Your cart is currently empty!
Tag: regering-Michel
-
Gat in begroting van 8,5 miljard: einde van de tunnel is weg bespaard

Protest bij het aantreden van de regering-Michel/De Wever in 2014. ‘Geen Thatcher in België’, zeiden we toen. Rechts maakt zich op voor nog een Thatcheriaanse regering die de transfer van arm naar rijk verder opvoert. Het bilan van de rechtse regering-Michel/De Wever is hard voor werkenden en hun gezinnen. We kregen aanvallen op onze lonen (onder meer indexsprong), brugpensioenen, pensioenleeftijd, openbare diensten, … Telkens weer kregen we te horen dat deze ‘hervormingen’ (eigenlijk zijn het tegenhervormingen) noodzakelijk waren in het kader van een ‘economisch herstelbeleid’. Nu wordt officieel bevestigd dat dit een leugen was.
De Thatcheriaanse regering heeft ondanks de harde besparingen geen economisch herstel gebracht. Economen lijken het erover eens dat de beste groei van de afgelopen jaren achter ons ligt en dat we voor een nieuwe recessie staan. Alleen over de timing van die recessie lopen de meningen uiteen. In de beste groeiperiode van de afgelopen jaren deed de Belgische economie het slechter dan de buurlanden en dan het Europees gemiddelde. De reden daarvoor is bekend: de harde besparingsmaatregelen drukten op onze inkomens en op de groei.
Nu blijkt dat al die besparingen een maat voor niets waren. Het gat in de begroting bedraagt 8,5 miljard euro, meldt de Hoge Raad van Financiën. Het kan zelfs oplopen tot 11 miljard euro in 2021. “Een nieuwe regering zal dat opnieuw onmiddellijk ter hand moeten nemen,” verklaarde minister van Begroting Wilmès (MR). Vrij vertaald: ‘er is geen alternatief: er moet en zal nog harder bespaard worden.’ Alle uitspraken over snoeien om te groeien waren praatjes. Zelfs het spreekwoordelijke einde van de tunnel is weg bespaard. Of waarschijnlijker in de context gezien de staat van de infrastructuur in ons land: door gebrek aan onderhoud is de tunnel ingestort en wordt onze levensstandaard gegijzeld in eindeloze besparingsdrift.
Waar zijn de opbrengsten van al die besparingen dan naar toe, zullen velen zich wellicht afvragen? Wel: niet iedereen is er de afgelopen jaren op achteruit gegaan. De regering beweert dat onze koopkracht steeg, maar dat wordt tegengesproken door verschillende studies die duidelijk maken dat steeds minder mensen kunnen sparen en meer mensen bij het OCMW moeten aankloppen. Het is met onze stijgende koopkracht een beetje zoals met die zogenaamd hoge belastingdruk voor bedrijven: officieel klopt dat wel, maar de reële cijfers verschillen sterk van de officiële (multinationals betalen niet het officiële tarief van 34% maar 14% vennootschapsbelasting). De besparingen hadden niet als doel om onze koopkracht op te krikken. De enigen die erop vooruitgingen, waren de superrijken. Grote winsten en extra dividenden voor aandeelhouders: daar was het om te doen. Er was een transfer van arm naar rijk. Nu zegt de regering dat er ook de volgende jaren geen alternatief is: de transfer van arm naar rijk moet verdergezet worden. Op de inhaligheid van de superrijken staan geen grenzen.
Er is een alternatief op de eindeloze besparingspolitiek nodig. We weten wat nodig is voor de meerderheid van de bevolking: massale publieke investeringen in openbare diensten en infrastructuur, hogere lonen met minstens 14 euro per uur, leefbare pensioenen van minstens 1500 euro per maand, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen om het werk werkbaar te houden en de werkloosheid terug te dringen, energie in publieke handen om een groene omslag en betaalbare prijzen mogelijk te maken, gratis en degelijk openbaar vervoer, … De afgelopen weken werden al deze eisen met protestacties op de agenda gezet. Om ze te realiseren, moeten we breken met het huidige beleid en zelfs met het huidige systeem. De kapitalistische logica wordt aanvaard door alle gevestigde partijen die na de verkiezingen meteen terug tot de orde van de dag zullen overgaan: het besparingsbeleid voeren dat opgelegd is door de dictaten van de ‘vrije’ markt. Enkel over het ritme zullen er nuanceverschillen zijn tussen de gevestigde partijen.
Het kapitalistisch systeem is uitzichtloos, zelfs de verdedigers van dit systeem zijn pessimistisch over de vooruitzichten voor de komende jaren. Het protest van de afgelopen maanden is belangrijk om te bouwen aan een krachtsverhouding waarmee we effectief tot systeemverandering kunnen komen. Laten we dit protest verderzetten en uitdiepen met collectieve discussie over een programma van systeemverandering. Een offensieve benadering die vertrekt vanuit de samenleving die we willen en zich niet laat inkapselen door de torenhoge beperkingen die door het kapitalisme worden opgelegd, kan bovendien het nodige enthousiasme creëren. Met LSP komen we op voor een socialistische samenleving waarin de sleutelsectoren van de economie in publieke handen komen zodat een democratische en rationele planning van de economie mogelijk wordt: een samenleving waarin de behoeften en noden van de werkenden en hun gezinnen centraal staan (uiteraard met inbegrip van een leefbaar milieu: dat is een basisbehoefte!) en niet de winsten van een handvol superrijken, zoals dit vandaag het geval is.
-
N-VA uit regering, nu in het offensief tegen heel het besparingsbeleid!

Foto door Liesbeth Nadat de regeringspartijen allemaal klappen kregen in de gemeenteraadsverkiezingen namen de spanningen dusdanig toe dat een discussie over het niet-bindend Migratiepact een einde maakt aan Michel 1. De doodsstrijd werd enkele dagen gerokken omdat oranje-blauw en N-VA elkaar de zwartepiet voor de val van de regering wilden doorschuiven in een slecht geacteerd toneel.
Het sociaal ongenoegen, een belangrijk element in de nederlaag van de regeringspartijen op 14 oktober, leek de voorbije dagen slechts een fait divers te zijn. Een historische klimaatmars, gele hesjes die zonder echte organisatie met 2.000 in Brussel protesteren tegen de stijgende prijzen en taksen, ongenoegen rond pensioenen en dalende koopkracht, … Dat alles leek plots van geen tel. Nochtans zijn dat de zaken waar brede lagen van de bevolking wakker van liggen. Zoals Marc Reynebeau in De Standaard opmerkte: “Terwijl de federale regering verzandt in een symbolische identiteitsdiscussie, zijn er ondertussen (…) nog altijd mensen die echte problemen hebben. Zij komen nu op straat in gele hesjes.” Voor de gevestigde partijen is het echter niet mogelijk om rond deze thema’s een regeringscrisis te organiseren: hierrond verliezen ze immers zeker de verkiezingen. Asiel en identiteit vormen voor hen een nuttig rookgordijn.
Met het vertrek van N-VA uit de regering komt een einde aan Michel 1. Er is een doorstart met een oranje-blauw minderheidskabinet, waarvan duidelijk is dat het een instabiele regering-van-lopende-zaken is en niet langer de harde Thatcheriaanse regering die vanaf 2014 meteen een harde aanval inzette op de pensioenen, lonen, uitkeringen, openbare diensten, … De werkgevers protesteerden de voorbije dagen al omdat zij hadden gehoopt om tot aan de verkiezingen van mei 2019 nieuwe cadeautjes te krijgen. Een sinterklaaspolitiek voor de grote bedrijven zal ongetwijfeld wisselmeerderheden vinden, maar met een instabiele regering kan dat moeizamer verlopen. Voor alle duidelijkheid: niet alleen N-VA, maar de volledige regering is verantwoordelijk voor het asociale besparingsbeleid van de afgelopen jaren. Het is niet omdat N-VA uit de regering is, dat aan dit beleid een einde komt. Op Vlaams niveau blijft de Zweedse coalitie overigens gewoon zitten.
