Your cart is currently empty!
Tag: kasten
-
Boek: “De Zigeunergodin” van Meena Kandasamy
Dit boek is opgenomen in de selectie van de Boekenweek. Het is een opmerkelijk boek door een socialistische activiste. Onderwerp is een bloedbad in Kilvenmani, Tamil Nadu (India), in 1968. Minstens 44 mensen, vooral vrouwen en kinderen van stakende Dalit-arbeiders op het platteland, werden vermoord door een bende die naar alle waarschijnlijkheid opgezet was door de grootgrondbezitters die de staking wilden breken.Het incident is spijtig genoeg bijzonder actueel. Ook vandaag is er nog steeds gewelddadige onderdrukking op basis van klasse en kaste in India. De regerende hindoenationalistische BJP drijft de spanningen ten top. Aan de JNU-universiteit in Delhi werden studentenleiders vervolgd omdat ze zich uitspraken tegen de onderdrukking van de Kasjmiri bevolking en tegen de kastendiscriminatie.
Het boek van Meena Kandasamy is geen droge beschrijving van de feiten, maar een experimenteel en erg vernieuwend werk waarbij de massamoord op verschillende manieren wordt belicht: van een verslag in twitterstijl tot een marxistisch geïnspireerd pamflet. Meena speelt met vorm en taal. Maar uiteindelijk blijft vooral de woede hangen. Een woede waar ze zelf mee aan de slag gaat als socialistische activiste.
-
Stop repressie tegen studentenactivisten in Delhi (India). Solidariteitsactie in Antwerpen!

Studentenprotest in India Studenten aan de JNU universiteit in het Indische Delhi organiseerden op 9 februari een protestactie naar aanleiding van de verjaardag van de moord op Afzal Guru en Maqbool Butt, de ‘Che van Kasjmir’.
Afzal Guru was een Kasjmiri fruitverkoper die door de Indische autoriteiten werd opgepakt wegens vermeende verantwoordelijkheid voor een aanslag op het Indische parlement in 2001. Die aanslag door jihadi-strijders uit Kasjmir werd gebruikt om de troepenmacht in het door India bezette deel van Kasjmir op te drijven en er dreigde een volledige open oorlog tussen de kernmachten India en Pakistan. Kasjmiri activisten zagen in de veroordeling van Afzal Guru een maneuver van de Indische regering om zich tegen de Kasjmiri bevolking te keren en om het Indische nationalisme op te drijven zodat de aandacht van het sociale falen in eigen land werd afgeleid. Ze lieten de eigen bevolking in ellende en armoede leven, waardoor een externe vijand nodig was om de eigen ‘grootsheid’ te bewijzen. Hetzelfde gebeurt in Pakistan. Het slachtoffer is telkens de bevolking van Kasjmir.
Op 9 februari hielden studenten aan de JNU universiteit een actie. De autoriteiten beschuldigden de organisatoren ervan ‘anti-nationaal’ en ‘anti India’. Er werd een excuus gezocht om al wie zich tegen de bezetting van Kasjmir uitspreekt aan te klagen.
Het gaat om een poging van de rechtse hindoenationalistische regerende BJP en zijn extreemrechtse medestanders van de RSS om de repressie en het geweld tegen alle andersdenkenden op te voeren. Eerder was er al de dood van een doctoraatstudent van Dalit-afkomst, Rohith Vemula, die van de universiteit van Hyderabad werd uitgesloten na valse beschuldigingen door een rechtse studentenorganisatie die met de regerende BJP verbonden is. Dit leidde tot massaal protest onder studenten. Ook nu reageren studenten en professoren tegen de poging om elke kritiek op de regering het zwijgen op te leggen.
Er is een opmars van geweld en discriminatie op basis van kaste en religie in India, de rechtse regering van de hindoenationalist Modi wakkert dit aan. Modi was deelstaatpremier in Gujarat toen daar in 2002 een groot aantal moslims werd vermoord. Gaat hij als premier van India dezelfde weg van sectair geweld op? Dit kan gestopt worden door de arbeidersbeweging die potentieel erg sterk is, zo was er vorig jaar de grootste algemene staking uit de Indische geschiedenis. Verzet tegen het asociale beleid werkt verenigend.

Protestactie aan de Indische ambassade in Brussel in 2013 naar aanleiding van de uitvoering van de doodstraf op Afzal Guru Wij protesteerden in 2013 tegen de doodstraf van Afzal Guru en tegen de dreiging van oorlog om Kasjmir. We verdedigen het recht op zelfbeschikking van de bevolking van Kasjmir, laat hen zelf beslissen over de toekomst van hun land – een beslissing die enkel mogelijk is indien India en Pakistan zich meteen uit het bezette Kasjmir terugtrekken.
Wij spraken ons eerder ook uit tegen de Gentse professor Balu die met zijn RSS-politiek kasteloze studenten en collega’s beledigde en moslim-academici verweet ‘terroristen’ te zijn. De Gentse universiteit kan de blamage van zijn band met professor Balu nu misschien goedmaken door mee het voortouw te nemen om de aanval op de studentenbeweging en op de vrije meningsuiting aan de universiteit JNU af te wijzen.
Met linkse activisten van diverse afkomsten – Kasjmiri, Tamils en andere Antwerpenaren – houden we een solidariteitsactie op 4 maart.
- Neen aan de vervolging van de studenten van JNU in het algemeen, studentenleiders Kanhaiya Kumar, Umar Khalid en anderen in het bijzonder! Neen aan de toename van rechtse haatmisdrijven tegen Indiërs van onderdrukte kasten! Neen aan het geweld tegen Indiërs die geen hindoe zijn! Neen aan de aanvallen op democratische rechten in India!
- Voor het recht op zelfbeschikking van de bevolking van Kasjmir en alle minderheden!
- Voor eenheid van werkenden en onderdrukten, van vrouwen en mannen, over afkomst en religieuze achtergrond heen, samen staan we sterker tegen alle vormen van onderdrukking!
Vrijdag 4 maart om 15u op het Sint Jansplein. Facebook evenement
-
Religieus fundamentalisme en de strijd ertegen. Video met Peter Taaffe
In België is er vooral aandacht voor reactionaire stromingen binnen de politieke islam, denk maar aan Al Qada en ISIS. Maar ook elders zijn er rechtse stromingen die op religie beroep doen, denk maar aan de boedhistische fundamentalisten in Sri Lanka of Birma. Of aan het hindoenationalistische regime in India waar er een toename is van geweld tegen mensen van andere religies maar ook tegen mensen van lagere kasten.
Jagadish van onze Indische zusterorganisatie sprak hierover met Peter Taaffe van het Internationaal Secretariaat van het CWI. Een interessante uitwisseling en discussie over religieuze fundamentalisten en de strijd ertegen.
-
India: protest na dood van kasteloze doctoraatstudent
Momenteel is er in India een golf van protest naar aanleiding van de zelfmoord van een doctoraatstudent van Dalit-afkomst, Rohith Vemula. Vemula was een van de vijf Dalit academici die van de universiteit van Hyderabad werden uitgesloten na valse beschuldigingen door een rechtse studentenorganisatie die met de regerende BJP verbonden is. Het dreef de linkse activist en doctoraatstudent in de sociologie Vemula tot de dood.
Er is een opmars van geweld en discriminatie op basis van kaste en religie in India, de rechtse regering van de hindoenationalist Modi wakkert dit aan. Modi was deelstaatpremier in Gujarat toen daar in 2002 een groot aantal moslims werd vermoord. Gaat hij als president van India dezelfde weg van sectair geweld op? Dit kan gestopt worden door de arbeidersbeweging die potentieel erg sterk is, zo was er vorig jaar de grootste algemene staking uit de Indische geschiedenis. Verzet tegen het asociale beleid werkt verenigend.
Deze discussie is ook in ons land van belang, de campagne van hindoenationalistische fundamentalisten tegen mensen van lagere kasten aan de universiteiten wordt immers mee gevoerd door een Gentse professor (zie ons artikel hierover)
Hieronder een opiniestuk door Meena Kandasamy, een Indische schrijfster en socialiste. Deze tekst verscheen eerder in de krant ‘The Hindu’.

Meena Kandasamy “De zelfmoord van een Dalit student is meer dan een individuele uitweg, het is een schande voor de samenleving die ervoor zorgde dat de student geen andere uitweg zag. De dood van Rohith Vemula komt als een triestige climax in een strijd die hij mee voerde tegen de sectaire krachten die op basis van kaste discrimineren. Hij was een van de vijf Dalit academici die van de universiteit van Hyderabad werden uitgesloten na beschuldigingen door de rechtse studentenorganisatie Akhil Bharatiya Vidyarthi Parishad. Dat Rohith tot de dood gedreven werd, toont hoe kwetsbaar zelfs de meest militante studenten zijn. Het toont ook de ware aard van ons onderwijssysteem: een vice-rector met een decennialange geschiedenis van discriminatie tegen Dalit studenten, betrokkenheid van nationale ministers om de agenda van rechtse hindoenationalistische krachten te ondersteunen, het inzetten van de volledige administratieve machine als marionet van de heersende politieke krachten en de tragische gevolgen van sociale apathie.
“Er kan geen krachtiger beeld gegeven worden van de rol van het kastensysteem dan de uitsluiting van deze vijf Dalit studenten. De verschillende studentenstakingen als protest hiertegen tonen de solidariteit onder de studenten, maar het feit dat deze vijf werden uitgesloten toont het brutale karakter van kastendiscriminatie. Zoals de kastelozen niet toegelaten worden in de verblijfplaatsen van mensen van hogere kasten, doet ook deze uitsluiting denken aan een vorm van kastenzuivering. Het onderwijs wordt nu ingezet tegen Dalit studenten, zij worden constant bedreigd door discriminatie, uitsluiting, vervolging, … In een samenleving waar studenten massale strijd moesten voeren om toegang te verwerven tot hoger onderwijs, onder meer door het beleid van gegarandeerde plaatsen voor kastelozen en mensen van lagere kasten, durft niemand na te gaan hoeveel van deze studenten ook effectief met een diploma afstuderen, hoeveel studenten het niet halen, hoeveel studenten slachtoffer van depressies worden en hoeveel er het leven laten.
“Het feit dat Dalit studenten als Rohith Vemula aan de universiteit doctoreren, is een uitdrukking van hun intelligentie, doortastendheid en vastberaden strijd tegen kastendiscriminatie waarmee ze vanaf de eerste dag te maken krijgen.
“De leerboeken zijn doorspekt met elementen van kastenhegemonie, op de campussen wordt de vervreemding versterkt door een sfeer waarbij andere studenten trots naar hun dominante kastenstatus verwijzen, docenten die hen veroordelen en zo bijdragen aan de self-fulfilling prophecy van falen. Het zijn onmogelijke obstakels die Dalit studenten moeten overwinnen. Het kastenonderscheid dat verbonden wordt met een notie van intellectuele superioriteit, wordt in academische kringen een gif dat krachtig genoeg is om levens te eisen. Klaslokalen worden op deze manier geen plaatsen van verzet en rebellie, maar van bevestiging van ongebreidelde kastenmacht in handen van diegenen die omwille van hun positie de status quo verdedigen.
“De kleine minderheid van studenten van onderdrukte achtergrond die zijn achtergrond probeert weg te moffelen, wordt hard afgestraft zodra hun ware afkomst bekend raakt. De Dalit studenten die openlijk naar buiten komen met hun identiteit, overleven maar zijn niet in staat om hun talenten te gebruiken. Dit is niet alleen het lot van studenten, in deze structuur van kastenmacht worden ook docenten van Dalit-afkomst geviseerd. Ik zag hoe mijn eigen moeder strijd voerde in het Indian Institute of Technology (IIT) in Madras, ik keek hulpeloos toe hoe deze vrouw die ik zo graag zie een onmogelijke strijd leverde. De wel erg beperkte aanwezigheid van onderdrukte groepen op het IIT en andere universiteiten versterkt de kastendiscriminatie voor studenten van gelijkaardige achtergronden.
“Hoe houden studenten het vol als ze steeds examens moeten afleggen bij professoren van Brahmaanse kasten die vijandig tegenover hen staan? Deze professoren mogen dan soms wel master in de kernfysica zijn, tegelijk houden ze vast aan kastenvooroordelen. Dit is slechts een aspect van het probleem van kastenonderdrukking. Als het samengaat met rechtse studentengroepen zoals ABVP, wordt het een dodelijke cocktail.
“Onze universiteiten worden moderne killing fields. Zoals op alle andere strijdtonelen, zijn ook instellingen van hoger onderwijs gespecialiseerd in meer dan kastendiscriminatie. Ze zijn ook berucht voor seksueel geweld tegen vrouwelijke studenten en personeelsleden, waarbij slachtoffers die zich verzetten en geen seksuele betrekkingen onder dwang toelaten het slachtoffer worden van karaktermoorden. Zoals Rohith’s zelfmoord de stilte over dodelijke kastendiscriminatie doorbreekt, zullen we ooit ook verhalen horen van vrouwen die de dood ingedreven werden in deze ivoren torens.
“In het geval van de universiteit van Hyderabad zien we een dodelijke combinatie van kastensuprematie en politieke operaties. De rol van het staatsapparaat, in het bijzonder van de politie, in het bedreigen en onderdrukken van studenten, was een klassiek voorbeeld van repressie op de campussen. Na de intrekking van de erkenning van Ambedkar Periyar Study Circle [een studentengroep van Dalits] aan de ITT van Madras, werd de campus belegerd met agenten in uniform die de toegang dag en nacht controleerden. (Na veel protest werd de beslissing over de erkenning terug ingetrokken). Nu is er een gelijkaardige inzet van gewapende politie op de campus van Hyderabad en werd zelfs een uitgaansverbod afgekondigd.
“Rohith, je laat ons je droom achter om een wetenschapsschrijver zoals Carl Sagan te worden, je verliet ons met enkel jouw woorden. Die dragen nu het gewicht van je dood, elke traan draagt je niet gerealiseerde doom. We zullen het explosieve sterrenstof zijn waarover je sprak, het sterrenstof dat zal ingaan tegen het onderdrukkende kastensysteem. Op elke universiteit, elke campus, elke school in dit land, zullen al je slogans naar voor gebracht worden. Dr Ambedkar sprak over kaste als het monster dat ons pad kruist, welke weg we ook proberen op te gaan. Binnen de bastions van de hoogste kasten die de Indische onderwijsinstellingen zijn, is onze loutere fysieke aanwezigheid een uitdrukking van de boodschap van verzet tegen het kastenstelsel. Laat elke voorstander van kastendiscriminatie huiveren als hij geconfronteerd wordt met een Dalit, een Shudra, een Adivasi, een Bahujan, een vrouw die zich opwerkt, laat hen realiseren dat we ons tot doel stellen om een einde te maken aan een systeem dat zo hard probeert om een einde aan ons te maken, dat we diegenen die onze dromen willen afpakken een nachtmerrie zullen bezorgen. Laten we hen duidelijk maken dat de Vedische tijden voorbij zijn, het tijdperk van het gesmolten lood in de oren van de Shudras die de heilige teksten hoorden, het tijdperk van het afsnijden van de tongen van diegenen die kennis naar buiten brachten die hen ontzegd werd. Laat hen begrijpen dat we deze bastions bestormen om te leren, te agiteren en te organiseren, we kwamen niet om te sterven. We kwamen om te leren, maar de monsters van het kastensysteem en hun handlangers mogen gerust weten dat we ook gekomen zijn om hen een onvergetelijke les te leren.”
-
De oorsprong en ontwikkeling van het kastenstelsel
Hieronder publiceren we een tekst over het ontstaan van het kastenstelsel in Zuid-Azië. Hiermee willen we achtergrond bieden voor de discussie die aan de Ugent is losgebarsten over de posities van professor Balu die in India collega’s van lagere kasten beledigde en verklaarde dat kasten niet bestaan maar uitgevonden zijn door het kolonialisme. Het dossier hieronder is geschreven door TU Senan en was het eerste deel van een tekst, het tweede deel verscheen eerder en op de blog van Tamil Solidariteit.
Arbeidsdeling en kaste
De verhouding tussen mens en natuur komt tot uiting in het arbeidsproces dat de interactie met de natuur steeds verandert. De ontwikkeling van arbeidsinstrumenten, van de hand tot het gebruik van steen, brons, ijzer, … of de ontwikkeling van de productiekrachten, gebeurt op natuurlijke wijze en doorheen sociale interacties. De vorming van sociale groepen dwingt mensen met om samen te werken om te voorzien in een specifieke nood van de productiemethode. Deze methode leidt tot bepaalde vormen van sociale verhoudingen.
Verbeteringen van de productie leiden tot veranderingen in de sociale verhoudingen. Regels van deze sociale verhoudingen werden pas veel later in wetten gegoten, deels om tot eengemaakte regels te komen om de productie van overschotten te behouden. De strijd om de controle over die overschotten leidt tot een klassensamenleving, maar dit is geen automatisch of mechanisch proces.
Met de vooruitgang van de productiemogelijkheden ontstonden gesofisticeerde samenlevingen zoals het dorpsleven van waaruit kleine steden ontwikkelden, deels als gevolg van externe handel. Dit leidt niet automatisch tot een hiërarchische klassensamenleving. Het sociaal beheer van de arbeid en van de productie van overschotten bestond al voor de ontwikkeling van de klassensamenleving (Sameq Beri, Hunter-gatherers in Malaysia). Hoe de geproduceerde overschotten gecontroleerd worden, verschilt op basis van verschillende factoren, niet enkel door de druk van de constante ontwikkeling van de productiekrachten maar ook door de interacties tussen verschillende sociale groepen.
De sociale arbeidsdeling vormt een belangrijke stap vooruit in de toename van de productiemogelijkheden van de samenleving. Deze ontwikkeling moet niet louter gezien worden als het toekennen van verschillende jobs aan verschillende mensen om het productieproces hiërarchisch te organiseren. De organisatie van de productie vereist dat de arbeid opgedeeld wordt in taken die opgenomen worden door werkenden die niet noodzakelijk in een hiërarchische verhouding tot elkaar staan. De arbeidsdeling kan verschillende graden van complexiteit kennen en verschilt van samenleving tot samenleving en van periode tot periode.
In het oude Zuid-Azië was de productie georganiseerd op een basis waarbij elke werkende een duidelijk toegewezen taak had. Dit had tal van voordelen voor de zelfredzaamheid van de gemeenschap. De reproductie van deze taakverdeling kan al in een vrij vroeg stadium geleid hebben tot erfelijkheid van bepaalde specifieke taken en jobs met bijhorende ‘specifieke vaardigheden’. “De omzetting van de deelarbeid in de levensroeping van een mens stemt overeen met de neiging in vroegere gemeenschappen om de beroepen erfelijk te maken.” (Marx, Kapitaal, deel 1)
Dit was een stap vooruit op de jager-verzamelaarsamenleving, maar het beperkte de menselijke mogelijkheden. Marx legde uit dat dit proces “het menselijke denken beperkt tot het kleinst mogelijke kompas, waardoor het een instrument van onderdrukking wordt, aan de ketens van traditionele regels vastgemaakt en ontdaan van alle grootsheid en historische energie.” (British Rule in India, New York Daily Tribune 25 juni 1853). Binnen de grenzen van de historische periode en met de beperkingen van de productiemiddelen, ontstonden verschillende vormen van samenleving met verschillende klassenverhoudingen. Sociale verhoudingen in de vorm van sociale ‘regels’ om de productie mogelijk te maken, kunnen de arbeidsdeling verstenigen in een hiërarchische verhouding. De erfelijke arbeidsdeling in de vorm van kasten werd een deel van de regel en het werd op dat ogenblik ook opgenomen in de religie die toen heerstte.
De speciale vormen van productie – de manier waarop verschillende groepen in de hiërarchie verschillende delen van het land controleerden terwijl er ook nog gemeenschappelijke grond was – en het instandhouden van vaardigheden die van generatie op generatie werden doorgegeven, droegen bij tot de rigiditeit van de vorm van arbeidsdeling die opkwam in Zuid-Azië. Zoals Marx uitlegde, was het Aziatische systeem een van de oudste ter wereld, een systeem dat “het langste en koppigste standhield.” Anders gezegd leidden veranderingen in het productiesysteem niet tot het verdwijnen van alle oude verhoudingen die constant werden versterkt doorheen religie. De constante terugkeer van een bepaalde vorm van sociale verhouding droeg bij tot de rigiditeit van de Aziatische samenleving. De relatieve kleine omvang van deze groepen, inzake gebied dat gecontroleerd wordt en omvang van de bevolking, moet ook in rekenschap gebracht worden.
