Your cart is currently empty!
Tag: Taiwan
-
Wordt de nieuwe koude oorlog wat heter?
Verschuivende standpunten over Taiwan en zijn internationale status verhogen de spanningen tussen de VS en China, terwijl een nieuwe wereldwijde wapenwedloop op gang komt.Analyse door Vincent Kolo, chinaworker.info
Is er sprake van een tijdelijke dooi in het conflict tussen de VS en China? Dit idee won in september aan kracht na de vrijlating van Meng Wanzhou van Huawei door de Canadese autoriteiten, als gevolg van een – officieel ontkende – deal tussen China en de VS. Maar een nadere blik op de ‘hittekaart’ van de mondiale imperialistische spanningen laat zien dat de standpunten juist verharden. Dit geldt met name voor Taiwan.
Tijdens een interview met CNN in oktober zei president Joe Biden dat de VS een “toezegging” hadden gedaan om Taiwan militair te verdedigen in het geval van een Chinese aanval op het eiland. De opmerkingen van Biden deden bij sommigen de wenkbrauwen fronsen omdat ze duidelijk afwijken van het al lang bestaande standpunt van strategische ambiguïteit, wat betekent dat de VS Taiwan “beschermt” en wapens verkoopt, maar zich niet expliciet tot een oorlog verbindt. Ambtenaren van het Witte Huis brachten snel een rectificatie uit: “De president kondigde geen verandering in ons beleid aan en er is geen verandering in onze politiek.”
Dit was de tweede keer dat Biden de grenzen van de strategische dubbelzinnigheid overschreed. De eerste keer was in augustus, toen het Witte Huis een soortgelijke verklaring gaf. De diplomatieke taal over de kwestie Taiwan is vaak opzettelijk cryptisch en dubbelzinnig. Alle partijen, de heersende klassen van China, de VS en Taiwan, hebben hun eigen redenen om deze strategische mist in stand te houden. Bijgevolg is Taiwan veroordeeld tot de status van ‘niet-land’, dat officiële betrekkingen onderhoudt met slechts 15 meestal kleine landen, terwijl het voor het overige alle kenmerken van een onafhankelijke staat bezit.
Een gevaarlijk evenwicht
Hoewel elk Chinees regime sinds Mao deze regeling heeft aanvaard, heeft het dit tot nu toe met tegenzin gedaan, zonder ooit het doel van “hereniging” op te geven. Taiwan als een onvervreemdbaar deel van China is een kernovertuiging van het Chinese nationalisme en dus ook van de CCP. Het proces van kapitalistische restauratie in China, en daarmee de afbraak van basisvoorzieningen en werkzekerheid, en de groei van extreme ongelijkheid, heeft de CCP-dictatuur veel afhankelijker gemaakt van nationalisme als het politieke cement dat haar heerschappij bijeenhoudt. Vooral onder het bewind van Xi Jinping voert het regime, telkens wanneer het zich bedreigd voelt door sociale onrust, het nationalisme op, waarbij Taiwan en zijn “separatistische krachten” niet zelden het doelwit zijn.
In dit opzicht is de CCP, als symbolen en historische bagage buiten beschouwing worden gelaten, in feite veranderd in een 21e-eeuwse versie van de autoritaire nationalistische en kapitalistische Kwomintang (KMT). Dit verklaart ook de nauwere samenwerking in de afgelopen decennia tussen deze voormalige vijanden van de burgeroorlog, de CCP en de Taiwanese KMT. Deze samenwerking is de laatste tijd echter veel gecompliceerder geworden, omdat de massale vijandigheid tegenover de CCP onder de Taiwanese massa’s de KMT onder druk zet om een kritischer houding tegenover de CCP aan te nemen.
De oorverdovende propaganda van de CCP ter bevordering van het nationalisme en de visie van China als een grote mogendheid maken het voor Beijing ondenkbaar een formele onafhankelijkheidsverklaring van Taiwan te aanvaarden. Dit en aanverwante kwesties, zoals de stationering van Amerikaanse troepen op het eiland, zijn rode vlaggen die een oorlog kunnen ontketenen. Naarmate de spanningen oplopen en de regering-Biden een meer confronterend Taiwan-beleid gaat voeren, begeven we ons dus op gevaarlijk terrein.
In het verleden waren de VS van mening dat het evenwicht dat werd bereikt door hun doctrine van strategische ambiguïteit het best hun belangen diende. Dit was een voldoende afschrikmiddel tegen een Chinese aanval en weerhield de Taiwanese politieke groeperingen ervan “te ver” te gaan in de overtuiging dat het Amerikaanse leger aan hun kant stond. Tegenwoordig gaan er binnen het Amerikaanse kapitalistische establishment echter steeds meer stemmen op om van dit beleid af te zien, zoals de mogelijk onbedoelde opmerkingen van Biden suggereren.
Groeiende anti-China stemming
Begin oktober onthulde de Wall Street Journal dat een klein team van Amerikaanse elitetroepen en mariniers sinds vorig jaar in Taiwan is gestationeerd om lokale troepen te trainen, een besluit dat door de regering-Trump is genomen en door Biden is voortgezet. De timing van het nieuws was duidelijk bedoeld om de druk op China op te voeren en de reactie erop te testen. Beijing antwoordde dat de aanwezigheid van Amerikaanse troepen in strijd is met het verdrag tussen de VS en China van 1979.