De verkiezingscampagne voor mei 2019 is nu gestart. Mogelijk komen er in de anti-migratiecampagne van N-VA nog beelden en slogans waarvan Filip Dewinter glimlachend kan zeggen dat hij er de auteur van kon zijn. Het Vlaams Belang hoopt een stevig graantje mee te pikken van de anti-migratiecampagne door N-VA, voorzitter Van Grieken is zo euforisch dat hij geen tijd meer vindt om zijn poging tot recuperatie van de gele hesjes door te zetten. De andere traditionele partijen – door De Wever omschreven als de ‘Marrakesh-coalitie’ – reageerden verontwaardigd op de ranzige campagne van N-VA, maar zijn het in essentie eens met het door Francken gevoerde beleid. SP.a-kopstuk Vande Lanotte stelde in verschillende interviews dat zijn partij geen probleem heeft met het beleid van Francken, maar wel met diens polariserende communicatie.
Het politieke establishment zit in heel Europa en daarbuiten met een probleem. De beweging van de gele hesjes in Frankrijk blijft aan steun winnen. De brutale repressie waarbij duizenden mensen opgepakt worden en zelfs scholieren als krijgsgevangenen worden behandeld, doet de roep ‘Macron démission’ enkel luider klinken. Nog geen 20% van de bevolking steunt de president. In ons land hebben we potentieel een gelijkaardige situatie. Elke vakbondsactie die ernstig georganiseerd werd de voorbije jaren was een succes. De afgelopen weken waren er de klimaatmars en de opkomende acties van gele hesjes naar Frans voorbeeld. Veel van deze acties zijn nog een uitdrukking van een algemeen gevoel van woede: men is het kotsbeu.

Foto: Jean-Marie Versyp De vraag is hoe we vanuit dat gevoel tot effectieve verandering kunnen komen. Macron moest de geplande belastingverhoging op brandstof al met minstens een jaar uitstellen: een vastberaden strijd loont! Het protest is echter al lang niet meer beperkt tot de brandstofprijzen: er is een algemene ‘ras-le-bol’ (‘het beu zijn’). Laten we dit gevoel omzetten in concrete eisen die het leven van de meerderheid van de bevolking verbeteren: een substantiële loonsverhoging om de koopkracht op te trekken, herstel van de volledige index van de lonen en uitkeringen, verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur, minimumpensioen van 1500 euro per maand, een kortere werkweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, massaal plan van publieke investeringen in infrastructuur en openbare diensten, belastingen op grote vermogens en grote bedrijven zodat wij met één tankbeurt niet langer meer belastingen betalen dan de erfgenamen van miljardair Albert Frère op hun erfenis.
Dergelijke eisen moeten we collectief bespreken en van daaruit koppelen aan offensieve acties die opbouwen naar een algemene staking waarmee we de volledige economie platleggen. De vakbonden moeten hier een centrale rol in spelen, maar dan moeten de leiders wel stoppen met het onderlinge geruzie over hoe ze vooral geen acties willen voeren. Vastberaden acties zullen rechts niet versterken, integendeel! Ze vestigen de aandacht op de thema’s waar de meerderheid van de bevolking mee bezig is en ze maken dat het publieke debat niet door rechts gedomineerd wordt. Zelfs indien er van de instabiele regering geen nieuwe grote aanvallen moeten verwacht worden, zijn deze op de pensioenen, de koopkracht, de werkdruk of de openbare diensten nog lang niet verteerd. Een halfslachtige actiedag zoals op 14 december zonder duidelijke oproep, laat staan organisatie, ligt ver onder wat nodig is.

“We willen waardig leven, niet overleven”. Foto: socialisme.be De regering is verzwakt en bijgevolg zijn ook de werkgevers die stelselmatig beroep doen op hun politieke marionetten in die regering verzwakt. Dat is een ogenblik waarop in het offensief moet gegaan worden, het mag niet leiden tot een afwachtende houding die enkel inhoudt dat gewacht wordt tot de tegenstander opnieuw overeind kan kruipen. Als de regeringspartijen erin slagen om gedurende de kiescampagne de keuze te beperken tot een heel hard anti-migratiestandpunt of een gewoon hard anti-migratiestandpunt, dan krijgen we na mei 2019 sowieso terug een heel hard asociaal beleid.
Offensieve acties voor meer loon en sociale bescherming zijn de beste manier om aansluiting te vinden bij het ongenoegen dat onder meer bij de gele hesjes tot uiting komt. Met algemene vergaderingen waarop de eisen en acties besproken worden, is het mogelijk om banden te smeden tussen activisten en om het verzet tegen het asociaal beleid te versterken. Een sterke beweging zal een nieuwe politieke realiteit vestigen.
Als dit niet vertaald wordt in politieke vertegenwoordigers die deel zijn van de beweging en er alles aan doen om het verzet tegen het besparingsbeleid te verenigen en te organiseren, dan kan het op een verwrongen manier tot uiting komen in de verkiezingen. De politiek van zondebokken en zwartepieten aanduiden, zal dan een grotere rol spelen. Sommigen zullen daar ‘verrechtsing’ of in het beste geval slechts een groene golf in zien, maar onderliggend is er een groeiende verwerping van het volledige politieke establishment en eigenlijk van het volledige systeem.
Dat opent de zoektocht naar alternatieven waarvan de grote lijnen voor het grijpen liggen in de acties: het recht op een degelijk leven voor de meerderheid van de bevolking in plaats van een eindeloze neerwaartse spiraal die enkel een elitair groepje superrijken ten goede komt. Dat betekent strijden tegen het kapitalisme om het te vervangen door een ander systeem. Wij noemen dat ander systeem socialisme: de meerderheid van de bevolking beslist op basis van publieke controle en bezit op de productiemiddelen democratisch over wat en hoe er geproduceerd wordt en over hoe de beschikbare middelen en rijkdommen ingezet worden.
-
Na verlies in lokale verkiezingen zakt Michel 1 weg in doodsstrijd

Michel I: ‘Survival of the richest’. Foto: Jon Op verkiezingsdag stelden alle regeringspartijen dat ze gewonnen hadden. De cijfers toonden iets anders: ze verloren allemaal en zouden op basis van dit resultaat geen meerderheid meer halen in de Kamer. De gevolgen van deze nederlaag blijven niet uit: de zenuwen bij de regeringspartijen staan gespannen met het oog op de parlementsverkiezingen van mei. De campagnes zijn gestart en de marge voor toegevingen is na 14 oktober wel heel klein geworden. N-VA moet rekening houden met een terugkerend Vlaams Belang, de andere regeringspartijen met een groene golf die inspeelt op klimaat, luchtvervuiling, maar ook een verzet tegen de onmenselijke retoriek ten aanzien van vluchtelingen.
Zoals wij meteen na 14 oktober benadrukten, is de regering-Michel verzwakt. Voor de verkiezingen schreven we dat de regering kan verslagen worden als sociale thema’s de agenda bepalen. Wij zijn niet de enigen die deze vaststelling maken: de regeringspartijen doen dit ook. Vandaar dat een val van de regering rond sociale thema’s niet op de agenda staat. Het moet gaan over asiel en identiteit voor N-VA en over een vaag ‘humanistisch’ verzet daartegen voor de andere partijen. Dat is de achtergrond van de huidige politieke crisis.
Waarover is de regering dus niet gevallen?
- de rampzalige klimaatverandering die afgelopen zondag tienduizenden betogers op straat bracht, maar die gevolgd werd door een afwijzing van de Europese klimaatdoelen door de Belgische regering.
- de verhoging van de pensioenleeftijd waardoor een gemiddelde werkmens langer moet werken dan hij/zij gemiddeld gezond leeft.
- de weigering om de nodige middelen te voorzien om eindeloopbaanregelingen voor zware beroepen mogelijk te maken.
- de stelselmatige verhoging van taksen en accijnzen op onder meer brandstof, waardoor een gewone werkende (zonder tankkaart) stilaan meer belastingen betaalt aan de pomp dan de grote oliebedrijven op hun miljardenwinsten.
- De loonstop waardoor onze levenstandaard verder afbrokkelt en de oprukkende armoede door het regeringsbeleid.
- het falen om ouderen een degelijke en betaalbare zorg aan te bieden in plaats van 3-euromaaltijden in onbetaalbare zorgcentra.
- de dood van Mawda.
