Tag: indexsprong

  • Wat we zelf doen, doen we beter? Indexsprong voor Vlaamse kinderbijslag en onderwijs!

    Foto: wikicommons

    Op 29 december verscheen er van de Vlaamse overheid een “Decreet houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 2017” in het Belgisch Staatsblad. De juridische taal is uiteraard niet altijd even makkelijk te begrijpen. Sommige bepalingen in een dergelijke document gaan over aanpassingen aan vorige decreten en besluiten, waardoor je eigenlijk die vorige decreten en besluiten moet opzoeken om te weten wat er werkelijk verandert. Maar sommige bepalingen zijn duidelijk genoeg voor wie het geduld heeft hiernaar op zoek te gaan en met het juridische taalgebruik om kan.

    Artikel door een ambtenaar

    Gezinsbijslag volgt stijgende levensduurte niet

    Zo blijkt dat de Vlaamse overheid een indexsprong wilt doorvoeren voor de kinderbijslag. In Artikel 15 van het decreet staat: “De overschrijding van de spilindex die volgt op deze van mei 2016 wordt niet verrekend voor alle sociale uitkeringen met betrekking tot de gezinsbijslag …”.

    Artikel 16 luidt in zijn volledigheid: “Artikel 16, § 3, van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers vindt, met betrekking tot de overschrijding van de spilindex die volgt op de overschrijding in mei 2016, geen toepassing voor de prestaties inzake de gezinsbijslag die worden toegekend door de Vlaamse Gemeenschap.”

    Ten gevolge van inflatie werd de spilindex in mei 2016 overschreden. Dit heeft als gevolg dat in de maanden nadien diverse lonen en uitkeringen verhoogd worden om tegemoet te komen aan het duurder geworden leven. De diverse lonen en uitkeringen worden echter allemaal op een verschillend moment opgetrokken. De ambtenarenlonen worden bijvoorbeeld twee maanden na de overschrijding van de spilindex geïndexeerd. Voor diverse bediendensectoren vond deze indexering pas op 1 januari 2017 plaats. De gezinsbijslag (wat de kinderbijslag, het kraamgeld en de adoptiepremie omvat) is blijkbaar eveneens een uitkering die wat later geïndexeerd wordt. En de Vlaamse regering heeft net beslist deze indexering, die normaalgezien in 2017 zou plaatsvinden, niet toe te passen.

    Indexsprongen zijn een populaire manier van besparingen op de kap van de gewone mens. Omdat het niet letterlijk om een verlaging van het uitgekeerde bedrag gaat, valt het minder op dat er een besparing heeft plaatsgevonden. Maar als alle prijzen (voedsel, huur, water etc.) stijgen, en de mechanismes om lonen en uitkeringen hieraan naar boven aan te passen, volgen niet; dan gaat dat om een besparing op kap van de loontrekkenden en uitkeringsgerechtigden. Terwijl toegenomen prijzen natuurlijk wel leiden tot toegenomen belastinginkomsten voor de overheid.

    Basis en secundair onderwijs krijgen eveneens indexsprong te verduren

    En blijkbaar zijn indexsprongen populair bij de Vlaamse overheid. In artikel 47 staat er: “Voor alle subsidies binnen de begroting van de Vlaamse Gemeenschap waarvan de evolutie gekoppeld is aan de schommelingen van een prijsindexcijfer, wordt, voor het gedeelte van de niet-looncomponent van de subsidie, de indexaanpassing niet verrekend in het begrotingsjaar 2017, 2018 en 2019.” Vervolgens wordt er een lijst gegeven van allerlei domeinen waarop deze indexsprong niet van toepassing is, waaronder de studiefinanciering, de vergoedingen voor pleegzorg, rust- en verzorgingstehuizen, psychiatrische verzorgingshuizen en beschut wonen. Maar alles wat niet opgesomd wordt, zal dus een indexsprong meemaken, alleszins voor het gedeelte dat niet voor lonen bestemd is.

    Er wordt één tip van de sluier gelicht over wat er wel slachtoffer wordt van deze indexsprong. Op het einde van artikel 47 staat er immers: “In afwijking van paragraaf 1, eerste lid, is de niet-verrekening van de index-aanpassing ook van toepassing op de looncomponent van de werkingsmiddelen van het gewoon en het buitengewoon basisonderwijs en het gewoon en buitengewoon secundair onderwijs in het begrotingsjaar 2017.” De financiering van het basis- en secundair onderwijs zal in 2017 dus een volledige indexsprong doorgaan, inclusief voor de looncomponent.

    Het is tijd dat niet enkel de federale regering, maar ook de Vlaamse regering in haar besparingsdrift wordt gestopt. Hiervoor zal collectieve actie in de vorm van betogingen en stakingen noodzakelijk zijn. Het wordt tijd dat we ons organiseren om deze strijd te voeren en onze medemensen te motiveren en te overtuigen dat het voeren van strijd tot succes kan leiden.

  • Indexsprong goedgekeurd. Deze regering zal niet toegeven, we moeten ze wegstaken

    Foto: PPICS
    Foto: PPICS

    Afgelopen vrijdag keurde de regering de indexsprong goed. Hierdoor zullen de lonen en uitkeringen de stijgende levensduurte niet volgen. Met andere woorden, onze levensstandaard wordt rechtstreeks aangevallen.

    Het centrale argument van regering en patronaat is dat deze maatregel de bedrijven ‘ademruimte’ geeft en nieuwe jobs oplevert. Hoeveel nieuwe jobs, daar spreken regering en patronaat zich liever niet teveel over uit. “We leven nu eenmaal niet in een planeconomie”, was hun antwoord op die vraag bij vorige discussies over deze maatregel.

    Door het Planbureau wordt uitgegaan van 28.500 nieuwe jobs tegen 2020 in ruil voor een ‘loonkostenverlaging’ van 2,6 miljard euro voor de werkgevers. In feite gaat het om een rechtstreekse transfer van werkenden naar werkgevers. Dit is het soort transfer waar de neoliberale regeringspartijen geen probleem mee hebben, wel integendeel. Voor de hardste neoliberalen mag de transfer altijd nog groter zijn.

    Het cadeau van 2,6 miljard euro zou volgens het Planbureau 28.500 jobs tegen 2020 opleveren. In oktober had minister Van Overtveldt het nog over 80.000 jobs. De neoliberale rekenkunde waar N-VA voor bekend staat, vertrekt van het principe dat het cadeau aan de werkgevers ongenaakbaar is terwijl het excuus dat gebruikt wordt om de bevolking de maatregel te laten slikken niet belangrijk is. Voor dat excuus – in dit geval de creatie van jobs – is het flexibel lanceren van cijfers geen probleem.

    De vakbonden merkten op dat een cadeau van 2,6 miljard euro voor 28.500 jobs neerkomt op 91.228 euro per job. Dat is bijzonder veel. Zelfs indien het om een bedrag voor een periode van vijf jaar gaat, blijft de vaststelling dat  het als maatregel om werk te creëren weinig efficiënt en duur is.  En het cijfer van 28.500 is zoals gezegd onzeker. Meer nog, de regering gaat er zelf niet van uit dat de bedrijven het cadeau zullen gebruiken om aan te werven. Bij de begrotingstoelichting eind 2014 stelde de regering over de indexsprong: “Er moet rekening gehouden worden met de lagere personeelsuitgaven van de bedrijven, die resulteren in een hoger dan verwachte vennootschapsbelasting”. Vrij vertaald: de opbrengst van de indexsprong zal door de bedrijven niet voor investeringen en aanwervingen aangewend worden maar om de winsten verder op te schroeven.

    “Ademruimte” voor bedrijven heet dat. Vertaald in cijfers gaat het in het geval van de 16 bedrijven van de Bel-20 die hun resultaten voor 2014 al bekend maakten om een winst van 13,5 miljard euro. ABInbev was goed voor 6,67 miljard winst (tegenover 5,71 miljard een jaar eerder), KBC zag de winst met 700 miljoen toenemen tot 1,76 miljard euro en GDF Suez boekte 2,44 miljard euro winst. De ‘ademruimte’ wordt gebruikt om de grote aandeelhouders en topmanagers te verwennen. Maar jobs creëren? Dat hoort er niet bij.

