Your cart is currently empty!
Tag: recessie
-
Stormwaarschuwing voor de Belgische economie (en niet alleen voor de Belgische…)

“Dit zal geen korte en oppervlakkige recessie zijn, ze wordt zwaar, lang en verschrikkelijk.” Zo waarschuwt Nouriel Roubini, de econoom die de crisis van 2008 voorspelde.
Artikel door Nicolas Croes uit maandblad De Linkse Socialist
Op 19 september verklaarde de Duitse centrale bank in haar maandelijks bulletin dat “de aanwijzingen voor een recessie in de Duitse economie zich opstapelen”, voornamelijk als gevolg van “een verslechtering van de algemene economische toeleveringsvoorwaarden – in het bijzonder energievoorziening – door de Russische aanvalsoorlog tegen Oekraïne”. De Duitse economie is volgens de centrale bank een fase ingegaan van een “algemene en langdurige netto-achteruitgang”. De oorlog in Oekraïne en de energiecrisis komen echter niet uit het niets.
Nog niet zo lang geleden sprak men over een recessie na een beurscrash, een schuldencrisis als gevolg van stijgende rentevoeten (vooral, maar niet enkel, in de neokoloniale wereld), een ketting van bankfaillissementen die tot een financiële crisis leiden of een olieschok als gevolg van de Iraans-Amerikaanse crisis.
Sinds de jaren zeventig: een onopgeloste structurele crisis
De dominante ideologie stelt het kapitalisme graag voor als een systeem dat bestand is tegen toevallige crises. Dat is een fabel. De ‘gouden naoorlogse periode’ was enkel mogelijk door de gigantische verwoesting tijdens de Tweede Wereldoorlog en de wederopbouw erna. Toch bleven de economische probleem zich opstapelen tot aan de crisis van midden jaren 1970. Zoals Marx zei: “De winstvoet is de drijvende kracht achter de kapitalistische productie”, en die winstvoet raakte in de problemen.
Om de winstvoet te herstellen, organiseerde de heersende klasse een monumentale transfer van rijkdom van de gemeenschap richting grote bedrijven. Ze verkocht overheidsbedrijven aan de privé, stelde publieke diensten open voor private concurrentie, verplaatste productie naar regio’s in de wereld waar de arbeidersbeweging nog niet dezelfde rechten had afgedwongen, dereguleerde arbeidswetgeving enz. Tegelijkertijd breidde de financiële sector van de economie zich uit en leek speculatie geen grenzen te kennen, omdat investeringen in de productie van goederen en diensten minder winstgevend werden.
Deze opkomst van het neoliberalisme en de dictatuur van de markten duurde langer door de instorting van de Sovjet-Unie en de overgang van een bureaucratisch geplande stalinistische economie naar staatskapitalisme in China. Dit stelde de heersende klasse in staat de overwinning van de markteconomie af te kondigen, een ideologische klap die woog, en nog steeds weegt op de stoutmoedigheid van vakbonden en politiek verzet. Maar het betekende ook een frisse wind voor de kapitalistische economie in de vorm van miljoenen goedkope geschoolde arbeiders en nieuwe markten.
De kruik gaat zo lang te water tot hij barst
Toen kwam de crisis van 2008. Het enige dat een economische crisis zoals in de jaren 1930 voorkwam, was een gecoördineerd en wereldwijd optreden van kapitalistische instellingen. Door hun basisrente te verlagen, konden centrale banken goedkoop geld lenen aan private banken, die het op hun beurt leenden aan particulieren en bedrijven. Terzelfdertijd was de aankoop van financiële activa door diezelfde centrale banken een manier om op grote schaal geld in de economie te pompen.
Dit was echter opnieuw slechts een manier om het probleem voor zich uit te schuiven. Veel van de waanzinnige sommen geld die in de economie werd en gepompt als buffer om een totale economische ineenstorting te voorkomen, voedden in werkelijkheid nieuwe speculatierecords.
Slechts 10 jaar na de ineenstorting van Lehman Brothers stapte het hoofd van een Amerikaans hedgefonds op met de woorden: “Het hele systeem is als een slang die zijn eigen staart opeet. We staan op de rand van een grote financiële crisis, op dezelfde schaal als de vorige, zo niet erger”. Hier zijn we dan.
Een systeem op zijn laatste benen en het einde van een tijdperk
Staten gaven grof geld om de banken te redden, maar het dominante verhaal werd al snel dat de explosie van overheidsuitgaven werd veroorzaakt door openbare diensten en sociale uitgaven. Het harde besparingsbeleid na 2008 maakte het leven van de meerderheid van de bevolking veel moeilijker. Tegelijkertijd offerden de politieke machtspartijen hun geloofwaardigheid op in dienst van de banken en het grootkapitaal. Bij gebrek aan een antwoord van links en de vakbonden dat was opgewassen tegen de uitdagingen (het meest dramatisch geïllustreerd door de onderwerping van de Griekse partij Syriza aan de markten), werd ruimte gelaten voor een hele reeks rechtse populisten.
De internationale handelsspanningen namen toe wanneer populistisch rechts demagogisch de ‘globalisering’ en haar instellingen (zoals de Europese Unie) aanviel en een terugkeer naar de bescherming van hun ‘nationale belangen’ eiste, natuurlijk om hun totale toewijding aan nationale bedrijfsleiders te maskeren. Eerst was er sprake van ‘vertraagde globalisering’, die ontwikkelde naar ‘deglobalisering’ naarmate de douanetarieven tussen de verschillende economische blokken stegen. De pandemie en vervolgens de oorlog in Oekraïne hebben dit proces in een stroomversnelling gebracht. Een snel, internationaal gecoördineerd plan om de recessie aan te pakken is vandaag een illusie.
En dat terwijl de economische problemen die aan de huidige inflatie ten grondslag liggen, worden gevoed door een veel groter aantal elkaar versterkende factoren: spanningen tussen rivaliserende imperialistische mogendheden, deglobalisering, verstoring van de toeleveringsketens, de gevolgen van de klimaatverandering, het ongelijke economische herstel na de eerste schok van de pandemie, de accumulatie van schulden, speculatie in plaats van productieve investeringen, de enorme injecties van liquiditeit na 2008. Het hoofd van de Amerikaanse centrale bank (de Fed) moest toegeven dat “we nu beter begrijpen hoe weinig we begrijpen van inflatie”.
De kapitalistische klasse heeft er een prioriteit van gemaakt de inflatie in te dammen door de rentevoeten te verhogen. Ze hoopt op een ‘zachte landing’ en een milde recessie om een diepere te voorkomen. Maar renteverhogingen verminderen de vraag, doen bedrijven met hoge schulden (bekend als ‘zombiebedrijven’, naar schatting 20% in de VS en nog meer in Europa) failliet gaan en leiden tot jobverlies, met een sneeuwbaleffect als mogelijk gevolg. Bovendien weegt het schrikbeeld van een nieuwe publieke schuldencrisis, in het bijzonder in de neokoloniale wereld, op de globale vooruitzichten.
De aanval is de beste verdediging
In woelige wateren is stuurloos ronddobberen geen optie: het is essentieel om over een duidelijk doel en consequente navigatie te beschikken, alsook om de vele soms snel veranderende omgevingsfactoren zo correct mogelijk in te schatten. Economische onzekerheid kan in eerste instantie een verlammend effect hebben op het bewustzijn van de werkende klasse. Zeker omdat de strijd van de afgelopen jaren werd gekenmerkt door een opvallend gebrek aan een overkoepelend programma dat het hele systeem in vraag stelt. Maar op een bepaald moment maakt de individuele verdedigingsreflex plaats voor collectieve strijd.
Er komt een enorme strijd aan. De uitdaging is die te richten op het perspectief van een rationeel en democratisch geplande economie, gebaseerd op de collectivisering van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle en beheer.
Naar 40% van de bevolking onder de armoedegrens?
Bruno Colmant, voormalig voorzitter van de Beurs van Brussel, vergelijkt de huidige crisis met die van 2008 “toen de economie bijna instortte”. Hij schat dat “40% van de bevolking onder de armoedegrens dreigt te vallen”. En inderdaad, de belangrijkste factoren in de wereldsituatie zijn bepalend voor België. Een land met een open economie, waarbij export en import van groot belang zijn.
Het aantal mensen in België met ernstige financiële problemen is in een jaar tijd aanzienlijk gestegen, van 11,7% van de bevolking tussen 16 en 74 jaar in het derde kwartaal van 2021 tot 16,1% in het tweede kwartaal van 2022, zo blijkt uit gegevens van Statbel (het Belgisch statistisch instituut). Meer dan een derde van de alleenstaande ouders (34%) bevindt zich nu in deze situatie, tegenover 17,6% in het derde kwartaal van 2021.
Sociaal werkers luiden al de noodklok. De vraag naar hulp van voedselbanken en OCMW’s is exponentieel toegenomen. In 2010 vroegen maandelijks 115.000 mensen hulp aan voedselbanken. In 2021 werd het record van meer dan 177.000 bereikt. Dit cijfer steeg tot 204.000 in de eerste helft van dit jaar. En de professionals in de sector zijn het erover eens: de voedselbanken tonen slechts het topje van de armoede-ijsberg.
Nog voor de recessie toesloeg, waren de OCMW’s al overbelast door de gezondheidscrisis, de klimaatcrisis (en de overstromingen in Wallonië), de migratiecrisis (met de oorlog in Oekraïne) en nu de energiecrisis. In Wallonië zijn de aanvragen voor een leefloon sinds de economische crisis van 2008 met 72% gestegen. Ondertussen is de werkgelegenheid in de OCMW’s slechts met 18% toegenomen. Er is langs alle kanten een gebrek aan middelen. Zitten we al in een recessie of niet? Zelfs voordat we daar zijn, is de situatie gewoonweg dramatisch.
Volgens Claude Eerdekens (PS), burgemeester van Andenne is “een faillissement van Waalse gemeenten onvermijdelijk” en “valt, als de situatie ongewijzigd blijft, te vrezen voor 25.000 ontslagen in het gemeentelijk ambtenarenapparaat in Wallonië tegen 2027”. Dit komt door de torenhoge energiekosten, de stijgende kosten van het OCMW, het rampzalige beheer van de pensioenen van de gemeenteambtenaren…
Deze sombere vooruitzichten mogen ons niet demoraliseren, maar moeten onze vastberadenheid versterken. We moeten de verschillende strijdbewegingen verbinden met de kern van het probleem: het kapitalistisch systeem zelf en de absolute noodzaak van de omverwerping ervan.
-
Van inflatie naar recessie: kapitalisme loopt vast

De maandelijkse energiefactuur, de indexering van de huur of gewoon een bezoek aan de pomp: het is tegenwoordig genoeg om het aan je hart te krijgen. Voor de overgrote meerderheid van de bevolking is de stijgende levensduurte een voelbaar en nijpend probleem. Het einde is bovendien nog niet in zicht. Waar komt die inflatie vandaan? Wat betekent dit voor de toekomst? Wat kunnen we eraan doen?
dossier door Koerian (Gent) uit maandblad De Linkse Socialist
Perfecte storm
Overal ter wereld duikt het inflatiespook op. In België bedraagt de inflatie volgens Eurostat 10,4%, bijna 2% boven het Europese gemiddelde. Voor de oorzaak van de inflatie wijzen de media vooral op de oorlog in Oekraïne. De inval van Rusland kwam uit het niets en gooide de wereldeconomie uit balans, dat is het discours. Enerzijds komt de oorlog in Oekraïne natuurlijk niet uit het niets. Ze is het resultaat van een opbouw aan inter-imperialistische spanningen tussen de EU en Rusland, het westen en China. Anderzijds zijn de oorzaken voor de inflatie veel complexer. Wanneer politici en opiniemakers wijzen naar de oorlog in Oekraïne, is dat omdat ze hun kop in het zand willen steken voor de dieperliggende oorzaken van de inflatie en de diepe crisis van hun kapitalistisch systeem.
Uiteraard speelt de oorlog in Oekraïne een belangrijke rol. Heel wat multinationals maken gebruik van de relatieve tekorten die de oorlog creëert om woekerwinsten te boeken. Energiebedrijf Engie maakte in de eerste helft van 2022 5,2 miljard euro winst. BASF maakte, met het excuus van de hogere grondstofprijzen, een kwart meer winst in het tweede kwartaal van 2022. Het neemt daarbij een voorbeeld aan de farma-giganten en hun woekerwinsten tijdens de coronacrisis. Zij graaien, wij betalen. De stop in toevoer van graan uit Oekraïne en Rusland wordt door speculanten aangegrepen om voedselprijzen op te drijven, vooral op kap van de bevolking in de neokoloniale wereld, maar ook bij ons neemt de inflatie van voedselprijzen hard toe.
