maakten” op ontslag. Een dag later volgde het ontslag van 51 arbeiders. Die 51 moesten direct vertrekken en zouden een weekloon krijgen als ontslagvergoeding. Er was geen syndicaal overleg. Tegelijk bleek dat een andere onderaannemer, RBC, 60 bouwvakkers had aangeworven vanaf 8 juni. Blijkbaar had RBC de jobs overgenomen van Shaw en moest dat verbergen hoe een aantal strijdbare militanten werden afgedankt. Het waren arbeiders van Shaw die de acties eerder dit jaar hadden geleid.
Op 10 juni werd beslist om het werk neer te leggen en onderhandelingen op te starten tussen de delegees en het management. Dat leverde niets op waarop de volgende dag opnieuw werd gestaakt. Arbeiders van andere onderaannemers sloten zich daarbij aan. De directie van Shaw stelde dat het bedrijf van de werf zou gehaald worden indien het werk op maandag niet hervat worden. Qua dreigement kon dat tellen.
Maandag stonden er piketten aan de ingang van de werf. De directie van Shaw was aan het nagaan hoe het haar dreigement van een lockout kon waarmaken. Er volgden nieuwe onderhandelingen, maar de directie eiste dat er eerst terug zou gewerkt worden vooraleer er over de ontslagen kon gesproken worden. De arbeiders namen dat ultimatum niet en besloten de staking verder te zetten.
Op dinsdag 16 juni kwamen vertegenwoordigers van de vakbonden Unite en GMB naar de werf om met de stakers te spreken en hun eisen over te brengen aan de directie. De eisen waren duidelijk: intrekken van alle ontslagen, stoppen van de overuren, verdelen van het overblijvende werk aan het HDS3 project.
De solidariteit met de arbeiders van Shaw breidde uit. Hierop besloot Total (de eigenaar van de olieraffinaderij Lindsey) om 900 arbeiders af te danken. Dat heeft geleid tot een snelle escalatie van de staking. Vanuit de stakers is er een vraag naar solidariteitsberichten. Deze kunnen worden gestuurd naar geminis@geminis.karoo.co.uk of telefonisch: 0044 7706 7 10041.