Your cart is currently empty!
Tag: Rohinya
-
Aung San Suu Kyi hoort niet thuis in museum van verzet tegen racisme en fascisme
De tentoonstelling “Dit nooit meer” van Les Territoire de la Mémoire in Luik laat op een bevattelijke en toegankelijke kennis maken met de verschrikkingen van het fascisme. Het is een geëngageerde tentoonstelling die oproept tot verzet. Het is bijzonder positief dat een dergelijke tentoonstelling bestaat.Door Liesbeth en Geert (Antwerpen)
Jammer genoeg wordt die oproep tot verzet op het einde van de tentoonstelling herleid tot instellingen van de gevestigde orde en gekende personaliteiten. Hoe zou de Europese Unie een antwoord kunnen zijn op hedendaagse fascistische organisaties als het Griekse Gouden Dageraad die net groot worden op de puinhopen veroorzaakt door het besparingsbeleid dat door de EU wordt opgelegd? Maar helemaal bont wordt het als enkele personaliteiten naar voor geschoven worden als voorbeelden van verzet. Er wordt ingezoomd op drie mensen: Martin Luther King, Nelson Mandela en Aung San Suu Kyi. Met de beeltenis van die laatste eindigt de tentoonstelling.
Als politieke activisten waren wij aan de grond genageld. Dit was ronduit schokkend: een politieke leider die oogluikend toestaat dat racistische Boeddhistische extremisten een genocide aanrichten tegen de Rohingya-bevolking in Myanmar hoort niet thuis in dit museum! Wij waren reeds in 2015 betrokken bij het organiseren van de eerste betoging in ons land tegen de genocide op de Rohingya. We voerden actief campagne tegen die genocide en moeten nu in een museum van verzet tegen de verschrikkingen van fascisme, racisme en genocide net Aung San Suu Kyi als voorbeeld van verzet slikken?
Is het de makers van de tentoonstelling dan niet opgevallen dat Aung San Suu Kyi zich niet alleen weigerde uit te spreken tegen die genocide, maar zelfs verder gaat en het geweld goedpraat? Zelfs de VN omschreef de Rohingya als de meest vervolgde minderheid ter wereld.
In het beste geval is de afbeelding van Aung San Suu Kyi in deze tentoonstelling een blunder die jaren geleden begaan is (de tentoonstelling is vier jaar oud). Maar na de gebeurtenissen van de afgelopen drie jaar zou dit toch al lang moeten rechtgezet zijn.
Wellicht is deze uitschuiver vooral het resultaat van een benadering die te sterk ingekapseld zit in de dominante liberale logica waarbij historische processen voorgesteld worden als het werk van individuen. Het viel ons al op in de verklaring in deze tentoonstelling van het aan de macht komen van Hitler. Daarbij werd terecht verwezen naar de periode van werkloosheid en crisis waar de nazi’s op inspeelden. Maar het bestaan van massabewegingen en revolutionaire uitbarstingen door de Duitse arbeidersbeweging waren het vermelden niet waard. Nochtans kan de impact van de contrarevolutionaire wanhoop van de fascisten niet begrepen worden zonder in te gaan op het falen van de revolutionaire hoop op een betere toekomst in een andere samenleving. Dat falen creëerde een breder gehoor voor een fascistische massabeweging, het potentieel van revolutie leidde bovendien tot actieve ondersteuning door elementen van het grootkapitaal. Mogelijk is dat wat veel informatie voor een laagdrempelige tentoonstelling, maar de afwezigheid ervan herleidt de opkomst van het fascisme grotendeels tot die ene figuur van Adolf Hitler.
Als het centrale probleem vooral een kwestie van personaliteiten is, kan het verzet ertegen op dezelfde manier voorgesteld worden. De oproep tot verzet wordt niet voorgesteld als iets van ons allemaal – ook al start de tentoonstelling op scherpe wijze met een verwijzing naar het bekende gedicht van Niemöller (“Toen de nazi’s de communisten arresteerden”) – maar vooral ook niets als een georganiseerde beweging. Door er enkele prominente individuen uit te pikken, begeeft de tentoonstelling zich onvermijdelijk op glad ijs: onderdrukking, oorlog en genocide zitten in dit systeem ingebakken.
