Your cart is currently empty!
Tag: Mélenchon
-
Kandidatuur van Mélenchon gebruiken als hefboom om strijd voor sociale verandering te versterken

Vijf jaar presidentschap van Macron. Vijf jaar die een eeuwigheid leken van asociale aanvallen, politiegeweld, verdeel-en-heers en precarisering en gebrek aan perspectieven voor grote delen van de samenleving, die de weg hebben vrijgemaakt voor een nieuwe opkomst van extreemrechtse ideeën. Vijf jaar ook van golven van massale mobilisaties tegen een politiek in dienst van de heersende klasse – de massale staking van het onderwijspersoneel is daar het meest recente voorbeeld van. De campagne van Mélenchon en France Insoumise kan dienen om een algemene strijdbeweging met antikapitalistische perspectieven op gang te brengen; een overwinning van deze kandidatuur zou een springplank zijn om onmiddellijke veranderingen teweeg te brengen en om vooruitgang te boeken in de richting van maatschappijverandering.
Door Stéphane Delcros
5 jaar Macron heeft extreemrechts een boost gegeven
Na 5 jaar Macron is de woede waar Marine Le Pen in 2017 mee scoorde sterker en wijder verbreid. De jaren onder Macron hebben de ongelijkheid in een stroomversnelling gebracht: de 5 rijkste families hebben hun rijkdom verdubbeld; zij bezitten nu evenveel als de armste 40% van de bevolking. Deze tendens is tijdens de pandemie versneld: volgens Oxfam is het vermogen van de Franse miljardairs van maart 2020 tot oktober 2021 met 86% gestegen. Met de 236 miljard euro die deze miljardairs in 19 maanden extra hebben verdiend, zouden we het budget van de openbare gezondheidszorg kunnen verviervoudigen of een cheque van 3500 euro per persoon in Frankrijk kunnen uitdelen… Maar er komt geen geschenk aan de bevolking. De ellende neemt zelfs toe: 10 miljoen mensen leven onder de armoedegrens, 8 miljoen zijn afhankelijk van voedselhulp, 12 miljoen verkeren in een situatie van energieonzekerheid …
Macron begon zijn presidentschap als een kamikaze met een Thatcheriaans beleid van aanvallen op vakbondsrechten en een vloedgolf van besparingen, waarbij hij de samenleving maximaal polariseerde om verdeeldheid te zaaien en verenigd protest te voorkomen. Deze politiek ging gepaard met het opvoeren van repressie en een autoritaire aanpak. Het racisme van de staat werd versterkt. Er was politiegeweld tegen vakbondsacties en andere sociale strijd, alsook tegen jongeren, in het bijzonder jongeren met een migratie-achtergrond. Dit gebeurde in een context dat de historische ‘linkerzijde’ na vijf jaar aan de macht en gesteund door de meeste vakbondsleiders niet langer gezien werd als een geloofwaardig alternatief.
Dit alles vergroot de ruimte voor populistisch rechts en extreemrechtse krachten om vertrouwen te winnen en hun ideeën ingang te doen vinden. De bliksemsnelle opkomst van Éric Zemmour illustreert eens te meer het falen van de strategie van 2017 om “Macron te stemmen om extreemrechts te blokkeren.”
Het is niet verwonderlijk dat uiterst rechts en de rechtervleugel in de peilingen vooraan staan, met Macron (LREM) op de eerste plaats, vóór Le Pen (Rassemblement National, ex-FN), Zemmour (Reconquête) en Pécresse (Les Républicains, ex-UMP), waarbij de laatste zich ook bedient van islamofobe en anti-migratieretoriek.
Half februari stond Jean-Luc Mélenchon van de France Insoumise (FI) op de 5e plaats, niet ver van het leidende kwartet en dus van een mogelijke 2e ronde, met een voorsprong op alle andere kandidaten. Hij staat in de peilingen rond de 11-12%, dat wil zeggen op hetzelfde niveau als 5 jaar geleden, eind februari 2017. Bij de verkiezingen twee maanden later had hij uiteindelijk bijna 20% van de stemmen gehaald, nipt onvoldoende om naar de tweede ronde door te stoten.
Mélenchon en La France Insoumise
Mélenchon en La France Insoumise (FI) worden met een andere situatie geconfronteerd dan bij de vorige presidentsverkiezingen. Voor het eerst sinds 2007 heeft de Communistische Partij (PCF) besloten een kandidaat voor te dragen en Mélenchon niet te steunen. Maar bovenal is de FI geen nieuw gegeven meer, en het is niet gemakkelijk om de dynamiek van de campagne van 2017 te herhalen. Deze campagne komt na een ambtstermijn waarin FI het zeer goede afwisselde met het goede maar ook het minder goede.
Na de verkiezingen van 2017 maakten de nieuwe verkozenen van La France Insoumise (FI) voorbeeldig gebruik van hun positie in het parlement om de sociale strijd te stimuleren. Dat is iets wat de leiders van de belangrijkste vakbonden en traditioneel links weigerden te doen, zij beperkten zich tot de ijdele hoop dat de PS wel terug aan de macht zou komen. De initiatieven van FI hadden sommige vakbonden er zelfs toe aangezet om stakingsdagen en acties te organiseren, maar helaas zonder veel vervolg, ondanks het grote potentieel dat er bestond voor een massale veralgemeende strijd. Helaas werd het veelbelovende begin van FI niet doorgezet. De aandacht werd gevestigd op het parlementaire oppositiewerk, met voorstellen die een breuk met het verleden vormden en ondertussen werd strijd ondersteund, maar er kwamen minder initiatieven om de sociale strijd te stimuleren en te organiseren.
Als we vandaag de campagne van La France Insoumise steunen is dat zeker niet zonder kritiek. Maar net als in 2017 gaan de voorstellen zoals geformuleerd in het programma ‘L’avenir en commun’ in de goede richting. Samen met de dynamiek van de campagne draagt dit bij tot de noodzakelijke politieke discussie onder werkenden en jongeren na jaren van afkeer, ontgoocheling en wanhoop. Dit biedt de mogelijkheid om delen van de samenleving te bereiken die zich de afgelopen jaren van de politiek hebben afgekeerd.
Dit potentieel wordt echter gehinderd door het gebrek aan interne democratie van FI en door een aantal dubieuze standpunten inzake buitenlands beleid en de grote nadruk op Franse soevereiniteit. Op lokaal niveau steunt FI – of neemt het zelfs deel aan – allianties met de Groenen, of zelfs met de PS, zoals in de steden Grenoble en Montreuil. Deze politieke organisaties zijn nochtans met handen en voeten gebonden aan het asociale beleid van de afgelopen decennia. Ze zijn meer deel van het probleem dan van de oplossing.
Het programma ‘L’avenir en commun’
Er staan veel goede en zeer goede eisen in het programma ‘L’avenir en commun’, maar het is onmogelijk om die hier volledig te bespreken. Dit zijn enkele van de voorgestelde maatregelen:
- Een collectieve arbeidsduurvermindering, d.w.z. een strikte toepassing van de 35u en de 32u voor zware beroepen, en het openen van onderhandelingen om de 32u te veralgemenen; de invoering van pensioen op 60 jaar; het minimumloon (SMIC) op 1400 euro en geen enkel pensioen onder het SMIC.
- Een jobgarantie: iedere langdurig werkloze die een baan wil, moet van de overheid een job aangeboden krijgen die overeenkomt met zijn/haar kwalificaties, dicht bij huis en voor taken die de markt weigert uit te voeren en die we nodig hebben, onder meer in de zorg, gekoppeld aan ecologische planning.
- Een maandelijkse toelage van 1063 euro per maand voor studenten, zodat ze financieel onafhankelijk kunnen zijn van hun familie en zich volledig kunnen wijden aan hun studie, zonder in soms penibele omstandigheden te hoeven werken;
- Een universele huurgarantie; een verbod op huisuitzettingen zonder openbare herhuisvesting; huurcontroles en -verlagingen in de steden; de bouw van 1 miljoen openbare woningen over een periode van 5 jaar, met inachtneming van ecologische normen; een quotum van 30% sociale woningen in de steden; het opeisen van leegstaande woningen.
- Maatregelen om de lonen en het respect te verhogen en extra personeel aan te werven in de gezondheidszorg en het onderwijs, alsmede investeringen in infrastructuur en de beschikbaarstelling van uitrusting en materiaal in deze sectoren; het scheppen van ten minste 210.000 arbeidsplaatsen in de ouderenzorg; de terugbetaling van 100% van de kosten van voorgeschreven gezondheidszorg; en het volledig gratis maken van openbare scholen voor zowel kantine als materiaal.
- Inzake de klimaatuitdaging herneemt FI haar interessante idee van “ecologische planning” over, met in het bijzonder een plan voor 200 miljard euro aan ecologisch en sociaal nuttige investeringen, om uit de koolstofenergie en de kernenergie te stappen, waarbij wordt gezorgd voor de omscholing van werknemers en massale investeringen in de betrokken sectoren, met als doel uiterlijk in 2050 100% hernieuwbare energie – een plan dat voorziet in de renationalisatie van de energiebedrijven EDF en Engie en het massaal scheppen van jobs.
- Herstel van het netwerk van openbaar vervoer en openbare diensten, met name in plattelandsdepartementen en volksbuurten, om de toegang tot openbare basisdiensten binnen 30 minuten van huis te waarborgen.
- Bijeenroeping van een grondwetgevende vergadering om over te gaan naar een 6e republiek; invoering van een referendum op volksinitiatief en van het stemrecht vanaf 16 jaar.
Dit zijn slechts enkele elementen van het programma, waaraan nog specifieke maatregelen voor de overzeese gebieden moeten worden toegevoegd, een plan voor mensen met een handicap, een plan ter bestrijding van discriminatie en racistisch, seksistisch en LGBTI-geweld, de nationalisering van spoorbedrijf SNCF, snelwegen en strategische luchthavens, de terugtrekking uit de NAVO, enz., en maatregelen om onmiddellijk te reageren op de sociale noodsituatie, met een bevriezing van de prijzen van eerste levensbehoeften, de eerste kubieke meter water gratis, een plan om dakloosheid uit te bannen, enz.
Het is een ambitieus programma, dat probeert het dagelijks leven en de toekomst van arbeiders en jongeren te verbeteren, om tegemoet te komen aan de werkelijke behoeften in de maatschappij, terwijl het binnen het kader van het kapitalistische systeem blijft, maar met elementen van breuk met de werking van het systeem. LSP wil haar constructieve steun geven. Naar onze mening gaat dit programma niet ver genoeg, maar de meeste van de erin vervatte maatregelen en de campagne eromheen maken het mogelijk antikapitalistische conclusies te trekken en een open discussie te voeren over het soort maatschappelijk alternatief dat nodig is.
Voor een plan om de sleutelsectoren te nationaliseren
Op de vraag naar hoe dit programma te betalen, antwoordt FI: “Financiering is geen probleem. De vraag die we ons eerst moeten stellen is wat we nodig hebben.” Het financieringsproject is hoofdzakelijk gebaseerd op belastingen, uiteraard vooral op de rijksten: op dividenden; op erfenissen, met een successie-eis van meer dan 12 miljoen euro; op de hoogste inkomens, met de herinvoering en versterking van de solidariteitsbelasting op grote vermogens (ISF), met inbegrip van een klimaatcomponent om grote vervuilers te belasten; de inkomstenbelasting progressiever maken met een schaal van 14 schijven, tegen 5 nu. Belastingen heffen op de rijken is natuurlijk belangrijk, maar we kennen hun vermogen tot belastingoptimalisering op al dan niet legale wijze. Een dergelijk project blijft ontoereikend om een programma te financieren dat werkelijk in de behoeften voorziet, temeer daar de heersende klasse zal terugslaan door het kapitaal te ontvluchten.
Het programma van Mélenchon verwijst meermaals naar nationalisatie, maar dit gebeurt slechts gedeeltelijk en schuchter. Het gaat nooit om een hele sector, alleen om sleutelbedrijven of om de oprichting van ‘publieke polen’. Voor verandering is er nood aan democratisch beheer en controle van de productie door de werkende klasse en de gemeenschap in alle sleutelsectoren van de economie. De nationalisatie van de gehele financiële sector en de oprichting van één enkele openbare kredietinstelling is de enige manier om de controle over het kapitaal te verzekeren en te voorkomen dat de kapitalisten de investeringen naar hun hand zetten.
De sleutelsectoren (bankwezen, financiën, energie, telecommunicatie, staal, petrochemie, enz.) moeten in hun geheel worden genationaliseerd, zonder compensaties behalve op basis van bewezen behoefte. Ze moeten onder democratische controle en beheer van de werknemers en de gemeenschap worden geplaatst. Dit is het enige doeltreffende antwoord op de dreigementen met bedrijfsverplaatsingen die van veel grote bazen zullen komen.
Voor een verandering van systeem, voor een democratische socialistische samenleving
Het project van een 6e Republiek, gericht op de afschaffing van het huidige systeem, heeft de verdienste dat het de instellingen ter discussie stelt die de overheersing van de kapitalistische klasse beschermen. Een reeks in dit programma opgenomen maatregelen wijst in de richting van een breuk met het systeem, zonder evenwel duidelijk op deze noodzaak te durven wijzen.
We moeten verder gaan. Waarom passen we het uitstekende voorstel van ecologische planning niet toe op de economie zelf? Een democratische economische planning zou het mogelijk maken om de productie te richten op wat noodzakelijk is, op de werkelijke behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking en die van onze planeet.
Wij moeten discussiëren over en toewerken naar een ander soort economisch systeem, naar een maatschappij die vrij is van uitbuiting en de wet van de winst: een democratische socialistische maatschappij. Enkel dan is het mogelijk om te vermijden dat een handvol ultra-rijken over alles beslist in functie van de eigen belangen. Het is de enige optie om een harmonieus samenleven van de mens en zijn omgeving te verzekeren. Het gebrek aan durf inzake het alternatief moet worden bestreden. Het gaat niet alleen om verzet tegen de ‘financiële oligarchie’ maar tegen het volledige kapitalisme. Deze beperking in de benadering van FI ligt ook aan de basis van andere zwakke punten, zoals het terugplooien op de ‘soevereine natie’.
Dit programma kan alleen werkelijkheid worden als we in de bedrijven en op straat een krachtsverhouding creëren rond de georganiseerde arbeidersbeweging. De kapitalistische klasse zal immers niet toestaan dat dergelijke maatregelen worden doorgevoerd zonder er tegen te reageren.
In deze strijd om zich de middelen toe te eigenen, een dergelijk programma uit te voeren en maatschappelijke veranderingen te bewerkstelligen, is het de arbeidersklasse die de hoofdrol kan spelen. Naar onze mening moet deze klassenbenadering een basis zijn voor de verkiezingscampagne, samen met een internationalistische benadering van de strijd.
De druk voor linkse eenheid
Sinds het begin van de verkiezingscampagne is er permanente druk uitgeoefend op de kandidaten van links (of van rechts die voorgesteld worden als links) om een vorm van linkse eenheid achter één enkele kandidaat te bereiken, een strategie die wordt gezien als de enige mogelijkheid om de verkiezingen te winnen. Mélenchon, het eerste doelwit van deze door de traditionele media geleide campagne, wordt regelmatig opgeroepen zijn kandidatuur in te trekken ten gunste van iemand die bereid is om meer toegevingen te doen. Nochtans staat Mélenchon in de peilingen een heel eind voor die andere kandidaten.
Het meest bekende onderdeel van deze ‘eenheidscampagne’ was de organisatie van een ‘volksvoorverkiezing’ die als springplank diende voor kandidatuur van Christiane Taubira, voormalig minister onder François Hollande. Taubira wordt als links beschouwd, maar is altijd rechts geweest. Deze campagne is in feite een poging om gebruik te maken van de spontane neiging tot eenheid die onder de arbeidersklasse en de jongeren bestaat, een idee dat is misbruikt om te proberen de kandidatuur van Mélenchon in diskrediet te brengen, door deze voor te stellen als tegengesteld aan eenheid.
Waarom geen oproep voor de PCF of een kandidaat links van Mélenchon?
Fabien Roussel van de PCF zet een campagne en een programma uiteen met sterke punten, die vergelijkbaar zijn met die van de FI, en zelfs sterker, zoals de nationalisatie van de banken BNP Paribas, Axa en de Société Générale. Maar zijn campagne wordt ook gekenmerkt door elementen die duidelijk rechts van Mélenchon staan, zo spreekt hij over de beheersing van migratie en drijft hij de spot met het project van FI voor gegarandeerde werkgelegenheid (‘FI wil kolchozen’). Bovenal heeft het PCF met zijn voorstel voor een mix van hernieuwbare energiebronnen en kernenergie een klimaatplan dat ver afstaat van ‘ecologische planning’.
Bij elke verkiezing is er wel een linkse figuur die door de media en verschillende “specialisten” wordt gebruikt om rechtse aanvallen uit te voeren tegen de persoon die het meest waarschijnlijk een links alternatief vertegenwoordigt dat breekt met het systeem – en deze keer is het Roussel tegen Mélenchon. In elke regering onder leiding van de PS maakte de PCF deel uit van de coalitie en voerde samen het asociale beleid. Op plaatselijk niveau is de situatie zo dat het soms moeilijk is de ene van de andere te onderscheiden, behalve bij naam.
LSP staat inzake programma natuurlijk dichter bij kandidaten als Anasse Kazib (Révolution Permanente), Nathalie Arthaud (Lutte Ouvrière) of Philippe Poutou (Nouveau Parti Anticapitaliste). Net als in 2012 en 2017 gaat het er echter niet om deze verkiezingen te benaderen vanuit de invalshoek van een kandidatuur ‘om te bestaan’. Een kandidatuur die enkel dient om een programma en ideeën te promoten, kan op bepaalde momenten van belang zijn. De vraag vandaag is echter wat de klassenstrijd kan versterken en de noodzaak van maatschappijverandering het beste kan profileren.
Er bestaat een kandidaat met een programma van breuk, van verhoging van het klassenbewustzijn, die zeer brede lagen aanspreekt en probeert te mobiliseren, en die ook in staat is de tweede ronde van de verkiezingen te halen, dat is Mélenchon. Dit programma voor een linkse breuk en deze campagne zijn een stap vooruit, waarop we ons kunnen baseren om constructieve voorstellen te doen en ons maatschappelijk alternatief naar voren te brengen. De uitdaging bestaat er ook in deel te nemen aan de opbouw van een krachtsverhouding in de samenleving. Om dit te doen, zijn we beter af met een tweede ronde Mélenchon vs Macron in plaats van Macron vs Le Pen of Zemmour.
Beeld je in dat Arthaud en/of Poutou in 2017 hun kandidatuur hadden ingetrokken om kritische steun te geven aan Mélenchon met deze benadering: ‘We zetten ons 100% in voor deze campagne, maar op basis van ons eigen programma, om de eisen van ‘L’Avenir en Commun’ in de tweede ronde te brengen, en misschien zelfs in het Elysée. Tegelijk willen we de revolutionaire derde ronde voorbereiden op de werkplaatsen en op straat.’ Waar zouden we vandaag, vijf jaar later, gestaan hebben? Wellicht veel beter geplaatst. Dezelfde vraag dringt zich vandaag opnieuw op.
-
Establishment in paniek door nieuwe linkse formaties

Mélenchon op de betoging van France Insoumise van 23 september met maar liefst 150.000 aanwezigen. Foot: Gauche Révolutionnai Op 23 september betoogden tienduizenden mensen in Parijs na een oproep van La France Insoumise (LFI). Het protest was gericht tegen de ‘sociale staatsgreep’ van Macron. De populariteit van de Franse president is in vrije val. LFI wordt steeds meer gezien als de belangrijkste oppositiekracht tegen de regering. “Ik geloof in democratie, maar de democratie is niet hetzelfde als de straat,” verklaarde Macron duidelijk geïrriteerd. Tegelijk gaat de neergang van de sociaaldemocratische PS verder. Nu moet de partij ook zijn historische hoofdkwartier in Parijs verkopen.
door Nicolas Croes
Revolte in het stemlokaal
In Frankrijk en elders wordt het politieke landschap dooreen geschud. Sinds het uitbreken van de crisis reageerden alle gevestigde partijen met een beleid dat in essentie neerkwam op besparingen. De steun voor deze partijen stort in elkaar, vooral de vroegere sociaaldemocratie krijgt forse klappen. Het argument van het ‘minste kwaad’ is immers niet langer geloofwaardig. De crisis van het kapitalisme leidt tot een crisis van de politieke vertegenwoordiging van het establishment. Het wordt steeds moeilijker voor dat establishment om stabiele politieke instrumenten te vinden. De PS van Elio Di Rupo leek een tijdlang een uitzondering op de regel, maar ook dat is nu verleden tijd.
Het ergste voor het establishment moet nog komen: de ontwikkeling van nieuwe linkse formaties schakelt een versnelling hoger. Dit fenomeen is niet nieuw. Maar het langdurig karakter van de crisis heeft nieuwe linkse formaties zoals Syriza of Podemos een bijzonder brede steun opgeleverd, waardoor de kwestie van een links beleid zich stelt. Syriza kwam begin 2015 aan de macht in Griekenland. Tegelijk was er de opmars van Podemos en de linkse eenheidslijsten in de Spaanse staat. Jeremy Corbyn werd in Groot-Brittannië de nieuwe voorzitter van Labour. Er was ook nog de opmerkelijke steun voor Bernie Sanders in de Democratische voorverkiezingen tegen Hillary Clinton in de VS.
Hoe tot verandering komen?
We zien een brede steun voor formaties die stoutmoedig de hoop op radicale verandering uitdragen. Na decennia van neoliberale eenheidsworst lijkt een programma van beperkte hervormingen voor velen revolutionair, zelfs indien het programma van die nieuwe formaties doorgaans niet verder komt dan aanpassingen binnen het kapitalistisch systeem. De dominante stroming vertrekt van het idee van stapsgewijze veranderingen om uiteindelijk tot een meer gelijke samenleving te komen. Er wordt niet gepleit voor een beslissende breuk met het kapitalisme en de invulling van die meer gelijke samenleving blijft vaag.
De kapitalistische klasse is vandaag de heersende klasse. Deze sociale klasse bezit en controleert de cruciale economische middelen van de samenleving (financiewezen, grote bedrijven, …). Ze is op duizenden manieren verbonden met het staatsapparaat (gerecht, leger, hoogste kringen van de ambtenarij, …). De geschiedenis heeft meermaals aangetoond dat de heersende klasse niet zomaar haar macht, en haar rijkdom, afstaat. Als deze bedreigd zijn, wordt niet geaarzeld om tot economische sabotage over te gaan of zelfs militaire staatsgrepen. Dat zagen we in Chili in september 1973.
In de huidige periode van langdurige crisis is de ruimte voor toegevingen aan de werkende bevolking beperkter. De ervaring van Syriza toont aan dat het heel snel tot keuze tot confrontatie met het systeem of capitulatie komt. Voor de schuldeisers en de kapitalistische klasse gaat het daarbij vooral om het indijken van het politieke besmettingsgevaar bij een breuk met het besparingsbeleid. Het belangrijkste was om Syriza te vernederen en zo nieuwe linkse initiatieven te ontmoedigen. Waar er ruimte was voor hervormingen, zoals in Venezuela, leidde het einde van de hoge olieprijzen meteen tot een terugrollen van de verworvenheden en bijhorende sociale en politieke crisis. In Venezuela faalt niet het socialisme, maar het gebrek aan socialistische breuk met de macht van het kapitaal.
De beweging uitbouwen
De opkomst van nieuwe linkse formaties is een belangrijke stap vooruit. Het biedt mogelijkheden om te discussiëren over het programma, de strategie en tactieken om met de werkenden en de jongeren de macht te nemen.
De ervaring van Syriza toont het fundamentele belang van een revolutionaire aanpak, van een breuk met de regels van de eurozone, de EU en het kapitalisme. Er is nood aan een confrontatie met dit systeem waarbij de publieke schulden niet afbetaald worden, controle wordt gevestigd op kapitaal, de banken en andere sleutelsectoren van de economie in publieke handen komen met democratische controle van de werkenden en er op democratische wijze een planning wordt opgemaakt van de economie zodat deze gericht is op de sociale en ecologische noden die vandaag niet aan bod komen onder het kapitalisme.
Om de economische hefbomen effectief in handen te nemen, moet de gemeenschap deze bezitten. Wat je niet bezit, kan je niet controleren. Hetzelfde geldt voor de sociale beweging zelf. Om ons programma effectief te realiseren, is het belangrijk dat het van onderuit gedragen wordt. Er is daartoe nood aan een politiek instrument: een massale arbeiderspartij. Die kan de energie van de arbeidersbeweging bundelen zodat het een kracht wordt die verandering kan bekomen. Uiteraard moet er ook richting gegeven worden aan die verandering: dat is de rol van een programma. Voor LSP moet verandering gericht zijn op socialistische maatschappijverandering. Elke stap naar verandering is op zich belangrijk, maar moet steeds in functie van die doelstelling staan.
#JoinTheWave: bouwen aan een brede en inclusieve linkse campagne in België?
In 2014 kwam radicaal links voor het eerst sinds de jaren 1980 in het Belgisch parlement. De verkozenen van de PVDA hebben sindsdien de progressieve antwoorden op het rechtse beleid op grotere schaal naar buiten kunnen brengen. De publieke opinie kon kennis maken met debatten en standpunten die voorheen grotendeels beperkt waren tot de werkplaatsen en de kringen van activisten. Peilingen geven aan dat de PVDA opnieuw voor een belangrijke doorbraak staat.
Met de oproep #JoinTheWave wil de PVDA een brede campagne rond zich bouwen. Er wordt opgeroepen om niet enkel PVDA te stemmen, maar zich ook te organiseren. Meer dan alleen praktische taken te verdelen onder vrijwilligers voor verkiezingscampagnes, kan de oproep “#Join The Wave” kiezen voor een brede, inclusieve en op actie gebaseerde benadering. De linkse campagnes die de grootste electorale successen hebben geboekt, zijn die welke enthousiasme en massale participatie hebben opgewekt, door te steunen op brede en inclusieve actiecampagnes. Podemos heeft kunnen bouwen op de Indignados in de Spaanse staat. Voor Sanders was er Occupy in de VS en er waren ook de meetings en massabetogingen rond Corbyn in Engeland en met Mélenchon in Frankrijk.
Dat zou een actief engagement van tienduizenden mensen rond de PVDA mogelijk maken. Zowel uit de vakbonden, de jongerenbeweging, de vrouwenrechtenbeweging, de klimaatbeweging, de antiracisten, pacifisten, … Een dergelijke campagne zou kunnen beginnen met een brede mobilisatie voor publieke debatten in alle steden met iedereen die de Wave wil vervoegen, als individu of met zijn/haar partij, syndicale delegatie, vereniging, … Het opzetten van steungroepen naar het voorbeeld van La France Insoumise, kan er voorgesteld worden. Die speelden een belangrijke rol voor de succesvolle massameetings in Parijs, Marseille, Toulouse, Rijsel.
Als de PVDA de resultaten van de peilingen bevestigt in oktober 2018, kan de kwestie van progressieve meerderheden op lokaal niveau zich snel stellen. Dat vereist dat die lokale meerderheden verduidelijken dat ze de ambitie hebben om een fundamenteel ander beleid te voeren. De onmiddellijke invoering van de 30-urenweek zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen voor alle gemeentepersoneel, de vervanging van precaire contracten door ambtenarenstatuten of, op z’n minst, contracten van onbepaalde duur, een programma van massale publieke investeringen om meer kwalitatieve en energieneutrale sociale woningen te bouwen en tegelijk de opvang voor alle daklozen of mensen in armoede mogelijk te garanderen.
De PVDA en de progressieve meerderheden zullen in conflict komen met de financiële dwangbuis waarin de gemeenten worden gedwongen door de regionale en federale regeringen. In de jaren ‘80, vond het stadsbestuur van Liverpool in Engeland een manier om haar reusachtig plan voor openbare investeringen te lanceren. Het bouwde een verzetsfront op van een twintigtal linkse gemeenten en, via stakingen en massabetogingen, dwong het de Thatcher-regering tot een herfinanciering van de stad.
Een inclusief initiatief, gebaseerd op actie, is nodig om iedereen politiek voor te bereiden via open en democratische discussies, maar ook om het programma te verdedigen en populariseren dat een overwinning mogelijk maakt. Concrete voorstellen en maatregelen zijn onmisbaar, maar ook een project van wat we gaan doen als het establishment ons tracht te wurgen; een project dat enkel het echte democratisch socialisme kan inhouden, omdat de ruimte voor een andere politiek binnen het kapitalisme niet bestaat.
-
Mélenchon, Corbyn, Sanders, … Echte socialisten terug populair
In juni waren er zowel in Frankrijk als Groot-Brittannië verkiezingen met opmerkelijke resultaten. In Frankrijk werd de ineenstorting van de PS bevestigd in de parlementsverkiezingen. Van de 287 verkozenen in 2012 (302 samen met bondgenoten van de PS) bleven er nog slechts 30 over (46 met de bondgenoten). “Dit is een nooit geziene neergang van de PS,” verklaarde de secretaris van de partij, Jean-Christophe Cambadélis. Enkele dagen eerder haalde Labour onder leiding van Jeremy Corbyn in Groot-Brittannië een veel beter dan voorspeld resultaat. De conservatieve meerderheid werd gebroken en er is een nieuwe groeiende steun voor oprecht socialistische ideeën.Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Theresa May heeft gegokt en verloren
Toen de Britse conservatieve premier Theresa May vervroegde verkiezingen uitriep, hoopte ze hiermee haar parlementaire meerderheid te vergroten. Labour lag in de peilingen 20 punten achter op de conservatieven en partijleider Jeremy Corbyn werd betwist in eigen rangen. Corbyn werd verkozen door tienduizenden nieuwe leden die enthousiast waren voor zijn programma dat ingaat tegen besparingen. Sinds hij voorzitter werd in 2015 heerst er een burgeroorlog in Labour. Er zijn twee partijen in één: die van de oude aanhangers van Blair die voor een neoliberaal besparingsbeleid staan en die van de nieuwe frisse lagen die met Corbyn het einde van dit beleid willen realiseren.
In mei werd het verkiezingsprogramma van Labour bekend gemaakt. Het omvatte een pleidooi voor gratis hoger onderwijs, verhoging van de publieke middelen voor gezondheidszorg, hernationalisatie van spoor en energiesector, … De gevestigde media hoopte met dit programma Labour af te branden: “Het verkiezingsmanifest brengt ons terug naar de jaren 1970,” stelde de Daily Mail sarcastisch. Na jaren van harde besparingen die de levensstandaard van een groeiend deel van de bevolking terugbrengt naar de jaren 1870, was er een groeiend enthousiasme voor het verkiezingsprogramma van Labour.
Uiteindelijk haalde Labour 40% van de stemmen, het beste resultaat in jaren en veel meer dan de 25% waarop de partij bij het begin van de campagne werd gepeild. Met 30 extra zetels was Corbyn de grote winnaar van de verkiezingen. De Tories van May verloren hun meerderheid en hebben nood aan een rechtse reactionaire homofobe partij uit Noord-Ierland, de DUP, om aan een meerderheid te komen. Onder de jongeren was de opkomst erg groot: 71% ging stemmen en volgens exitpolls stemden 72% van de jongeren voor de partij van Corbyn.
“Ik wil de PS niet verzwakken, ik wil ze vervangen” – Jean-Luc Mélenchon
Toen François Hollande in 2012 president werd, had de PS een meerderheid in beide kamers van het parlement, in twee derden van de departementen en in alle regio’s behalve één. Met uitzondering van de gelijke toegang tot het huwelijk (ook voor mensen van hetzelfde geslacht), bestond het beleid echter uit sociale achteruitgang. De hervorming van de arbeidswet leidde tot massaal protest. De PS werd afgestraft en quasi volledig van de kaart geveegd.
Dit komt niet door een afkeer van een socialistisch beleid, maar net door het verzet tegen een neoliberale politiek opgelegd door de Parti ‘Socialiste.’ De steun voor oprecht linkse voorstellen bleek in het resultaat van France Insoumise en Jean-Luc Mélenchon in de presidentsverkiezingen. Bij de parlementsverkiezingen haalde France Insoumise 16 zetels en de PCF 11. Onder de verkozenen van France Insoumise onder meer François Ruffin, de hoofdredacteur van het blad ‘Fakir’ en realisator van de bekende documentaire ‘Merci Patron.’ Ruffin deed zijn intrede in het parlement met enkele opmerkelijke uitspraken: hij zal leven aan een minimumloon van 1.480 euro bruto per maand en stelt uitdrukkelijk dat hij afzetbaar is: “Als 25% van de kiezers in mijn district willen dat ik aftreed, wel, dan ben ik weg.”
De partij van president Macron haalde een grote parlementaire meerderheid, maar de legitimiteit is beperkt na een bijzonder lage opkomst die kenmerkend was voor deze verkiezingen. In de tweede ronde stemde amper 57% en daar bovenop stemde in die tweede ronde 9,9% blanco of ongeldig. Jean-Luc Mélenchon merkte op dat die onthouding “een offensieve politieke betekenis” heeft. Hij had het over een “algemene burgerstaking.” De parlementsleden werden gemiddeld verkozen door 22,4% van de kiesgerechtigden in hun district. Voor Mélenchon komt het erop aan om deze onthouding om te zetten in een “sociaal, politiek en cultureel front” tegen het asociale beleid dat door Macron en co wordt voorbereid.
Begin juni gaf een peiling van Ifop aan dat 39% van de ondervraagden vond dat France Insoumise het beste instrument van oppositie is. Daarmee kwam de beweging ver voor Marine Le Pen en het FN, ondanks de pogingen van extreemrechts om de woede en het ongenoegen onder de bevolking naar zich toe te trekken.
Naar een rode oktober?
Na de campagne van Bernie Sanders in de VS, toonden het enthousiasme en de dynamiek rond Corbyn en Mélenchon opnieuw aan hoe een gedurfde campagne en radicale eisen ingang vinden onder brede lagen van de bevolking. Het belangrijkste is ongetwijfeld dat dit vertrouwen geeft om de strijd te organiseren.
De sociale stemming in Groot-Brittannië is bijna volledig veranderd door de campagne. Het grotere politieke bewustzijn en de bereidheid tot mobilisatie is niet gestopt na de verkiezingen. Er kwamen bijna meteen spontane betogingen om de strijd tegen de conservatieven en Theresa May verder te zetten. In de drie dagen na de verkiezingen sloten 150.000 mensen aan bij Labour dat hierdoor ondertussen 800.000 leden telt. John McDonnell van het schaduwkabinet van Corbyn (de voornaamste oppositiefiguren) zei dat er nood is aan een betoging van één miljoen mensen om nieuwe verkiezingen af te dwingen. Hij stelde dat alle vakbonden zich achter deze mobilisatie moeten zetten.
Deze krant ging naar de drukker voor de grote nationale betoging van 1 juli. Die betoging kan een aanzet zijn voor een “zomer van woede” en een “rode oktober” waarin Corbyn premier kan worden.
Dit werd nog versterkt door de dramatische brand in de Grenfell Tower in het westen van Londen. Bij die brand kwamen minstens 80, wellicht rond de 200, mensen om het leven. Theresa May durfde niet ter plaatse te gaan om de slachtoffers te steunen, Corbyn daarentegen werd er warm onthaald. Hij riep op om de vele leegstaande huizen in de wijk te gebruiken om slachtoffers op te vangen. Corbyn stelde zelfs dat deze huizen desnoods moeten bezet worden. Journalist Paul Mason van The Guardian merkte op dat het establishment “in complete paniek” verkeert.
Het potentieel organiseren
De Socialist Party heeft de campagne van Corbyn actief ondersteund. Daarbij benadrukte onze zusterpartij dat deze verkiezingen slechts een eerste stap zijn naar een strijd om de conservatieven en hun beleid weg te krijgen. In Frankrijk kwam Gauche Révolutionnaire op een gelijkaardige wijze tussen in de campagne van France Insoumise. In deze strijd moeten we de discussie aangaan over welk programma, welke methoden en welke strategie nodig is om een alternatief in het belang van de werkenden en armen uit te bouwen.
In Groot-Brittannië komt het erop aan om de vele tienduizenden die lid werden van Labour of deelnamen aan de verkiezingsmeetings actief te organiseren zodat Labour kan omgevormd worden tot een democratische anti-besparingspartij, een partij van de werkenden en jongeren. De volgende verkiezingen kunnen er elk ogenblik komen, een ernstige vakbondsmobilisatie kan dit versnellen. We mogen niet toelaten dat Labour opnieuw campagne moet voeren terwijl de meeste kandidaten zich tegen de voorzitter en het populaire antibesparingsprogramma verzetten.
France Insoumise kan een aanzet vormen voor de uitbouw van een nieuwe massale partij van werkenden en jongeren. In beide gevallen zou het bestaan van een nieuw democratisch instrument van strijd dat rekening houdt met verschillende gevoeligheden de politieke situatie en de strijd op straat veranderen. Politieke formaties die consequent tegen de besparingen ingaan en tegelijk een inclusieve benadering hebben met een vrij debat over hoe we die breuk met het huidige beleid kunnen maken en hoe ons alternatief eruit ziet.
Strijden voor socialisme
In Groot-Brittannië, Frankrijk en de VS staan nieuwe generaties op die het politieke terrein betreden en een alternatief zoeken. De ronduit vijandige opstelling door de media en het kapitalistische establishment wijst erop dat het niet gemakkelijk zal zijn om tot een links bestuur te komen. En dan hebben we het nog niet over de sabotage eens er toch zo’n bestuur is.
Om het verzet van de rijken te breken, is er nood aan radicale socialistische maatregelen zoals de nationalisatie onder democratische controle en beheer van de grootste bedrijven en de banken die de economie vandaag domineren. Enkel zo is een democratische planning van de productie mogelijk. Een socialistische regering kan vervolgens een aanzet geven tot een geplande economie onder democratische controle en beheer van de werkenden en hun gezinnen.
-
Frankrijk: het verzet overal organiseren!
Macron, de kandidaat van de bankiers en de grote aandeelhouders, verkozen
De Franse presidentsverkiezingen toonden een historische verwerping van de gevestigde partijen. In de eerste ronde vielen de regerende PS van aftredend president Hollande en de rechtse LR (Les Républicains) van de president daarvoor, Sarkozy, al af. Het sociaal verzet kon zich duidelijk uiten met de 7 miljoen stemmen voor Mélenchon, voor een programma dat breekt met de besparingen en de niet aflatende afbouw van onze arbeids- en levensvoorwaarden. Maar het resultaat van Mélenchon volstond niet om het door Marine Le Pen in een nieuw kleedje gestoken Front National af te blokken. Le Pen ging naar de tweede ronde met Macron, de gedoodverfde kandidaat van het establishment.Door Leïla Messaoudi, Gauche Révolutionnaire (onze Franse zusterorganisatie)
Uiteindelijk haalde Macron het met 65,8% tegenover 34,2% voor Le Pen. De kapitalisten hebben hun marionet om het besparingsbeleid verder te zetten en op te voeren. Dit zal gepaard gaan met repressie tegen werkenden, jongeren, werklozen en migranten. De situatie is echter niet zo eenvoudig als het lijkt.
Recordaantal blancostemmen
Maar liefst 12% van de uitgebrachte stemmen waren blanco of ongeldig. Dit is een historisch record waardoor de media zich verplicht zien om de cijfers ervan mee te geven. Doorgaans worden deze stemmen nergens vermeld. Als we bovendien kijken naar de kiezers die niet stemden, blijkt dat 34% of 16 van de 47 miljoen stemgerechtigden besloot om niet te ‘kiezen’ tussen Le Pen of Macron.
Dit geeft aan dat Macron een beperkte basis heeft om te regeren en dat zijn bewind de komende maanden en jaren wel eens erg instabiel kan zijn. Achter het percentage dat Macron haalde, zit immers een minder overtuigende werkelijkheid: Macron was goed voor 20,4 miljoen stemmen en Le Pen 10,6 miljoen. Ondanks de dreiging van een overwinning van Le Pen slaagde Macron er slechts in om 43,6% van de stemgerechtigden achter zich te krijgen. De peilingen na de stembusgang bevestigen bovendien dat 43% van zijn kiezers enkel voor Macron stemde om Le Pen te stoppen. Amper 16% van de kiezers van Macron gaf zijn programma aan als belangrijkste reden voor deze stem.
Macron: een politiek tegen de werkenden en de jongeren
Macron heeft een doel: het beleid dat de afgelopen 15 jaar door Sarkozy en Hollande werd gevoerd verderzetten en opvoeren. Dit beleid bestond uit aanvallen op de openbare diensten, gemakkelijker maken van ontslag en flexibilisering van de arbeidsmarkt. Macron gaf aan dat hij op vijf jaar tijd 120.000 jobs in de publieke sector wil afbouwen. Hij zal het antidemocratische arsenaal van de Vijfde Republiek gebruiken om, zoals Valls destijds, wetten door te voeren op maat van de kapitalisten. Macron wil regeren bij volmacht en zoveel mogelijk het parlement en bijhorend debat over wetsvoorstellen vermijden. Het eerste voorstel waar Macron reeds in juni of juli mee wil uitpakken, is een nieuwe arbeidswet. Nadien volgen ongetwijfeld aanvallen op de werklozen, sociale zekerheid, …
De verwerping van dit beleid gebeurt op grote schaal en kwam tot uiting in de verkiezingen. Maar deze woede moet ook een sociale en politieke uitdrukking vinden om de belangen van de werkenden, jongeren en de meerderheid van de bevolking te verdedigen. Het gevaar is immers reëel dat het FN zich zal opwerpen als dé partij die zich verzet tegen de kapitalisten om zo de sociale woede om te zetten in racisme en andere vormen van discriminatie.
De politieke instabiliteit voor het establishment is groot. We moeten nu op straat komen om duidelijk te maken dat we het asociale beleid verwerpen. De vakbondsleidingen mogen niet stil blijven als er nieuwe aanvallen op de arbeidswet aangekondigd worden. Amper een jaar geleden kwamen er een miljoen mensen op straat tegen de wet-El Khomri, de vorige hervorming van de arbeidswet. We moeten ons organiseren en onze collectieve kracht tonen.
De rol van oppositie tegen Macron niet aan Le Pen overlaten!
Voor Le Pen en het FN was de campagne niet zo eenvoudig. Ze hadden gehoopt om op het algemene ongenoegen in te spelen en zo als grootste uit de eerste ronde te komen. De campagne van Mélenchon heeft daar echter een stokje voor gestoken. Le Pen haalde in de tweede ronde 10,6 miljoen stemmen of 3,5 miljoen meer dan in de eerste ronde. Wellicht haalde ze vooral de meest reactionaire kiezers van Fillon (Les Républicains) en van de rechtse kandidaat Dupont-Aignan (goed voor1,7 miljoen stemmen in de eerste ronde) binnen. Er waren ongetwijfeld ook enkele kiezers die de bankier Macron wilden afstraffen door voor Le Pen te stemmen, ook al is zij evenzeer een kapitalistische kandidate die ingaat tegen de belangen van de werkenden en hun gezinnen.
Le Pen wil na de presidentsverkiezingen haar project verderzetten. Ze was daar zondag in een eerste reactie op de resultaten al erg duidelijk over: Le Pen wil gaan naar een nieuwe partij in de komende maand om al wie zich verzet tegen het beleid van Macron te verenigen. Dit zal echter niet gebeuren zonder oppositie binnen het FN zelf, onder meer van de aanhangers van Marion Maréchal-Le Pen die hierin een toenadering zien tot delen van de klassieke rechterzijde. De inzet voor het FN bestaat uit het kapitaliseren van het ongenoegen, maar tegelijk willen de partijleiders ook hun eigen ambities waarmaken. Dit zal tot spanningen leiden, zeker als de echte oppositie tegen Macron, die van de werkenden en jongeren, actief ingaat tegen het beleid en ook tegen het programma van het FN.
Parlementsverkiezingen
Binnen een maand, op 11 en 18 juni, zijn er al parlementsverkiezingen. Dit zullen de derde en de vierde ronde vormen waarin de woede tegenover het establishment opnieuw tot uiting zal komen.
Het is meer dan ooit nodig dat de werkenden, jongeren en de volkse massa’s een onafhankelijke politieke uitdrukking hebben die los staat van de partijen die het kapitalisme beheren: ‘En Marche’, Les Républicains, FN, PS en groenen (die nu al een alliantie met de partij van Macron nastreven). In de zin van de campagne van Mélenchon is er nood aan kandidaten die breken met het besparingsbeleid. We kunnen geen akkoorden aanvaarden met partijen die een besparingsbeleid voeren, zoals de PS of sommige groenen. We hebben nood aan kandidaten die zich actief verzetten tegen afdankingen zoals die bij Whirlpool of Tati, die ingaan tegen de ontmanteling van de openbare diensten, strijden tegen milieuvervuiling en de aanvallen op onze planeet, opkomen voor hogere lonen en pensioenen en die pleiten voor arbeidsduurvermindering. Kandidaten die het verschil maken met de corrupte carrièristen van ‘En Marche,’ LR, PS of FN en die aan een gemiddeld loon van een geschoolde werknemer leven.
We zijn voorstander van eenheidskandidaten in elke kiesomschrijving rond dit programma. Het moet mogelijk zijn om campagne te voeren voor dezelfde kandidaat, of die nu van France Insoumise of van de PCF is, waarbij iedereen de vrijheid van eigen standpunten behoudt. We moeten tot een akkoord komen: als het niet lukt rond een programma, dan toch minstens voor een verdeling van de kiesomschrijvingen. Dat is belangrijk. Maar als de PCF, zoals het ernaar uitziet, eist dat het de centrale kandidaat levert in een overweldigende meerderheid van de kiesdistricten en enkel de plaatsen waar Mélenchon zwakker scoorde aan France Insoumise wil overlaten, dan zal er jammer genoeg geen akkoord mogelijk zijn rond het voorstel dat France Insoumise al deed: 26 districten waar de PCF kan winnen en 26 waar FI kan winnen waarbij er in deze districten geen confrontatie is tussen beide bewegingen.
Niet wachten om een strijdbare linkerzijde te creëren
Tegenover het beleid ten voordele van de kapitalisten, heeft de consequente linkerzijde een grote verantwoordelijkheid. Het mag het terrein niet aan het FN overlaten. De schitterende dynamiek van de campagne rond Mélenchon moet doorgezet worden. Het resultaat van Mélenchon bracht hoop onder de werkenden en hun gezinnen. Het plaatste een progressief programma dat de echte verantwoordelijken van de crisis aanpakt – de superrijken, bankiers, grote aandeelhouders, … – op de agenda. Het scheelde niet veel of Mélenchon had Le Pen in de eerste ronde ingehaald. Dit was overigens de grote vrees van de gevestigde media (9 miljardairs bezitten samen maar liefst 90% van de Franse media). Het offensief van de journalisten en het establishment tegen Mélenchon ging zelfs zo ver dat hij met Stalin werd vergeleken. Het maakte vooral duidelijk dat het establishment bang was dat het enthousiasme voor het economische en sociale programma van Mélenchon nog verder zou toenemen en dat de massa’s zouden proberen om dit programma effectief te realiseren. Na de tweede ronde toonden delen van het establishment openlijk hun opluchting dat een tweede ronde tussen Mélenchon en Le Pen of een spannende tweede ronde tussen Mélenchon en Macron werd vermeden.
Er is nood aan een nieuwe massale politieke krachtdie de woede en het verzet kan organiseren rond een economisch en sociaal programma gericht tegen de echte verantwoordelijken voor de crisis: de kapitalisten. Honderdduizenden kiezers van Mélenchon willen verdergaan. Het ontbrak in de laatste twee weken van de campagne aan een betere structurering van ‘France Insoumise’ om deze beweging sterker in te planten als militante en strijdbare organisatie. We moeten dringend in die richting gaan, de parlementsverkiezingen vereisen een zekere organisatie en de verkiezingscampagne kan verhinderen dat Macron over een parlementaire meerderheid beschikt. De campagne kan een onderdeel zijn van de uitbouw van een massastrijd tegen het beleid van Macron, een strijd met massabetogingen en stakingsdagen.
Wij zijn voorstander van zo’n strijdbare politieke kracht, een nieuwe partij die op democratische wijze werkenden, jongeren en al wie genoeg heeft van het kapitalisme verenigt. Er zijn geen tientallen manieren om tot verandering te komen: we moeten de kapitalistische dictatuur stoppen door hun greep op ons leven te breken. Daartoe moeten we de sleutelsectoren van de economie in publieke handen nemen, onder controle en beheer van de bevolking. Doorheen mobilisaties en discussie over een antibesparingsprogramma kan een nieuwe kracht opgebouwd worden. Wij zullen daarbij opkomen voor een democratisch socialistisch alternatief.
Met de score van Mélenchon en de campagne van France Insoumise is een grote stap in deze richting gezet. Hierdoor staat er tegenover de kapitalisten een echte oppositie en die zal enkel groter worden!
-
De dynamiek van ‘France Insoumise’ biedt inspiratie voor onze strijd

Foto: France Insoumise De campagne voor de Franse presidentsverkiezingen heeft het traditionele politieke kompas doen doldraaien. Een uittredende president, François Hollande, die weigert te kandideren (een primeur in de in 1958 gestichte 5e Republiek); voor het eerst voorverkiezingen in het rechtse kamp die tegen alle verwachtingen in gewonnen worden door François Fillon; diezelfde kandidatuur van de officiële rechterzijde die gebukt gaat onder verschillende schandalen; een voordien weinig gekend personage, Emmanuel Macron, die met goedkeuring van de media op het voorplan wordt gestuwd; … Wat ons betreft, onthouden we, net zoals talrijke jongeren en werkenden, vooral de kandidatuur van Jean-Luc Mélenchon en de dynamiek van “France Insoumise” (vrij vertaald: “Onverzettelijk Frankrijk”).
Door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’ dat vrijdag van de drukker komt
De resultaten van de eerste ronde liepen binnen op het moment dat deze krant naar de drukker werd verstuurd. Voor een gedetailleerde analyse van het resultaat nodigen we jullie dus uit om de bijlage die bij deze krant gevoegd is te lezen of om socialisme.be te bezoeken. Nog voor de exacte resultaten bekend zijn, kunnen we wel een bilan opmaken van de linkse vloedgolf die doorheen de campagne bleef aanzwellen.
Er waren de peilingen, waarbij JeanLuc Mélenchon achtereenvolgens Benoît Hamon en François Fillon inhaalde, om uiteindelijk kanshebber te worden om naar de tweede ronde door te stoten. Daarnaast waren er de opmerkelijk groter wordende meetings van ‘France Insoumise.’ Enkele sleutelmomenten: op zaterdag 18 maart waren er 130.000 aanwezigen in Parijs voor een herdenking van de verjaardag van de Commune van Parijs in 1871. Zondag 9 april: 70.000 op een meeting in Marseille. Een week later: nog eens 70.000 in Toulouse. Op 18 april, op een weekdag, 35.000 aanwezigen op 6 gelijktijdige meetings in Dijon, Grenoble, Nancy, Clermont-Ferrand, Nantes en Le Port (La Réunion) waar Mélenchon met behulp van hologrammen sprak. Deze meeting werd online nog eens gevolgd door 65.000 anderen. ‘France Insoumise’ telde eind april 431.000 leden. Van een dergelijk enthousiasme voor politieke meetings konden de andere kandidaten enkel dromen.
Lef, durf en nog eens lef
Een van de belangrijkste lessen uit de pijlsnelle opmars van de figuur Mélenchon, is zijn offensief, vechtlustig en stoutmoedig imago. Het is het imago van iemand die terugslaat als hij aangevallen wordt. Iemand die niet aanvaardbaar wil zijn voor de elite, die niet plooit voor de media, maar vastberaden een vooropgesteld doel wil verwezenlijken. Tenslotte gaf hij het vertrouwen dat een overwinning op de tegenstand mogelijk was. De nood aan een dergelijke benadering was al eens op schitterende wijze aangetoond met de kandidatuur van Bernie Sanders tijdens de voorverkiezingen in de Democratische Partij en zijn oproep voor een “politieke revolutie tegen de klasse van miljardairs.” Een benadering die overigens ten dienste stond van een politiek programma dat
resoluut de kant koos van de werkenden en onderdrukten. Zowel Mélenchon als Sanders hebben begrepen dat politieke ideeën zich niet hoeven te beperken tot wat aanvaardbaar lijkt. Ze verdedigden radicale ideeën (hoewel nog met een heel aantal zwakheden) die het politieke zwaartepunt van het hele debat deden wankelen. Er was een tijd waarin Bernie Sanders simpelweg uit het nationale politieke debat in de VS werd gebannen. Vandaag blijft hij, ondanks zijn capitulatie en ondersteuning van de kandidatuur van Hillary “Wall Street” Clinton, de populairste politicus van het land. Mélenchon, daarentegen, heeft afstand gehouden van de PS. Zelfs toen Benoît Hamon als overwinnaar uit de voorverkiezingen rond de PS kwam. Vervolgens heeft hij gehamerd op de nood aan een project dat breekt met de huidige instellingen van de Ve Republiek. We kunnen betreuren dat zijn project voor een 6e republiek blijft steken bij een utopische invulling van een beteugeld kapitalisme, maar het valt niet te ontkennen dat deze formule de enorme verdienste heeft om de kwestie van een regimeverandering te stellen, en misschien zelfs een maatschappijverandering.
Gebruik van streefdoelen
Een andere belangrijke les is die van het gebruik van een onderbouwd campagneplan. Eerste doel op het programma: Benoît Hamon inhalen in de peiling. Nadien Fillon. Ten slotte moest de campagne in de peilingen voor de tweede ronde verschijnen. Andere doelstelling: 300.000 abonnees op het Youtubekanaal van ‘France Insoumise’. En zo waren er nog tal van tussenstappen in de opbouw van de campagne. Dit was een opbouwend actieplan op electoraal niveau. Het doet denken aan het syndicale actieplan in de herfst van 2014 in ons land. Dat begon met een massabetoging in Brussel, werd gevolgd door regionale stakingen en eindigde met de grote algemene staking van 15 december 2014. Het opbouwende actieplan stimuleerde de actieve betrokkenheid in de campagne, collectieve inspanningen en een groeiend enthousiasme.
En nu?
Vanaf nu staat er meer dan enkel de verkiezing van de president op de agenda. Verschillende commentatoren speculeren openlijk over het einde van de PS. Wat er ook van aan is, ‘France Insoumise’ heeft vandaag een uitstekende positie om doortastende initiatieven te nemen die de linkerzijde radicaal kunnen herschikken. Volgens ons kan er best gegaan worden voor een nieuwe democratische massapartij van de werkenden die in staat is om brede lagen te organiseren in de strijd tegen de kapitalistische klasse, zowel op straat als tijdens verkiezingen. Dat vereist een verfijning van het politieke programma van ‘France Insoumise’ zodat het een werkmiddel voor een antikapitalistische en socialistische breuk met het kapitalisme wordt.
-
Mélenchon en France Insoumise: welk programma voor verandering?
Foto: Parti de GaucheHet minste wat je kan zeggen, is dat de dynamiek van de campagne ‘France Insoumise’ indrukwekkend is. Op het internet gaan presidentskandidaat Jean-Luc Mélenchon en zijn campagne viraal, zijn kanaal op YouTube heeft meer dan 240.000 volgers. Het ‘reële leven’ moet niet onderdoen: de oproep om in Parijs te betogen om het begin van de Commune van Parijs uit 1871 – de “eerste aanzet tot een sociale republiek” – te herdenken, werd opgevolgd door maar liefst 130.000 mensen.
Dossier door Stéphane Delcros en Nicolas Croes
In februari 2016 werden comités van ‘France Insoumise’ opgezet. Vandaag organiseren die bijna 300.000 militanten die via hun deelname aan de comités een rol speelden in de uitwerking van het programma van de campagne. Er was een grote bijeenkomst van ‘France Insoumise’ in oktober 2016 om dit programma te finaliseren. Op 1 december verscheen het boekje “L’avenir en Commun” met 83 voorstellen van ‘France Insoumise.’ Het boek wordt verkocht aan 3 euro en de eerste 50.000 exemplaren vlogen de deur uit. In de eerste week reeds stond het op de negende plaats van de best verkochte boeken in Frankrijk. Ondertussen zijn er meer dan 100.000 van verspreid.
Het succes van Mélenchon beperkt zich niet tot de boekhandels. Zoals bij zijn kandidatuur in 2012 nodigen Mélenchon en ‘France Insoumise’ alle sympathisanten aan om zelf actief te worden, politieke stands te zetten op straat en op de markten (of om gewoon voor de eigen deur een tafeltje met informatie te plaatsen), om collega’s en vrienden aan te spreken, … In 2012 kregen alle aanwezigen op zijn meetings al een ‘militantenkit’ met enkele pamfletten, affiches, … Mélenchon stelde toen: “Mijn team houdt zich liever bezig met de gevolgen van actie dan met die van gebrek aan actie.” Deze benadering is gericht op het omzetten van de passieve steun in een actieve betrokkenheid. Dit is erg belangrijk om te komen tot een linkerzijde die hoop geeft en daarmee ingaat tegen zowel het Front National als de gevestigde partijen. Het is niet uitgesloten dat ‘France Insoumise’ in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen de PS zal inhalen. Dit zou de discussies en initiatieven voor een radicale hertekening van het verzet tegen het besparingsbeleid versterken.
Wij steunen de campagne van ‘France Insoumise’, al hebben we zeker ook kritieken. De programmavoorstellen zijn een stap in de goede richting. Ze dragen bij tot de noodzakelijke bewustmaking van de Franse werkenden en jongeren na jaren van desillusies, wanhoop en afkeer. Deze benadering wordt verdedigd langs de verschillende kanalen waarover ‘France Insoumise’ beschikt: niet alleen de stands en fysieke campagnemomenten maar ook op sociale media. Daardoor worden ook lagen die zich de afgelopen jaren van de politiek afkeerden bereikt. Mélenchon en zijn rechterhand Alexis Corbière waagden zich zelfs in het milieu van de liefhebbers van videogames met een kritiek op “Assassin’s Creed Unity” omwille van het erg onvolledige beeld op de Franse Revolutie. Tegelijk erkenden ze de grafische sterkte van de game.
Een investeringsplan voor sociale en ecologische behoeften

Solidariteit tegen de angst
“We moeten op de bevolking rekenen; op haar intelligentie, humor, spot en haar finesse om te overtuigen en aan te leren. We moeten immers overtuigen en aanleren. We moeten weg uit het duister, (…) de angst achter ons laten, de angst die nog de enige nieuwe sociale band is die rechts aanbiedt om de bevolking bijeen te brengen. (…) Vroeger was de grote sociale band die van de solidariteit, van de verbroedering en niemand vond dat fout, zelfs niet wie rechts was. Inhaligheid werd gezien als een smet; vandaag wordt het gezien als de belangrijkste motor van activiteit. Iedereen wordt aangemoedigd om zijn persoonlijk egoïsme te ontwikkelen als een vorm van zelfbevestiging.”
-L’Avenir en CommunIn zijn inleiding op ‘L’Avenir en Commun’ stelt Mélenchon: “In onze ogen zijn de ecologische behoeften, de sociale ramp en de ontsporing van de democratie de drie gezichten van eenzelfde realiteit. We verstikken onder het bewind van het financiewezen. Het financiewezen regeert de wereld met zijn onverzadigbare hebzucht, zijn absurde zekerheid dat enkel de particuliere belangen legitiem zijn, dat alles kan gekocht en verkocht worden, dat de vrije handel van koopwaar en het ongecontroleerde kapitaalverkeer de beste organisatoren van alle menselijke activiteit zijn. Dat is wat de planeet en de mensen kapot maakt. En het ergste van al is dat de heerschappij van het financiewezen een einde maakt aan de fantastische capaciteiten van mensen om samen te werken om hun problemen op te lossen, wat wij democratie noemen.”
