Tag: rechtse besparingsregering

  • Actiedag 2 oktober. Er zal meer nodig zijn om deze regering te stoppen

    Deze zomer hadden de vakbonden verkondigd dat ze het zomerakkoord van de regering niet zomaar zouden laten passeren. Op een actie van de socialistische overheidsbond aan de sluizen na, leek het er echter op, dat de vakbonden intussen ingedommeld waren. De aankondiging van ABVV-algemeen secretaris Vertenueil om van 2 oktober en algemene stakingsdag te maken, heeft het sociaal front wakker geschud. Er staat de regering nog voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober een sociale storm te wachten. Zo doorkruisen we haar tactiek om de aandacht voor sociale afbraak weg te leiden naar migratie en veiligheid.

    PDF van dit pamflet

    Vertenueil had een punt: als we nu niet staken, wanneer dan wel? Het zomerakkoord van de regering Michel is immers niet van de minste. Daarin staat onder meer de volledige herziening van de loonvorming. Regering en patronaat willen immers af van collectieve barema’s of weddeschalen op basis van ervaring en die vervangen door een loonvorming gebaseerd op prestatie en productiviteit. Dat zal de lonen drukken en de werkdruk fors verhogen.

    De regering wil meteen ook de welvaartsenveloppe voor uitkeringsgerechtigden opnieuw inkorten, de werkloosheidsuitkeringen na de eerste periode sneller doen dalen (degressiviteit) en een onbetaalde gemeenschapsdienst opleggen aan langdurig werklozen, want een arbeidsreserveleger om de lonen te drukken heeft pas zin als je het ook kan activeren. Voorts wil ze de minimumleeftijd optrekken voor tijdskrediet voor landingsbanen en SWT (brugpensioen) bij herstructureringen. Tenslotte zullen ambtenaren hun ziektedagen niet langer kunnen overdragen en wordt het statuut zodanig uitgehold dat er weldra niets meer van over blijft, ook niet de werkzekerheid.

    Hadden de overheidsvakbonden de forcing van Vertenueil nodig om uit hun sloffen te schieten? Dat weten we niet. Hoe dan ook, op 20 september, bij de herneming van het Waals parlement, betoogt de Waalse socialistische overheidsbond in Namur ter verdediging van de openbare diensten. Deelnemers kunnen staken, maar een algemene staking van de Waalse overheidsdiensten is pas op 10 oktober gepland. Bij de Vlaamse ambtenaren sleepte het langer aan, maar uiteindelijk heeft het gemeenschappelijk vakbondsfront 7 personeelsvergaderingen georganiseerd. De opkomst en de woede waren zodanig dat voor 21 september een staking werd uitgeroepen. Een week later, 28 september, gaan ook de federale ambtenaren in staking, inclusief brandweer en zelfs politie rond ongeveer dezelfde eisen.

    Het voorstel van Vertenueil stootte op onwil van de top van ACV en ACLVB en werd helaas ook afgewezen door de hoogste instanties van het ABVV. Dat zal hem in de groep van 10 ongetwijfeld nog doorgestoken worden. Maar Vertenueil heeft daarmee wel verduidelijkt dat de overheidsbonden in hun verzet niet alleen zullen staan.  Dat wordt nog eens extra benadrukt met de uitgave van een nieuwe pensioenkrant door het gemeenschappelijk vakbondsfront.

    In de private sectoren worden de geplande ‘sensibiliseringsacties’ van 2 oktober nu veel ernstiger genomen. In Brussel wil het gemeenschappelijk  vakbondsfront meer dan 10.000 betogers op de been brengen. In de Antwerpse chemiebedrijven gaat een petitie rond omtrent eindeloopbaan en zware beroepen, een belangrijk onderdeel van het zomerakkoord. Bij GSK in Waals Brabant houden de vakbonden personeelsvergaderingen. Als van 2 oktober op die manier een succes wordt gemaakt, dan kan dit een uitstekende aanloop zijn naar een algemene staking nog voor het einde van het jaar, zoals het ABVV van Charleroi & Zuid-Henegouwen terecht vraagt. Het ABVV van Luik-Hoei-Waremme wil zelfs zolang niet wachten en al op 2 oktober een lokale 24-urenstaking organiseren. Wat vooral nodig is, zijn militantenconcentraties en personeelsvergaderingen om die acties op te bouwen, niet om voor de zoveelste keer te informeren, maar om duidelijk te maken dat het deze keer menens is.

    Wat zal er gebeuren als we dat niet doen? Olivier Chastel (MR) kondigt nu al aan dat hij de rechtse coalitie ook na de verkiezingen van 26 mei 2019 wil verder zetten. In dat geval wil de N-VA dat haar sociaal economische standpunten nog meer weerspiegeld worden. De N-VA wil beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, rechtspersoonlijkheid voor de vakbonden en inzicht in de stakerskassen. Ze wil de vakbonden en de mutualiteiten ook de uitkering van werkloosheid en ziekte ontnemen. Dat is niets minder dan de vakbonden vleugellam maken zoals Thatcher deed in de jaren ’80 in het Verenigd Koninkrijk. Dat stoppen moet nu gebeuren, want hoe langer we wachten, hoe moeilijker het wordt.

  • Van acties naar verkiezingen. De uitdaging blijft: hoe einde maken aan besparingsbeleid?

    Betoging 6 november 2014. Foto: Jean-Marie Versyp

    In 2014 botste de rechtse regering-Michel meteen op massaal verzet. Betogingen en stakingen gaven aan dat het Thatcheriaanse beleid bijzonder betwist was. De regering wankelde. Zelfs de gevestigde media omschreven Michel als een kamikazepiloot van een instabiele coalitie. Als deze regering het vijf jaar kan volhouden, komt dit vooral omdat de vakbondsacties na de succesvolle algemene staking van 15 december 2014 stilvielen. De regering is maar zo sterk als de oppositie zwak is. Het had anders kunnen lopen. Maar het doorzetten van de acties eind 2014 vergde de durf om de regering weg te staken en de uitwerking van een politiek alternatief.

    Edito door Geert Cool uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Vandaag zijn er nog wel acties zoals de betogingen in Charleroi (23 oktober), Luik (21 november) of Antwerpen (4 december) en Brussel (19 december), maar de focus om de rechtse regering weg te krijgen ligt steeds meer op de verkiezingen van 2019. Het FGTB sprak met vertegenwoordigers van PS, Ecolo en PTB over de mogelijkheid van progressieve coalities. Daarbij werd ook de optie geopperd van een Portugees model: gedoogsteun van radicaal-links voor een centrum-linkse regering die het besparingsbeleid afremt. Dat levert de Portugese sociaaldemocratie tijdelijk wat wind in de zeilen op: dit beleid wordt als een verademing ervaren na de harde besparingen. De ruimte voor ‘zachtere’ besparingen is echter bijzonder klein. De komende maanden komen er ongetwijfeld onpopulaire maatregelen.

    Het voorstel van Thierry Bodson van het FGTB over progressieve coalities heeft het voordeel dat over een politiek alternatief wordt gediscussieerd. Maar dit mag niet los gezien worden van de vraag wat de inhoud ervan is en hoe we dat afdwingen. Is het de bedoeling om te breken met de besparingen of wordt gegaan voor een ‘light’-versie van hetzelfde beleid? Deze vraag is vanzelfsprekend als we kijken naar de eerdere ervaringen met de sociaaldemocratie en de groenen in federale, regionale en lokale besturen.

    Dat we best niet wachten tot de verkiezingen van 2019 om deze regering weg te krijgen, maakt de ploeg van Michel zelf elke dag duidelijk. De ballonnetjes van asociale voorstellen worden afgewisseld met reële maatregelen. De rellen in Brussel werden gebruikt om te pleiten voor harde repressie – hoe verder de politicus van Brussel woont, hoe luider het pleidooi voor repressie. Iets doen aan de sociale voorwaarden is voor hen geen optie. Het enige antwoord luidt steeds opnieuw: repressie. Dat is ook het antwoord op ongenoegen van personeel bij het openbaar vervoer. Zo wordt de minimale dienstverlening bij het spoor erdoor geduwd. Praktisch is het erg moeilijk te realiseren en het kan tot chaos leiden, maar deze chaos zal enkel aangegrepen worden om nog verder te gaan in de beperking van het democratisch recht op collectieve actie. Na het falen van repressie volgt meer repressie.

    De vraag naar een alternatief is heel groot. De goede scores van de PVDA in de peilingen bevestigen dit. Deelname aan regionale coalities na 2019 wordt niet langer uitgesloten. Voorzitter Peter Mertens verklaarde dat de partij “bereid is om compromissen te sluiten” en “risico’s te nemen.” Er worden ‘rode lijnen’ aan toegevoegd: “We gaan niet in een regering stappen die de pensioenen of de werklozen raakt zoals dat de voorbije 25 jaar is gebeurd.” Het intrekken van vorige aanvallen, onder meer die van de huidige rechtse regering, wordt niet als breekpunt gesteld. Er wordt evenmin gewezen op de noodzaak van verzet op straat.

    De dringendheid om te breken met het besparingsbeleid verhoogt de druk voor coalities en allianties. De PVDA moet daar inderdaad rekening mee houden, vooral door de breuk met het besparingsbeleid te benadrukken. Dat vereist een gedurfde aanpak die vertrekt van wat nodig is en niet van de budgettaire beperkingen. Er is nood aan degelijke contracten in plaats van superflexibilisering, een minimumloon van 15 euro per uur, verlaging van de pensioenleeftijd, arbeidsduurvermindering met behoud van loon en evenredige aanwervingen, een massaal publiek investeringsplan in zorg, onderwijs en infrastructuur, …  Een dergelijk programma botst met de dictaten van de ‘vrije markt’ en vereist een breuk met de logica van de winst.

    Een breuk realiseren, kan enkel door mobilisatie en een brede betrokkenheid. Eind 2014 was er op basis van een duidelijk actieplan een eengemaakte beweging in heel het land, van zowel publieke als private sectoren en van alle grote vakbonden. Het zette onze eisen op de publieke agenda. Zo bleek een grote meerderheid in alle delen van het land voorstander van een vermogensbelasting. Een nieuwe beweging zal niet uit de lucht komen vallen. Door de warboel aan ongecoördineerde acties van de afgelopen drie jaar ook onder de noemer ‘actieplan’ te plaatsen, verdween het belang en de rol van het actieplan in 2014 wat naar de achtergrond. Dit betekent echter niet dat alles verloren is: een nieuwe generatie heeft ervaring opgedaan met strijd en leerde de beperkingen van de huidige vakbondskoers kennen. Acties tonen een blijvende bereidheid tot mobilisatie, ondanks het wantrouwen. De onderliggende problemen worden door het afbraakbeleid enkel groter. Alle getuigenissen vanop de werkvloer tonen aan dat de onvrede groeit.

    Deze situatie schreeuwt om een programma van radicale maatschappijverandering, voor een democratische socialistische samenleving. Een brede campagne daarvoor met radicaal links, de vakbonden en de sociale bewegingen kan de huidige impasse helpen doorbreken.

  • Luik: meer dan 10.000 betogers tegen de sociale hold-up van deze regering


    Deze morgen was er in Luik een betoging in gemeenschappelijk vakbondsfront. Het was een betoging tegen de rechtse regering en voor een alternatief op de besparingen: voor degelijke pensioenen, een massale publieke herfinanciering van de zorg, het onderwijs, … en dit door het geld te zoeken waar het zit: in de zakken van de rijken.

    Er waren delegaties van ABVV en ACV die vanop vier punten vertrokken om samen te komen op de Rogierlaan. Heel wat betogers sloten meteen aan het Avroypark aan. Het ontbreekt dan wel aan duidelijke perspectieven over hoe de strijd zal verdergezet worden, maar toch was er nogmaals sprake van een geslaagde mobilisatie. Dit toont het potentieel voor een meer vastberaden sociaal verzet.

    Enkele foto’s door Emily en Sebastien:
    Liège: Plus de 10.000 manifestants contre le gouvernement et sa politique de hold-up social !

  • Waarom wachten op de verkiezingen geen goed idee is voor de vakbonden

    Militantenbijeenkomst in september 2014. Het actieplan eind 2014 deed de regering wankelen en maakte dat het publieke debat over onze eisen en bekommernissen ging.

    In de structuren van het ABVV en van het ACV horen we steeds meer dat ‘de mensen niet meer in actie te krijgen zijn.’ Hoe komt dat en hoe eraan verhelpen? Die vragen, laat staan de antwoorden erop, komen helaas niet aan bod. Resultaat: de vakbonden, die in het najaar van 2014 nog kozen voor een weergaloos offensief, zijn nu in het defensief gedrongen. Hun strategie? De regering uitzitten tot aan de volgende verkiezingen, hopen op een alternatieve meerderheid en intussen de schade zoveel mogelijk beperken. LSP vindt dat een gevaarlijke strategie die de arbeidersbeweging ontwapent en rechts extra munitie schenkt.

    Artikel door Eric Byl uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De vakbondsleidingen zullen uiteraard wijzen op het jongste loonakkoord: het Interprofessioneel Akkoord (IPA) voor 2017-2018. Ze noemen het ‘goed voor de mensen én goed voor de economie.’ Het paradepaardje ervan is een maximale koopkrachtverhoging voor de loontrekkenden met 1,1% (bovenop de verwachte stijging van 2,9% ten gevolge van de indexkoppeling). Vergeleken bij de vorige 4 loonakkoorden is dat niet min. Dat van 2009 leverde een loonstop en een ecocheque van 250 euro op, dat van 2011 hooguit 0,3%, dat van 2013 niets en dat van 2015 0,5% bruto en 0,3% netto. Daarbij vergeleken betekent het jongste IPA voor velen een verademing en dat heeft zich geuit in grote meerderheden ervoor in zowat alle centrales van beide vakbonden.

    Het akkoord remt tevens de verstrenging van het Stelsel van Werkloosheid met Bedrijfstoeslag, SWT – het vroegere brugpensioen – wat af. De leeftijdsvereiste voor zware beroepen, lange loopbanen en bedrijven in herstructurering wordt niet in 2017 opgetrokken naar 60 jaar, maar geleidelijk tot in 2019. Dat is niet onbelangrijk voor wie zich aan de rand van de vereisten bevindt. Tenslotte worden de sociale uitkeringen opgetrokken via de toekenning van een deel van de welvaartsenveloppe. Die enveloppe, een beslissing van de bijzondere ministerraad in Oostende in 2004, ging in vanaf 2007, maar wordt al jaren door regering en patronaat gebruikt als pasmunt om de vakbonden onder druk te zetten bij het onderhandelen van loonakkoorden.

    Tegen dat akkoord valt veel in te brengen: 1,1% loonsverhoging is een maximum, het is verre van zeker of alle sectoren dit zullen krijgen. De loonnorm werd herzien, volgens de oude norm bedroeg de marge niet 1,1%, maar 2 à 3%. De indexaanpassing wordt geraamd op 2,9%, maar de reële inflatie zou 3,9% bedragen (over twee jaar). De loonstijging bij onze drie belangrijkste handelspartners wordt niet op 4% (2,9% + 1,1%) geraamd, maar op 4,5%. Er wordt om de loonnorm te bepalen niet langer rekening gehouden met de loonsubsidies aan de bedrijven, een extra geschenk aan de patroons van 0,5%. De welvaartsenveloppe voor de sociale uitkeringen (900 miljoen) werd ingekort naar 506 miljoen. De SWT-leeftijdsgrens stijgt minder snel, maar stijgt niettemin.

    Toch is het niet overdreven om dit loonakkoord een kleine trendbreuk te noemen. Hebben de vakbondsleiders dan slim onderhandeld en de schade beperkt tot aan de verkiezingen? Of hebben ze met dit loonakkoord integendeel de spreekwoordelijke kaas genomen die het mechanisme van de muizenval activeert? Wij hopen op het eerste, maar vrezen voor het laatste.

    Het loonakkoord veronderstelt immers sociale vrede. Dat betekent nog niet dat er geen acties meer gevoerd kunnen worden. De 21ste maart betoogt de gezondheidssector, de 24ste wordt betoogd tegen sociale dumping en ook in het onderwijs liggen nog voor de zomer acties in het verschiet. In de private sectoren regent het intussen sluitingen en herstructureringen. Acties daartegen, inclusief stakingen, zijn best mogelijk, maar solidariteitsstakingen elders in de private sectoren, voor zover dat al overwogen werd, laat staan een veralgemeend offensief van de vakbonden, zullen beschouwd worden als inbreuken op het loonakkoord. Een veralgemeende strijd tegen de regering is daarmee tot aan de verkiezingen zo goed als bevroren.

    De vakbondsleiders volgen uiteraard ook de peilingen. Zij hebben gezien dat de regering slechts 72 van haar 83 zetels had behouden indien er in januari verkiezingen waren geweest: 4 tekort voor een meerderheid. Ze gaan er ook van uit dat de PS op één of andere manier nodig zal zijn en dat daarmee de N-VA buitenspel wordt gezet. Dat zou wel eens een teleurstelling kunnen worden. Door sociale vrede te garanderen, bieden de vakbonden de regeringspartijen immers de gelegenheid de volledige aandacht in aanloop naar de verkiezingen te oriënteren naar thema’s waarop zij hopen te scoren: migratie en veiligheid. Het is geen toeval dat Theo Francken zich met een hard beleid inzake vluchtelingen heeft opgewerkt tot populairste politicus in Vlaanderen, net zoals Maggie De Block het hem voordeed tot ze doorschoof naar gezondheidszorg.

    In ‘Ceci n’est pas une crise’ gaf 80% van de ondervraagden aan dat politici de macht teveel hebben doorgegeven aan de financiële wereld, 74% voelde zich in de steek gelaten door de elite. Voor de arbeidersbeweging in het algemeen en de vakbonden in het bijzonder zouden deze cijfers de aanleiding moeten zijn voor krachtige mobilisaties. Eerdere peilingen na het actieplan van 2014 gaven aan dat 80% gewonnen was voor een miljonairstaks. Maar sinds de vakbonden de mobilisatie stillegden, vertaalt dit ongenoegen zich in een terugplooien op de eigen gemeenschap, handig uitgebuit door allerlei populisten. De schandalen rond Publifin, Publipart en andere (voormalige) intercommunales bevestigen niet alleen hoever de elite van ons afstaat, maar ook hoezeer de zogenaamde ‘bevoorrechte partners’ van de vakbonden verweven zijn met dit systeem. Meer nog dan bedrog dreigt de combinatie van bedrog en hypocrisie afgestraft te worden.

    De vakbondsleidingen moeten zich bezinnen. Waarom de relatieve kalmte veroorzaakt door het loonakkoord niet benutten voor een massacampagne omtrent een strijdbaar programma dat de werkloosheid, de armoede en de achteruitgang van de arbeidscondities en de uitholling van de arbeidscontracten ook echt aanpakt? Waarom een dergelijke campagne niet koppelen aan een actieplan om te verduidelijken dat het deze keer niet bij woorden blijft, maar er ook mobilisatie en actie aan verbonden worden. Tenslotte moeten de vakbonden ook hun relatie tot de zogenaamde bevoorrechte politieke partners ophelderen: in plaats van linkse éénheid te prediken met de hypocrieten die zich verrijken terwijl wij inleveren, zouden ze zich aan de kop moeten stellen van de woede ertegen om de eenheid van alle slachtoffers ervan te verwezenlijken.

  • Regering doen vallen, maar wat dan? Wat is het alternatief?

    Foto: Liesbeth
    Foto: Liesbeth

    De vraag naar het alternatief op deze regering is de meest prangende van de beweging en mee bepalend voor het vertrouwen in het potentieel van het sociaal verzet om de aanvallen te stoppen en de regering te doen vallen.

    Artikel door Els Deschoemacker uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Regering onpopulair, stakingsgolf van onderuit

    We zitten nu ergens halverwege het tweede actieplan tegen de besparingen en hervormingen van deze regering. Opnieuw werd het actieplan enthousiast aangegrepen. Het breed verspreide ongenoegen in de maatschappij bereikte een nieuw kookpunt. De peilingen gaven aan dat de regering haar meerderheid in het parlement bij nieuwe verkiezingen zou verliezen. In navolging van de cipiers ontwikkelde er zich een stakingsgolf van onderuit, vooral in Wallonie, maar met het begin van uitwaaiering naar Vlaanderen, vooral bij het spoor. Indien de vakbondsleiding de staking mee had georganiseerd en gecoördineerd met inspraak van onderuit langs Waalse kant en met als doel om die argumentatie en ordewoorden aan te reiken om de beweging verder te doen uitbreiden, had de aarzeling langs Vlaamse kant gemakkelijk kunnen doorbreken.

    Onder cipiers, spoorpersoneel, vuilnismannen, … groeide het besef dat het moment er was om te proberen eisen binnen te halen die op andere momenten onmogelijk te realiseren lijken. De voorzichtige oproep door Timmermans van het VBO eind mei om toch maar opnieuw rond tafel te zitten en te stoppen met provoceren. Samen met diens pleidooi om met Europa en de regering “doelgerichte en weloverwogen” overheidsinvesteringen in mobiliteit, gevangenissen en justitie te overwegen, toonde het de schrik voor een beweging van onderuit zoals in Frankrijk. Timmermans probeerde de angel uit het verzet te halen.

    Even leek het niet onmogelijk dat de regering nog voor de zomervakantie in de problemen zou geraken. Dan zou ze geen kans meer krijgen om een derde besparingsronde op ons af te vuren nog voor de twee eerste helemaal zijn doorgevoerd. Het zou de arbeiderswereld de mogelijkheid geboden hebben om de uitbouw aan te vatten van een alternatieve politieke kracht met diezelfde militanten en activisten die het verzet hebben gedragen en te beginnen met de uitwerking van een programma gebaseerd op de noden in de brede samenleving.

    De syndicale strijd is politiek, de genomen maatregelen waartegen we protesteren zijn politiek. We zullen niet winnen als we ons verzet niet ook op dat terrein voeren. Een kunstmatig onderscheid tussen politiek en syndicaal terrein verzwakt ons. Het sociaal verzet toont het potentieel en maakt de eisen concreter.

    Een politiek alternatief

    Het klopt dat een alternatief niet “ready made” is, dat het niet georganiseerd is en klaar om de macht over te nemen. De PVDA heeft wel de wind in de zeilen en zou op basis van de laatste peilingen van twee naar tien kamerzetels gaan: twee in Vlaanderen, zeven in Wallonië en één in Brussel. Een enorme stap vooruit, maar niet de massabasis voor de vorming van een linkse regering.

    Volgens Peter Mertens wil de PVDA “zo snel mogelijk verantwoordelijkheid opbouwen in de maatschappij” door “in deze fase de tegenmacht op te bouwen.” Hij verwijst naar de beweging rond Sanders in de VS, maar ook naar Spanje of Frankrijk waar “er zich een tegenmacht vormt die zich niet beperkt tot een politieke partij, maar gedragen wordt door een grote beweging van mensen die bewust worden, die mondig worden en die de gevestigde macht uitdagen”.

    Hij voegt eraan toe dat “als wij die tegenmacht in reële macht willen opzetten, er natuurlijk een aantal voorwaarden zijn waaraan voldaan moet worden. Een voorwaarde is zeker dat we moeten kunnen breken met de huidige politieke orientatie van de Europese Unie. Wij gaan niet in een regering zitten die doet wat de sociaal democraat Hollande doet in Frankrijk.” En verder “We moeten een krachtsverhouding opbouwen om het beleid van Europa te veranderen. En, als dat morgen kan, dan stappen we morgen in de regering. Maar als dat binnen twee jaar is, dan zal het maar binnen twee jaar zijn.”

    De PVDA rekent op een geleidelijke radicalisatie naar links en hoopt dat zij daar de meeste vruchten van zal plukken door ter linkerzijde incontournable te worden. Tien tot vijftien jaar denkt ze daarvoor nodig te hebben.

    Ze gaat daarbij voorbij aan het potentieel en de dringendheid van vandaag om de honderdduizenden werkenden die het afgelopen jaar en een half mee de strijd hebben gevoerd te bundelen in een brede onafhankelijke politieke en synidicale kracht. Zeker als de beweging in staat zou zijn de regering te doen vallen zou er een enorme ruimte vrijkomen om een dergelijke kracht te bouwen met een massabasis in die maatschappij. Zo zou het momentum en de dynamiek te volle benut worden.

    Strijdfront van onderuit of volksfront met ‘linkse’ besparingspartijen?

    Dat is helaas niet de oriëntatie van de PVDA. Integendeel. Als shortcut zou de PVDA in Antwerpen SP.a en Groen oproepen tot een kartel bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen, met als doel burgemeester De Wever van zijn troon te stoten. Denkt de PVDA dit te kunnen doen met SP.a en Groen op een geloofwaardig anti-besparingsticket? Zullen beide partijen tegen dan voldoende verveld zijn tot anti-besparingspartijen? En welke boodschap en rol geef je ondertussen aan de werkende klasse? Wachten tot deze voorwaarden vervuld zijn?

    In plaats van haar eieren in de mand van SP.a en Groen te leggen, zou de PVDA alles in het werk kunnen stellen om de beweging ook een politieke uitweg te bieden door de oproep die ooit kwam van het FGTB van Charleroi echt waar te maken en de krachten ter linkerzijde samen te brengen met de vele duizenden syndicale militanten om een brede linkse strijdpartij te vormen.

    Een oproep gericht aan de vakbondsbasis om een nieuwe brede politieke beweging op te zetten, bestaande uit de honderduizenden vakbondsactivisten en militanten, en een nieuwe arbeiderspartij te bouwen met vrije en democratische discussie over programma en strategie zou een enorm enthousiasme opwekken. De beweging tegen de regering Michel toont dat er daarvoor een massabasis bestaat. Het gebrek aan initiatief om deze basis te organseren en in te schakelen daarentegen zorgt dat de beweging in een impasse belandt.

    Programma dat breekt met de besparingen

    Om wat te realiseren? Een programma van dringende publieke investeringen in onze openbare diensten.Het stopzetten en terugdraaien van de privatiseringen. Stoppen met de aanvallen op het pensioen en brugpension, intrekking van de verhoging van de pensioenleeftijd.  Werktijdverkorting in plaats van meer uren te kloppen voor minder loon. En de middelen eindelijk eens gaan halen waar die zitten.

    In een dossier in Knack op 8 juni vindt miljardair Roland Duchâtelet dat de regering zich laat “opjagen door extreemlinks.” Hij liegt ons voor dat België “koploper is wat betreft taksen en belastingen op vermogens” en dreigt: “Desnoods verhuis ik naar Zwitserland.” Een efficiënte vermogensbelasting vereist de opheffing van het bankgeheim, een sluitend vermogenskadaster en de mogelijkheid om te onteigenen. Gezien hun gewicht in de maatschappij zou het absurd zijn daar niet meteen de nationalisatie van de financiële sector en de grote bedrijven onder democratische controle en beheer van de werkende bevolking aan te koppelen. Dan pas zou een miljonairstaks zijn reële betekenis krijgen: niet als illusie voor een sociaal beheerd kapitalisme, maar als overgangsmaatregel in het kader van de socialistische omvorming van de maatschappij.

    De regering probeert ons eens te meer een rad voor de ogen te draaien met de belofte van meer rechtvaardigheid en een grotere inspanning door de grote vermogens. Maar wie gelooft dat nog? Als er al iets in die richting komt, zal het hoogstens symbolisch zijn en vooral om ons een nieuwe miljardenbesparing door het strot te rammen.

    We mogen de lessen van Griekenland niet vergeten. Niet alleen door het momentum om komaf te maken met een regime van besparingen te grijpen. Maar ook door te vechten voor een programma dat de breuk maakt met de besparingen, de EU en het kapitalisme dat zich maar kan bestendigen door uitbuiting en onderdrukking!

  • In plaats van te besparen op sociale zekerheid: Haal het geld waar het zit!

    geldgenoegHet kapitalisme anno 2016 in cijfers: de 62 rijkste mensen bezitten evenveel als de helft van de wereldbevolking; 7600 miljard dollar zit verborgen op offshore bankrekeningen; van de 201 grootste bedrijven zijn er 188 actief in belastingparadijzen; die belastingparadijzen zorgen ervoor dat ontwikkelingslanden elk jaar minstens 170 miljard dollar aan inkomsten verliezen. Dat is de toestand van de wereld vandaag, volgens een nieuw rapport van Oxfam. En wat stelt Bart De Wever, schaduwpremier van de Belgische federale regering, dan voor? Nog meer op sociale zekerheid besparen.

    Artikel door Jarmo (Antwerpen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    dls351Dat België op deze globale situatie geen uitzondering is, weten we al langer dan vandaag. Grote Belgische bedrijven zijn bijzonder actief op offshore bankrekeningen en in belastingparadijzen. Geen enkele Belgische regering heeft daar de afgelopen decennia iets tegenover gesteld. Via notionele interestaftrek en andere gratuite cadeaus aan het patronaat, werd ook in België een ‘investeringsklimaat’ geschapen waarbij de allerrijksten nagenoeg geen belastingen betalen en wij voor hun winsten opdraaien door in te boeten op ons inkomen, onze sociale zekerheid en onze openbare diensten, gaande van onderwijs tot publieke zwembaden.

    Recent nog sloot de Belgische regering met 35 stinkend rijke multinationals een aantal deals – de zogenoemde excess profit rulings – die hen vrijstelden van belastingen. Dezelfde federale regering die de mond vol heeft van besparen en er niet voor terugdeinst om onze meest elementaire benodigdheden kapot te bezuinigen, schenkt vrijwillig haar grootste inkomstenbronnen weg aan dat deel van de bevolking dat barst van het geld. Zelfs voor de Europese Commissie (niet bepaald een links-socialistische denktank) was dat een brug te ver. Zij verklaarde de deals illegaal en verplicht België de misgelopen inkomsten terug te vorderen. Wanneer een werknemer of kleine zelfstandige belastingen moet terugbetalen, is er maar één optie: snel betalen. Voor een multinational gelden andere regels: minister van Financiën Van Overtveldt (N-VA) gaat in beroep tegen de beslissing van de Europese Commissie.

    REGERING ZET DE STRIJD VOORT – AAN ONS OM HETZELFDE TE DOEN

    Bart De Wever, voorzitter van de N-VA, laat er bij het begin van een nieuw kalenderjaar geen twijfel over bestaan: de oorlog tegen de werkende en werkloze bevolking van dit land moet tot het bittere einde doorgevoerd worden. Hij roept alle regeringspartijen op om hun verantwoordelijkheid daarbij op te nemen. Er moet méér bespaard worden. Wie denkt dat het Oxfam-rapport en de illegale belastingdeals De Wever tot inkeer hebben gebracht, dwaalt natuurlijk. Volgens De Wever is de sociale zekerheid de enige inkomstenbron die de regering nog rest.

    De inschatting dat deze regering de belangen van de kleine zelfstandigen of kleine ondernemers dient, is compleet fout. Ook zij worden, samen met de arbeidersklasse, verpletterd in de heilige kruistocht ter verdediging van elke eurocent van de miljardenwinsten die het grootkapitaal maakt. Daar heeft deze regering werkelijk alles voor over. Ook het stakingsrecht – het enige wapen waarover de werkende bevolking in dit land beschikt – moet op de schop. De reden? Sterkere vakbonden zorgen er ook volgens IMF-onderzoekers voor dat de ongelijkheid wordt afgeremd. Afremmen kan niet voor De Wever die zelfs uithaalt naar zijn coalitiepartners die volgens hem niet enthousiast genoeg besparen: “Ik hoop voor 2016 dat iedereen nu op de trappers gaat staan, en niet voortdurend probeert om op de bagagedrager te gaan zitten.”

    De val van deze regering en eender welke andere besparingsregering die erop zou kunnen volgen, is noodzakelijk om onze levensstandaard te verdedigen. Dit zal niet vanop de bagagedrager van De Wever en co bereikt worden, maar door onze strijd te organiseren zoals tijdens het actieplan eind 2014. Nog jaren van harde besparingen uitzitten, mag geen optie zijn. Voer samen met LSP strijd voor een socialistisch alternatief op de kapitalistische barbarij!

  • To Thatcher or not to Thatcher, that’s the question

    Regering hangt aaneen met spuug en draadjes

    Artikel door Peter Delsing uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    De federale regering heeft van meet af aan – zo leek het – met spuug en draadjes aan elkaar gehangen. Het enige moment dat ze even een eenmakend doel kon voorwenden, was na de verschrikkelijke aanslagen in Parijs. Ze misbruikte de terroristische dreiging om als ‘vader van de natie’ op te treden. De stemming leek even te keren: tegen ‘polarisatie’, zelfs die tussen de economische klassen. Ook al zitten de enorm toegenomen klassen- en dus ook politieke tegenstellingen ingebakken in het systeem.

    Het optreden tegen een terroristische cel in Verviers, de maatregelen die snel op papier werden gezet tegen terrorisme (en die makkelijk tegen de arbeidersbeweging kunnen worden misbruikt), de para’s op straat, … De begrijpelijke afkeer van willekeurig geweld en terreur bij een brede laag van de bevolking liet Michel I toe om opnieuw een zeker draagvlak te vinden. Vooral de N-VA en de liberale MR profiteerden daarvan. Ze claimden opnieuw een bredere steun in de maatschappij, die ze na de harde asociale maatregelen en de stakingsacties van november en december waren kwijtgespeeld.

    Commentatoren waren er in januari snel bij om het vakbondsverzet, na de gebeurtenissen bij Charlie Hebdo en in Verviers, te begraven. Ze hoopten dat de onderhandelingen over een minimale loonsverhoging – sowieso weggeveegd door de indexsprong van min 2% – en het beperkt optrekken van de laagste uitkeringen het verzet zouden doen wegkwijnen. Dat was nogal kort door de bocht. Peilingen gaven steun aan de regering voor haar maatregelen tegen terrorisme. Maar andere peilingen toonden belangrijke meerderheden tegen de indexsprong en tegen pensioen op 67.