De spanningen tussen de wereldmachten spelen ook op andere manieren een rol in de galopperende inflatie. De strijd tussen de VS en China om militaire en economische dominantie leidt tot deglobalisering en verstoring van de toevoerketens. Bedrijven gingen tot voor een aantal jaar op zoek naar de landen waar ze het goedkoopst kunnen produceren om hun fabrieken te vestigen. Goederen werden over erg lange afstanden vervoerd en voorraden werden zo laag mogelijk gehouden (just-in-time productie) om winsten te maximaliseren. Het conflict tussen de VS en China, dat nog versterkt werd tijdens de pandemie, zette dit onder druk. Het leidde tot aanvoerproblemen die de prijzen van goederen omhoog jagen en het zet bedrijven ertoe aan hun productie dichter bij huis te brengen.
Ook de ecologische crisis heeft haar impact op prijsstijgingen. Droge, hete zomers en koude winters worden een steeds grotere economische factor. Niet alleen in traditioneel klimaatgevoelige sectoren als landbouw overigens. Het lage waterpeil van de Rijn zorgde deze zomer voor grote problemen voor de industrie in het Duitse Ruhr-gebied. Klimaatrampen veroorzaakten in de eerste helft van dit jaar al voor 35 miljard euro verzekerde schade. De quasi-zekerheid op een escalatie van extreme weerfenomenen zal een steeds grotere impact hebben op de economie.
De enorme bergen geld waar de kapitalisten zelf op zitten, spelen ook een rol. Het kapitalisme heeft zich deels tegen de economische crisis van 2008 verweerd door enorme hoeveelheden goedkoop geld in de economie te pompen, de zogenaamde Quantitative Easing, en door de rentevoeten voor leningen laag te houden. Ze hoopten dat bedrijven geld zouden lenen en investeren in de economie. In realiteit was het veel winstgevender om het op te potten in aandelen, vastgoed en speculatiebubbels (bijvoorbeeld cryptomunten) die niets bijdragen aan de reële economie. Slechts een klein deel van het goedkope geld dat bedrijven leenden, vloeide terug naar echte bedrijven en fabrieken, met echte jobs en een echte meerwaarde. Meer geld, zonder een stijging in de productie betekent dat dat geld minder waard wordt en veroorzaakt dus inflatie. De overaccumulatie van kapitaal leidt tot een gebrek aan rentabiliteit en een gebrek aan productieve investeringen.
Deze oorzaken voor inflatie komen dus niet uit het niets. Ze zijn eigen aan het kapitalistisch systeem. De nieuwe Koude oorlog is in essentie een competitie tussen Amerikaanse en Chinese bedrijven om economische toegang, invloedssfeer en dus winsten. De ecologische crisis is het gevolg van 150 jaar vervuiling door de Shells en Arcelor Mittals van deze wereld. Speculatiewinsten en een gebrek aan investeringen in de reële economie zijn bij uitstek kenmerken van een kapitalisme in crisis. Het kapitalisme zit vast in een perfect storm van een economische, ecologische en sociale crisis die het zelf heeft gecreëerd.
Het kapitalisme met de handen in het haar
De oplossingen van centrale bankiers, economen en politici tonen vooral dat ze niet weten van welk hout pijlen te maken. Twee jaar terug was hun perspectief dat alle vraag die tijdens de lockdowns en coronacrisis was opgebouwd zou resulteren in ongebreidelde economische groei wanneer het rijk der vrijheid aanbrak. Dat was dus buiten hun eigen systeem gerekend.
De Federal Reserve, de Amerikaanse centrale bank, verhoogde dit jaar de rentevoeten met samen 2%. De ECB verhoogde haar rentevoeten met 0,5% procent. In september volgen wellicht nieuwe verhogingen. Ze proberen eigenlijk, wat zij een milde recessie noemen, uit te lokken om zo een lange periode van inflatie te vermijden. Door geld lenen duurder te maken hopen economen de vraag naar producten te doen dalen en zo de prijzen naar beneden te halen.
Deze tactiek is niet zonder risico. 20% van de Amerikaanse bedrijven drijft op kredieten, in Europa ligt dit cijfer nog hoger. Dat betekent dat wanneer lenen duurder wordt, veel van die bedrijven over kop zullen gaan. Werkloosheid zal opnieuw stijgen. Voor kapitalisten betekent meer werkloosheid een kans om de lonen te doen dalen. Voor ons betekent het miserie.
Stijgende werkloosheid is niet het enige effect van een renteverhoging. Mensen met een variabele hypotheek zullen bovenop de stijgende prijzen te maken krijgen met hogere aflossingen. Wie een eigen woonst wil kopen, zal bovenop de onmogelijke prijzen ook nog eens met een duurdere lening rekening moeten houden. Tientallen landen in de neokoloniale wereld zullen door het verhogen van de rentevoeten (en dus het duurder worden van hun schulden in dollars en euros) dieper in de schuldafhankelijkheid van het IMF en de Wereldbank zakken.
Een milde recessie voor hen, betekent dus een diepe put voor gewone werkenden wereldwijd. Het is een beproefde strategie. In het begin van de jaren ‘80 trok Volcker, toenmalig voorzitter van de Federal Reserve, de rentevoeten op naar 20% om een crisis uit te lokken en inflatie tegen te gaan. Meer dan een uitweg uit de crisis, betekende het een sociaal kerkhof.
Het kapitalisme heeft zich vastgereden. Wanneer het de rentevoeten te traag optrekt loopt het risico op hyperinflatie, wanneer het dat te snel doet duwt het een massa bedrijven richting failliet, fnuikt het de vraag en staan we mogelijk voor een nooit geziene recessie.
Strijd op straat
Hoe de heersende klasse concreet met deze crisis omgaat, zal vooral afhangen van welke strijd op straat wordt gevoerd. Het ongenoegen over de dalende koopkracht bezorgde Frankrijk het eerste parlement zonder meerderheid in de geschiedenis van de Vijfde Republiek, na de overwinning van het links blok NUPES en het extreemrechtse Rassemblement National. De schuldencrisis in Sri Lanka veroorzaakte een revolte die de president van het land op de vlucht dreef. Traditionele politici zijn bang van de woede over de dalende levensstandaard.
Ook de Belgische heersende klasse is bang. De bazen van het VBO en zeker van VOKA pleiten al maanden voor een indexsprong. De Croo houdt de boot af en prijst de index als mechanisme voor stabiliteit. Niet omdat de liberale premier de index genegen is, maar omdat hij onder druk van de vakbonden staat, zeker na de nationale betoging van 20 juni. De Croo en co zijn terecht bang voor een koopkrachtrevolte.
Dit najaar starten onderhandelingen over de welvaartsenveloppe en de loonnorm. Op basis van de loonnormwet van 1996, die bepaalt dat de lonen in België niet sneller mogen stijgen dan die in de buurlanden, zat er vorige keer slechts 0,4% in. Nu zal het wellicht helemaal niets zijn. In volle koopkrachtcrisis, in aanloop naar een winter van onmogelijke gasprijzen, in de context van een renteverhoging door de Europese Centrale Bank, willen de patroons en hun politici onze lonen bevriezen. Het resultaat is dat we achteruit gaan. De vakbonden kondigden al een nieuwe nationale actiedag aan in november. Nu de index aanvallen, zou politieke zelfmoord zijn.
Niet dat er niet verder aan de index zal geprutst worden. Begin dit jaar werd duchtig over de zogenaamde loon-prijsspiraal gepraat. Volgens traditionele politici en kapitalistische economen zouden hogere of zelfs geïndexeerde lonen automatisch hogere prijzen veroorzaken. Alsof de prijzen enkel bepaald worden door de lonen. De winsten stijgen overigens veel sneller dan de lonen en hebben dus een groter effect op prijsstijgingen.
De aanpassing van de lonen aan de stijgende prijzen is al ondermijnd. De gezondheidsindex houdt bijvoorbeeld geen rekening met motorbrandstof en ook over de samenstelling van de indexkorf (de producten en hun gewicht) valt één en ander te zeggen. De index volgt de stijgende prijzen niet volledig. Het blijft een belangrijk instrument om de werkenden te beschermen tegen de ergste armoede, maar een herstel van de volledige index is nodig.
De woede organiseren
Wereldwijd zullen revoltes rond de stijgende levensduurte blijven losbarsten. Maar woede alleen is niet genoeg, de woede moet georganiseerd worden. De beweging van de gele hesjes toonde dat je enkel op buikgevoel geen overwinningen kan boeken, maar dat er nood is aan democratische structuren en een programma dat zich tegen het systeem richt.
De stakingsgolf in Groot-Brittannië bij onder meer het openbaar vervoer en de post is opmerkelijk. Het toont dat de werkende klasse terug is (zie pagina 6). De campagne ‘Enough is enough’ van vakbondsleiders en linkse parlementairen eist degelijke lonen, een einde aan voedselarmoede, lagere energieprijzen, degelijke huisvesting voor iedereen en een belasting op de rijken. Met lokale meetings wordt de campagne opgebouwd. De website van het initiatief crashte toen meer dan 200.000 mensen zich wilden inschrijven. Er zijn beperkingen aan het initiatief, maar ook sterktes waar we iets uit kunnen leren. Lokale meetings en open personeelsvergaderingen die opbouwen naar actiemomenten rond een sterk eisenprogramma, kunnen van de staking in november een enorm succes maken. Een campagne van de vakbonden en de linkerzijde kan aan iedereen, op welke werkplek, school of universiteit dan ook een plaats geven in de uitbouw van de beweging. Zo kan alle woede samengebracht worden in de opbouw naar de staking van november.
Een eisenprogramma voor de beweging moet eerst en vooral tegemoet komen aan de meest dringende noden: hogere en gegarandeerde uitkeringen om de meest kwetsbare lagen uit de armoede te houden of halen, investeringen in sociale huisvesting, breken met de loonnormwet om een betekenisvolle loonsverhoging af te dwingen, het bevriezen van hypotheekrentes en huurprijzen en lagere energieprijzen.
Anderzijds kan het daar ook niet bij blijven. Als we de woekerprijzen in de energiesector willen aanpakken, moet die in publieke handen komen. Wanneer we onze koopkracht willen beschermen hebben we nood aan een volwaardige index. Willen we voor iedereen een zinvolle job, hebben we nood aan een 30-uren werkweek met loonbehoud en extra compenserende aanwervingen. Willen we de woekerwinsten van energie-, farma- en voedselmultinationals aanpakken, moeten we die bedrijven in publieke handen nemen.
Deze koopkrachtcrisis is eerst en vooral eigen aan het systeem. Het kapitalisme heeft zichzelf vastgereden in een situatie die haar de keuze laat tussen inflatie en recessie en die ons de keuze laat tussen veel miserie of nog meer miserie. Om definitief komaf te maken met deze crisis, moet het systeem op de schop.
-
Aankomende recessie. Socialisme enige uitweg uit de crisis!
Alle serieuze kapitalistische commentatoren zijn het er over eens, dat we aan een vooravond van een nieuwe wereldwijde recessie staan. Het IMF schaalde zijn prognose voor de wereldeconomie in 2019 terug tot nog maar 3 procent economische groei, het laagste sinds de financiële crisis van 2008. Slechts met uitzonderlijk gigantische maatregelen werd bij de vorige crisis een depressie vergelijkbaar met de jaren ‘30 vermeden. Maar al deze maatregelen hebben geen enkele van de tegenstellingen opgelost, integendeel. Op kapitalistische basis kan een nieuwe crisis met dramatische gevolgen voor de werkenden niet vermeden worden. Daarom is de strijd voor socialistische verandering meer dan ooit urgent!Artikel door Barbara Veger, Rotterdam
De Nederlandse economie staat er weliswaar relatief beter voor dan de meeste andere Europese landen, met een begrotingsoverschot van 10 miljard euro, een verwachte economische groei voor dit jaar van 1,8%, een staatsschuld van net onder de 50% en een lage werkloosheid van 3,4%. Dit bracht de regeringspartijen op Prinsjesdag ertoe om vooral een mooi-weer verhaal te houden, met slechts als voetnoot dat de toekomst er wat minder rooskleurig uit zou kunnen zien. Maar Nederland zal niet immuun zijn voor een zich ontwikkelende wereldrecessie. Duitsland, onze belangrijkste handelspartner, wordt hard getroffen door de handelsoorlog tussen de VS, de EU en China, en is al in recessie; onze tweede grootste handelspartner is het Verenigd Koninkrijk, en een slechte Brexit zal de Nederlandse economie hard raken. Economen hebben becijferd dat dat 73.000 banen in Nederland kan kosten. Nederland is daarnaast kampioen flexbanen van Europa (40% van de werkende bevolking), wat betekent dat bij een recessie de werkloosheid snel kan groeien.
Een nieuwe olieschok (veroorzaakt door verdergaande instabiliteit in het Midden-Oosten) kan heel de wereldeconomie in recessie dompelen. Deze zal direct de realiteit blootleggen in de financiële sector, waar de winsthonger heeft geleid tot gelijkaardige speculatie en risico’s die 12 jaar geleden het hele financiële systeem deden wankelen.