Er is nood aan antifascistisch en antiracistisch verzet zodat wat onder het fascisme gebeurde nooit meer kan. Maar we zullen dit niet bekomen door onze hoop te vestigen op het kapitalistische establishment, al dan niet verhuld onder vage verwijzingen naar democratie en mensenrechten als alternatief op fascisme en extreemrechts (zonder een klasseninhoud te geven aan die alternatieven). Het fascisme ontstond uit de crisis van het kapitalisme en het falen van de arbeidersbeweging, de enige kracht die een alternatief kon bieden op kapitalistische crisis en fascisme, om een uitweg te bieden. Ook extreemrechts vandaag (van traditionele neofascisten tot nieuwrechtse populisten) vindt daar een ruimte, zelfs indien die veel beperkter is dan die van de nazi’s destijds.
Dit maakt dat we in de antifascistische strijd nood hebben aan een programma en bijhorende beweging van sociale vooruitgang voor iedereen en wat ons betreft een breuk met het kapitalisme. Om tot een andere samenleving te komen, is elke vorm van verdeeldheid een obstakel. Bovendien kan je niet consequent tegen onderdrukking strijden, als je zwijgt over andere vormen van onderdrukking. Dat is waarom wij in juli 2015 als eersten in België een betoging organiseerden tegen de vervolging van de Rohingya in Birma of waarom we vorig jaar nog aan de VUB campagne voerden voor het intrekken van het eredoctoraat van Aung San Suu Kyi.
Het is ook waarom we langs deze weg aan Les Territoires de la Mémoire vragen om uit respect voor de Rohingya slachtoffers de beeltenis van Aung San Suu Kyi uit de tentoonstelling te halen.
-
Protestactie voor Europees Parlement: ‘Stop de genocide in Birma’
Als onderdeel van een breder platform organiseerde ‘Justice Sans Frontières’ zaterdagmiddag een protestactie om aandacht te vragen voor het aanhoudende geweld tegen de Rohingya-minderheid in Birma (Myanmar). Honderdduizenden Rohingya – dit weekend hadden de media het over 270.000 of bijna één op vier van de totale bevolking – zijn op de vlucht voor de systematische vervolging door Boeddhistische extremisten in Birma. Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi zit momenteel in de regering. Haar medeplichtig zwijgen is overgegaan in actieve ondersteuning van genocide.
Verslag en foto’s door Liesbeth
Op het Luxemburgplein waren er een duizendtal betogers. Die klaagden de stilzwijgende houding van Europa en de internationale gemeenschap aan. De demonstranten stelden dat deze instellingen niets doen aan de situatie van de Rohingya. Ze riepen slogans als “Europe: où es-tu?, Europe: que fais-tu?”
De Rohingya moslimbevolking wordt al decennialang vervolgd door Boeddhistische fundamentalisten en door het leger. De Rohingya wonen vooral in de deelstaat Rakhine (Arakan) en maken met 1,1 miljoen mensen 4% uit van de 55 miljoen inwoners van Birma. Er waren al tienduizenden Rohingya gevlucht in de jaren 1990. In de eerste vrije verkiezingen van 2012 werden de Rohingya er door de Boeddhistische partijen van beschuldigd de oorzaak van alle sociale problemen en de financiële crisis te zijn. De polarisatie leidde tot een nieuwe opleving van het geweld tegen de Rohingya.
Rakhine ligt in het westen van Myanmar, vlakbij Bangladesh. De Rohingya zijn verwant met de moslims in Bangladesh. Bij de onafhankelijkheid van Birma in 1948 vielen er al duizenden doden. Er was een opstand van de Rohingya om niet bij Birma maar bij Oost-Pakistan (nu Bangladesh) gevoegd te worden. Bij de onafhankelijkheidsoorlog in Bangladesh in 1971 vluchtten heel wat Bengalen naar Rakhine.