    De vakbonden hielden vrijdag een snel bijeengeroepen actie. De kwestie van de indexsprong blijft een belangrijk thema voor het tweede actieplan dat hopelijk op de militantenconcentratie van 11 maart zal bekend gemaakt worden. ABVV-voorzitter De Leeuw stelde dat de maatregel tot “spontane sociale onrust” zal leiden. Het klopt dat de maatregel gevoelig ligt, maar het is aan de vakbonden om dit ongenoegen in georganiseerde actie om te zetten. Het eerste actieplan in het najaar van 2014 toonde de kracht van een opbouwend actieplan. Na een dergelijke beweging de reactie op een asociale maatregel als de indexsprong beperken tot het dreigen met ‘spontane acties’ is wel heel mager.

    Het feit dat de indexsprong zo snel na het zogenaamde ‘sociaal akkoord’ wordt goedgekeurd, nog voor de effectieve toepassing van de indexsprong in zicht komt, maakt vooral duidelijk dat deze rechtse regering niet wil onderhandelen en niet bereid is tot enige ernstige toegeving. De onderhandelingen over een ‘sociaal akkoord’ dienden enkel om verdeeldheid en verwarring langs onze kant te zaaien om vervolgens nog harder aan te vallen. De vorige besparingsmaatregelen zijn nog niet verteerd of er dreigen er al nieuwe te komen met de begrotingscontrole in maart. Deze regering staat voor een lawine aan aanvallen op onze levensstandaard.

    We zullen de regering niet overtuigen van een sociale benadering. Deze regering moet weg en we kunnen ze wegkrijgen door verder te bouwen op het fenomenale actieplan van het najaar van 2014. Deze beweging deed de regering wankelen en heeft de verdeeldheid onder de regeringspartijen versterkt. Door nu te gaan voor een offensief tweede actieplan kunnen we de regering en het besparingsbeleid wegstaken.

  • Homans erkent: “Indexsprong is niet opportuun”

    Het toepassen van een indexsprong vindt minister Homans (N-VA) “niet opportuun”. Voor alle duidelijkheid: ze heeft het niet over de lonen en uitkeringen, daarvoor is er immers “geen alternatief” behalve een indexsprong. Neen, de indexsprong moet enkel gelden op onze inkomsten.

    De regering geeft aan dat ze wel degelijk bereid is om uitzonderingen toe te laten op de indexsprong. Uiteraard vallen toplonen sowieso niet onder dergelijke normen – concurrentie voor toplonen betekent vergelijken met hogere lonen, voor onze lonen met lagere lonen – maar nu is er nog een expliciete uitzondering gemaakt. Neen, niet voor wie een hongerloontje heeft. De regering wil de huurprijzen buiten de indexsprong houden.

    Volgens Homans moet de overheid niet tussenkomen in de private huurmarkt waar de indexering contractueel tussen twee particuliere partijen is vastgelegd. En daar moet de overheid zich toch niet mee moeien?

    Zelfs de huurprijzen in de sociale huisvesting zullen geïndexeerd worden. Zoniet “zouden we het ganse beleid op losse schroeven zetten. Door de indexering van de huurprijzen niet door te voeren, komen investeringen in bijkomende sociale woningen en renovaties in het gedrang”. Tenslotte stelt ze dat de indexering van de huurprijzen door de lage inflatie “wellicht niet zal voorvallen”.

    De argumenten van Homans zijn interessant en perfect toepasbaar op de lonen in de private sector die worden bepaald aan de hand van “contractuele overeenkomsten” tussen werkgevers en werknemers, zowel individueel als collectief. Het niet indexeren van de lonen en uitkeringen zet de koopkracht van de gezinnen “op losse schroeven” waardoor “investeringen” in bijkomende uitgaven die de economie zouden stimuleren “in het gedrang komen”. Waarom komt de regering overigens met die indexsprong op een ogenblik dat de “age inflatie” de toepassing van deze maatregel enkele maanden voor zich uit duwt?

    We zijn het voor een keer bijna eens met Liesbeth Homans: een indexsprong is inderdaad “niet opportuun”. Maar als het niet opportuun zou zijn voor onze uitgaven, waarom dan wel voor onze inkomsten? Dat is immers een regelrechte aanval op onze levensstandaard. Dat is natuurlijk de bedoeling van de rechtse regering. Maar de argumenten die Homans aanbrengt tegen een indexsprong van de huurprijzen zijn eveneens toepasbaar voor onze lonen en uitkeringen en doorprikken daarmee het argument dat ‘er geen alternatief is’.

    • Handen af van de index en onze levensstandaard!
    • Betaalbaar wonen door een massaal publiek programma van sociale woningen!
0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop