Your cart is currently empty!
Tag: LSP
-
Boek PVDA en LSP. Uittreksel: “Oorlogen in Irak en in de Balkan”
We publiceerden het boek ‘PVDA en LSP. Verschillen en mogelijke raakvlakken in de opbouw van een politiek alternatief’ door Eric Byl. Je kan dit boek in onze webshop bestellen. Hieronder een uittreksel uit dit boek.
[divider]
Oorlogen in Irak en in de Balkan
Onder de slogan ‘Geen oorlog om olie’ ontstond in 1991 een massale beweging tegen operatie Desert Storm. Dat was een imperialistische interventie in Irak door een internationale coalitie onder leiding van de VS met VN-mandaat. Aanleiding was de inval door Irak op 2 augustus 1990 in Koeweit. Dat is eigenlijk een oliebron die na de imperialistische opdeling van de regio was opgewaardeerd tot onafhankelijke staat. Zo kon het imperialisme haar oliebevoorrading ook na de dekolonisatie garanderen. Het snijdt de regio grotendeels af van haar natuurlijke rijkdommen en is een doorn in het oog van de omliggende volkeren.Saddam Hoessein misbruikte die terechte gevoelens om een interne politieke crisis af te wenden. Hij had immers, toen nog als bondgenoot van de VS, een dure achtjarige oorlog (1980 – ’88) achter de rug tegen het fundamentalistische regime van Iran. Tijdens die oorlog had hij gebruik gemaakt van gifgassen, geleverd door Britse en Amerikaanse bedrijven. Ook tegen de eigen bevolking had hij gifgas ingezet. In het Koerdische dorp Halabja in Noord-Irak lieten 5.000 Koerden, vrouwen en kinderen daarbij het leven. Hij ontsnapte aan een veroordeling omdat de Reagan-administratie in de VS dat tegenhield.
Na de achtjarige oorlog had Saddam behoefte aan meer inkomsten. Via beperking van de olieproductie wou hij een hogere prijs afdwingen en zijn inkomsten optrekken. Koeweit, een vazalstaat van het Westen, wou echter van geen productiebeperking weten. Saddam besloot de oliestaat in te lijven en er een Iraakse provincie van te maken. Daarmee ging hij regelrecht in tegen de belangen van het imperialisme. Onder het mom van een humanitaire interventie wou het imperialisme orde op zaken stellen. Volledig terecht verzetten de vredesbewegingen, de PVDA, de voorlopers van LSP en heel radicaal links, zich tegen deze interventie die niets anders was dan een oorlog om olie.
We schreven eerder dat de bonapartistische contrarevolutie door Stalin in Rusland bepalend was geweest voor alle latere ontwikkelingen. Dat gold eveneens voor de kapitalistische restauratie in het Oosten. Voortaan bleef nog slechts één supermacht over, de VS. Regimes die uit haar gratie vielen, konden niet langer van kamp te wisselen door het model van stalinistisch Rusland te kopiëren zoals China, Vietnam en andere landen dat vroeger hadden gekund. Zij hadden vervolgens op bescherming door de Sovjetunie kunnen rekenen. Ze konden ook niet meer de supermachten tegen elkaar uitspelen, zoals Nasser van Egypte toen hij in 1956 het Suez-kanaal nationaliseerde. De tussenkomst van de Sovjetunie had toen een interventie van Frankrijk en Groot-Brittannië verhinderd.
Voor de voorlopers van LSP betekende het verdwijnen van het Oostblok het einde van een uitzonderlijke situatie waarin sommige elites uit zelfbehoud de economie van bovenaf nationaliseerden. Ze zouden dat voortaan niet meer aandurven. Enkel een democratische coalitie onder leiding van de arbeidersbeweging, gesteund door de boeren en stedelijke armen, zou daartoe nog in staat zijn. Dat is niets anders dan de klassieke definitie van de Permanente Revolutie zoals die door Trotski destijds geformuleerd was. Het vereist een zo groot mogelijke eenheid van de arbeidersbeweging en een revolutionaire partij. Het Saddam regime had echter een geschiedenis van brutale etnische en religieuze onderdrukking achter zich. Het werd gehaat door arbeiders in binnen- en buitenland. Verzet tegen de imperialistische interventie kon bijgevolg geen steun betekenen aan het regime van Saddam.
De PVDA nam een andere houding aan. Zij zou voortaan ieder regime steunen dat aan het imperialisme speldenprikken uitdeelde. Haar verzet tegen de interventie sloeg door naar openlijke steun voor het regime van Saddam. De anti-oorlogsbeweging was echter de eerste grote mobilisatie sinds de val van de Muur. Het radicaliseerde een hele laag jongeren. Die hadden niet de ervaring om de nuances tussen de posities van de verschillende linkse strekkingen te waarderen. Ondanks de steun aan Saddam kon de PVDA, de grootste component van de anti-oorlogsgezinde linkerzijde, bijgevolg een pak van die jongeren winnen. Dit verklaart wellicht waarom het zo lang duurde vooraleer de PVDA begreep dat haar positie voor bredere lagen van de arbeidersbeweging problematisch was.
De PVDA volhardde in die benadering door haar terechte verzet tegen de NAVO-interventie in Servië te laten doorslaan naar openlijke steun aan het regime van Milosevic. Die had in 1989 aan de basis gelegen van het opheffen van de autonomie van Kosovo binnen de Joegoslavische deelrepubliek Servië. Een autonomie die de Kosovaren in 1974, nog onder Tito, hadden verkregen. Het was het startsein voor het uiteenvallen van de ‘Socialistische Federale Republiek Joegoslavië’ in het begin van de jaren 1990. Slovenië, Kroatië en Macedonië riepen in 1991 hun onafhankelijkheid uit. In 1992 volgde Bosnië. Dat ging gepaard met een reeks oorlogen in Slovenië (1991), Kroatië (1991 – 1995) en Bosnië-Hercegovina (1991-1995). Na hun onafhankelijkheid werd in 1992 de Federale Republiek Joegoslavië uitgeroepen. Alle referenties naar socialisme verdwenen. De federale republiek bestond enkel nog uit Servië en Montenegro, dat in 2006 trouwens eveneens haar onafhankelijkheid zou uitroepen.
