Your cart is currently empty!
Tag: miljonairstaks
-
De linkse socialisten en vermogensbelasting
Kaaimantaks, vermogenswinstbelasting, speculantentaks, rijkentaks, miljonairstaks
dossier door Eric Byl
Overal, ook in België, staat de bereidheid om steeds minder te ontvangen voor meer inspanningen op een dieptepunt. Het levert immers geen beterschap op en het establishment blijft steeds weer buiten schot. Geen wonder dat 85% gewonnen is voor een belasting op grote vermogens. Maar hoe reëel is dat? Voor welke valstrikken moeten we opletten? Onder welke voorwaarden kunnen we een vermogensbelasting steunen?
De poging om ons verzet tegen de regeringsmaatregelen te herleiden tot een pleidooi voor vermogenstaks, hoort thuis in tekstboeken voor spindoctors. Een vermogensbelasting is welkom, maar het was niet waarvoor we de voorbije maanden staakten en betoogden. Dat was tegen de indexsprong en de loonblokkering, de ontmanteling van de openbare diensten, het uitkleden van de sociale zekerheid, het aantasten van het stakingsrecht, de verhoging van de (brug-)pensioenleeftijd, het verpauperen van werklozen, gepensioneerden, zieken en gehandicapten. Dat de grote vermogens ontsnappen, was wel een belangrijke bron van irritatie.
Het was de CD&V die kwam aandraven met een tax-shift in ruil voor sociale vrede. Sindsdien hebben de media ons er zodanig mee bestookt, dat we uit het oog zouden verliezen waar het ons om te doen was. Ze misbruiken een tekortkoming in het discours van vakbondsleiders en linkse partijen. Die vertalen het terechte ongenoegen over de toenemende ongelijkheid naar een aanklacht tegen de onevenwichtige spreiding van de besparingen en zijn dubbelzinnig of ze die mits wat meer evenwicht wel zouden aanvaarden. Voor velen is het echter nu al pompen of verzuipen en is het harde werk enkel draaglijk mits een degelijk loon.
Afschrikmiddel wordt pasmunt
Kapitaalbezitters, bedrijfsleiders en hun politici huiveren doorgaans voor vermogensbelasting. De gemeenschap moet zo goedkoop mogelijk geschikte arbeidskrachten en de nodige infrastructuur aanleveren, zorgen dat de orde bewaard blijft en voor de rest discreet zijn: geen regelneverij, geen controle op respectabele burgers, geen wetten die het vrije ondernemerschap belemmeren. Wie de creativiteit van ondernemerschap belast, vraagt erom dat ze aangewend wordt om lasten te ontwijken of te ontduiken, luidt het, dat is geen misdaad, maar een normale reflex.
Geld creëert veel mogelijkheden en dus hebben kapitalisten het aanpassingsvermogen van kameleons. De patroons en de regering beseffen dat het debat over vermogensbelasting door het actieplan van de vakbonden onomkombaar geworden is. Als het dan toch moet, nemen we beter het voortouw, denken ze. “Meer dan een symbool wordt het niet”, want “als het een paar miljard euro moet opbrengen, zal het niet enkel van de rijken komen”, waarschuwt Open VLD-voorzitster Rutten (DM 10.1.2015), maar “van u, van uw ouders en iedereen die in zijn leven gewerkt en gespaard heeft”. Rutten wil ons afschrikken, maar we houden haar orakel maar beter in gedachten. Di Rupo trok de roerende voorheffing op naar 25%. Dat was ook een ‘vermogensbelasting’, maar die trof vooral kleine spaarders.
Te ingewikkeld voor de praktijk?
