Tag: langdurigen zieken

  • “Terugkeer op de arbeidsmarkt” Vivaldi opent de jacht op langdurig zieken

    Terwijl duizenden mensen actie voerden voor koopkracht tijdens de actiedag van de vakbonden op 13 mei, stelde de federale regering maatregelen voor om langdurig zieken terug op de arbeidsmarkt te krijgen. Minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) beweerde dat het niet de bedoeling is om te straffen, maar dat de mogelijkheid van sancties moet volstaan als afschrikkingsmiddel. Ondertussen zijn er geen plannen om de oorzaken van uitval op het werk aan te pakken.

    door Julien (Brussel)

    Aangezien extra migratie politiek moeilijk ligt als antwoord op de krapte op de arbeidsmarkt, wordt vooral gekeken naar het verhogen van de werkzaamheidsgraad. Met een half miljoen werknemers die minstens een jaar ziek zijn, zijn er meer langdurig zieken dan volledig uitkeringsgerechtigde werklozen. Om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80% te bekomen, opent de regering daarom na de jacht op de werklozen nu die op de langdurig zieken. In oktober schatte het Planbureau dat de terugkeer van 1% van de arbeidsongeschikten (die langer dan een jaar ziek zijn) een besparing van 25 miljoen euro zou opleveren. Volgens Vandenbroucke zouden 25.000 mensen minstens deeltijds terug aan de slag kunnen. De doelstelling is duidelijk niet om zieken te helpen, maar om te besparen en het probleem van de bazen als gevolg van de krapte op de arbeidsmarkt te verlichten.

    De maatregelen van de regering hebben twee pijlers. Enerzijds worden zieke werknemers ertoe aangezet een herintegratietraject te volgen. Het uitgangspunt lijkt te zijn dat zieken misbruik maken van de sociale zekerheid en met slechts een kleine inspanning terug aan het werk kunnen. Anderzijds worden bedrijven gestraft als ze het aantal arbeidsongeschikte werknemers niet opvolgen. In de praktijk is er echter geen reden om te denken dat de bazen het helse werkritme zullen verlagen of voldoende personeel zullen aanwerven om de werkdruk te verlichten. Het zit in de aard van het systeem om werkenden steeds harder uit te persen om zo de winsten voor de bazen veilig te stellen.

    Welke werkenden vallen het meest uit? Volgens het Federaal Planbureau hebben “mensen met de hoogste inkomens minder te lijden onder langdurige ziekten of gezondheidsproblemen dan mensen met lage inkomens.” (1) In 2020 is 36,9% van de langdurig zieken uitgevallen als gevolg van psychische problemen. Dit percentage is sinds 2016 aan een forse opmars bezig, het sterkst onder vrouwen. (2)

    De arbeidersbeweging heeft de oplossingen

    Tien procent van de beroepsbevolking is langdurig ziek. Om daarop te antwoorden, moet de oorzaak van het probleem goed ingeschat worden. Dat ligt niet bij de zieken zelf, maar bij een werkritme en een systeem dat voor steeds meer mensen niet haalbaar is. Op 2 juni is er een actie van personeel uit de non-profit. Eens te meer wordt op straat gekomen voor investeringen, extra personeel en een herwaardering van de sector. Tijdens de hele pandemie waren er acties van de militante actiegroep La Santé en Lutte / De Zorg in Actie tegen het structureel gebrek aan middelen in de zorgsector en tegen de commercialisering en privatisering ervan. De zorgsector kent vandaag een grote uitval. Het inwilligen van de eisen van het personeel dat op straat schreeuwt dat het niet meer kan, is het enige antwoord.

    De afgelopen jaren is er gediscussieerd over collectieve arbeidsduurvermindering. Onder meer in de zorgsector is dit een essentiële eis om het werk haalbaar te maken. Tegenstanders zullen opmerken dat de krapte op de arbeidsmarkt een arbeidsduurvermindering onmogelijk maakt omdat er niet genoeg personeel is voor bijkomende aanwervingen. Werkbaar werk, dus met een lagere werkdruk, is echter de enige manier om te vermijden dat nog meer mensen niet meer meekunnen in de ratrace. Wij zijn voorstander van een 30-urenweek zonder loonverlies, met bijkomende aanwervingen en zonder verhoging van de werkdruk. Dit zou werkenden in staat stellen om uit te rusten, hun lichaam minder te belasten en geestelijk gezonder te blijven.