- het tekort aan plaatsen in de kinderopvang, de scholen en eigenlijk zowat alle openbare diensten.
- het protest van honderdduizenden vakbondsleden en sympathisanten die het werk neerlegden tegen het asociale beleid.
Waarover is de regering aan het vallen?
Het VN-akkoord over migratie is de directe aanleiding. Voor N-VA was er met dit verdrag aanvankelijk geen probleem: de partij steunde de démarche van premier Michel in New York om het verdrag te steunen, er werd actief meegewerkt aan de voorbereiding van het verdrag. Het werd een probleem omwille van twee ontwikkelingen: (1) tegenkanting door Orban vanuit Hongarije en vooral door de rechtse Oostenrijkse regering waardoor de symboolwaarde van het verdrag groter werd en (2) de lokale verkiezingen in eigen land op enkele maanden voor de parlementsverkiezingen waarbij N-VA wel wat stemmen verloor aan extreemrechts.
Niet meedoen met het verzet van onder meer de Oostenrijkse regering zou het beeld creëren dat Theo Francken op Twitter wel forse uitspraken doet, maar inzake beleid gewoon hetzelfde doet als zijn voorgangers. Het zou bovendien ruimte laten aan het Vlaams Belang dat ‘Marrakech’ voorstelt als een rode loper voor massale migratie naar België.
Langs de andere kant kreeg ook de MR klappen in de lokale verkiezingen en wil de partij niet gezien worden als een marionet van De Wever en de N-VA. De reputatie van premier Michel op het internationale toneel is een excuus, moest dit echt zo belangrijk zijn dan had België niet als enige land naast Tsjechië de Europese klimaatdoelen verworpen. Het gaat om de reputatie van Michel en zijn partij in eigen land. Vlak voor de parlementsverkiezingen – tot nader orde in mei gepland – plat op de buik gaan voor N-VA rond een kwestie als mensenrechten, zou de nederlaag van MR in mei groter maken.
De tegenstellingen werden verder uitvergroot in de media, onder meer door forse uitspraken van verschillende N-VA’ers. Bij N-VA wordt zwaar getild aan elke kritiek op de partij: het blijft een politieke formatie die zich vooral op de kleinburgerij baseert met bijhorende negatieve elementen van de kruideniersmentaliteit. N-VA stelt zich extreemrechts op. Filip Dewinter wees erop dat hij de online campagne die N-VA gisteren terug introk had kunnen maken: “Ik ben de auteur van deze campagne, ik – die het 70-puntenplan heb meegeschreven – zou de campagne kunnen geschreven hebben.” Op 14 oktober zei De Wever dat hij ‘de oorlog met links’ beu was. Vandaag lijkt die uitspraak helemaal verleden tijd.
Het resultaat is een patstelling waarbij de enige vraag is: wie zal de zwartepiet krijgen? MR, CD&V en Open Vld willen die naar N-VA doorschuiven: de partij die rond het VN-akkoord een bocht gemaakt heeft. N-VA wil hem naar de andere regeringspartijen doorschuiven met het argument dat zij de deur openzetten voor een onaanvaardbaar verdrag.
Wat staat eigenlijk in dat verdrag?
Zoals eerder opgemerkt: in dat verdrag zelf staat niets wereldschokkend. Er staat enkel in dat vluchtelingen kunnen genieten van reeds bestaande mensenrechten en dat alle landen rekening moeten houden met die mensenrechten (dus ook de landen van waaruit mensen vluchten). Er staat in dat de beoordeling van een asieldossier op basis van een eerlijk proces moet gebeuren. N-VA meent nu dat hieruit extra rechten kunnen geput worden door asielzoekers… Het gaat om basis mensenrechten, dezelfde mensenrechten die N-VA enkele jaren geleden nog ter ondertekening aan elke asielzoeker wilde voorleggen.
N-VA vreest dat het verdrag kan gebruikt worden tegen de opsluiting van kinderen – een praktijk die eerder veroordeeld werd door Europese rechtspraak zonder beroep te moeten doen op het VN-akkoord. N-VA heeft een probleem met het feit dat er sprake is van internationale samenwerking en vreest dat dit de nationale soevereiniteit ondermijnt. De partij heeft er ook een probleem mee dat “ordentelijk” migratie van wie zich “aan de regels houdt” als iets positief wordt voorgesteld, zelfs als een mogelijke bron van “welvaart en vernieuwing.”
In 2014 pleitte N-VA in het eigen kiesprogramma voor Europese samenwerking rond migratie en stelde de partij: “Voor de N-VA moet migratie een positief verhaal zijn. Maar dan moet de overheid een verstandig beleid voeren en eerlijke, duidelijke keuzes durven maken. Vreemdelingen hebben rechten, maar ze moeten ook op hun plichten worden gewezen. Uitgangspunt is dat wie aan de spelregels voldoet, welkom is.” Ordentelijke migratie voor wie aan de spelregels voldoet in het kader van een positief verhaal: het lijkt wel een samenvatting van het verdrag dat op de VN-top in Marrakech wordt voorgelegd.
Wat nu?
Momenteel zitten we in een fase die doet denken aan de sketch met de dode papegaai van Monty Python: er wordt op alle mogelijke manieren gezegd dat de regering dood is, maar niemand wil die dood effectief erkennen. N-VA kondigde aan dat een alternatieve meerderheid het einde van de regering betekent, de andere partijen gaan voor zo’n alternatieve meerderheid maar Michel dient niet het ontslag van de regering in.
De oproep van Ecolo/Groen om een alternatieve meerderheid te bieden zodat België rond migratie ‘aan de juiste kant van de geschiedenis’ staat – een oproep die meteen ook rond klimaat kan herhaald worden – positioneert de groenen verder als belangrijkste tegenstander van N-VA. Ook de impact van de klimaatkwestie daarbij kan niet onderschat worden: de historische klimaatmars van afgelopen zondag is in de gevestigde media misschien al oud nieuws, voor de 100.000 aanwezigen en vele tienduizenden anderen is dat niet het geval. De groene golf van 14 oktober kan zich bij de komende verkiezingen herhalen.
Als het einde van de regering is vastgesteld, blijft de vraag wat het gevolg zal zijn. Komt er een regering in lopende zaken, zonder N-VA en dus zonder meerderheid? Of een ‘nieuwe’ regering-Michel 2 mét N-VA om in lopende zaken tot aan de verkiezingen te regeren? Vervroegde verkiezingen lijken uitgesloten gelet op de verkiezingen voor de regionale parlementen en Europa in mei. Indien de regering op miraculeuze wijze overeind blijft – wat niet geheel uitgesloten is: kijk maar hoe Theresa May standgehouden heeft de afgelopen weken! – zal ze verzwakt zijn.
Wat betekent dit voor de arbeidersbeweging?
Dat is voor ons de belangrijkste vraag. Het brengt ons ook terug naar de elementen in de eerste vraag in dit artikel: onze eisen en bekommernissen rond klimaat, koopkracht, openbare diensten, zorg, onderwijs, … Voor de gemeenteraadsverkiezingen schreven we dat de regering verliest “als de sociale thema’s de agenda bepalen.” Dit zal niet automatisch gebeuren: de regering zal er eensgezind alles aan doen om de campagne niet over de sociale thema’s te laten gaan. Na de vele aanvallen op onze lonen, pensioenen, uitkeringen, openbare diensten en koopkracht is dat evident. We moeten met de arbeidersbeweging onze eigen eisen op de agenda zetten. Dat kan het beste met een offensief programma gekoppeld aan stoutmoedige acties met een zo breed mogelijke betrokkenheid. Zoals we in onze onmiddellijke reactie na de gemeenteraadsverkiezingen schreven: “Regering kan het moeilijk krijgen, maar sociaal verzet moet tandje hoger schakelen!”
De arbeidersbeweging moet ook standpunt innemen rond migratie: tegen wat de gewone werkenden en onderdrukten verdeelt, tegen de door dit systeem gecreëerde en versterkte oorzaken waarom mensen vluchten (ellende, oorlog, neokoloniale plundering, …), voor een menswaardige opvang van de slachtoffers van dit systeem. Moesten alleen al de middelen die vandaag wereldwijd ingezet worden voor oorlogsvoering – een defensiebudget van 1739 miljard dollar op jaarbasis! – gebruikt worden om een einde te maken aan armoede en ellende, dan zou het vluchtelingenprobleem als sneeuw voor de zon smelten. Ook rond het punt van migratie faalt de rechterzijde en moet de arbeidersbeweging een eigen programma naar voor brengen.