Sociale hiërarchie in een klassensamenleving wordt bepaald door factoren zoals hoe de verschillende werkenden aan het productieproces verbonden zijn, wie het overschot controleert, … Een hiërarchie ten koste van de volledige samenleving leidt geleidelijk tot verschillende sociale posities, rijkdom, bezit van land, … Deze ‘zelfontwikkelende’ sociale situaties werden omgevormd tot het “nooit veranderende natuurlijke lot”, waardoor het kwam tot een “brutale verering van de natuur, waaruit blijkt hoe dit een stap achteruit is van het feit dat de mens over de natuur heerst, waarbij de mens op zijn knieën ging voor de aanbidding van Hanoeman, de aap, en Sabbala, de koe.” (Marx, British Rule in India, 1853).
Diegenen die onderaan stonden in de productie werden in de hiërarchie naar achter geduwd. Maar ook dit was geen rechtlijnig of eenvoudig proces. Met de opkomst van klassen ontstond de strijd tussen de klassen. Deze strijd heeft altijd bestaan. Er was ook steeds een zekere mobiliteit tussen verschillende hiërarchische groepen en interactie tussen verschillende groepen van samenlevingen. Kaste kan dan ook niet gezien worden als een systeem om de zuiverheid van een bepaald ‘ras’ of ‘etnie’ te behouden. De rigiditeit van het kastensysteem is niet absoluut. Dat zou voorbij gaan aan de levende processen en de strijd onder de lagere kasten – niet alleen voor een hogere positie maar ook voor het zich toe-eigenen van de productie waarbij een nieuwe samenleving wordt gevormd.
Latere ontwikkelingen
In bijna alle oude samenlevingen bestond er een vorm van hiërarchisch kastensysteem. Deze ‘kaste’ verschilt van de moderne vorm van het Sathi-systeem dat op het Indisch subcontinent bestaat. De belangrijkste kenmerken – het rigide systeem dat via erfelijkheid wordt doorgegeven, nu algemeen omschreven als ‘kaste’ – ontwikkelde later met de ontwikkeling van religie op het subcontinent. Dit gebeurde ongeveer 2.000 jaar geleden en wordt vaak gezien als onderdeel van de confrontaties tussen inheemse en nieuwe migrerende bevolkingen.
In sommige oude samenlevingen (maar niet in allemaal) speelde religie ook de rol van een morele regulator met godsdienstige regels, de tempel en de priesters als equivalenten van de huidige grondwet, rechtbanken en rechters. Dit werd constant aangepast. De ontwikkeling van rigide stelsels werd versterkt door godsdienst, zoals het Varna stelsel (Manu Smriti) dat specifieke taken en plichten bepaalde voor elke kaste. Het verzet van de onderdrukte kasten werd tegengegaan met de dreiging van vergelding door een ‘hogere macht’. Priesters die deze regels oplegden, kwamen zelf aan het hoofd de samenleving te staan. Buitenstaanders die na strijd gevangen genomen waren of die van een andere samenleving kwamen of een andere, etnie, huidskleur, … moesten beneden de ladder starten.
Zelfs in dit stadium was de mobiliteit tussen kasten niet altijd strikt, of werden de regels van de grenzen van de kasten en de erfelijkheid ervan niet altijd strikt toegepast. Nochtans werd het wel door godsdienstige regels opgelegd. Er was een sterk patriarchale samenleving waarbij vrouwen van alle kasten steeds onderaan de sociale ladder stonden. Met de veranderende productiemethoden en sociale verhoudingen, onderging de kastenhiërarchie ook veranderingen. Dit gebeurde onder meer onder druk van nieuwe en fundamentele uitdagingen: binnendringende buitenstaanders, nieuwe godsdiensten, eisen voor religieuze hervormingen, …
Discussie en onderzoek naar de oorsprong en ontwikkeling van het kastensysteem worden vaak overschaduwd door politieke en religieuze motieven. Dit komt deels door de dominantie van de hoogste kasten. De onderdrukkende kaste is in veel gevallen ook dominant binnen de heersende klasse en controleert de sleutelposities in de staat, het onderwijs en alle beroepen met een hoge status in India. Maar er begint verandering op te treden. Recent baanbrekend genetisch onderzoek droeg bij tot een versterking van het wetencshappelijk begrip. Zo was er een studie door het Broad Institute van het MIT en van Harvard (zie: broadinstitute.org en nature.com/nature/journal/v461/abs/nature08365.html). Dit onderzoek wees erop dat de eerste tekenen van een kastensysteem ongeveer 2000 jaar geleden bestonden. Het onderzoek weerlegde ook de mythe dat de exclusiviteit van kasten steeds in stand werd gehouden door religieuze elites. De meer rigide vorm van het kastenstelsel kreeg pas later in de geschiedenis een grotere impact. Dit gebeurde onder meer door de ontwikkeling van brutale Hindoebewegingen die ingingen tegen andere godsdiensten, de pogingen om het hindoeïsme te versterken gingen gepaard met een versterking van het kastensysteem.
Er waren verschillende bewegingen die het hindoeïsme bestreden. Het boeddhisme vindt zijn oorsprong in de strijd tegen onderdrukkende hindoeïstische praktijken, vooral het kastensysteem. Toen het koninkrijk dat het boeddhisme als heersende religie gebruikt ten val kwam, ontwikkelde het hindoeïsme binnen het nieuwe koninkrijk dat ontstond (in de jaren 300-400). Het leidde tot een brutale reactie tegen de vijanden en een krachtiger opleggen van religieuze regels door de Brahmanen (hoogste kaste). De beweging Saivite Bhakti begon in 1.000-1.300 in Bengalen en trok geleidelijk verder op naar het zuiden. Tegen het jaar 1.500 waren alle variaties van het boeddhisme uit India verdwenen, vaak met bloedbaden en het brutaal opleggen van de regels van Saivite. Deze regels zijn voor het grootste deel nog steeds aanwezig op het continent. Het leidde ook tot het boeddhistische verzet tegen het Saivisme in Sri Lanka. Nadien werd dit omgevormd tot een antagonisme tegen de Tamils in het algemeen.
