Your cart is currently empty!
Tag: Marikana
-
Anderhalf jaar na Marikana: de enorme uitdagingen van WASP
In Zuid-Afrika bereiden de politieke partijen zich stilaan voor op de parlementsverkiezingen van 2014. Het twintig jaar oude electoraal monopolie van het ANC, de traditionele partij van de zwarte bevolking, vertoont stevige barsten. De Workers’ and Socialist Party (WASP), die door de Democratic Socialist Movement (DSM, de zusterpartij van LSP) is opgezet, is één van de nieuwe partijen die het kapitalistische crisisbeleid van het ANC uitdaagt. Weizmann Hamilton, voorzitter van de DSM, geeft uitleg bij de politieke ontwikkeling rond WASP.
WASP is ondertussen meer dan een half jaar oud en staat her en der bekend als de Marikana-partij. Velen zijn al vertrouwd met de naam Marikana, het stadje waar de politie in augustus 2012 34 stakende mijnwerkers had doodgeschoten. De weinige leden die de DSM toen rijk was, hebben de mijnwerkers gesteund bij het opzetten van onafhankelijke stakerscomités en solidariteitscampagnes. Meer dan een jaar later ondersteunt de DSM de strijd van de mijnwerkers en andere arbeiders nog steeds, ditmaal door aan een arbeiderspartij te bouwen: WASP.
In een context van politieke en economische aardverschuivingen, voert WASP campagne voor op z’n minst één verkozene. Maar meerdere verkozenen behoren ook tot de mogelijkheden. Post Marikana staan de media bol van verhalen over corruptieschandalen van ANC-leiders en analyses die bevestigen hoe breekbaar de almacht van deze partij is. Al enkele jaren gaan delen van de arbeidersbeweging over tot protestacties en stakingen die zich ook tegen het ANC-beleid richten. 2014 heeft het potentieel historisch te worden.
Toch kan WASP niet achteroverleunen, veel hangt af van een stevige politieke campagne. Een succesvolle verkiezingsdeelname vergt onder meer honderden, duizenden leden en bijna twee miljoen Rand (142.000 euro). In Zuid-Afrika vroegen we Weizmann Hamilton, de voorzitter van de DSM, om uitleg over de politieke ontwikkelingen in en rond WASP.
Hoe is het mogelijk een partij als DSM met zulke geringe krachten de ruggengraat van WASP vormt? Zijn er geen andere spelers beter voor deze rol weggelegd? En wat zegt dat over de politieke en sociale ontwikkelingen in Zuid-Afrika?
WH: “Dat we veel te groot zijn voor onze schoenen? (Lacht) Kijk, ik denk dat de verhouding die je schetst goed uitbeeldt in welke mate de politieke situatie in Zuid-Afrika, onder invloed van de economische crisis, voldoende is gerijpt voor de ontwikkeling van een andere partij. En voor de herleving van de oude tradities van strijd en een diepere verankering van de steun voor socialistische ideeën. In de jaren tachtig zagen werkende mensen doorheen hun ervaring met de antiapartheidsstrijd voor zelfbeschikking dat zij daar dezelfde staatsmacht op hun weg tegenkwamen als tijdens hun stakingsacties voor hogere lonen enzovoort. Toen was het idee duidelijk dat de verschillende conflicten met elkaar waren verstrengeld.”
“Kijken we naar de periode tussen 1994 [de vorming van de eerste ANC-regering] en 2012 [het jaar van Marikana], dan zien we een periode waarin in de gedachten van de massa’s de zaken vertroebelden. Dan had je een zwarte meerderheidsregering en was er dus aanvankelijk geen reden om te denken dat het ANC de massa’s in de steek zou laten. Ik denk dat de ervaring van het bloedbad, en vooral het feit dat Marikana het toneel vormde waar alle sleutelfiguren die aan de verkiezingen deelnemen hun ware gelaat moesten tonen, heel wat heeft verduidelijkt.”
“Doordat de DSM jarenlang geduldig gewaarschuwd heeft voor het klassenkarakter van het ANC, en door onze tactiek om in het ANC te werken en er de socialistische ideeën te promoten, zijn we in staat geweest een politieke autoriteit en een werkwijze neer te zetten die ons in staat heeft gesteld om zowel kritisch te zijn voor het ANC als gevoelig te zijn voor het respect van velen voor wat het ANC historisch heeft bereikt. Heel belangrijk was de moed die we tentoonspreidden om een minderheid binnen de beweging te blijven die het ANC op basis van zijn beleid en klassenkarakter bekritiseerde. Want uiteindelijk komt uit huidige ervaring van de arbeidersklasse naar voren dat onze positie juist was.”
“Een klein rad kan een groot wiel doen draaien en dat schets een beeld van de mogelijkheid die we hebben, dat is waarom we in de rol verzeild geraakt zijn die we nu spelen. We vormen bijvoorbeeld een grotere factor in de hoofden van de heersende elite dan we in de praktijk zijn.”
Wat wilt u op korte termijn met WASP bereiken?
WH: “Wel, we willen uiteraard de volgende regering vormen (lacht). We aanvaarden de realiteit dat de electorale positie van het ANC serieus is verzwakt. Dat heeft volgens mij de crisis in COSATU [de vakbondsfederatie die bevoorrechte banden heeft met het ANC] versneld. Het ANC vreest dat haar stemresultaat onder vijftig procent zou kunnen vallen. We zouden zoveel als mogelijk munt willen slaan uit die zwakte.”
“We zouden in het parlement een platform voor socialistische ideeën willen aanbieden met als doel de propaganda voor socialisme en de steun aan de strijd van werkende mensen. We willen met WASP een rol spelen in de herwaardering van de oorspronkelijke tradities, de oorspronkelijke opvattingen van COSATU. We willen WASP een organisatorische uitdrukking laten zijn van het constante streven van de massa’s om zich te verenigen rond de ideeën die COSATU ooit heeft gevestigd.”
“Wat bijvoorbeeld eigen is aan de situatie in dit land, dat zijn de protestacties in de sector van de dienstverlening. Zij breiden dagelijks uit. Niet zo lang geleden was er een meisje van zeventien doodgeschoten in zo’n protest toen de politie met scherp schoot. Al deze conflicten zouden we moeten verbinden onder een gemeenschappelijk actieprogramma, een gemeenschappelijk manifest en een gemeenschappelijke leiding.”
“Hetzelfde stellen we voor in de arbeidersbeweging. In de mijnsector bijvoorbeeld hebben veel mijnwerkers de NUM [Nationale Vereniging van Mijnwerkers, een deel van COSATU] achtergelaten in ruil voor AMCU [Vereniging van Mijnwerkers- en Constructievakbond, in 1998 van de NUM gescheurd]. Maar door de ideologische beperkingen van de AMCU-leiding en de politieke houding van de NUM trekken de mijnwerkers op in dezelfde strijd tegen hun bazen, maar dan verdeeld.”
“Bovendien is er het falen van de jongerenorganisaties die gelieerd zijn aan de Communistische Partij en het ANC. Maar ook van het PAC [Het Pan-Afrikaans Congres]. Zij zijn niet in staat geweest om de mensen te verenigen. Zij hebben een gemeenschappelijk programma als het op studieschulden, de betaalbaarheid van studentenwoningen, inschrijvingsgelden, betaalbaar onderwijs, enzovoort.”
“WASP stelt zichzelf dus voor als een soort paraplu waaronder elke strijd zich kan verenigen terwijl het ook bewust ideeën over socialisme promoot.”
WASP staat nog steeds in haar kinderschoenen. Ze moet nog op veel plaatsen en in veel sectoren worden neergepoot. Wat beïnvloedde dan de beslissing om aan nationale verkiezingen deel te nemen?
WH: “Wij hebben er vertrouwen in. Op basis van wat ik al heb uitgelegd, op basis van de bevragingen die onder vakbondsvertegenwoordigers van COSATU zijn gehouden [een studie uit september 2013 toonde aan dat 65% van de leden van COSATU een arbeiderspartij zouden steunen geleid door COSATU], en op basis van de veronderstelling dat het ANC ondertussen een minderheidsregering is geworden.”
“Van de 27 miljoen mensen die in 2009 mochten stemmen, hebben 12 miljoen niet gestemd. 5 miljoen stemgerechtigden hebben niet eens de moeite gedaan om zich te registreren. De mensen zoeken naar iets anders maar geen enkele van de parlementaire oppositiepartijen kan dat bieden. Veel mensen zijn betrokken bij een vorm van passief protest en houden hun stem voor zichzelf.”
“Ik moet denken aan wat een kameraad mij had verteld over mensen die graag bewust een boycot zouden willen organiseren en over hoe dat de verandering in mentaliteit toont. Dat is echter niet genoeg. De mensen moeten actief worden. We hebben het in het verleden al gezegd dat, hoewel wij het kunnen begrijpen dat mensen thuisblijven, de mensen toch naar de stemhokjes moeten komen.”
“Het is beter dat mensen hun stem ongeldig uitbrengen door bijvoorbeeld een kruis te maken of op hun papier een arbeiderspartij of socialisme te eisen. Het toont op een actieve manier aan in welke mate je oppositie voert tegenover het ANC. Natuurlijk heeft deze tactiek limieten en in een situatie waarin we de bereidheid zien om naar alternatieven te zoeken moesten we wel het initiatief nemen om zo’n alternatief te creëren.”
“Wij gaan ervan uit dat ondanks de geringe grootte van de partij het proportioneel kiessysteem in dit land ons de mogelijkheid geeft om door middel van zelfs maar honderdduizend stemmen toch een zetel in het parlement te halen. Dat zou een grote stap vooruit voor het socialisme in dit land betekenen. Het zou ons namelijk in staat stellen het parlement als platform te gebruiken voor de promotie van zulke ideeën.”
”Het zou ons ook de nood aantonen om de arbeidersklasse zichzelf te laten organiseren, want het parlement zal niet de route zijn waarlangs het socialisme zich in dit land zal vestigen. We moeten dus de beperkingen van het parlement blootleggen en socialistische opvattingen verspreiden zoals de verantwoordingsplicht en de democratische controle over vertegenwoordigers. Dat is een reden waarom wij besloten hebben WASP op te zetten en deel te nemen aan de verkiezingen van 2014.”
“Een voorbeeld: tijdens de grootste afsplitsing van het ANC tot nog toe, dat was in 2007 met de totstandkoming van COPE (Congres van het Volk), zagen we een partij die al na zes maanden een miljoen stemmen wist te behalen. De partij is jammer genoeg in elkaar gevallen. Of ik zou moeten zeggen: gelukkig maar, want deze partij was nog rechtser dan het ANC en dat verklaart waarom het nergens heen ging. Maar wij gaan ervan uit dat, als wij in staat zouden zijn een van de grote vakbonden die aan COSATU gelieerd zijn te overtuigen WASP te steunen, een miljoen stemmen niet onmogelijk zou zijn.”
Onlangs hebben ook de Economic Freedom Fighters (EFF) van Julius Malema zich tot partij gevormd. Veel werkloze jongeren kijken naar zowel WASP als het EFF. Hoe kijkt u naar het EFF?
WH: “Na de breuk met het ANC en de stichting van COPE in 2007, was de uitsluiting van Julius Malema vermoedelijk het belangrijkste teken van een implosie die gaande is in het ANC. De uitsluiting van Malema ging gepaard met de ontbinding van de jongerenvereniging van het ANC [waar Malema voorzitter van was]. Dat heeft bovendien ook bijgedragen aan het aan de macht komen van president Zuma. Het heeft volgens mij de crisis in het ANC gevoelig versneld en dat heeft de situatie nog rijper gemaakt voor een alternatief.”
“Waar Malema erg behendig in is, is de herkenning van de diepe steun die er onder de arbeidersklasse is voor socialistische maatregelen zoals nationalisaties. Hij maakt gebruik van die situatie door zichzelf te associëren met ideeën die voor barsten zorgen in de tripartite-alliantie [het ANC, de Communistische Partij en COSATU]. Maar ook binnen COSATU waar NUMSA vooraan staat in de roep om nationalisaties en de verdediging van het Freedom Charter [de belangrijkste principes van het ANC als anti-apartheidspartij tussen 1955 en 1996]. Malema heeft zich daarop geënt.”
“Hij is zich ook bewust van de frustratie onder zwarte Zuid-Afrikaanse kapitalisten. Als je een blik werpt op het aandeelhouderschap op de beurs van Johannesburg, dan zie je dat slechts vier procent in handen is van zwarten. De meerderheid is dus nog steeds in handen van buitenlanders of blanke Zuid-Afrikanen. Er is frustratie onder zwarte kapitalisten omdat zij hadden gedacht dat op basis van de politieke visie van het ANC de omvang van het zwarte deel van de kapitalistische klasse op en dag proportioneel zijn aan de zwarte bevolking in het land.”
”In realiteit is de minderheidsheerschappij van de blanke economische elite voortgezet. Sommige zwarte kapitalisten zien daardoor in nationalisaties een instrument om een zwarte kapitalistische klasse te ontwikkelen. Dat verklaart waarom Patrice Motsepe, de rijkste zwarte man in het land, de enige ooit die als zwarte man bovenaan de ranglijst van de Sunday Times heeft gestaan, niet principieel tegen nationalisatie is.”
“Malema is in staat geweest om alles voor allen te worden als je het met een Bijbelse uitdrukking wil uitleggen. Hij is in staat beroep te doen op de radicale tradities van de arbeidersklasse, een bewuste steun te uiten aan socialistische ideeën en nationalisaties, net zoals hij beroep doet op een sectie van de kapitalistische klasse die voorstander is van nationalisaties in hun eigen belang.”
“Hij is ook in staat geweest een beroep te doen op de oppositie van Mandiba [Nelson Mandela] tegen president Zuma die geassocieerd wordt met voortschrijdende armoede en de ontbering van de massa’s. Zo vergroot hij zijn geloofwaardigheid. Hij is ook in staat geweest munt te slaan uit de indruk die mensen hebben dat hij moedig is. Hij was zo moedig om toe te geven op de radio dat hij fout was geweest in zijn steun aan Zuma. Hij zei dat het een verschrikkelijke fout was en dat hij daarom een antwoord biedt.”
“Het EFF is in staat geweest munt te slaan uit de snelheid waarmee de ANC-leiding in hun bocht naar rechts het concept van nationalisatie heeft laten vallen. Twintig jaar geleden verwerd nationalisatie tot iets dat men misschien zou kunnen overwegen. Nu hebben ze het helemaal afgeschreven. Malema buit dat uit.”
Zijn Malemas voorstellen socialistisch net als die van WASP?
“Wij denken niet dat het EFF voor socialisme staat. Maar de meerderheid van de jongeren die naar het EFF kijken, ook een deel van de werkende mensen trouwens, zullen hun steun aan het EFF als alternatief niet laten vallen. Zelfs niet door beschuldigingen van corruptie. Het is ook buiten Zuid-Afrika geen nieuw gegeven dat nóg rechtsere partijen electoraal kunnen profiteren van het gevoel bij de massa’s om hun traditionele partijen te straffen.”
”Een deel van wie op het EFF wil stemmen, doet dat zeker om het ANC te straffen. Er zijn er ook die denken dat het EFF en WASP voor hetzelfde staan. Ze praten beide over nationalisatie, gratis onderwijs, gratis gezondheidszorg, enzovoort. Dus waar ligt het verschil? Waarom werken zij niet samen?”
“Daarom hebben wij het EFF met een positief antwoord benaderd. We hebben hen aangesproken voor overleg over samenwerking in de verkiezingen. Spijtig genoeg heeft de houding van het EFF in dit overleg een samenwerking belemmerd. We denken dat we dat ook naar buiten moeten brengen zodat we niet beschuldigd kunnen worden van sektarisme in de ogen van velen die voorstander zijn van eenheid.”
”Daarom hebben wij benadrukt dat er ondanks de politieke verschillen er voldoende basis is voor samenwerking. Dus laten we samenwerken op basis van een eenheidslijst. Op basis van het proportioneel kiessysteem kunnen we bepalen die aan het hoofd van de lijst zal staan enzovoort.”
“Het EFF eist spijtig genoeg dat wij hen zouden vervoegen. We mogen onze eigen organisatie wel behouden, maar onze leden zouden ook lid van het EFF moeten worden en een aantal van onze leiders zouden opgenomen moeten worden in een centraal bestuur bij het EFF om er programmapunten van het EFF te verdedigen in plaats van het beleid van de organisatie waar zij voor staan.”
“In de realiteit is dat de politieke liquidatie van onze organisatie en dat kunnen we niet aanvaarden. We hebben hen de mogelijkheid gegeven om een antwoord te formuleren op onze brief tot samenwerking. We vroegen hen om een antwoord voor 21 september, maar dat hebben ze niet gedaan. We volgen dit verder op met een hernieuwde oproep ten gepasten tijde maar we zouden onze brief moeten publiceren zodat het duidelijk wordt voor de sympathisanten van het EFF dat die partij niet voor echte eenheid staat.”