Nu een nieuwe recessie zich aandient, rijst de vraag of de centrale banken en overheden niet hun instrumenten reeds opgebruikt hebben om de recessie te verzachten. Er is een hernieuwde discussie over de noodzaak voor stimuli. Sommige kapitalistische strategen pleiten voor grootschalige overheidsinvesteringen door de landen die daartoe in staat zijn, zoals Duitsland en Nederland. De Nederlandse regering heeft daar gehoor aan gegeven met haar plannen voor een investeringsfonds van 50 miljard euro. Maar de ruimte ervoor vandaag is beperkt door het recordniveau aan schuld bij de meeste andere overheden, de grote schuldenberg van China (die vorige keer nog een motor was van groei) maar ook in de VS die nu al een staatsschuld heeft van 106%, de reeds zeer lage rentevoeten, maar ook omdat de toegenomen inter-imperialistische rivaliteit een gecoördineerde internationale actie zoals in 2008 uitsluit.
Een terugkeer naar een lange en stabiele periode van keynesianisme (de vraag stimuleren door grote overheidsuitgaven) zoals na WO2 is uitgesloten. Dit was slechts mogelijk in de naoorlogse groeifase nadat de vernietigingen tijdens WO2 er de voorwaarden voor creëerden, toen de dreiging van een stalinistisch blok een constante druk zette en men probeerde om met hervormingen van bovenaf, revolutie van onderuit te voorkomen.
In de zeventiger jaren werkte het keynesianisme niet meer, en ontstond er een crisis van “stagflatie”(stagnatie gekoppeld aan inflatie). Door de kracht van de arbeidersbeweging duurde het tot in de jaren ‘80 tot de kapitalistenklasse haar nieuwe beleid, het neoliberalisme, door kon voeren.
Maar dat het neoliberalisme als dominante economische politiek niet langer werkt, is steeds duidelijker. Een alternatief hebben de kapitalisten echter nog niet voorhanden en dat zorgt voor instabiliteit op alle vlakken. Het belangrijkste gevolg van de crisis van het kapitalisme is misschien wel hoe het na bijna 40 jaar neoliberalisme haar sociale steun in de samenleving heeft uitgehold en hoe het de kapitalistische politieke instrumenten heeft gediscrediteerd.
Wanneer de nieuwe crisis uitbreekt en de werkende bevolking om nieuwe opofferingen wordt gevraagd, is het niet onbelangrijk hoe de vorige periode werd ervaren. Er is niet vergeten hoe de kapitalistische klasse in de eerste plaats in staat is geweest haar eigenbelang te verdedigen en haar winsten te herstellen met een hard bezuinigingsbeleid over de rug van de werkende bevolking wereldwijd. Daarnaast is de werkende klasse beter voorbereid op deze crisis dan de vorige, door de groeiende populariteit van socialistische ideeën zoals bijvoorbeeld rond de campagnes van Bernie Sanders in de VS, Corbyn in het VK, Melenchon in Frankrijk…
Nu al zien we een enorme opleving van massastrijd, van jongeren rond klimaat, de massabewegingen in Latijns Amerika en het Midden Oosten, maar ook in Catalonië, … Dit toont het potentieel aan voor revolutionaire verandering richting het socialisme, de enige uitweg uit de crisis. Echter, het opbouwen van sterke socialistische strijdpartijen is noodzakelijk om tot de noodzakelijke maatschappijverandering te komen. Sluit je daarom aan bij Socialistisch Alternatief en het CWI!
-
Klimaatchaos, besparingen, seksisme, crisis. Van woede naar verzet tegen kapitalisme
Met 4 miljoen deelnemers, en de jongeren op de voorgrond, heeft de derde wereldwijde klimaatstaking van 20 september een historische omvang aangenomen. In sommige landen hebben de massamobilisaties een ongekende schaal bereikt, zoals in de Verenigde Staten, Australië, Duitsland, enz. In andere landen vormen de eerste, meer beperkte mobilisaties het begin van deze beweging, die zich als een wildvuur over de hele wereld heeft verspreid. De mars in Brussel bracht tussen de 15.000 en 20.000 deelnemers samen. Het potentieel is groot, mits de arbeidersbeweging zich inzet om haar stempel te drukken.Artikel uit de oktobereditie van ‘De Linkse Socialist’
Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is het gebruik van fossiele brandstoffen (olie, gas, steenkool) verantwoordelijk voor ongeveer 85% van de jaarlijkse CO2-uitstoot als gevolg van menselijke activiteiten. De noodzakelijke overschakeling van de hele sector op hernieuwbare energiebronnen stuit op de grenzen van het kapitalisme. Dit systeem is gebaseerd op de race om de winsten en de concurrentie tussen het handvol superrijken dat eigenaar is van de grote productie. In het beste geval geven deze grote patroons zichzelf vandaag een groen imago, maar blijven ze het probleem verergeren.
Zowel de economische crisis als de klimaatcrisis zijn inherent aan het kapitalisme. De gevolgen van de grote recessie van 2007-2008 zijn nog steeds voelbaar, terwijl de handelsoorlog en Brexit de angst voor het ergste doen toenemen. De wortels van de vorige recessie zijn nog steeds aanwezig, aangezien de werkenden niet kunnen genieten van alle rijkdom die zij produceren. De kloof tussen rijk en arm is nog nooit zo groot geweest. De particuliere verliezen van banken en grote bedrijven werden gedragen door de gemeenschap, waardoor de overheidsschuld toenam. Wij hebben voor alles opgedraaid.
De rechtse regering-Michel heeft een echte hold-up georganiseerd. De indexsprong heeft de patroons al 12,5 miljard euro aan loonsverlagingen opgeleverd. Uit de sociale zekerheid werd 6 miljard euro geplunderd. Besparingen hebben zwaar huis gehouden in de gezondheidszorg en het openbaar vervoer. Nooit eerder hebben bedrijven zoveel cadeaus ontvangen in de vorm van lagere sociale bijdragen, lagere vennootschapsbelasting en andere belasting- en subsidiecadeaus. Ze hebben zich het geld dat aan de gemeenschap behoort toegeëigend. De rijken werden rijker, de ongelijkheid nam toe. Na 10 jaar besparingen zullen de cumulatieve begrotingstekorten van 2019 tot 2024 50 miljard euro bedragen. Er zullen dus nieuwe offers nodig zijn. Wedden dat ze die opnieuw zoeken bij diegenen die aan het einde van hun loon nog een stuk maand over hebben?
Sinds 2010 hebben grote particuliere bedrijven hun schuldenlast verhoogd door te profiteren van goedkoop geld. Wat hebben ze gedaan met dit geleend geld? Hebben ze het geïnvesteerd in maatschappelijk nuttige investeringen, in ecologische transitie, in het creëren van fatsoenlijke banen, in de strijd tegen de klimaatverandering? Helemaal niet. Ze gebruikten het om te blijven speculeren en recordwinsten aan de aandeelhouders uit te keren.
Verzet!
Het potentieel bestaat om de woede om te zetten in actie. De internationale mobilisatie van jongeren voor klimaatverandering heeft dit eens te meer aangetoond. De gevolgen van de besparingen op de werkdruk dwingen sommige sectoren nu al om in strijd te gaan, zoals in de zorgsector. Het begin van een golf van banenverlies in de private sector (KBC, Punch Powertrain, Fnac, Match and Smatch, Lhoist) vraagt om een reactie van de arbeidersbeweging. We moeten het verzet veralgemenen, rond een project van maatschappelijke verandering. Zo kunnen we de vele gezichten – economische, sociale en ecologische – van de crisis van het kapitalistisch systeem bundelen en strijden voor een samenleving zonder uitbuiting: een democratische socialistische samenleving.
-
Politieke crisis. Klimaat bedreigd. Nieuwe recessie? Hun systeem faalt!
Verzet nodig zodat wij er niet voor opdraaien!
Wereldwijd verzamelen zich de onheilspellende tekenen van groeivertraging en crisis. In Duitsland wordt een economische inkrimping verwacht in het derde kwartaal. Duitsland was lang de economische voortrekker van de eurozone en vormt een belangrijke exportmarkt voor België. Ook in Italië, de derde grootste economie in Europa, stevent het kapitalisme af op een jaar van nulgroei of zelfs recessie. De populistische regering stuikte er in elkaar. Het land kreunt onder een overheidsschuld van 132% van het BBP.door Peter (Leuven)
Het wereldkapitalisme zit verstrengeld in een moeras van problemen: eind oktober de Brexit, de aanslepende handelsoorlog tussen de VS en China, groeivertraging in alle sectoren van de wereldeconomie. De centrale vraag de komende periode zal zijn of de bazen erin slagen om ons – zoals na de crisis van 2008 – opnieuw de rekening te presenteren.
De heersende klasse zal lagere groei of recessie proberen om te zetten in jobverliezen, aanvallen op onze lonen, pensioenen, uitkeringen en vitale openbare diensten. Zo zijn 1.100 jobs bedreigd bij Punch Powertrain in Sint-Truiden, een bedrijf dat automatische versnellingsbakken voor auto’s maakt.
Tegenover de heersende klasse staat de potentiële macht van de arbeidersklasse en de jongeren, in de strijd voor 14 euro minimumloon, 1500 euro minimumpensioen, arbeidsduurvermindering met loonbehoud, investeringen in mobiliteit, sociale woningen, … Een historische strijd voor een andere maatschappij zal nodig zijn om deze zaken definitief af te dwingen.
Dit is ook de verslechterende context waarin de Belgische federale regering, volgens het Planbureau, volgend jaar met een begrotingstekort van 9,6 miljard euro zal kampen. Het is de achtergrond voor de moeizame vorming in België van verzwakte, burgerlijke regeringen op regionaal en nationaal niveau die vooral uit verliezers zullen bestaan.
De rijkste 1%: wereldvreemd en nooit tevreden
Is er geen geld? De CEO van BPost, Koen Van Gerven, ontvangt 500.000 euro bij zijn vertrek. Bovenop zijn loon van 600.000 euro per jaar. Voor Bel 20-bedrijven ligt het CEO-jaarloon nog hoger: gemiddeld bijna 2 miljoen. Vergelijk dat met de maximale loonstijging van 1,1% voor de werkenden in het IPA van dit jaar! “Ik heb er geen probleem mee dat mensen in topfuncties 3 of 4 keer meer verdienen, maar geen 50 keer,” merkte Raoul Hedebouw van de PVDA terecht op. Voor LSP zou zo’n maximale loonspanning een tussenstap zijn naar democratische controle en beheer van de werkenden over de economie, willen we de neoliberale afbraak effectief stoppen.
In het tweede kwartaal gaven de 1200 meest gekapitaliseerde bedrijven wereldwijd een recordbedrag van 513,8 miljard euro aan dividenden aan de aandeelhouders. (La Libre Belgique, 21/8/19). In 2018 verscheepten Belgische bedrijven maar liefst 206 miljard euro naar de belastingparadijzen. Het jaar daarvoor was dat 129 miljard… Als iemand het gat in de begroting, in onze koopkracht en in de financiering van openbare diensten zoekt: daar is het. Volgens professor Denis-Emmanuel Philippe (Universiteit Luik) onderzoekt de Cel Belastingparadijzen bij de FOD Financiën deze uitstroom met… amper 4 medewerkers! (LLB, 21/8/19)
Desondanks deinzen 50 Vlaamse bedrijfsleiders er niet voor terug om een verdere verlaging van de vennootschapsbelasting naar 20% te eisen naast gemeenschapsdienst voor werklozen. Ongekende weelde aan de ene kant en tegelijk groeiende armoede: zo’n samenleving is ziek in haar kern.
Nu weten we ook waarom N-VA en Vlaams Belang alles doen om de aandacht naar vluchtelingen af te leiden. Of voorstellen om hen zelf voor inburgering te ‘laten betalen’. Er is een bliksemafleider nodig voor de roof door de rijkste 1% en kapitaalbezitters, voor het tekort aan degelijk betaalde jobs, betaalbare huisvesting, toekomstperspectief, … Het Belang dumpte al haar sociale verkiezingsslogans zodra de parlementaire weddes binnen waren. De 500.000 euro afscheidspremie voor de Bpost-CEO vindt de partij normaal.In Wallonië stelt de MR, uitverkoren partner voor de PS, dat groene maatregelen bedrijven niet mogen “bestraffen”. Zowel in Vlaanderen, Brussel als Wallonië zullen de wachtlijsten voor sociale woningen blijven bestaan. In Brussel wacht je daar 8 à 10 jaar op!
De vakbonden dienen massaal in verzet te gaan tegen de nieuwe besparingsregeringen. Niet verspreid maar iedereen samen. Als het kapitalisme de rijkdom niet evenwichtig kan verdelen – utopisch onder dit winstsysteem van overaccumulatie en crisis – dan moeten we met z’n allen strijden voor democratisch socialistische planning van de immense rijkdommen.
