Your cart is currently empty!
Tag: strijdsyndicalisme
-
Vijf voorstellen om het strijdsyndicalisme van onderuit te versterken

Delegees, militanten en alle werkenden en hun gezinnen staan voor een hete herfst van sociale onrust. Dit brengt heel wat uitdagingen met zich mee. Een strijdbaar syndicalisme is essentieel en iedereen kan daaraan bijdragen. Enkele voorstellen.
door een delegee
-
Onze woede organiseren en daarbij zoveel mogelijk mensen betrekken
We staan sterker als we personeelsvergaderingen organiseren om acties voor te bereiden. Bijeenkomsten waarop iedereen kan spreken, vergroten de betrokkenheid. Het helpt om collega’s van andere afdelingen te ontmoeten, het biedt mogelijkheden om de situatie van het bedrijf en om eisen te bespreken, maar ook om vragen te beantwoorden en zelfs om materiaal als spandoeken, bordjes, specifieke slogans enzoverder voor te bereiden. Een personeelsvergadering maakt de sfeer onder de collega’s duidelijk en biedt een kans om enthousiasme te stimuleren om twijfelaars over de brug te trekken. Voor delegees biedt het een kans om toekomstige delegees te leren kennen.
-
De eenheid van alle collega’s versterken, geen ruimte laten voor verdeeldheid
Alleen staan we altijd zwakker. De werkende klasse is divers inzake geslacht, seksuele geaardheid, huidskleur, godsdienst … Actief ingaan tegen discriminatie stelt iedereen in staat om mee te doen en zich goed te voelen in de beweging.
Seksistische of racistische ‘grapjes’ zijn onaanvaardbaar, zelfs indien de makers het onschuldig vinden. Zal een collega die door een leidinggevende seksueel geïntimideerd wordt, naar een delegee stappen die er zelf grapjes over maakt? Zal zij aan een stakerspost of een delegatie in een betoging deelnemen als ze weet dat er daar ongepaste opmerkingen volgen? Seksisme, racisme of LGBTQI+fobie ondermijnen de kracht van onze klasse en mogen geen millimeter terrein winnen. Actiedagen als 8 maart, de internationale vrouwendag, bieden overigens de kans om onder collega’s te discussiëren over seksisme en hoe dat te stoppen in de samenleving en op het werk.
Verdeeldheid kent vele vormen. De bazen spelen ons graag tegen elkaar uit: bediende versus arbeider, publieke versus private sector, rode versus groene vakbondsleden. Als we elkaar bekampen, kijkt de baas als lachende derde toe.
Solidariteit is noodzakelijk om overwinningen te boeken. Dat kunnen we ook versterken door bijvoorbeeld piketten van andere bedrijven te bezoeken, deel te nemen aan acties van andere sectoren of solidariteitsmoties op te stellen en/of solidariteitsfoto’s met een boodschap te verspreiden via sociale media. Bij strijd op de eigen werkplek is het dan overigens gemakkelijker om zelf steun en solidariteit van anderen te krijgen.
-
Maak het concreet
Voor nationale betogingen en acties krijgen de afgevaardigden (gewoonlijk) pamfletten en affiches. Dat is slechts het begin. Elke collega moet aan de campagne kunnen deelnemen. Pamfletten uitdelen als je geen afgevaardigde bent, is niet altijd aangewezen. Maar er zijn tal van mogelijkheden: de actie bespreken in de lunchpauze of na het werk, een krantenartikel over een sociaal thema op het prikbord hangen … Uiteraard is het daarbij nooit mogelijk om echt iedereen te overtuigen.
Een nationale campagne concretiseren op bedrijfsniveau is nuttig om die collega’s die zich nog niet betrokken voelen mee te krijgen. Een pamflet geschreven door collega’s heeft soms meer effect. Als voorbereiding op de hete herfst die zich nu al aankondigt, kunnen de bedrijfscijfers bovengehaald worden: dividenden, omzet, winsten …
Een stakerspost is trouwens aantrekkelijker als er behalve een tent en tafel voor koffie en croissants ook ruimte is voor dit soort materiaal om discussies te stimuleren.
-
Onze werkplek in zijn mondiale context beschouwen
Sommige delegees denken dat hun vakbondsactiviteit enkel over het eigen bedrijf gaat. Het is echter belangrijk om te weten waar het bedrijf naartoe gaat, welke tendensen er in de sector zijn (digitalisering, uitbesteding, fusies en overnames) en meer algemeen is het nuttig om de Belgische en zelfs de internationale economie op te volgen. Dat gaat niet om abstracte kwesties, maar om het verzamelen van informatie en inzichten om met de collega’s beter voorbereid te zijn. Door het nieuws te volgen, kunnen we ook beter antwoorden op de patronale argumenten rond lonen, index, pensioenen …
-
De rode draad: een krachtsverhouding opbouwen
Een strijdbaar syndicalisme opbouwen, betekent er elke dag hard voor werken. Elke gelegenheid om andere delegees te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen over hoe problemen aangepakt worden, is nuttig. Daarbij en in de dagelijkse syndicale werking is er één rode draad: het opbouwen van een krachtsverhouding waarmee de werkenden sterker staan.
