Your cart is currently empty!
Tag: langdurigen zieken
-
Binnenkort een half miljoen zieken: deze maatschappij maakt ons ziek

Foto door Andrea Piacquadio via Pexels Vorige week bracht De Standaard alarmerende cijfers over het aantal langdurig zieken in België. We naderen stilaan de 500.000 langdurig zieken op een werkende bevolking van 5 miljoen. Liefst 36% van de langdurig zieken zit thuis met psychische aandoeningen, op de tweede plek komen spier- en gewrichtsziekten zoals rugproblemen. Terwijl traditionele politici en commentatoren om ter hardst roepen over het “aanpakken van de langdurig zieken”, blijven de structurele problemen die tot deze gezondheidscrisis leidden onderbelicht in het debat.
Door Irina
Het opvallendst aan de cijfers is het grote aandeel van werkgerelateerde langdurige ziekten – de burn-outs, de depressies, de kapotte ruggen. Stuk voor stuk gaat het om gemotiveerde, hardwerkende mensen die opgebrand worden op de werkplaats – fysiek of mentaal. In de mainstream media blijft dit aspect onderbelicht, terwijl net hier een verklaring ligt – en ook de sleutel tot een mogelijke oplossing.
Dat mensen ziek worden op hun werkplaats hoeft niet te verwonderen. In de immer versnellende ratrace vallen steeds meer mensen uit de boot. De productiviteit per uur blijft stijgen, en hoe productiever je moet zijn, hoe meer energie dit kost. Dit wordt echter niet gecompenseerd door een kortere werkdag of meer recuperatietijd. Integendeel, er wordt steeds meer flexibiliteit verwacht van de werknemers en de werkdruk blijft stijgen. Het kloppen van overuren, altijd bereikbaar zijn, ook tijdens vakanties of weekends, is op veel plekken de norm geworden. Bij gebrek aan goed uitgebouwde diensten wachten thuis vaak nog een hele reeks huishoudelijke taken.
Hier bovenop komt dat de jobonzekerheid groeit – meer en meer mensen moeten het beste van zichzelf geven voor een onzekere interimjob met onregelmatige uren. En verlies je toch je job, dan is er druk van overheid om eender wat aan te nemen. Deze epidemie aan langdurige ziekten valt dus allerminst uit de lucht.
Terwijl de druk, in naam van de winstmaximalisatie en het “concurrentieel blijven”, opgevoerd wordt, is de maatschappelijke kost enorm. De materiële kost loopt in de miljarden per jaar, ziekte-uitkeringen kostten in 2019 nog 9.3 miljard euro aan de staat. Het is echter de menselijke kost die nog veel zwaarder doorweegt: heel wat competente en gemotiveerde mensen vallen langdurig uit. Ze krijgen vervolgens te maken met het stigma van ‘nutteloze mens’ en ‘profiteur’, bovenop de financiële stress die het langdurig ziek zijn vaak veroorzaakt – de ziekte-uitkering ligt niet zelden op of onder de armoedegrens. De mogelijkheden om op een veilige manier naar aangepast werk te zoeken zijn ook beperkt – de re-integratietrajecten zijn in hun huidige vorm vaak een snelweg naar medisch ontslag, de ziekte-uitkering kan op eender welk moment binnen zo’n traject stopgezet worden, er zijn geen garanties. Heel wat langdurig zieken zien zo elk perspectief langzaamaan afbrokkelen, en hiermee ook hun gevoel voor eigenwaarde. Ze zijn allerminst de profiteurs die politici en commentatoren van hen maken, maar slachtoffers van een pervers systeem.
In dit licht is het idee “dat we te mild zijn voor langdurig zieken”, zoals professor Stijn Baert onder andere stelde, ronduit walgelijk. Het biedt ook geen enkele weg vooruit. In deze retoriek blijven de werkgevers, en het kapitalistische systeem, handig buiten beeld. Terwijl net zij aan de basis liggen van deze epidemie, en we net voor hén veel te mild zijn. Het is vandaag mogelijk voor bedrijven om ongestraft aan de lopende band werknemers op te branden. Dit kost hen maximaal 1 maand loon (en dikwijls zelfs minder). Daarna hoeven ze op geen enkele manier verantwoordelijkheid op te nemen naar hun werknemers of de maatschappij toe. Er wordt ook niet nagegaan in welke bedrijven het werkgerelateerd uitvallen – zoals burn-outs bijvoorbeeld – een structureel probleem is.
Louter focussen op het responsabiliseren van werkgevers zal echter niet volstaan om deze epidemie aan te pakken. De meeste werkgevers zijn immers om te overleven verplicht om mee te stappen in het winstmaximalisatiemodel, en om de uitbuiting van hun werknemers op te drijven. Het winstmodel werkt deze ontmenselijking en normvervaging in de hand. Zonder een fundamentele systeemverandering zal het probleem niet verdwijnen.
De ratrace zou vandaag al stevig aan banden kunnen gelegd worden; werkbaar werk is daarbij geen holle frase, maar een absolute voorwaarde. Dit begint bij een arbeidsduurverkorting mét loonbehoud en compenserende aanwervingen. In Zweden wordt al volop geëxperimenteerd met de 6-uren werkdag, met positief resultaat. Dit moet hier ook kunnen. Ook de hyperflexibiliteit moet verder aan banden gelegd worden, en niet bereikbaar zijn buiten de werkuren de norm. De preventie op de werkplaatsen moet ook beter. Hierbij moet het mandaat van de CPBW’s en vakbondsvertegenwoordiging versterkt worden, gekoppeld aan ernstige financiële sancties voor bedrijven die onvoldoende inspanningen leveren. De bijkomende druk van huishoudelijke taken, die vandaag vaak op vrouwelijke schouders rust, kan verlicht worden door de uitbouw van degelijke diensten – waarvan het personeel op degelijke arbeidstijden en verloning kan rekenen, uiteraard. Werkbaar werk betekent ook werkzekerheid. Het hele interimsysteem zoals het vandaag bestaat duwt mensen verder in continue onzekerheid. De regels over wanneer interimarbeid mag ingezet worden, moeten een pak strenger.
In zo’n context, waarbij de ratrace effectief aan banden gelegd wordt, zullen veel minder mensen ziek worden. De materiële kosten zullen drastisch verlagen. Maar het biedt ook een werkelijk perspectief voor de langdurig zieken die er nu al zijn. Als ze kunnen rekenen op inkomenszekerheid, degelijke begeleiding en een job aangepast aan hun eigen mogelijkheden, dan is de stap naar het opnieuw opnemen van een (professionele) activiteit een stuk kleiner. En nu we toch bezig zijn, kunnen die ziekte-uitkeringen eindelijk omhoog? Een ziekte mag geen veroordeling tot armoede zijn.
Dit is nog maar een kleine greep uit alle mogelijke dingen die we zouden kunnen doen om te voorkomen dat mensen uitvallen, én om langdurig zieken perspectief te geven. Maar we moeten verder gaan. Een gezond en zinvol leven leiden, jezelf kunnen ontplooien … deze essentiële menselijke behoeften blijken alsmaar meer te vloeken met een winstgedreven economie. Laat het duidelijk zijn, de werkelijke ziekte is het kapitalisme zelf.
-
De Wever wil geld halen bij zieken en werklozen
“Wij besparen uw levensstandaard kapot” is de eigenlijke slogan van deze rechtse bende.Eind 2014 gaven peilingen aan dat 85% van de Vlamingen voorstander was van een vorm van vermogensbelasting. Deze toch wel erg brede grondstroom in de samenleving krijgt niet waar ze om vraagt. De regering deed met de tax shift het omgekeerde: de zwakste schouders de grootste lasten laten dragen om uit te delen aan de meest vermogenden. En nu wil De Wever daar nog verder in gaan. Wie dacht dat deze regering zou stoppen na eerste besparingsronden, vergist zich. Op de besparingswoede van De Wever en co staan geen remmen.
Nu lanceerde hij in De Tijd – zowat de enige krant waarmee hij nog niet gebotst heeft – het standpunt dat in de sociale zekerheid nog kan bespaard worden. “Het is wel duidelijk dat als we op de sociale zekerheid niet extra besparen, we helemaal niet meer besparen. Enkel daar valt nog veel geld te rapen.” Zo wil De Wever langdurig zieken sneller terug aan de slag krijgen. Dat is wat zijn Britse voorbeeld Cameron al langer doet, met onder meer als resultaat dat tussen december 2011 en februari 2014 bijna 2.500 pas fit verklaarde langdurige zieken meteen na hun herintrede op de arbeidsmarkt overleden. Werken tot je erbij neervalt, in letterlijke betekenis, is goedkoper voor de sociale zekerheid.
Om de gewenste aanval op werklozen en zieken verkocht te krijgen, wees De Wever op de miljoenen die vakbonden en mutualiteiten krijgen voor het beheer van de betaling van uitkeringen. Het is echter duidelijk dat op die 227 miljoen euro niet veel bespaard kan worden, de overheidsinstelling van de Hulpkas is duurder dan de vakbonden die verlies maken aan de organisatie van de uitbetaling van de uitkeringen. Als De Wever dit aanhaalt, is het om een rookgordijn op te trekken. De besparing die hij voor ogen heeft, treft in de eerste plaats de werklozen en langdurig zieken. Dat verstoppen achter een goedkope aanval op de vakbonden wijst er vooral op dat De Wever wild om zich heen trapt. Zo wild dat zelfs VOKA topman Johann Leten er zich tegen uitsprak. In Het Belang van Limburg verklaarde editorialist Dominiek Claes daarover: “Wij worden het ook moe.” Een detail: dat De Wever voorzitter is van een partij die jaarlijks 12,3 miljoen euro aan overheidsdotaties krijgt, ziet hij niet als iets waar nog besparingen te rapen vallen.
De tweede aanval die De Wever wil inzetten, is op de arbeidsmarkt. Hij wil flexi-jobs veralgemenen, een soepeler ontslagrecht, het einde van anciënniteitsverloning, … Blijkbaar vindt De Wever dat niet alleen zieken en werklozen ‘profiteren’ maar dat ook werkenden het veel te goed hebben. Degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden zijn immers niet goed voor ‘onze’ concurrentiepositie. Is het omdat De Wever weet dat verdere aanvallen op de levensstandaard van de werkenden – na de eerdere indexsprong, afbouw van openbare diensten, allerhande taksen zoals die van Turtelboom, verhoogde pensioenleeftijd, … – onvermijdelijk het ongenoegen verdere zullen aanwakkeren en tot vakbondsprotest kunnen leiden, dat hij nu meteen al een aanval op de vakbonden inzet?
Vorige week was De Wever nog te gast bij VOKA-Antwerpen om er – vooraleer tot het verorbenen van een luxeueze viergangenmenu werd overgegaan (neen, bij VOKA worden geen 1-euromaaltijden geserveerd) – zijn vrienden bij de werkgevers te paaien. De vrienden van De Wever zitten bij de superrijken en de ondernemers. Werkenden hebben aan De Wever geen vriend. De rechtse politicus lijkt immers vastberaden te zijn om te volharden in de aanval op onze levensstandaard en daarbij duldt hij geen tegenspraak van coalitiepartners. Het enige waar hij naar zal luisteren, is ons verzet waarmee we de regering ten val brengen. Dat is mogelijk, het actieplan eind 2014 deed de regering al wankelen. Laat ons die strijd terug opnemen en doorgaan tot de val van deze regering!


