Your cart is currently empty!
Tag: mijnramp
-
60 jaar geleden: de mijnramp van Marcinelle

Redders in actie in Marcinelle. Foto: Wikipedia Op 8 augustus 1956 vond de grootste mijnramp in de Belgische geschiedenis plaats in de mijn van Bois du Cazier, in Marcinelle (in de buurt van Charleroi). 262 mensen van 12 verschillende nationaliteiten kwamen om, waarvan meer dan de helft Italianen. 60 jaar na de ramp zijn de oorzaken van de ramp, zoals de slechte arbeidsomstandigheden en gebrek aan veiligheid, nog steeds actueel zelfs al spreekt men er in de pers niet zoveel over.
De feiten
Op 8 augustus omstreeks 8u10 ‘s morgen stonden 274 mijnwerkers klaar om te beginnen werken als een mijnwerker de wagens met kolen naar boven wilde halen. Op dat moment stortte één van de wagentjes dat slecht was vastgemaakt naar beneden. Het wagentje raakte 2 hoogspanningsleidingen, een olieleiding en een leiding met zuurstof. Het houtwerk vatte onmiddellijk vuur en door de aanwezigheid van een lift verspreidde het vuur zich snel en vulden de mijnschachten zich op een diepte van 900 meter met giftige koolstofmonoxide gassen. Op die manier werd een simpel incident een ware ramp.
De zwarte rookwolken die uit de mijnschachten kwamen, alarmeerden snel het personeel aan de oppervlakte van de mijn en de familieleden van diegenen die beneden aan het werken waren. Ondanks het werk van de reddingsdiensten, gedurende meer dan 2 weken, werden slechts 6 mijnwerkers levend uit de mijn gehaald. Die 6 werden in de eerste minuten na de ramp reeds gered. 262 mijnwerkers kwamen om door koolstofmonoxidevergiftiging.
Misprijzen voor de arbeidersklasseTerwijl de journalisten en de autoriteiten – waaronder koning Boudewijn – de mijn direct mochten betreden, werden de familieleden van de mijnwerkers achter de poort van het mijnterrein geduwd. Veel van hen bleven daar dagen aan eens stuk staan in de hoop nieuws te horen over hun familieleden. Het was echter pas laat op de avond of de volgende morgen dat ze via de media te horen kregen wat er was gebeurd.
Voor de familieleden van de mijnwerkers die niet snel werden gevonden, was het een drama. Niet alleen moesten ze het doen zonder loon, zolang het overlijden niet officieel vaststond kwamen ze ook niet in aanmerking voor financiële hulp. We kunnen alleen maar de wanhoop indenken van families die niet alleen een dierbare hadden verloren maar ook een inkomen.
Solidariteit onder de arbeiders
Terwijl de autoriteiten rond de pot draaiden over de hoogte van de schadevergoedingen en welke personen er allemaal voor in aanmerking kwamen, kenden steeds meer gezinnen de problemen. Gelukkig kwam er steun van elders. In eerste instantie waren het de mijnwerkers die steun gaven, maar al snel kwam er ook steun van de rest van de bevolking. En dit niet alleen in België. De Franse radio lanceerde een hulpoperatie voor de getroffenen van de ramp. In totaal werden er in Frankrijk 25 miljoen Belgische frank opgehaald, wat in die periode een zeer groot bedrag was.
Een voorspelbare ramp
Hoewel de ramp in Bois du Cazier in het geheugen gegrift staat van veel mensen door de omvang ervan en de ruime media-aandacht, is het zeker niet de enigste mijnramp in de Belgische geschiedenis. Volgens het boek “Geschiedenis van de Belgische mijnen” vielen er in België tussen 1850 en 1973 20.895 doden onder de mijnwerkers. In de mijn van Bois du Cazier was de ramp in 1956 niet de eerste. Giuseppe Di Biase, een mijnwerker die gedurende 7 jaar in Bois du Cazier had gewerkt, stelde op het proces naar aanleiding van de ramp dat er in 1952 een vergelijkbaar incident met een mijnwagen was.