Tot op vandaag worden gelijkaardige interpretaties van de vroege Vedic literatuur naar voor gebracht. De meeste praktijken ondergingen veranderingen, maar een echte betwisting van de feodale praktijk was er niet. Reeds bij de vroege ontwikkeling van het kapitalisme in het westen onderging het christendom een periode van hervorming, waarbij het zich aanpaste aan de moderne kapitalistische verhoudingen. Met andere religies was dit niet het geval, onder meer met het hindoeïsme dat dominant was op het Indische subcontinent. Neokoloniale verhoudingen en de beperking van industrialisering, democratische rechten, … droegen eraan bij dat de oude feodale verhoudingen stand konden houden. Maar het zou ook fout zijn om te stellen dat er niets veranderde aan de sociale verhoudingen. Sommige academici negeren de geschiedenis en proberen te bewijzen dat het kastensysteem zoals dit vandaag bestaat rechtstreeks uit de oude tijden komt en altijd bestaan heeft in de vormen die we nu kennen. Dit is fout.
In de koloniale periode onderging het kastensysteem grote veranderingen, zeker onder het Britse bewind. Marx en anderen bestudeerden de ontwikkeling van het kapitaal en de verandering van samenlevingen. Marx stelde dat India de oude feodale verhoudingen achter zich kon laten doorheen een industriële ontwikkeling onder het kapitalisme.
Het Britse rijk was inderdaad verplicht om een zekere industriële ontwikkeling tot stand te brengen en om de infrastructuur voor transport te verbeteren zodat handel mogelijk werd. Het spoorwegnet doorkruiste aanvankelijk de feodale opdelingen. In de eerste fase van het Britse bewind zagen de onderdrukte kasten een eerste kans na eeuwen van onderdrukking om hun voorwaarden te verbeteren, zelfs indien dit betekende dat ze hard moesten werken. Voor het eerst hadden missionarissen het makkelijk om nieuwe gelovigen te vinden en werden er kerken en scholen gebouwd in gebieden waar de onderdrukte kasten leefden. Maar dit proces was van korte duur. De Britse heersers begrepen snel dat het bestaande kastensysteem in India in hun voordeel kon uitgespeeld worden.
Het Britse rijk werd begin jaren 1800 geconfronteerd met snel stijgende loonkosten. In de Franse revolutie van 1789 doken eisen voor gelijkheid op. Deze eisen kregen navolging, ook in de kolonies. Het was een inspiratiebron voor de slavenopstand in Saint-Domingue (Haïti) in 1791. De strijd voor de afschaffing van de slavernij kreeg snel momentum. Het Britse rijk verloor veel soldaten in de strijd tegen Frankrijk en tegelijk was er groeiend verzet in eigen land. In 1795 namen meer dan 150.000 arbeiders deel aan protestacties in Engeland. Onder druk van bewegingen en protest kwam er in 1807 een officieel verbod op slavernij, pas in 1833 werd deze regel ook effectief volledig toegepast.
In de verafgelegen kolonies probeerde het Britse rijk de macht te consolideren. In 1815 kregen de Britten uiteindelijk de volledig controle over Sri Lanka in handen waarna er theeproductie werd begonnen in de heuvels – thee was een belangrijke grondstof op dat ogenblik. Het tekort aan arbeidskrachten en de afschaffing van de slavernij maakte dat het niet meer mogelijk was om op legale wijze slaven aan het werk te zetten. Het kastensysteem vormde een nuttig alternatief. We zien het tot op vandaag in de vreselijke omstandigheden waarin theeplukkers wonen – krotten die eerder aan tenten dan aan huizen doen denken – en de strakke kastenopdeling in de theeproducerende gebieden van Sri Lanka.
De Britten voerden een specifiek stelsel in, de Zamindar, om gemakkelijker belastingen te innen. Daarvoor werd beroep gedaan op de lokale landeigenaars, vaak mensen van hogere kasten. De meest onderdrukte landloze lagere kasten werden aan de willekeur van de grote landeigenaars overgeleverd. De Britse heersers maakten ook stelselmatig gebruik van kastenverschillen bij het opdelen van het harde werk aan de spoorwegen. Toen het Britse bewind onder vuur lag, werd zelfs overwogen om grondgebied op te delen op basis van kastenlijnen (Bengalen).
De stelsels in India en in Sri Lanka hadden veel gelijkenissen maar waren niet identiek. Het Britse bewind had in een eerste fase een grote impact op het kastensysteem in Sri Lanka. De onderdrukte kasten kregen toegang tot onderwijs, konden geld verdienen en grond kopen. De Britten gebruikten Tamils van hogere kasten in de administratie. Deze kasten behielden hun prestigieuze positie, maar waren doorgaans niet direct betrokken in opkomende sectoren zoals de visserij of de verkoop van alcohol. Diegenen die wel in de opkomende sectoren actief waren, zagen hun inkomen groeien en konden bepaalde privileges afdwingen. In 1832 besloten de Britten dan nog om een cumul van een job in de administratie en het hebben van een eigen zaak te verbieden.
In het zuiden was de Govigama kaste dominant in de Britse administratie. Deze kaste begon op economisch vlak pluimen te laten ten voordele van de Karava kaste. Deze Karava kaste in het zuiden (in het noorden en oosten de Karayar) was actief in de visserij en bouwde snel een economische positie uit. (Zie: Kumari, Jayawardena, ‘Nobodies to somebodies: the rise of colonial bourgeois in Sri Lanka’). Maar de snelle groei van kapitaal kwam er pas toen de theehandel op volle toeren draaide. De Karava kaste en anderen hadden tegen dan een zekere positie uitgebouwd. Dit drong het kastensysteem naar de achtergrond. Maar het effect was opmerkelijk verschillend in de Singalese en de Tamil gemeenschappen. Het boeddhisme was traditioneel steeds tegen het kastensysteem en kent geen strikte religieuze regels die een huwelijk tussen mensen van verschillende kasten verbieden. De ontwikkelende dominantie van het kapitaal begon al snel de verhoudingen onder de Singalese bevolking te bepalen. Onder de Tamils was dit niet het geval, daar was het hindoeïsme dominant. Dit is overigens een bijkomende reden waarom er onder Tamils veel religieuze bekeringen zijn, met moslims, christenen en boeddhisten.
Ondanks zijn rijkdom werd de Karayar kaste gediscrimineerd door de dominante Vellalar kaste. De meest onderdrukte delen van de bevolking hadden in tegenstelling tot de Karayar al helemaal geen mogelijkheid om een rol op te eisen in de ontwikkelende samenleving. Zij konden geen job in de Britse administratie krijgen en gelijk welke zaak beginnen, was evenmin mogelijk. De meest onderdrukte kaste kon integenstelling tot India niet rekenen op het gewicht van hun aantal. Ze waren slechts goed voor ongeveer 3% van de Tamil bevolking. Tot de dominante Karayar kaste behoorde ongeveer de helft van de bevolking, de Karayar waren goed voor 9%.
De band tussen de heropleving van het hindoeïsme en het kastensysteem bleek ook in de onafhankelijkheidsstrijd in India tegen het Britse bewind. Het eerste verzet tegen de Brittten kwam er op een ogenblik dat delen van de hoogste kaste/klasse meer privileges opeisten. De beweging die ontstond uit protest spitste zich al gauw toe op de eis van onafhankelijkheid. Het religieuze verzet zorgde voor de mogelijkheid van massale mobilisatie door de eerste leiders die zich tegen het Britse bewind keerden. Aurobindo in India, Dharmapala in het zuiden van Sri Lanka of Arumugam Pillai in het noorden werden opgeleid door missionarissen en gebruikten hun eigen religie om tegen de Britten in te gaan. Arumugam Pillai versterkte elementen uit de traditie van het Saivisme, vooral op het vlak van kaste onder de Tamils in Sri Lanka. Hij had het altijd over de drie p’s die moesten neergedrukt worden: Parai drums (zeker als die gebruikt werden door de onderdrukte kasten), Pen (vrouwen) en Panchama (de meest onderdrukte kaste). Pillai verzette zich sterk tegen het toelaten van meisjes en kinderen van de laagste kasten in de scholen. De christelijke missionarissen hadden een impact in de kolonies, vaak geen positieve maar wel positief was de opening van het onderwijs voor de meest onderdrukte delen (kaste en klasse) van de bevolking. Vaak werd dit gekoppeld aan de eis van een bekering. Missionarissen hielpen indirect bij het versterken van het godsdienstige verzet van de onderdrukkende kaste tegen het Britse bewind, ze creëerden zekere illusies en hoop onder delen van de meest onderdrukte kasten.
De meest onderdrukte kasten hadden pas beperkte mogelijkheden onder de regering van Srimavo Bandaranaya toen die overging tot een programma van grootschalige nationalisaties. Het maakte dat kleine bedrijven zich moesten aanpassen en er werd een zekere waardigheid met bijhorend regelmatig inkomen bezorgd aan diegenen die onderaan de samenleving stonden. Voor het eerst was er een significant deel van de onderdrukte kasten in staat om de kastenbanden te doorbreken. Daarna hadden oorlogen en vluchtelingenstromen, net zoals het verbod op bepaalde kastenpraktijken in de door de LTTE (Tamil Tijgers) gecontroleerde gebieden, een zekere impact in het terugdringen van kastenpraktijken. Maar vrijwillige gemengde huwelijken over kastenverschillende heen waren er niet.
Het kastensysteem werd soms naar de achtergrond verdreven, maar verdween nooit helemaal van het toneel. De fundamenten van feodale verhoudingen werden niet voldoende gewijzigd om het kastensysteem te laten verdwijnen. De zogenaamde ontwikkeling onder het Britse bewind was vooral gericht op het organiseren van import, er was geen volledige industriële ontwikkeling. Toen de Britse heersers de middelen van de kolonies naar zich toe trokken, vormden ze meteen een obstakel voor de ontwikkeling van lokale kapitalisten en de opkomst van industrie. Dit fenomeen werd door Leon Trotski uitgelegd toen hij de revoluties in Rusland analyseerde. De wet van de gecombineerde en ongelijke ontwikkeling maakte een vervollediging van de democratische taken in de koloniale landen onmogelijk. Trotski merkte op de imperialistische greep op de kolonies niet kon gebroken worden zonder een sterke arbeidersbeweging die ingaat tegen de heerschappij van het kapitaal om een geplande economie te vestigen. Ondanks verschillende gradaties van ontwikkeling in de koloniale (en nadien neokoloniale) landen, is het kapitalisme er niet in staat om de werkenden, boeren en armen volledig te bevrijden uit feodale verhoudingen. Meer nog, de kastenverschillen worden nu verder uitgespeeld door de inheemse kapitalisten.
In Sri Lanka beginnen de verhoudingen inzake grondbezit wat te veranderen. Een laag van landloze onderdrukte kasten kan grond kopen met geld dat teruggestuurd is door geëmigreerde familieleden in Europa. Dit is echter een kleinschalige ontwikkeling. Mensen van de meest onderdrukte kasten hadden het door hun economische positie moeilijker om weg te vluchten. Ze bleven in Sri Lanka en ondergingen een dertigjarige oorlog en nu ook toenemende kastenonderdrukking. Sinds het zogenaamde ‘einde’ van de oorlog in 2009 is er een toename van onderdrukking op basis van kaste. Het vergroot het belang van een discussie over hoe we een einde kunnen maken aan dit rotte systeem en met welke perspectieven en tactieken zoiets kan.
-
Kastenstelsel omschrijven als westers construct om kastendiscriminatie toe te dekken

Op een website van de Ugent wordt een bijeenkomst van het extreemrechtse RSS aangekondigd. Professor Balu gaat wel meer spreken voor deze groepering. De stellingen van professor Balu en zijn ploeg aan de Universiteit Gent over het kastenstelsel zijn beledigend voor onder meer de 200 miljoen kastelozen die dagelijks aan discriminatie onderworpen worden in India. Om het beledigende karakter van zijn politieke standpunt nog sterker in de verf te zetten, omschreef Balu collega’s in India als idioten met als enige verdienste dat ze van een lagere kaste zijn. Een historische voortrekker van de strijd tegen kastendiscriminatie, Ambedkar, wordt een derderangsfiguur genoemd. In India is dat voor velen schokkend. Voor Tamil Solidariteit ook. Hierbij een poging om uit te leggen hoe dat komt.
Deze tekst verscheen ook als lezersbrief in het studentenblad Schamper
Wat indien het over racisme en seksisme ging?
Het kastenstelsel is in Europa niet erg bekend, nochtans bestaat het ook hier onder migranten van Aziatische afkomst en zijn er ook in Europa pakweg eremoorden op basis van dit stelsel. Discriminatie op basis van afkomst, want dat is kastendiscriminatie, kan vergeleken worden met racisme. Er zijn natuurlijk belangrijke verschillen, maar om het schandalige karakter van de uitspraken van professor Balu beter te begrijpen, kan deze vergelijking nuttig zijn: wat indien de professor had gezegd dat racisme een construct is om ervoor te zorgen dat zelfs derderangsfiguren als Obama president kunnen worden terwijl zijn enige verdienste is dat hij zwart is? Wat zou de universiteit Gent ervan denken indien een professor zou gaan spreken op een bijeenkomst van de Ku Klux Klan over hoe idioot Martin Luther King was?
Is de vergelijking te ver doorgetrokken? We denken van niet. Zo lezen we op de website van de vakgroep van professor Balu dat er in samenwerking met de RSS in Bangalore een lezing was over de ideeën van Ambedkar. In het interview met Schamper werd Ambedkar door professor De Roover een derderangsfiguur genoemd, professor Balu deed in het Indische Hyderabad hetzelfde. De RSS is geen onschuldige organisatie, het is een extreme hindoenationalistische organisatie die beweert op te komen voor de Indische cultuur en tegen kolonialisme. De RSS is in 1925 opgezet en haalde onder meer inspiratie bij het fascisme. Tot op vandaag is het een erg reactionaire massa-organisatie die nauwe banden heeft met de hindoenationalistische regering van Modi. In 2002 was Modi deelstaatpremier in Gujarat toen daar een groot aantal moslims werden vermoord, alle verslagen wijzen erop dat er medewerking door de lokale regering hiervoor was. Nu Modi nationaal premier is, neemt sectair geweld tegen onder meer moslims toe. De RSS speelt daar een centrale rol in. Op 27 mei 2012 was er een lezing door professor Balu voor de RSS gepland met als thema: “Wat het betekent om hindoe te zijn”. In april 2014 was er in samenwerking met de RSS een lezing over de ideeën van Ambedkar.