Als gevolg van het ongenoegen over de systematische achterstelling van de Albanese meerderheid in Kosovo, riepen de leden van het voormalige parlement van de autonome staat onder de Socialistische Federatieve Republiek Joegoslavië, in 1992 in het geheim de Republiek Kosovo uit. Ibrahim Rugova werd verkozen tot president. Er werden parallelle clandestiene structuren opgezet, inclusief onderwijsinstellingen en gezondheidszorg voor etnische Albanezen. Rugova wou via onderhandelingen geleidelijk de positie van de Albanezen verbeteren en stond, althans in woorden, voor onafhankelijkheid ergens in de toekomst. De echte macht bleef echter in handen van de Servische regering.
Vanaf 1996 begon het Kosovaars Bevrijdingsleger (UCK), met een vaag maoïstisch verleden en zoals achteraf zou blijken banden met verschillende westerse geheime diensten, een reeks aanslagen. Ze viseerden de politie, Joegoslavische militairen, etnische Serviërs en etnische Albanezen die ze van collaboratie beschuldigen. In de zomer van 1998 zetten Servische troepen met steun van etnisch Servische milities een tegenoffensief in. Daarbij werd buitensporig geweld gebruikt tegen Kosovaarse dorpen die ervan verdacht werden leden van het UCK te herbergen. Er waren tekenen van etnische zuivering. De NAVO greep dat aan, naar eigen zeggen om de burgerbevolking te beschermen, om van maart tot juni 1999 luchtaanvallen uit te voeren tegen Joegoslavië.
Het was correct om zich te verzetten tegen de NAVO-bombardementen. Die hadden niets te maken met de wil van de Albanese Kosovaren om zich te bevrijden van nationale onderdrukking. De PVDA verbond daar echter steun aan voor Milosevic, de politieke vertegenwoordiger van een deel van de Servische nationale burgerij. Die had net aangetoond tot welke rampzalige gevolgen het beleid van de Servische nationale burgerij leidde. Haar falen was door het Westers imperialisme aangegrepen als excuus voor de bombardementen. Noch van het imperialisme, noch van de Servische nationale burgerij kon men een politiek verwachten in het belang van de meerderheid van de bevolking, dat vereiste de heropbouw van de arbeidersbeweging.Het programma van een echt socialistische, dus revolutionaire, partij moet steeds streven naar een zo groot mogelijke eenheid van de onderdrukte massa’s. Het mag zich daarvoor niet baseren op abstracte formules in een ideale denkbeeldige wereld. Het moet rekening houden met de concrete situatie op het terrein die het gevolg is van historische ontwikkelingen en van de krachtsverhoudingen tussen de heersende elite en de arbeiders, armen en boeren. De bolsjewieken ageerden op een terrein dat eeuwenlang gekenmerkt werd door Groot-Russisch chauvinisme en nationale onderdrukking. Volledige éénmaking van arbeiders en boeren achter een socialistisch programma, zou pas mogelijk zou zijn als de bolsjewieken ieder vermoeden van Groot-Russisch chauvinisme van zich konden afschudden. Vandaar het belang dat Lenin eraan hechtte om aan de minderheden het recht op zelfbeschikking te garanderen, inclusief het recht op afscheiding indien zij dat wensten.
In Kosovo woedde een burgeroorlog. Een socialistisch programma dat de wens negeerde van de etnisch Albanese bevolking om onder de Servische nationale onderdrukking onderuit te komen, zou er geen schijn van kans maken. Het zou bovendien rekening moeten houden met de belangrijke etnisch Servische minderheid in Kosovo en moest ook een antwoord bieden op de desastreuze politiek van de nationale burgerij in Servië. Enkel een programma dat al die gevoeligheden incalculeerde, zou een kans maken om de eenheid van de onderdrukte massa’s te herstellen.
Vandaar dat de voorlopers van LSP opkwamen voor een onafhankelijk Socialistisch Kosovo met volle democratische rechten voor alle minderheden, inclusief de Servische, naast een Socialistisch Servië dat eveneens volle democratische rechten moest verlenen aan alle minderheden. Dat is een programma voor eenheid, voor heropbouw van de arbeidersbeweging, geen blauwdruk voor de toekomst. Als de Kosovaarse en de Servische onderdrukte massa’s op basis van hun gezamenlijke strijd achteraf zouden opteren voor een vrijwillige confederatie of federatie van socialistische staten, of zelfs voor één socialistische staat, dan zou onze strekking daar niet de minste problemen mee hebben. Maar dat vooraf opleggen als een voorwaarde voor strijd zou op dat moment de eenmaking van de arbeidersbeweging verhinderd hebben.
-
Nieuw boek: “PVDA en LSP. Verschillen en mogelijke raakvlakken in de opbouw van een politiek alternatief”
We publiceren een boek door Eric Byl over de verschillen en mogelijke raakvlakken tussen LSP en PVDA. Eind 2013 schreef Eric deze tekst om de discussie binnen LSP over de electorale groei van PVDA te voeren. De tekst bleef even liggen, maar is nu met een actueel voorwoord afgewerkt en gepubliceerd.Vanwaar dit boek? Overal in Europa en in de VS zien we mogelijkheden en vooruitgang voor nieuwe linkse krachten. In Griekenland kwam Syriza zelfs aan de macht met de verkiezingsbelofte om te breken met het besparingsbeleid. De beloften werden niet ingelost wat tot ontgoocheling leidt. Maar tegelijk werden ook de mogelijkheden aangetoond. Er is geen enkele reden om aan te nemen dat er in België geen ontwikkeling van een sterke linkse kracht mogelijk is. De PVDA is als grootste linkse partij het best geplaatst om daar een rol in te spelen. De eerste electorale stappen vooruit zijn gezet met 2 verkozenen in de Kamer, 6 regionale parlementsleden en 52 lokale verkozenen in de gemeenten en districten. Dit is een belangrijke ontwikkeling voor elke linkse militant, voor al wie een politiek alternatief op de besparingspartijen wil. Vandaar dat we het noodzakelijk vinden om dieper in te gaan op de ontwikkeling van PVDA.
Om te begrijpen waar de PVDA vandaan komt en hoe LSP zich ertoe verhoudt, is het nodig om een analyse te maken van onze verschillende achtergronden en ontwikkelingen die belangrijke meningsverschillen verklaren. Nagaan wat die meningsverschillen zijn en wat daarvan aan de basis ligt, is een vereiste om ernstige discussies erover te kunnen aangaan.
Het boek keert terug tot de scholierenstakingen van 1966, de beweging Leuven Vlaams en de bedrijfsbezettingen in het begin van de jaren 1970. Het ontleedt een heel aantal posities, niet alleen van de PVDA maar ook van de KPB, RAL en Vonk over diverse onderwerpen zoals de Golfoorlog, de NAVO-interventie in Joegoslavië, de strijd tegen racisme, de gebeurtenissen in de Jongsocialisten, …
We verwelkomen de vooruitgang van PVDA: ze zet linkse ideeën opnieuw op de agenda en bevordert discussie over alternatieven op het kapitalisme. Er zijn echter ook beperkingen in de politieke opstelling van PVDA die erg welwillend staat tegenover samenwerking en coalitievorming met de officiële linkerzijde van sociaaldemocratie en groenen – de linkerflank van de besparingspartijen – terwijl tegelijk een erg gesloten houding wordt ingenomen tegenover andere krachten links van die partijen.
LSP doet waar mogelijk constructieve voorstellen tot samenwerking met PVDA, voorlopig zonder veel resultaat. Met de verkiezingen van 2014 werd elke samenwerking afgewezen en ondertussen werd ook het bredere ‘Gauche d’Ouverture’ langs Franstalige kant opgedoekt. We begrijpen dat PVDA de eigen vooruitgang wil consolideren en geen eindeloze discussies onder links wil voeren. Maar binnen de arbeidersbeweging zijn er verschillende ideeën en stromingen die niet zomaar onder de mat kunnen geveegd worden. Doorheen de eerste ervaringen met nieuwe linkse krachten zoals Syriza blijkt ook het belang van een politiek programma gericht op een breuk met het kapitalisme. Het volstaat niet om voorstellen te doen voor verbeteringen en veranderingen die de meerderheid van de bevolking ten goede komen, we moeten ook nagaan hoe we die voorstellen kunnen realiseren. Dat vereist een breuk met het volledige systeem. Door een socialistisch alternatief los te koppelen van de dagelijkse strijd, wordt die strijd verzwakt en wordt het socialistisch alternatief ook abstracter. Dat is een belangrijke kritiek die wij hebben op de benadering van PVDA.
Onze kritieken op de PVDA zijn er niet om punten te scoren, maar net om te vermijden dat de PVDA dezelfde weg opgaat van andere linkse formaties en de aangeboden kansen verkwanselt in machtsdeelname. Zoals het boek concludeert: “We nodigen de PVDA uit om haar bondgenoten niet te zoeken op haar rechterflank. Daar is niet meer te halen dan een judaskus om de PVDA aan het beleid te verbranden. De bondgenoten bevinden zich op de linkerflank: bij diegenen die in strijdbewegingen aan dezelfde kant van de barricade staan. Ze zijn kleiner en ze zijn vranker, maar ze staan in tegenstelling tot de rechterflank aan de kant van de arbeiders en de onderdrukten en ijveren elk op hun manier voor echte, in ons geval socialistische, maatschappijverandering.”
Het boek “PVDA en LSP. Verschillen en mogelijke raakvlakken in de opbouw van een politiek alternatief” telt 146 pagina’s en kost 12 euro (verzendingskosten inbegrepen). Bestellen kan door over te schrijven op BE 48 0013 9075 9627 van Socialist Press met vermelding ‘boek PVDA’.
-
Verkiezingen 25 mei 2014. De stemoproep van LSP
Voor een links alternatief op de politieke eenheidsworst: stem PVDA+
Voor een socialistisch antwoord op de kapitalistische crisis: sluit aan bij LSP>> PDF van deze stemoproep
Elf miljard euro winst maakten de Belgische beursgenoteerde bedrijven in 2013. Alweer een topjaar, 20% meer dan in 2012. De CEO’s kenden zichzelf een gemiddelde loonsverhoging van 11% toe. De werknemers kregen een loonstop, jobverlies en een eindeloze reeks (aangekondigde) besparingen op alle niveaus.
Concentratie van rijkdom is een rem op vooruitgang
85 multimiljardairs bezitten evenveel rijkdom als de helft van de wereldbevolking. Het kapitalisme heeft ons nooit geziene ongelijkheid gebracht. In de 20e eeuw ging in het Westen nog een belangrijk deel van de werkende bevolking erop vooruit met de welvaartsstaat. Maar de afgelopen 30 jaar werd het neoliberalisme omarmd, ook door zogenaamd linkse partijen. De kapitalistische globalisering dreef de concurrentie tussen werknemers op om jobs te krijgen of te behouden. We moeten de ene toegeving na de andere slikken.
Ook in België hebben de rijkste 1% al meer vermogen dan de armste 60% van de bevolking. Alle klassieke partijen pleiten voor meer marktwerking, ook waar dit tot voor kort ondenkbaar was. Binnenkort opent het eerste psychiatrisch centrum dat door een privé-partner (Sodexo) zal worden uitgebaat. Als we werk willen voor iedereen moeten we volgens hen lagere lonen aanvaarden én langer werken voor minder pensioen. Als we de bedrijven hier willen houden, moeten we hun belastingen verlagen en besparen op de overheidsuitgaven. Het zijn deze recepten die alle klassieke partijen in één of andere vorm verdedigen. Het zijn diezelfde recepten die ons in de huidige crisis stortten.
