Your cart is currently empty!
Tag: klassenstrijd
-
Hoe verandering bekomen? De rol van klassenstrijd

De generatie van vandaag groeit op in een situatie van crisis. Als ze volwassen worden, wachten hen uitzichtloze banen, torenhoge schulden en een escalerende klimaatramp. Na 18 maanden isolatie is de Covid-19 pandemie nog steeds niet verdwenen. Miljoenen mensen vragen zich ongetwijfeld af of het wel mogelijk is om een betere toekomst af te dwingen. Het antwoord op die vraag is een ondubbelzinnig ja. Maar we moeten er dan wel voor vechten.
Dossier door Grace Fors (Socialist Alternative, VS)
Hoe zijn we hier gekomen?
Onder het kapitalisme is de maatschappij verdeeld in twee grote klassen: de kapitalistische heersende klasse en de arbeidersklasse. De eerstgenoemde, bestaande uit de bazen, CEO’s, leidinggevenden en de ultra-rijken, zijn uitsluitend bezig met het maximaliseren van de winst. Hun zorgen gaan over hoe de kosten te drukken, waar naar olie te boren, voor welke wetten te lobbyen die het gunstigst zullen zijn voor hun belangen, en in wezen, waar kapitaal te investeren om het hoogste rendement te krijgen.
Aan de andere kant staat de arbeidersklasse, die de maatschappij draaiende houdt, het legioen mensen dat overleeft van een loon uit arbeid. De vragen waarmee wij worstelen zijn heel anders. Hoe kan ik deze maand mijn rekeningen betalen? Wat doe ik als mijn huur omhoog gaat, of als ik met mijn kind naar de dokter moet? Moet ik een tweede job nemen om eten op tafel te krijgen?
De relatie tussen de arbeidersklasse en de heersende klasse onder het kapitalisme is er één van cynische wederzijdse afhankelijkheid. Om goederen en diensten te produceren, hebben kapitalisten arbeiders nodig. Willen zij echter winst maken, dan moeten zij lagere lonen betalen dan de waarde die de arbeider produceert. Ondertussen moeten mensen uit de arbeidersklasse werken voor een loon om zich behoeften als voedsel en onderdak te kunnen veroorloven. Die behoeften raken alleen maar verder buiten bereik naarmate de kapitalisten, grote bedrijven, banken en huisbazen ernaar streven de prijzen te verhogen van de dingen die we nodig hebben om te overleven (terwijl ze ons allemaal minder betalen).
Deze spanning tussen arbeider en baas die het dagelijks leven van gewone mensen kleurt, wordt vervolgens gekoppeld aan de talrijke gevolgen van de kapitalistische heerschappij in de samenleving: door fossiele brandstoffen veroorzaakte klimaatcatastrofen, onderdrukking en economische crises. Op deze manier is niet alleen de relatie tussen arbeider en baas uitbuitend, maar ook die tussen het kapitalisme en de hele maatschappij in bredere zin.
Volgens de theorie van Marx en Engels over historisch materialisme zijn klassenverschillen tussen onderdrukkers en onderdrukten in de loop van de geschiedenis voortgekomen uit economische verhoudingen. Overal waar klassen tegenover elkaar stonden, zijn zij met elkaar in botsing gekomen, en deze botsingen zijn de motor van historische ontwikkelingen. Op bepaalde momenten bereiken de ononderbroken gevechten tussen de klassen hun breekpunt. Een fundamentele verandering van sociale, politieke en economische verhoudingen wordt alleen mogelijk gemaakt door revolutie.
“De geschiedenis van alle tot nu toe bestaande samenlevingen is de geschiedenis van klassenstrijd.” (Marx in Het Communistisch Manifest)
Klassenstrijd is al aan de orde van de dag sinds het begin van het kapitalisme. Het is een onontkoombare realiteit. De heersende klasse voert elke dag een klassenstrijd om de controle over het functioneren van de maatschappij te behouden. De arbeidersklasse kan echter ook een strijd voeren in haar eigen belang. Sterker nog, de arbeidersklasse die terugvecht als een verenigde klasse is de enige beproefde methode om overwinningen te behalen.
Vanaf de jaren 1830 streden slavenopstanden tegen de eigenaars van de plantages, waarmee de basis werd gelegd voor de vastberaden strijd tegen kapitalisme en racisme die nu, bijna twee eeuwen later, nog steeds wordt gevoerd. In de textielfabrieken van New England begonnen tienermeisjes die in de fabrieken met gevaarlijke machines werkten, stakingsacties te voeren tegen onveilige omstandigheden en tegen loonsverlagingen. Deze stakingen resulteerden in de eerste voorlopers van de moderne vakbonden.
Gedurende de ontwikkeling van het industrieel kapitalisme in de VS bereikte strijd zoals deze enorme hoogtepunten. In de jaren 1880 voerde een machtige arbeidersbeweging de strijd voor de 8-urige werkdag en het weekend, door middel van gedurfde stakingsacties en massale opstanden. In sommige gevallen namen ze hele steden over. In de jaren dertig leidde de Communistische Partij een succesvolle strijd voor werkloosheidsuitkeringen en tegen uithuiszettingen. Een enorme golf van groeiende vakbonden, massale stakingen en campagnes dwongen de goedkeuring af van belangrijke New Deal-bepalingen zoals de National Labor Relations Act en de sociale zekerheid.
In 1934 hielden vrachtwagenchauffeurs uit Minneapolis bij Teamsters Local 574, geleid door socialisten, een massale staking die uitgroeide tot een hevige klassenstrijd. Vrachtwagenchauffeurs en socialistische leiders mobiliseerden alle arbeiders en de hele gemeenschap in de strijd. Na drie maanden van opbouw van de beweging wonnen ze het recht van de vakbond om alle arbeiders in de industrie te vertegenwoordigen, versloegen ze de status quo in Minneapolis, en brachten ze organisatie in de vervoersector in het hele land op gang. In de volgende vijf jaar vervijfvoudigde het aantal Teamster-leden in het hele land. Bovendien was deze staking in 1934 één van de monumentale doorbraken in de jaren 1930 die een nieuwe militante arbeidersbeweging na de depressie inluidden, eenvoudigweg door de rest van de wereld te laten zien wat mogelijk was door klassenstrijd.
Er zijn natuurlijk ook recente voorbeelden van wat de strijd van de arbeidersklasse kan winnen. In februari 2018 legden duizenden leraren en personeelsleden van het onderwijs in West Virginia het werk neer. Tegen het advies van de wet en zelfs van hun vakbondsleiding in, waren de leerkrachten ervan overtuigd dat ze het schoolsysteem in de hele staat konden stilleggen. Protesten van duizenden leraren, ouders, studenten en leden van de gemeenschap overspoelden het stadion van de hoofdstad. Het protest ging door tot de inwilliging van de eisen. Dat gebeurde uiteindelijk: de Republikeinse regering moest een loonsverhoging van 5% toekennen aan al het personeel van de publieke sector. De kracht van de arbeidersklasse zit in vastberaden collectieve actie.
“Als de arbeiders georganiseerd zijn, hoeven ze hun handen maar in hun zakken te steken om de kapitalisten angst aan te jagen.” (Big Bill’ Haywood, Industrial Workers of the World).
Strijd van de werkende klasse loont. Het is de sleutel tot het behalen van overwinningen voor de overgrote meerderheid van de samenleving, en zoals Marx aangaf, is het de motor van de historische vooruitgang. Om te voorzien in onze basisbehoeften, maar ook om sociale bevrijding en klimaatrechtvaardigheid te bekomen, is er nood aan organisatie en strijd.
Behoort klassenstrijd tot het verleden?
Het is soms moeilijk voor te stellen dat de harde klassenstrijd uit het verleden – met massabijeenkomsten met duizenden mensen, militante stakersposten, algemene stakingen – in de context van vandaag kan plaatsvinden. De reden hiervoor is opzettelijk.