Er is nood aan een linkerzijde die zich niet beperkt tot het vaststellen van het asociale beleid, maar die de strijd ertegen organiseert en richting geeft. Een linkerzijde op politiek en syndicaal vlak om al wie actief ingaat tegen het besparingsbeleid te verenigen in een offensieve strijd voor onze eisen: intrekking van aanvallen op pensioenen, verhoging minimumpensioen tot 1500 euro per maand, werkbaar werk door een arbeidsduurvermindering tot 30 uur per week zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, substantiële loonsverhoging en optrekking van het minimumloon tot 14 euro per uur, massaal programma van publieke investeringen in infrastructuur (sociale huisvesting, wegen, gebouwen, …) en openbare diensten (waaronder zorg, onderwijs, openbaar vervoer, kinderopvang, …), een programma van groene transitie door onder meer de energiesector in publieke handen te nemen, … Een dergelijk programma botst op het kapitalistisch systeem waarin de winsten van enkele superrijken allesbepalend zijn. We moeten ons op die confrontatie voorbereiden door een socialistisch alternatief te populariseren: een samenleving gericht op de behoeften en noden van mens en planeet, niet de winsten van een handvol superrijken.
-
Geen Michel 2
Na 2 en 14 oktober: er is meer nodig om sociale afbraak te stoppen
De inzet van zowel de sociale strijd als de gemeenteraadsverkiezingen is groot: wordt het beleid van sociale afbraak doorgezet of niet? De rechterzijde hoopt van wel en maakt al wilde plannen. Zo eist N-VA een beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, is een aanzet genomen om nog eens aan onze lonen te zitten, wordt alles voorbereid om brugpensioen (SWT) volledig af te schaffen, …Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Een nieuwe horrorcatalogus
De regering wil onze lonen koppelen aan de productiviteit in plaats van aan de anciënniteit. Dit betekent niet dat we als vierde meest productieve werknemers ter wereld meer zullen verdienen. Integendeel: het moet de werkgevers vooral toelaten om willekeuriger kunnen beslissen wie wanneer meer verdient. Collectieve akkoorden moeten plaats maken voor individuele willekeur van werkgevers in elk bedrijf afzonderlijk.
De regering voert de aanval op de gepensioneerden verder op. De lijst van zware beroepen wordt tot het strikte minimum beperkt, sowieso worden geen middelen voorzien voor ernstige onderhandelingen hierover. Daarnaast wordt de toegang tot vervroegd pensioen (SWT) en landingsbanen moeilijker. Wie toch vroeger wil vertrekken, verliest tussen 56 en 353 euro per maand. De regering denkt na over een “bonuspensioen” indien een werknemer langer aan de slag blijft. Een dergelijk stelsel kan snel omslaan in een “malus” voor wie niet langer werkt. Vandaag leven we gemiddeld gezond tot 64 jaar. De regering wil ons langer laten werken dan we gezond zijn!
De openbare diensten vormen een ander centraal doelwit van de regering. Dat gebeurt door de statutaire benoemingen af te bouwen. Ambtenaren kunnen hun ziektedagen straks niet meer overdragen, waardoor langdurige ziekte bestraft wordt met inkomensverlies. Als het van de regering afhangt, wordt de welvaartsenveloppe voor uitkeringstrekkers beperkt, de degressiviteit van de werkloosheidsuitkeringen versneld, komt er gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen, … Alsof dit alles niet volstaat, vroeg Michel in juni aan de sociale partners om het “herenakkoord” over collectieve acties en stakingen te herzien.
Het verzet ernstig organiseren
Goed voorbereide acties hebben een grotere impact. We zagen dit nog voor de zomer: de verspreiding van de pensioenkrant op honderdduizenden exemplaren en de organisatie van een aantal personeelsvergaderingen droegen bij tot het succes van de betoging van 16 mei. Die grote betoging betekende het einde van het puntenpensioen, althans voor deze legislatuur.
Beeld je in hoe de situatie er vandaag had uitgezien indien er voor de zomervakantie regionale militantenconcentraties waren georganiseerd om een evaluatie te maken van de betoging, de situatie rond de pensioenmaatregelen en volgende acties te bespreken! Het had de basis kunnen vormen voor personeelsvergaderingen in gemeenschappelijk vakbondsfront. Nationale concentraties hadden provinciale stakingsdagen kunnen voorbereiden. Er is een kans gemist, helaas niet voor het eerst. Maar het hoeft zo niet te blijven.
Het heeft even geduurd vooraleer duidelijk werd hoe de actiedag van 2 oktober er zou uitzien. Met de nieuwe pensioenkrant en ernstige campagnes kan 2 oktober een succes worden. De vraag die op ieders lippen zal branden is: wat hierna? Een momentum wordt best gebruikt om verder op te bouwen, het sociaal verzet is niet iets dat willekeurig aan en uit kan gezet worden door de vakbondsleiders. Een volgende stap aankondigen in de opbouw naar een algemene staking voor het einde van het jaar dringt zich op. Die aankondiging kan bovendien verder wegen om onze agenda van sociale eisen op de politieke agenda te zetten.
Ook de gemeenteraadsverkiezingen moeten aangegrepen worden om het besparingsfront te bestrijden. Die bieden voor het eerst sinds lang de mogelijkheid van een groot aantal consequent linkse verkozenen. In het parlement zorgt de aanwezigheid van twee PVDA-verkozenen ervoor dat onze bekommernissen tot daar weerklinken. Dat versterkt het sociaal verzet op straat. In de gemeenten en steden is een gelijkaardig effect mogelijk. De impact hiervan maximaliseren kan best door al wie actief is in het sociaal verzet te organiseren. Vandaar dat wij aan de PVDA voorstelden om hun lijsten te versterken, wat jammer genoeg door hen geweigerd werd. In Sint-Gillis (Gauches Communes) en Keerbergen (Consequent Links) hebben we eigen kandidaten, elders roepen we op om voor PVDA te stemmen en bij LSP aan te sluiten.
Linkse verkozenen doen het politieke debat opschuiven. Dat is een belangrijke stap in de opbouw van een krachtsverhouding. Het biedt de mogelijkheid om erop door te gaan met een opbouwend actieplan van sociaal verzet tegen de sociale afbraak en een programma dat niet alleen de besparingen en aanvallen aanklaagt, maar ook de hoop op een fundamentele maatschappijverandering in zich draagt. Dat is het socialistisch programma dat LSP in de beweging verdedigt. Werk hieraan mee, sluit aan!
-
Rechts zal effectief pas plooien als het schrik heeft
‘Een doel zonder plan is slechts een wens’ (Antoine de Saint-Exupéry)

Pensioenbetoging in decemlber vorig jaar. Foto: Mario Paul Magnette had gelijk in zijn interview met De Standaard op 3 maart: “Rechts zal pas plooien als het schrik heeft.” Ondanks de onderlinge spanningen, de tanende populariteit en blunderende ministers, heeft de rechtse regering momenteel weinig schrik. De reden daarvoor moet bij het gebrek aan voldoende sterke oppositie gezocht worden. Nochtans is het potentieel voor zo’n oppositie groot.
Edito door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Zwakke regering
Ondanks alle besparingen op onze lonen (met onder meer de indexsprong maar ook alle extra taksen op energie, suiker, tabak, …), ondanks de aanvallen op de pensioenen en ondanks de criminalisering van zwakkeren in de samenleving, haalt de regering de eigen doelstellingen niet. Er is geen begrotingsoverschot en de staatsschuld neemt niet fundamenteel af. Wat de regering bij ons bespaart, is al lang terug uitgegeven aan fiscale en andere cadeaus voor de superrijken.