-
De vijf jaren van economische crisis
Analyse door Patrick Ayers, Socialist Alternative (VS)
Vijf jaar geleden werden de Verenigde Staten gegrepen door de ergste economische crisis sinds de jaren 1930. Bijna negen miljoen jobs gingen sindsdien verloren, de inkomens van gezinnen zakten in elkaar en miljoenen mensen werden uit hun huis gezet. Om zout in de wonde te strooien, gingen de bankiers van Wall Street na hun redding met gemeenschapsmiddelen gewoon door met het opstrijken van recordbonussen.Er was amper enige economische groei sindsdien. De afgelopen vijf jaar kenden we de zwakste economische groei sinds de Tweede Wereldoorlog. Sinds juni 2009 was er een totale groei van 9%, terwijl dit in de eerste vier jaar na de recessie van begin jaren 1980 22% was (USA Today, 11 september 2013). Meer dan ooit is er nood aan een socialistisch alternatief.
Groeiende ongelijkheid
Ondanks het zwakke herstel heeft de 1% rijksten het beter dan ooit tevoren. De elite van de grote bedrijven vierde in 2013 recordhoogtes op zowel de beurzen als inzake de winsten. De 300 rijkste mensen op de planeet zagen hun fortuin met meer dan een half triljoen dollar vooruitgaan. Maar liefst 95% van alle groei tussen 2009 en 2012 ging naar de 1% rijksten. In 2012 waren die 1% goed voor meer dan de helft van alle in de VS gecreëerde rijkdom. Dat was hun hoogste aandeel in de rijkdom sinds 1917.Voor de rest van de bevolking was er weinig herstel. Het mediaan gezinsinkomen bleef na het herstel vanaf 2009 verder afnemen. Er was sinds 2012 een beetje groei, maar in 2013 lag het mediaan gezinsinkomen in de VS nog steeds 4,4% lager dan bij het begin van het herstel.
De armoede scheert hoge toppen met bijna 50 miljoen Amerikanen – of één op zes – die in armoede leeft. In oktober daalde het aantal mensen dat actief was in de economie tot 62,8%, het laagste niveau sinds 1978. Er blijft een enorme werkgelegenheidscrisis. Er zijn meer dan zes miljoen jobs nodig om de economie terug tot het werkgelegenheidsniveau van voor de recessie te brengen.
“Bijna dood of een aanslepende terminale ziekte”, dat is hoe journaliste Megan McArdle de staat van de economie omschreef. “De werkloosheid op lange termijn is het ergste dat kan gebeuren in de moderne wereld. Het is economisch pijnlijk, sociaal verschrikkelijk en nefast voor je zelfvertrouwen en gelukt. Het snijdt je af van je makkers en zet je familie onder druk, het vergroot de kans op andere verschrikkelijke zaken, zoals echtscheiding of zelfmoord. Als miljoenen mensen in die aanslepende val vast zitten, moeten we alarm luiden.” (thedailybeast.com, 22 april 2013)
Een rot systeem
“Nog voor de recessie werkte het Amerikaanse kapitalisme niet voor een groot deel van de bevolking”, stelde het voormalig hoofd van de Wereldbank Joseph Stiglitz. “De recessie maakte de ruwe kantjes enkel scherper. Het mediaan inkomen (aangepast aan inflatie) is nog steeds lager dan wat het in 1989 was.” (www.project-syndicate.org).
De problemen waarmee jongeren vandaag te kampen hebben zijn bekend. Het is de tweede generatie op rij die het naar verwachting slechter heeft dan hun ouders. De studieschulden zijn volledig uit de hand gelopen. En dan is een diploma nog geen garantie op een degelijke job met bijhorend inkomen.Steden die ooit een sterke groei kenden, zoals Detroit, werden verwoest. Degelijke jobs in bedrijven met vakbondsrechten verdwenen. Het VS-kapitalisme was de grootste crediteur na de tweede Wereldoorlog, maar kent vandaag de hoogste niveaus ooit van zowel particuliere als publieke schulden.
Deze situatie is niet gewoon het resultaat van een slecht beleid of inhaligheid, zoals sommigen suggereren. Het is het gevolg va de onderliggende logica en van het functioneren van het kapitalisme als systeem. Beslissingen onder het kapitalisme worden niet gepland, ze zijn het resultaat van bedrijfseigenaars die hun winsten op korte termijn willen maximaliseren. Is het dan verwonderlijk dat de behoeften van de 99% aan de kant worden geschoven?
Miljoenen mensen die kunnen werken, krijgen daar de kans niet toe omdat er niet genoeg winst kan gemaakt worden op basis van hun arbeid. Er is nochtans voldoende sociaal nuttig werk dat ze zouden kunnen doen, denk maar aan de heropbouw van de aftakelende infrastructuur in de VS. De grote bedrijven willen dat niet, ze stapelen de grote winstbergen liever op in exotische belastingparadijzen dan dat ze het in de samenleving investeren.
In het verleden was het kapitalisme in staat om nieuwe markten, technieken en technologieën te ontwikkelen om de productieve middelen van de samenleving te versterken. De afgelopen decennia kwam dat tot stilstand omdat het VS-kapitalisme botst op het eigen structurele falen. Groei werd niet meer gerealiseerd door investeringen in echte jobs in de reële economie, zoals fabrieken en de productie van goederen. Het leeuwendeel van de ‘groei’ werd bekomen door de levensstandaard naar beneden te halen en door speculatieve zeepbellen te blazen.
Slechts een handvol mensen werd erg rijk. Er zijn geen oplossingen in zicht voor de dagelijkse problemen van de meerderheid van de bevolking. Het kapitalisme faalt voor de 99%. De 1% rijksten gebruiken de middelen van de samenleving in een casinostelsel waar ze zelf miljardair van worden. Het idee dat die rijkdom zou doorsijpelen naar de volledige bevolking is een illusie uit het verleden. Als we met de 99% een betere toekomst willen, dan moeten we opkomen voor een socialistisch alternatief op de crisis van het kapitalisme.
Waar socialisten voor staan
Socialisten willen sterke bewegingen opbouwen rond de belangrijke kwesties waar gewone werkende mensen mee geconfronteerd worden. Werkende mensen hebben een enorme potentiële kracht als we samen strijden en ons aantal laten gelden. De afgelopen vijf jaar was er een enorme woede en zagen we de eerste voorbeelden van acties door de werkende bevolking met bewegingen als die in Wisconsin en de Occupybeweging, maar ook de stakingsacties van de fastfoodarbeiders. De grootste strijdbewegingen liggen echter nog in het verschiet.Socialisten kunnen een belangrijke rol spelen in de opbouw van bewegingen omdat we de beperkingen van het kapitalistische systeem niet aanvaarden. Die beperkingen wel aanvaarden zet de deur open voor nederlagen. We voeren campagne voor de onmiddellijke noden en behoeften van de werkende bevolking:
- Een verhoging van het minimumloon tot 15 dollar per uur, onderhevig aan een aanpassing aan de stijgende levensduurte, als stap naar een degelijk inkomen voor iedereen
- De creatie van miljoenen voltijdse jobs met erkenning van de vakbonden op de werkvloer en degelijke lonen door een massaal publiek programma van investeringen in openbaar vervoer, hernieuwbare energie, infrastructuur, gezondheidszorg, onderwijs en betaalbare huisvesting
- Geen besparingen op onderwijs en sociale diensten! Voldoende middelen voor de behoeften van de gemeenschap. Verhoog de belastingen van de rijken en grote bedrijven, niet van de gewone mensen.
Breek de macht van Wall Street
Socialisten doen er alles aan om bewegingen tot overwinningen rond concrete eisen te brengen. We verbinden die strijd met de noodzaak van een andere samenleving.Een belangrijke hindernis wordt gevormd door zowel de twee grote partijen als de grote bedrijven die onze samenleving domineren. Een kleine elite heeft de dictatoriale controle over de economie in handen. Wetenschappers in Zwitserland stelden in 2011 vast dat amper 167 grote transnationale bedrijven meer dan 40% van de wereldeconomie controleren, 737 grote bedrijven zijn samen goed voor 80% van de economie! (New Scientist, 22 oktober 2011)Walmart gebruikt haar enorme macht om de vakbonden buiten te houden en armzalige lonen op te leggen. De grote oliebedrijven gebruiken hun macht om de ontwikkeling van hernieuwbare energie te stoppen. Wall Street krijgt zowat alles wat het wil. Recent moest Boeing nog maar dreigen om een nieuwe fabriek in een andere staat te bouwen of de staat van Washington stond meteen klaar om een record van 8,7 miljard dollar aan belastingcadeaus aan het bedrijf over te maken.
Wall Street en de grote bedrijven aan banden leggen, zou geen garantie op een degelijke toekomst voor de gewone bevolking zijn. In het verleden werden heel wat hervormingen bekomen. Maar zodra de strijdbeweging wat was gaan liggen en de structurele crisis van het kapitalisme opnieuw de kop opstak, gebruikten de 1% rijksten al hun macht doorheen de samenleving om de hervormingen teniet te doen.
Publiek bezit van de grote bedrijven
We moeten de macht van Wall Street en de grote bedrijven volledig breken als we een toekomst willen die zij niet kunnen ondermijnen. Daartoe roepen socialisten op voor de nationalisatie van de 500 grootste bedrijven die de Amerikaanse economie domineren. Door deze bedrijven in publiek bezit te nemen en onder democratische controle van de bevolking te plaatsen, kunnen de belangen van de volledige gemeenschap centraal geplaatst worden in plaats van de winsten voor een kleine elite.Er zijn hier veel misverstanden over. De rechterzijde beweert dat socialisten willen dat ‘de regering’ de economie beheert. Een regering onder het kapitalisme is een instrument dat de belangen van de 1% rijksten dient doorheen de twee partijen van het grote kapitaal. Wij denken daarentegen dat de werkende bevolking eigen organisaties moet opzetten om de economie zelf op democratische wijze te controleren.
Beeld je in dat we democratisch zouden kunnen beslissen of onze samenleving honderden miljarden uitgeeft aan speculatie, oorlog, olie-ontginning onder de poolkappen of in plaats daarvan investeert in hernieuwbare energie, jobs, gezondheidszorg en onderwijs.
De Tea Party beweert dat socialisten een dictatuur willen. Dat is absurd. Echte socialisten hebben niets gemeen met het totalitaire regime van de voormalige Sovjetunie. Socialisten stonden integendeel steeds vooraan in de strijd voor democratische rechten. Het waren socialisten die het vrouwenstemrecht mee afdwongen of mee het voortouw namen in de burgerrechtenbeweging. Ook vandaag staan we vooraan in het verzet tegen de toenemende aanvallen op democratische rechten.
In feite is het kapitalisme ondemocratisch. Hoe kan een systeem democratisch zijn als een handvol grote bedrijven alles controleert, van de regering tot de economie? Het socialisme zou een enorme uitbreiding van de democratie betekenen waarbij we zelf zouden kunnen beslissen over wat van belang is in ons dagelijkse leve. In plaats van mensen om de vier jaar te vragen welke van de twee partijen van de grote bedrijven mag regeren, zou de werkende bevolking democratische discussies opzetten en een dagelijkse betrokkenheid bij het beslissingsproces mogelijk maken.
Op basis van het democratisch publiek bezit van de grote bedrijven zou een algemene planning mogelijk zijn. Daarbij kan vertrokken worden van de noden van alle mensen. Met een reconversie van de industrie en het stopzetten van de door winsten aangedreven industriële vervuiling kan socialisme de globale opwarming een halt toeroepen. Met de moderne technologie en andere beschikbare middelen – eens die ontdaan zijn van de beperkingen het kapitalisme – kunnen we de wereld snel hervormen en een einde maken aan armoede, honger, dakloosheid, werkloosheid en andere vaak voorkomende problemen als gevolg van het kapitalisme. Dat is een visie waar wij voor willen gaan.
Doe met ons mee en help ons strijden voor een socialistische wereld!
-
‘De wereldsituatie en taken van het CWI’ – Deel 1
Begin december vond een internationale bijeenkomst van het CWI plaats. Dit International Executive Committee (IEC) vormt de leiding die wordt verkozen op de vierjaarlijkse wereldcongressen. In het kader van de bijeenkomst werd een uitgebreide perspectieventekst opgemaakt en bediscussieerd. We publiceren een vertaling van de tekst zoals die werd aangepast en gestemd. Vandaag het eerste deel.
Het vorige IEC concludeerde dat we “één van de meest dramatische periodes uit de geschiedenis” aan het doormaken zijn, gekenmerkt door massabewegingen van de arbeidersklasse in Europa, continue opstanden in de neokoloniale wereld – voornamelijk in het Midden-Oosten -, het ontwaken van de Zuid-Afrikaanse arbeidersklasse, de verwachting van belangrijke ontwikkelingen in de VS als gevolg van de verkiezingen, maar ook veranderingen in China en heel Azië en een belangrijke ommekeer in de situatie in Latijns-Amerika. Ook Oost-Europa en Rusland zouden waarschijnlijk met massale verzetsbewegingen te maken krijgen tegen de corrupte en parasitaire gangsterkapitalisten. De aanzet voor dit alles zou het voortduren van de ernstigste globale kapitalistische economische crisis sinds de jaren ’30 zijn. We benadrukten ook de cruciale rol van het CWI in deze situatie. Ondanks moeilijkheden voor ons die ontstaan uit conjuncturele complicaties, zouden we niettemin in staat zijn om op succesvolle wijze tussen te komen in de bewegingen die zouden uitbarsten en zodoende een deel van de beste arbeiders en jongeren onder onze vlag scharen.
We werden in onze verwachtingen niet teleurgesteld. Stormachtige bewegingen – gedomineerd door de arbeidersklasse, die aan het hoofd stond van de stedelijke bevolking en de arme lagen op het platteland – ontvouwden zich in Turkije, Brazilië, Egypte en Zuid-Afrika. Tegelijkertijd zagen we een voortgang van de stakingen en betogingen van de Europese arbeidersklasse tegen de brutale besparingsmaatregelen. Massale pleinbezettingen grepen plaats in Turkije, gevolgd door acties van de arbeidersklasse zelf. Parallel met Brazilië, Egypte en, niet te vergeten, Zuid-Afrika, waren dit waarschijnlijk de grootste massabewegingen, zeker van de arbeidersklasse, uit de geschiedenis!
Egypte – 22 miljoen mensen eisten het ontslag van Morsi
Aanvankelijk tekenden 22 miljoen mensen de petitie voor het ontslag van Morsi in Egypte. Het aantal mensen in de straten tijdens de ‘tweede revolutie’ – die het CWI correct voorspeld had als onvermijdelijk gevolg van de eerste ‘ontspoorde revolutie’ – was controversieel. Het bedroeg officieel 17 miljoen en volgens de oppositie 33 miljoen. De hand van het leger, in samenwerking met de grote kapitalisten, was echter ook aanwezig. The Economist noemde het de “18e Brumaire van het Tahrirplein”. De vergelijking tussen generaal Sisi en Louis Napoleon is gepast, maar in tegenstelling tot toen is het nog niet tot een terugkeer van een openlijke militaire dictatuur gekomen. Het ‘machtsmonopolie’ van de Moslimbroederschap had brede lagen van de bevolking vervreemd: de ‘progressieven’, de jongeren, die de strijdkaders van de eerste revolutie waren, en grote delen van de massa’s. De recentste cijfers tonen aan dat de Broederschap nog op de steun van een vijfde tot een derde van de bevolking kan rekenen. Desalniettemin ging het niet om een klassieke militaire staatsgreep.
De erbarmelijke economische situatie was een machtige aanzet voor de omverwerping van Morsi. 4.500 fabrieken hadden de deuren gesloten sinds 2011 en 18 miljoen mensen leefden onder of nabij de armoedegrens. Tegelijkertijd rezen onafhankelijke vakbonden als paddenstoelen uit de grond om tot een geschat ledenaantal van 2,5 miljoen te komen. Stakingen gingen door a rato van 800 per maand en dat blijft zo, een bevestiging van de nadruk die het CWI legde op de nood aan onafhankelijke organisaties en acties van de arbeidersklasse. Dit is het instinctieve aanvoelen van vele arbeiders tijdens een revolutie. Voorlopig hebben ze de volgende en cruciale stap, het creëren van een massale arbeiderspartij, nog niet gerealiseerd. De komende ervaringen zullen dit echter op de agenda plaatsen.
Maar de gebeurtenissen zullen zich niet lineair ontwikkelen. De generaals – en achter hen de ‘diepe overheid’ van het nog niet gereconstrueerde ‘veiligheidsapparaat’ van Moebarak – proberen zich rond de figuur van Sisi te groeperen om de ‘orde’ herin te voeren. Zij hebben al decreten afgevaardigd die nachtelijke pleinbezettingen en betogingen verbieden. Een bezoekende VS-senator zei, na een ontmoeting met Sisi, dat hij nu al ‘de de facto heerser en een beetje machtsdronken’ was. Het is echter niet mogelijk om in deze fase een niet gereconstrueerd regime of dictatuur van het Moebarak-type op te zetten. Het leger zal zich verplicht voelen om de schijn van ‘democratie’ op te houden – met mogelijk een voortzetting van het parlement met beperkte macht – maar met de echte macht stevig in militaire handen, om zo de sociale situatie te ‘controleren’. Het kan echter niet uitgesloten worden dat een ‘koude staatsgreep’ rond Sisi aanvankelijk steun kan krijgen van grote delen van de massa’s, die op zoek zijn naar redding uit de chaos waarin ze zich momenteel bevinden. Maar de Egyptische massa’s zullen zeker niet in slaap vallen: de arbeidersklasse, en zeker de arme plattelandsbevolking, zullen hun net verworven machten gebruiken om de revolutie vooruit te duwen. Het is een dringende taak om te proberen de krachten in Egypte en de regio te verzamelen om de onafhankelijke kracht van de arbeidersklasse uit te bouwen.
Vorig jaar schreven we ook: “Latijns-Amerika bevond zich in de recente periode niet op de voorgrond van de klassenstrijd.” “Maar nu wel!” zoals een Engelse voetbalcommentator uitriep op het einde van de WK-finale in ’66! Brazilië, Chili en Argentinië hebben dit op spectaculaire wijze aangetoond. Toen Brazilië economisch vuurwerk ten tonele bracht, met een gemiddelde groei van 7%, verwachtten we een uitbarsting van stakingen, met arbeiders die hun deel opeisten. Dat is gebeurd. We zeiden ook dat Brazilië en andere landen “een nieuwe fase van economische crisis zullen ingaan in een verzwakte positie in hun binnenlandse economische basis”.
Braziliaanse massaprotesten
De gebeurtenissen van de afgelopen periode in Brazilië hebben dit onderstreept. 120 grote steden, en 300 steden in totaal, kenden massabetogingen met minstens 2 miljoen mensen die tegelijkertijd op straat kwamen. De diepte van de crisis werd aangetoond door de steun van professionele voetballers en de aantallen betogers die tijdens de Confederations Cup veel hoger lagen dan de aantallen die de stadions vulden. Zelfs Europese voetbalcommentatoren voelden zich verplicht om iets te zeggen over de armoede die ze gezien hadden, tegen de achtergrond van het obsceen dure spektakel dat plaatsgreep.
Fortaleza, waar sommige wedstrijden gespeeld werden, is de vijfde meest ongelijke stad ter wereld. Het wordt omringd door 400 door armoede geteisterde favela’s. Van Porto Alegre in het zuiden to Belem in het noordelijke Amazonegebied, werd dit land – dat in werkelijkheid een half continent is – door elkaar geschud. Terwijl het begon met protest tegen de verhoging van busprijzen in Sao Paulo en de afgeleefde infrastructuur, verspreidde het zich al snel tot protesten tegen het onderwijssysteem, lonen, politierepressie, enzovoort. De prijsverhogingen werden ingetrokken, maar de bewegingen groeiden voort. De recente stakingen toonden aan dat het ongenoegen niet zal gaan liggen en waarschijnlijk gestimuleerd zal worden door het WK dat volgend jaar in Brazilië georganiseerd wordt. Dit heeft al tot verdere protestbewegingen geleid tegen de obscene bedragen die aan dit evenement gespendeerd worden, gekoppeld aan de verwaarlozing van de levensomstandigheden en -standaard van de Braziliaanse massa’s.
Het doorzettingsvermogen, de politieke duidelijkheid en de tussenkomst in deze beweging van onze Braziliaanse afdeling is opmerkelijk, te meer daar een deel van de linkerzijde paniekerig reageerde en de mobilisatie van de rechterzijde interpreteerde als aankondiging van een op til zijnde militaire staatsgreep. Maar de huidige klassenverhoudingen en het stijgende verzet van de arbeidersklasse verzekeren dat een scenario als in Mexico in 1968 op dit moment niet op de agenda staat. De tactieken van onze kameraden in verband met PSoL en het werk van onze Braziliaanse afdeling in het algemeen over de afgelopen decennia, hebben ertoe geleid dat we ons in een geschikte positie bevinden om tussen te komen en onze krachten uit te breiden, misschien wel heel snel in de komende periode.
De hoop van kapitalistische experts dat de wereldeconomie een ‘ontsnappingssnelheid’ zou meemaken bleek ongefundeerd. In april schetste het IMF het portret van een wereld die op drie snelheden beweegt: de zogenaamde ‘groeimarkten’ – Brazilië, China, India, enz. in de neokoloniale wereld – zouden groei kennen, de VS zouden blijven ‘herstellen’ van de crisis en enkel Europa zou in de economische puinhoop achterblijven. Nu zijn ze verplicht hun beeld bij te stellen, aangezien het momentum in die eerste groep landen vertraagt, met een dalende groei in China, India en Brazilië. Veel van de groeilanden kenden groei als gevolg van de injectie van goedkoop krediet uit het buitenland, speculatieve fondsen die voortkwamen uit de kwantitatieve versoepeling in Europa en Amerika. Alleen nog maar de aankondiging van de Federal Reserve dat dit zou afgebouwd worden resulteerde in een snelle vlucht van financiën uit deze landen, wat bijgedragen heeft tot een verlaging van de groeivooruitzichten.
2013 was het jaar waarin het globale kapitalisme tot het besef kwam dat China geen ‘mirakeleconomie’ meer was, maar wel ‘de volgende globale crisiszone’. De liquiditeitscrisis in juni, toen door het virtueel ophouden van interbancaire leningen een golf van faillissementen dreigde, vormde een koude douche wat betreft de schaal van China’s bankproblemen. Gedurende de 64-jarige heerschappij van de ‘Communistische’ Partij hebben de Chinese banken een totaal van 70 biljoen yuan (11,5 biljoen dollar) aan leningen uitgegeven, waarvan 40 biljoen yuan (6,6 biljoen dollar) in de afgelopen vier jaar werd uitgebreid, volgens Xiao Gang, de voorzitter van de Chinese bankenwaakhond CSRC. Daarbovenop hebben de officieuze schaduwbanken nog eens 20 triljoen yuan (3,3 biljoen dollar) aan leningen uitstaan. Veel Chinese provincies en steden kennen al elementen van een Japan-achtige schuldencrisis. Als ze doorgevoerd worden, zullen de ‘structurele aanpassingen’ van het regime de kostprijs van krediet verhogen, wat tot minder investeringen en minder economische groei zal leiden; iets dat over heel de wereld gevoeld zal worden. Vandaag is China de belangrijkste handelsnatie (sinds 2012; voordien was dat de VS). Voor 124 landen is China de belangrijkste handelspartner; de VS is dat voor slechts 76 landen.
De “hoge-inkomsteneconomieën blijven buitengewoon zwak,” schrijft Martin Wolf in de Financial Times. Van de zes grootste hoge-inkomsteneconomieën waren enkel de VS en Duitsland in staat om in het tweede kwartaal van 2013 groter te zijn dan hun pieken voor de crisis vijf jaar eerder. De consensus over de groei voor 2014 bedraagt 2,7% voor de VS, 1,7% voor Japan, en een schamele 0,9% voor de eurozone.
Maar economische statistieken vertellen slechts de helft van het verhaal, zelfs over de kwestie van de economische vooruitzichten voor de VS. De arbeidsgegevens voor de VS – zogezegd de beste economische indicatoren – zijn verschrikkelijk wankel. Officieel daalt de werkloosheidsgraad, maar participatie op de arbeidsmarkt blijft stabiel op zo’n 63% van de bevolking. Dat is het laagste cijfers sinds de jaren 1970. Miljoenen mensen zijn uit de arbeidsmarkt gevallen. Gezinsinkomens, die gedurende de vijf à zes jaar dat de crisis al duurt ernstig inkrompen, worden nog verder geteisterd door gezinsschulden. Bovendien is de economische en sociale ongelijkheid sterk toegenomen in de eerste drie jaar van het Amerikaanse “herstel”. De rijkste 1% is immers met 95% van het nieuwe inkomen gaan lopen. Steeds meer wordt uitdrukking gegeven aan een afkeer van de buitenproportionele ‘bonussencultuur’ voor de top-CEO’s, zelfs vanuit kapitalistische rangen. Sommige kapitalistische economen beargumenteren dat deze praktijken bijgedragen hebben tot de voorwaarden voor recessie door de welvaartskloof enorm te verdiepen en zodoende de markt af te snijden. Ze stellen eveneens dat de meeste ‘voordelen’ opgeraapt worden door wat in essentie een plutocratie is, zelfs tijdens een recessie, die op die manier de crisis bestendigen.
Tegelijkertijd is het inkomen van de arbeidersklasse tijdens de recessie nog verder gekrompen, wat zelfs geleid heeft tot een campagne van delen van de burgerij voor een verhoging van de levensstandaard. In Groot-Brittannië leent de rechtse Tory-burgemeester van Londen, Boris Johnson, zijn steun aan het voorstel voor een ‘bestaansloon’. Labour-leider Ed Miliband heeft van de levensstandaard een centraal punt gemaakt in zijn campagne voor de algemene verkiezingen van 2015, met dien verstande dat werkgevers die het “niet kunnen betalen” gecompenseerd zullen worden door de overheid!
Verenigde Staten – economische en sociale crisis
Het herstel wordt dus als nep gezien door de grote meerderheid van de bevolking. Terwijl in 2007, voor de recessie, 26 miljoen Amerikanen voedselbonnen ontvingen, is dat aantal vandaag tot 48 miljoen gestegen. Zo’n 11% van het volledige gezinsbudget voor voedsel gaat naar voedselbonnen. Tegelijkertijd heeft de beperkte economische groei de arbeiders ertoe aangezet om een groter deel op te eisen van de megawinsten van de multinationals. De reeks stakingen van deeltijdse arbeiders en arbeiders met nulurencontracten is een voorbode van de enorme beweging van de Amerikaanse arbeidersklasse die zich in de komende periode zal ontwikkelen. Een zeer verhelderend element van de huidige stakingen is dat hele gezinnen eraan deelnemen. Waar in het verleden vooral studenten of één of twee gezinsleden waren die voor dergelijke lage lonen werkten, zijn het vandaag volledige families die van deze jobs afhankelijk zijn. Dit toont de schaal aan van de achteruitgang die de Amerikaanse arbeiders gedurende de laatste decennia hebben doorgemaakt. Maar het is ook een voorbode van meer strijd en mogelijkheden voor socialisten.
Het geweldige succes van onze kameraden in Minneapolis en Seattle toont aan wat de mogelijkheden zijn. In Minneapolis behaalden we een spectaculair resultaat en strandden we op een zucht van de overwinning. Dat was een buitengewone prestatie. Onze overwinning in Seattle is een gigantische stap voorwaarts. Het is het voor het eerst in 100 jaar dat er in Seattle een socialist verkozen raakt in de gemeenteraad. Dit resultaat heeft een aardbeving teweeggebracht in de Amerikaanse linkerzijde en een laag activisten wereldwijd geïnspireerd. Het zijn ontwikkelingen die een nieuw hoofdstuk inluiden voor de uitbouw van onze Amerikaanse zusterorganisatie.
80% van de Amerikaanse ouders geloven vandaag niet dat hun kinderen ooit dezelfde levensstandaard zullen bereiken als zijzelf, waar dat in 1980 nog 50% was. Het is slechts één uitdrukking van de gestage erosie van de Amerikaanse arbeidersklasse, die zich voorbereidt op massale opstanden. We hebben eerder al beargumenteerd dat de Amerikaanse arbeidersklasse niet dezelfde politieke bagage meezeult als de Europese; de erfenis van de sociaal-democratie, de aan het stalinisme verbonden communistische massapartijen en de ervaringen van verraad. Daardoor staan zij vandaag, meer dan elders ter wereld, open voor militante klassenstrijd en socialisme in het bijzonder.
De gedragingen van de Amerikaanse burgerij helpen dit proces nog verder vooruit. De impasse in het Congres over het fiscale tekort, nog steeds onopgelost, heeft de twee kapitalistische partijen nog verder in diskrediet gebracht. De Republikeinen zien hoe ze in de peilingen naar beneden storten als gevolg van hun chantagepogingen. Het gebluf van de Tea Party, die claimen dat ze de basis vertegenwoordigen maar in realiteit knettergek zijn, is ontmaskerd. Maar Obama is er ook niet zonder kleerscheuren uitgekomen, met minder steun in de samenleving, vooral onder jongeren en arbeiders, wat al duidelijk was voor de malaise in het Congres.
Als president heeft hij nog repressievere beleidsmaatregelen doorgevoerd dan Bush, zoals het open houden van Guantanamo Bay, de vervolging van Edward Snowden en Chelsea – vroeger Bradley – Manning, en het laffe en bloederig gebruik van drones in Afghanistan. Daar komt nog zijn versterking van de nationale veiligheidsstaat bij, met de onthullingen over massale spionage tegen alle volkeren van de wereld, inclusief de Amerikaanse bondgenoten, de burgerlijke leiders van andere landen. Daniel Ellsberg stelde dat de repressie vandaag nog scherper is dan degene waaronder hij, samen met duizenden anderen, ten tijde van de protesten tegen de Vietnamoorlog. Het gehele apparaat is voorhanden om een politiestaat in te stellen.
Maar de burgerij heeft vandaag geen reden om over te gaan tot een openlijke autoritaire of dictatoriale heerschappij. De klassenverhoudingen laten het overigens niet toe. Dat wordt aangetoond door de maatregelen die de Nieuwe Democratie – PASOK-regering in Griekenland neemt, die zich verplicht zag om Gouden Dageraad te beteugelen uit angst dat deze reactionaire ‘zweep’ een nog grotere revolutionaire explosie van de Griekse arbeidersklasse zou kunnen uitlokken dan we de afgelopen jaren gezien hebben. Maar deze opdringerige en repressieve maatregelen komen voort uit de verhoogde spanningen tussen rivaliserende imperialistische machten. Het versterken van de binnenlandse ‘veiligheid’ krijgt prioriteit, als voorbereiding op een intense clash tussen de klassen. De Griekse burgerij ziet Gouden Dageraad ten hoogste als een helpende partner voor een rechts en zelfs autoritair regime, maar niet als een alternatieve regeringsvorm.
Peilingen in de VS geven aan dat een meerderheid van de bevolking – 60% – vandaag antwoorden zoekt in de richting van het ontwikkelen van een ‘derde partij’. Na Minneapolis en Seattle zijn de vooruitzichten voor de Amerikaanse kameraden zeer gunstig wat betreft een ‘derde partij’ van een nieuw type, een radicale massapartij.
De problemen die de Amerikaanse economie – die nog steeds de meest belangrijke ter wereld is wat grootte en gewicht betreft – kent, zullen hier eveneens toe bijdragen. Het fiasco in het Congres heeft het geloof in de ‘almachtige dollar’ ondermijnd. Het vertrouwen in wat nog steeds de belangrijkste munteenheid ter wereld is, is dramatisch gedaald: het is een “zeer onveilige haven… Amerikaanse staatskisten zijn in het geheel niet risicovrij” [Financial Times]. De Chinese heersende klasse klaagde tijdens de crisis openlijk over de risico’s voor hun reserves ter waarde van 3,66 triljoen dollar. Een onuitgesproken dreigement bestond erin een aanzienlijk deel van hun aandelen uit dollars weg te halen, terwijl ze tegelijkertijd hun zaak bepleitten om de Chinese munteenheid, samen met de dollar, als reserve-eenheid te laten dienen. Het is mogelijk dat, als gevolg van de fiscale crisis in de VS, de yuan mettertijd ontwikkelt tot een gedeeltelijke reserve-eenheid naast de dollar, zoals hier en daar in de Aziatische handel reeds het geval is. De geschiedenis van het kapitalisme kent een aantal parallelle ontwikkelingen die aantonen dat zoiets niet uit te sluiten valt.
De Londense City, in de persoon van de nieuwe gouverneur van de Bank of England, Mark Carney, en Osborne, de Britse minister van Financiën, heeft zelfs al op opportunistische wijze voorgesteld dat Londen de kern zou worden om de ambities van het Chinese regime op de wereldmarkt te helpen realiseren. Zodoende zal het Britse kapitalisme nog verder tot een offshore-eiland verworden, steeds afhankelijker van financiën – waarvan de ‘excessen’ de weg bereid hebben voor de crisis die in 2007 begon. Londen heeft nu al vier keer zoveel buitenlandse banken als in 1913, waarbij de aandelen van Britse banken gegroeid zijn van 40% van het bruto nationaal product tot 400%! Carney’s voorstellen zouden ertoe leiden dat de bankensector negen keer het bnp bedraagt, eenzelfde positie als in IJsland in 2007. IJsland is nooit helemaal teruggekomen van de catastrofe die het toen onderging. Dit is een uitdrukking van de politieke kortzichtigheid van het Britse kapitalisme en het onvermogen van de burgerij als geheel om lessen te trekken uit de huidige crisis: “De goden maken degenen die ze willen vernietigen, eerst boos.” Of, zoals de Ierse toneelschrijver Samuel Beckett het stelde: “Steeds geprobeerd. Steeds gefaald. Niet erg. Probeer opnieuw. Faal opnieuw. Faal beter.”
Japan is een sleutelspeler in de wereldeconomie en in Azië. Het is nu een jaar geleden dat de Japanse premier Abe zijn wanhopige poging lanceerde om de Japanse economisch gunstige situatie te herstellen na 15 jaar deflatie. Dit zou in eerste instantie door een massale gelduitbreiding gebeuren. Wij waarschuwden toen dat in een “deflatoire omgeving” – met een crisis die wereldwijd voortduurt en zodoende beperkte markten die in staat zijn om de toegenomen Japanse export te absorberen – deze roekeloze gok weinig kans op slagen had. Japan heeft een gemiddelde van 0,8% groei gehaald in het afgelopen decennium. De Japanse munteenheid, de yen, is sterk verzwakt, de aandelenmarkt en de prijzen zijn de hoogte ingegaan.
De bedoeling was om de economie met minstens 2% te stimuleren, wat door de hoofdeconoom van Standard and Poor’s omschreven werd als “een taart in de hemel”. Deflatie, lage groei en prijzen die stagneren en/of dalen, hebben ertoe geleid dat Japan niet uit de deflatoire val is kunnen geraken en niet in staat is geweest om haar nationale schuld, die meer dan 200% van het bnp bedraagt, te verlagen. In feite willen Abe en zijn economische ministers een stijging van de prijzen, inflatie, in de hoop dat een deel van de schuld zo zou verdwijnen, en dat tegelijkertijd de inkomens gestimuleerd zouden worden, wat dan weer tot een verhoogde koopkracht zou leiden. De Europese kapitalisten hopen op iets gelijkaardigs. De Japanse kapitalisten hopen eveneens de neoliberale maatregelen te kunnen uitbreiden, met inbegrip van het aanmoedigen van vrouwen om te werken, wat gerealiseerd zou kunnen worden door de relatief gesloten Japanse samenleving te doorbreken door een verhoogde immigratie. Hierdoor, zo werd berekend, zou de noodzakelijke kinderopvang voor werkende moeders voorzien kunnen worden. Er komen ook eisen voor hogere lonen en een minimumloon. De arbeidersklasse en haar organisaties, op dit moment voornamelijk de vakbonden, zijn voorlopig nog niet echt in actie getreden. Er zijn enorme protestbewegingen geweest, sommige met meer dan 200.000 mensen, rond de nucleaire ramp in Fukushima, waarbij peilingen aantonen dat 70% van de bevolking nucleaire energie wil laten uitdoven. Dit thema heeft voor splitsingen gezorgd in verschillende Japanse politieke partijen, hoewel de heersende klasse nucleaire energie wil behouden om militaire en economische redenen. Maar een substantiële beweging van de werkende bevolking heeft zich nog niet ontwikkeld. Dit zal wel gebeuren wanneer de algemene wereld- en Aziatische crisis verder ontwikkelt en het falen van de reflatoire maatregelen van de regering duidelijk wordt.
De rivaliteit tussen de belangrijkste machten in Azië is scherper geworden sinds de regering-Obama het ‘militaire herbalanceringsplan’ voor Azië heeft ingevoerd in 2011. Dat heeft als doel de opgang van China onder controle te houden en de Amerikaanse hegemonie in de regio te bewaren. De VS steunen vandaag een agressievere houding in verschillende territoriale conflicten met China, van Japan, de Filippijnen, Vietnam en andere landen. In januari 2013 voorspelde The Economist dat “China en Japan naar een oorlog afglijden”. Dit is niet het meest waarschijnlijke perspectief voor het Chinees-Japanse conflict; dat is eerder een uitgebreid conflict met geen vlotte oplossing van de onderliggende territoriale conflicten. Een militaire clash kan echter niet geheel uitgesloten worden. Er zijn bijna dagelijks ‘incidenten’ – gevechtsvliegtuigen die opgeroepen worden of militaire vloten die beschuldigd worden van het breken van de soevereiniteit – en beide regeringen gebruiken dit om het conflict uit te bouwen en hun militaire machines in stelling te brengen als onderdeel van een bredere strategische strijd om invloed in Azië. Op binnenlands vlak worden de conflict gebruikt om het nationalisme en de steun voor Beijing en Tokyo te stimuleren. Ondanks haar gigantische militaire voordeel tegenover alle andere naties worden de beperkingen van de Amerikaanse macht aangetoond door de afwezigheid van Obama op de herfsttoppen van APEC en ASEAN, als gevolg van de begrotingscrisis in Washington. Die afwezigheid versterkte de indruk in de hele regio dat de VS een dalende macht is terwijl de Chinese ster rijst.