De Boeddhistische meerderheid in Birma weigert de Rohinya te erkennen. Het regime stelt dat het om gevluchte Bengali gaat, om illegale vluchtelingen. Het zijn tweederangsburgers die geen identiteitspapieren hebben, niet vrij kunnen reizen, geen gezondheidszorg genieten en niet meer dan twee kinderen mogen hebben. Ze worden te pas en te onpas uit hun huizen gezet en hebben geen recht op hun cultuur, hun land en oogsten. Op deze manier belanden ze steeds dieper in armoede en ontbering. Mensen die Rohingya willen helpen, worden ook bestraft.
Momenteel is er een escalatie van het geweld. Mondjesmaat bereiken verhalen en beelden van verkrachting, marteling, platbranden van dorpen, moskeeën en ga maar door de Westerse wereld. De Birmese regering ontkent dat er sprake is van genocide en weigert journalisten toe te laten. De VN heeft het over etnische zuiveringen en ‘misdaden tegen de mensheid.’ Aung San Suu Kyi bleef jarenlang zwijgen over het geweld en zoekt Europese steun voor de ‘democratisering’ van het land. Het medeplichtig zwijgen blijkt nu onderdeel te zijn van een even racistische opstelling tegen de Rohingya als de rest van het machthebbers in Birma. Ze stelt dat het niet om burgers van Myanmar gaat en stapt mee in het verhaal dat er sprake is van illegale migranten.
De voorbije weken zijn er honderden doden gevallen bij geweld door het leger. Zo werd een dorp omsingeld en 130 mensen werden hierbij doodgeschoten. Mensen worden letterlijk het land uitgedreven. Wie naar Bangladesh kan vluchten, komt daar in vluchtelingenkampen terecht. Tussen Birma en Bangladesh ligt de rivier Naf. Grenspatrouilles houden vluchtelingen tegen of sturen ze terug. Het leger jaagt bootjes met vluchtelingen weg. Sommigen proberen zwemmend de overkant te bereiken, maar velen verdrinken. Lijken, ook van vrouwen en kinderen spoelen aan. Zo ontstond de ‘nieuwe Ayran’ van Myanmar.
Zowat 20.000 vluchtelingen zitten vast in het stukje niemandsland tussen de rivier die Myanmar van Bangladesh scheidt en de officiële grens tussen beide landen vormt. Ze zitten er zonder eten en drinken. Het Birmese leger heeft mijnen gelegd aan de grens. In de kampen in Bangladesh is het al niet veel beter: er is te weinig voedsel en water. Het aantal vluchtelingen is op enkele weken opgelopen tot 270.000. Er kwamen al honderden mensen om door ondervoeding, malaria en diarree. Vanuit India worden Rohingya teruggestuurd. In Thailand worden ze opgepakt en gebruikt als slaven of doorverkocht aan Maleisiërs die hen gebruiken als slaven in de landbouw. De VN heeft het over de ‘meest onderdrukte bevolkingsgroep ter wereld.’
Human Rights Watch toonde aan dat dorpen systematisch in brand gestoken worden. De overheid ontkent en zegt dat de dorpelingen het zelf deden of dat het om geweld door een separatistische rebellenbeweging ging. Het geweld is systematisch en gericht op het volledig uitschakelen van een bevolkingsgroep. Met bijna één op vier Rohingya die het land op enkele weken tijd ontvlucht is, wordt de genocide gecombineerd met een vreselijke humanitaire ramp.
Tegenover deze ramp is solidariteit nodig. We moeten dit bekendmaken en de slachtoffers steunen. We eisen het onmiddellijke einde van het geweld, verdedigen het recht op zelfbeschikking van de Rohingya en alle andere bevolkingsgroepen in Birma, we eisen menswaardige opvang van alle vluchtelingen. We mogen hier niet over zwijgen: neen aan de genocide tegen de Rohingya! Internationale solidariteit voor een wereld zonder armoede, oorlog en vervolging!
-
Protest tegen bloedbad in Birma: 10 juli in Antwerpen
De situatie in Birma is hier amper bekend, maar beroert de gemoederen onder migranten van Aziatische afkomst in ons land. LSP heeft al langer een werking in deze gemeenschap in Antwerpen en besloot om samen met activisten van diverse origines een protestactie te houden om onze solidariteit met de slachtoffers van het bloedbad en de vluchtelingencrisis te betuigen. We schreven eerder op socialisme.be over het bloedbad en de vluchtelingencrisis in Birma, zie dit artikel.Tienduizenden mensen van de Rohingya-minderheid in het noordwesten van Birma zitten in vluchtelingenkampen, worden gemarteld of tot dwangarbeid veroordeeld. Tienduizenden trokken reeds naar buurland Bangladesh, maar ook daar zitten de kampen vol en neemt het geweld toe. Uit wanhoop wordt geprobeerd om over zee weg te geraken, wat tot vele duizenden doden leidt. De afgelopen drie jaar waren er 100.000 bootvluchtelingen of 10% van wat nog overblijft van de Birmese Rohingya. Fundamentalistische groepen zoals de Taliban zien hun kans om ingang te vinden onder de Rohingya, een moslimbevolking in het overwegende boedhistische Birma. Als de werkende bevolking het internationaal niet opneemt voor de Rohingya staan reactionaire krachten klaar om onze plaats in te nemen en de ellende voor de meerderheid van de bevolking enkel groter te maken.
In 2012 en 2013 trok toenmalig Vlaams minister-president Kris Peeters twee keer naar Birma, omgedoopt tot Myanmar door de dictatuur daar. In 2013 werden vijf samenwerkingsakkoorden met Vlaamse bedrijven gesloten en in maart 2013 werd een antenne van Flanders Investment & Trade in Birma geopend. In 2013 verklaarde het kabinet van Peeters: “Myanmar kent grote uitdagingen op korte en lange termijn. Vlaanderen wil de banden met de bevolking van Myanmar aanhalen en versterken.” Blijkbaar geldt dat niet voor de minderheden die vervolgd worden, want daarover zwijgen de autoriteiten in ons land in alle talen. De lucratieve contracten mogen immers niet in gevaar gebracht worden. De woorden over een ‘democratisch proces’ in Birma dienen slechts om de steun aan de dictatuur te verhullen.
We houden op 10 juli een protestactie in Antwerpen om de vervolging van de Rohingya aan te klagen, de hypocrisie van het Belgische en internationale establishment duidelijk te maken en om te pleiten voor massaal verzet van onderuit tegen de dictatuur in Birma, gekoppeld aan internationale solidariteit met deze strijd die het recht op zelfbeschikking voor alle minderheden moet opnemen naast sociale eisen voor een betere levensstandaard voor de werkenden en armen in dit land dat rijk is aan grondstoffen maar ook gekenmerkt wordt door enorme ellende voor de meerderheid van de bevolking.
- birmaprotest.wordpress.com – blog voor de actie van 10 juli en verdere opvolging van de situatie in Birma
- Facebook evenement
-
Vervolging van Rohingya in Birma: verzet is nodig!

Duizenden wanhopige bootvluchtelingen zitten vast op de zee voor Maleisië en Thailand. Tienduizenden moslims van de Rohingya bevolking uit het noordwesten van Birma zijn op de vlucht voor vervolging, marteling en uitroeiing. Er is hier opmerkelijk weinig aandacht voor. Het geweld tegen de minderheidsgroep is al langer bezig, maar komt nu in een stroomversnelling.
Artikel op basis van een discussie op een afdelingsvergadering in Antwerpen
Context
De Rohingya zijn een van de vele minderheden in Birma. Het land wordt geleid door een extreme dictatuur die zich in woorden op socialisme beroept, maar in feite een politiedictatuur is die niet aarzelt om gebruikt te maken van Boeddhistisch extremisme om iedere vorm van dissidentie de kop in te drukken. De dictatuur doopte het land om tot Myanmar, maar activisten blijven de naam Birma gebruiken.
Het land kwam de afgelopen jaren in het nieuws met een opstand van monikken in 2007 en de eerste stappen naar democratische openheid in 2010-2012 in de nasleep van de beweging van 2007. Birma is rijk aan natuurlijke grondstoffen (onder meer olie) en bevindt zich geografisch op een belangrijke positie, het kan China toegang tot de Golf van Bengalen geven en het grenst ook aan India. De toenadering met China wordt angstvallig in het oog gehouden door zowel de VS als Europa die de voorzichtige democratische openingen van 2010-2012 meteen aangrepen om de banden met de dictatuur aan te halen.
Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi raakte in 2010 in het parlement verkozen, maar de verkiezingen dat jaar hadden betrekking op amper 10% van de zetels. De vorige democratische verkiezing, die van 1990, werd ook al door de NLD van Aung San Suu Kyi gewonnen en dit in nasleep van de revolutie van 1988 waarin de NLD (Nationale Liga voor Democratie) snel groeide tot meer dan een miljoen leden. Vanuit het parlement voert Aung San Suu Kyi een beleid van compromissen met de regering. Het leverde lof van onder meer Hillary Clinton op, maar ontgoocheling voor alle Birmezen die hopen op verandering. Ook vanuit België trokken politieke leiders toen naar Birma, onder hen Kris Peeters. Net zoals Aung San Suu Kyi zwijgen zij nu in alle talen over de vervolging van de Rohingya in het noordwesten van het land, maar ook van andere minderheden elders in Birma.
Rohingya
De Rohingya zijn een minderheid in Birma. Het gaat om moslims die doorheen de eeuwen vaak het slachtoffer van geweld en repressie waren. Toen de Britten Birma volledig onder controle kregen in 1826 keerden heel wat Rohingya uit wat nu Bangladesh is terug naar hun geboortestreek, de huidige provincie Rakhine (voorheen Arakan). De conflicten met wederzijds geweld tussen boedhisten en moslims in Arakan werden na de onafhankelijkheid van Birma aangegrepen om de Rohingya als tweederangsburgers te beschouwen. Sinds begin jaren 1980 genieten ze zelfs de nationaliteit niet meer, het regime spreekt consequent over Bengaalse vluchtelingen die niet in het land thuishoren.
Er wonen bijna een miljoen Rohingya in Birma. In 2012 was er een bloedige confrontatie waarbij moslims in Rakhine werden vervolgd, hun winkels in brand gestoken en uiteindelijk werden veel Rohingya in kampen opgesloten door het leger. De Rohingya worden als ‘illegaal’ beschouwd en er zijn tal van indicaties van dwangarbeid, willekeurige repressie, martelingen en uitroeiing. Als het van de regering afhangt, moeten alle Rohingya uit het land weg. Een groot aantal is al naar buurland Bangladesh gevlucht, maar daar zitten de vluchtelingenkampen vol en is er evenmin een toekomst voor de Rohingya. Het leidt tot een sterke vluchtelingenstroom waarbij Rohingya over zee proberen te vluchten naar Maleisië of Indonesië. Daar worden ze niet bepaald met open armen ontvangen, er waren berichten van geweld in vluchtelingenkampen in Maleisië.
De repressie in Birma is de afgelopen maanden opgedreven. Het regime reageerde eerder dit jaar met bombardementen op de regio waar een rebellenbeweging van de etnische minderheid van de Kokang een aanval uitvoerde op een legerpost. Zowat 30.000 mensen sloegen daarbij op de vlucht naar China, de Kokang zijn immers Han-Chinezen. China ontvangt de vluchtelingen maar is erg voorzichtig om zeker geen bruggen op te blazen in de relaties met het Birmese regime. Traditioneel vormen de Birmese Chinezen samen met de Rohingya de twee etnische minderheden die het hardste vervolgd worden in Birma.