De regering probeert het beperkte economisch herstel aan het gevoerde beleid toe te schrijven. Het besparingsbeleid maakt echter dat wij niets van die groei voelen. Volgens een studie van het Europees Vakbondsinstituut ETUI lag het reële loon in België vorig jaar 1,1% onder dat van 2010. In dezelfde periode nam de productiviteit met 6,6% toe. De werkenden zijn er slechter aan toe. Steeds meer mensen vallen uit de boot: 21,5% van de bevolking heeft moeite om de eindjes aan elkaar te knopen.
Dit beleid ondermijnt de populariteit van de regering. Volgens de peiling van VTM en Het Laatste Nieuws van 9 maart komt de regering nog aan 72 van de 150 Kamerzitjes. Met de vier gepeilde zetels voor CDH erbij, is er nog een heel nipte meerderheid mogelijk. Of deze tot aan de verkiezingen van mei 2019 zal standhouden, is erg onzeker.
Bovenop de gevolgen van het besparingsbeleid wordt de positie van de regering onderuit gehaald door eigen geflater. Het meest recente is de poging tot doofpotoperatie rond de leugens om de aankoop van F35-gevechtsvliegtuigen door te drukken. Minister Steven Vandeput (N-VA) wist naar eigen zeggen van niets, dat excuus betekent dat hij zijn eigen legertop niet onder controle heeft. Alleszins is het moeilijk om uitgelegd te krijgen dat miljarden aan gevechtsvliegtuigen worden besteed terwijl de oude nog niet aan vervanging toe zijn, terwijl er geen geld is voor pensioenen, infrastructuur of openbare diensten. Toen de N-VA nog in de oppositie zat, omschreef het de mogelijke aankoop van F35’s als “budgettaire zelfmoord”, “zeker in tijden van besparingen.” (persbericht 19 oktober 2011).
Het onderlinge geruzie tussen de coalitiepartners, vooral tussen de Vlaamse partijen, vervolledigt het beeld van een zwakke regering.
Hoe deze zwakke regering schrik aanjagen?
Paul Magnette wist in het interview met De Standaard wat rechts in het verleden schrik aanjoeg. “Toen men na de Eerste Wereldoorlog vreesde voor een communistische revolutie, voerde men het algemeen stemrecht en de achturendag in.” De dreiging van een massabeweging en de versterkte positie van de Sovjet-Unie na de Tweede Wereldoorlog zorgden ervoor dat de sociale zekerheid werd opgezet. Magnette erkent daarmee wat we in onze februarikrant schreven: “Deze regering zal pas toegeven als ze in haar bestaan bedreigd wordt.” In beide periodes deden toenmalige prominente partijgenoten van Magnette er alles aan om met hervormingen van bovenaf een revolutie van onderuit te stoppen.
Als de regering standhoudt, komt dit omdat de zwakheden niet of amper benut worden door de oppositie. Ze delen elkaars zwakke punten. Wie gelooft de PS als ze oppositie voert tegen schandalen terwijl de eigen mandatarissen zich rijkelijk uitbetalen met geld dat voor daklozen bestemd is? Hoe kan die partij zich geloofwaardig verzetten tegen de aankoop van de F35’s als de eerste stappen voor deze miljardenuitgave aan de wapenindustrie onder minister De Crem in een regering met de PS gezet werden? En zo kunnen we wel nog even verder gaan.
We willen een einde aan het besparingsbeleid. Er is een plan nodig om dit doel effectief te realiseren. Daarbij kunnen we bouwen op het breed ongenoegen dat niet alleen in de peilingen tot uiting komt, maar ook in elke syndicale actie, zelfs diegene zonder opbouw of vervolg. Een potentieel blijft echter niet eeuwig bestaan: het momentum dat opgebouwd werd door de betoging en stakingen in de herfst van 2014 kreeg geen vervolg waardoor militanten afhaakten en de impact op de publieke opinie verminderde. Goed voorbereide acties die opgebouwd worden met personeelsvergaderingen en duidelijke doelstellingen naar voor schuiven aangepast aan de concrete situaties in elke sector, zouden een verschil maken. Maar de vakbondsleiders lijken vandaag niet bereid om verder te gaan dan een brede informatiecampagne rond de pensioenen, waarbij deze campagne op de verkiezingen en niet op acties wordt gericht.
Het is een gevaarlijke strategie om op de verkiezingen te wachten. Als het ongenoegen niet georganiseerd wordt, kan woede omslaan in fatalisme of zelfs cynisme. In zo’n context kunnen racistische vooroordelen en provocaties ingang vinden. Met soms erg expliciete nieuw rechtse en Trumpiaanse invloeden zal N-VA niet aarzelen om daar gebruik van te maken. Dan is een tweede regering-Michel niet uitgesloten.
Gemeenteraadsverkiezingen
Voor de parlementsverkiezingen zijn er nog de lokale verkiezingen van oktober. Langs Nederlandstalige kant bieden deze een kans om in heel wat steden PVDA’ers in de raden verkozen te krijgen. Langs Franstalige kant leidt de mogelijkheid van progressieve coalities van PS, Ecolo en PTB tot enthousiasme. Het idee van zulke coalities wordt ook vanuit het FGTB naar voor gebracht. Dit kan aangegrepen worden om een strijdbaar programma op basis van de sociale noden te verdedigen in acties en campagnes. De PTB moet het enthousiasme gebruiken om in het offensief te gaan. Dit zou druk zetten op de PS om naar links te kijken en niet naar een of andere ‘grote coalitie’ met de MR.
De groeiende steun plaatst de PVDA voor uitdagingen. Deelname aan bestuur zonder een verschil te maken, kan tot een snelle afstraffing leiden. Dat bleek met Syriza in Griekenland, maar ook met de rake klappen voor de Nederlandse SP in de lokale verkiezingen van 21 maart. Er moet een krachtsverhouding opgebouwd worden om een confrontatie met het kapitalisme aan te gaan. Dat vereist mobilisatie en organisatie rond een strijdprogramma, maar ook een politieke voorbereiding van bredere lagen doorheen open en democratische debatten. Concrete voorstellen en maatregelen zijn essentieel, maar we moeten ook aangeven wat nodig is als het establishment dit probeert tegen te houden. Dat vereist een perspectief van democratisch socialisme. Binnen de grenzen van het kapitalisme zijn er immers geen marges om een ander beleid te voeren.
-
Soedancrisis – van bijna val regering naar doorstart met nieuwe aanvallen

Foto: Mario Na de feiten is het misschien gemakkelijk om de Soedancrisis, die deze winter de regering-Michel dreigde uiteen te drijven, voor te stellen als een fait divers. In realiteit is die het resultaat van een constante spanning, ingebakken in de regering van bij haar vorming.
door Els Deschoemacker
Van in het begin werd deze uitzonderlijke Zweedse coalitie een kamikazeregering genoemd. Toch maakt ze nu de meeste kans op herverkiezing. Hoe is dat mogelijk? De obstakels op haar weg leken nochtans eindeloos.
Aanvankelijk was het opzet van deze coalitie om de opmars van de N-VA te stoppen door haar mee in bad te trekken. Een gevaarlijk spel, zo bleek al snel, want het betekende koorddansen, niet alleen voor de N-VA. Hoe ver kon die gaan om niet weggezet te worden als ongeschikt om te regeren? Voor de andere coalitiepartners was het evenmin zonder risico’s. Hoe zouden zij vermijden om mee opgebrand te worden?
Het verklaart de dubbelzinnige houding van deze coalitiepartners, die weliswaar van de gelegenheid gebruik wilden maken om de hervormingen zo ver mogelijk te drijven, maar toch vooral de steile opmars van een oncontroleerbare politieke factor wilden tegengaan.
Terwijl de N-VA haar positie gebruikte om de deur op een offensieve manier systematisch verder open te schoppen voor de toepassing van haar Thatcheriaans programma, zie je de andere coalitiepartners vooral achtervolgen, opmerkingen en kritiek naar de vorm geven, maar toch systematisch deze regering en haar stormram van asociale maatregelen indekken. Zo werden ze medeplichtig, wat tegelijk elke oppositie van hun kant uiterst hypocriet maakt.
Niet zozeer de N-VA, die ook wel pluimen verliest in de peilingen, maar vooral haar coalitiepartners dreigen de rekening te betalen, de CD&V in het bijzonder. Die haalde met haar zogenaamde sociale gezicht niets binnen dat ook maar in de verste verte als sociaal kan omschreven worden.
Enkel de arbeidersbeweging had een werkelijke tegenkracht kunnen opbouwen. Maar in plaats van de regering weg te staken in 2014, koos haar leiding ervoor de politieke partners (CD&V en SP.a) in en buiten de regering te volgen. Haar bedoeling was niet om de arbeiders aan de macht te brengen, maar om een meer gematigd, minder provocerend kapitalisme verder te zetten, en komaf te maken met de krachten ter rechterzijde die een asociale contrarevolutie wilden realiseren.
Het is één van de belangrijkste lessen van de beweging van 2014, niet misbegrepen door de N-VA-top: de vakbondstop durft wel blaffen, maar niet bijten. Ze wil de potentiële kracht wel tonen, maar niet gebruiken.
Voor de N-VA was dat het signaal om haar pletwals verder te zetten. Met schokken weliswaar, want taboes moesten doorbroken worden zowel qua sociale bescherming, als wat de mensenrechten betreft. Inzake de rechten van vluchtelingen bijvoorbeeld werden grenzen overschreden die voorheen ondenkbaar waren.
Michel noemt deze regering visionair, een echte hervormingsregering, maar ze zal de geschiedenis eerder ingaan als een bende van leugenaars die er niet voor terugschrikken de bevolking en het parlement voor te liegen. De vooruitgang die ze opeist is er enkel voor de bedrijven en de top van de maatschappij. Ook in België neemt de sociale ongelijkheid toe met een explosie van het aantal onzekere contracten en flexi-jobs die nauwelijks volstaan om te leven en dikwijls dienen als tweede of derde job om een reeds te laag loon of uitkering aan te vullen.
Redenen genoeg voor de oppositie om een alternatief aan te bieden, maar die zijn allemaal in hetzelfde bedje ziek. Ook zij hebben het vooral over de ruwe toon van de ‘communicatie’. Inhoudelijk geven ze geen antwoord op de meest dringende vraagstukken voor de werkenden, namelijk duurzame en werkbare jobs, betaalbare en gezonde huisvesting, het toegankelijk maken en houden van de gezondheidszorg, … laat staan hoe ze denken dat te betalen. Gehecht aan het kapitalisme, zijn ze evengoed de speelbal van de internationale marktwerking als de huidige regeringspartijen.
De enige die hier verschil kan maken is de PVDA. Zowat alle peilingen wijzen op een doorbraak. Het toont dat een deel van de werkende klasse breekt met het neoliberalisme en haar vertrouwen in de traditionele partijen verloren heeft.
Shortcuts zijn er echter niet. De PVDA zal haar electoraal pragmatisme achterwege moeten laten en zich oriënteren op de organisatie en mobilisatie van de werkende massa’s en jongeren rond een programma dat breekt met de kapitalistische logica.
-
Michel & Francken: leugenaars aan de macht
Dinsdag haalde premier Michel ongemeen hard uit naar de tienduizenden gewone mensen die protesteerden tegen de pensioenhervorming. Ze hadden het niet begrepen en waren misleid door de “leugens” van de vakbonden. Hij kon niet uitleggen waarover de vakbonden zouden gelogen hebben en hield het dan maar op wild om zich heen schoppen. Nog geen week later blijkt dat Michel de leugenaars niet bij het sociaal protest op straat moet zoeken, maar in zijn eigen kabinet.
Geert Cool
Staatssecretaris Theo Francken hield de waarheid over geplande deportaties naar Soedan achter. Zelf omschreef hij het als zijn eerdere “communicatielijn aanhouden.” Zo brutaal en direct de man politieke tegenstanders aanpakt, zo zacht en omslachtig omschrijft hij zijn eigen liegen.
Het uitwijzen van mensen naar een land waar ze gefolterd worden, werd op alle mogelijke manieren goedgepraat door N-VA-voorzitter De Wever. ‘Iedereen stuurt Soedanezen terug’, ‘we weten niet of er echt sprake is van foltering’, ‘er is geen alternatief,’ ‘wie Theo aanvalt, is voor open grenzen.’ De Wever merkte op dat iedereen steeds op de kap van Francken zit en hij daardoor te emotioneel had gereageerd. Heeft De Wever al eens de Twitter-feed van zijn goede vriend geopend? Daar kan hij zien dat het Francken is die steeds op de kap van iedereen zit en niet omgekeerd.
Ondertussen werd de aandacht afgeleid van het lot van die Soedanese migranten die teruggestuurd werden. Van enige menselijkheid en medeleven is er in hun geval geen sprake. Huisdieren worden met meer respect behandeld – zelfs als ze schoolkinderen bijten – dan Soedanese migranten. Kunnen we vertrouwen op Francken en co om een eerlijk onderzoek in te stellen naar het lot van de teruggestuurde Soedanezen? Zal Francken ook die taak uitbesteden aan veiligheidspersoneel in dienst van de Soedanese regering, net zoals hij Soedanezen wilde inzetten voor het herkennen van landgenoten onder migranten in het Maximiliaanpark in Brussel?
Francken beweert dat het om een leugen om bestwil ging. “Geruchten creëren in migratie zo goed als altijd een aanzuigeffect.” Alsof Soedenezen hun land ontvluchten omdat ze via Twitter vernomen hebben dat Theo Francken hen niet meer zal uitwijzen… De verdediging van Francken en zijn partij speelt in op racistische vooroordelen tegen migranten. Voor het vluchtelingenprobleem hebben neoliberalen immers geen oplossing. Dat vereist een aanpak van de wereldwijde ongelijkheid en kapitalistische uitbuiting die leidt tot enorme tekorten en oorlogen. Daar heeft de N-VA geen antwoord op, de partij draagt met het neoliberale beleid integendeel bij tot de groeiende ongelijkheid. Bij gebrek aan een antwoord op de redenen waarom mensen vluchten, blijft enkel ‘victim blaming’ over.
Mogelijk zal Francken zelfs met een flagrante leugen wegkomen. In De Standaard werd “de top van de N-VA” aan het woord gelaten: “Wie wil van migratie het verkiezingsthema maken? Niemand toch?” De leugens worden toegedekt met een arrogante portie cynisme.
Deze regering is gebouwd op leugens. Het gaat om ideologisch bepaalde leugens: er wordt vastgehouden aan de hardste Thatcheriaanse neoliberale dogma’s, zelfs al botsen die met de realiteit. De vele geschenken aan de superrijken leiden niet tot het doorsijpelen van rijkdom en welvaart naar beneden, het doorsijpelen beperkt zich richting Kaaimaneilanden en andere belastingparadijzen. De aanvallen op de sociale zekerheid dienen om de vele geschenken aan de superrijken te blijven betalen. Toch beweert de regering dat de besparingen op de sociale zekerheid en bijvoorbeeld de pensioenen niet tot sociale achteruitgang leiden. Pinokkio Michel kan de werkelijkheid niet onder ogen zien.Zoals Trotski opmerkte in zijn ‘Geschiedenis van de Russische Revolutie’: “Partijen die geen uitweg meer hebben, zijn nooit in staat gebleken om de werkelijkheid onder ogen te zien, net zoals een zieke wiens toestand hopeloos is, niet de ernst van zijn ziekte wil inzien.” Het kapitalisme is een ziek systeem. De verdedigers van dit systeem zijn hopeloos en willen de ernst van de ziekte niet inzien. Vandaar de leugens.
Het protest tegen Theo ‘Trump’ Francken van de afgelopen maanden had het bij het rechte einde. Het huidige asielbeleid is gebaseerd op racisme en een onmenselijke behandeling van migranten die verantwoordelijk geacht worden voor problemen waar zij niet de oorzaak van zijn. De rechtse regering maakt bovendien op cynische wijze gebruik van de racistische vooroordelen die ze zelf versterkt om de aandacht van het eigen asociale beleid af te leiden. Het asielbeleid is daar nochtans een onderdeel van: de zwaksten in de samenleving eerst aanpakken, verzet breken zodat zelfs de slechtste arbeidsvoorwaarden in het zwart aanvaard worden, dat gebruiken om alle werkenden te verdelen zodat nog meer asociale maatregelen mogelijk worden. Hoog tijd om de leugenaarsbende van Michel wandelen te sturen!