Tegenstanders werpen op dat er in België geen vermogensregister bestaat en dit opstellen jaren vergt. In “De dreigende catastrofe en hoe ze bestrijden” (1917) verwijst Lenin naar een vergelijkbaar argument. Het ging toen over de nationalisatie van het bankwezen, “te ingewikkeld en onuitvoerbaar” voor de toenmalige kapitalisten. Een leugen uit eigenbelang, riposteerde Lenin. Als we Luc Coene van de Nationale Bank, liberaal van signatuur, mogen geloven, is ook het opstellen van een vermogenskadaster snel geklaard als het moet. (http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/economie/1.2186919)
De afwezigheid van een kadaster verhindert ons trouwens niet om een zicht te krijgen op de vermogensverdeling. De meest recente studie (mei 2014) van Sarah Kuypers en Ive Marx, schat het totaal vermogen op 2.300 miljard euro, iets meer dan de helft vastgoed. De 5% rijkste gezinnen zouden 32% bezitten van het totaal vermogen, evenveel als de 75% armste. Het rijkste procent zou goed zijn voor 12,37% van het vermogen, meer dan de armste 50%. Na herberekening besloot Philip Vermeulen van de Europese Centrale Bank dat de 1% rijksten zelfs 17% bezitten.
Kamikazetaks
Wat houdt onze politici dan nog tegen? Zelfs de Kaaiman- of doorkijktaks, bedoeld om offshore-structuren te doen bijdragen, werd naar de Griekse kalender verwezen. Voor 2015 zou het niets opleveren en voor 2016 120 miljoen, minder dan wat de Vlaamse regering wil innen door de verhoging van het inschrijvingsgeld voor hoger onderwijs. (http://www.dekamer.be/doc/PCRI/pdf/54/ip022x.pdf). Maar dat er iets moet komen, bevestigde een peiling van Knack en VTM in het najaar: 85% van de Vlamingen wenst een belasting op vermogens boven de 1 miljoen euro, 91% van de CD&V-kiezers, maar ook 78% van die van Open VLD en N-VA. De leugen van De Wever dat vermogens hier al zwaar belast zouden zijn, heeft niet gepakt.
Begin dit jaar werd de Franse rijkentaks afgevoerd. Aanvankelijk had het patronaat zich daartegen verzet, maar na de verkiezing van Hollande (2012), koos het een andere strategie: de taks ontmijnen. Enkel grote ondernemers moesten hem nog betalen en enkel op het stuk loon boven de 1 miljoen euro. De opbrengst verschrompelde tot 420 miljoen euro waardoor het niet langer de moeite loonde. Achter de voorstellen voor een vermogenswinstbelasting – dat is geen belasting op het vermogen zelf maar enkel op het rendement ervan – of de opening van het VBO voor een speculantentaks, moeten we evenmin meer zoeken dan een poging om een eventuele vermogensbelasting bij voorbaat te ondermijnen.
Geloofwaardigheid
Na 26 jaar machtsdeelname kwam de PS begin 2015 vanuit de oppositie met een voorstel van vermogensbelasting. Persoonlijke vermogens vanaf 1,25 miljoen euro wil ze onderwerpen aan een tarief van 0,4% oplopend tot 1,5% voor alles boven de 5 miljoen. Jaarlijks zou dat 600 tot 700 miljoen euro opbrengen. Zelfs in de veronderstelling dat ze daar vanuit de oppositie harder voor vecht dan destijds in de regering, blijven dit apennootjes in vergelijking met de besparingen die de regering Di Rupo ons deed slikken.
Dan is de ‘miljonairstaks’ van de PVDA – 1% op fortuinen boven 1 miljoen euro, 2% vanaf 2 miljoen en 3% vanaf 3 miljoen – met een verhoopte opbrengst van 8,7 miljard euro/jaar al stukken evenwichtiger. Op basis van de bestaande vermogensbelasting in Frankrijk beweert de PVDA dat kapitaalvlucht in haar voorstel beperkt zou blijven. Maar die Franse belasting bracht nooit meer op dan 4,4 miljard euro in het beste jaar, de helft van wat de PVDA wil ophalen met haar miljonairstaks en dat in een economie die 5,5 keer zo groot is. Er zullen de komende jaren wel meer bedrijven vertrekken. Stel dat één, wellicht meerdere ervan dat al dan niet terecht wijten aan de miljonairstaks. Wat zou er dan gebeuren? Patroons en politici zouden er bij de bevolking de gedachte inhameren dat links wel goed is voor het sociale, maar slecht voor de economie.
Daar niet stoppen
Verwerpt LSP een miljonairstaks? Helemaal niet, maar het is onverantwoord om niet meteen te wijzen op de beperkingen en de gevaren om onze omgeving voor te bereiden. In “Het Overgangsprogramma” (1938) schrijft Trotski: “de hele wereld was getuige van de onmacht van president Roosevelt [tijdens de New Deal als antwoord op de crisis van ’29-’33 – EB] en van de eerste minister Leon Blum [van de volksfrontregeringen in Frankrijk ’36-’38 – EB] tegenover het complot van de ‘zestig’ of ‘tweehonderd families’.” Denkt de PVDA dat de huidige ‘families’ de miljonairstaks zomaar zullen slikken? Zelfs toen de kapitalisten in Rusland al van de macht verdreven waren en de grondslagen van de geplande economie gelegd, bleef het aartsmoeilijk om hun maneuvers en sabotage te omzeilen. (zie daarvoor E.H. Carr and R.W. Davies ‘Foundations of a planned economy 1926-1929’).
De voorbije jaren keerden bedrijven gemiddeld 50% van de winst uit aan aandeelhouders. In 2013 hielden ze bovendien voor 240 miljard aan liquiditeiten aan. Er is niet eens een miljonairstaks nodig om de boycot van het patronaat op gang te trekken. De gemeenschap heeft nochtans dringend middelen nodig om te voorzien in investeringen in schoolgebouwen, spoorwegen, ziekenhuizen, bejaardenzorg, sociale huisvesting, energieneutrale publieke gebouwen, bescherming van het milieu, … Een miljonairstaks zou daarbij zeer welkom zijn, maar vereist volledige opheffing van het bankgeheim, een sluitend vermogenskadaster en de mogelijkheid om te onteigenen. Gezien hun gewicht in de maatschappij zou het absurd zijn daar niet meteen de nationalisatie van de financiële sector en de grote bedrijven onder democratische controle en beheer van de werkende bevolking aan te koppelen. Dan pas zou een miljonairstaks zijn reële betekenis krijgen: niet als illusie voor een sociaal beheerd kapitalisme, maar als overgangsmaatregel in het kader van de socialistische omvorming van de maatschappij.
-
Is Piketty een nieuwe Marx? Recensie van zijn ‘Capital in the Twenty-First Century’
Recensie door Hannah Sell
De 20% armste Britse gezinnen behoren tot de economisch meest achtergestelde Europeanen met een levensstandaard op een niveau als Slovenië en Tsjechië. De rijkste 1% daarentegen behoren tot de rijksten ter wereld. Ze zijn goed voor een derde van het totale inkomen.Ongelijkheid is een van de zaken waarin Groot-Brittannië een wereldleider is. Onder de ‘ontwikkelde’ landen moet het enkel de VS laten voorgaan inzake ongelijkheid. De schijnbaar niet te stoppen groei van ongelijkheid is een wereldwijd fenomeen. Eerder wees Oxfam er op dat de 85 rijksten in de wereld evenveel vermogen hebben – 1.700 miljard dollar – als de armste helft van de wereldbevolking (die met 3,5 miljard mensen zijn).
De ernstige strategen van het kapitalisme erkennen op vage wijze dat de toekomst van het kapitalisme bedreigd wordt door de toenemende ongelijkheid. Als zowel het hoofd van het IMF als de gouverneur van de Britse Nationale Bank stellen dat er ‘iets moet gebeuren’ omdat de ‘stabiliteit’ bedreigd is, dan is het duidelijk dat de elite steeds meer vreest voor stakingen, revolte en revoluties.
Toenemende ongelijkheid
Het is tegen deze achtergrond dat de Franse econoom Thomas Piketty zijn ‘Capital in the Twenty-First Century’ heeft gepubliceerd. Piketty werkte de afgelopen vijftien jaar met andere economen aan het werk waarbij empirisch bewijs wordt geleverd van de tendens op lange termijn van het kapitalisme om de ongelijkheid te vergroten. Piketty stelt terecht dat de economische groei in de naoorlogse periode uitzonderlijk was. Nu keert het kapitalisme terug naar een ‘normale’ situatie met ook een duidelijke tendens van groter wordende ongelijkheid. Piketty geeft een voorbeeld: “De rijkste 1% waren goed voor 60% van de toename van het Amerikaanse nationale inkomen tussen 1977 en 2007.”