Alain Forti en Christian Joosten, auteurs van het boek “Juridisch dossier, Marcinelle kroniek van een aangekondigde ramp”, stellen: “De echte vraag was niet zozeer hoe een dergelijke ramp kon plaatsvinden, maar eerder wanneer ze zou voorkomen”. En inderdaad. Alle voorwaarden voor de ramp waren aanwezig. Mijnwagens die slecht waren onderhouden en waarmee er regelmatig problemen waren, slechte communicatie tussen de mijn en oppervlakte, onoplettendheid van de ingenieurs die toelieten dat verschillende leidingen zo dicht in elkaars beurt liepen. Daarnaast was er ook nog een gebrek aan opleiding van de mijnwerkers.
Klassenjustitie
In mei 1959 begon voor de correctionele rechtbank van Charleroi een proces tegen 5 mensen van de mijn. De advocaten van de burgerlijke partijen, waaronder heel wat communisten, hoopten op een strafrechtelijke veroordeling van de ingenieurs om op die manier ook de overheid onder druk te zetten om de kolenindustrie te nationaliseren.
De ingenieurs werden echter vrijgesproken en de nationalisering zou er nooit komen. In hoger beroep werd één ingenieur veroordeeld. Hij leek op dat moment de ideale zondebok. Als men de schuld had moeten geven aan een mijnwerker, dan hadden de mijnbazen moeten toegeven dat er een probleem was met de vorming van de mijnwerkers en dat velen van hen in de mijn werden gestuurd zonder voldoende opleiding. Dit had wellicht geleid tot ongenoegen onder de mijnwerkers en misschien zelfs stakingen. Aan de andere kant kon men de mijnbazen zelf ook niet aanpakken omdat hun mijnen op dat moment nog een noodzakelijk onderdeel vormden van de economie.
Het bekendmaken van de omstandigheden waarin mijnwerkers moesten werken
Eén van de gevolgen van de ramp was dat de slechte arbeidsomstandigheden van de mijnwerkers onder een ruimer publiek bekend werden. Een groot deel van hen was van Italiaanse origine. Tussen 1946 en 1949 werden 77.000 Italianen geronseld om in de Belgische mijnen te komen werken op een moment dat veel Belgen het niet langer in dergelijke omstandigheden wilden werken.
De Italiaanse mijnwerkers moesten niet alleen in moeilijke omstandigheden in de mijnen werken. Ze leefden bovendien in mensonwaardige omstandigheden. Ze leefden in barakken die waren gebruikt om Duitse krijsgevangen op te vangen na de oorlog. De Italianen moesten wel huur betalen. In de barakken waren er geen sanitaire voorzieningen noch lopend water.
De barakken waren ook niet geïsoleerd waardoor het soms binnen vroor in de winter. Daarnaast moesten ze vaak afrekenen met racistische vooroordelen van een deel van de Belgische bevolking. Dat lot moesten ze echter ook delen met Belgische mijnwerkers die werden beschouwd als paria’s in de samenleving.
Na Marcinelle
De ramp in Marcinelle zorgde voor een verandering in de manier waarop mensen keken naar mijnwerkers. Mijnwerkers werden niet langer als de paria’s van de maatschappij beschouwd, maar werden gerespecteerd en vaak zelfs als helden beschouwd. De omvang van de ramp en de mediabelangstelling voor de problemen in de mijnen dwongen de mijnbazen om de veiligheidsregels te verscherpen en maatregelen te nemen.
Zo werd bijvoorbeeld de minimumleeftijd om in de mijnen te werken opgetrokken van 14 naar 16 jaar. De grote werken om de veiligheidsproblemen op te lossen bleven echter uit omdat amper een jaar na de ramp de eerste mijnen in de regio werden gesloten. Ze waren niet rendabel genoeg voor de bazen. Op het einde van de jaren 1970 was er nog slechts één mijn actief in de regio.
De mijnen zijn gesloten maar arbeidsongevallen blijven actueel
Met de sluiting van de mijnen werd een hoofdstuk van de economische en sociale geschiedenis van België afgesloten. Met de verjaardag van de ramp was er veel belangstelling voor de persoonlijke verhalen van overlevenden en getroffen familieleden, maar was er weinig aandacht voor de oorzaken van de ramp en de vraag wie er voor verantwoordelijk was.