De vervolging in Birma leidt tot vluchtelingengolven. Waar de Kokang relatief goed opgevangen worden in China, stellen er zich voor de Rohingya meer problemen. Velen probeerden te vluchten naar buurland Bangladesh, maar dat land weigert hen op te vangen. Hierdoor is er een toename van het aantal bootvluchtelingen dat over zee Maleisië, Thailand of Indonesië probeert te bereiken. In de eerste drie maanden van dit jaar waren er 25.000 vluchtelingen, eind vorig jaar nog eens 63.000. Duizenden vluchtelingen zitten vast op zee. Maleisië, Thailand en Indonesië weigeren hen op te vangen. Naast duizenden mensen die al omgekomen zijn, dreigen hierdoor nog eens duizenden bootvluchtelingen hun leven te verliezen. Binnenkort begint de moesson.
De penibele situatie van de Rohingya wordt bovendien door allerhande fundamentalisten aangegrepen als een ‘opportuniteit’ om activiteiten in Birma te ontplooien. Het gevaar is reëel dat groepen naar het model van de Taliban voet aan grond krijgen op de wanhoop en de ellende.
Verzet nodig!
Het dictatoriale regime in Birma probeert sociale onrust te vermijden door nationale, religieuze en etnische tegenstellingen uit te spelen. Er wordt amper gereageerd door regionale machten als India en China of internationale spelers als de VS en de EU. Die vrezen dat kritiek op het regime in Birma een obstakel kan vormen in de handelsrelaties en de toegang tot de grondstoffen in het land. De officiële oppositie van de NLD van Aung San Suu Kyi hult zich ondertussen in stilzwijgen over de vervolging van etnische minderheden.
Het regime van president Thein Sein staat onder druk. De revolutionaire golf van 1988 werd de kop ingedrukt, maar kon niet vermijden dat er in 2007 opnieuw een protestbeweging ontstond. Het is op basis van dergelijke bewegingen dat beperkte democratische hervormingen werden afgedwongen. Om het verdeel-en-heersbewind van het corrupte en dictatoriale regime te stoppen, zal hernieuwd massaprotest van onderuit noodzakelijk zijn. Tegen de propaganda in pleiten voor eenheid is niet evident, maar het zal noodzakelijk zijn. Dit kan rond sociale eisen voor een betere levensstandaard verdedigd door onafhankelijke vakbonden. En door op te komen voor de rechten van alle minderheden met het recht op zelfbeschikking.
Er is ook nood aan internationale solidariteit met de slachtoffers van de vervolging van de verschillende etnische minderheden in Birma. De situatie van de Rohingya is het meest schrijnend en dringend op dit ogenblik, maar het is niet de enige minderheid die vervolgd wordt. Internationale solidariteit kan aangeven dat er naast de ‘internationale gemeenschap’ van de grootmachten en imperialisten ook een andere ‘internationale gemeenschap’ bestaat, die van de gewone werkenden en onderdrukten.
Verandering zal er niet komen door een ‘dialoog’ met de militaire junta, er zal massastrijd tegen onderdrukking en uitbuiting nodig zijn. De massa’s in Birma kunnen geen vertrouwen stellen in de kapitalistische leiders van het Westen of in de VN. De werkenden en arme boeren hebben zelf de kracht om verandering af te dwingen, dat werd duidelijk gemaakt in de revolutie van 1988. Die massabeweging werkte verenigend over etnische en religieuze grenzen heen. Het ontbrak enkel aan een duidelijke strategie van een leiding die zich bewust was van de taken die nodig zijn om een ander systeem te vestigen.
Een massabeweging gewapend met een socialistisch programma moet opkomen voor het recht op zelfbeschikking voor alle etnische groepen, massastrijd tegen het militaire regime, een democratisch geplande economie onder controle en beheer van de werkenden en arme boeren, productie naar behoefte van de bevolking in plaats van de winsten van de rijken, een democratisch socialistische vrijwillige federatie in Birma als onderdeel van een democratisch socialistisch Zuid-Azië.