De verschuivingen aan de top gaan samen met verschuivingen in de Amerikaanse publieke opinie, uiteraard gemanipuleerd door de kapitalistische media die – nog maar betrekkelijk kort geleden – de aandacht zijn gaan vestigen op de wrede repressiemethoden van de Chinese staat en zijn dwangbeleid jegens kleinere landen. Dit gebeurt alleen maar om de eigen onderdrukkende en vaak repressieve agenda van het VS-imperialisme op het gebied van het buitenlands beleid vooruit te helpen.
In een opiniepeiling van augustus (Chicago Council Survey) steunt voor het eerst 52% van de ondervraagden het inzetten van Amerikaanse troepen om Taiwan te verdedigen als China zou aanvallen. Er zijn ook duidelijke meerderheden voor Amerikaanse erkenning van Taiwan als een onafhankelijk land (69%) en voor de opname van Taiwan in internationale organisaties (65%).
Socialisten maken onderscheid tussen het potentieel progressieve bewustzijn aan de ene kant van die delen van de bevolking in de VS en andere landen die afkeer hebben van Xi Jinping’s dictatuur en nationalisme, en positief staan tegenover het recht van het Taiwanese volk om over hun eigen lot te beslissen, en de dubbelzinnige strategieën van de heersende klasse aan de andere kant, voor wie kwesties als dictatuur, democratie, het recht van naties op zelfbeschikking allemaal verhandelbare handelswaar zijn, waarbij de voortdurende dominantie van het VS-imperialisme het enige harde en vaste principe is. Zoals socialisten al vele malen hebben uitgelegd, is democratie niet van tel voor het VS-imperialisme: het steunt twee derden van de militaire dictaturen in de wereld en steunde in het verleden dictaturen in Taiwan en China.
De regering van de Democratische Progressieve Partij (DPP) in Taiwan en het burgerlijke Taiwanese nationalisme zien dit onderscheid niet, en willen dit ook niet zien. De DPP ziet geen alternatief en stelt zich tevreden met het spelen van de rol van schaakstuk van de VS tegen China. Op die manier geeft zij de bevolking van Taiwan een gevaarlijk vals gevoel van veiligheid. In navolging van de methoden van de CCP en het Chinese nationalisme, gebruikt het Taiwanese burgerlijke nationalisme de verdediging van Taiwan en de angst voor een Chinese aanval om de klassenstrijd op het eiland te dempen en de pro-kapitalistische agenda van de DPP af te schermen van de groeiende ontevredenheid.
De ‘doelpalen’ verzetten
Om economische, maar vooral geopolitieke redenen is Taiwan in het middelpunt van de nieuwe Koude Oorlog komen te staan. Zoals we eerder schreven: “Zowel het Amerikaanse als het Chinese kapitalisme willen het schaakstuk Taiwan in handen krijgen. Beter gezegd: ze willen koste wat het kost voorkomen dat de andere partij de controle overneemt. Om die reden is een geostrategische patstelling tot nu toe voor beide partijen aanvaardbaar geweest.” (‘Komt er een oorlog om Taiwan’, vertaling verschenen in september: https://nl.marxisme.be/2021/09/05/komt-er-een-oorlog-om-taiwan/)
In toenemende mate wordt deze decennialange patstelling van alle kanten onderworpen aan nieuwe druk, die het fragiele evenwicht in de Straat van Taiwan en de bredere regio dreigt te destabiliseren. In het ergste geval kan dit leiden tot een militair conflict. Het Chinese regime is verontrust over de koers van het Taiwan-beleid van de regering-Biden. Dit zal vrijwel zeker leiden tot een nog krachtiger militair antwoord van Beijing, zowel als waarschuwing aan Washington en Taipei als om het binnenlands nationalisme aan te wakkeren. Ongeacht of de laatste opmerkingen van Biden een verspreking waren of een bewuste verschuiving van het standpunt, is het duidelijk dat zijn regering een strategie is begonnen om de ‘doelpalen’ met betrekking tot Taiwan geleidelijk te verschuiven.
De formele onafhankelijkheid van Taiwan zal daarbij niet worden gesteund, want dat zou zeer waarschijnlijk een oorlog ontketenen. Maar zoals minister van Buitenlandse Zaken Antony Blinken onlangs verklaarde, is het beleid van de VS er nu op gericht de “zinvolle deelneming van Taiwan aan het gehele VN-systeem” pro-actief te steunen. Wat betekent dit en waarom wordt het voorgesteld?
Het VN-lidmaatschap voor Taiwan is een non-starter, dat weet Blinken, niet in de laatste plaats vanwege het veto van China als permanent lid van de Veiligheidsraad. Taiwan werd in 1979 uit de VN gezet als onderdeel van de historische deal tussen de Amerikaanse en Chinese regimes in het kader van een herschikking – ten koste van de stalinistische Sovjet-Unie – in de vorige Koude Oorlog. Daarom probeert de nieuwe VS-campagne het recht van Taiwan te verdedigen om toe te treden tot de periferie van de VN: agentschappen zoals de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en het klimaatproces. Het onvermijdelijke verzet van het Chinese regime tegen dergelijke schijnbaar redelijke voorstellen zal het verder ondermijnen in de mondiale, vooral westerse, publieke opinie en in het voordeel spelen van de VS in de mondiale machtsstrijd.