-
-
Bob Crow overleden. Onverzettelijke strijder voor zijn klasse
Artikel door de Socialist Party
Het nieuws van het overlijden van Bob Crow, de algemeen-secretaris van de transportbond Rail Maritime and Transport union (RMT), kwam als een droevige schok. De reacties op zijn dood bevestigen nogmaals de grote impact die hij als vakbondsleider had. Ongetwijfeld was hij een van de bekendste vakbondsleiders. Hij stond bekend voor zijn vastberaden benadering waarbij hij het steeds voor zijn leden opnam.Onze gedachten zijn bij zijn familie. En we zijn ook solidair met de RMT.
Bob Crow was iemand die steeds bleef vechten voor de werkende bevolking en iemand die het voor tal van kwesties opnam. De rechtse media probeerden hem voor te stellen als een ‘dinosaurus’ en een ‘vakbondsbaron’. De werkenden zagen hem als een held omdat hij de werkgevers angst aanjoeg en omdat de RMT onder zijn leiding, als vice algemeen-secretaris en dan als algemeen-secretaris, meermaals aantoonde dat de werknemers overwinningen kunnen boeken.
Het meest recente voorbeeld was de staking van de RMT afgelopen februari bij de Londense metro. Het was een hoopgevende strijd voor de werkenden die gebukt gaan onder het besparingsbeleid van de regering van Conservatieven en Liberaal-Democraten. Iedere poging om de vakbond te ondermijnen en Bob Crow in het bijzonder aan te pakken, werd boven gehaald. Maar de publieke reacties gaven aan dat een vastberaden benadering om alle jobs en de rechten van werkenden te verdedigen op een brede steun kan rekenen.
De RMT ging de strijd met de Londense conservatieve burgemeester Boris Johnson aan. Zelfs de kapitalistische media moesten erkennen dat de vakbond de bijzonder arrogante en zelfzekere Johnson tegen zijn wil aan de onderhandelingstafel dwongen. Die strijd moet verder gezet worden om een overwinning te boeken tegen de sluiting van de loketten en de bijhorende jobverliezen.
De benadering van Bob om het verzet te versterken, kwam ook tot weerspiegeling in de leidinggevende rol van de RMT in het opzetten van het National Shop Stewards Network (NSSN), een netwerk van strijdbare syndicalisten om een instrument te hebben om de strijd tegen de lawine van besparingen aan te gaan. Onder zijn leiding was de RMT een onverzettelijke verdediger van vakbondsrechten. Dat gebeurde samen met andere bonden zoals de ambtenarenvakbond PCS en de cipiersvakbond POA.
Politieke vertegenwoordiging
Bob Crow was een leider op syndicaal vlak, maar gaf ook steeds steun aan de strijd voor een politieke stem van de arbeidersbeweging. De leidinggevende positie van de RMT in de Trade Unionist and Socialist Coalition (TUSC) en in ‘No2EU – Yes to workers’ rights’ is een belangrijke stap in die campagne.Met de Socialist Party hebben we nauw samengewerkt met Bob in de RMT, TUSC en in de NSSN. Zeker rond de eis van een algemene 24-urenstaking tegen het besparingsbeleid hebben we samengewerkt. Zijn dood betekent onder meer voor zijn rol in deze discussie een enorm verlies.
Bob Crow heeft altijd het socialisme verdedigd als het noodzakelijke alternatief op het rotte kapitalistische systeem. We kwamen elkaar vaak tegen, hij sprak meermaals op ons jaarlijks Socialisme-weekend. In november vorig jaar was hij nog te gast op zo’n weekend.
Het overlijden van Bob is een zware slag voor de RMT-leden. Velen hadden enorm veel respect voor hem en voor zijn consequente strijd voor hun belangen. Hopelijk zullen de RMT-leden in het democratische proces om een nieuwe vakbondsleider te verkiezen opteren voor iemand die de erfenis van Bob zal verderzetten door strijdbaar op te komen voor de werkende klasse, voor socialisme en voor internationale solidariteit.
De dood van Bob Crow is ook een schok voor de rest van de arbeidersbeweging. Als de centrale vakbondsleiding zou bestaan uit strijdbare militanten zoals Bob of zoals Mark Serwotka en de linkse socialistische leiding van de ambtenarenbond PCS, dan zou de strijd tegen het besparingsbeleid er veel beter voor staan. Het overlijden van Bob Crow herinnert ons aan de kracht van de Britse arbeidersklasse om zulke strijdbare leiders voort te brengen. Hij zal hard gemist worden, maar zijn en onze strijd wordt verdergezet.