Nieuwe ontwikkelingen
Sinds een paar maanden regent het nieuwe onthullingen over het bloedbad in Marikana. Hoewel de politie dit aanvankelijk had willen vermijden, komen tijdens het onderzoek naar de gebeurtenissen steeds meer bewijzen naar voren die duiden op wat de mijnwerkers en WASP eerder al wisten: dat de politie uit was op vergelding en met opzet een heel aantal mijnwerkers had neergeschoten.
Ondertussen wordt in de nationale metaalvakbond (NUMSA), dat deel uitmaakt van COSATU, hevig gedebatteerd over de verkiezingen. Onlangs kwam aan het licht dat de vakbondsleiding overweegt de steun aan het ANC op te zeggen. Interne discussiedocumenten hebben het ook over de mogelijkheid een nieuwe arbeiderspartij te steunen (zoals WASP) of op te zetten. Ook een nieuwe vakbondsfederatie los van het ANC wordt bediscussieerd.
-
Een jaar na het bloedbad in Marikana
Op 16 augustus 2012 werd in Zuid-Afrika een bloedbad aangericht. De politie schoot 34 arbeiders dood en er vielen 78 gewonden. De paar seconden van het bloedbad die gefilmd werden, haalden de zorgvuldig in stand gehouden illusies over de ANC-regering en de kapitalistische staat neer. De staat deed beroep op de meest brutale vorm van reactie tegen de stakende arbeiders van Lonmin. Het vormde het begin van een nieuwe periode van revolutie en contrarevolutie in het land. Nu bereiden de mijnbazen zich voor op een nieuw offensief. De lessen van Marikana staan op het netvlies van het bewustzijn van miljoenen arbeiders en jongeren gebrand.
Marikana herdenken
Het bloedbad van 16 augustus 2012 was een berekende en voorbereide operatie die tot doel had om de beweging van de arbeiders van Lonmin tegen de regering en de kapitalistische orde de kop in te druk. Duizenden arbeiders verzamelden aan de heuvel net buiten Marikana. Ze werden omsingeld en aangevallen, zowel langs achter als uit de lucht werd de aanval ingezet met waterbommen en automatische geweren. Ze werden naar een kleine opening in het politiehekken geduwd. Daar waren er ook televisieploegen. Hier werd een eerste groep mijnwerkers neergeschoten. Maar de meeste doden vielen niet hier. Zij werden buiten het bereik van de camera’s tussen de rotsen en de struiken vermoord. Velen werden van dichtbij neergeschoten, vaak werden ze in de rug geschoten of met de armen omhoog om zich over te geven. De politie probeerde de identificatie onmogelijk te maken door over de lijken heen te rijden. Het zogenaamde ‘onderzoek’ van de politie naar het drama was blijkbaar minder goed voorbereid, want dat ‘onderzoek’ bleek al gauw een stuntelige poging tot doofpotoperatie.
Het echte verhaal van Marikana kwam vooral naar buiten toen de arbeiders van Lonmin vastberaden doorgingen met hun strijd en uiteindelijk de hele sector meetrokken in een stakingsactie. In de dagen voor en na het bloedbad was er een stortvloed van de meest ranzige propaganda tegen de arbeiders van Lonmin en hun strijd. De arbeiders hadden door het verraad van de National Union of Mineworkers (NUM) geen keuze, ze moesten de strijd voor een degelijk leven zelf in handen nemen. Voor die ‘misdaad’ werden ze hard aangepakt. Ze botsten op bloedige repressie en werden zelf afgedaan als bloeddorstige criminelen en moordenaars, halve wilden of naïeve slachtoffers van manipulatie door ‘derden’. Jeremy Cronin van de South African ‘Communist’ Party (SACP) won de trofee voor de ergste opmerking toen hij de stakers afdeed als “wraakzuchtige maffia van Pondoland” [een verwijzing naar een etnische bevolkingsgroep]. De staat en haar marionetten herhalen steevast het refrein van de ‘zelfverdediging’ door de politie. Het geeft aan hoe ver ze van de realiteit staan met de onderzoekscommissie die eerder een showproces vormt. De aanvankelijke ‘waarheden’ werden immers krachtig weerlegd doorheen de arbeidersstrijd.