    Het karakter en de samenstelling zelf van deze regering, vooral met de Thatcheriaanse provocateurs van N-VA, lijken steeds opnieuw de beweging weer in gang te duwen. Met de CD&V als vijfde wiel aan de Thatcheriaanse wagen. Nu eens de regeringspartner N-VA van binnenuit beschadigend, dan weer trouw zwerend aan diezelfde coalitie. Denk aan de mail van een Antwerps CD&V lid om de aanwezigheid van para’s in het straatbeeld – stokpaardje van De Wever – georkestreerd te bekritiseren op sociale media. De CD&V vertegenwoordigt ook het dilemma van veel grote kapitalisten. Ze moeten de onbetrouwbare factor N-VA – mogelijk te veel een wandelende provocatie van de arbeidersklasse, en communautair niet volledig onder hun controle – tot ‘redelijke proporties’ terugbrengen. Tegelijk is elke stap vooruit voor de winsten en verzwakking van de vakbonden die deze openlijke provocateurs losweken ook voor hen handig meegenomen.

    Nauwelijks was de inkt van het voorstel rond de lonen droog, of er werd door sommigen gesteld dat de syndicale strijd voorbij was. Een aantal N-VA’ers zagen de toezegging van de ACV-top als een teken van zwakte, een breuk in het syndicaal front en een signaal om de ‘overwinning’ te ‘vieren’ met nieuwe frontale aanvallen. Zuhal Demir van de N-VA lanceerde meteen opnieuw het voorstel voor de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd. N-VA-minister van Financiën Van Overtveldt wist te melden dat er geen tax shift naar het kapitaal en de grote vermogens zou plaatsvinden. Via BTW-verhogingen op consumptie wou hij opnieuw hoofdzakelijk de werkenden, werklozen en gepensioneerden doen betalen. Liesbeth Homans kwam naar buiten met het voorstel voor gescheiden kinderopvang voor kinderen van werklozen en armen. Diezelfde Homans ziet er ook geen graten in om huurprijzen wel te indexeren en de lonen en uitkeringen niet. Het toont de absolute prioriteit van deze regering. Grote bedrijven, diamantairs, vermogenden met Lux- en SwissLeaksambities en verhuurders mogen zich in de handen wrijven, terwijl gewone werkenden, werklozen, jongeren, gepensioneerden, … worden gestroopt waar ze bijstaan.

    De Thatcheriaanse provocateurs zullen niet stoppen. De enige manier om ze te stoppen met hun aanvallen op onze lonen en sociale rechten is door een actieplan op te stellen dat hen doet vallen. De basis van ACV en ABVV, honderdduizenden syndicalisten maar ook de jongeren, de socioculturele sector, … verdienen een eigen massapartij waarmee ze de strijd verder kunnen stimuleren. We hebben een regering nodig die neen zegt tegen de besparingen en door nationalisaties onder democratische controle de rijkdom gebruikt voor de ontwikkeling van de grote meerderheid, niet enkel voor de winsten van een kleine minderheid.

  • Rechts viseert ons allemaal. Enkel massaal sociaal verzet kan dit stoppen!

    massa

    PDF van dit pamflet

    De rechtse regering is er nog niet. Pas op 22 september worden de voorstellen van haar Vlaamse tegenhanger officieel. Maar dat drastisch en structureel ingegrepen wordt, staat vast. Dat de arbeiders en hun gezinnen ervoor opdraaien eveneens. De rechtse coalitie wil niet alleen cijfers behalen, maar vooral symbolen slopen. Hoog tijd om daar een goed georganiseerd sociaal verzet tegenover te stellen.

    De Vlaamse regering Bourgeois wil 8 miljard besparen. Ze wil het aantal ambtenaren verminderen, gemeenten onder curatele plaatsen, de culturele sector doorverwijzen naar privé-sponsors, kinderopvang duurder maken, kindergeld afromen etc. Een symbool moet 160 miljoen opbrengen: het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs. In het verleden stootte elke verhoging ervan op hevig protest. Het is een test van de weerbaarheid van studenten, een graadmeter voor wat gebeuren kan als heel de arbeidersbeweging wordt aangepakt. Als het experiment slaagt, ligt de weg open voor de geleidelijke introductie van eliteonderwijs met inschrijvingsgelden die in de Angelsaksische wereld al oplopen tot 8.000 €.

    Rechts viseert ons allemaal 15012638249_afb798c18b_z

    Het is altijd moeilijk om één problematiek te veralgemenen naar de globale context van besparingen of ook om een studentenbeweging uit te breiden naar werkenden of om openbare diensten en privésectoren samen op straat te brengen. De rechtse federale coalitie is die klus voor ons aan het klaren. Wat in Vlaanderen gebeurt, is niets vergeleken bij wat ons federaal te doen staat, waarschuwde De Wever al. De rechtse coalitie wil 17,3 miljard beparen of nog meer als de groeicijfers tegen vallen. Daarvoor wil ze niet één, maar veel ‘heilige huisjes’ slopen.

    Eén ervan is de index. Marc Leemans (ACV) heeft al gewaarschuwd dat men daar af moet blijven. Maar er zijn er nog veel andere: vervroegd pensioen pas vanaf 62; uitkleden van het ambtenarenstatuut; ‘convergeren’ van pensioenen op basis van het puntensysteem Vandenbroucke; verkoop meerderheidsparticipaties in BPost en Belgacom; minimumdienst in gevangenissen, spoorwegen en luchthavens; verplichte gemeenschapsdienst voor
    werklozen; BTW verhoging etc.

    Het brugpensioen werd al ‘werkloosheid met bedrijfstoeslag’. De rechtse coalitie wil een einde aan alle bijzondere uittredingsstelsels. In het onderwijs en bij de politie werden ze al afgeschaft of staan ze op de helling. Gaan met de beperking van de groeinorm in de gezondheidszorg tot 1,5%, binnenkort ook de arbeidsduurverminderingsdagen voor 45+, 50+ en 55+ voor de bijl? Wat met de varianten op dat systeem die werden onderhandeld in bedrijven met ploegenarbeid? Benieuwd hoeveel burn-outs dat zal opleveren.

    De rechtse coalitie wil ‘banen creëren’ door de ‘patronale’ lasten van 33% van de brutowedde terug te brengen naar 25%. Wij betalen dat dus zelf met het RIZIV-gedeelte van ons loon waarmee we ons indekken tegen ziekte, ouderdom en werkloosheid.Hoeveel dat moet kosten? Er wordt gesproken over 2, 4 en zelfs meer dan 5 miljard. Energiekosten voor bedrijven wil ze reduceren, maar particulieren betalen voortaan een energieconsumptietaks en leveren de gratis elektriciteit in. Alle lasten zijn voor ons, alle baten voor de patroons.

    Hoe een krachtsverhouding opbouwen?

    Het is mogelijk dat niet alles wordt uitgevoerd, maar de NV-A wil ‘vette vissen’ nu ze haar communautaire agenda moest inruilen voor een sociaal-economische. De rechtse partijen bieden tegen elkaar op qua radicaliteit. Wie rekent op de CD&V om dat tegen te houden, is bij voorbaat verloren.

    Dat vereist krachtsverhoudingen en een massabeweging. De regering zal niet alle munitie ineens verschieten, maar in de tijd gespreide aanvalsgolven plannen. Als we wachten tot alle details gekend zijn, komen we te laat. Maar alleen met de overtuigden in actie gaan, zonder de tijd te nemen om collega’s voor te bereiden en te betrekken bij het bepalen van de acties, is eveneens fout.

    Iedereen is nodig, ook wie bij een andere vakbond is of bij geen enkele. Niet door hen van alles te verwijten, maar door samen de moeilijkheden te overstijgen, kunnen we hen winnen voor gezamenlijke strijd. De rechtse regering zal om ons te verdelen maatregelen nemen die de ene regio harder treffen dan de andere. Veel Vlaamse arbeiders zijn net zo hard tegen het rechtse beleid als hun Waalse en Brussselse collega’s, andere hebben zich schromelijk vergist. We willen hen niet isoleren, maar argumenten aanreiken waarmee ze ook hun gemeenschap kunnen overtuigen. Solidariteitsbezoeken kunnen wonderen verrichten.

    Waarom geen informatiecampagne, met degelijke argumentatie, pamfletten en affiches om collega’s op de werkvloer aan te spreken en te motiveren. Liefst met een concreet ordewoord zodat we gezamenlijk reageren en niet alle richtingen tegelijk uitgaan. Dat kan een nationale betoging of meerdere provinciale betogingen en meetings zijn om de strijdvaardigheid te meten. We kunnen er algemene vergaderingen tijdens de werkuren op de werkvloer aankondigen. Daar kan dan een actieplan ter discussie worden voorgelegd, met provinciale beurtstakingen en betogingen die uitmonden in een nationale 24 of 48 urenstaking. Als de regering tegen dan nog niet toegegeven heeft of gevallen is, kan een week later op algemene vergaderingen op de werkvloer de idee van een dagelijks hernieuwbare staking worden voorgelegd, gestemd en georganiseerd.

    Scherpe kantjes afvijlen volstaat niet

    De algemene stakingen van 1993, van 2005 en van 30 januari 2012 waren er niet op gericht de regering te doen vallen. Ieder mogelijk alternatief leek toen nog rechtser dan de zittende regering. Dat argument is nu van de baan. Maar het betekent nog niet dat de vakbeweging zich in de armen moet gooien van de tripartite of de alternatieve coalities in Brussel en Wallonië. Die blijven wel van de symbolen af, maar hun strategie is die van de vorige federale regering: besparingen waarvan de scherpe kantjes zijn afgevijld in de hoop erger te voorkomen.

    Waar dat toe leidt weten we nu. Bij veel werknemers heeft dat de idee gevoed dat besparen de enige mogelijkheid is, bij de patroons de lust opgewekt naar nog meer. In plaats van erger te voorkomen heeft men zo de rode loper uitgerold voor de rechtse coalitie. De federatie Wallonië-Brussel bespaart de komende twee jaar 300 miljoen € in het onderwijs, dat is proportioneel meer dan Vlaanderen. Bovendien worden de eerste twee jaren slechts 1 op de 5 vertrekkende ambtenaren vervangen, 1 op 3 de volgende jaren. Dat is geen alternatief.

    Programma gericht op onze behoeften

    We moeten integendeel strijden voor een programma dat de reële behoeften vervult van de overgrote meerderheid van de bevolking, niet het winstbejag van een handvol superrijken.

    • Volledig herstel van de index, vrije loonsonderhandelingen en een minimumloon van 15€ bruto/uur
    • Geen ondermijning van de arbeidscontracten door onderaanneming, interim of andere precaire banen
    • Handen af van het statuut van de openbare ambtenaren, geen afbouw van de openbare diensten, geen privatisering en liberalisering, insourcing in plaats van outsourcing
    • Herstel brugpensioen, handen af van het vervroegd pensioen en eindeloopbaansystemen met ADV
    • Optrekken van de pensioenen tot minimum 75% van het laatst verdiende loon met een minimum van 1500€ per maand
    • Stop jacht op werklozen, geen degressiviteit, geen gemeenschapsdienst, maar volledige tewerkstelling door een veralgemeende arbeidsduurverkorting tot 32u/week zonder loonverlies

    De patroons vinden dit onbetaalbaar. We hebben nochtans nog nooit zoveel rijkdom geproduceerd als vandaag. Niet de middelen, maar de politieke wil ontbreekt. Ook LSP wil rechtvaardiger fiscaliteit, maar kapitaalbezitters en huiseigenaars zullen de toegenomen fiscale druk doorrekenen aan consumenten, werknemers of huurders. Enkel de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle door de gemeenschap biedt daaraan garanties. We willen een einde aan dit voorbij gestreefd systeem van privaat bezit en winstbejag en een modern democratisch socialisme met vrij gebruik van kennis en middelen ten behoeve van allen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop