Foto: Flickr/crosby_cj“Een privatisering van de NMBS is niet uitgesloten,” stelde N-VA-minister Johan Van Overtveldt op de nationale radio. De regering besliste om alle overheidsparticipaties te bekijken en Van Overtveldt wilde meteen de toon zetten.
Premier Michel floot Van Overtveldt terug: een privatisering van de volledige NMBS is nog niet aan de orde. Wellicht wil de regering het bedrijf eerst verder opsplitsen om hapklare winstgevende delen zonder schuldenlast aan de privé te verkopen voor een vriendenprijs. Ondertussen wordt ook het personeelsstatuut in de openbare sector afgebouwd om toekomstige privatiseringen gemakkelijker te maken. Een onmiddellijke privatisering van de NMBS is niet aan de orde, een volledige verkoop van Bpost en Proximus wel.
Het liberale privatiseringsopbod, waar CD&V bij monde van Kris Peeters volledig in meestapt, is een aanval op de openbare dienstverlening, het personeel en de gebruikers. Het argument van de afbouw van de staatsschuld door de verkoop van overheidsbedrijven en -participaties klopt niet: de dividenden van Bpost, Proximus, Belfius en BNP Paribas leverden de overheid vorig jaar 890 miljoen euro op. De besparing op intresten na een verkoop van deze overheidsparticipaties zou 600 miljoen bedragen. Le Soir: “Welke goede huisvader zou een appartement dat hem 900 euro per maand opbrengt verkopen om elders 600 euro te besparen?” (26 augustus). Het gaat kortom om een bewuste politieke keuze om overheidsparticipaties af te bouwen.
Publieke bedrijven kunnen de gemeenschap toelaten om “KMO’s te financieren via Belfius, investeringen te doen in de infrastructuur met Proximus of openbare dienstenverlening aan de burger te bieden met Bpost. (…)” (Le Soir, 26 augustus). Dienstverlening aan de werkenden en de gemeenschap in het algemeen is echter niet wat de rechtse regering voor ogen heeft. Alexander De Croo (Open VLD) heeft de mond vol van “efficiëntie”, voor liberalen een synoniem voor private winstgevendheid. Tussen 2008 en 2015 verdwenen 7.000 van de 30.000 jobs bij Bpost. In ongeveer dezelfde periode verdwenen de helft van de 1.300 postkantoren. De prijs voor een postzegel nam sinds 2006 toe van 0,46 naar 0,79 euro. ‘Efficiënt’ voor de aandeelhouders en hun politieke vertegenwoordigers, nefast voor het personeel, de gebruikers en de gemeenschap.
Bij de aankondiging van de mogelijke volledige privatisering van Bpost en Proximus eerder dit jaar, gaf De Croo een argument om dit voor de NMBS nog niet te doen: het zou op teveel sociale onrust botsen. Voor de rechtse partijen gaat een privatisering ook om het breken van de arbeidersbeweging. Door tijdens de spontane stakingsgolf van de zomer van 2016 het personeel aan zijn lot over te laten en communautair te verdelen, hebben de vakbondsleidingen heel wat vertrouwen onder de basis verloren. De liberale partijen maken van dat moment gebruik om de discussies over minimale dienstverlening en privatisering op de agenda te zetten.
Verzet is noodzakelijk. Niet enkel defensief tegen het gebrek aan investeringen waarmee een privatisering wordt voorbereid, maar ook offensief. Openbaar vervoer is belangrijk als alternatief op het fileleed en voor een ecologisch mobiliteitsbeleid. In plaats van dit aan de private winsthonger op te offeren, zijn er meer publieke middelen nodig. Daarvoor is er nood aan een brede strijdbeweging en een politiek alternatief dat vertrekt van de behoeften van de meerderheid van de bevolking en bereid is om dat te koppelen aan maatschappijverandering.
Het stadsbestuur van Sint-Niklaas wil in het kader van een besparingsoperatie de afvalophaling privatiseren. In plaats van dit met de stad te organiseren, zou een intercommunale verantwoordelijk worden om private bedrijven de afvalophaling toe te kennen met als doel te besparen. Dat betekent uiteraard dat personeel en dienstverlening onder vuur zouden komen. Het protest hiertegen kan op een brede steun rekenen. De vakbonden vertaalden die steun in een campagne voor een referendum waarbij ze een overgrote meerderheid ja-stemmen wonnen.
Artikel dat in onze oktoberkrant zal verschijnen
Het stadsbestuur van Sint-Niklaas, een coalitie van N-VA, SP.a en Groen, besliste echter om de uitslag van het referendum naast zich neer te leggen. Ze haalden als argument aan dat de opkomst van 17,6% van de stemgerechtigden te laag was. Dat 10.533 mensen het nodig vonden om te gaan stemmen, waarbij 8.868 mensen voor een stedelijke afvalophaling kozen, wordt genegeerd. Het stadsbestuur had er alles aan gedaan om de opkomst laag te houden: er werd opgeroepen om niet te stemmen en het aantal stemkantoren werd beperkt tot vijf.
De lokale SP.a, geleid door Freddy Willockx, levert de voorzitter van de intercommunale die de privatisering in goede banen moet leiden. Groen pleit in verkiezingsprogramma’s voor meer inspraak en betrokkenheid van de bevolking. Eens de partij aan de macht is, geldt een andere praktijk. De N-VA van burgemeester Lieven Dehandschutter benadrukte dat 85% niet stemde of tegen stemde. Met 4.329 voorkeurstemmen voor Dehandschutter kan opgemerkt worden dat ongeveer 55.000 inwoners van Sint-Niklaas niet of tegen hem stemden.
Het referendum zorgde ervoor dat de bonden actief campagne voerden om de steun die ze genoten te mobiliseren. Het is het eerste voorbeeld van een lokale strijd tegen het besparingsbeleid en dus van groot belang. Alle gemeenten en steden plannen besparingen. In Antwerpen werd al aangekondigd dat 1.420 jobs verdwijnen en dat wordt gesnoeid in onder meer de sociale sector. De gevolgen zijn groot: minder middelen voor jeugdwerk, afschaffing bos- en zeeklassen,… Met de campagne en het resultaat in Sint-Niklaas is duidelijk gemaakt dat een breed gedragen verzet tegen het besparingsbeleid mogelijk is.
Tegelijk werd duidelijk dat we daarbij niet op de officiële linkerzijde kunnen rekenen. Als analisten nog eens redenen zoeken waarom SP.a en Groen electoraal zo slecht scoren, kunnen ze in Sint-Niklaas snel een antwoord vinden: van een linkerzijde die vooraan staat in het negeren van een actieve campagne tegen privatiseringen, heeft rechts niets te vrezen. Terzijde kan opgemerkt worden dat extreemrechts verdeeld was: VB-medewerker Rob Verreycken voerde campagne om voor de privatisering te stemmen, de lokale VB-afdeling was tegen.
Een campagne met een referendum heeft sterktes maar ook beperkingen. De sterkte is in Sint-Niklaas ten volle benut: de bonden trokken naar de wijken en voerden een voorbeeldige actieve campagne. Maar ook de beperkingen kwamen tot uiting: een stadsbestuur kan een referendum naast zich neer leggen. Dat betekent echter niet dat de strijd verloren is. De steun van de afgelopen weken moet actief gemobiliseerd blijven met acties, betogingen en een uitbreiding van de strijd.
Naarmate meer gemeenten hun besparingen concreet invullen, kan het verzet ertegen aangegrepen worden om een breed front tegen de besparingen uit te bouwen. Dat kan op basis van een programma dat de oppositie tegen de lokale besparingsmaatregelen koppelt aan de overkoepelende eis voor meer middelen voor de lokale besturen om een antwoord te bieden op de vele tekorten (onder meer op vlak van kinderopvang, onderwijs, gezondheidszorg, infrastructuur, dienstverlening,…). Meer middelen zullen we niet krijgen door het lief te vragen, we zullen ervoor moeten strijden.
Is er geen andere optie dan besparen? Vanuit de heersende logica niet. Daar variëren de standpunten van zacht tot hard besparen, met eenzelfde resultaat als gevolg. In ons verzet tegen het besparingsbeleid moeten we alternatieven naar voor brengen: een lokaal beleid dat vertrekt van de belangen van de meerderheid van de bevolking en niet van de van hogerhand opgelegde tekorten. Met een mobilisatie in het kader van een democratisch opgesteld actieplan met een brede betrokkenheid van onderuit, met de actieve steun van vakbonden en linkse activisten, is het mogelijk om de druk op te voeren en een beweging uit te bouwen waarmee we overwinningen kunnen behalen.
Het gemeentebestuur van Sint-Niklaas, met een coalitie van N-VA, SP.a en Groen, wilde als onderdeel van een besparingsoperatie de afvalophaling uitbesteden aan een intercommunale organisatie die vervolgens private firma’s inzet. Voorheen werd de afvalophaling door stadspersoneel gedaan. Het personeel ging in verzet en haalde voldoende handtekeningen op voor een referendum. Op 1 september wordt in Sint-Niklaas gestemd over de vraag: “Moet het stadspersoneel instaan voor de huis-aan-huisophaling van het restafval?”
De beslissing om de afvalophaling uit te besteden, is een aanval op de arbeids- en loonsvoorwaarden van het personeel. Private afvalophalers staan niet bekend omwille van hoge lonen en voldoende personeel om de werklast binnen te perken te houden. Het feit dat het stadsbestuur de uitbesteding kadert in een besparingsoperatie bevestigt overigens dat het om een aanval op het personeel gaat.
De stad benadrukt dat er geen personeel verdwijnt en dat de dienstverlening zou blijven. Maar iedere ondermijning van de arbeidsvoorwaarden leidt onvermijdelijk ook tot een afbraak van de dienstverlening.
Door met een petitie voor een referendum naar buiten te treden, mobiliseerden de personeelsleden van de afvalophaling de brede steun en sympathie die ze genieten onder de bevolking. Ze stellen bovendien een voorbeeld van verzet tegen het lokale besparingsbeleid. Waarop wachten we nog om het ongenoegen tegenover de verschillende lokale besparingsrondes te bundelen in eengemaakt verzet?
Een overweldigende Ja-stem bij het referendum van 1 september zou het een belangrijke stap zijn voor de strijd tegen de besparingen die in alle gemeenten en steden van het land stilaan vorm krijgen.