Kastenstelsel als westers construct?
In bepaalde hindoenationalistische kringen, zeker onder de hogere kasten waartoe de Brahmaan Balu behoort, wordt discriminatie van mensen van lagere kasten onder een antikoloniaal sausje verborgen. Professor Balu is geen uitzondering hierop. Het standpunt dat het kastenstelsel een westers construct is, houdt nochtans geen steek.
Omwille van de eigenheden van het Aziatische productiemodel is er al eeuwenlang sprake van rigide hiërarchische indelingen van de bevolking, dit was ook het geval voor de ontwikkeling van het ‘moderne’ Sathi-systeem in India. Recent wetenschappelijk onderzoek bevestigde deze weerlegging van de stellingen van Balu. (zie onder meer: http://www.nature.com/nature/journal/v461/n7263/abs/nature08365.html)
De ontwikkeling van het kastensysteem gebeurde niet ten tijde van het kolonialisme, maar als gevolg van de specifieke productiemethode in Azië. Elke werkende had een specifieke vaste taak gericht op de zelfvoorziening van de gemeenschap die afhankelijk was van een centraal beheer van waterbevoorrading waarmee erg grote landbouwopbrengsten mogelijk waren. De rigide vaste taak van elke werkende werd doorheen de jaren een erfelijk gegeven. Het ontwikkelde samen met de opkomst van eengemaakte religies op het continent tot een erg onderdrukkend kastenstelsel. Protest hiertegen leidde onder meer tot het ontstaan van het boedhisme, wat overigens niet betekent dat er in boedhistische landen geen kastenstelsel bestaat (denk maar aan de Sri Lankese Singalese bevolking). Wat wel klopt, is dat het Britse kolonialisme inspeelde op bestaande verdeeldheid. Verdeel-en-heers was een politieke tactiek die niet tot taal en religie beperkt was, ook kasteverschillen werden gebruikt.
Kastendiscriminatie blijft duren
Los van de vraag hoe het kastenstelsel is ontstaan, blijft het feit overeind dat er een toename is van geweld en discriminatie op basis van kaste. In India houdt het National Crime Records Bureau (NCRB) daar cijfers over bij: in 2014 werden 47.064 misdrijven tegen Dalits (kastelozen) geregistreerd, een jaar eerder waren dat er 29.408 en in 2012 33.655. Dit jaar zal het cijfer ongetwijfeld hoger liggen en in veel gevallen worden misdrijven niet geregistreerd omdat de politie niet wil meekwerken. Het geweld is bovendien erg brutaal. Twee voorbeelden die door de Nationale Campagne voor Dalitrechten in de deelstaat Bihar werden gegeven: de hand van een jonge Dalit werd afgehakt omdat hij een horloge droeg, een andere werd vermoord omdat hij een lied over Ambedkar als ringtone op zijn GSM had.
Ook is er een toename van geweld tegen mensen van andere godsdiensten. Het eten van het vlees van een koe volstaat om moslims gewelddadig aan te pakken. Meer nog: de verdenking van het eten van dit vlees leidt tot gewelddadige aanvallen. Voor hindoes is de koe een heilig dier.
Critici de mond snoeren
Professor Balu en zijn medestanders reageren steeds fors op kritiek. Over de professoren van de English and Foreign Language University (EFLU) in Hyderabad stelde hij: “Die universiteit in Hyderabad was vier jaar geleden echt een terreurnetwerk van ambedkarites. Letterlijk ook, ze zijn bezig met linken te leggen met Islamitische en Maoïstische terreurgroepen.” Al wie het niet met hem eens is, wordt meteen in het kamp van de terroristen geplaatst. De aanwezigheid van een professor die moslim is, volstond om over islamitische terreurgroepen te spreken. Wie links is, wordt meteen bij de maoïstische guerrilla ondergedeeld.
Kritiek in eigen land wordt toegeschreven aan een gebrekkige kennis en incompetentie. Desnoods wordt met het argument van ‘racisme’ geschermd. Professor Balu gebruikt hier dezelfde tactiek als in Hyderabad: een forse aanval als beste verdediging.
Met Tamil Solidariteit aanvaarden we dit niet en protesteren we tegen de uitspraken van professor Balu. We doen dit vanuit ons standpunt: een politieke organisatie die uitgesproken links is, op zich niets met de universiteit van Gent te maken heeft maar tegelijk niet aanvaardt dat mensen van lagere kasten geschoffeerd worden als onderdeel van een bijzonder reactionaire politieke agenda. We doen dit als zelforganisatie met vluchtelingen van Tamil afkomst uit Sri Lanka, aangevuld met andere politieke activisten uit België, als onderdeel van een internationale campagne die ook in onder meer India actief is. Dus ja, onze standpunten zijn gekleurd. We trokken eerder dit jaar samen met activisten van Kasjmiri, Pakistaanse, Afghaanse en Koerdische afkomst de straat op tegen de genocide van het boeddhistische bewind van Birma tegen de Rohingya minderheid. We protesteerden tegen de vervolging van Tamils in Sri Lanka, maar even goed tegen de vervolging van Kasjmiri in India en Pakistan. Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons. De reactionaire standpunten van professor Balu vallen daar ook onder.
Tamil Solidariteit vraagt:
- Verontschuldigingen van de universiteit;
- Laat S N Balagangadhara niet langer faciliteiten van de universiteit gebruiken om haatpropaganda tegen de meest onderdrukten te verspreiden;
- Organiseer met de Ugent een debat met Dalit academici, activisten en Tamil Solidariteit.