Bloedige repressie van arbeidersstrijd in het algemeen en van mijnwerkersacties in het bijzonder, begon natuurlijk niet in Marikana. Twee weken eerder, op 1 augustus 2012, werden vijf protesterende arbeiders door de politie neergeschoten aan de mijnschacht Aquarius K5 in de buurt van Rustenburg. Deze moorden haalden de media amper, ze waren slechts goed voor een kleine vermelding op de economische pagina’s van de zakenkranten. De omvang en de aandacht voor het geweld tegen de arbeiders van Lonmin waren geen toeval. Het was een berekend antwoord op de tot dan meest ernstige strijd die inging tegen de fundamenten van het bewind van het ANC (African National Congress). Dit was immers een opstand van de mijnwerkers tegen de NUM, de officiële mijnwerkersbond die in het democratische tijdperk een belangrijke rol speelde in het controleren van de mijnwerkers en de mijnsector, een ruggengraat van de economie in het land. Hierdoor werd de NUM ook een belangrijke kracht voor de vakbondsfederatie COSATU en de alliantie rond het ANC. Niet alleen de autoriteit van de NUM werd betwist, maar ook het vertrouwen van de kapitalistische heersende klasse in de mogelijkheid van het ANC om de ‘controle op de zwarte arbeidersklasse’ te behouden (dat is hoe een edito van de zakenkrant Business Day recent de rol van het ANC omschreef). Cyril Ramaphosa, ANC-leider en aandeelhouder van Lonmin, riep op tot krachtige actie om de beweging te stoppen. Dat gebeurde door met de regering beroep te doen op automatische geweren.
‘Dit is niet onze regering’
De poging om deze staking op een bloedige manier de kop in te drukken, heeft voor miljoenen mensen duidelijk gemaakt welke rol de ANC-regering speelt. Marxisten benadrukken dat de staat in laatste instantie bestaat uit ‘gewapende mannen en vrouwen’ die de heersende klasse verdedigen, ook al wordt er doorgaans beroep gedaan op ‘zachtere’ instellingen (zoals parlementen) en verlengstukken zoals vakbondsleiders, politieke partijen en de media die de onderdrukking van de meerderheid door een kleine minderheid goedpraten. Dat de kern van de staat echter bestaat uit gewapende repressie werd plots niet alleen door actieve socialisten begrepen. Marikana maakte duidelijk dat de ANC-regering er is om de belangen van de kapitalistische bazen te verdedigen en dat de NUM een belangrijk instrument daartoe is. De zogenaamd neutrale politie, de rechtbanken en de media zijn in feite niets meer dan de private veiligheidsdiensten en professionele lofbetuigers van de grote bedrijven.
Dit leidt meteen tot de zoektocht naar een alternatief voor de arbeidersbeweging. De mijnwerkers volgden eerst in de regio rond Rustenburg en daarna doorheen de rest van het land het voorbeeld van Lonmin om onafhankelijke stakerscomités op te zetten. De voltijdse vertegenwoordigers van de NUM, die vaak tien keer het loon van een normale mijnwerker verdienen, werden uit de vakbondslokalen verjaagd. Het verspreiden, verenigen en coördineren van de stakingsacties in de mijnen dwong de bazen en de regering ertoe om de arbeiderscomités te erkennen. Voor de stakende mijnwerkers gingen de acties van bij het begin ook om het verjagen van de vertegenwoordigers van de bazen uit hun vakbondslokalen en voor het uitbouwen van een politiek alternatief om tot een arbeidersregering te komen. De arbeiders wonnen het vertrouwen in hun capaciteiten om te organiseren, te strijden en te winnen. Het idee van een nieuwe partij, een arbeidersalternatief op het ANC en de gevestigde partij, werd gezien als een dringende noodzaak. De ontwikkeling van de stakerscomités tot een nationaal stakerscomité in oktober 2012 en de oprichting van de Workers and Socialist Party (WASP) in december 2012 waren daar het gevolg van.
Nieuwe strijd op het mijnwerkersfront
Marikana toonde een nieuw niveau van klassenbewustzijn in de Zuid-Afrikaanse arbeidersklasse. De arbeiders moeten dagelijks op verschillende fronten de strijd aangaan, zowel op de werkvloer als waar ze wonen. Als de strijd nu escaleert, is dat omdat het zo niet meer verder kan. Zowel in de arbeidersklasse als onder de kapitalisten zijn er velen die dat beseffen. De politieke en economische tegenstellingen komen opnieuw het sterkste tot uitdrukking in de mijnsector. De stakingsgolf van augustus tot december 2012 heeft geleid tot een verlies aan verkoop ter waarde van 15 miljard rand. Dat heeft de bazen zeker geen plezier gedaan, maar het is niet de oorzaak van de op til staande golf van afdankingen. De aanhoudende neergang van de wereldeconomie heeft al geleid tot een daling van de prijzen voor platinum en goud, dat zet de winsten van de mijnbedrijven onder druk. Die willen daar iets aan doen door het ‘overaanbod’ van mineralen te verminderen en zo de winstgevendheid terug te herstellen. Tegelijk willen ze de hervonden strijdbaarheid van de arbeiders breken.
Voor Marikana gingen de grote mijnbedrijven al na hoe ze de overproductie konden verminderen. Er werden een aantal mijnschachten rond Rustenburg gesloten. De bazen moesten daar omwille van de stakingsbeweging op terugkomen, maar na de stakingsacties werd het offensief verder gezet. Zo was er op nieuwjaarsdag 2013 een lock-out waarbij 6000 arbeiders van Harmony Gold in de mijn Kusasalethu in Carletonville de toegang tot hun werk werden ontzegd. De grootste producent van platinum ter wereld, Amplats, volgde twee weken later. Er werd aangekondigd dat vier schachten en een mijn zouden gesloten worden waardoor 14.000 arbeiders hun job verloren. Onder druk van de regering en de strijdbaarheid van de mijnwerkers werd dat voorlopig beperkt tot drie schachten en 6.000 arbeiders. De AMCU (Association of Mineworkers and Construction Union) is nog bezig met onderhandelingen over dit plan, maar tegelijk wordt het plan al toegepast en wordt erop gerekend dat tegen eind 2013 de volledige herstructurering rond is. Anglo Gold Ashanti wil op een jaar tijd bijna een derde van haar totale productie afbouwen. Het grootste deel van de productie bevindt zich in Zuid-Afrika.
Zoals Amplats is ook Glencore Xstrata een test voor de heersende klasse. Ze begrijpen ook dat een aanval op één groep arbeiders een aanval op alle werkenden is. In 2013 waren er korte spontane stakingen in de hele mijnsector. Bij de oostelijke chroom-mijn van Glencore Xstrata in Tubatse, Limpopo, gingen 2.000 arbeiders in mei in staking tegen het feit dat het bedrijf een blanke voorman verdedigde nadat die een zwarte arbeider racistische verwijten naar het hoofd had geslingerd. Het bedrijf reageerde direct door de staking illegaal te verklaren en de 2.000 arbeiders af te danken. Met de steun van de andere mijnbazen en de internationale speculanten wil Glencore Xstrata de arbeiders een nederlaag toebrengen. Zij vechten voor het behoud van hun jobs en krijgen daarbij de steun van de WASP en Democratic Socialist Movement. Burgerlijke analisten hebben het over de mogelijkheid dat er in de komende vijf (of drie!) jaar tot 200.000 jobs in de mijnsector kunnen verdwijnen. Met een val van de munt, een dalende economische groei, een afname van de inkomsten uit belastingen en stijgende inflatie, werkloosheid en overheidsschulden, kan de Zuid-Afrikaanse hierdoor op de rand van de afgrond balanceren. Pro-kapitalistische analisten vrezen dat dit een volledige sociale crisis kan veroorzaken.
Geen sociale vrede zonder rechtvaardigheid
Bovenop de aanvallen op de jobs in de mijnsector probeert de heersende klasse ook het systeem van collectieve onderhandelingen terug te dringen en er wordt geprobeerd om de repressie van Marikana algemeen mogelijk te maken. Er waren een reeks van ‘vredesakkoorden’ in de nasleep van het bloedbad. Het laatste is het ‘Framework Agreement for a Sustainable Mining Industry’, een document dat voortkwam in onderhandelingen tussen de regering en de officiële bonden waarbij de onderhandelingen werden geleid door vicepresident Kgalema Motlanthe (zelf een voormalige topman van de NUM). Zoals voorheen zal dit akkoord geen effect hebben, het beperkt zich immers tot vage beloften om de levensstandaard in de mijngemeenschappen te verbeteren terwijl de voorstellen om de orde en de tucht op te leggen wel concreet zijn, onder meer door een permanente aanwezigheid van politie en ‘andere veiligheidsdiensten’ aan alle mijnen. Arbeiders en vakbonden worden verantwoordelijk gesteld voor het behoud van de ‘vrede’ terwijl de bazen zich voorbereiden op oorlog. De dreigementen en het geweld (met inbegrip van moorden) tegen arbeidersleiders van de AMCU gaan intussen door. Dit leidt vaak tot bloedige wraakacties.
Het ‘Framework’ is onderdeel van de poging van de ANC-regering om aan de mijnbazen en de heersende klasse in het algemeen aan te tonen dat het de controle op de situatie kan houden. Het is geen toeval dat het akkoord werd opgemaakt op het ogenblik dat de loononderhandelingen in de goud- en platinumsector werden opgestart. Dat zijn al jarenlang de meest gepolariseerde onderhandelingen – met bvb een eis van een loonsverhoging met 120% terwijl de goudbazen slechts 5% willen geven. De aanval op de Democratic Socialist Movement en de poging om leden van de DSM verantwoordelijk te stellen voor de zogenaamde ‘anarchie’ in de mijnsector (met een poging om Liv Shange uit het land te houden), vormen eveneens onderdelen van de pogingen om de strijdbaarheid van de mijnwerkers te ondermijnen.
Ondanks alle pogingen van het ANC wijzen de interne scheuren erop dat het vertrouwen in de capaciteit van de partij om stand te houden nog moet hersteld worden. De fractie rond Zuma lijkt erg machtig, maar de paranoia van deze fractie geeft aan dat anderen (bvb rond vice-voorzitter Cyril Ramaphosa) eveneens een rol kunnen spelen. De heersende klasse is steeds meer op zoek naar een plan B buiten het ANC. Het opzetten van Agang-SA, een nieuwe partij onder leiding van voormalige mijnbaas en Wereldbank-directeur Mampela Ramphele, is zo’n experiment. De rechtse oppositiepartij Democratic Alliance doet er alles aan om andere partijen op te slorpen in een ‘super-oppositie’.
De uit het ANC gezette voormalige jongerenvoorzitter Julius Malema is nu de centrale leider van de ‘Economische Vrijheidsstrijders’. Deze kracht wil kapitaliseren op de huidige situatie en doet dat met een programma van radicale eisen. Er wordt verwacht dat het ANC volgend jaar bij de verkiezingen voor het nationale en de regionale parlementen zwaar zal verliezen.
Een jaar na Marikana is de Zuid-Afrikaanse arbeidersklasse net begonnen met de heropbouw van eigen organisaties. AMCU, de vakbond die in de mijnen van Rustenburg een groot deel van het lidmaatschap van NUM overnam, moet nog aantonen of het de test van de praktijk doorstaat. De afdankingen en sluitingen die nu op de agenda staan, zullen daar duidelijkheid over brengen. Het gebrek aan een strategie op basis van actieve strijd is echter verontrustend. Cosatu, de vakbondsfederatie waartoe NUM behoort, lijkt zich niet te kunnen herstellen na de historische capitulatie in Marikana. De leiders van COSATU hebben in de praktijk het bloedbad gedoogd en daarna meteen de verantwoordelijken ervoor bij het ANC ondersteund. De vakbondsfederatie heeft geen ernstige campagnes ondernomen. In plaats daarvan wordt de federatie gedomineerd door interne strijd.
Het wordt hoog tijd dat de arbeiders, werklozen, jongeren en studenten de centrale lessen van Marikana trekken. Een belangrijk element daarbij is dat er geen machtiger kracht is dan die van de onafhankelijk georganiseerde en verenigde arbeidersklasse. De Democratic Socialist Movement roept het nationale arbeiderscomité van de mijnwerkers op om een gezamenlijk actieplan op te maken om gecoördineerde acties doorheen de verschillende mijnbedrijven en vakbonden te verenigen tegen de geplande afdankingen en in de strijd voor degelijke lonen en jobs. Er is ook nood aan een nationale actiedag tegen jobverliezen, voor de nationalisatie van de mijnen, banken en grote bedrijven onder democratische controle en beheer van de arbeiders en de lokale gemeenschappen. Zo kunnen we degelijke jobs en leefomstandigheden bekomen met ook huisvesting en onderwijs voor iedereen. Wij komen op voor arbeiderseenheid en roepen alle strijdbare arbeiders op om samen te bouwen aan de WASP. De beste manier om de gevallen arbeiders van Marikana te herdenken, is door een politiek wapen te creëren waarmee we hun moordenaars voor eens en voor altijd kunnen stoppen. Dat wapen is een massale arbeiderspartij met een socialistisch programma.