Toen de kapitalistische klasse aan het eind van de jaren zeventig begon over te stappen op het neoliberalisme, begon een lange en intense periode van oorlogvoering tegen arbeiders en onze organisaties. Dit hielp de heersende klasse niet alleen de winstgevendheid van haar in verval verkerende systeem te herstellen, maar verborg ook de geschiedenis van de strijd van de arbeidersklasse. Als die geschiedenis nieuw leven ingeblazen wordt, is het een bedreiging voor de kapitalistische klasse.
Deze ‘klassenstrijd van bovenaf’ was succesvol en de gevolgen ervan zijn vandaag nog steeds voelbaar. De financiële crisis van 2008-2009 schudde de grondvesten van de neoliberale wereldorde door elkaar. Plotseling deed de wil van de arbeidersklasse zich weer gelden. De redding van Wall Street leidde tot de beweging Occupy Wall Street. De harde besparingen in de publieke sector van de republikeinse gouverneur van Wisconsin, Scott Walker, leidden tot een maandenlange opstand en bezetting van het Capitool van de staat in de slag om Wisconsin. Wereldwijd deden opstanden en revoluties de heersende klasse opschrikken. Hoewel deze bewegingen niet de revolutionaire overwinningen hebben opgeleverd die we nodig hebben, waren ze voorlopers van doorbraken zoals de verkiezing van Kshama Sawant in 2013, de campagnes van Bernie Sanders in 2016 en 2020, de #RedforEd lerarenstakingen, en de groei van socialistische organisaties zoals de Democratic Socialists of America. Nu heeft de ervaring van de pandemie voor velen de illusie dat het kapitalisme een levensvatbaar systeem is, definitief aan diggelen geslagen.
Meer en meer wordt de diepe onderliggende crisis van het politieke establishment zichtbaar. Miljoenen mensen zien hoe het economisch systeem in elkaar zit. Na een lange periode van terugtocht staan de werkende mensen op het punt terug te keren op het toneel. Het grootste obstakel voor de ontwikkeling van een echte strijd is echter de historisch lage organisatiegraad van de arbeidersklasse. Om overwinningen te boeken, is er nood aan een strijdbare arbeidersbeweging en een partij van de werkende klasse die los staat van de controle van het bedrijfsleven.
Om iets te winnen is klassenstrijd nodig
Op dit moment staat er enorm veel op het spel voor de mensheid. Het IPCC waarschuwt dat de aarde 1,1°C is opgewarmd sinds de industriële revolutie. Zelfs de stoutmoedigste voorstellen van de Democraten komen bij lange na niet in de buurt van wat nodig is om de klimaatspiraal te keren. Onze ambities beperken tot wat het politieke establishment, met zijn twee partijen van het grootkapitaal, aanvaardbaar vindt, is een nonstarter.
Er is geen weg naar 100% hernieuwbare energie zonder arbeiders en jongeren als drijvende kracht. Dit moet ook werknemers in vervuilende industrieën omvatten. Zolang deze arbeiders de bron zijn van de winsten van fossiele brandstoffen, zou een sterke arbeidersbeweging georganiseerd rond een gemeenschappelijke strategie voor duurzame banen en een rechtvaardige groene transitie, die de krachten bundelt met de klimaatjongeren, niet te stoppen zijn tegen de dreiging van de fossiele brandstoffensector.
Er is een sterk historisch precedent voor het optreden van de arbeidersklasse voor de planeet. Zo waren er begin 20e eeuw in de VS ‘antirook kruistochten’, vaak geleid door gewone moeders, die naar vervuilende fabrieken trokken. De United Steelworkers namen het op tegen Carnegie Steel in de nasleep van de dodelijke Donora Smog van 1948 waarbij tientallen doden vielen. De georganiseerde arbeiders waren een belangrijke factor om milieubeschermingswetten af te dwingen in de jaren zestig en zeventig. Op hun krachtigst heeft de arbeidersbeweging de strijd voor het milieu steeds opgenomen.
We moeten ons organiseren, in vakbonden om te strijden op onze werkplekken, en in een eigen politieke partij om als werkende mensen te strijden tegen de kapitalistische klasse als geheel. Dit is de enige oplossing voor de klimaatcrisis, en hetzelfde geldt voor al het andere dat we ooit hopen te winnen.
De kapitalistische klasse is niet van plan om buiten haar eigen belangen te handelen. Ze zijn niet geneigd om hun omgekochte politici belastingen te laten heffen op hun winsten. Snijden in politiebudgetten om gemeenschapsdiensten te financieren zou de instelling raken die ze nodig hebben om hun eigendom te beschermen, stakingen te breken en protestacties te brutaliseren. Zij zullen geen gegarandeerde huisvesting, gezondheidszorg en leefbare lonen dulden, omdat de financiële strijd van de werkende mensen de voornaamste manier van de bazen is om ons in laagbetaalde, uitbuitende jobs te dwingen.
We hebben maar twee opties: we kunnen de maatschappij in hun handen laten, of we kunnen de inherente kracht van onze klasse gebruiken om te grijpen wat rechtmatig van ons is.
De geschiedenis leert ons dat de enige rechten die we als arbeiders hebben niet die zijn welke door de staat of de grondwet worden toegekend, maar die welke arbeiders en massabewegingen voor zichzelf hebben afgedwongen door strijd.
Deze wereld is niet van ons, maar zou het wel kunnen zijn
Het niveau van rijkdom dat door de rijken wordt opgepot is historisch, en het kapitalistische systeem faalt volledig om een antwoord te bieden op de existentiële crises waar we vandaag mee te maken hebben – of het nu gaat om economische crisis, een dodelijke pandemie, of een verergerende klimaatramp veroorzaakt door de fossiele brandstofindustrie.
Het is begrijpelijk dat velen vandaag weinig vertrouwen hebben in wat een massabeweging zou kunnen bereiken, maar deze stemming staat ver van de realiteit.
We kunnen naar de acties van de kapitalisten zelf kijken om te zien hoe groot de dreiging is als de werkende klasse zich organiseert. Waarom geven kapitalisten miljoenen uit om stakingen de kop in te drukken? Waarom investeert Amazon in het ontwikkelen van heat maps om te traceren waar haar personeel wel eens zou samenkomen om een vakbond op te richten? Waarom geven ze miljoenen aan verkiezingscampagnes zodat bedrijfsvriendelijke politici worden gekozen? Als burgerlijke commentatoren in de Financial Times en zelfs de Washington Post, die eigendom is van Bezos, plots pleiten voor een meer “rechtvaardige verdeling” is dit enkel omdat ze het overleven van hun systeem verdedigen.
Werkende mensen kunnen hun rol in het creëren van alle winst gebruiken om toegevingen af te dwingen van de bazen. Zelfs zonder revolutionaire verandering, kan er veel gewonnen worden. Als arbeiders in de zorg staken voor Medicare for All en gesteund worden door massademonstraties en directe actie, zouden we het op de agenda kunnen zetten. Als jonge klimaatstakers de handen ineenslaan met arbeiders in vervuilende industrieën om groene banen te eisen, kunnen we zinvolle klimaatbescherming afdwingen. De belangrijkste reden waarom dit nu nog niet gebeurt, is het gebrek aan militante leiding van de werkende klasse. Socialisten vechten keihard om daar verandering in te brengen.
Zolang het kapitalisme bestaat, beschikte de rijke elite over een sterke krachtsverhouding om de werkenden en de armen aan te pakken. Onze bewegingen zullen op allerhande obstakels botsen die door de heersende elite worden opgeworpen. Zij zullen blijven proberen om onze bewegingen te verdelen, te onderdrukken of te recupereren. Ze doen dit omwille van de existentiële bedreiging die ervan uitgaat voor de heerschappij van de miljardairs. Een socialistische strategie is dan ook nodig om niet alleen stappen vooruit te zetten in de strijd tegen de bazen, maar om uiteindelijk het volledige systeem omver te werpen en te vervangen.