Nog erger is de tendens in de media om de mijnramp voor te stellen als een soort natuurfenomeen uit een ver verleden en bijgevolg niet meer relevant voor onze tijd. Nochtans blijkt uit statistieken van het ABVV dat er in 2004 198.861 slachtoffers van een arbeidsongeval waren in dit land. 195 daarvan kenden een dodelijke afloop, waaronder 24 dodelijke slachtoffers bij de ontploffing in Gellingen.
Ondanks de mogelijke verbeteringen van de arbeidsomstandigheden en de veiligheid op het werk, blijft er een groot gevaar voor arbeidsongevallen. Dat gevaar zal er niet op verminderen door toename van de flexibiliteit en de druk om sneller te werken om de concurrentie voor te blijven. De liberalisering van veel openbare diensten, zoals de spoorwegen in Groot-Brittannië, hebben ook gezorgd voor een toename van het aantal ongevallen. De strijd voor goede arbeidsomstandigheden blijft in de 21ste eeuw net zo actueel als het was in de 19de en de 20ste eeuw!
-
Turkse mijnramp zorgt voor schokgolf in arbeidersbeweging
Door Dikili vanuit Turkije. Eerder vandaag publiceerden we een eerste reactie door Dikili

Gewelddadig optreden tegen betogers bij protest naar aanleiding van de mijnramp. De veiligheidsdiensten pakken hier een familielid van een van de slachtoffers aan. Is dit hoe slachtofferbegeleiding eruit ziet? De omvang van de ramp (momenteel 282 doden), de reactie van de overheid en de onveilige arbeidsomstandigheden (door privatiseringen en onderaannemers) hebben over heel Turkije voor een schokgolf gezorgd.
De algemene staking van vandaag, uitgeroepen door de onafhankelijke vakbonden (Disk en Kesk) maar niet ondersteund door de gele vakbond Turk-Is of de islamitische vakbond Hak-Is, is een van de grootste geworden in de voorbije jaren. De grote autobedrijven lagen plat (Renault, Ford, Topbas) net zoals vele bedrijven in de metaalindustrie (in Kocaeli werd in meer dan honderd bedrijven gestaakt), net als in openbare diensten (hoewel staken daar verboden is) en bedrijven waar de Disk sterk staat. In het onderwijs werd gestaakt en trokken scholieren samen de leerkrachten op straat. In sommige steden werd in de vervoerssector gestaakt maar … ook in sectoren waar Turk Is (die niet tot staking had opgeroepen) de dienst uitmaakt werd gestaakt. De mijnwerkers in Zonguldak bijvoorbeeld kwamen massaal op straat en weigerden aan het werk te gaan.
De staking ging gepaard met grote manifestaties waarbij tienduizenden op straat kwamen en dit overal in het land. Izmir, Istanbul, Ankara, Bursa, Eskisehir, Tunceli (Dersim), Batman, Diyarbakir … . Men schat het aantal stakers op meer dan 400.000 wat, gelet op de syndicalisatiegraad (slechts 5% is gesyndiceerd), veel is. Daarnaast zijn bijna overal in Turkije manifestaties en herdenkingen gepland in de loop van de dag en de avond.
Wat weer opviel, de enorme agressie waarmee de betogers werden aangepakt, waterkanonnen, traangas, plastieken kogels … ook de voorzitter van de Disk moest, onwel geworden van het traangas, overgebracht worden naar het ziekenhuis.
Blijkbaar er is daarvoor geld, voor veiligheid in de bedrijven echter niet. Op de derde dag van de ramp wordt duidelijk dat de ramp veroorzaakt is door te oude installaties en slecht onderhoud. De mijn in Soma wordt als een van de veiligste in Turkije beschouwd, althans door de eerste minister, de minister van energie en natuurlijk de patroon. Hoe veilig het er is blijkt uit de officiële cijfers, in de mijnen in Soma waren er in 2013 meer dan 5.000 arbeidsongevallen. Tsja, als men dat veilig noemt dan weet ik het ook niet meer. Een arbeider uit de mijn vertelt dat als de officiële arbeidsinspectie komt plots rap, rap, rap een aantal dingen in orde worden gebracht waarna de rapporten tijdens een koninklijke maaltijd (zo noemde de mijnwerker het) getekend worden. Turkije heeft ook geweigerd de conventie van de Internationale Arbeidsorganisatie te ondertekenen van 1995 ivm de veiligheid in de mijnen!