Verschuivingen in de EU
De VS hebben al enkele successen geboekt in de diplomatieke sfeer, door de kaart van Taiwan uit te spelen om Biden’s strategie van het bouwen van “democratische” coalities tegen China te bevorderen. Dit jaar hebben Japan, Australië en de ‘G7’ groep van geavanceerde kapitalistische economieën, in sommige gevallen voor de allereerste keer, verklaringen afgelegd waarin ze hun bezorgdheid over de vrede en veiligheid van Taiwan uiten. Dat gebeurde in bewoordingen die alleen maar woede kunnen opwekken in Beijing, dat volhoudt dat dit een “interne” Chinese aangelegenheid is. Een voorbeeld van het succes van de VS-strategie is de recente verschuiving in de EU, waarvan het regime van Xi Jinping eerder hoopte dat het een neutrale positie zou innemen ten opzichte van de zich ontvouwende Koude Oorlog.
Het Europees Parlement is een grotendeels machteloos orgaan dat niet veel verschilt van het Chinese Nationale Volkscongres. Maar het is toch significant dat het in oktober een allereerste verslag over Taiwan goedkeurde met een verpletterende meerderheid van 580 voorstemmen, 26 tegenstemmen en 66 onthoudingen. Het verslag is een politieke opsteker voor de Taiwanese regering van Tsai Ing-wen, hoewel het “niet-bindend” is voor de EU-toppen en daarom meer op symboliek dan op werkelijke gevolgen is gericht. Niettemin was dit een tegenslag, de laatste van vele, voor de Koude Oorlogsstrategie van Xi Jinping om de druk van de VS te beteugelen.
In het verslag van het parlement werd opgeroepen tot nauwere banden tussen de EU en Taiwan, de naamsverandering van het Europees Economisch en Handelsbureau in Taiwan tot het Europees Bureau in Taiwan (een verbale sneer naar Peking), een veroordeling van China’s “militaire strijdlust” en een solidariteitsverklaring met EU-lid Litouwen, dat de woede van Peking heeft opgewekt door zijn eigen betrekkingen met Taiwan op te waarderen. Tegelijkertijd maakte de Taiwanese minister van Buitenlandse Zaken, Joseph Wu, een rondreis door Litouwen en de EU-lidstaten Tsjechië en Slowakije, een verder teken van de verschuiving van de standpunten binnen de EU. Deze ontwikkelingen in Europa weerspiegelen de machtsstrijd tussen verschillende kapitalistische elites en staten die vechten om handel, investeringen en hun eigen nationale belangen binnen het 27 leden tellende blok.
Sommige landen, zoals de rechtse regering van Litouwen, neigen naar het kamp van de VS. Andere, zoals de rechtse regering van Hongarije, neigen uit eigenbelang naar China. Nog andere landen proberen te balanceren tussen Peking en Washington, opnieuw met winstoogmerk. Voorheen kon het regime van Xi rekenen op de Duitse kanselier Angela Merkel om het voor China op te nemen, wat de eisen van de Duitse kapitalisten, vooral in de auto-industrie, voor stabiele banden met hun grootste markt weerspiegelde. Maar na de verkiezingen in september zal er waarschijnlijk een minder China-vriendelijke regering komen in Berlijn.
Het sanctiegeschil tussen China en de EU in maart over de mensenrechten in Xinjiang was een belangrijk keerpunt. Vanuit het standpunt van Xi was dit een grote misrekening, waardoor delen van de politieke elite van de EU de nationalistische driftbuien van het Chinese regime konden evenaren bij hun protest tegen de “inmenging” van de CCP in de interne aangelegenheden van Europa. Terwijl de Taiwanese DPP regering dergelijke voorbeelden van “solidariteit” van Europese kapitalistische regeringen zal opvoeren als politieke overwinningen, waarschuwen socialisten dat dit in werkelijkheid slechts een theater is met lege voorstellingen, bedoeld om het volk voor de gek te houden.
De diplomatieke manoeuvres in de EU zijn niet bevorderlijk voor de strijd voor echte democratie en vrede in Taiwan, China of elders, inclusief Europa. De ‘democratische’ resoluties van de kapitalisten zijn een dekmantel voor economische plundering ten koste van de werkende mensen.
Kapitalisme is het probleem
De overgrote meerderheid van de arbeiders en jongeren in Taiwan wil niet geregeerd worden door de dictatuur van de CCP, die de vakbonden en alle democratische rechten met geweld onderdrukt. Angst voor de dictatuur vormt de basis van de steun voor de onafhankelijkheid van Taiwan. Socialisten erkennen dit en steunen het recht op zelfbeschikking voor het volk van Taiwan.
Tegelijkertijd waarschuwen wij dat onafhankelijkheid, vrede en veiligheid voor Taiwan, een onbereikbaar doel is op de grondslag van kapitalisme en imperialisme. De kapitalistische regimes in China en de VS verzetten zich om hun eigen redenen tegen onafhankelijkheid, terwijl de kapitalisten van Taiwan zich aan de hoogste bieder zullen verkopen.
De democratische en nationale rechten van het Taiwanese volk kunnen daarom alleen worden bereikt als onderdeel van een revolutionaire klassenstrijd tegen het Taiwanese kapitalisme en samen met de werkende massa’s in China en wereldwijd, tegen het Amerikaanse en Chinese imperialisme. Dit zou de vraag naar een socialistisch Taiwan opwerpen als onderdeel van een bredere regionale en mondiale strijd tegen het kapitalisme en het imperialisme en voor de opbouw van echte socialistische samenlevingen met volledige democratische rechten, waaronder het recht om te beslissen waar de staatsgrenzen liggen.
De DPP in Taiwan herhaalt alle fouten van de burgerlijke pan-democraten van Hongkong. De illusies van die laatsten zijn nochtans met brutale repressie verpletterd. Het doel van de pan-democraten was een beperkte vorm van democratie, beperkt tot Hongkong, die zelfs in een dergelijke “gematigde” vorm onmogelijk was op basis van het voortdurende dictatoriale bewind in China. Zij veronderstelden ten onrechte dat het kapitalisme de voorkeur zou geven aan democratie als ‘natuurlijke’ vorm van heerschappij, terwijl de kapitalisten in China en Hongkong reeds lang geleden kozen voor autoritarisme als het beste instrument voor hun heerschappij.
De pan-democraten vestigden hun hoop op redding op de regeringen van de VS, de EU en de “internationale gemeenschap” (d.w.z. het wereldkapitalisme). Maar de belangrijkste, machtigste en enige echte bondgenoot in het verzet tegen de dictatuur is de enorm onderdrukte arbeidersklasse van het vasteland van China, Azië en de rest van de wereld. Het verschil tussen Taiwan en Hongkong vanuit het perspectief van het Amerikaanse en westerse kapitalisme is dat zij in het geval van Taiwan uit eigen economisch en geopolitiek eigenbelang bereid zijn veel meer middelen in te zetten om de macht van China in te dammen.
Nieuw militarisme
Hoewel er op diplomatiek vlak belangrijke verschuivingen waren, bevinden de meest dramatische recente ontwikkelingen zich op het gebied van de “harde macht” – de militaire aspecten van de nieuwe Koude Oorlog.
In de eerste vijf dagen van oktober heeft de Chinese luchtmacht haar grootste operaties ooit uitgevoerd in de luchtverdedigingsidentificatiezone van Taiwan, met de inzet van in totaal 150 gevechts- en bommenwerpers. Dit bracht het totaal tot nu toe op 600 Chinese militaire vluchten dit jaar, tegen 380 in 2020. Het doel van deze oefeningen is piloten te trainen voor een toekomstige oorlog en druk te blijven uitoefenen op zowel de DPP-regering als de door de VS geleide alliantie. De acties van beide partijen leiden alleen maar tot een escalatie van de spanningen.
In plaats van de steun voor de regering van Tsai Ing-wen te doen afnemen, versterkt de druk van de CCP haar positie in eigen land en verlengt zij de crisis in de oppositionele Kwomintang, die gedwongen is zich aan te passen aan de heersende stemming van Taiwanese nationalisme en haar steun voor nauwere banden met China af te zwakken. In een artikel in Foreign Affairs (5 oktober) riep president Tsai de internationale gemeenschap op om haar te steunen, waarbij zij beweerde dat Taiwan zich “in de frontlinie van een nieuwe botsing van ideologieën” bevond.
In werkelijkheid heeft de huidige wereldwijde botsing natuurlijk niets te maken met ideologie, maar alles met de vraag welke imperialistische heersende klasse in de komende jaren de wereldeconomie zal domineren. Het VS-imperialisme en de Taiwanese kapitalistische tycoons hadden geen probleem met het Chinese autoritarisme toen Beijing er genoegen mee nam de rol van mondiale onderaannemer te spelen op basis van zijn gigantische reservoir van goedkope arbeidskrachten.
De verscherping van de retoriek aan Taiwanese zijde, een onvermijdelijk onderdeel van de interne politieke strijd op het eiland, kan gevaarlijke repercussies hebben door de bezorgdheid van Beijing te vergroten, wat nog wordt versterkt door de verschuivingen in het Taiwan-beleid van Biden. In een redactioneel commentaar waarschuwde de Financial Times (12 oktober) voor “de acute gevaren van een conflict over Taiwan.”
Er treedt nu een nieuw militarisme op de voorgrond naarmate de standpunten van de Koude Oorlog verharden. Dit omvat de ontwikkeling van een angstaanjagende nieuwe generatie kernwapens. China’s succesvolle test van een hypersonische raket met nucleaire capaciteit in augustus zorgde ervoor dat het Pentagon meteen een nog groter wapenbudget eiste. Een Pentagon-rapport van november waarschuwde dat China zijn kernwapenarsenaal snel uitbreidt en tegen 2030 1000 kernkoppen kan hebben, drie keer zoveel als vandaag. Maar zelfs dit aantal loopt nog ver achter op de Amerikaanse nucleaire voorraad van 3.750 kernkoppen.
Na de lancering van AUKUS, een anti-Chinees defensiepact waarbij Australië, Groot-Brittannië en de VS betrokken zijn, kondigde de regerende Liberaal-Democratische Partij van Japan een plan aan om het defensiebudget van het land te verdubbelen van 1 naar 2 procent van het BBP. Het officiële “pacificisme” van Japan sinds 1945 behoort nu tot het verleden. De imperialistische Koude Oorlog is een bedreiging voor de arbeiders overal ter wereld, voor de democratische rechten en de wereldvrede. Het antwoord is niet de kant te kiezen van een fictief ‘minder kwaad’, maar een massaal socialistisch alternatief te bouwen voor imperialisme en oorlog.
Meng Wanzhou vrijgelaten
Toen Meng Wanzhou, de topvrouw van telecomgigant Huawei, in september werd vrijgelaten, had ze bijna drie jaar vastgezeten door de Canadese autoriteiten in afwachting van een mogelijke uitzetting naar de VS om te worden berecht voor het overtreden van sancties.
Meng is de oudste dochter van Huawei’s eigenaar Ren Zhengfei (China’s 150e rijkste man in 2020) en het equivalent van een CCP-‘royalty’. Op dezelfde dag dat zij naar China vloog, stapten de “twee Michaels” (Spavor en Kovrig) vanuit Beijing op het vliegtuig terug naar Canada. Chinese functionarissen haalden niet nader genoemde “medische redenen” aan voor hun vrijlating. Hoewel dit voor velen leek op een klassieke gevangenenruil uit de Koude Oorlog, hebben de regeringen van de VS en Canada met klem ontkend dat er een deal was gesloten. Waarschijnlijk heeft Joe Biden de vrijlating van Meng mogelijk gemaakt door het regime van Xi Jinping een niet-strategisch bot toe te werpen, zodat er ruimte komt voor de echte strategische zaken van het Amerikaanse imperialisme, namelijk de versterking van het beleid om China in te dammen.
“We houden van je!”
Het onthaal dat Meng bij haar terugkeer ten deel viel, lichtte een tipje van de sluier op over een aantal processen die zich vandaag in China afspelen. De staatsmedia draaiden op volle toeren – naar verluidt keken 100 miljoen mensen naar de live-uitzending van Mengs aankomst op de luchthaven van Shenzhen, waar sommigen in de speciaal gemobiliseerde menigte riepen: “Je bent een heldin. We houden van je!” Topambtenaren van de regeringen van Shenzhen en de provincie Guangdong leidden deze ontvangst. Het ‘communistische’ Volksdagblad riep de terugkeer van Meng uit tot een “grote overwinning van het Chinese volk,” die aantoonde dat “geen enkele macht de opmars van China kan tegenhouden.”
Voor propagandadoeleinden en de voortdurende behoefte van het Chinese regime om het nationalisme aan te wakkeren, werd Meng, het boegbeeld van een bedrijf dat in verband wordt gebracht met de wrede ‘996’-werkroosters (12 uur per dag, zes dagen per week) en de ‘wolvencultuur’, omgevormd tot een nationale held. In de ogen van de staatsmedia was de terugkeer van de “Huawei-prinses” te vergelijken met het Zuid-Afrikaanse Mandela-moment of zelfs met de aankomst van Lenin op het Finland-station in 1917!
“Zonder een sterk moederland zou er geen vrijheid zijn zoals ik die vandaag heb,” vertelde Meng aan de camera’s. “Dank u, mijn lieve moederland, en de partij en regering. Het is het schitterende Chinese rood dat het vuur van het geloof in mijn hart ontsteekt, de donkerste momenten van mijn leven verlicht en mij leidt op de lange reis naar huis.”
Dat dergelijke overdreven uitingen van nationalisme niet bij iedereen in de smaak vallen, blijkt uit een online protestactie tegen het besluit van de regering van Shenzhen om de skyline van de stad te verlichten met de slogan “Welkom thuis, Meng Wanzhou” in een tijd van verlammende stroomstoringen in heel China. Meng is vrijgesteld van een bizarre rechtszaak, maar hetzelfde kan niet worden gezegd van Huawei, dat nog steeds in de frontlinie van de tech-oorlog tussen de VS en China staat. De campagne van de VS en andere westerse regeringen om Huawei’s 5G-infrastructuur van de wereldwijde telecommarkten te weren, is alleen maar intensiever geworden sinds de VS het bedrijf in 2019 op een zwarte lijst plaatste. In augustus zei Huawei’s voorzitter Eric Xu dat het “doel is om te overleven”, terwijl hij een omzetdaling van 30% in de eerste helft van 2021 meldde.
De affaire-Meng heeft een grote impact op de betrekkingen tussen Canada en China. Uit een peiling die na de vrijlating van Meng werd gepubliceerd, bleek dat 76 procent van de Canadezen (tegen 53 procent in 2019) wil dat de regering Huawei verbiedt om deel te nemen aan de 5G-netwerken van het land. Bijna evenveel Canadezen waren tegen onderhandelingen over een handelsovereenkomst met China. De gevangenneming van de “twee Michaels” door het Chinese regime, een beleid dat wordt gedicteerd door de constante behoefte van Xi Jinping om thuis een sterk nationalistische houding aan te nemen (de zogenaamde “wolfkrijger”-diplomatie), heeft de wereldwijde positie van China alleen maar verder ondermijnd, de gewone mensen van zich vervreemd en de anti-China-strategie van Biden en het VS-imperialisme vergemakkelijkt.
-
Komt er een oorlog om Taiwan?

Dossier door Vincent Kolo van Chinaworker.info (geschreven in juli)
Taiwan bevindt zich in het centrum van een escalatie in de Koude Oorlog tussen de VS en China. De nieuwe Koude Oorlog is geen tijdelijke fase in de mondiale betrekkingen – het anti-China-beleid van Biden is erop gericht “de 21e eeuw te winnen.”
In april omschreef het magazine The Economist Taiwan op zijn cover als “de gevaarlijkste plaats op aarde.” De kop lokte een verhitte discussie uit. Hoe kon Taiwan in één adem worden genoemd met Noord-Korea, Afghanistan of Gaza? Maar in de afgelopen jaren, en vooral in de maanden sinds het aantreden van de regering van Joe Biden, die de Indo-Pacific en de strategische strijd met China bovenaan zijn prioriteitenlijst heeft geplaatst, zijn de spanningen in de Straat van Taiwan tot een ongekend niveau gestegen.
In het centrale conflict van de 21e eeuw tussen het Amerikaanse en het Chinese imperialisme neemt Taiwan om economische, politieke en geostrategische redenen een sleutelpositie in. Voor de CCP-staat (China’s door en door niet-communistische dictatuur) is Taiwan een krachtig nationalistisch symbool. Zonder het verwerven van Taiwan blijft China’s “grote nationale verjonging” onvoltooid. Dit symbolisch belang op zich verklaart niet het Taiwan-beleid van de CCP.
China’s rode lijnen
Het CCP-regime kan niet toestaan dat Taiwan formeel wordt “afgescheiden” en geannexeerd door het westerse, door de VS geleide kamp in de zich ontwikkelende Koude Oorlog. Daarom zijn een formele Taiwanese onafhankelijkheidsverklaring, waarvoor de VS en andere mogendheden pleiten, of de stationering van Amerikaanse troepen op het eiland ‘rode lijnen’. Als die overschreden worden, zou dit een historische nederlaag betekenen voor het Chinese regime.
Daarom voert Beijing niet alleen de retoriek van de oorlogszuchtige wolf op, maar verhoogt het ook zijn lucht- en marineactiviteiten rond Taiwan. In 2020 trok de Chinese luchtmacht maar liefst 380 keer het luchtruim van Taiwan binnen en dit jaar is er een verdere toename. Er is tegelijk een escalatie over de betwiste wateren van de Zuid-Chinese Zee, een kwestie die nauw verbonden is met het conflict omtrent Taiwan. De acties van Beijing zijn bedoeld om Taipei en Washington te waarschuwen: de ‘rode lijnen’ mogen niet in twijfel getrokken worden. Tegelijk wordt het gebruikt in het kader van de nationalistische politiek van Xi in het kader van de interne machtsstrijd die zijn levenslange heerschappij over de CCP-staat moet vestigen.
Voor de VS geldt het omgekeerde. Als China zich zou ‘herenigen’ met Taiwan, waardoor het stevig in zijn kamp komt, zou dit een historische nederlaag betekenen voor het VS-imperialisme. Militair gezien zou de controle over Taiwan China in staat stellen Oost-Azië en het westelijk deel van de Stille Oceaan te domineren. De VS zouden aanzienlijk worden verzwakt en hun strategische allianties met regionale machten zoals Japan, Zuid-Korea, India en Australië zouden uiteen beginnen te vallen. De geloofwaardigheid van de VS als de belangrijkste supermacht in Azië (sinds 1945) zou een onomkeerbare slag worden toegebracht.
Parallellen met Suez
Commentatoren hebben parallellen getrokken met de Suez-crisis van 1956, toen Egypte de poging van Groot-Brittannië, Frankrijk en Israël versloeg om de controle over het Suez-kanaal te verwerven nadat die was genationaliseerd door de radicale pan-Arabistische president Gamal Abdel Nasser. Suez betekende het einde van het Britse en Europese imperialisme als wereldmachten. De VS hielden zich buiten het Suez-fiasco en lieten toe dat hun bondgenoten werden vernederd. Als de VS er niet in slagen, of weigeren, om een overname van Taiwan door China te voorkomen, zou dit een historisch keerpunt betekenen: het ‘Suez-moment’ van de VS. Zo’n uitkomst in de huidige omstandigheden zou het westerse kapitalisme veel pijn doen. The Economist verwees naar Matt Pottinger, hoofd van het Azië-beleid onder Trump. Pottinger stelde dat er bij het Suez-debacle van Groot-Brittannië een andere grootmacht klaarstond: de VS. Vandaag “staat er geen andere VS in de coulissen te wachten.”
Geen van de mogendheden die bij de huidige Koude Oorlog betrokken zijn, bekijken de ‘kwestie Taiwan’ vanuit het standpunt van het welzijn, de veiligheid of de democratische rechten van de bevolking. De 23 miljoen inwoners van Taiwan hebben de pech een vitaal schaakstuk te zijn geworden in de strijd om wie de uiteindelijke macht en controle zal hebben in de Indo-Pacifische regio. Het belang van deze geopolitieke situatie wordt in Taiwan zelf slechts geleidelijk aan begrepen. Het bewustzijn van de massa’s wordt bovendien aangetast door de burgerlijke leiders van het Taiwanese nationalisme (de regerende zogenaamde pangroene coalitie) die de diepgewortelde vijandigheid tegenover de dictatuur van de CCP uitbuiten om een pro-Amerikaanse agenda te promoten.
Onder de achterban van het Taiwanese nationalisme, vooral onder de jongere generatie die in overweldigende meerderheid voorstander is van onafhankelijkheid en dit ziet als een garantie voor democratische rechten, leeft het gevoel dat de kwestie in Taiwan zelf kan worden beslist, ofwel via diplomatie en een alliantie met de VS. Dat is een illusie: de VS steunen 75% van de dictaturen in de wereld en komen tal van beloften van steun niet na als de geopolitieke belangen van Washington veranderen. Denk maar aan de beloften aan de Koerden, de Afghaanse vrouwen of de Tibetaanse Khampastrijders. Zoals uit de steun aan het regime van Tsjang Kai-sjek bleek, zou het VS-imperialisme er geen morele bezwaren tegen hebben om in de toekomst een dictatuur in Taiwan te steunen, op voorwaarde dat het een bondgenoot van hen is.