De arbeidersklasse van Seattle bestuurde de stad vijf dagen lang tijdens de algemene staking van 1919, en zag en voelde even wat het zou betekenen voor werkende mensen om de samenleving echt te besturen. De inspiratie hiervoor kwam van de Russische Revolutie van 1917, die aantoonde hoe revolutionaire ideeën de klassenstrijd tot onvoorstelbare hoogten kunnen verheffen.
De rol van socialisten in de klassenstrijd in bredere zin is om deze steeds dichter bij revolutionaire conclusies te brengen. Dit betekent niet alleen strijden voor de meest fundamentele eisen van de beweging, maar deze eisen verbreden en proberen de breedste lagen van de arbeidersklasse in de strijd te betrekken. Het betekent ook glasheldere lessen trekken uit vroegere overwinningen en nederlagen in de arbeidersbeweging.
De gevechten uit het verleden, zelfs wanneer zij werden verslagen of hun overwinningen werden teruggedraaid, waren niet voor niets. Er zijn lessen die, als ze vandaag worden toegepast, de weg voorwaarts helpen tonen. Eén overwinning kan een brede echo vinden en een bron van latent potentieel ontketenen. Inzicht hierin is de sleutel tot het overwinnen van de zeer reële angst dat het gewoon niet beter kan worden.
-
Hete lente op komst (bis)
Ingestuurd stuk door David
Jo Libeer had vorige week overschot aan gelijk. De gedelegeerd bestuurder van VOKA oreerde over een hete lente vol tjilpende vogels en knallende kuiten. Over zaaien en oogsten. Over neuzen en zelfde richtingen. Niets nieuws onder de zon, zult u zeggen. Maar gelijk had hij wel: het wordt een hete lente. In het vuur van zijn lineair metaforisch proza verslikte hij zich echter in zijn eigen conclusies.De hete lente waar Libeer op doelt is er een waarin sociale onrust, verontwaardiging en woede open barsten. Een voorjaar van strijd tussen arbeiders en het heersend kapitaal. Het aantal bedrijven waar werknemers en werkgevers recht tegenover elkaar staan, begint groot te worden, merkte hij op. En het lijstje wordt ook langer. Dus moeten de neuzen in dezelfde richting, zei hij. Zie je Jo, ik ben blij dat jij die – toch wel onverhoopte – stap wilt zetten. Je achterhoofd hadden we nu wel gezien.
Het zijn moeilijke tijden voor iedereen, zei je. Voor al die bedrijfsleiders te velde. Met hun veeleisende werknemers en hun buitensporige eisen. Voor de rijke elite die haar kapitaal minder snel zag groeien. Ja Jo, dat kan niet eenvoudig zijn.
HET CLUBJE
Ook je even vage als kinderlijk poëtische suggesties mochten er zijn. Het economisch en politiek scharniermoment biedt kansen om de problemen aan te pakken, zei je. En die kansen moeten we grijpen om onze samenleving en welvaartsstaat te vrijwaren.
Wie zijn die ‘we’ dan? Je clubje veelvraten met heilige schrik pour légalité? Al die vrienden-vrijemarktbonzen die ons jobs beloven, maar onder het mom van dalende winst(verwachtingen) de arbeidsomstandigheden ruïneren? Toegegeven: het blijft een ingenieus idee om het ‘winst’ te noemen, terwijl het gros van de bevolking dag na dag verliest.
We moeten de welvaartstaat vrijwaren, zei je. Ik hoor echter iets heel anders dan ik lees. Vakbonden schermen inderdaad met stakingen, schreeuwen om werk en (behoud van) verworven rechten. Wie echter halsstarrig en onwillig de andere kant uit kijkt, de welvaartstaat als synoniem ziet voor het behoud van ongelijkheid en onderdrukking van de werkende bevolking, én in eenzelfde adem de immense nood aan werk- en sociale zekerheden minimaliseert, is niet van deze wereld. Als een gelaat zonder de noodzakelijke neus, zeg maar.
Wie wil oogsten, moet eerst zaaien. Aan je spitse metaforen leek gisteren geen einde te komen. Het klopte ook wel: voor de werknemers van AVEVE. Probeer datzelfde maar eens te verkopen aan de miljoenen werknemers die dag in dag uit de gronden van hun oogsters bevruchten. Uiteraard zien zij de overvloedige opbrengst. Ergens. Onbereikbaar in de zonnige verte. Vakkundig opgeschrokt door hen, voor wie het altijd lente is. De arbeiders zijn armoezaaiers geworden.
WIE ZOEKT DIE WERKT?
Om de economische problemen fundamenteel op te lossen, moeten we kijken naar de grond waarin bedrijven gedijen. Die grond is ziek en hapt naar meer zuurstof en bemesting, zei je. Ik stel daarom voor om de meest voor de hand liggende meststof te gebruiken: de bestaande arbeidskracht. Een 4/7de portie lijkt me ideaal.
Niet omdat uw Vlaming niet meer werken wil. Nee. Ze hoeft eenvoudigweg niet zoveel te werken. Een 30-urenwerkweek met loonbehoud, gekoppeld aan een tewerkstelling van de hele werk(zoek)ende bevolking, levert immers een rist aan oplossingen: de werkloosheid wordt tot een verwaarloosbaar minimum herleid, de verminderde werkdruk draagt bij tot een verhoogde levenskwaliteit én een afname van de latente onverdraagzaamheid en de gepapegaaide illusie van noodzakelijke competitiviteit.
Zo stappen we eveneens af van uw onhoudbaar winstmantra: de gelijke verdeling van kapitaal en arbeid brengt ons ver weg van het verwerpelijke idee dat ongelijkheid competitiviteit voedt en een economie enkel levensvatbaar is wanneer ze groeit. Natuurlijk moet ze dat!, hoor ik u zeggen. Dat klopt, Jo. In jouw kapitalistisch systeem – dat slechts één specifiek historisch stadium in het ontwikkelingsproces van de maatschappij is – blijft de spreidstand en gevraagde flexibiliteit eeuwig uitdeinen.
De druk van de ingebeelde noodzaak om een sterk concurrentieel winstmodel uit te bouwen, zal voor u pas nefast lijken, wanneer de bloedende corpsen van uw uitgeperste zaaiers op het prille lentegras vol tjilpende roodborstjes ineenstuiken.
Pas dan Jo, misschien dan, zal je zien dat je geen 240000 koeien kunt voederen met 70000 bieten. Pas dan zal je zien dat – met de realisatie van gedegen en gratis openbaar vervoer – je lachwekkende klaagzang over files onbestaande is. Pas dan zal je zien dat niet de loonkost – die de arts van uw zwart-witte partijvoorzitter verloont – het herstel van een faire én door de staat gestuurde economie in de weg staat. Het was de werkende bevolking die de roekeloze en onaantastbaar gewaande speculatie van je clubje heeft gereset. Gered krijg ik niet over de lippen.
Beste Jo. Je blijft hoopvol, zeg je. Nu er voorzichtige tekenen van economisch herstel zijn. Tekenen die jij Jo, in je geprivilegieerde positie van gegoed bestuurder ongetwijfeld wel zult zien.
Maar vergeef ons Jo, dat wij met z’n allen daar beneden de grootste moeite hebben om – in de schaduw van de neoliberale zelfverrijking – de eerste zonnestralen te voelen.
Ik wens je alvast een stralende lente toe. Wij lessen ons wel met het water dat ons aan de lippen staat.
-
Klassenstrijd bestaat nog steeds. De vraag is: hoe ze te winnen?
Onder het motto ‘doorprik eens een neoliberale leugen’
“Er is een klassenstrijd en mijn klasse is aan het winnen”. Die beruchte uitspraak komt niet uit de 19de eeuw, het komt uit een interview van Warren Buffet met CNN in 2005. Buffet is momenteel de vierde rijkste mens ter wereld. Het vervolg van die uitspraak is jammer genoeg niet bekend, maar wel interessant: “Het hoort nochtans niet zo te zijn.” Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de heersende klasse effectief niet langer aan het langste eind trekt?
Dossier door Nicolas Croes
Tegen het licht van de economische crisis is het vandaag moeilijker om te verbergen dat er fundamentele tegenstellingen zijn tussen de klasse die de productiemiddelen in handen heeft – de kapitalistische klasse – en de klasse die haar arbeidskracht moet verkopen om te overleven – de arbeidersklasse. De sociale uitbarstingen volgen elkaar op, sommige zijn beter georganiseerd en massaler dan andere, maar er komt geen uitweg uit de crisis naar voor.
Tot in de jaren 1980 is onder druk van de strijd van de georganiseerde arbeidersklasse de kloof tussen arm en rijk in de ontwikkelde kapitalistische landen kleiner geworden. Nadien nam ze als gevolg van het neoliberale beleid opnieuw toe. Vandaag is de kloof uitzonderlijk groot. De crisis wordt bovendien als excuus gebruikt om ze verder te verdiepen. Het gaat niet om een ‘natuurlijke’ krimp en groei, de kloof tussen arm en rijk is een uitdrukking van gewijzigde krachtsverhoudingen in het kader van de klassenstrijd en de ontwikkelingen in het kapitalistische systeem. De geschiedenis van dat proces is overigens rijk aan lessen voor vandaag.
Tal van sociale verworvenheden worden vandaag omgevormd tot hun tegendeel. Dat zien we bijvoorbeeld met de collectieve loononderhandelingen in de vorm van een Interprofessioneel Akkoord. Dat had als doel om een algemene loonsverhoging overeen te komen die ook van toepassing was in de zwakkere sectoren waar de syndicale kracht beperkter was. Het mechanisme werd evenwel van haar inhoud ontdaan waardoor het nu gebruikt wordt om een loonstop gedurende twee jaar op te leggen terwijl de regering zich al opmaakt om die periode uit te breiden tot minstens zes jaar. Iedere werkgever die onder druk van strijd de loonstop wil doorbreken, riskeert vervolgens een ‘boete’ (een uitstekend argument voor de werkgevers om niet te moeten toegeven) terwijl de werkgevers die de loonstop respecteren bijkomende lastenverlagingen zouden genieten.
Zoals overal in Europa heeft het besparingsbeleid effect op de levensstandaard en de arbeidsomstandigheden van de werkenden. We moeten het met steeds minder doen terwijl nog nooit zoveel rijkdom werd geproduceerd. De tien rijkste families in België bezitten samen een fortuin dat op 42 miljard euro wordt geschat. Zowat 1.000 gezinnen hebben elk een fortuin van meer dan 20 miljoen euro en de 10% rijkste gezinnen bezitten samen de helft van de totale rijkdom in dit land (met een gemiddelde van 1,9 miljoen euro per gezin).
Enkel de arbeidersklasse is in staat om de vraatzucht van de kapitalisten te stoppen
De kapitalistische elite beschikt dan wel over haar kapitaal, de arbeidersklasse beschikt over een ongelofelijke kracht, die van haar aantal. Die massa is de enige kracht die de negatieve spiraal van sociale afbraak kan stoppen, zowel in België als Europa of elders. Het is de enige kracht die de economie kan platleggen met een staking en die het kapitaal kan raken waar het echt pijn doet: in de portemonnee.
Het favoriete wapen van de burgerij in deze klassenstrijd is chantage. Jobs worden bedreigd, investeringen worden bedreigd, er zijn sluitingen, kapitaal vlucht weg,… De gevestigde politici verstoppen zich telkens achter deze dreigementen en de bijhorende vrees om maatregelen te rechtvaardigen die de ‘concurrentiepositie’ van de bedrijven moeten beschermen. In werkelijkheid gaat het om maatregelen die de gemeenschap bestelen.
Het enige effectieve antwoord kan komen van de arbeidersbeweging en haar mobilisatie voor de onteigening van de sleutelsectoren van de economie om de controle ervan onder democratisch beheer van de arbeiders en de gemeenschap te plaatsen. Het zijn immers de arbeiders die de rijkdom creëren. Hiertoe is het noodzakelijk dat het krachtige wapen van de vakbonden niet herleid wordt tot een lobby-instrument. Geen enkele sociale verworvenheid is afgedwongen door beroep te doen op politici die al duidelijk kant hebben gekozen. Alle verworvenheden zijn bekomen door vastberaden strijd. We moeten terugkeren naar een strijdsyndicalisme om onze verworvenheden te beschermen en verder uit te breiden.
Tegen de lawine aan besparingen en jobverliezen vragen velen zich af waar ons actieplan blijft. Hoe kan het dat duizenden arbeiders die momenteel aan een procedure-Renault (bij collectieve afdankingen) onderworpen zijn, elk geïsoleerd zitten op hun bedrijf? We hebben nood aan geloofwaardige acties die voldoende lang op voorhand bekend zijn en die onderdeel zijn van een opbouwend plan met ook de organisatie van algemene stakingen, waarbij ook banden worden gelegd met strijd in andere landen (zeker al in Europa).
Op die manier zou het mogelijk zijn om het zelfvertrouwen op te krikken bij al wie vandaag twijfelt of denkt dat het geen zin heeft om te betogen of te staken. Die twijfel is vandaag begrijpelijk, de strijd beperkt zich maar al te vaak tot een opeenvolging van wandelingen tussen Brussel-Noord en Brussel-Zuid. De oproepen van de vakbonden zijn beperkt, maar zelfs deze beperkte oproepen krijgen een goede opvolging. Wat zou dat niet geven met een brede informatie- en mobilisatiecampagne waarmee de patronale propaganda in de gevestigde media ook van antwoord wordt gediend? Wat zou het effect zijn indien de vakbondsbasis betrokken zou worden bij het nemen van beslissingen? We zouden veel sterker staan!
Syndicale democratie en durven winnen
Het is normaal dat er vandaag heel wat discussie is over de strategie en de tactieken op syndicaal vlak. Maar dit debat wordt niet gekaderd, er is immers geen echt actieplan, althans geen duidelijk plan dat democratisch werd bediscussieerd aan de basis. Vaak zien we hetzelfde op bedrijfsniveau. De traditie om regelmatig algemene personeelsvergaderingen te houden, moet grotendeels heropgebouwd worden. Het voorbeeld van echte democratie, een democratie van werkenden en onderdrukten, moet in eerste instantie van de vakbonden komen.
Er wordt regelmatig gezegd dat kritiek binnen de arbeidersbeweging onze kracht zou verzwakken. Wij willen echter constructieve kritieken brengen om onze positie in de klassenstrijd te versterken. Democratische vakbonden zouden vooral een bedreiging zijn voor diegenen die voor een syndicalisme van klassensamenwerking staan en voor wie de sociaaldemocratie het beste is wat links aan de gemeenschap te bieden heeft. De vakbondsleidingen baseren zich steeds op zogenaamde reformistische standpunten waarbij de kwestie van het privaat bezit van de productiemiddelen niet wordt gesteld. Als die kwestie wordt vermeden, is het nodig om zich aan te passen aan de kapitalistische staat en op basis van samenwerking met die staat een poging te doen om meer kruimels van de feestdis van bazen en aandeelhouders te krijgen. In het kader van de huidige crisis is de marge echter verdwenen, het ‘sociaal overleg’ is op sterven na dood.
Het huidige tijdperk laat geen ruimte meer voor kleine akkoorden en halve maatregelen. De syndicale strijd op die manier voeren, betekent toelaten dat het patronaat en de regering meedogenloos knippen in onze levensstandaard. Een groeiend aantal syndicalisten is zich daar terdege van bewust.
Warren Buffet is een prominente vertegenwoordiger van zijn sociale klasse. Hij weet maar al te goed dat de kapitalistische piramide enkel kan bestaan op een fundament van onderdrukten die niet in beweging komen. De kracht van dit economische, sociale en politieke regime bestaat niet uit haar eigen sterkte, maar uit de zwakte van de leiding van de arbeidersbeweging. Dat moet en kan echter veranderen.