[box type=”shadow” align=”alignright” width=”250″ ]100.000 miljard dollar schulden. Superrijken gijzelen de gemeenschap
Propaganda over het einde van de crisis moet vertrouwen wekken naar aanloop van de Europese en nationale verkiezingen. Intussen is de ravage enorm. Miljoenen jongeren gaan langdurige werkloosheid tegemoet. Pensioenen zijn onder de armoedegrens gezakt. Openbare diensten werden afgebouwd of verkocht aan de privésector. Van een Zuid-Europese crisis bleven we voorlopig gespaard dankzij de sociale bescherming, de indexering van de lonen (die men wil afschaffen),… en het verzet van vakbonden en linkse activisten. Maar ook hier is de richting duidelijk, de schok van de crisis wordt misbruikt om verworvenheden te breken.
Schulden op de Amerikaanse woningmarkt staken in 2007 het vuur aan de lont. Wereldwijd is er vandaag 100.000 miljard dollar aan schulden, 40% meer dan in 2007. Tegelijk vond een verschuiving van die schulden plaats. Om de financiële sector en delen van de industrie te redden werden gigantische sommen overheidsgeld uitgedeeld. Winst is voor de privé, maar voor problemen draait de gemeenschap op. Dat is de kapitalistische logica. De overheidsschulden stegen wereldwijd met 80%. Die schulden leveren forse winst op voor kapitaalgroepen, maar wurgen de publieke financiën.[/box]
De middelen bestaan… maar zitten in verkeerde handen
Nog nooit was de wereld zo rijk: materieel, maar ook aan technologische en wetenschappelijke kennis. Meer dan ooit is een waardevolle job aan een leefbaar inkomen voor iedereen mogelijk. Een gezondheidszorg en sociale zekerheid die iedereen in de beste omstandigheden laat leven is betaalbaar. Er zijn voldoende middelen om de milieuproblemen, geneesbare ziektes, honger en ellende uit de wereld te helpen.
Maar de gemeenschap beheert de geproduceerde rijk dom niet en kan dus niet beslissen over de aanwending ervan. Die rijkdom is in handen van een kleine elite die slechts meer winst wil. Over de hele wereld groeit het verzet tegen dit systeem, maar het botst ook op het gebrek aan een alternatief. Waar geen links alternatief bestaat, krijgen rechts-populistische en nationalistische stemmen de kans om de aandacht af te leiden. Zo blijven de 1% buiten schot en worden delen van de 99% tegen elkaar opgezet.
Versterk de linkerzijde: stem PVDA+ maar sluit aan bij LSP
Peilingen tonen dat een groeiende groep kiezers gewonnen is voor een links alternatief en vooral PvdA zal stemmen. In het verleden nam LSP deel aan verkiezingen met een socialistisch programma als antwoord op de behoeften van de bevolking.
Deze keer dient LSP geen lijsten in buiten Brussel. In Vlaanderen roepen we op om PVDA+ te stemmen. Het verhoogt de kans op linkse verkozenen in het parlement.
In Wallonië roepen we op om links van PS en Ecolo te stemmen: PTB-GO, Vega of MG. In Luik, Charleroi en Antwerpen denkt de PvdA verkozenen te behalen, daar roepen we uitdrukkelijk op voor hen te stemmen.
In Brussel nemen LSP en haar partner, de Humanistische Partij, deel aan de linkse eenheidslijst Gauches Communes. In de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 behaalde die 3,7% in St. Gillis.
Een echte linkse eenheid zoals het ABVV van Charleroi-Zuid Henegouwen had voorgesteld, met de PVDA als motor, had de linkse stem op 25 mei nog fors kunnen versterken. Daarom bood LSP kandidaten aan op een PVDA-lijst, maar die weigerde. Daarna bood Gauches Communes nog een lijstverbinding aan in Brussel, maar ook dat weigerde de PvdA.
LSP durft vragen stellen bij het programma van de PVDA vanuit een linkser perspectief. De PVDA verkiest die uit de weg te gaan. De PVDA heeft niettemin een kans de broodnodige linkse stem in het politieke debat te leveren. Ze blijft wel heel bescheiden in haar eisen. Een vermogensbelasting, een BTW-verlaging op energie,… Het zijn interessante maatschappelijke keuzes, maar via kapitaalvlucht of door uitstel van de loonindexering kunnen de patroons die helaas gemakkelijk onderuit halen.
Herverdeling moet, maar is onmogelijk als de gemeenschap niet rechtstreeks een aantal sleutelsectoren zoals financiën en energie onteigent zonder schadeloosstelling (tenzij voor kleine aandeelhouders) en onder controle plaatst van de werknemers en de gemeenschap. Enkel zo kunnen de middelen vrij gemaakt worden voor meer welvaart en welzijn voor iedereen. Dat vereist een fundamenteler ommekeer!
Een front van verzet voorbereiden
Na de verkiezingen krijgen we een volgende ronde van besparingen. Daarover zijn alle klassieke partijen het eens. Deze zullen meer pijn doen dan de vorige, want de ‘gemakkelijke’ besparingen zijn uitgeput. Ondertussen blijven de noden in de samenleving groeien.
LSP roept op tot een front van verzet tegen de besparingen, met linkse partijen, strijdbare syndicalisten en sociale bewegingen. Enkele verkozenen van de PVDA zouden daar na de verkiezingen een aanzet toe kunnen geven.
Verkozenen van de PVDA zullen linkse ideeën in het politieke debat brengen. Er is zeker en vast ruimte voor een politieke stem die uitdrukking geeft aan de nood voor een betere herverdeling van de rijkdom. Maar de geschiedenis leert dat in crisistijden de noodzakelijke herverdeling niet zonder slag of stoot zal worden bereikt.
Slechts een breuk met het kapitalisme – gekoppeld aan een socialistisch toekomstperspectief – kan een afdoende antwoord bieden op de crisis.
We nodigen iedereen uit om hierover met ons in gesprek te gaan en aan te sluiten bij LSP.
[divider]
-
Meigroeten 2014 : Steun onze linkse media!
Tegen de heersende media en de propaganda van het establishment, plaats uw meigroet in ‘de Linkse Socialist’ en op ‘socialisme.be’
Het maandblad de Linkse Socialist biedt artikels, verslagen en analyses aan over de strijd van de arbeidersbeweging en de geradicaliseerde jongeren. Geen enkele van de traditionele media laat de stem van het sociaal verzet echt aan bod komen, vandaar het belang van de Linkse Socialist en onze website socialisme.be. Je vindt er analyses van de syndicale en politieke actualiteit, over de jongerenbewegingen en de sociale bewegingen, zowel op het internationale niveau, als op nationaal en gemeentelijk vlak die alle getroffen worden door een stortvloed aan besparingen.Maar we beperken ons niet tot het geven van alternatieve informatie – vertrekkend vanuit de basis van de maatschappij, van de arbeiders en hun gezinnen – we willen eveneens publiek bediscussiëren wat de beste manier is om een krachtsverhouding op te bouwen tegen de sociale afbraak en het jobverlies en voor een verandering van de maatschappij. De Linkse Socialist en socialisme.be reiken niet enkel argumenten aan om in te gaan tegen de heersende neoliberale logica maar ook om de internationale solidariteit met de strijd van arbeiders en jongeren te organiseren en te versterken, om het overlegsyndicalisme terug in te wisselen voor strijdsyndicalisme, een syndicalisme van antikapitalistische strijd.
Steun de alternatieve media !
Om ons maandblad te publiceren en onze website te stofferen hebben we u en uw solidariteit nodig. We rekenen niet op rijke geldschieters, maar op het enthousiasme van onze lezers en sympathisanten. In de eerste plaats, voor zover dat nog niet het geval is, nodigen we u uit een abonnement te nemen op de Linkse Socialist, zodat u iedere maand uw portie antikapitalistische en socialistische analyses kan lezen en tegelijk onze politieke werking ondersteunt.
In aanloop naar 1 mei 2014, een traditie die al decennia mee gaat, stellen we ons maandblad en onze website open voor meigroeten om financiële steun op te halen als middel om onze alternatieve, echt socialistische, media verder te ontwikkelen.
PRAKTISCH
Stuur ons voor 15 april je meigroet door – laat ons weten van welke grootte en met welke boodschap en/of logo – per brief aan LSP, Hoveniersstraat 45, 1080 Molenbeek, – per mail aan redactie@socialisme.be.
TARIEVEN :
-1/128ste bladzijde = 12 euro
-1/64ste bladzijde = 25 euro
-1/32ste bladzijde = 50 euro
-1/16de bladzijde = 100 euro
-1/8ste bladzijde = 200 euroU kan het bedrag dat overeenstemt met het gekozen formaat storten op rek. nr. BE48 0013 9075 9627 van ‘Socialist Press’, met vermelding “meigroet”
-
Ondanks afwijzing blijft LSP-aanbod aan PVDA
Ondanks afwijzing blijft LSP-aanbod aan PVDA
Op een debat van Rood te Gent (13 november) stelde de moderator een tweeledige vraag aan een panel van zeven genodigden: “Waar komt de crisis vandaan en welk antwoord van links?” Hij vertolkte daarmee een raadsel waarmee heel wat jongeren en arbeiders de voorbije jaren worstelden. Hoe komt het dat de crisis van het neoliberalisme en van het kapitalisme links geen vleugels geeft en eerder wind in de zeilen zet van populistisch- en extreemrechts?
Veel tijd om in te gaan op de combinatie van factoren die geleid hebben tot de crisis die nu al vijf jaren aansleept, was er niet. Stephen Bouquin van Rood verwees naar de besparingen, Ivo Flachet van de PVDA naar de toegenomen ongelijkheid, Bleri Lleshi drong aan om Marx te lezen. In het algemeen was iedereen het erover eens dat dit een systeemcrisis is, het gevolg van de kapitalistische wijze van productie en distributie.
Dat de kapitalistische logica aan de basis van de crisis ligt werd nog maar eens bevestigd door de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling), de club van rijke landen waarvan Yves Leterme adjunct-secretaris-generaal is. In haar jongste rapport noemt die de VS de grootste bedreiging voor de wereldeconomie. Waarom? De groei versnelt er. De kans dat de werkloosheid terugloopt en de prijzen stijgen, is daardoor reëel. Goed nieuws, zou je kunnen denken, maar zo werkt het niet. Het kan de FED ertoe aanzetten haar monetaire versoepeling af te bouwen. De rente zal daardoor stijgen en krediet zal duurder worden. Dat zou de prille economische groei doen stilvallen. Het tweede grootste gevaar bevindt zich volgens diezelfde OESO in Europa. Het gebrek aan groei kan er leiden tot een deflatoire spiraal, een algemene daling van het prijsniveau met het stilvallen van de consumptie en het ondermijnen van de rentabiliteit van de bedrijven tot gevolg.
Kortom, dit is een klassiek geval van ‘cul de sac’. Wat men ook probeert, het resultaat is nefast. Voor iedereen? Vorig jaar is in Frankrijk het fortuin van de 500 meest vermogenden met 25% aangegroeid. Dat is geen Frans, geen Europees, maar een wereldwijd fenomeen. Voor sommigen is een crisis vooral een opportuniteit. Voor de patroons van Voka bijvoorbeeld, om eens fors te snoeien in ons indirect loon, de sociale bijdragen waarmee we ons indekken tegen ziekte, invaliditeit, ouderdom en werkloosheid.
Daniel Piron van ABVV Charleroi-Zuid-Henegouwen verklaarde in Gent dat we moeten afstappen van de ‘sociaal’ begeleide afbraak en opteren voor een offensieve houding van links. Vandaar zijn pleidooi om al wie zich links van sp.a en Groen bevindt in één kracht te bundelen. Zijn collega Katrien Neyt van ABVV-Gent wees vooral op de dreiging van de N-VA en van de Europese regelgeving om te pleiten voor “een front van alle progressieven”. De Gentse sp.a-schepen Tom Balthazar beweerde dat dankzij de sociaaldemocratie de index overeind was gebleven en de sociale zekerheid gered. Overtuigend was dat niet.
Ondergetekende toonde de voorpagina van de vorige editie van ‘De Linkse Socialist’ met de vijf topmanagers van publieke bedrijven die weigeren te werken voor ‘een habbekrats’ van 290.000 euro. Vier van hen zijn benoemd door PS en sp.a. Ik wees er ook op dat links sterker staat in de landen waar meerdere linkse formaties aanwezig zijn – Nederland, Duitsland, Frankrijk, Spanje, Griekenland,… – dan waar één formatie een monopolie heeft. Naar aanleiding van de oproep van Piron bood ik nogmaals aan om met LSP en heel de linkerzijde de PVDA in de verkiezingen van mei 2014 te versterken.
Ivo Flachet bevestigde namens de PVDA het antwoord dat we eerder aan de telefoon van Jan Hasaers, de verantwoordelijke voor die verkiezingen, ook al kregen: dat de PVDA dat niet nodig heeft en niet wenst samen te werken met LSP. We hopen dat die mening nog herzien zal worden. Een open, pluralistisch en verenigd front rond een offensief noodprogramma zoals dat van ABVV Charleroi- Zuid-Henegouwen blijft immers dringend nodig en dit voor, maar vooral ook na de verkiezingen, als antwoord op de sociale kaalslag die dan zal volgen.
-
De inzet van de verkiezingen van 25 mei 2014… en de uitdaging voor links
Het lijkt nog veraf, maar vanaf het najaar zal alles in het teken staan van de gevreesde verkiezingen van 25 mei 2014. Lukt het de traditionele burgerij en hun partijen nogmaals om ons het gevoerde beleid als een noodzakelijk kwaad te verkopen? Of steken de ongeduldige Vlaamse kleinburgerij en hun communautaire scherpslijpers stokken in de wielen, op het gevaar af van een nieuwe langdurige politieke crisis? En voorts, kunnen de vakbondsleiders hun achterban opnieuw mobiliseren achter het minste kwaad of manifesteert de breuk van delen van de arbeidersbeweging met de traditionele partijen zich nu eindelijk ook in het parlement?
Standpunt door Eric Byl
Met voldoening kan de Belgische grootburgerij terugblikken op de tactische keuze die ze bijna twee jaar geleden doordrukte. Een regering onder leiderschap van de PS was inderdaad het meest geschikte instrument om de arbeidersbeweging het zwaarste besparingsprogramma uit ‘s lands geschiedenis door de strot te rammen. Op goed twee jaar tijd, nauwelijks een halve legislatuur, heeft de regering-Di Rupo een reeks door de burgerij noodzakelijk geachte hervormingen doorgevoerd. We zullen voortaan langer werken, de jacht op wat men in rechtse kringen het sociaal profitariaat noemt – de leefloners, de werklozen, de chronisch zieken, de mindervaliden, de politieke vluchtelingen en andere migranten – is in een hogere versnelling geschakeld, de lonen zijn gekortwiekt, de flexibiliteit opgedreven en de openbare dienstverlening afgeslankt.
Voor de burgerij is dat goed nieuws. Tegelijk werden banken drijvend gehouden met gemeenschapsmiddelen, speculanten op overheidsschuld voorlopig naar elders doorverwezen en bedrijven bevloeid met subsidies en lastenverlagingen. Bovendien kon de regering kosteloos een staatshervorming en een eengemaakt statuut voor arbeiders en bedienden in de steigers te zetten. Tenslotte lijkt ze met enige vertraging de door Europa opgelegde begrotingsnormen te behalen. Verzet tegen het gevoerde beleid stoot op toenemende repressie. Petities en ingebedde ‘betogingen’ moeten de democratische façade overeind houden, maar opgepast, want de GAS-ambtenaar waakt. Strafvermindering wordt een voorrecht voor grote fraudeurs en andere topcriminelen, want ook hier is de klassenmaatschappij van toepassing.
Vijf jaar ver in de grootste crisis van het kapitalisme sinds de Grote Depressie van de jaren ’30 is niets meer zeker. Maar we kunnen ervan uitgaan dat de regering wil omschakelen in verkiezingsmodus. Voor de N-VA gaat de sociale afbraak nog niet ver genoeg. Ze zal de druk opdrijven, ook, waar het kan, door veelvuldig gebruik te maken van het ‘voor wat, hoort wat’-beleid van de traditionele partijen. Na de verkiezingen zal de sociale afbraak fors opgevoerd worden, met de N-VA om de kracht van de verandering te illustreren, of zonder om aan te tonen dat ‘verandering’ ook zonder N-VA kan. N-VA wordt dé inzet van de verkiezingen en hoe dat ook afloopt, het betekent slecht nieuws voor de arbeidersbeweging.
Tenzij de arbeidersbeweging of delen ervan dat kunnen beginnen ombuigen door in het parlement in te breken met een of meerdere van de burgerij onafhankelijke politici. Dat is wat het ABVV gewest Charleroi-Zuid Henegouwen en de christelijke bediendencentrale CNE openlijk bepleiten, zonder twijfel met goedkeuring van syndicalisten in heel het land. Vooral in Luik en Antwerpen is de PVDA daarvoor goed geplaatst. Zoals talloze andere activisten wil LSP daar graag aan bijdragen. Vandaar ons pleidooi voor gezamenlijke lijsten onder de naam PVDA-eenheid. (Zie Open brief van LSP voor een electorale krachtenbundeling in 2014).