    Massale investeringen en een drastische herziening van de gezondheidszorg enerzijds en arbeidsduurvermindering anderzijds, zouden het mogelijk maken om heel wat gezondheidsproblemen bij de wortel aan te pakken. Dat is het enige alternatief voor de poging van Vivaldi om langdurig zieken koste wat kost terug aan het werk te krijgen, los van hun geestelijke en lichamelijke gezondheid.

    De bazen zullen dit uiteraard niet zomaar aanvaarden. Alles wat nodig is om sociale problemen aan te pakken, botst meteen met hun winstbejag. De bazen zijn duidelijk niet in staat om de economie te organiseren gericht op de belangen van de gemeenschap. De arbeidersbeweging moet daarom de belangrijkste sectoren uit de klauwen van de kapitalisten en hun winstdriften halen. Dit kan ervoor zorgen dat de door ons geproduceerde rijkdom ook effectief door de gemeenschap wordt beheerd, wat onder meer investeringen in zorg mogelijk maakt. Het zou bovendien een antwoord bieden op bazen die dreigen met delokalisatie of sluiting als de arbeidstijd wordt verkort.

     

    1. https://indicators.be/fr/i/G03_LSI/Maladie_ou_probl%C3%A8me_de_sant%C3%A9_de_longue_dur%C3%A9e
    2. https://www.inami.fgov.be/fr/statistiques/indemnites/Pages/incapacite-travail-longue-duree-combien-burn-outs-depressions.aspx
  • Binnenkort een half miljoen zieken: deze maatschappij maakt ons ziek

    Foto door Andrea Piacquadio via Pexels

    Vorige week bracht De Standaard alarmerende cijfers over het aantal langdurig zieken in België. We naderen stilaan de 500.000 langdurig zieken op een werkende bevolking van 5 miljoen. Liefst 36% van de langdurig zieken zit thuis met psychische aandoeningen, op de tweede plek komen spier- en gewrichtsziekten zoals rugproblemen. Terwijl traditionele politici en commentatoren om ter hardst roepen over het “aanpakken van de langdurig zieken”, blijven de structurele problemen die tot deze gezondheidscrisis leidden onderbelicht in het debat.

    Door Irina

    Het opvallendst aan de cijfers is het grote aandeel van werkgerelateerde langdurige ziekten – de burn-outs, de depressies, de kapotte ruggen. Stuk voor stuk gaat het om gemotiveerde, hardwerkende mensen die opgebrand worden op de werkplaats – fysiek of mentaal. In de mainstream media blijft dit aspect onderbelicht, terwijl net hier een verklaring ligt – en ook de sleutel tot een mogelijke oplossing.

    Dat mensen ziek worden op hun werkplaats hoeft niet te verwonderen. In de immer versnellende ratrace vallen steeds meer mensen uit de boot. De productiviteit per uur blijft stijgen, en hoe productiever je moet zijn, hoe meer energie dit kost. Dit wordt echter niet gecompenseerd door een kortere werkdag of meer recuperatietijd. Integendeel, er wordt steeds meer flexibiliteit verwacht van de werknemers en de werkdruk blijft stijgen. Het kloppen van overuren, altijd bereikbaar zijn, ook tijdens vakanties of weekends, is op veel plekken de norm geworden. Bij gebrek aan goed uitgebouwde diensten wachten thuis vaak nog een hele reeks huishoudelijke taken.

    Hier bovenop komt dat de jobonzekerheid groeit – meer en meer mensen moeten het beste van zichzelf geven voor een onzekere interimjob met onregelmatige uren. En verlies je toch je job, dan is er druk van overheid om eender wat aan te nemen. Deze epidemie aan langdurige ziekten valt dus allerminst uit de lucht.

    Terwijl de druk, in naam van de winstmaximalisatie en het “concurrentieel blijven”, opgevoerd wordt, is de maatschappelijke kost enorm. De materiële kost loopt in de miljarden per jaar, ziekte-uitkeringen kostten in 2019 nog 9.3 miljard euro aan de staat. Het is echter de menselijke kost die nog veel zwaarder doorweegt: heel wat competente en gemotiveerde mensen vallen langdurig uit. Ze krijgen vervolgens te maken met het stigma van ‘nutteloze mens’ en ‘profiteur’, bovenop de financiële stress die het langdurig ziek zijn vaak veroorzaakt – de ziekte-uitkering ligt niet zelden op of onder de armoedegrens. De mogelijkheden om op een veilige manier naar aangepast werk te zoeken zijn ook beperkt – de re-integratietrajecten zijn in hun huidige vorm vaak een snelweg naar medisch ontslag, de ziekte-uitkering kan op eender welk moment binnen zo’n traject stopgezet worden, er zijn geen garanties. Heel wat langdurig zieken zien zo elk perspectief langzaamaan afbrokkelen, en hiermee ook hun gevoel voor eigenwaarde. Ze zijn allerminst de profiteurs die politici en commentatoren van hen maken, maar slachtoffers van een pervers systeem.

    In dit licht is het idee “dat we te mild zijn voor langdurig zieken”, zoals professor Stijn Baert onder andere stelde, ronduit walgelijk. Het biedt ook geen enkele weg vooruit. In deze retoriek blijven de werkgevers, en het kapitalistische systeem, handig buiten beeld. Terwijl net zij aan de basis liggen van deze epidemie, en we net voor hén veel te mild zijn. Het is vandaag mogelijk voor bedrijven om ongestraft aan de lopende band werknemers op te branden. Dit kost hen maximaal 1 maand loon (en dikwijls zelfs minder). Daarna hoeven ze op geen enkele manier verantwoordelijkheid op te nemen naar hun werknemers of de maatschappij toe. Er wordt ook niet nagegaan in welke bedrijven het werkgerelateerd uitvallen – zoals burn-outs bijvoorbeeld – een structureel probleem is.

    Louter focussen op het responsabiliseren van werkgevers zal echter niet volstaan om deze epidemie aan te pakken. De meeste werkgevers zijn immers om te overleven verplicht om mee te stappen in het winstmaximalisatiemodel, en om de uitbuiting van hun werknemers op te drijven. Het winstmodel werkt deze ontmenselijking en normvervaging in de hand. Zonder een fundamentele systeemverandering zal het probleem niet verdwijnen.

    De ratrace zou vandaag al stevig aan banden kunnen gelegd worden; werkbaar werk is daarbij geen holle frase, maar een absolute voorwaarde. Dit begint bij een arbeidsduurverkorting mét loonbehoud en compenserende aanwervingen. In Zweden wordt al volop geëxperimenteerd met de 6-uren werkdag, met positief resultaat. Dit moet hier ook kunnen. Ook de hyperflexibiliteit moet verder aan banden gelegd worden, en niet bereikbaar zijn buiten de werkuren de norm. De preventie op de werkplaatsen moet ook beter. Hierbij moet het mandaat van de CPBW’s en vakbondsvertegenwoordiging versterkt worden, gekoppeld aan ernstige financiële sancties voor bedrijven die onvoldoende inspanningen leveren. De bijkomende druk van huishoudelijke taken, die vandaag vaak op vrouwelijke schouders rust, kan verlicht worden door de uitbouw van degelijke diensten – waarvan het personeel op degelijke arbeidstijden en verloning kan rekenen, uiteraard. Werkbaar werk betekent ook werkzekerheid. Het hele interimsysteem zoals het vandaag bestaat duwt mensen verder in continue onzekerheid. De regels over wanneer interimarbeid mag ingezet worden, moeten een pak strenger.

    In zo’n context, waarbij de ratrace effectief aan banden gelegd wordt, zullen veel minder mensen ziek worden. De materiële kosten zullen drastisch verlagen. Maar het biedt ook een werkelijk perspectief voor de langdurig zieken die er nu al zijn. Als ze kunnen rekenen op inkomenszekerheid, degelijke begeleiding en een job aangepast aan hun eigen mogelijkheden, dan is de stap naar het opnieuw opnemen van een (professionele) activiteit een stuk kleiner. En nu we toch bezig zijn, kunnen die ziekte-uitkeringen eindelijk omhoog? Een ziekte mag geen veroordeling tot armoede zijn.

    Dit is nog maar een kleine greep uit alle mogelijke dingen die we zouden kunnen doen om te voorkomen dat mensen uitvallen, én om langdurig zieken perspectief te geven. Maar we moeten verder gaan. Een gezond en zinvol leven leiden, jezelf kunnen ontplooien … deze essentiële menselijke behoeften blijken alsmaar meer te vloeken met een winstgedreven economie. Laat het duidelijk zijn, de werkelijke ziekte is het kapitalisme zelf.

  • “Twee op drie van zwartwerk verdachte langdurig zieken onschuldig”

    rizivDit zou de titel geweest kunnen zijn van een artikel uit een linkse krant afgelopen week. Het zou een titel geweest zijn die de feitelijkheden accuraat omschrijft. Helaas ontbreekt het in België aan linkse kranten. We moesten het stellen met conclusies als “Eén op drie langdurig zieken klust bij in het zwart”. Dit was de titel van een klein artikeltje in ‘Metro’ op donderdag 19 mei.

    Door Kim (Gent)

    Op dit moment zijn er in België 370.400 langdurig zieken, mensen die al langer dan één jaar op ziekenkas staan. Volgens Metro klussen er daarvan dus ongeveer 125.000 bij in het zwart. Met dit soort titels wordt het idee gewekt van het bestaan van een ruim ‘sociaal profitariaat’ van mensen die kunnen werken maar uit luiheid zich tegelijkertijd nog een bijkomende uitkering laten uitbetalen en dat het daardoor is dat onze sociale zekerheid onbetaalbaar wordt. Natuurlijk is er altijd wel één of andere rechtse politicus die van de opportuniteit gebruik maakt om die lezers, bij wie dergelijke ideeën nog niet gewekt werden, tot deze conclusies te leiden. Deze keer gebeurde dit door staatssecretaris voor Sociale Fraudebestrijding Philippe De Backer (Open VLD).

    Wat zijn nu de feiten? De Tijd bracht al enige opheldering in een artikel op 18 mei onder de titel “Een op drie gecontroleerde zieken werkt in het zwart”. In tegenstelling tot Metro gaat het volgens De Tijd om die groep zieken die gecontroleerd werden op zwartwerk. Het gaat niet noodzakelijk om langdurig zieken.

    In het artikel schetst De Tijd de volledigheid van de feiten. Het RIZIV heeft namelijk 980 langdurig zieken gecontroleerd op zwartwerk. Daarvan werden er 304 mensen betrapt, wat bijna één op drie is. Het gaat dus om minder dan 0,3% van alle langdurig zieken die gecontroleerd werd. De selectie van deze 980 mensen was niet willekeurig: controles vinden quasi uitsluitend plaats op mensen over wie een tip van een ziekenfonds, een medeburger of vanuit de inspectiediensten is binnengelopen met de melding dat iemand vermoedelijk aan zwartwerk doet. Met andere woorden: van de 370.400 langdurig zieken werden de 980 die het meest van zwartwerk verdacht worden, onderzocht en daarvan kon men van amper één op drie mensen aantonen dat er effectief zwartwerk was. De conclusie kan zijn dat heel weinig langdurig zieken in het zwart werken.

    Een bijkomende vraag is of het eigenlijk wel zo onethisch is als langdurig zieken (mensen die op invaliditeit staan) een beetje bijklussen. Misschien liggen de invaliditeitsuitkeringen in ons land op een te laag niveau om voldoende kwaliteitsvol te kunnen leven. Afhankelijk van hun gezinssituatie krijgen langdurig zieken een uitkering van 40% tot 65% van hun laatste brutoloon. Deze uitkering is niet belastingvrij, het nettobedrag ligt dus lager. Natuurlijk gelden er bepaalde minima en maxima voor de uitkeringen, maar invalide worden betekent bijna altijd een serieuze aanslag op je inkomen. Bovendien krijgen veel langdurig zieken naast de gewone facturen die iedereen al moet betalen, te kampen met medische kosten die hoger liggen dan die van de doorsnee persoon. Misschien moeten we eerst eens de uitkeringen verhogen, de kosten verlagen, en gratis en kwaliteitsvolle hulp aanbieden aan de langdurige zieken, vooraleer we hen veroordelen op het feit dat ze een centje bij willen verdienen.

    Ook N-VA-parlementslid Jan Spooren is het daarmee eens. Hij stelde recent voor dat langdurig zieken een centje extra kunnen verdienen bovenop hun uitkering. Daarbij zouden de bedrijven wel kunnen bepalen om hoeveel uren het gaat en de langdurig zieke op elk moment zonder bijkomende kosten kunnen ontslaan. Een gevaarlijk precedent in de arbeidswetgeving die afgeketst werd door CD&V, terwijl recent toch is gebleken dat voor minister van werk en CD&V-lid Kris Peeters bepaalde gevaarlijke precedenten in de arbeidswetgeving net wenselijk zijn. Zal de N-VA nu pleiten voor een verhoging van de invaliditeitsuitkeringen? Of ging het enkel om de flexibele contracten en niet om de levensomstandigheden van langdurig zieken? De vraag stellen, is ze beantwoorden.

  • De Wever wil geld halen bij zieken en werklozen

    “Wij besparen uw levensstandaard kapot” is de eigenlijke slogan van deze rechtse bende.

    Eind 2014 gaven peilingen aan dat 85% van de Vlamingen voorstander was van een vorm van vermogensbelasting. Deze toch wel erg brede grondstroom in de samenleving krijgt niet waar ze om vraagt. De regering deed met de tax shift het omgekeerde: de zwakste schouders de grootste lasten laten dragen om uit te delen aan de meest vermogenden. En nu wil De Wever daar nog verder in gaan. Wie dacht dat deze regering zou stoppen na eerste besparingsronden, vergist zich. Op de besparingswoede van De Wever en co staan geen remmen.

    Nu lanceerde hij in De Tijd – zowat de enige krant waarmee hij nog niet gebotst heeft – het standpunt dat in de sociale zekerheid nog kan bespaard worden. “Het is wel duidelijk dat als we op de sociale zekerheid niet extra besparen, we helemaal niet meer besparen. Enkel daar valt nog veel geld te rapen.” Zo wil De Wever langdurig zieken sneller terug aan de slag krijgen. Dat is wat zijn Britse voorbeeld Cameron al langer doet, met onder meer als resultaat dat tussen december 2011 en februari 2014 bijna 2.500 pas fit verklaarde langdurige zieken meteen na hun herintrede op de arbeidsmarkt overleden. Werken tot je erbij neervalt, in letterlijke betekenis, is  goedkoper voor de sociale zekerheid.

    Om de gewenste aanval op werklozen en zieken verkocht te krijgen, wees De Wever op de miljoenen die vakbonden en mutualiteiten krijgen voor het beheer van de betaling van uitkeringen. Het is echter duidelijk dat op die 227 miljoen euro niet veel bespaard kan worden, de overheidsinstelling van de Hulpkas is duurder dan de vakbonden die verlies maken aan de organisatie van de uitbetaling van de uitkeringen. Als De Wever dit aanhaalt, is het om een rookgordijn op te trekken. De besparing die hij voor ogen heeft, treft in de eerste plaats de werklozen en langdurig zieken. Dat verstoppen achter een goedkope aanval op de vakbonden wijst er vooral op dat De Wever wild om zich heen trapt. Zo wild dat zelfs VOKA topman Johann Leten er zich tegen uitsprak. In Het Belang van Limburg verklaarde editorialist Dominiek Claes daarover: “Wij worden het ook moe.” Een detail: dat De Wever voorzitter is van een partij die jaarlijks 12,3 miljoen euro aan overheidsdotaties krijgt, ziet hij niet als iets waar nog besparingen te rapen vallen.

    De tweede aanval die De Wever wil inzetten, is op de arbeidsmarkt. Hij wil flexi-jobs veralgemenen, een soepeler ontslagrecht, het einde van anciënniteitsverloning, … Blijkbaar vindt De Wever dat niet alleen zieken en werklozen ‘profiteren’ maar dat ook werkenden het veel te goed hebben. Degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden zijn immers niet goed voor ‘onze’ concurrentiepositie. Is het omdat De Wever weet dat verdere aanvallen op de levensstandaard van de werkenden – na de eerdere indexsprong, afbouw van openbare diensten, allerhande taksen zoals die van Turtelboom, verhoogde pensioenleeftijd, … – onvermijdelijk het ongenoegen verdere zullen aanwakkeren en tot vakbondsprotest kunnen leiden, dat hij nu meteen al een aanval op de vakbonden inzet?

    Vorige week was De Wever nog te gast bij VOKA-Antwerpen om er – vooraleer tot het verorbenen van een luxeueze viergangenmenu werd overgegaan (neen, bij VOKA worden geen 1-euromaaltijden geserveerd) – zijn vrienden bij de werkgevers te paaien. De vrienden van De Wever zitten bij de superrijken en de ondernemers. Werkenden hebben aan De Wever geen vriend. De rechtse politicus lijkt immers vastberaden te zijn om te volharden in de aanval op onze levensstandaard en daarbij duldt hij geen tegenspraak van coalitiepartners. Het enige waar hij naar zal luisteren, is ons verzet waarmee we de regering ten val brengen. Dat is mogelijk, het actieplan eind 2014 deed de regering al wankelen. Laat ons die strijd terug opnemen en doorgaan tot de val van deze regering!

     

    haalhetgeldwaarhetzit

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop