Your cart is currently empty!
Tag: PTB
-
Waarom is het in Wallonië en Brussel niet tot progressieve coalities gekomen?

Dirk De Block, lijsttrekker van PTB in Molenbeek. Foto: Jean-Marie Ondanks de belangrijke campagne van het Waalse ABVV voor “linkse coalities waar deze mogelijk zijn,” zijn alle onderhandelingen voor gemeentelijke coalities tussen PS en PTB op de klippen gelopen. De vakbond verzette zich tegen coalities van PS en MR door te pleiten voor “progressieve meerderheden” van PS, PTB en Ecolo tegenover het besparingsbeleid van de rechtse regering. Artikel door Boris (Brussel).
Slecht toneel van de PS in Luik en Charleroi
Willy Demeyer, de PS-burgemeester van Luik, gaat in zee met de MR en maakte een einde aan de gesprekken met de PTB. Hij zei: “De PTB was niet in staat om de haalbaarheid en de financiering van haar voorstellen aan te tonen. De oplossingen bestonden hierdoor uit meer schulden, massale belastingen en een opstand tegenover andere beleidsniveaus.” Hetzelfde argument viel bij Paul Magnette in Charleroi te horen: het programma van de PTB zou van elke inwoner van Charleroi 2.000 euro extra taksen vereisen. Op hetzelfde ogenblik voerde Magnette de echte onderhandelingen met Ecolo.
In Luik en Charleroi voerde de PS een slecht toneel op om de PTB te dumpen. De onderhandelingen hadden niet als doel om een akkoord te sluiten, maar om aan te tonen dat de PTB niet in staat is “om haar verantwoordelijkheid te nemen” en om te bewijzen dat het programma van de PTB “onbetaalbaar” is. Deze georkestreerde campagne van de PS heeft als doel om een stem voor de PTB in mei 2019 als ‘verloren’ voor te stellen. De PS doet hiermee het werk van rechts bij de verdediging van TINA: ‘There is No Alternative’ op het besparingsbeleid.
En in Molenbeek?
Was dit ook het geval in Molenbeek of in andere gemeenten waar de PTB noodzakelijk was om de MR naar de oppositie te verwijzen? We hebben daar onze twijfels over, zelfs indien achteraf elke partij stelde dat de andere niet tot een akkoord wilde komen. Jammer genoeg trok de PTB in Molenbeek de stekker uit de gesprekken nadat Ecolo was vertrokken. Het leek alsof het vooral ging om de verdeling van de schepenposten. Dat is een fout: het discussiepunt moest het programma zijn. Catherine Moureaux beweert dat ze geen enkel punt uit de onderhandelingsnota van de PTB heeft afgewezen.
Los van die discussie is het duidelijk dat de PTB geen onderhandelingsnota had waarin de lat te hoog lag. Er was een programma van 5,3 miljoen euro uitgaven en bijkomende inkomsten voorzien: 1.000 sociale woningen op zes jaar (terwijl er 17.000 gezinnen op de wachtlijst staan), een gratis schoolkit bij de start van het schooljaar, opnieuw gratis naschoolse kinderopvang (de vorige coalitie van MR, CDH en Ecolo had dit betalend gemaakt), de aanwerving van 20 personeelsleden in de gemeentelijke scholen en een sport- of cultuurcheque voor adolescenten.
Dit alles zou betaald worden door de lonen van de schepenen te beperken tot 6.000 euro bruto, het schrappen van een schepenpost en de verhoging van een reeks taksen, niet op alle inwoners van Molenbeek maar op kantoorruimtes, GSM-masten, reclame, zelfscankassa’s van supermarkten, leegstaande woningen, braakliggende terreinen, de oppervlakte en parkings van grote winkels en bedrijven.
De val van onderhandelingen in achterkamers vermijden
De PTB had vergaderingen kunnen organiseren waarop de bewoners en personeelsleden van de gemeente uitgenodigd werden. Daar had de discussie kunnen gevoerd worden over wat een sociaal noodplan in Molenbeek moet inhouden. Het had ook een goede manier geweest om zich niet te laten opsluiten in een agenda van geheime onderhandelingen en om een actieve mobilisatie rond het sociaal noodplan voor te bereiden, een noodzakelijke stap om een gunstige krachtsverhouding op te bouwen.
Het gemeenschappelijk vakbondsfront heeft in Brussel een actieplan voor het personeel van de gemeenten, OCMW’s en publieke ziekenhuizen. Daarmee eist het een loonsverhoging van 10%, arbeidsduurvermindering met behoud van loon en bijkomende aanwervingen, een campagne van statutaire benoemingen, … Deze eisen zullen aan elk nieuw gemeentebestuur voorgelegd worden. Ze hadden een nuttige basis kunnen vormen voor gelijk welke onderhandeling over een progressief gemeentebestuur.
De PS verklaarde voorstander te zijn van een vierdagenwerkweek en een verhoging van het minimumloon tot 14 euro per uur. Op 8 november passeerde een betoging van het Brussels vakbondsfront langs de kantoren van de PS, waar Laurette Onkelinx naar buiten kwam en verklaarde de looneisen van de vakbonden te steunen. De PS dwingen om deze beloften te concretiseren in Molenbeek, had duidelijk kunnen maken hoe de PTB voor het verschil zorgt. Het zou niet volstaan om alle sociale problemen aan te pakken, maar het zou enthousiasme in de arbeidersbeweging creëren over de mogelijkheid van een breuk met het besparingsbeleid van de regering-Michel in de verkiezingen van mei. Als de PS niet bereid was om dit op lokaal vlak te concretiseren, was eens te meer duidelijk gemaakt dat het om holle beloften gaat.
Een front van rebelse gemeenten
In de gemeenten en op alle andere machtsniveaus is er een nooit geziene desinvestering. Dit zorgt overal voor tekorten: in de sociale huisvesting, kinderopvang, scholen, … Molenbeek is de voorbije jaren bijzonder hard geraakt. De gemeente werd onder financiële voogdij van het Brussels Gewest geplaatst dat een drastisch besparingsbeleid oplegde. Er kwam geen enkele nieuwe job bij en wie vertrok, op pensioen of voor andere redenen, werd niet vervangen. Het Brussels Gewest trad tegenover de gemeente Molenbeek op zoals de Europese Unie dit tegenover het Griekse volk deed.
Er is nood aan een massale publieke investering. Dat vereist het stopzetten van de transfer van publieke middelen naar de winsten van de bedrijven en naar de superrijken. De fiscale middelen van de gemeenten zijn beperkt. Op lokaal vlak moet het financieel keurslijf doorbroken worden. Daartoe is er nood aan een front van rebelse gemeenten tegenover de hogere overheden. Dat is hoe we ons strijdprogramma met Gauches Communes in Sint-Gillis opgebouwd hadden. De PTB nam deze benadering niet op, terwijl het noodzakelijk is om de bevolking voor te bereiden op de onvermijdelijke aanvallen na de gemeenteraadsverkiezingen.
In de onderhandelingsnota van de PTB in Charleroi stonden heel wat maatregelen die gelijklopen met de voorstellen in Molenbeek, maar aangepast aan de situatie in Charleroi. Het is positief dat er in deze nota ook elementen stonden die ingaan tegen het besparingstraject dat door hogere overheden aan de gemeenten wordt opgelegd. De PTB stelde dat een progressieve meerderheid in Charleroi het voortouw kon nemen van een reeks steden en gemeenten die samen opkomen voor een verhoging met 15% van de toelagen van het Waals Gewest aan de gemeenten.
Dat is het startpunt van rebelse linkse meerderheden die ingaan tegen het financiële keurslijf door te bouwen aan een krachtsverhouding. Jammer genoeg kwam deze “opstand tegen andere beleidsniveaus” niet aan bod bij de onderhandelingen in Molenbeek of Zelzate. Is het omdat er daar echt geprobeerd werd om tot een akkoord te komen? Links mag zich niet beperken tot enkele welkome maatregelen in de marge, het moet gaan voor echte verandering.
De rechterzijde en de werkgevers zijn blij dat er geen progressieve meerderheden komen in Wallonië en Brussel. De campagne om links voor te stellen als rampzalig voor de economie is al opgestart. In de verkiezingen van mei kunnen we stemmen voor een regering van de miljonairstaks. Een perspectief van zo’n regering zou op een harde reactie van de kapitalisten botsen. Een miljonairstaks zou tot sabotage in de vorm van kapitaalvlucht leiden. We moeten nu al duidelijk maken dat er voor zo’n maatregel een socialistisch programma nodig is met de niet-betaling van de publieke schulden, de nationalisatie van de banken en meer algemeen het inzetten van het wapen van de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie als antwoord op de patronale reactie.
-
Kunnen progressieve meerderheden het besparingsbeleid stoppen?

Foto: Wilfried In aanloop naar de lokale verkiezingen later dit jaar en de parlementsverkiezingen in mei volgend jaar, verschuift de nadruk van de discussie over hoe we de besparingen kunnen stoppen zich van het sociale naar het politieke terrein. Eind 2017 deed het Waalse ABVV een oproep voor progressieve meerderheden op regionaal vlak. Op 1 mei werd opgeroepen tot een nieuw sociaal pact. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die oproepen geen dode letter blijven?
Artikel door Alain (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Een linkse meerderheid in Wallonië?
Volgens een peiling van Le Soir in februari halen PS, PTB en Ecolo samen ongeveer 50% van de stemmen. De doorbraak van de PTB en het gedeeltelijk herstel van Ecolo versterken de discussies over de mogelijkheid van een alternatieve meerderheid. De reacties van de verschillende partijen op die discussie waren uiteenlopend.
Ecolo verklaarde dat het noch links noch rechts is, zonder uit te leggen wat dit concreet wil zeggen op vlak van programma en economisch beleid. De PS reageerde anders. Die partij staat onder druk van de leden van de Gemeenschappelijke Actie (ABVV en socialistische mutualiteit) om een ander beleid te voeren en dit op een ogenblik dat het de laatste hand legt aan de eigen ‘ideeënwerf’ en nog aan het bekomen is van de affaires Publifin en Samusocial. De PS heeft de deur van een progressieve meerderheid niet meteen dichtgegooid, maar baseerde haar dubbelzinnig antwoord op de houding van de PTB, die de komende jaren geen regeringsverantwoordelijkheid wil opnemen, om op te roepen tot een ‘nuttige linkse stem’.
Wat is de politieke ruimte en welk programma is nodig?
Een grote meerderheid van de bevolking wil een ander beleid. Of het nu gaat om de pensioenen of de werkdruk, veel mensen kunnen zich niet vinden in de projecten en de visie van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en de regering. Honderdduizenden mensen kwamen in actie tegen de sociale afbraak van de rechtse regering. Een discussie over hoe we deze strijd politiek vertalen, is dan ook belangrijk.
Het sociaal verzet moet zich laten horen door economische en sociale eisen centraal in het politieke debat te plaatsen. Dat gebeurt niet enkel door politieke vertegenwoordigers naar het parlement te sturen. De werkende klasse heeft nood aan verkozenen die een programma en eisen verdedigen die breed bediscussieerd worden in de samenleving. De oproep van het ABVV in Charleroi en Zuid-Henegouwen in 2012 ging in die richting. Die oproep ging gepaard met het uitwerken van een reeks eisen die als basis konden dienen voor kandidaten die onze stem en steun vragen.
In zijn toespraak op 1 mei had Robert Verteneuil, de toekomstige ABVV-voorzitter, het over de nood aan een nieuw sociaal pact. In zijn laatste boek en in toespraken verwijst ook Elio Di Rupo hiernaar. Met de honderdduizenden die zich actief tegen het asociale beleid verzetten, moeten we zien wat mogelijk is. Het is één zaak om iets op papier te zetten, het is iets anders om een krachtsverhouding op te bouwen om het ook effectief af te dwingen en politieke partners te vinden. Het afdwingen van zelfs beperkte sociale hervormingen – zoals de intrekking van de verhoging van de pensioenleeftijd, een minimumloon van 14 euro per uur en collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies – zou de krachtsverhoudingen veranderen en hernieuwd zelfvertrouwen aan de arbeidersbeweging geven om deze stappen vooruit te consolideren met echte maatschappijverandering. Zoniet zullen kapitalisten steeds proberen om sociale verworvenheden terug af te bouwen zodra de krachtsverhoudingen veranderen.
De oproep voor progressieve meerderheden kan gebruikt worden om de discussie aan te gaan over zowel onze eisen als de methoden om ze af te dwingen. Het is immers niet omdat linkse partijen een regering vormen dat er ook automatisch een links beleid gevoerd wordt. Daarvoor is er meer nodig: een breuk met de neoliberale besparingswoede, wat iets anders is dan ‘besparingen light’. De eisen uit de pensioenkrant (minimumpensioen van 1500 euro, pensioen van 75% van het laatste loon, …), een kortere arbeidsweek, een massaal plan van publieke investeringen in openbare diensten, … zouden een goed vertrekpunt zijn en kunnen geconcretiseerd worden in de kiescampagnes. We kunnen alle militanten gebruiken om het terrein voor te bereiden op zo’n breuk en te bouwen aan een beweging waarmee we het kunnen realiseren.
-
Draai naar links door PS: paniekreactie op de opmars van de PTB of is er meer aan de hand?

Foto: PPICS Wat gebeurt er toch bezuiden de taalgrens? De regeringen van Brussel en Wallonië blokkeren het Europees-Canadees handelsverdrag (CETA), nochtans nog maar een lauw opstapje vergeleken bij het nog veel meer gecontesteerd Transatlantische Verdrag (TTIP). De PS haalt arbeidsduurvermindering en economische democratie van onder het stof, traditionele eisen van de arbeidersbeweging die al tientallen jaren verbannen waren naar de programma’s van de radicale linkerzijde. Is het slechts paniek omwille van de opmars van de PTB of is er meer aan de hand?
Artikel door Eric Byl voor de novembereditie van ‘De Linkse Socialist’
Platgelopen paden van de traditionele politiek worden verlaten
Het kerstprogramma (1945) van de CVP, van de wederopbouw na WOII, droeg de titel “Wie zal de bouwmeester zijn?” Zo wierp de CVP zich op als ‘leider van de natie.’ Ze kon dat, zoals veel andere traditionele partijen in Europa, omdat een deel van de gigantische welvaartstoename van de naoorlogse bloeiperiode besteed werd aan het afkopen van sociale vrede. Dat moest door de sterkte van de arbeidersbeweging en het bestaan van een alternatief systeem onder de vorm van de stalinistische karikaturen van socialisme in het Oosten. Dat dit niet de regel maar de uitzondering was, bleek vanaf de crisis in het begin van de jaren ’70. Massale structurele werkloosheid deed toen blijvend haar intrede en kapitaalbezitters eisten dat de winsten gevrijwaard bleven ten koste van lonen, arbeidscondities en sociale uitgaven.
Alle traditionele partijen, ook de volkspartijen, de sociaaldemocratie en in Italië zelfs de communistische partij, aanvaardden dit, zelfs als daarvoor ideologie en programma overboord moesten. Het holde hun autoriteit uit en leidde onder andere in Vlaanderen tot politieke versplintering. De besparingspolitiek leverde echter slechts een nieuwe Grote Recessie (2008-2009) op. Dat traditionele politici geen oplossingen bieden werd steeds duidelijker, niet voor de klimaatcrisis, de vluchtelingenstroom, de militaire conflicten of de relance van de wereldhandel, noch voor kansarmoede, mobiliteit, het nationale vraagstuk, tewerkstelling, vergrijzing, …
Dat is waarom steeds meer mensen de platgelopen paden van de traditionele politiek verlaten. Eerst kanaliseerden vooral rechtse en extreemrechtse populisten dat. Schatrijk of met schatrijke sponsors, beschikken ze over middelen om de woede af te leiden naar “werkloze profiteurs”, “economische vluchtelingen”, “luie zuiderlingen”, … Het is een belangrijk en gevaarlijk verschijnsel, maar vooral gebaseerd op wie individueel een oplossing zoekt en niet uitkijkt naar maatschappelijke krachten. Veel belangrijker is dat ook maatschappelijke groepen de traditionele politiek de rug toekeren. Het verklaart de opkomst van nieuwe linkse formaties die een reële bedreiging vormen voor de kapitalistische heerschappij omdat hun aanwezigheid sociale actie stimuleert en hoop doet opleven. Syriza in Griekenland, tot de leiding helaas door de knieën ging. Podemos in Spanje, Die Linke in Duitsland, de Socialistische Partij in Nederland, Anti Austerity Alliance – People Before Profit in Ierland, … Het fenomeen verspreidt zich als een olievlek. Peilingen geven aan dat de PVDA-PTB, zeker in Wallonië (16%) en Brussel (11%), haar plaats in dat rijtje opeist.
Bocht naar links bij de PS?
Dat ze er bij de PS niet gerust in zijn, zal wel. De toepassing van een vierdagenweek aan het loon van een vijfdagenweek voor het gemeentepersoneel van Sint-Joost en sommige amtenaren ouder dan 60 in Wallonië, moet aantonen dat de PS niet alleen praat over arbeidsduurverkorting, maar het uitvoert. Natuurlijk zal de PS dat niet uitbreiden naar alle werknemers van de openbare diensten of opleggen aan de privé. Het mag de vakbonden er niet van weerhouden die eis in te zetten als centraal strijdmiddel tegen de werkloosheid in alle sectoren.
Haar voorstel voor ‘dubbelmacht’ in de bedrijven, waarbij de raad van bestuur haar beslissingsrecht moet delen met een raad van werknemers, ziet de PS wellicht als pasmunt om niet te moeten spreken over socialisme. Er is een reëel gevaar dat dit leidt tot klassencollaboratie of medebeheer zoals in Duitsland. Maar strijdbare delegaties kunnen het ook aangrijpen om de macht van de aandeelhouders te betwisten en het omvormen tot een feitelijk vetorecht voor de arbeiders. Het zou in dat geval niet lang duren vooraleer de aandeelhouders hun biezen pakken. Nationalisatie zonder schadeloosstelling onder controle van de gemeenschap en de arbeiders zou dan de enige uitweg zijn. Als het de PS echt menens was, waarom dan niet beginnen bij Caterpillar?
Maar er speelt nog wat anders. In Griekenland werd PASOK electoraal van de kaart geveegd. De Nederlandse PvdA zou van 38 naar 10 zetels terugvallen. De Spaanse PSOE werd ingehaald door Podemos. Hollande in Frankrijk haalt wellicht de tweede ronde van de presidentsverkiezingen niet. De sociaaldemocratie zit in een diepe crisis terwijl de trend naar links zich uit in allerlei varianten van nieuwe formaties. Sinds kort is die trend zo sterk geworden dat Sanders in de VS in staat was een ‘politieke revolutie’ op gang te trekken via de voorverkiezingen van de Democratische partij. In het Verenigd Koningkrijk vond die trend een uitlaatklep via Corbyn in de voorzittersverkiezingen van Labour.
Met de afgrond voor ogen komen sommige sociaaldemocraten tot inkeer, ook al omdat steeds meer burgerlijke commentatoren eveneens pleiten voor een politiek van publieke investeringen. In Nederland werpt een backbencher zich plots op als linkse kandidaat voor het PvdA-lijsttrekkerschap. In Spanje organiseert de rechtervleugel van de PSOE een coup tegen partijleider Pedro Sanchez uit ongenoegen om diens weigering een PP-minderheidsregering toe te staan. In Franstalig België gooit de partijtop van de PS zelf het stuur fors om. Terwijl Corbyn de uitdrukking werd van een beweging van onderuit, is hun draai veeleer een wanhopige overlevingspoging van bovenaf. In tegenstelling tot Sanders of Corbyn genieten ze niet van een reputatie van standvastigheid, geloofwaardigheid en integriteit. Het is bijgevolg verre van zeker hoever ze ermee zullen geraken, maar dat de crisis van de sociaaldemocratie een nieuwe fase intreedt, is onbetwistbaar.
LSP zal iedere stap vooruit voor de arbeidersbeweging, hoe klein ook, blijven ondersteunen, maar niet zonder te waarschuwen voor valse illusies. De beste garantie tegen ontgoocheling door het niet nakomen van valse beloftes, is door de beweging van onderuit op te bouwen en democratische inspraak te eisen op elk niveau. Zeker in de PS, maar ook in de vakbond en de PVDA ligt er wat dat betreft nog heel wat werk voor de boeg.
-
Na groeiend protest zit CETA vast. Nu doorzetten tegen de dictatuur van de multinationals!
Op donderdag 20 oktober, nog voor het ultimatum van de Europese Commissie, vernam de internationale media dat de Waalse regering vasthoudt aan haar verzet tegen CETA, het vrijhandelsakkoord tussen de EU en Canada. Zonder goedkeuring door de Waalse regering staat heel het project op de helling. En misschien zelfs meer… De voorzitter van de Europese Commissie, Donald Tusk, waarschuwde dat “CETA wel eens het laatste handelsakkoord kan zijn indien we de mensen niet overtuigen dat we onderhandelen om hun belangen te verdedigen.” De voorzitster van Open VLD, Gwendolyn Rutten, volgde het standpunt van werkgeversfederatie VOKA: “De federale regering moet CETA goedkeuren, zelfs indien dit leidt tot een institutionele crisis.”
Artikel door Nicolas Croes
Wie blokkeert?
Paul Magnette verklaarde in het Waals Parlement over de laatste onderhandelingen met de EU dat er “belangrijke vooruitgang geboekt was, onder meer over de landbouw. Maar er blijven moeilijkheden overeind, vooral met betrekking tot de arbitrage” (waarbij conflicten tussen staten en multinationals voor een bijzondere rechtbank komen) en inzake de openbare diensten. Een andere bron van gerechtvaardigde vrees is dat CETA wel eens als ‘paard van Troje’ zou kunnen dienen om TTIP, het vrijhandelsakkoord tussen de VS en de EU, erdoor te krijgen. Amerikaanse bedrijven zouden met CETA via Canadese filialen kunnen werken.
Een akkoord is dus niet mogelijk? Volgens de minister-president van het Waalse Gewest bestaat de enige mogelijkheid uit het “heropenen van de onderhandelingen over een verdrag dat nu pas ontrafeld wordt. We moeten enkele extra weken nemen om dit verdrag te analyseren, het heeft immers een grote invloed op het leven van miljoenen mensen en dit gedurende verschillende jaren.” In Le Soir van 21 oktober verklaarde een bron die anoniem wenste te blijven: “Als je erover nadenkt, is het opmerkelijk hoeveel Wallonië op enkele dagen heeft kunnen binnenhalen terwijl het zijn ongenoegen al meer dan een jaar uit. Dat is een reden te meer om vol te houden.” Volhouden tot er uiteindelijk toch een compromis komt? Dat valt nog af te wachten. Maar voorlopig lijkt de Waalse regering niet te buigen.
Maar wie blokkeert er nu echt?
In La Libre stelde Corentin de Salle, wetenschappelijk directeur van het Centrum Jean Gol (MR), met de nodige woede dat dit te maken heeft met het “langdurige en ongetwijfeld efficiënte werk” en de “propaganda” van NGO’s, consumentenorganisaties en kleine producenten, vakbonden en politieke organisaties. Samen met de electorale druk van de PTB (die volgens peilingen de derde partij van Wallonië en Brussel wordt) heeft dit PS en CDH tot een opmerkelijke bocht gedwongen waarbij de passieve opstelling tegenover de EU en het neoliberale project verlaten werd. “Een kat in het nauw maakt rare sprongen,” wordt wel eens gezegd. Maar het gaat verder dan dat.
In september waren er in Duitsland 320.000 betogers tegen TTIP en CETA. Amper 20% van de Duitsers staat nog positief tegenover de vrijhandelsverdragen. Ook in Frankrijk groeit het verzet tegen deze projecten. Waar de eerdere acties tegen TTIP in België een duizendtal mensen op de been bracht, waren het er op 20 september meer dan 10.000. In Ierland, Oostenrijk, Slovenië of nog in Polen waren er eveneens protestacties die druk zetten op instellingen die doorgaans nochtans enthousiast de belangen van de multinationals verdedigen. Een Europese petitie verzamelde maar liefst 3 miljoen handtekeningen, een nooit eerder gezien aantal.
Steeds minder mensen zijn ervan overtuigd dat we in een democratie leven. De beperkte democratische verworvenheden die we door strijd afdwongen, worden nu één voor één afgebouwd. De woede neemt toe. Wat rond dit dossier gebeurt – los van de vraag of de Waalse regering uiteindelijk al dan niet plooit – toont het potentieel van een consequent activisme en mobilisatie van de publieke opinie. Het is een aanmoediging om een ernstige mobilisatie op te bouwen voor een krachtsverhouding waarmee we niet alleen de neoliberale verdragen maar heel dit systeem naar de prullenmand verwijzen.

Actief Linkse Studenten op de betoging tegen TTIP en CETA op 20 september. Foto: Liesbeth