Wat moet er dan gebeuren? ‘France Insoumise’ stelt dat het nodig is om “een bijeenkomst te houden van vertegenwoordigers die nooit eerder in een parlement verkozen werden om een nieuwe grondwet te schrijven,” die van de Zesde Republiek. Er wordt ook gepleit voor een “ecologische planning” om te komen tot een “wereldwijde verandering van onze manier van productie, handel en consumptie in harmonie met de natuur waarvan we deel zijn.” Dit moet gebaseerd zijn op niet-industriële landbouw, visvangst aangepast aan het milieu en een overgang naar 100% hernieuwbare energie. ‘France Insoumise’ pleit verder onder meer voor investeringen in onderwijs, uitstap uit de NAVO, … Dat alles is gebaseerd op een “verregaande en methodologische reorganisatie van het gebruik en de verdeling van de geproduceerde rijkdom (…) tegen het misbruik van geplande veroudering, stimulansen voor onverantwoordelijke consumptie en een schadelijke voedingswijze. Een meer gelijke samenleving is noodzakelijk om iedereen mogelijkheden te geven om zijn persoonlijk potentieel te ontwikkelen, maar ook om een einde te maken aan het model van arrogantie, accumulatie en opzichtelijke consumptie, een model dat even immoreel als schadelijk is.”
Om daartoe te komen, stelt het programma voor om een progressief belastingstelsel in te voeren met veertien belastingschijven. Ook wordt gepleit voor een maximale loonspanning van één op twintig: het hoogste loon mag maximaal 20 keer het laagste bedragen. Verder een vermindering van de arbeidstijd als gevolg van de automatisering en de technologische vooruitgang, waarbij de wekelijkse, maandelijkse en jaarlijkse arbeidstijd afneemt, alsook de duurtijd van een professionele loopbaan. ‘France Insoumise’ wil een beperking van de rechten van het kapitaal in functie van de duurtijd van investeringen of nog de vestiging van democratie in de bedrijven.
Ambitieus links programma dat niet ver genoeg gaat
Al deze eisen vormen een bijzonder interessante oefening om een links programma uit te werken met zowel directe eisen als perspectieven op langere termijn. Het ontbreekt ons aan ruimte om in te gaan op de details van dit project en de becijfering ervan.
De becijfering van het programma vertrekt in essentie van het idee van de “Keynesiaanse vermenigvuldiging” waarbij ervan uitgegaan wordt dat de geïnvesteerde middelen leiden tot meer economische activiteit en dus meer publieke inkomsten. Het IMF schat dat elke euro publiek geld die in de reële economie geïnvesteerd wordt 2 tot 3 euro oplevert aan economische activiteit en publieke inkomsten. De economen van ‘France Insoumise’ vertrekken van een “voorzichtige hypothese” van een opbrengst van 1,4 euro per geïnvesteerde euro. Ze stellen dat ze in het algemeen erg voorzichtig waren en zelfs een aantal ‘zekere inkomsten’ niet meegerekend hebben.
Een beperking van deze berekeningswijze is dat er een tendens is om de overproductiecrisis van het kapitalistische systeem te ontkennen. Alles wordt herleid tot onderconsumptie als gevolg van de lage lonen. De crisis van het kapitalistisch systeem is echter veel omvattender, het beperkt zich niet tot die onderconsumptie. De koopkracht verhogen is erg belangrijk, maar dat kan niet alles oplossen. Het is het volledige economische systeem dat moet veranderd worden, niet enkel de meest zichtbare uitwassen ervan.
Economie is geen wiskunde, maar hangt af van krachtsverhoudingen
Om het programma van ‘France Insoumise’ te financieren, wordt ook gepleit voor een “fiscale revolutie.” We delen de vaststelling dat de rijksten vandaag steeds gespaard worden en amper bijdragen aan de middelen van de gemeenschap. Elke ervaren militant weet echter uit ervaring dat op de minste dreiging om de rijksten en de grootste bedrijven meer te laten bijdragen, wordt geantwoord met de dreiging van kapitaalvlucht. Als ‘France Insoumise’ het heeft over de financiën op orde stellen, worden heel veel zaken aangehaald. Maar wat niet aan bod komt, is de nationalisatie van de banken onder democratische controle en beheer. Hoe zou het mogelijk zijn om het kapitaal te controleren en een kapitaalvlucht naar belastingparadijzen te stoppen zonder een dergelijke nationalisatie?
Hetzelfde geldt voor de maatregelen die de controle van de werkenden op de bedrijven moeten versterken of de maatregelen om collectieve afdankingen te stoppen. We zijn niet tegen die voorstellen, maar de reacties van de werkgevers zijn steeds dezelfde: dreigen met delokaliseren, een investeringsstaking organiseren of nog de economische activiteit saboteren. Het voorbeeld van Griekenland heeft aangetoond dat het kamp van het kapitaal liever het risico van een economische ramp neemt dan dat het een alternatieve linkse politiek een kans geeft. Dit stelt de noodzaak van de nationalisatie onder arbeiderscontrole van de bedrijven die willen overgaan tot collectieve afdankingen of delokalisaties. Ook is er nood aan een controle op kapitaalbewegingen en een overheidsmonopolie op buitenlandse handel.
Europese Unie: een onmogelijk ‘Plan A’
We denken dat het een illusie is om de bestaande Europese Unie te veranderen. De EU is sinds haar ontstaan een instrument in handen van de heersende klasse om haar belangen te verdedigen. Behalve het gebrek aan democratie zit ook het neoliberalisme in het DNA van de EU.
Mélenchon gaat gelukkig verder dan de visie die bekend staat als “links Europeanisme”, een stroming die staat voor een geleidelijke verandering van de EU van binnenuit op basis van linkse overwinningen in verschillende lidstaten. Hij pleit dan wel voor een Europese samenwerking met andere krachten die zich tegen het besparingsbeleid verzetten, maar dit ‘Plan B’ van een exit uit de EU gaat niet ver genoeg. Er moet niet alleen gebroken worden met dit ‘Europa van het kapitaal’, we moeten ook stappen zetten in de opbouw van een Europa van de werkenden met een socialistisch programma gebaseerd op mobilisatie van onderuit om de macht van de heersende klasse te betwisten. We moeten van bij het begin deze noodzaak uitleggen, zelfs indien dit vandaag nog niet volledig begrepen wordt door bredere lagen van de bevolking.
Rond de publieke schulden is het perfect redelijk en rationeel om een “burgeraudit” te eisen die “moet bepalen welk deel van de publieke schulden niet legitiem is met het oog op een onderhandelde herschikking (gespreide betaling, lagere rente, gedeeltelijke annulering).” We mogen echter niet vergeten wat er in Griekenland gebeurd is. Een audit heeft enkel zin als hulpmiddel om de werkenden bewust te maken en te mobiliseren in de richting van een weigering om schulden die niet de onze zijn verder af te betalen.
Voor een plan om de sleutelsectoren te nationaliseren
Het programma van ‘France Insoumise’ gaat in op de noodzaak van nationaliseringen. Maar dit gebeurt slechts gedeeltelijk: er wordt nooit voorgesteld om een volledige sector in publieke handen te brengen, het blijft beperkt tot enkele sleutelbedrijven of tot een ‘publieke pool’. We hebben nochtans nood aan een democratisch beheer en controle van de werkenden en de gemeenschap op de productie in alle sleutelsectoren van de economie. De nationalisatie van de volledige financiële sector en het opzetten van een publieke kredietsector is de enige oplossing om het kapitaal te kunnen controleren en om te vermijden dat het de kapitalisten zijn die de investeringen controleren.
De sleutelsectoren van de economie (banken, financiewezen, telecom, staal, petrochemie, …) moeten volledig genationaliseerd worden zonder schadeloosstelling van de bestaande eigenaars/aandeelhouders, tenzij op basis van bewezen behoeften. Het is het enige efficiënte antwoord op de dreiging van delokalisatie vanwege grote werkgevers. Zonder dergelijke antwoorden kan de ‘Zesde Republiek’ waar Mélenchon voor oproept wel eens hetzelfde lot ondergaan als Syriza dat in Griekenland ook met een anti-besparingsprogramma aan de macht kwam.
Voor systeemverandering, voor een democratisch socialistische samenleving
Het project van de Zesde Republiek heeft als verdienste dat het huidige systeem in vraag wordt gesteld en daarmee ook de instellingen die de dominantie door de heersende klasse beschermen. Er worden een reeks voorstellen aan gekoppeld gericht op een breuk met het systeem, maar daarbij durft Mélenchon niet ver genoeg gaan.
Waarom dit schitterende project van ecologische planning niet toepassen op de volledige economie? Een democratisch geplande economie kan de productie afstemmen op wat nodig is voor de reële behoeften van de overgrote meerderheid van de bevolking en van de planeet.
We moeten de discussie aangaan over een ander economisch stelsel: een samenleving zonder uitbuiting en winsthonger. Kortom, een democratisch socialistische samenleving. Het is de enige manier om te vermijden dat een handvol superrijken alle touwtjes in handen heeft om de eigen belangen te verdedigen. Het gebrek aan durf rond een alternatieve samenleving die niet alleen ingaat tegen de “financiële oligarchie” maar ook tegen het kapitalisme zelf, leidt in het programma van ‘France Insoumise’ volgens ons tot andere zwakheden, zoals het terugplooien op de “soevereine natie” of het idee van een “nieuwe andersglobalistische alliantie van volkeren om ons volle gewicht in te zetten voor een wereld rond de gemeenschap van naties die de VN vormt.”
Om tot verandering te komen, moeten we ons organiseren en mobiliseren!
Een van de grootste sterktes van de campagne ‘France Insoumise’ is de nadruk op mobilisatie en het actief betrekken van bredere lagen van werkenden en jongeren rond een gezamenlijk project. Militanten van LSP namen reeds meermaals deel aan activiteiten van ‘France Insoumise’, zo ondersteunden we de tussenkomst van onze Franse zusterorganisatie Gauche Révolutionnaire tijdens de actie van 18 maart. We zagen daar hoe ‘France Insoumise’ een ruimte voor discussie opent.
Zoals Gauche Révolutionnaire schrijft: “Elke dag gaan duizenden werkenden in staking of actie. Die strijd gaat onverminderd door, zelfs indien de media er niet over bericht. De woede is groot, er is niet alleen berusting. Ook hiervoor kunnen we de campagne van Mélenchon gebruiken: om die strijd aan te moedigen en een politiek perspectief te geven. We kunnen onze stem gebruiken om onze klasse te verenigen rond een kandidaat die opkomt voor een radicaal ander beleid dan de gevestigde politici. Om een efficiënt verzet op te bouwen tegen het besparingsbeleid en om te strijden tegen het kapitalistische systeem, moeten we georganiseerd zijn. Het ontbreekt ons aan een echte strijdbare kracht, een massapartij die op democratische wijze niet alleen spreekt over het veranderen van dit ondemocratische en onrechtvaardige systeem, maar ook actief opkomt voor een samenleving zonder uitbuiting en winsthonger, voor een democratisch socialistische samenleving. Zo’n strijdpartij zou meteen ook een groot probleem vormen voor het Front National. Om de kapitalisten te stoppen en de voorstellen van Mélenchon te realiseren, is een strijdbeweging nodig, mogelijk met algemene stakingen, waarin alle werkenden en jongeren betrokken worden. De verkiezingscampagne kan dit mee voorbereiden.”
[divider]
Enkele voorstellen van ‘France Insoumise’
Democratie op de werkvloer en nieuwe sociale rechten voor werkenden
- Nieuwe controlerechten voor de bedrijfscomités die ook controle moeten uitoefenen op de boekhouding van het bedrijf
- Werknemers moeten het recht krijgen om een motie van wantrouwen te stemmen tegen bedrijfsleiders of tegen strategische projecten van het bedrijf
- Versterking van de mogelijkheden om in te gaan tegen afdankingen met het recht op een schorsend veto in de bedrijfscomités.
Een plan van economisch herstel en jobcreatie in functie van een ecologische transitie
- 100 miljard euro bijkomend in de economie pompen voor ecologisch en sociaal nuttige investeringen
- Alle publieke steun en belastingverlagingen voor bedrijven moeten bevroren worden om de efficiëntie ervan te evalueren. Intrekking van alle steun aan asociale en on-ecologische maatregelen.
Diverse voorstellen
- Opzetten van publieke bedrijven op vlak van energie en transport
- Bouw van 200.000 sociale woningen per jaar gedurende vijf jaar met inachtneming van ecologische normen
- Verbod op uithuiszettingen zonder nieuwe huisvesting
- Doelstelling van nul daklozen: iedereen moet toegang hebben tot noodopvang, huisvesting en duurzame begeleiding
- Gratis toegang tot de hoeveelheid water, elektriciteit en gas die nodig is voor een waardig leven. Verbod op het afsluiten van de waterbevoorrading
- Verbod op patenten voor al wat leeft, strijd tegen de biopiraten!