Als algemeen beginsel is het idee dat Taiwan – meer bepaald de bevolking van Taiwan – over de toekomst van het eiland moet beslissen natuurlijk zeer redelijk. Dit zal echter niet gebeuren op basis van kapitalisme en imperialisme. Het lot van Taiwan zal helaas worden bepaald door Beijing en Washington, door hun strijd om “de 21e eeuw te winnen”, een strijd die over de hoofden van het Taiwanese volk wordt gevoerd. Alleen het succes van de internationale socialistische revolutie om een einde te maken aan het kapitalisme en het imperialisme kan de massa’s van Taiwan en andere landen zeggenschap geven over hun eigen toekomst.
Strategische ambiguïteit
Zowel het Amerikaanse als het Chinese kapitalisme willen het schaakstuk Taiwan in handen krijgen. Beter gezegd: ze willen koste wat het kost voorkomen dat de andere partij de controle overneemt. Om die reden is een geostrategische patstelling tot nu toe voor beide partijen aanvaardbaar geweest. Dit is de oorsprong van de “één-China-politiek” die de VS formeel nog steeds aanhoudt en op grond waarvan Taiwan niet als onafhankelijke staat wordt erkend. Vasthouden aan dit beleid op basis van de diplomatieke protocollen die 50 jaar geleden werden overeengekomen door de Amerikaanse president Richard Nixon en de Chinese leider Mao Zedong, was de prijs die het Amerikaanse imperialisme bereid was te betalen om China aan zijn kant te krijgen in de oorspronkelijke Koude Oorlog tegen de Sovjet-Unie. Als onderdeel van die verschuiving in de wereldverhoudingen werd Taiwan in 1971 op oneerbiedige wijze uit de Verenigde Naties gezet.
Het Amerikaanse beleid van “strategische ambiguïteit” ten aanzien van Taiwan is in dezelfde periode ontstaan. De VS verbinden zich ertoe Taiwan te “beschermen” (wapens te verkopen), maar zeggen niet uitdrukkelijk dat zij het eiland zullen verdedigen in geval van een Chinese aanval. Vandaag is de situatie heel anders. Beide partijen hebben de spanningen over Taiwan enorm opgevoerd, vooral sinds Biden aan de macht is gekomen. Vergeleken met het grillige beleid van Trump volgt Biden een meer gecoördineerde, geplande en – tot dusver althans – diplomatiek geraffineerde strategie om China de duimschroeven aan te draaien (internationale allianties en ‘Amerika zit weer aan tafel’). Als reactie daarop heeft het regime van Xi zijn nationalistische buitenlandse politiek en binnenlandse repressie opgevoerd.
De VS vrezen dat de groeiende militaire capaciteit van China het land uiteindelijk in staat zal stellen om Taiwan met geweld in te nemen. De Chinese marine is nu groter dan die van Amerika (360 schepen tegen 297). China zou het voordeel hebben dat het veel dichter bij huis kan vechten. In kringen van het Amerikaanse leger en de buitenlandse politiek wordt heftig gedebatteerd over de vraag of de “strategische ambiguïteit” nu moet worden opgegeven ten gunste van een uitdrukkelijke garantie van de VS om militair in te grijpen aan de zijde van Taiwan. Tegengeluiden waarschuwen dat dit zelf de vonk kan zijn die het regime van Xi aanzet tot een invasie.
In plaats van de “strategische ambiguïteit” volledig overboord te gooien, hebben Biden en zijn herwonnen Amerikaanse bondgenoten de boodschap een beetje aangepast, wat een kleine verandering in opstelling lijkt te suggereren bij wijze van waarschuwing aan Xi. Tijdens de G7-top in juni in Engeland, en toen de Japanse premier Yoshihide Suga twee maanden eerder een ontmoeting had met Biden, werd in de officiële communiqués melding gemaakt van het “belang van vrede en stabiliteit in de Straat van Taiwan.” Nooit eerder werd Taiwan genoemd op de fora van westerse leiders. Dit werd gezien als een provocatie aan het adres van Beijing, wat ook de bedoeling was. Meer recent waarschuwde de vice-premier van Japan dat een Chinese aanval op Taiwan een “existentiële bedreiging” zou vormen voor Japan, wat duidelijk impliceert dat het land ten strijde zou trekken om Taiwan te verdedigen. Australische politici, waaronder minister van Defensie Peter Dutton, hebben de afgelopen maanden soortgelijke waarschuwingen geuit.
In juli hield Biden’s coördinator voor de Indo-Pacifische regio, Kurt Campbell, een toespraak waarin hij volgens de media het standpunt van de VS herhaalde: “Wij steunen de onafhankelijkheid van Taiwan niet.” Dit is niet nieuw, het is al Amerikaans beleid sinds het akkoord tussen Nixon en Mao. Maar het belangrijkste deel van Campbells toespraak was een waarschuwing aan het Chinese regime. Hij waarschuwde dat een aanval op Taiwan “catastrofaal” zou zijn. Campbell zei dat er “een duidelijk gevoel” was dat de CCP in stilte de mondiale reactie op het hardhandige optreden in Hongkong beoordeelt om te peilen hoe de wereld zou reageren op een soortgelijke actie tegen Taiwan.
In zijn toespraak erkende Campbell impliciet dat de VS machteloos staan tegenover de politieke wurggreep waarin Hongkong is gewikkeld, maar hij waarschuwde de CCP dat zij in het geval van Taiwan geen soortgelijke speelruimte mag verwachten. Er ontwikkelt zich een dynamiek van wederzijdse afschrikking die steeds extremer wordt. Aangezien geen van beide partijen gezichtsverlies kan veroorloven, wakkert dit een verdere escalatie aan.
Zal Xi Jinping aanvallen?
Hoe groot is het gevaar van een CCP-aanval op Taiwan? Hoewel de retoriek aanzienlijk is verhard (het woord “vreedzaam” is nu officieel geschrapt uit de mantra van de CCP over “hereniging”), zou Xi Jinping geen oorlog riskeren tenzij hij er volledig van overtuigd is dat hij wint. Militair en geografisch gezien zou er een enorme troepenmacht nodig zijn om Taiwan binnen te vallen, vanwege de rotsachtige kustlijn en de onvoorspelbare weerspatronen. Zeker voor een dictatoriaal regime is er geen gevaarlijker moment dan een oorlog (behalve dan revolutie natuurlijk). De gevolgen van een nederlaag laten zich zien door historische voorbeelden als Rusland 1904-05, Argentinië 1982 en vele andere. Een militair debacle, gedwongen worden een invasie af te breken, zware verliezen lijden – deze dingen kunnen een regeringscrisis veroorzaken, waarschijnlijk de val van Xi Jinping, en mogelijk de ineenstorting van het CCP-regime.
De andere cruciale vraag is hoe de CCP Taiwan zou besturen. Gezien de overweldigende oppositie van de massa’s in Taiwan tegen de eenmaking en tegen de CCP, zou dit een enorme militaire bezetting en een politiestaat vereisen. Zelfs als dit zou lukken, bevat het voor China een gevaar dat het zijn hand overspeelt. Instabiliteit en onrust zouden naar het Chinese vasteland kunnen overslaan. Er zat een zekere logica achter de “één land, twee systemen”-regeling die Taiwan jarenlang werd aangeboden, waarbij Hongkong als model werd aangevoerd. Beijing zou Taiwan besturen via een pro-CCP Kwomintang of soortgelijk ‘comprador’-bestuur, vergelijkbaar met de eerste jaren van de overdracht van Hongkong na 1997. Maar deze optie, die nooit erg waarschijnlijk was, is tenietgedaan door de bloeddorstige onderwerping van Hongkong door Xi Jinping. “Eén land, twee systemen” roept massaal verzet op in Taiwan. Zelfs de Kwomintang heeft zich ertegen uitgesproken.
Revolutionaire crisis
De harde strategie van Xi Jinping ten aanzien van Hongkong heeft zijn regime in Taiwan in een lastig parket gebracht. De CCP kan het doel van “hereniging” natuurlijk niet loslaten, maar nu is het realistisch dat dit alleen door oorlog kan worden bereikt. In het kader van de mobilisatie voor de Koude Oorlog heeft het Amerikaanse leger herhaaldelijk gewaarschuwd dat Beijing binnen de zes jaar een invasie van Taiwan kan uitvoeren, wat “dichterbij is dan de meeste mensen denken”, zoals Admiraal John Aquilino, commandant van het Amerikaanse Indo-Pacific Command, eerder dit jaar verklaarde.
In dit stadium lijken deze voorspellingen overdreven. Maar er kunnen zich andere scenario’s voordoen als het huidige machtsevenwicht beslissend in de ene of de andere richting verschuift. In het geval van een acute crisis in China, een revolutionaire crisis, zou Xi Jinping of zijn opvolger bijvoorbeeld in paniek kunnen raken en een militaire aanval lanceren als een klassiek voorbeeld van een afleidingsmanoeuvre, maar dan met Chinese kenmerken. Aan de andere kant zou een toekomstige diepe politieke crisis of economische ineenstorting in de Verenigde Staten een terugtrekking van de Amerikaanse militaire macht uit de Indo-Pacific kunnen forceren, waardoor er een machtsvacuüm zou ontstaan dat, op basis van de huidige constellatie van krachten, alleen China kan opvullen. Volgens dit scenario zouden Taiwan en zijn zwakke en instabiele burgerlijke democratie een Tsjechoslowaakse afloop kunnen krijgen, waarbij het wordt “verhandeld” als onderdeel van een breder imperialistisch akkoord.
Nogmaals, deze varianten van perspectieven tonen aan dat het lot van Taiwan niet in de eerste plaats zal worden bepaald door zijn eigen interne dynamiek. De arbeidersbeweging en de jongeren die in toenemende mate onafhankelijkheid willen, moeten begrijpen dat hun strijd dringend moet worden verbonden met die van arbeiders en jongeren in China, de VS en de rest van de wereld. Sommigen ter linkerzijde en velen in het radicaal-nationalistische milieu zien dit verband niet en hebben de neiging de wereldverhoudingen, China, de Koude Oorlog tussen de VS en China, te beschouwen als interessante externe ontwikkelingen zonder veel relevantie voor de Taiwanese politiek. Maar op een kapitalistische basis is het onwaarschijnlijk dat Taiwan ooit onafhankelijk zal worden, ondanks de duidelijke wens van een meerderheid van zijn bevolking.
Kurt Campbell heeft eraan herinnerd dat de onafhankelijkheid van Taiwan niet door één, maar door beide imperialistische grootmachten wordt tegengewerkt. Het lot van Taiwan onder het kapitalisme is dat van een gevangene van de imperialistische Koude Oorlog: staatloos, sterk gemilitariseerd en steeds bedreigd door de mogelijkheid van een “hete” oorlog. Socialisten strijden om de arbeidersbeweging te winnen voor een socialistisch programma om de macht over te nemen en het kapitalisme in Taiwan af te schaffen, met volledige handhaving van het zelfbeschikkingsrecht van het Taiwanese volk, als onderdeel van een bredere strijd tegen kapitalisme en imperialisme in heel Azië en de rest van de wereld.