Dat het kapitalisme leidt tot ongelijkheid, is geen nieuwe vaststelling. Marx stelde het meer dan een eeuw geleden al vast: “De accumulatie van rijkdom aan de ene kant is dus tevens accumulatie van ellende, kwelling van arbeid, slavernij, onwetendheid, onmenselijkheid en zedelijke ontaarding aan de andere kant.” (Het Kapitaal, http://www.marxists.org/nederlands/marx-engels/1867/kapitaal/23.htm)
Reactie
De statistische informatie van Piketty en zijn medewerkers is bijzonder nuttig. Het wordt door sommige verdedigers van het kapitalisme zelfs als een bedreiging gezien. De zakenkrant Financial Times haastte zich om de cijfers over ongelijkheid aan te vallen door in te gaan op wat een relatief kleine statistische fout lijkt te zijn en dit uit te vergroten om de algemene conclusies van Piketty te discrediteren. Het probleem daarmee is echter dat de statistische gegevens van Piketty verre van ‘revolutionair’ of ‘nieuw’ zijn, maar een trend bevestigen die al decennia duidelijk is. Piketty reageerde zelf met de stelling dat zijn boek ongelijkheid niet overdrijft. Er is integendeel onderzoek sinds de publicatie van het boek waaruit blijkt dat “de stijging van het aandeel van de rijksten in de VS in het totale vermogen de afgelopen decennia groter was dan wat ik in mijn boek aangaf.”
Sommigen ter rechterzijde probeerden Piketty te discrediteren, maar zijn boek was wel een groot succes en was in verschillende landen een bestseller. Aan de linkerzijde was er heel wat lof, zo was er de Britse vakbondsleider Len McCluskey die verklaarde “enthousiast” te zijn. Maar wie hoopt dat dit boek een overtuigende analyse brengt van waarom het kapitalisme leidt tot toenemende ongelijkheid, zal ontgoocheld worden. Wie naar een oplossing zoekt, zal die helemaal niet vinden in dit boek.
De titel van het boek doet denken aan ‘Het Kapitaal’ van Marx. Dat volstond voor heel wat commentatoren om Piketty voor te stellen als een moderne opvolger van Marx. Piketty verklaarde terecht dat dit niet is hoe hij zichzelf ziet en dat hij ‘Het Kapitaal’ zelfs nog nooit gelezen heeft. Dat is niet verrassend. Als Piketty naar Marx verwijst is het doorgaans om hem te bekritiseren en dan vaak nog op basis van een verkeerde weergave van wat Marx stelde.
Zo beweert Piketty dat “Marx net zoals zijn voorgangers de mogelijkheid van duurzame technologische vooruitgang en geleidelijk toenemende productiviteit negeerde” en dat “Marx’ theorie impliciet uitgaat van een strikte veronderstelling van een nulgroei inzake productiviteit op lange termijn.” Deze verklaringen zijn het tegendeel van de echte standpunten van Marx. Marx legde uit dat de zoektocht naar winsten de kapitalisten dwingen om met rivalen te concurreren door in wetenschap en techniek te investeren – ‘technologische vooruitgang’ – om de productiviteit te verhogen. Deze blinde zoektocht naar winst leidt tot crisis en recessie, maar het legt tegelijk ook de materiële basis voor een democratisch socialistische samenleving.
Het feit dat de investeringen vandaag op een historisch dieptepunt staan, is een indicatie van hoe het kapitalisme niet meer in staat is om de samenleving vooruit te brengen. Zoals Piketty opmerkt heeft het kapitalisme enorme rijkdom voortgebracht. Maar enkel een democratisch socialistische planning van de productie zou toelaten om de productiekrachten in te zetten om zowel de planeet te beschermen als in de basisbehoeften van de mensheid te voorzien, een taak waar het kapitalisme steeds minder in slaagt. Denk maar aan het recht op een degelijke, veilige en goedbetaalde job, huisvesting, gratis onderwijs of het recht om op 60 of vroeger op pensioen te gaan.