Het is de bedoeling dat de financiële sector de reële economie ondersteunt. Financiële instrumenten zoals aandelen, obligaten, enz. vertegenwoordigen echte ondernemingen. Maar het handelen in die ‘vertegenwoordigingen’ zelf werd meer en meer een winstgevende activiteit. Serieuze burgerlijke commentatoren hebben eindeloos opgeroepen om dit te beteugelen, maar tevergeefs. Een voormalige topman van de Financial Services Authority in Groot-Brittannië, Adair Turner, concludeert dat hele delen van de banken en financiële sectoren “sociaal nutteloos” zijn en Carney waarschuwt hier ook voor. Niettemin gaan de kapitalisten verder met activiteiten die de weg bereid hebben voor de vorige crisis, zodra het lijkt alsof het onmiddellijke crisisgevaar geweken is. Net als de Bourbons heeft de burgerij “niets geleerd en niets vergeten”.
Door het blijven bestaan van de gigantische publieke en private schuld – vooral in de grote economieën – zal er geen echt substantieel ‘herstel’ zijn. Tegelijkertijd is er de groeiende angst voor het protectionisme dat opnieuw de kop opsteekt. Conflicten tussen China en de VS hebben zich op verschillende thema’s ontwikkeld, net als conflicten tussen Europa en de VS. Kenmerken van depressie zullen blijven bestaan, en vooral acuut zijn in Europa, dat de economisch, sociaal en politiek meest bedreigde regio van de wereld blijft. De ideologen van de burgerij hebben, weliswaar vanuit een tegenovergesteld klassenstandpunt, dezelfde conclusies getrokken als de marxisten.
Ze vrezen nu dat er een deflatie op lange termijn is ingezet met een ‘Japanisering’ van de eurozone. Een herhaling van de ‘twee verloren decennia’ in Japan dreigt omwille van de deflatoire effecten van de euro in het algemeen, maar ook omwille van de dominante positie van het Duitse kapitalisme in de eurozone. Dat is de enige Europese economie die volledig herstelde van de crash die in 2007 begon. Met haar economisch dominante positie heeft het Duitse kapitalisme de rest van Europa op ‘rantsoen’ gezet. Waar er voorheen enkel lof was voor de economische orde in Duitsland, groeide het aantal klachten en het ongenoegen bij rivaliserende Europese machten en ook bij de VS. Het grote Duitse handelsoverschot werd door de Amerikaanse regering onder vuur genomen omdat het “een evenwicht van de economie van andere landen van de eurozone hindert en leidt tot een deflatoire basis voor de eurozone en de wereldeconomie.” (Martin Wolf, FT, 6 november). Het IMF bracht gelijkaardige ‘bekommernissen’ naar voor.
Een ‘evenwicht’ vinden is eigenlijk codetaal, zeker als vertegenwoordigers van het VS-imperialisme dit gebruiken. Er wordt in feite opgeroepen om in Duitsland wat in te binden zodat andere kapitalisten meer ademruimte krijgen. In een chaotisch systeem als het kapitalisme is het echter onmogelijk om een ‘evenwichtig’ systeem te kennen, zeker niet tijdens een ernstige crisis. Het is mogelijk dat rivaliserende kapitalistische machten op vreedzame wijze met elkaar delen om samen tot een steeds groter stuk van de taart te komen. Maar dat gebeurt niet in een crisis zoals deze die we nu kennen. Een van de kenmerken van de komende periode zal de toename van spanningen tussen de imperialistische machten en blokken zijn.
-
“De wereldelite is bang van een opstand van de massa’s”
De quote hierboven komt uit de Duitse krant Die Welt. Het was een reactie op een onderzoek onder 1500 managers en politici in voorbereiding van het Wereldeconomisch Forum in Davos. Het werd aangehaald tijdens de discussie over wereldeconomie en inter-imperialistische verhoudingen op de recente bijeenkomst van het IEC, het Internationaal Uitvoerend Comité van het CWI, onze verkozen internationale leiding.
“De wereldelite is bang van een opstand van de massa’s”. Dat citaat dat in de discussie werd aangehaald door Aron uit Duitsland vat de situatie goed samen. Het geeft aan dat de wereldelite – de kapitalisten en hun bondgenoten – bijzonder bang zijn voor de gevolgen van het besparingsbeleid en het kapitalisme in het algemeen op de overgrote meerderheid van de wereldbevolking. Ze zijn bang van sociale uitbarstingen die hun heerschappij in vraag stellen en de ideeën van het socialisme kunnen verspreiden onder miljarden mensen.
De discussie op het IEC werd ingeleid door Peter Taaffe die wees op verschillende sociale uitbarstingen die we nu al zien. Dat was meteen het belangrijkste kenmerk van het voorbije jaar: de revolte van werkenden en armen in een hele reeks landen. Vorig jaar werd gewezen op de massabewegingen in Europa en het Midden-Oosten, dit jaar kwamen er grote revoltes bij in Brazilië en Latijns-Amerika in het algemeen naast onder meer Turkije.
De spectaculaire overwinning van Kshama Sawant en Socialist Alternative in Seattle maakt duidelijk dat er in de VS een enorm potentieel is voor een snelle groei van socialistische ideeën. Er is een grotere openheid voor socialistische standpunten, onder meer omdat de werkenden en jongeren niet dezelfde ontgoochelende ervaringen hebben als de Europese arbeidersklasse die decennia van ervaringen heeft met de sociaaldemocratie en/of het stalinisme.
Het vertrekpunt is een kapitalisme dat wereldwijd in de problemen komt, zeker op economisch vlak. Het is moeilijk om te zien hoe de kapitalisten zich uit deze moeilijke situatie zullen redden. Ze kunnen met ‘oplossingen’ op korte termijn komen, maar dit zijn eerder gevallen van palliatieve zorg die geen groei op langere termijn kunnen inluiden.
Het is geen louter economische crisis, maar ook een sociale en ecologische crisis, denk maar aan de gevolgen van de recente tyfoon in de Filipijnen. Er is tevens wat kapitalisten een bestuurlijke crisis noemen: het falen om het systeem politiek te beheren en politieke crisis te vermijden. In zijn tijdperk staat maatschappijverandering op de agenda, zoniet dreigen oorlog of zelfs burgeroorlog op de voorgrond te treden.
In de eerste jaren van deze eeuw raasde de kapitalistische globalisering doorheen de hele planeet. Het doel was om de zogenaamde voordelen van het kapitalisme te verspreiden: groei, hogere levensstandaarden en een betere levenskwaliteit. Doorheen het proces zou het kapitalisme ideologisch gebetonneerd worden als enige weg vooruit. Sinds het begin van de financiële crisis en de economische crash van 2008-09 is dit perspectief van de ideologen van het kapitalisme zwaar onderuit gehaald.
Het gebrek aan vertrouwen onder de publieke vertegenwoordigers wordt op verschillende manieren opgemerkt. Onder economiestudenten heerst wereldwijd onrust en wordt de leer van de vrijemarkteconomen verworpen. Er wordt gezocht naar alternatieven, waarbij Keynes en belangrijker ook Marx terug opduiken. In Manchester hebben studenten een discussiegroep onder de naam ‘Post Crash Economics’ opgezet.
In Zwitserland was er een referendum om de toplonen te beperken tot maximaal 12 keer het loon van de laagste betaalde personeelsleden. Het initiatief haalde het niet, maar het idee zal ongetwijfeld blijven opduiken.
De economische achtergrond bestaat uit een lang uitgerokken crisis in alle belangrijke regio’s van de wereld, zowel in de industrieel ontwikkelde landen – Europa, VS, Japan – als steeds meer ook in de zogenaamde opkomende markten en ook in Oost-Europa. De kapitalisten beloofden de bevolking van Oost-Europa een bloeiende toekomst die het leven van de mensen zou veranderen. Vandaag moeten zelfs de gangsterkapitalisten toegeven dat Oost-Europa nooit in staat zal zijn om de achterstand op de ontwikkelde kapitalistische landen van West-Europa in te halen.
Zes jaar na het begin van deze rampzalige economische crisis, zoeken de ‘theoretici’ van het kapitalisme nog steeds vruchteloos naar een oplossing. Er wordt algemeen aangenomen dat een volledig herstel niet zal volgen en dat de wereldeconomie zich nog niet terug op het niveau van voor de crisis bevindt. Als er groei is, blijft die erg beperkt en is het onvoldoende om de structurele werkloosheid fundamenteel te laten afnemen. Er is alleszins onvoldoende groei om de problemen van het besparingsbeleid te overstijgen. In de plaats daarvan is er een genadeloze groei van armoede, een ontwikkeling die gelijkenissen vertoont met die tijdens de Grote Depressie van de jaren 1930.
Een deel van de kapitalisten – mogelijk zelfs de meerderheid – besluit dat deflatie en het gebrek aan vraag de grootste bedreiging vormt voor Europa en de VS, net zoals dit in Japan het geval was tijdens de ‘twee verloren decennia’. Deze vleugel van de kapitalisten komt tot dezelfde conclusie als marxisten, maar dan vanuit een totaal ander klassenstandpunt. Het belangrijkste probleem waarmee het kapitalisme vandaag kampt, is niet een afname van de winsten maar de vraag wat er met de enorme reserves kan gedaan worden. Martin Wolf vatte dit in de Financial Times samen: “De wereldeconomie heeft meer spaarcenten opgeleverd dan de bedrijven willen gebruiken, zelfs indien er lage rentevoeten zijn.”
Dit is wat ze zelf een “spaarovervloed” noemen. Er was een afname van de investeringen in nieuwe bedrijven en machines, zelfs tijdens het zogenaamde herstel bleef deze afbouw duren. De afname in productiviteit is nu ‘structureel’ en doet het systeem vastlopen.
Het magazine ‘The Economist’ had het recent over “de gevaren van een dalende inflatie”. Dat is ironisch voor wie zich herinnert hoe in de jaren 1970 op hysterische wijze werd ingegaan tegen wat Leon Trotski de ‘syfilis’ van inflatie noemde. Toen werd de hysterie tegen de inflatie gebruikt om de lonen aan te vallen. Nu proberen de kapitalisten wanhopig om uit het doodlopende straatje van zombiebanken in een zombie-economie te geraken. Zonder economische vooruitgang, kunnen de kapitalisten er inderdaad van uitgaan dat er revoltes van de werkende bevolking zullen komen.
Een deel van de kapitalisten is voorstander van stimulusprogramma’s, een verderzetting van de quantitative easing, zelfs indien het de schuldenberg verder doet toenemen. Dit is geen vorm van klassiek Keynesianisme waarbij de lonen en dus de vraag worden gestimuleerd, het is een economisch beleid dat op maat van de grote bedrijven is geschreven, of exacter gezegd, de meest paratiserende delen van de bedrijfswereld, met name de financiële heersers.
Een ‘ultra-expansief monetair beleid’ heeft de speculanten goede diensten bewezen en de opkomende markten een tijdlang onderstut, maar het is geen investering in de ‘reële economie’. Dat blijkt onder meer uit het feit dat, zoals Per-Ake Westerlund uit Zweden opmerkte, een aantal economen stellen dat ze “zeepbellen nodig hebben.” Quantitative Easing heeft de aandelenkoersen de hoogte in gejaagd en de waarde van de dollar naar beneden gehaald, maar de economische problemen blijven zich opstapelen en deze kunnen verdere vernietigende gevolgen hebben voor de wereldeconomie.
Peter Taaffe wees op de kapitalistische vertegenwoordigers die delen van het bankensysteem ‘sociaal nutteloos’ vinden. Anderen, zoals Larry Summers – een voormalige minister van financiën, zijn voorstander van investeringen in infrastructuur met nadruk op door de staat aangedreven groei in schone, groene technologie.
De VS heeft in de afgelopen periode een sterkere energiepositie uitgebouwd door de toename van schaliegas en olie. Hierdoor kan de VS volgens analisten in 2035 in staat zijn om al zijn energie zelf te produceren. De grote bedrijven hopen dat de VS hierdoor beter beschermd zal zijn tegen opstanden in het Midden-Oosten en dat het een tegengewicht zou vormen tegenover de rivalen, waaronder China en Rusland. Op dit ogenblik blijft de olie van het Midden-Oosten, en Saoedi-Arabië in het bijzonder, echter nog van cruciaal geopolitiek belang voor de VS. De energiebronnen in de VS vormen evenmin een garantie op structurele groei in de VS of de rest van de wereld. Om de technologie op punt te stellen, is er nood aan een nieuwe investeringen, hogere winstniveaus en een algemene groei van de economie.
Het economisch landschap zal er in de komende periode gelijkaardig uitzien als wat we nu kennen, een periode van de economische depressie die we sinds 2007-08 kennen. Zelfs een beperkte groei zou de arbeidersklasse versterken en vertrouwen geven om in strijd te gaan om te winnen en verworvenheden af te dwingen. Een verderzetting van het huidige economische beleid leidt tot een verdere accumulatie van woede onder de massa’s. Bij gebrek aan een instrument zoals massapartijen om de woede tot uitdrukking te laten komen, kan dit leiden tot nooit geziene sociale uitbarstingen zoals we die zagen in Brazilië, Turkije en Egypte.
De opstanden in het Midden-Oosten en Noord-Afrika versterkten het idee van revolutie in het algemeen, maar ze benadrukten ook de belangrijke rol van de massa’s in de stedelijke gebieden. De bewegingen in die regio leidden tot steun en enthousiasme in de rest van de wereld. De Egyptische revolutie versterkte het idee van een onafhankelijke rol van de massa’s in de strijd voor verandering.
De dictatoriale regimes in de regio en ook het imperialisme, vooral het VS-imperialisme, konden aanvankelijk niets anders dan hulpeloos toekijken. Ze konden echter opnieuw aan zet komen door de gebeurtenissen in Libië, Bahrein en nu Syrië. In al die bewegingen waren er aanvankelijk elementen van revolutie, maar kwam de contrarevolutie tussen waardoor de bewegingen op een zijspoor werden gezet. In de reactie van de contrarevolutie kwamen er ook aanvallen op vrouwenrechten, dat gebeurde ook in Egypte, terwijl vrouwen zelf mee vooraan staan in de strijd voor verandering.
Egypte is in de regio samen met Israël een sleutelland. Er was ongetwijfeld een groot element van contrarevolutie sinds de militaire overname in juli van dit jaar, maar voor de massa’s was dit aanvankelijk niet duidelijk. Sommigen dachten dat een ‘sterke leider’ zoals generaal Sisi nodig was om chaos en aanvallen op de levensstandaard te vermijden. Hij kreeg een zekere steun en bouwde zijn imago uit, een beetje zoals president Nasser in de jaren 1950 en 1960. De recente aanvallen op democratische rechten vormden een waarschuwing, de arbeidersklasse voert een strijd tegen de klok om onafhankelijke organisaties op te zetten. Sinds januari 2011 hebben onafhankelijke vakbonden al drie miljoen leden gewonnen, maar tegelijk werden een aantal leiders ervan in het bad van het regime getrokken.
In Tunesië is er een onafhankelijke vakbond met een grote geschiedenis. De UGTT is mits een degelijke leiding in staat om de macht te grijpen, nog voor het een partij opzet.
De even hardnekkige als vernietigende oorlogen van het huidige tijdperk worden gesymboliseerd door Irak en Afghanistan. Nu lijken die navolging te krijgen in Syrië en dreigt een verdere verspreiding van het virus doorheen het Midden-Oosten. Syrië wordt al omschreven als ‘Afghanistan aan de Middellandse Zee’. Nog voor de recente onderhandelingen met Iran in Genève was er het gevaar van een nachtmerriescenario met een sectaire oorlog en de grootste confrontatie tussen Sjiieten en Soennieten sinds 1400 jaar. Er is een golf van sectair geweld van Pakistan doorheen Irak, Libanon en Syrië tot in Saoedi-Arabië. De rest van het Midden-Oosten en zelfs Europa (van waaruit jihadi’s naar Syrië trekken) zou evenmin aan de gevolgen ervan ontsnappen. De vrees voor een nieuwe oorlog in het Midden-Oosten na aanvallen op Iran door Israël, blijft eveneens overeind. Dat zou de vooruitzichten voor arbeidersstrijd doorkruisen.
We hopen dat het niet zo ver zal komen, maar het wijst tegelijk wel op de dringendheid waarmee we aan nieuwe massapartijen moeten bouwen. Er is nood aan zo’n partijen met een vooruitziende leiding die de werkende bevolking en de armen kan verenigen in een strijd om de macht. Enkel dan kunnen we een rampzalige situatie vermijden. We hebben weinig tijd als we niet in een golf van geweld willen meegesleurd worden.
Het aanvankelijke akkoord rond Iran is geen definitieve oplossing, maar het verandert wel de situatie in het Midden-Oosten. Een uitgebreider akkoord is enkel mogelijk omdat het de belangrijkste spelers – de VS en Iran – zowel op politiek, economisch als strategisch vlak goed uitkomt. Judy Beishon uit Engeland en Wales merkte op dat de afkeer en haat van de massa’s tegenover het Amerikaanse beleid in de regio bijzonder groot is. De VS wordt niet direct bedreigd door Iran, wat in Israël wel het geval is, maar een nucleair Iran wordt wel gezien als een bedreiging voor de Amerikaanse belangen in de regio.
In Syrië is een meerderheid van de bevolking gekant tegen zowel het regime van Assad als tegen de oppositie die steeds meer onder de knoet van de jihadi-groepen ligt. Het feit dat er geen steun kwam voor het idee van een bombardement op Syrië, vormde een keerpunt. Er was een massaal verzet in de VS en Groot-Brittannië, waardoor de grote spelers eerder de mogelijkheden van onderhandelingen moesten onderzoeken. Nihat uit Turkije had het over de vernietigende gevolgen van de burgeroorlog doorheen de hele regio. Turkije probeert een neo-imperialistisch beleid te voeren en een regionale rol te spelen, terwijl het tegelijk de verhouding met de Koerden probeert te verbeteren. Maar de Turkse pogingen lijken weinig succes te hebben.
Kameraden uit Israël hadden het over de groeiende woede onder de Palestijnen tegenover de kolonisatie, annexatie en aanvallen. Sommigen grijpen daarbij terug naar de retoriek van gewapende strijd. Tegelijk neemt ook de woede onder de Israëlische werkenden en armen toe als gevolg van het besparingsbeleid.
De wereldverhoudingen zijn volatiel. De VS is verzwakt door de oorlogen in Afghanistan en Irak waardoor er weinig enthousiasme is voor nieuwe militaire avonturen. Verdere interventies zouden eerder een militair politiekarakter hebben. Er is een meer multipolaire wereld waarin China een concurrent voor de VS begint te worden, terwijl kleinere machten eveneens een beperkte rol spelen. De VS kunnen zich echter niet zomaar in isolement terugtrekken. Er wordt nog steeds geprobeerd om resultaten te bekomen met een beleid van ‘zachte macht’. De VS staan ook op technologisch en productief vlak nog steeds vooraan.
Rusland maakt zichzelf sterk, maar speelt vooral een rol van tussenpersoon tussen de twee sterkste machten, de VS en China. Rusland probeert zich te versterken door in de omliggende landen een grotere impact te verwerven, onder meer door economische druk uit te oefenen. In Oekraïne heeft dit alvast geleid tot grote betogingen die eisen dat het land de economische banden met de EU zou aanhalen in plaats van met Rusland.
In de inleiding werd ook ingegaan op de situatie in Azië waarbij er wat discussie was over de perspectieven, in het bijzonder over China en de verhoudingen van het land met de buren in Zuid-Azië en Oost-Azië. Er werd ook gesproken over Zuid-Azië en de moeilijke omstandigheden voor de arbeidersklasse en onze organisaties in landen als Sri Lanka en Pakistan.
Het recente plenum van de Chinese Communistische Partij gaf een indicatie van waar China mogelijk naar toe gaat. Kameraden uit Azië benadrukten dat het resultaat van de bijeenkomst uit ‘meer markt, meer dictatuur’ bestond. Er werd bevestigd dat er een machtsverschuiving is waarbij president Xi Jingping zich opwerpt als de nieuwe sterke man. Mogelijk zal de Chinese leiding wel nog voorzichtig zijn over hoe ver het gaat, de val van de Sovjetunie blijft het Chinese regime achtervolgen.
De ontwikkelende wereldmacht van China kwam er door de grotere economische macht. Sommige economen voorspellen dat China in absolute termen tegen 2020 de grootste economie ter wereld kan worden. Dat kan doorkruist worden door bewegingen van de Chinese werkende bevolking, maar de positie van de VS als de belangrijkste wereldmacht wordt wel steeds meer bedreigd. Robert Bechert wees in de afronding van de discussie op de stakingsacties in China, de delokalisering van productie uit China omwille van de gestegen lonen en de transportkosten alsook op de enorme buitenlandse reserves van 3.600 miljard dollar. De ontwikkelingen van China kunnen nog heel wat richtingen uitgaan.
Peter Taaffe stelde dat een verderzetting van de economische vooruitgang van China gevolgen zal hebben op militair, diplomatisch en politiek vlak. Dat bleek in de recente confrontaties rond de betwiste eilanden in de zeeën rond China. De rechtse regering in Japan wil de nationale belangen in de regio versterken en geniet daarbij Amerikaanse steun, de VS wil immers een tegengewicht voor China in Azië. Wij moeten in ons programma de nodige gevoeligheid aan de dag leggen voor de nationale kwestie, maar zijn uiteraard tegen chauvinisme gekant.
In de discussie werd ook gewezen op de vertraging van de Australische groei als gevolg van een dalende vraag naar grondstoffen vanuit China. Er was een economie met twee snelheden in Australië met een stagnatie van de industrie in het oosten van het land en een groei in andere delen waar er grondstoffen zijn. Australië zal niet aan de nieuwe economische situatie in Azië ontsnappen.
De afname van de wereldhandel is een uitdrukking van de omvang van de crisis. Er zijn discussies over een nieuw handelsakkoord tussen Europa en de VS, het Transatlantic Trade and Investment Partnership (TTIP). Er zijn ook gesprekken over een akkoord rond de Stille Oceaan (Trans-Pacific Partnership – TPP). Vlak na de bijeenkomst van het IEC stemde de Wereldhandelsorganisatie in met een nieuw handelsakkoord, maar dit was beperkter dan verhoopt. Op papier zijn de nationale regeringen voorstander van handelsakkoorden, maar de spanningen tussen en binnen handelsblokken vertragen de mogelijkheden om tot zo’n akkoorden te komen. Akkoorden zijn gericht op het versterken van het neoliberale beleid en bevestigen de neerwaartse spiraal.
Rond Afrika en Latijns-Amerika waren er specifieke discussies op het IEC. In deze discussie werd wel al kort gewezen op de volatiele situatie op beide continenten en op de mogelijkheden voor marxisten. Na de mijnwerkersstaking is de arbeidersklasse op het politieke toneel gekomen, onder meer met de vorming van de Workers and Socialist Party (WASP). Sinds de discussie op het IEC is Mandela overleden waarbij de huidige ANC-leiders met hem werden vergeleken en daarbij bijzonder zwak naar voor kwamen. Het wijst op een afbrokkeling van de loyaliteit van veel arbeiders voor het ANC sinds het einde van de apartheid.
Onze overwinning in Seattle heeft wereldwijd gevolgen, maar de massa’s hebben tijd en ervaringen nodig om tot uitgewerkte revolutionaire conclusies te komen. Er was wat discussie over de Amerikaanse arbeidersbeweging. De gevestigde vakbonden stagneren, terwijl organisaties die opkomen voor een minimumloon van 15 dollar per uur steun vinden voor hun standpunten en de acties die ze organiseren.
Economisch gezien zijn de omstandigheden vandaag gelijkaardig als die van de jaren 1930, maar het bewustzijn loopt ver achterop. Dat is ook het geval in de landen waar de crisis het hardste toeslaat (Griekenland en Zuid-Europa). De gevolgen van het besparingsbeleid zijn duidelijk in Europa. Recent werd dit bevestigd door een rapport van het Rode Kruis. (maar meer over Europa volgt in een verslag van de discussie over Europa op het IEC). Er is geen duidelijk uitgewerkt idee van hoe we tot verandering van samenleving kunnen komen en hoe het socialistisch alternatief kan opgebouwd worden. Dit leidt onvermijdelijk tot een lang uitgerokken proces van revolutie. Nochtans is dit een van de turbulente tijden in de menselijke geschiedenis en dat alle vlakken: economisch, politiek, ecologisch en militair.
De kapitalisten zijn op langer termijn niet in staat om de problemen van het privaat bezit van de productiemiddelen en de nationale tegenstellingen te overstijgen. Wij stelden dat de natiestaten zichzelf opnieuw zouden opwerpen doorheen de crisis en dit is effectief gebeurd, ook in Europa. Internationaal worden nieuwe muren en grensafsluitingen opgetrokken.
De gebeurtenissen in Brazilië, Zuid-Afrika en de VS tonen het enorme potentieel voor het CWI. We hebben slechts beperkte krachten, maar kunnen effecten hebben die onze omvang te boven gaan. In de komende periode zullen er grote mogelijkheden zijn voor de arbeidersklasse en wij zullen daarbij aanwezig zijn. We gaan naar een spannende nieuwe periode waarin we zullen vooruitgaan als we vertrekken van duidelijke perspectieven en stoutmoedige activiteiten.