- Geen GGO’s, geen schadelijke pesticiden en een onmiddellijk verbod op de meest gevaarlijke vormen ervan.
- 100% terugbetaling van voorgeschreven gezondheidszorg, waaronder kosten voor tandheelkunde, oog- en gehoorkunde, verlaging van de kosten voor brillen en hoorapparaten.
- Heropbouw van een publieke gezondheidszorg, afschaffing van de prestatiegeneeskunde en intrekking van de afbouw van het aantal bedden en personeelsleden. Een meerjarenplan voor een groter aantal dokters, verplegers, zorgkundigen en administratief personeel in de zorg.
[divider]
Hoe kwam het programma van ‘France Insoumise’ tot stand ?
‘L’Avenir en Commun’ vertrok van het programma ‘L’Humain d’abord’ dat Mélenchon in 2012 verdedigde in de presidentsverkiezingen. Toen Mélenchon in februari 2016 zijn kandidatuur voor de presidentsverkiezingen van 2017 aankondigde, werd dit programma geactualiseerd onder leiding van de juriste Charlotte Girard en de econoom Jacques Généreux.
Tussen februari en augustus 2016 werden ongeveer 3.000 bijdragen ingediend via de website jlm2017.fr. Die werden gelezen en samengevat door een ploeg van een 20-tal rapporteurs die elk voor enkele thema’s instonden. Vervolgens waren er 16 hoorzittingen met diverse onderzoekers, technici en militanten. Verder kwamen er ook bijdragen van de politieke krachten die de campagne van Mélenchon ondersteunen. Tenslotte was er op 16 oktober 2016 een nationale conventie waarop het programma werd afgewerkt.
Zoals de nationale organisatoren van ‘France Insoumise’ opmerken, is dit geen eindpunt. “Deze tekst sluit de discussie niet af, het geeft er een nieuwe impuls aan.” Het programma van 2017 zet op een aantal punten grote stappen vooruit (we denken onder meer aan de voorstellen rond ecologie). We hopen dat er in de toekomst ook meer duidelijkheid zal komen rond de punten die we in dit dossier aanbrengen.
-
Franse presidentsverkiezingen: waar staat links?

Foto: flickr/pierre-selim Op 29 januari bepaalden voorverkiezingen van de alliantie rond de Parti Socialiste wie de centrumlinkse kandidaat in de presidentsverkiezingen van 23 april wordt. Hollande vraagt als zittend president geen nieuw mandaat. Hij zag de bui van een vernederende nederlaag immers al hangen. Uiteindelijk haalde de kandidaat van de linkervleugel van de PS het: Benoit Hamon. Dat wijst op de zoektocht naar een alternatief, maar ook op de groeiende verwerping van de gevestigde politici.
Artikel door Simon D. (Bergen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Recent was er een onderzoek dat aangaf dat 80% van de Fransen geen vertrouwen heeft in de instellingen. Dat droeg bij aan de electorale opdoffers die een reeks gevestigde waarden van de Franse politiek te verduren kregen in de voorverkiezingen. Bij de rechterzijde, ‘Les Républicains’, werden Alain Juppé en Nicolas Sarkozy in november wandelen gestuurd. Ter linkerzijde was er Hollande die als eerste president ooit in de geschiedenis van de Vijfde Republiek geen kandidaat is voor een tweede mandaat. Daarna werd zijn rechterhand, Manuel Valls, weggestemd. Die golf van afwijzingen, zoals de linkse kandidaat Jean-Luc Mélenchon het omschrijft, is een nooit geziene uitdrukking van de crisis van de traditionele kapitalistische partijen.
Zoals in heel wat Europese landen worden vooral de sociaaldemocraten hard geraakt door deze crisis. Na jaren van verraad en het aanrichten van sociale bloedbaden, worden ze zwaar afgestraft door de bevolking. De overwinning van Benoit Hamon en de steun voor de campagne van Pedro Sanchez in Spanje tegen de partijleiding van de PSOE zijn uitdrukkingen van de zoektocht naar alternatieven in de vorm van kandidaten die zich minstens wat linkser voordoen dan de rest van hun partijapparaat. Beiden willen de historische neergang van hun partijen stoppen door een iets linkser imago naar voor te schuiven, ook al blijft dit netjes binnen de lijnen die aanvaardbaar zijn voor het establishment.
Het is niet omdat je zegt dat je links bent, dat het ook zo is…
De voorstellen van Benoit Hamon staan links van wat de meeste PS-leiders naar voor schuiven. Hij eist de afschaffing van de nieuwe arbeidswet, behoud van de 35-urenweek, aanwerving van 40.000 leerkrachten, … Een van zijn centrale eisen is die van een onvoorwaardelijk basisinkomen van 750 euro per maand. Die eis leidt tot heel wat discussie. Velen zien er iets progressiefs in, terwijl anderen vrezen dat het een paard van Troje is waarmee de sociale zekerheid wordt afgebroken (zie dit artikel). Het idee is populair omwille van de groeiende armoede. Maar waarom niet opkomen voor hogere minimumlonen en leefbare werkloosheidsuitkeringen? Dat zou een opwaartse druk zetten op alle lonen en arbeidsvoorwaarden.
Het grootste gebrek aan de benadering van Benoit Hamon is zijn idee dat het mogelijk is om een krachtsverhouding op te bouwen vanuit een politiek apparaat dat zijn strepen verdiend heeft in de strijd tegen sociale verworvenheden. Jean-Luc Mélenchon heeft gelijk als hij verklaart dat “Benoit Hamon niet kan beweren dat hij ons de hand aanreikt terwijl hij met zijn campagne tegelijk de PS, die we de afgelopen jaren bestreden hebben, wil recycleren.” (1)
Enkel een nieuwe massale arbeiderspartij die zich baseert op sociale strijd kan de eisen verdedigen die de werkende bevolking broodnodig heeft. De kandidatuur van Jean-Luc Mélenchon en zijn beweging ‘La France Insoumise’ kunnen een eerste stap vormen in het proces van heropbouw van een onafhankelijk strijdorgaan van de werkenden.
Een stap vooruit
Het programma van Mélenchon is een pak offensiever dan dat van Hamon. Hij komt op voor gratis gezondheidszorg, arbeidsduurvermindering tot 32 uur per week, … Daarnaast pleit Mélenchon voor ecologische planning en voor de nationalisatie van Total. Daarmee wordt een stap gezet in de richting van het idee dat de werkenden de controle op de economie moeten nemen. De oproep van Mélenchon voor een Zesde Republiek heeft de verdienste dat een ernstige reorganisatie van de samenleving wordt vooropgesteld.
Er zijn echter beperkingen aan het programma van Mélenchon dat teveel in het keurslijf van het kapitalisme blijft steken en onvoldoende nadruk legt op de nood aan arbeidersdemocratie. Het politieke programma zou bovendien duidelijker zijn indien het gekoppeld werd aan de eis van nationalisatie zonder schadeloosstelling (tenzij op basis van bewezen behoeften) van de sleutelsectoren van de economie en dit onder democratische controle en beheer van de werkenden.
De ervaring leert ons dat het niet mogelijk is om water en vuur te verzoenen. De ‘Bolivariaanse revolutie’ van Hugo Chavez in Venezuela was grotendeels op olie-inkomsten gebaseerd en botste al snel op de realiteit van het kapitalisme. We erkennen de progressieve stappen die er gezet werden, maar hebben er steeds voor gepleit om verder te gaan om die verworvenheden veilig te stellen. We doen hetzelfde met de campagne van Mélenchon: een ‘menselijk kapitalisme’ is onmogelijk, er is een breuk met dit systeem nodig.
De campagne van Mélenchon in 2012 met zijn slogan “Laat ons de macht grijpen” bevatte meer revolutionaire elementen dan zijn huidige campagne. Maar we kunnen gebruik maken van de ruimte voor discussie in de campagne van ‘France Insoumise’ om met de tienduizenden activisten die erin betrokken zijn na te gaan hoe we een krachtsverhouding kunnen opbouwen en met welk programma fundamentele verandering mogelijk is. Het massale karakter van de meetings van Mélenchon is een indicatie van het potentieel. Deze energie kan van de bijeenkomst op 18 maart in Parijs – tevens de herdenking van de Commune van Parijs – een massaal evenement maken.
-
Doe zoals Jean-Luc Mélenchon: protesteer tegen de criminalisering van sociaal verzet in Ierland!
Hieronder een solidariteitsbericht van Jean-Luc Mélenchon met de campagne #JobstownNotGuilty. Mélenchon is Europees Parlementslid en kandidaat van ‘France Insoumise’ in de Franse parlementsverkiezingen. Eerder werd de campagne #JobstownNotGuilty ook reeds ondersteund door Noam Chomsky.
Je hoeft niet zo bekend te zijn als Mélenchon en Chomsky om de campagne te ondersteunen. Stuur zelf ook protestmails. Een voorbeeldmail vind je onderaan dit artikel over het proces tegen de activisten van Jobstown: Naar het grootste politieke proces in Ierland sinds decennia. Verdedig de activisten van Jobstown!
[divider]
Het recht op protest is bedreigd in Ierland. Het is sterk verontrustend dat een jongere van 17 jaar schuldig werd bevonden wegens vrijheidsberoving omdat hij deelnam aan een betoging tegen Joan Burton, op dat ogenblik vice-premier. Op 24 april begint het eerste van drie processen tegen 18 meerderjarigen die ook van ‘vrijheidsberoving’ worden beschuldigd. Als ze schuldig bevonden worden, kan een maximale gevangenisstraf volgen. Dit zou niet alleen een vernietigend effect hebben op het leven van de beklaagden en hun gezinnen, een gevangenisstraf van meer dan zes maanden zou voor één van de beklaagden, Paul Murphy, automatisch leiden tot het verlies van zijn zetel in het Ierse parlement. Dit zou de democratische beslissing van zijn kiezers teniet doen.
Veroordelingen zouden betekenen dat protest gecriminaliseerd wordt en zouden een afschrikkende boodschap zijn voor al wie in de komende jaren wil protesteren: syndicalisten, verdedigers van vrouwenrechten en anderen. Als vertegenwoordigers van de linkerzijde in Europa, denken we dat protest geen misdrijf is. In verschillende landen waren er bewegingen tegen het besparingsbeleid en waren er aanvallen op democratische rechten. We denken dat het belangrijk is om samen te reageren omdat een aanval op één van ons een aanval op ons allemaal is.
We zijn solidair met de beklaagden en met de campagne #JobstownNotGuilty. We eisen de intrekking van de beschuldigingen tegen de betogers en eisen de verdediging van het recht op protest.
-
Na Donald Trump in de VS, Marine Le Pen in Frankrijk?
Vorig weekend ging er veel aandacht naar de meeting van Marine Le Pen in Lyon. Zij kreeg echter amper een duizendtal militanten op de been. Mélenchon hield op hetzelfde ogenblik eveneens in Lyon een meeting. Daar waren er 12.000 aanwezigen. Gauche Révolutionnaire was er bij met een stand en de krant ‘L’Egalité’ waarvan er meer dan 70 verkocht werden.In november publiceerde Le Figaro een artikel onder de titel: “Na Trump, Marine Le Pen in het Elysée? De politieke klasse raakt ongerust.” Met de Brexit en de overwinning van Trump begint het politieke establishment in Europa en de rest van de wereld inderdaad te panikeren. Het succes van Le Pen is niet te verklaren zonder het falen van de gevestigde partijen.
Artikel door Nicolas M. (Brussel) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’
Diskrediet gevestigde partijen
De PS-regering voerde een beleid ten dienste van de rijken en de werkgevers. De wet-El Khomri of de arbeidswet maakt afdankingen makkelijker, zorgt voor een langere werkweek en schaft verschillende maatregelen ter bescherming van de arbeidsvoorwaarden af. Zo worden onder meer de mogelijkheden van zondagwerk uitgebreid. Tegenover het enorme sociaal verzet kwam er alleen meer repressie.
Fillon van de Republikeinen wil op vijf jaar tijd 100 miljard euro besparen in de openbare uitgaven, de 35-urenweek afschaffen, de pensioenleeftijd optrekken tot 65 jaar, de sociale zekerheid afbouwen, … De eerste prioriteit van Fillon is de “bevrijding van de economie” waarbij hij openlijk naar Thatcher verwijst. Fillon staat voor een oorlog tegen de jongeren, werkenden en vakbondsmilitanten.
Met het bilan van een asociale regering en een rechtse oppositie die nog agressiever wil besparen, kan elke andere kandidaat zich sociaal voordoen. Zo verklaarde Le Pen op 9 januari: “Ik verbind me ertoe om niet te knippen in de middelen voor de gezondheidszorg en verzet me ten stelligste tegen de privatisering van de gezondheidszorg.”
FN: afkeer tegen gevestigde partijen en het Trump-effect
De meeste peilingen plaatsen Marine Le Pen in de tweede ronde. Op RTL stelde Le Pen: “Donald Trump staat in de VS voor een economisch patriottisme dat ik ook in Frankrijk wens door te voeren.” Zal dit protectionisme de Franse werkenden en hun gezinnen vooruitgang bieden?
Naast racisme en seksisme draait het project van het FN echter volledig rond de belangen van de werkgevers. Het racistische gif wordt gebruikt om de werkenden te verdelen en de aandacht af te leiden van de agenda gericht op de belangen van de rijksten. Waar het FN aan de macht is, wordt tot harde besparingen en het schrappen van subsidies overgegaan. Door zich te richten tegen de meest kwetsbare migranten, maakt het FN het de bazen makkelijker om deze laag van de bevolking onwaarschijnlijk slechte arbeidsvoorwaarden op te dringen waarmee de voorwaarden en lonen van alle werkenden onder druk gezet worden.
“France Insoumise” van Mélenchon
De beweging rond de kandidatuur van Mélenchon heeft al meer dan 170.000 aanhangers verzameld. Er zijn campagnekits die sympathisanten in hun omgeving kunnen gebruiken, onder collega’s of familie. “L’Avenir en Commun” (“Onze gemeenschappelijke toekomst”), het programmaboek van Mélenchon, is één van de meest verkochte boeken van de voorbije maanden. Dit programma is het resultaat van collectieve discussies rond verschillende thema’s. Duizenden mensen werden daarbij betrokken, onder meer bij verenigingen en in de vakbonden. Op 18 maart, de herdenking van het begin van de Commune van Parijs in 1871, wordt een betoging in Parijs gehouden als onderdeel van de opbouw van de campagne en van steuncomités doorheen het land. Volgens de peilingen kan Mélenchon de kandidaat van de PS voorbijsteken.
“Volgens ons zijn de ecologische problemen, de sociale ramp en de ontsporing van de democratie drie gezichten van dezelfde realiteit. We worden verstikt onder de heerschappij van het financiewezen.” Vanuit een dergelijk vertrekpunt is het mogelijk om een brede steun onder jongeren en werkenden op te bouwen. De deelname van Mélenchon aan de solidariteitscampagne met de vervolgde syndicalisten van Goodyear wijst op het klassenkarakter van zijn campagne. Het programma van Mélenchon geeft kritiek op de gevolgen van het kapitalisme zoals de privileges van de top en de groeiende ongelijkheid. Maar het is nog geen radicaal alternatief met als doel om een einde te maken aan dit rotte systeem.
De campagne haalt uit naar het financiewezen dat de arbeidersklasse “verstikt”, maar er zijn geen eisen die de dictatuur van het kapitaal fundamenteel uitdagen. Er wordt gesproken over een grotere controle op de sector en de creatie van een “publieke pool.” Maar over de nationalisatie onder democratische controle van de gemeenschap wordt gezwegen. Het is moeilijk om te controleren wat we niet bezitten. Een volledig publieke financiële sector zou een schitterende hefboom zijn om tot een echte herverdeling van de rijkdom te komen met onder meer een massaal programma van publieke investeringen die antwoorden op de vele tekorten en de andere progressieve elementen die de campagne van Mélenchon naar voor schuift. Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, steunt de campagne van Mélenchon en verdedigt erbinnen haar specifieke benadering.
-
Frankrijk. Tegen Fillon, de PS en het FN: stem Mélenchon

Mélenchon Hieronder de verklaring van Gauche Révolutionnaire, onze Franse zusterorganisatie, over haar deelname aan de campagne ‘France Insoumise’ (Frankrijk staat op) en de stemoproep voor Mélenchon. Terwijl miljoenen mensen werkloos zijn, dagelijks vechten om te overleven en de openbare diensten afgebouwd worden, zien we een mediacircus rond de presidentsverkiezingen van 2017 dat zich bij het lijstje van afstootwekkende zaken voegt. We mogen ons daar niet bij neerleggen en moeten in verzet gaan zodat we het beleid van de PS, Les Républicains of het FN niet langer moeten ondergaan. We moeten ons voorbereiden op strijd.
Sommigen denken dat het beter is om zich te onthouden en via die weg hun afkeer tegen deze parodie op een democratie te tonen. De afwezigheid van massale betogingen of van een duidelijke oproep van een brede politieke kracht onder de jongeren en werkenden maakt dat een onthouding vooral een passief gegeven is waar de politieke leiders van zowel de rechterzijde, de PS als het FN niet van wakker liggen.
De beloften om ons het leven zuur te maken
Het leven van gewone werkenden zal er niet op verbeteren onder Fillon, Valls of Le Pen. De samenleving zal er evenmin rechtvaardiger op worden.
De rechterzijde en de PS (en zijn bondgenoten) zijn verantwoordelijk voor de huidige sociale ramp. Fillon was premier. Hij heeft de aanval op de pensioenen in 2010 doorgevoerd. Hierdoor gingen de pensioenen erop achteruit, werden ouderen tot werkloosheid veroordeeld en moeten anderen werken tot ze erbij neervallen. Fillon belooft om de werkloosheid aan te pakken… door 500.000 jobs in de publieke sector te schrappen of nog door iedereen te verplichten om langer te werken voor een lager loon (39 uur werken, 35 betaald krijgen). Verder wil hij onder meer de BTW verhogen.
Het bewind van Valls-Hollande heeft geleid tot 5 miljoen werklozen, dat zijn er 1,2 miljoen meer dan in 2012. Er zijn tientallen miljarden cadeau gedaan aan de superrijken en de multinationals die blijven jobs schrappen (Air France, La Poste, Peugeot, SFR, Sanofi, …) terwijl ze miljarden winsten boeken. Het FN beweert anders te zijn, maar dat is een illusie. Le Pen beweert te spreken in naam van het ‘volk’ terwijl haar eigen familie uit miljonairs bestaat. Alle leiders van het FN zijn carrièristen die hun verkozen posities cumuleren zoals bij de rechterzijde en de PS. In de steden waar het FN aan de macht is, wordt de aanval ingezet op hulpverlening aan de armsten. Het FN spreekt zelfs niet over loonsverhogingen, de partij wil zich vooral niet tegen het kapitalisme richten. De doelwitten van extreemrechts zijn de zwaksten: migranten, jongeren, … Wat het FN wil is verdeeldheid onder de werkenden, wat enkel de rijksten ten goede komt.
Onze revolte tegen dit systeem naar voor brengen
Waar de gevestigde partijen vooral bang van zijn, is dat wij ons ongenoegen laten zien in een campagne voor een kandidaat die zich volledig tegen hun beleid keert, die het jobverlies in de publieke sector verwerpt en die opkomt voor loonsverhogingen, meer sociale zekerheid en betere pensioenen. Zo’n kandidaat die miljoenen stemmen haalt, is een probleem voor het establishment. Dat is waarom Gauche Révolutionnaire oproept om voor Mélenchon te stemmen. Zo kunnen we al wie genoeg heeft van het kapitalisme, de winsthonger en de uitbuiting bijeenbrengen.
Dat is essentieel om het verzet te organiseren als Fillon de presidentsverkiezingen wint. Door de belangen van brede lagen van de bevolking te verdedigen, is de campagne van Mélenchon ook een middel om de stem voor Le Pen te counteren waar zij zich probeert te baseren op de woede tegen de PS en de Républicains.
De kandidatuur van Mélenchon kan een belangrijke hefboom zijn, zelfs indien er meningsverschillen zijn met hem en zijn campagne. Maar hij verdedigt loonsverhogingen, pensioen op 60 jaar, hij eist dringende maatregelen tegen de ecologische rampspoed en verdedigt een geplande economie die rekening houdt met de natuurlijke middelen en die niet gericht is op de winsthonger. Het programma van Mélenchon verzet zich tegen het Europa van het kapitaal. De campagne verzet zich tegen het cumuleren van politieke mandaten en vraagt stemrecht vanaf 16 jaar. Dat zijn positieve elementen waar wij nog aan zouden toevoegen dat verkozenen niet meer mogen verdienen dan het gemiddelde loon van een geschoolde werknemer en dat verkozenen afzetbaar moeten zijn door wie hen gekozen heeft.
Als miljoenen mensen deze kandidatuur steunen, dan kan dit vertrouwen geven aan al wie genoeg heeft van deze onrechtvaardige samenleving.
We zullen verder moeten gaan in het aanvallen van de macht van de multinationals, banken en grote aandeelhoudersgroepen. Een verkiezingscampagne is slechts een manier om de discussie over onze eisen en voorstellen tot strijd tegen het kapitalisme te voeren. Tegen de dictatuur van de multinationals verdedigt Gauche Révolutionnaire de nationalisatie van de volledige financiële sector (banken, verzekeringen, immobiliëngroepen, …) en andere sleutelsectoren van de economie. We eisen de nationalisatie onder democratische controle van de werkenden en de bevolking. Het zou het mogelijk maken om investeringen te financieren om miljoenen jobs te creëren in de publieke sector, voor het milieu of voor sociale behoeften.
Nood aan massale politieke kracht van werkenden en jongeren
De strijd tegen de arbeidswet toonde het aan: we zijn met miljoenen en hebben genoeg van het kapitalisme en de dictatuur van winst en uitbuiting. Sinds de lente hebben miljoenen mensen deelgenomen aan de acties tegen de lage lonen, de slechte arbeidsvoorwaarden, de dictatuur van de bazen. Maar we zagen ook dat ons kamp onvoldoende georganiseerd is, we zijn er niet in geslaagd om de arbeidswet tegen te houden ook al was 70% van de bevolking ertegen. Er is nood aan een massale politieke kracht, een nieuwe partij van werkenden, jongeren, gepensioneerden, … om de strijd mee te organiseren en in te gaan tegen de propaganda van het kapitalisme. Een partij die bovendien ingaat tegen racisme, seksisme, homofobie en elke vorm van discriminatie.
We moeten de campagne en de beweging rond Mélenchon gebruiken om strijd rond sociale, ecologische en democratische eisen te versterken en mee op te bouwen. Er zijn wekelijks honderden stakingen in het land die nood hebben aan een politieke en militante ondersteuning.
Dat is wat wij in deze campagne naar voor willen brengen en waarvoor we steun vragen. Tegenover Fillon en de anderen is er nood aan een campagne die vastberaden de strijd aangaat tegen elke maatregel die ze willen opleggen. Er zal een harde strijd nodig zijn, wellicht een algemene staking, waarin we de kracht van de werkenden en jongeren laten zien op een ogenblik dat ze samen strijden.
Door de campagne voor Mélenchon op te bouwen, kunnen we die mensen bereiken en beginnen met de opbouw van een nieuwe politieke kracht tegen het kapitalisme en tegen de gevestigde partijen.
Binnen het kapitalistische systeem is er geen oplossing mogelijk, dit systeem put de natuur uit, veroordeelt miljoenen mensen tot ellende en dit om een handvol superrijken nog rijker te maken. Er is geen oplossing in dit systeem dat leidt tot oorlogen om olie of andere grondstoffen en die zich vervolgens keert tegen vluchtelingen en migranten die proberen te overleven.
Het kapitalisme moet weg, het moet vervangen worden door democratisch socialisme zodat de economie kan gericht worden op de behoeften van iedereen, zodat een einde kan gemaakt worden aan discriminatie, dat jongeren een toekomst kunnen uitbouwen en zodat er een democratische samenleving mogelijk wordt. Dat is waar Gauche Révolutionnaire voor opkomt.