Marxisme
Marxisme of socialistische standpunten zijn niet aan de orde voor Piketty. Hij onderneemt geen poging om de redenen voor de kapitalistische crisis uit te leggen. Hij gaat niet in op de productie en distributie van goederen, hij beperkt zich louter en alleen tot de verdeling van rijkdom. Zijn ‘nieuwe theorie’ om de groeiende ongelijkheid te verklaren, bestaat erin dat de opbrengst op ‘kapitaal’ altijd groter is dan de opbrengst van ‘gewone inkomens’. Piketty stelt dat dit de centrale tegenstelling van het kapitalisme is. Maar hij legt niet uit waarom dit zo is.
Bovendien vergist hij zich in het gebruik van de term ‘kapitaal’. Marxisten stellen niet dat iedere vorm van rijkdom ‘kapitaal’ is, enkel de rijkdom die door de kapitalisten wordt ingezet om winsten te maken. De basis om tot die winsten te komen, is de uitbuiting van de arbeidersklasse. Als Piketty het over kapitaal heeft, doelt hij op alle vormen van rijkdom en vermogen, los van de vraag of het geïnvesteerd wordt door een kapitalist, een diamanten halssnoer of het huis van een gewone werkende is. Ook wordt de (potentiële) kracht van de arbeidersbeweging en de mogelijkheid om voor de lonen en arbeidsvoorwaarden op te komen, door Piketty niet als een factor gezien die kan bepalen welk deel van de rijkdom naar de kapitalisten gaat en welk deel naar de werkenden.
De zwakheden in het boek van Piketty zorgen ervoor dat het niet in de buurt komt van een analyse van het kapitaal in de 21ste eeuw, zelfs zijn fans moeten dit erkennen. Zo werd het boek geprezen door de voormalige Amerikaanse begrotingsminister Lawrence Summers die het boek als een ‘krachttoer’ omschrijft, maar sceptisch is over de analyses. Hij stelde: “Als ik naar de toekomst kijk, denk ik dat het belangrijkste element dat kapitaalaccumulatie en ongelijkheid verbindt, niet het verhaal van Piketty over groter wordende fortuinen zal zijn. Het moet eerder gezocht worden bij de vernietigende gevolgen van 3D-printen, kunstmatige intelligentie en dergelijke zaken die routinetaken kunnen overnemen. Er zijn nu al meer mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering dan er zijn die productief werk in de industrie doen.”
Dit is een uitdrukking van een vrees onder de kapitalisten waar Piketty totaal niet op ingaat. Nieuwe technologie zorgt ervoor dat iedere individuele werkende ongelofelijk productief wordt, maar voor iedere productieve werkende is er een groeiend aantal werklozen of ondertewerkgestelden. Dit is een recept voor economische crisis en massale sociale instabiliteit.
Het stelt ook de noodzaak voor socialisme op het voorplan. Socialisme is noodzakelijk zodat de technologie die voor het kapitalisme problematisch is, kan ingezet worden om de arbeidsweek drastisch te verlagen tot 30 uur per week of minder en dat zonder loonverlies. De strijd voor een achturendag is al even lang bezig als de arbeidersbeweging georganiseerd is, maar voor miljoenen werkenden is het nog altijd niet afgedwongen.
Piketty heeft niet het einde van het kapitalisme op het oog, hij wil het integendeel redden. Op Newsnight werd hij gevraagd of hij ongelijkheid volledig de wereld uit wilde. Hij stelde dat de armste helft van de Britten vandaag amper goed is voor 3% van de rijkdom. Dat is te weinig, stelde hij. Maar vijf of misschien acht procent, zou wel in orde zijn.
Om deze wel erg beperkte toename van gelijkheid te bekomen, wil Piketty de belastingtarieven voor de allerhoogste niveaus van inkomen optrekken tot 80% en pleit hij voor een progressieve en internationale vermogenstaks. Socialisten steunen dergelijke eisen die een brede steun kunnen vinden onder de meerderheid van de bevolking.
Maar zelfs de meest enthousiaste aanhangers van Piketty doen er lacherig over. De bekende Keynesiaanse econoom Paul Krugman, die vol lof was voor het boek, erkent: “Het is gemakkelijk om cynisch te zijn over de mogelijkheid dat zoiets erdoor komt.” Paul Mason zegt het iets scherper: “Het is gemakkelijker om een ineenstorting van het kapitalisme in te beelden dan een elite die met deze voorstellen instemt.”
Dat slaat de nagel op de kop. Piketty vestigt zijn hoop op het ‘gezonde verstand’ van de kapitalisten. Hij vraagt hen om te erkennen dat ze om hun systeem in stand te houden beter wat meer zouden geven aan de ‘99%’. Het doet wat denken aan de sociaaldemocratische oproepen voor een ‘eerlijker kapitalisme’, ook al moet opgemerkt worden dat de sociaaldemocraten dit doorgaans niet koppelen aan eisen om de rijken of de grote bedrijven zwaarder te belasten.
Een zorgend en delend kapitalisme?
De Franse president François Hollande beloofde bij de verkiezingen om een ‘miljonairstaks’ in te voeren. Hij botste daarbij op enorm verzet van de Franse kaptialisten. Hollande kreeg uiteindelijk een fors afgezwakte versie van de al erg beperkte rijkentaks door het Grondwettelijk Hof. Maar hij gaf volledig toe aan de eisen van de kapitalisten. Het rechtse magazine Forbes titelde: “Hollande is bekeerd en stelt besparingen en belastingverlagingen voor om Franse groei te stimuleren.”
Er mag nog zoveel gepleit worden voor een zorgdragend en verdelend kapitalisme, met pleidooien zullen we dat niet bekomen. De enige manier waarop significante toegevingen voor de meerderheid van de bevolking kunnen afgedwongen worden, is op basis van massabewegingen door de arbeidersklasse waardoor de kapitalisten vrezen voor de toekomst van hun systeem. En zelfs indien er toegevingen afgedwongen worden, zullen de kapitalisten er alles aan doen om die later terug in te trekken.
Iedere regering die binnen het kader van het kapitalisme functioneert, zal de voorstellen van Piketty niet kunnen doorvoeren. De superrijken hebben wereldwijd meer dan 21.000 miljard dollar weg gestopt in belastingparadijzen, zowat de helft daarvan is het bezit van amper 100.000 mensen. Dat is meer dan de overheidsschulden van alle OESO-landen bij elkaar. Deze enorme rijkdom wordt niet belast. In Groot-Brittannië alleen wordt naar schatting elk jaar 120 miljard pond aan belastingen vermeden of ontdoken door de rijken.
Populariteit
Piketty erkent deels dat de kapitalisten er steeds alles aan zullen doen om belastingen te ontduiken door geld naar het buitenland te versluizen of met andere methoden. Dat is waarom hij opkomt voor een wereldwijde progressieve vermogensbelasting. Socialisten zijn daar voorstander van, maar het is niet mogelijk om een dergelijke maatregel in een wereld van kapitaalstromen waar de nationale regeringen geen controle op hebben los te zien van andere maatregelen. Wie zou een dergelijke belasting invoeren? Zonder staatsmonopolie op buitenlandse handel en de nationalisatie van de banken, eerst op nationaal en dan op nationaal vlak, is het onmogelijk om een wereldwijde miljonairstaks op te leggen. Het doet wat denken aan een poging om de klauwen van een wilde tijger op vreedzame wijze uit te trekken.
Ondanks de beperkingen is de populariteit van het boek van Piketty een belangrijke indicatie van een groeiende zoektocht naar een alternatief op het kapitalisme van de 21ste eeuw, een systeem dat de meerderheid van de bevolking een weinig aantrekkelijk toekomst biedt met laag betaalde jobs, extreme flexibiliteit en onbetaalbare huisvesting. Wie na het lezen van Piketty wil weten waar de ongelijkheid onder het kapitalisme vandaag komt, kan terecht in het oorspronkelijke ‘Kapitaal’ en andere werken van Marx die een ‘modernere’ en meer ‘revelante’ analyse van het kapitalisme bieden dan wat Piketty ons te bieden heeft.