-
Gents studentenblad biedt kritiekloos forum voor discriminerende professor
Tamil Solidariteit reageert

Studentenblad ‘Schamper’ Tamil Solidariteit reageerde in november op uitspraken van de Gentse professor Balagangadhara Rao aan de universiteit van Hyderabad. Daar had professor Balu fors uitgehaald naar mensen van lagere kasten. Een voortrekker van de kastelozen, Ambedkar, werd door het slijk gehaald en het kastenstelsel werd door de professor een Westerse uitvinding genoemd om idioten van lagere kasten positief te discrimineren. Het zorgde voor protest van docenten en studenten aan de English and Foreign Language University (EFLU) van Hyderabad. Tamil Solidariteit vervoegde dit protest en stuurde een reactie naar de universiteit (zie: dit artikel)
Het schandaal werd opgepikt door studentenblad Schamper dat van de gelegenheid gebruik maakt om Balu te laten antwoorden. En daar houdt het meteen bij op. Een kritische stem over het kastenstelsel en de wel erg reactionaire standpunten van Balu daarover krijgen we niet te horen. Volgens het studentenblad omdat niemand van de ‘tegenpartij’ durft spreken. De protestbrief van Tamil Solidariteit werd niet enkel naar de autoriteiten van de universiteit gestuurd, we stuurden in november ook een kopie aan Schamper. Zeggen dat niemand van de critici wil spreken zonder Tamil Solidariteit te contacteren, getuigt niet meteen van een integere journalistiek. Volgens Schamper durft niemand aan de Ugent reageren omdat professor Balu dreigt met klachten wegens discriminatie, laster en eerroof.
Tamil Solidariteit is niet georganiseerd aan de Gentse universiteit maar heeft er contacten onder personeel en studenten. Onze aanklacht tegen de uitspraken van professor Balu heeft niets te maken met zijn positie of gelijk welke maneuver aan de Gentse universiteit waar de professor in betrokken lijkt te zijn. We zijn gewoon geschokt door de inhoud van de uitspraken en nu opnieuw door het feit dat Schamper een kritiekloos forum aanbiedt om de schokkende uitspraken te herhalen.
Is het omdat discriminatie op basis van kasten in Azië hier zo onbekend is? Zou het studentenblad hetzelfde doen indien er sprake was van racistische uitspraken door een professor die beweert dat racisme een uitvinding van links is om complete idioten van migrantenafkomst positief te discrimineren? Of dat de goegemeente het idee van racisme uitgevonden had zodat zelfs idiote zwarten in de VS president kunnen worden? En dat pakweg Martin Luther King een derderangsfiguur is die de linkse verhaaltjes over racisme overnam? Zou het studentenblad dat zonder enige kritische tegenreactie publiceren? We hopen van niet en zien ook geen reden om dit bij discriminatie op basis van kaste wel te doen.
Een indeling van de bevolking op basis van kaste is erg frequent in Azië en heeft verregaande gevolgen. Mensen van hogere kasten, zoals de Brahmanen waartoe professor Balu behoort, hebben een groter aanzien en domineren bepaalde beroepsgroepen. Mensen van de laagste kasten of de kastenlozen zijn amper aanwezig in hogere functies. Op basis van hun afkomst worden ze veroordeeld tot lagere beroepsgroepen of functies. Protest zorgde ervoor dat het kastenstelsel officieel werd verboden bij de Indische onafhankelijkheid, Ambedkar was een historische voortrekker van het protest tegen het kastenstelsel. Een officieel verbod maakt echter geen einde aan de praktijk ervan. Dat zagen we in de VS overigens ook met het officiële einde van racistische discriminatie, tot op vandaag blijft de praktijk van discriminatie op basis van huidskleur bestaan in de VS. Omwille van de eigenheden van het Aziatische productiemodel is er al eeuwenlang sprake van rigide hiërarchische indelingen van de bevolking, dit was ook het geval voor de ontwikkeling van het ‘moderne’ Sathi-systeem in India. Recent wetenschappelijk onderzoek bevestigde deze weerlegging van de stellingen van Balu. (zie onder meer: http://www.nature.com/nature/journal/v461/n7263/abs/nature08365.html)
In Schamper herhalen professor Balu en zijn collega De Roover de uitspraken die Balu in India deed. Het kastenstelsel zou een westers construct zijn en ingeroepen worden door mensen van lagere kasten om zonder de nodige competenties postjes te veroveren. Ambedkar, de voortrekker van de kastelozen, zou een “derderangsfiguur zijn” wiens enige verdienste is dat hij “van de zogenaamde lagere kaste is”. Volgens de professoren is het kastenstelsel “nonsens” en heeft het niets te maken met “empirische realiteit, noch met de geschiedenis van India.” Waarom er dan 200 miljoen dalits (kastelozen) gediscrimineerd worden in India, kwam bij de redactie van Schamper niet op als mogelijke vraag. De discussie over discriminatie op basis van kaste uit de weg gaan door het concept van kasten te ontkennen, maakt geen einde aan de discriminatie en het geweld. Op dit ogenblik is er in India een toename van sectair geweld vanuit hindoenationalistische hoek, de huidige president was in 2002 gouverneur van de provincie Gujarat toen daar moslims uitgemoord werden met medeweten en wellicht praktische steun van de autoriteiten.
Meteen werd in Schamper ook een forum gegeven voor grove uitspraken ten aanzien van de professoren en studenten aan de universiteit van Hyderabad. Professor Balu: “Die universiteit in Hyderabad was vier jaar geleden echt een terreurnetwerk van ambedkarites. Letterlijk ook, ze zijn bezig met linken te leggen met Islamitische en Maoïstische terreurgroepen.” Al wie het niet met hem eens is, wordt meteen in het kamp van de terroristen geplaatst. Als overtuigde reactionaire hindoenationalist (die zijn steun voor de milities van de RSS niet onder stoelen of banken steekt, niet dat Schamper het waard vond om daar een vraag over te stellen), is voor Balu al wie moslim is meteen een terrorist, net zoals al wie links is meteen in het kamp van de maoïstische guerrilla van India wordt gestopt. Wie daar vragen bij stelt, wordt incompetentie en onbegrip verweten. Er is immers maar één specialist over India in België en Europa en dat is niemand minder dan de hindoenationalist Balu zelf.
Kritiek op zijn discriminerende standpunten doet professor Balu gemakshalve af als onbegrip door westerlingen. Tamil Solidariteit is een campagne opgezet door Tamils uit Sri Lanka en wordt gesteund door activisten uit onder meer de diaspora van Tamils in Europa maar ook in India. Sommige voortrekkers van Tamil Solidariteit hebben langer in India geleefd en gewoond dan professor Balu zelf. Hij beweert in Schamper dat het protest tegen zijn uitspraken “prietpraat van de negentiende eeuw” herhaalt. En nog: “Ze willen graag iets beginnen, en ik hoop dat ze het doen. Want ik wil naar de rechtbank stappen, zowel hier als in India, desnoods trek ik naar Den Haag.”
Zonder enig weerwoord schopt professor Balu wild om zich heen. Het zou bijna de aandacht van de kern van het probleem afleiden: het ontkennen van discriminatie op basis van kaste en deze ontkenning overgieten met bijzonder neerbuigende uitspraken over mensen – waaronder collega-academici – van lagere kasten. Dit is onaanvaardbaar en kan vergeleken worden met racistische uitspraken bij ons. Tamil Solidariteit protesteert ten stelligste tegen de uitspraken van professor Balu. We hopen dat de universiteit er afstand van neemt en van een studentenblad als Schamper verwachten we toch minstens een poging tot kritische benadering.