-
Hun waarheid is niet de onze
Rechts stoppen door sociaal verzet en alternatief op besparingen
Premier Michel klopte zichzelf op de borst tijdens zijn beleidsverklaring. Zo zei hij dat zijn regering de belofte van “jobs, jobs, jobs” gehouden heeft met 130.000 nieuwe, vooral voltijdse, jobs. Hij beweerde dat de nettolonen stijgen, dat we de beste gezondheidszorg ter wereld kennen, dat de gepensioneerden beter af zijn door de verhoging van de minimumpensioenen, … De waarheid ziet er helemaal anders uit.Artikel door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Cijfers weerleggen leugens
De nieuwe jobs zijn hoofdzakelijk deeltijds en superflexibel: alle cijfers geven aan dat slechts een vierde tot een derde voltijdse jobs zijn. Michel baseert zich op de cijfers van de Nationale Bank om aan 130.000 te komen. De RSZ-cijfers, op basis van de bijdragen, geven aan dat het aantal tewerkgestelde werknemers van het derde kwartaal van 2014 tot het eerste kwartaal van 2017 toenam met 90.000, waarvan 76.700 in de private sectoren. Van die nieuwe banen waren er slechts 19.200 voltijds.
Om zijn retoriek te onderbouwen, wijst Michel op de dalende uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen. Dat meer werklozen geschorst worden en beroep doen op een leefloon vertelt hij er niet bij. In 2016 waren er 140.143 leefloners in ons land, tegenover 127.898 in 2015. Met de vele cadeaus aan de grote bedrijven zijn de nieuwe jobs bovendien erg duur: de Nationale Bank gaat uit van 64.500 nieuwe jobs door de taxshift, wat neerkomt op een kost voor de overheid van 102.000 tot 146.000 euro per job! Anders geformuleerd: de gemeenschap, wij dus, betalen voor de nieuwe jobs en moeten er meteen een rijkelijke fooi bijgeven aan de bedrijven.
De hogere nettolonen waar Michel over spreekt, worden volledig opgesoupeerd door hogere taksen op van alles en nog wat (van brandstof over suiker tot energie). Het minimumpensioen voor wie een volledige loopbaan had, wordt licht opgetrokken. Maar de voorwaarden voor een volledige loopbaan zijn strenger geworden. Hierdoor vallen meer mensen terug op de Inkomensgarantie voor Ouderen (IGO). Daarvoor is het pensioenbedrijf opgetrokken van 701,72 euro naar 708,03 euro voor een samenwonende en van 1.052,58 naar 1.062,05 euro voor een alleenstaande. Een kleine 10 euro waar premier Michel veel grote woorden aan besteedt…
Verhalen van de werkvloer doorprikken goednieuwsshow
Meer nog dan de cijfers overtuigen de verhalen vanop de werkvloer. Wie neemt de verklaring van Michel over de “beste gezondheidszorg ter wereld” nog ernstig na de schokkende reportage van Pano over de commerciële rusthuizen? Ouderen worden misbruikt voor de winsten van private aandeelhouders, met bedrijven als AB InBev die hun onbelaste winsten investeren in zorgcentra. Dit gaat ten koste van verzorging en levenskwaliteit. Het personeel gaat eronderdoor: de werkdruk is onhoudbaar. Een bejaarde op 10 minuten uit bed halen, wassen en laten ontbijten is onmogelijk. Ouderen zelf klagen over slecht eten (omdat er op bespaard wordt) en maaltijden die te snel op elkaar volgen. Ondervoeding kent een opmars. Dat is hoe onze oude dag eruit ziet als het van de private aandeelhouders afhangt.
De reportage van Pano leverde veel gespreksstof op: iedereen kent wel iemand die hiermee te maken kreeg of in de sector werkt. Het probleem beperkt zich niet tot de zorg: een dokter die een jaar met de bus reed, formuleerde een aanklacht van de werkomstandigheden in een boek. In de aanleiding naar de staking van de publieke sector op 10 oktober publiceerden wij eveneens getuigenissen vanop verschillende werkplaatsen. De gemeenschappelijke vaststelling: er is een gebrek aan personeel om degelijke diensten aan te bieden. Michel mag dan wel leugenachtige praatjes verkopen in het parlement, de waarheid is nog steeds concreet.
Sociaal verzet nodig
Het is geen toeval dat Michel in zijn beleidsverklaring zo hard uithaalde naar de vakbonden en de actiedag van het ACOD op 10 oktober. Deze regering stoppen, zullen we niet doen door te wachten op verkiezingen of te hopen op onderhandelingen die iets opleveren. We moeten en kunnen met de arbeidersbeweging zelf de politieke agenda bepalen. Daartoe moeten we onze strijd ernstig organiseren.
Doorheen acties en verzet kunnen we bovendien alternatieven op het neoliberale afbraakbeleid ontwikkelen en populariseren. Een breuk met het besparingsbeleid vereist een echt socialistisch programma.
-
Na alle besparingen volgen er nog meer… verzet blijft nodig!
De Nationale Bank kwam met alarmerende cijfers: als ons land in 2019 een begroting in evenwicht wil hebben, moeten alle regeringen samen 8 miljard euro extra besparen. De regering lijkt ervan uit te gaan dat de lat lager wordt gelegd, maar dan nog blijft het volgens minister Kris Peeters een moeilijke oefening die ongetwijfeld pijn zal doen.Volgens de gouverneur van de Nationale Bank kan de regering beter effectief voor een begroting in evenwicht gaan. “Dat is nodig om voorbereid te zijn op de vergrijzing en om de betaalbaarheid van de zorg te garanderen,” verklaarde Jan Smets. Er wordt ons altijd wel een reden voorgeschoteld om de besparingen op de kap van de werkende bevolking af te schuiven: nadat jarenlang te weinig werd geïnvesteerd in zorg waardoor de tekorten steeds zichtbaarder worden (denk maar aan de 3-euromaaltijden in de bejaardenzorg), worden die tekorten nu net als reden gebruikt om ons nog verder de buikriem te laten aanhalen. Wat er niet bij vermeld wordt, is dat er tegelijk miljardencadeaus aan de grote bedrijven werden uitgedeeld.
Als het van de regering-Michel afhangt, komen er voor het einde van de legislatuur nog bijkomende cadeaus aan de grote bedrijven. Premier Michel wil in juli uitpakken met een groot akkoord waarin er voor elke regeringspartij een trofee zit. Zo wil Open VLD meer flexibiliteit op de werkvloer: zo wil de partij het systeem van flexi-jobs in de horeca uitbreiden naar andere sectoren. Laagbetaalde superflexibele jobs voor ons, vetbetaalde mandaten op basis van schimmige functie-omschrijvingen en een beperkt aantal vergaderingen voor zichzelf. N-VA wil een hervorming van de vennootschapsbelasting zodat niet alleen de grote bedrijven cadeautjes krijgen, maar ook de kleinere en middelgrote. Tegelijk wil de partij zo de groeiende problemen met uitzonderingsmaatregelen zoals notionele intrestaftrek en belastingakkoorden met grote bedrijven uit de weg ruimen. CD&V wil een nieuwe ‘taxshift’, waarbij de loonkost in de bouw en de e-commerce naar beneden gaat. CD&V zou in ruil voor een hervorming van de vennootschapsbelasting nog steeds een vermogenswinstbelasting willen, maar hoe hard Wouter Beke dat kan maken zagen we al meermaals.
De discussie binnen de regering lijkt met deze voorstellen verre van opgelost: alle elementen van het eerdere geruzie blijven aanwezig. Maar in essentie gaat de discussie over hoe en hoeveel er op onze levensstandaard wordt beknibbeld, het besparingsbeleid zelf wordt niet in vraag in gesteld. De regering komt hiermee weg omdat er onvoldoende actief ingegaan wordt tegen dit beleid. In het najaar van 2014 lag de nadruk veel meer op de eisen van de arbeidersbeweging toen die actief op straat het debat ging voeren. Het opbouwende actieplan met betogingen en stakingen werd toen niet doorgezet. Vandaag is er van acties geen sprake meer: de vakbondsleidingen lijken de volgende verkiezingen af te wachten in de hoop op beterschap. Om de regering effectief weg te krijgen, is het beter om de strijd te organiseren en een offensief alternatief naar voor te schuiven. Kijk naar de populariteit van Corbyn of Mélenchon met eisen die naadloos aansluiten bij de bekommernissen van tienduizenden vakbondsmilitanten bij ons.
Wachten op de verkiezingen is geen goede strategie. Dan bepaalt de rechterzijde de politieke agenda zonder voldoende sterke tegenstem. De vraag naar zo’n tegenstem is nochtans groeiend. Het blijkt onder meer uit de uitstekende resultaten voor de PVDA in de peilingen, vooral in Wallonië en Brussel (waar het schandaal van de vetbetaalde mandaten principiële verkozenen die aan een gemiddeld werknemersloon leven ongetwijfeld een grote extra steun zal opleveren). Een tegenstem opbouwen, kan het best op offensieve wijze. Corbyn liep in de Britse peilingen ver achter op de conservatieven tot hij zijn centrale eisen zoals hernationalisatie van het spoor en de energiesector, verhoging van het minimumloon, afschaffing van het inschrijvingsgeld, meer middelen voor zorg en onderwijs, … met grote meetings en een offensieve campagne naar buiten bracht. Voorheen gebeurde dit niet om de rechtse sociaaldemocraten niet voor de borst te stoten. Die rechtse Blairisten zagen nog liever May winnen dan Corbyn. Maar de populariteit van de eisen van Corbyn bezorgde het Britse establishment, met inbegrip van de Blairisten, nachtmerries. Dit is ook in ons land mogelijk. De vakbonden kunnen er een centrale rol in spelen en zouden met een offensieve informatie- en mobilisatiecampagne enthousiasme kunnen creëren. Het zou het geklaag over ‘de basis die niet meewil’ aan de kant schuiven. Waarop wordt nog gewacht?
-
Michel I: Slaande ruzie, maar bij gebrek aan oppositie houdt regering stand
Het gaat niet goed met de federale regering Michel. “Snoeien om te bloeien” wou ze bij haar aantreden bij monde van schaduwpremier Bart De Wever. Het snoeien heeft loontrekkenden intussen al van één ‘handicap’ bevrijd: ons zogenaamde ‘loonvoordeel’ op de collega’s uit de buurlanden. Maar de bloei blijft uit. De staatsschuld is niet af-, maar toegenomen. Het begrotingsevenwicht is alweer met een jaar uitgesteld. De prijzen stijgen hier fors sneller en de economische groei is flink lager dan het gemiddelde in het eurogebied. Als de fundamenten slecht zijn, neemt de nervositeit toe.door Eric Byl
Bij de N-VA worden ze niet graag herinnerd aan dat economisch bilan. Dat haar ministers Muyters van Economie in Vlaanderen en Van Overtveldt van federale Financiën en Fraudebestrijding niet kunnen rekenen, is gekend. De poging van Siegfried Bracke om zich op te werpen als politicus met schone handen kwam als een boemerang terug en dat diens collega Jambon de stroman bij uitstek is van de diamantenlobby doet de partij evenmin goed. Dan maar terugvallen op wat de partij in de praktijk als corebusiness hanteert. Niet de nationale kwestie, zelfs niet in haar afgezwakte vorm van confederalisme, maar open en bloot racisme want dat levert electoraal op. Theo Francken heeft het hiermee tot populairste politicus van Vlaanderen geschopt.
“Als Francken dat mag, dan ik ook”, moet Zuhal Demir, kersvers staatssecretaris voor Armoedebestrijding en Gelijke Kansen, gedacht hebben. Ze haalde loeihard uit naar Unia, het vroegere Centrum voor Gelijke Kansen en Racismebestrijding. Liesbeth Homans deed er nog een schep bovenop en omschreef Unia snel als een “centrum voor klagende allochtonen.” Waarop Demir beweerde dat het recordaantal mensen dat vorig jaar beroep deed op voedselbanken te wijten was aan de “gigantische instroom van vluchtelingen.” Helemaal losgeslagen noemde Demir de CD&V “de nieuwe moslimpartij die moslims als kiesvee misbruikt.”
Dat was er zo ver over dat Wouter Beke ermee dreigde haar beleidsverklaring niet goed te keuren in het parlement als ze haar excuses niet zou aanbieden. Maar neen: die kwamen er niet. Na een tussenkomst van de patroonsorganisaties, wat masseerwerk van Michel en De Wever, een handdruk en een verkeerd begrepen opening van De Wever naar een meerwaardebelasting, slikte Beke als een echte tjeef zijn dreigement weer in. De handdruk was nog niet koud, of in het parlement drukte Patrick Dewael van Open VLD alle illusies over die mogelijke meerwaardebelasting de kop in. In voetbaltermen noemt men dat een één-tweetje tussen de Wever en Dewael waarbij Beke omspeeld wordt. Voor premier Michel waren dat moeilijke tijden want bijna gelijktijdig moest hij in Kazachgate partijgenoot Armand De Decker opofferen om buitenlandminister Reynders te redden.
Intussen hebben de regeringspartijen zich erbij neergelegd dat tot de volgende verkiezingen op sociaal economisch vlak geen potten meer gebroken zullen worden. Het referendum over een presidentiele dictatuur in Turkije en de Trumpiaanse verwijtensalvo van de conservatieve nationalist Erdogan, wekte zelfs bij CD&V’er Hendrik Bogaert de onweerstaanbare drang op om de dubbele nationaliteit in vraag te stellen en Belgische Turken tot kiezen te verplichten. Dat is juridisch onmogelijk, maar voor N-VA parlementslid Sarah Smeyers een uitstekende gelegenheid om een burgerschapsexamen voor te stellen voor al wie Belg wil worden en wie één of twee ouders zonder de Belgische nationaliteit heeft. CD&V onderwijsminister Crevits tenslotte weet waarom ons onderwijs de discriminatie versterkt: door het gebrek aan interesse en het wegblijven van migranten op oudercontactavonden. Ze moeten maar eens beter hun best doen.
Naast het opstoken tot verdeeldheid is de enige realisatie van deze regering een gigantische transfer van arm naar rijk. Van haar beloftes om de begroting op orde stellen, de volgende generaties te ontlasten door de staatsschuld af te bouwen, de economie te relanceren en de investeringen te doen toenemen, is niets in huis gekomen. Haar redding is de zwakte van de oppositie. De PS maakte het zo bont dat ze op haar linkerflank bedreigd wordt door de PVDA. Dat alleenstaanden en gepensioneerden bang moeten zijn voor de energie- en waterfactuur, dat patiënten hun medicatie niet langer terugbetaald krijgen, dat wie geld genoeg heeft zijn straf kan afkopen, … “niet met ons,” bazuint SP.a-voorzitter John Crombez aan de vooravond van 1 mei. “De nieuwe sociale garantie” luidt zijn nieuw ding, van de oude blijft immers mede dankzij de SP.a niet veel meer over.
Heel de sociaaldemocratie zit met een gigantisch gebrek aan geloofwaardigheid. In die mate zelfs dat de media in Vlaanderen eerder beroep doen op Groen of zelfs regeringspartner CD&V als ze de oppositie aan het woord laten, dan op de zwakke ongeloofwaardige SP.a. In Franstalig België zijn dat vooral de PTB en Ecolo. In het federaal parlement voert Raoul Hedebouw op zijn eentje meer oppositie dan alle anderen samen. Voor veel vakbondsmilitanten zouden de vakbondsleiders dat moeten ondersteunen in plaats van steeds weer de militanten het doodlopende straatje van de sociaaldemocratie in te sturen. De vakbondsleiders willen de regering van een koerswending overtuigen, ze lopen illustratief mee met de sociaaldemocratie achter spandoeken voor een rechtvaardiger fiscaliteit, alsof die niet lang genoeg aan de macht geweest is om dat te realiseren. Met smeekbedes en illusies in de volgende federale verkiezingen zijn we niets. We hebben een strijdprogramma nodig om krachtsverhoudingen op te bouwen en tegelijk politici die aan ons loon onze belangen ook echt verdedigen.