Wat de PVDA met eventuele verkozenen doet, kan LSP niet bepalen, maar we hebben wel enkele suggesties. Zo zouden wij van de verkozenen spreekbuizen maken van heel de beweging, niet alleen van de eigen militanten. We zouden hen waarschuwen om de eisen niet kost wat kost te formuleren op een voor het parlement aanvaardbare wijze, maar te zorgen dat ze beantwoorden aan de reële noden van de beweging en voorts om ver weg te blijven van postjes en coalities met de besparingspartijen. We zouden hen ten slotte aansporen de parlementaire posities te gebruiken om een echt democratisch socialistisch programma te populariseren omdat dit de beweging zou versterken.
-
Open brief van LSP voor een electorale krachtenbundeling in 2014
Bij deze vinden jullie een voorstel van de Linkse Socialistische Partij (LSP) aan iedereen die de strijd tegen de sociale afbraak wil aangaan. Wij doen dit na intern beraad en in overleg met onze partners in Gauches Communes, Rood! en Front de Gauche Charleroi. We hopen hiermee te vermijden dat links in gespreide orde naar de verkiezingen van 25 mei 2014 trekt. Het resultaat van deze verkiezingen zal de hardheid van de sociale afbraak mee bepalen maar ook de weerbaarheid van de arbeiders en hun gezinnen.
We zijn ons bewust van de diversiteit binnen links, van de gegrondheid van historische meningsverschillen, van verschillen qua analyse, strategie, tactiek en programma en van de wisselende krachtsverhoudingen die we niet zomaar terzijde willen schuiven. Alle proporties in acht genomen, willen we een Grieks scenario vermijden, waar rechts aan zet blijft door de verdeeldheid van links. We denken dat één of meer linkse verkozenen in 2014 niet uitgesloten is. Het zou een lichtpunt zijn in verkiezingen die gedomineerd zullen worden door een discours van harde bezuinigingen, een aanzienlijke versterking kunnen betekenen voor heel links, maar ook en vooral voor de arbeidersbeweging. Zelfs het behalen van één verkozene zal een aanzienlijke inspanning vergen. Dit voorstel kan, in wederzijds respect voor eenieders verwezenlijkingen en rekening houdend met de krachtsverhoudingen tussen de verschillende componenten, de krachten bundelen om deze kans niet door onze vingers te laten glippen. Aan: FGTB Charleroi, CNE, PVDA/PTB, ROOD!, LCR/SAP, Mouvement de Gauche, Parti Communiste, Parti Humaniste, Gauches Communes Bruxelles, Front de Gauche Charleroi, Véga, Socialisme 21, LEEF!, LCT, LO, GCT, Vonk en iedereen die wil strijden tegen het besparingsbeleid.
Beste,
Vele duizenden gezinnen werden sinds het begin van de crisis in 2008 reeds getroffen door de forse toename aan herstructureringen, afdankingen en bedrijfssluitingen. Groeiende werkloosheid en onzekerheid worden door de patroons aangegrepen om de lonen onder druk te zetten, de flexibiliteit op te drijven, de arbeidscondities te ondermijnen en de arbeidscontracten uit te hollen. Maar een uitweg uit de crisis is nog lang niet in zicht. Zelfs volgens de meest optimistische prognoses zal de crisis nog 5 jaar aanslepen.
De vorming van een regering na de langste politieke crisis uit de Belgische geschiedenis heeft dit proces van afbraak nog versneld en er een dimensie aan toegevoegd. Het besparingsbeleid is sindsdien een echte bezuinigingsgolf geworden. Werklozen worden opgejaagd, uitstapmogelijkheden ingeperkt en de werkelijke pensioenleeftijd opgetrokken. Net op een moment dat de behoefte aan openbare dienstverlening toeneemt, worden de publieke uitgaven teruggedraaid. Wachtlijsten worden niet weggewerkt, maar talrijker en langer. Het bezuinigingsbeleid komt van alle kanten, van het federale niveau over de sociale zekerheid, inclusief de gezondheidszorg, tot het regionale niveau en de lokale overheden.
De neoliberale transfer van arm naar rijk gaat versneld verder
Alle middelen, zowel in de privésectoren als bij de overheden, worden ingezet om de economie drijvend te houden. Volgens de smalle toplaag van de maatschappij kan dit enkel door een overdracht van gemeenschapsmiddelen naar private “investeerders” en meer algemeen een transfer van arm naar rijk. Bankiers en speculanten worden miljarden toegeschoven. Bedrijven, de grootste eerst, genieten van fiscale gunstregimes. Intussen worden royaal dividenden uitgekeerd, genieten bedrijfsleiders nog steeds van toplonen en bonussen en worden massale sommen zwart of grijs geld versluisd naar exotische belastingparadijzen. Dit alles weerhoudt zelfs SP.a voorzitter BrunoTobback er niet van op 1 mei te pleiten voor alweer een verlaging van de loonkosten.
Die politieke keuze wordt er ingehamerd met een enorm propagandaoffensief in de commerciële en publieke massamedia. Ons wordt een gevoel van onmacht aangepraat. Wat vermag een klein landje als België tegen een internationale trend? Een ommekeer zou enkel op Europees niveau mogelijk zijn en dat terwijl de Unie en haar instellingen aan het hoofd staan van een Europese machine van sociale afbraak. Er is verzet, heel veel zelfs, maar helaas te dikwijls symbolisch en vooral in gespreide orde. Dit creëert ruimte voor een politiek van verdeel en heers, handig uitgebuit door allerlei rechtse nationalistische en/of populistische formaties die voor een nog harder beleid van sociale afbraak staan.
Alle traditionele partijen verdedigen de neoliberale eenheidsworst
De toplaag van de maatschappij en haar spreekbuizen stellen het besparingsbeleid, de afbouw van overheidsschuld en de ontmanteling van de sociale bescherming voor als een objectieve noodzaak, een technische, zoniet wetenschappelijke waarheid, waaraan niet te ontkomen valt. Het beleid van de Europese instellingen en van rechtse politici zou niet langer een politieke keuze zijn, maar noodzakelijk om een veranderende wereld tegemoet te treden. Wie nog niet alles wil prijsgeven, wordt afgeleid naar het minste kwaad. De officiële “linkse” partijen en politici willen uiteindelijk hetzelfde bereiken, niet zoals hun officieel rechtse tegenhangers via openlijke confrontatie, maar verborgen achter een rookgordijn van sociaal overleg.
De regering zal trachten nieuwe harde maatregelen uit te stellen tot na de verkiezingen van 2014. De PS doet opnieuw beroep op de Socialistische Gemeenschappelijke Actie. SP.a pakt uit met strijd tegen fiscale fraude en gebruikerscoöperatieven, de CD&V-top maakt weer plaats voor 3 ACW-kopstukken en Ecolo heeft het over eco-keynesianisme. Ze hopen daarmee een deel van het verloren electoraat terug te winnen. Het is echter niet meer dan verkiezingsretoriek. Of ze daar tot de verkiezingsdatum mee wegkomen, is niet helemaal zeker. Het VBO en andere patroonsorganisaties, de Europese Commissie en rechtse politici drijven de druk op. De sluiting van een belangrijk bedrijf kan de agenda doorkruisen. Bovendien komen binnenkort zowel de uitgestelde dossiers over het éénheidsstatuut, als dat over de financieringswet en de begroting 2014 samen.
Vast staat echter dat de besparingspolitiek na de verkiezingen fors opgedreven wordt. Met de N-VA indien nodig, om de kracht van verandering te laten voelen, maar zelfs zonder de N-VA om hen zogezegd de wind uit de zeilen te nemen. Dit op voorwaarde dat de drie historische politieke families er nog in slagen een meerderheid bijeen te sprokkelen. Binnen het ABVV en het ACV staat in een aantal gewesten en centrales de band tussen de vakbond en de traditionele partijen onder druk. Na de verkiezingen zal die druk verder toenemen. Niet voor niets werd op 27 april in Charleroi zowel door het ABVV-gewest Charleroi- Zuid Henegouwen als door de franstalige bediendencentrale CNE van het ACV gepleit voor een nieuw politiek relais. LSP ijvert al jaren voor een nieuwe arbeiderspartij die iedereen verenigt die de besparingspolitiek wil bestrijden. We weten echter dat de PVDA daar niet akkoord mee is en gezien haar gewicht in het debat, doen we een concreet voorstel dat daar rekening mee houdt.
Een sterke, politieke stem voor het verzet is nodig
Een belangrijke factor in het ondermijnen van verzet is het totale gebrek aan publiek debat over een echt alternatief. Zelfs slachtoffers van de sociale afbraak herhalen daardoor, tegen beter weten in, de mantra’s dat we met zijn allen wat langer moeten werken en dat de lasten op arbeid te hoog zijn. Concrete ervaring heeft aangetoond dat de parlementen geen instrumenten zijn voor maatschappelijke verandering, dat alle grote verworvenheden van de arbeidersbeweging zijn afgedwongen door sociale strijd. Verkozenen kunnen echter, ondanks die beperkingen, een belangrijk klankbord zijn voor sociale actie. Een of enkele stemmen die een ander geluid laten horen, kunnen de interesse voor linkse ideeën en het klassenbewustzijn voeden, een hulpmiddel zijn voor het versterken van sociale strijd, en een maatschappij gebaseerd op solidariteit tegenover de maatschappij gebaseerd op concurrentie stellen.
LSP heeft belangrijke meningsverschillen met de PVDA, niet alleen over historische inschattingen, maar ook over de huidige analyse, de vereiste tactieken en het programma dat eraan beantwoordt. Wij kennen het programma van de PVDA en het zou ons sterk verbazen indien dat omgekeerd niet het geval was. We denken niettemin dat de PVDA het best geplaatst is om de ruimte op links gedeeltelijk te benutten. Zonder de jarenlang volgehouden militante inzet en de belangrijke inplanting in een aantal wijken en bedrijven te willen minimaliseren, was de koerswijziging naar meer openheid een belangrijke factor in de groei van de PVDA qua leden en kiezers. Veel nieuwe leden en kiezers willen deze ontwikkeling aanmoedigen en verdiepen. Andere geïnteresseerden wachten nog steeds af of deze ontwikkeling zich doorzet. Dat is niet vrijblijvend. In de politiek bestaat er niet zoiets als automatische herkansingen. Als men het moment voorbij laat trekken, kan het jaren duren vooraleer een nieuwe kans zich voordoet.
Maar wat geldt voor de PVDA, is ook van toepassing voor andere linkse formaties. Zij kunnen, door mee hun schouders te zetten onder een gemeenschappelijk project, helpen de afstand te overbruggen naar een eerste parlementair verkozene op een linkse lijst. Ze helpen daarmee niet alleen de PVDA, maar de linkerzijde en de arbeidersbeweging in haar geheel. Die kans missen, zal niet alleen op de PVDA afstralen, maar op iedere component van links en de arbeidersbeweging in haar geheel. We begrijpen dat de PVDA geen duiventil wil, niet in een avontuur wil stappen en haar naam wil behouden. Tegelijk bestaan er naast de PVDA talloze georganiseerde en ongeorganiseerde militanten die eveneens beschikken over een niet-verwaarloosbare inplanting. We denken dat geen enkele andere formatie met recht kan opeisen dat haar naam naast die van de PVDA moet verschijnen als lijstnaam. Maar het zou evenmin aanvaardbaar zijn als ze allen genoegen moeten nemen met een plusteken.
Daarom dit voorstel: bij de verkiezingen van 25/05/2014 worden er lijsten ingediend onder de noemer “PVDA – eenheid” of “PVDA+ eenheid” of iets dergelijks. De vrijheid voor elke component om in eigen naam eigen materiaal te verspreiden en haar deelname aan de lijsten toe te lichten. Een lijstvorming waarbij iedere component gemotiveerd wordt om dynamisch campagne te voeren. Regelmatig overleg op nationaal en lokaal vlak zodat we elkaar niet voor de voeten lopen. Wij denken dat dit een redelijk voorstel is dat op zijn minst de discussie waard is.
Kameraadschappelijke groeten,
het Uitvoerend Bureau van LSP