Om eventjes de vergelijking op het vlak van veiligheid in de mijnen te maken, tussen 2001 en 2012 waren er in de mijnen 1172 doden tengevolge van een arbeidsongeval, dat is gemiddeld honderd per jaar! Een rapport van Turkstat stelt dat 10,4 procent van alle arbeidsongevallen in de mijnsector gebeuren. Als men een vergelijking maakt met het gemiddelde van Europa dan zijn er in Turkije gemiddeld 8,5 keer meer dodelijke arbeidsongevallen!
Om terug te komen op de Soma mijn. Er waren geen nooduitgangen voorzien! De patroon van het bedrijf van het bedrijf vertelde dat er in de mijn verschillende reddingskamers zijn (een reddingskamer is een plaats, voorzien van zuurstof en voedsel) met een zuurstofvoorraad van 20 dagen. Een akelige ontdekking spreekt dit tegen. Er was (er werken 6.500 mijnwerkers) welgeteld 1 reddingskamer met een oppervlakte van 5 vierkante meter. Hier hadden veertien mijnwerkers zich teruggetrokken. Hun lijken zijn opeengestapeld gevonden, er was te weinig zuurstof.
Bijkomende informatie: op 4 jaar tijd zijn er acht inspecties geweest in deze mijn. 65% van de mijnwerkers zijn niet gesyndiceerd. In hun mijnen is er zelfs geen inspectie!
Soma is een dorp waar de AKP met 43 % bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen de grootste partij werd. De baas van Soma staat op goede voet met de AKP, zijn vrouw zit zelfs in het bestuur van de AKP. Tijdens de verkiezingscampagne verschaft hij gratis steenkool aan de AKP, die wordt dan (samen met macaroni) uitgedeeld aan de armsten. Toen de eerste minister in Manisa kwam spreken werden vanuit de mijn drieduizend mijnwerkers aangevoerd. Hun maaltijdcheque was net als hun identiteitskaart opgehaald, die kregen zij terug na de meeting! Bovendien vertelde de minister van sociale zaken dat hier niks mee mis was. Wie niet wou meegaan, stond letterlijk op straat de volgende dag!
Ik wil ook even stilstaan bij de opvang van de familieleden, die is er nauwelijks. De beelden zijn hartverscheurend, mensen zitten er wezenloos bij. Geen informatie. Geen opvang. Triest. Daar is blijkbaar ook geen geld voor. Vandaag was er een massabegrafenis.
De president kwam vandaag naar het getroffen gebied, bijna alles was afgezet, al was er ook nu protest. Een arbeider riep om het systeem van de onderaannemers af te schaffen. Daar kwam geen antwoord op.
Het is triest dat naar aanleiding van een dergelijke massamoord, ik heb er geen ander woord voor, de arbeidersbeweging in verzet komt en dit op repressie botst. Als dit echter een eindpunt is zonder vervolg, dan zullen de doden in het grote boek worden bijgeschreven en is hun dood voor niks geweest.
-
Turkse mijnramp. Dit is geen arbeidsongeval maar moord
Door Dikili, onze correspondent in Turkije.
In Soma, een mijnwerkersstadje in Manisa, is een tragedie aan de gang, een mijnramp die al meer dan 250 doden heeft gekost, terwijl er nog honderd of meer mijnwerkers vastzitten en er geen hoop is om nog overlevenden terug te vinden.
Turkije is – onder de Europese landen – het land met de meeste arbeidsongevallen en wereldwijd staat het op nummer drie, geen score om fier op te zijn. Iedere zes uur valt er een dode ten gevolge van een arbeidsongeval!
Deze mijn werd in 1984 geprivatiseerd en de eigenaar is er enorm fier op dat hij de productiviteit heeft verzesvoudigd.
De vakbonden wijzen er echter op dat sinds de privatisering het aantal arbeidsongevallen en -doden sterk is gestegen. Daar komt nog bij dat sinds een paar jaar door de AKP een wet werd gestemd die toelaat met onderaannemers te werken. Deze onderaannemers werken meestal met ongeschoolde arbeidskrachten, die bovendien geen sociale zekerheid hebben. Hierdoor kan men de arbeidskost drukken. Een regulier tewerkgestelde mijnwerker verdient per dag 40 TL, omgerekend 14 tot 15 euro, maar blijkbaar is die arbeidskost te hoog!
Op 29 april 2014 stelde een volksvertegenwoordiger van de CHP voor een parlementaire onderzoekscommissie in te stellen naar de werkomstandigheden in de Soma mijn. Ook de MHP en de BDP ondersteunden de vraag! De AKP (die de meerderheid heeft in het parlement) verwierp de vraag! De Soma mijn was immers ‘een voorbeeld van veiligheid‘.
Bij de doden, ook een vijftienjarige jongen. De AKP bracht drie jaar geleden de leeftijd om te kunnen werken van 16 jaar op 14 jaar, behoudens voor zwaar werk (dus verboden in de mijnsector).
Behoudens hulpverlening na de mijnramp stuurde men ook het leger en oproerpolitie naar het mijnwerkersdorp, uit schrik voor onlusten! Daarna kreeg je de officiële en officieuze berichtgeving. Gedurende uren was er sprake van… 17 doden, een pertinente leugen. Door de omvang van het drama kon men echter de realiteit niet meer verzwijgen!
De solidariteit kwam snel op gang. De Disk en de Kesk (onafhankelijke vakbonden) en linkse organisaties riepen op tot betogingen en voor morgen een algemene staking en internationale solidariteit. Internationaal zullen de mijnwerkersvakbonden in Venezuela, Cuba en Bolivia, een dag het werk neerleggen!
De vakbond van de mijnwerkers, Maden Is, behoort echter tot de gele vakbond Turk Is. Zij roepen op om gedurende een week iedere dag het werk drie minuten te onderbreken. De islamitische vakbond Hak Is doet zelfs geen oproep. Dat zijn geen vakbonden, dat zijn vagebonden!
De regering kondigt een periode af van nationale rouw voor drie dagen. Tegelijk zei de eerste minister dat een mijnramp behoort tot de dingen van het leven en dat werkongevallen dagelijkse dingen zijn. Hij ging zelfs zover om de mijnramp van vandaag te vergelijken met mijnrampen uit de 19de eeuw, moest het niet hemeltergend zijn om dergelijke onzin uit te kramen, niemand zou het geloven. De regeringsgetrouwe zenders zonden regelmatig cijfers uit van mijnrampen uit de negentiende en begin twintigste eeuw. Dit keer dus geen pinguïns (*)!
Gisteren bezocht Erdogan Soma maar… in plaats van applaus kreeg hij boegeroep, riep men op om ontslag te nemen! Dit keer – en dat is lang geleden – nam de bevolking het massaal op tegen Erdogan. Hij moest zelfs wegvluchten in een winkel! Gelukkig was er zijn oproerpolitie om hem te beschermen.
Intussen grijpen overal manifestaties plaats over heel Turkije. De oproerpolitie is natuurlijk massaal aanwezig met het waterkanon en gasgranaten. Als men het geld dat men steekt in nieuwe waterkanonnen, tanks en gasgranaten eens moest uitgeven om de arbeidsveiligheid te verbeteren, dan zou men mensenlevens redden en beschermen.
Zolang men echter staatsbedrijven verkoopt aan de private sector, zal het aantal dodelijke slachtoffers stijgen in plaats van te dalen, want voor een privébedrijf staat winstmaximalisatie voorop. Ook de wet op de contractoren zou onmiddellijk moeten worden ingetrokken, want dat doet eveneens het aantal arbeidsongevallen toenemen. Hernationalisatie onder controle van de werknemers, zodat iedereen aan een normaal loon en in veilige arbeidsomstandigheden kan werken is echter de enige eis die het aantal arbeidsongevallen tot een minimum kan beperken.
Economische mirakels bestaan niet. De toegenomen groei gaat gepaard met een grotere uitbuiting van de werknemers. De CEO van Soma mag dan in zijn handen wrijven over de toegenomen winstcijfers, aan de andere kant van de balans staan de overleden mijnwerkers! 15 euro voor een mensenleven! De schaamte voorbij!
[divider]
(*) Tijdens het massaprotest op en rond het Taksimplein zweeg de regeringsmedia deze beweging zoveel mogelijk dood en dit ondanks het massale karakter ervan. In plaats van over de beweging te berichten, werden natuurdocumentaires uitgezonden. Terwijl honderdduizenden op straat betoogden, kwamen er op televisie veel documentaires over pinguïns.