Tag: handel

  • Kledinghandel in problemen. Golf van herstructureringen tijdens pandemie

    Foto vanop de Facebookpagina van de vakbond CNE

    In onze septemberkrant vestigden we al de aandacht op de wijze waarop kledingwinkelketens in de context van de gezondheidscrisis druk zetten op het personeel om de winsten in stand te houden of te verhogen. Het is niet alleen een kwestie van extreme uitbuiting van arbeiders die kleding, schoenen en sportartikelen produceren in verafgelegen lageloonlanden.

    Artikel door Guy Van Sinoy uit de maarteditie van ‘De Linkse Socialist’

    Ook in België, en elders in Europa, is er sprake van extreme uitbuiting van het winkelpersoneel dat deze goederen verkoopt. Veel van hen zijn vrouwen die deeltijds werken met een flexibel contract en een laag loon. Tijdens de twee perioden van gedwongen sluiting van niet-essentiële winkels vielen ze terug op een werkloosheidsuitkering. Rondkomen met een gewoon loon is al moeilijk, met een uitkering van 70% van dat loon wordt het helemaal onmogelijk.

    Een aantal bekende merken zoals Brantano en Camaïeu verdwenen helemaal uit de markt. Een grote keten als H&M sluit 8 winkels (onder meer in Luik, Brussel, Gent en Antwerpen) en vermindert het personeelsbestand in andere winkels om de loonkost te drukken. Bij Sport Direct, een Britse multinational met 37 winkels en ongeveer 450 vooral jonge werknemers in België, wil de directie het aantal uren in de winkels verminderen. Voor dit bedrijf hebben de solden niet alleen betrekking op de prijs van de verkochte goederen, maar ook op de arbeidsduur en de lonen van het personeel. Er is een voorstel van een eenzijdige vermindering van het aantal uren dat in de arbeidsovereenkomsten vermeld is. In Wallonië en Brussel werd er reeds in gemeenschappelijk vakbondsfront gestaakt tegen deze willekeurige en onwettige maatregel. De vakbonden CNE en SETCa eisen een arbeidsduurvermindering zonder loonverlies tot 32 uur per week in een vierdagenweek. De onderhandelingen lopen nog.

    In Groot-Brittannië is de vakbeweging sinds het beleid van Margaret Thatcher in de jaren 1980 sterk verzwakt. Daar gaat Sport Direct nog verder: bijna 80% van de 24.000 personeelsleden van Sport Direct heeft een ‘nulurencontract’. Dat houdt in dat personeelsleden nooit van tevoren weten of en hoeveel ze de volgende dagen moeten werken. De directie beslist daar over. Dezelfde onzekerheid geldt ook voor de duizenden werkenden die als uitzendkracht aan de slag zijn.

    Gelukkig hebben we in België sterke vakbonden en betere sociale wetgeving waardoor een dergelijk asociaal beleid dat ons terugbrengt naar 19e eeuwse toestanden niet zomaar kan. Waakzaamheid en internationale solidariteit zijn echter onontbeerlijk om dergelijke sociale achteruitgang tegen te houden. Bij Sport Direct is de sociale strijd eigenlijk ook een vechtsport.

  • Kledingwinkels: personeel eerst uitgeperst, dan bij grof vuil gezet

    Foto: Wikimedia Commons

    Al voor de Covid-19 pandemie hadden ketens en kledingwinkels het moeilijk om genoeg winst te genereren voor hun aandeelhouders. De lockdown en verdere beperkingen daarna maakten dit nog erger. Sommige ketens vroegen bescherming tegen hun schuldeisers of gingen failliet. Het gaat onder meer om E5-Mode, Brantano en Camaïeu. Personeelsleden die vaak jarenlang voor deze bedrijven werkten, verkeren nu in enorme onzekerheid. De aandeelhouders proberen ondertussen nog snel hun zakken te vullen.

    door Thomas (Gent)

    In de sector van kledingwinkels wordt al jarenlang hard geconcurreerd. De winstmarges zijn beperkt en de aandeelhouders zoeken allerhande manieren om de winsten toch te maximaliseren. Dit gebeurt onder meer door te besparen op de productiekost: veel kleding wordt gemaakt in sweatshops waar een maandloon van slechts 50 euro niet uitzonderlijk is. Het personeel hier wordt ook verder uitgeperst. Vaak wordt met deeltijdse contracten gewerkt, waarbij de uren extreem flexibel ingevuld worden zodat velen zes dagen per week enkele uurtjes per dag werken. Vast personeel wordt meer en meer vervangen door interimmers en jobstudenten.

    Er wordt gezegd dat dit nodig is omdat klanten goedkope kleding willen. De beste leugens zijn die met een grond van waarheid: uiteraard verkiezen mensen die moeite hebben om rond te komen goedkopere kleding. Maar daar gaat het niet om voor de aandeelhouders: zij willen vooral hun winsten opdrijven. Er wordt met winkelketens gespeeld alsof het Monopoly is. Het ene moederbedrijf of groep investeerders koopt een nieuw merk, herstructureert dit, verplicht het personeel om in te leveren en nog flexibeler te werken, waarna het merk al gauw opnieuw verkocht wordt. Een langetermijnvisie is op die manier onmogelijk.

    Toen bleek dat het niet goed ging bij Camaïeu, vroeg het Franse moederbedrijf Camint (Camaïeu International) om al het kapitaal zo snel mogelijk naar Frankrijk door te storten, waarna het redden van de Belgische tak wel erg moeilijk werd. Mogelijk kadert dit in een lucratieve overname, de vorige CEO en aandeelhouder Soënen is kandidaat-overnemer. Bij de verkoop van Brantano en andere ondernemingen van de investeerdersgroep FNG is het duidelijk dat het neergetelde bedrag primeert en niet het aantal jobs dat gered kan worden.

    De concurrentie heeft behalve de aandeelhouders niemand voordeel opgebracht. Nieuwe overnames en herstructureringen zullen niet in het voordeel van het personeel of de klanten zijn. Nog meer flexibiliteit is onhoudbaar: nu al worden de paar uren die elke dag gewerkt worden volgepropt met taken waardoor de werkdruk onhoudbaar wordt.

    Zijn werkbare contracten en degelijke lonen onbetaalbaar? Dat de boeken dan maar eens geopend worden zodat het personeel dit kan controleren. Het werk in de sector plannen, kan het personeel het best zelf. Zo kan er een einde gemaakt worden aan de onmogelijke werkdruk en worden voltijdse contracten mogelijk voor wie dat wil.

    We zullen dit niet zomaar bekomen. We zullen ons moeten organiseren in de ketens waar afdankingen of sluitingen gepland worden en in de rest van de sector. Het Ierse personeel van winkelketen Debenhams stelt een voorbeeld door al vier maand actie te voeren aan met sluiting bedreigde winkels. Zo wordt een krachtsverhouding opgebouwd waar de regering niet om heen kan.

    Met offensieve eisen kunnen we collega’s uit de hele sector mee krijgen: een minimumloon van 2300 euro bruto per maand, voltijdse contracten voor wie dit wil, contracten van onbepaalde duur, uurroosters met respect voor het privéleven en die minstens drie maand op voorhand bekend zijn, voldoende collega’s in de winkel … Dit botst met de belangen van de aandeelhouders, we zullen het zelf moeten afdwingen!

  • Personeel Ierse winkelketen Debenhams protesteert tegen afdankingen

    De winkelketen Debenhams is actief in Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken. Op de donderdag voor Pasen kregen de personeelsleden van de Ierse winkels via e-mail te horen dat ze ontslagen waren. De groep wilde sowieso herstructureren en maakt van de Covid-19 pandemie gebruik om personeel aan de deur te zetten. De keten wordt geleid door een Belgische manager, Stefaan Vansteenkiste, die gespecialiseerd is in bedrijfsherstructureringen. Hieronder een artikel vanuit Ierland door Ruth Coppinger.

    Het personeel van Debenhams in Ierland vernam op paasdonderdag per email dat het afgedankt was. Dat was amper twee dagen nadat het bedrijf het personeel verzekerde dat alle jobs veilig waren. Het getuigt van een ongevoelige onverschilligheid voor de werknemers, sommige met decennia dienst voor het bedrijf dat eerst Roches Stores heette en vanaf 1996 onder Debenhams verderging.

    Op 6 april verklaarde topmanager Stefaan Vansteenkiste dat het bedrijf onder curatele zou geplaatst worden om de werknemers te beschermen, waarna de handel kon hervat worden zodra de beperkingen door de overheid werden opgeheven. “We werken met een groep van zeer ondersteunende eigenaars en geldschieters en verwachten dat er extra middelen beschikbaar zullen worden gesteld om ons door de huidige crisisperiode te helpen.”

    Een van die ‘ondersteunende eigenaars’ en geldschieters is Bank Of Ireland (dat mede-eigenaar is van Celine Jersey TopCo Ltd, het moederbedrijf van Debenhams). Het personeel van Debenhams vraagt terecht waarom een bank die tien jaar geleden gered werd, en waarin de overheid een aandeel heeft, nu zomaar overgaat tot het opofferen van Debenhams waarbij het personeel wordt gedumpt.

    Debenhams is een testcase

    Miljoenen werkenden in heel de wereld ondervinden dat Covid-19 door rijke aandeelhouders wordt aangegrepen om tot afdankingen over te gaan waarbij minstens een deel van de ontslagvergoeding naar de gemeenschap en dus de belastingbetalers wordt doorgeschoven. Debenhams is een testcase en het antwoord op de aangekondigde ontslagen zal belangrijk zijn bij andere bedrijven. Deze week kondigde hotelketen Dalata/Clayton duizenden ontslagen aan. Ook bij Aer Lingus en Ryanair zijn er jobs bedreigd. En er zullen onvermijdelijk nog aankondigingen volgen.

    Beroepsfederatie Retail Ireland waarschuwde dat er 110.000 jobs in de detailhandel bedreigd zijn. Oasis, Warehouse en Laura Ashley volgden Debenhams en kondigden jobverliezen aan. Geruchten over andere winkelketens zoals Penneys en Next volgden. Een personeelslid van Debenhams in Blanchardstown merkte op: als dit gebeurt, is het niet uitgesloten dat een derde van het winkelcentrum van Blanchardstown dicht blijft na Covid-19. In andere shoppingcenters en winkelstraten zal het niet anders zijn.

    De bedrijven hopen dat de veiligheidsmaatregelen in het kader van de pandemie een actief verzet door het personeel en de vakbonden doorkruisen. Ze onderschatten de vastberadenheid van de werkenden die bereid zijn om te vechten als hun levensonderhoud op het spel staat.

    Het personeel van Debenhams is al jarenlang georganiseerd in de vakbond. Er zijn delegees in de verschillende vestigingen in het land. De vakbond Mandate kondigde aan dat het al het mogelijke zou doen om de strijd te organiseren.

    Naast de strijd op het syndicale terrein, hebben werknemers van Debenhams los van elkaar contact opgenomen met politieke vertegenwoordigers. Een aantal van hen contacteerde vertegenwoordigers van de Socialist Party zoals parlementslid Mick Barry in Cork of mezelf in Dublin. Het leidde tot het idee om werknemers uit verschillende vestigingen bijeen te brengen in een discussie via Zoom.

    Werknemers gaan de strijd aan

    De werknemers waren vastbesloten om niet toe te laten dat de pandemie gebruikt werd om de winkels zonder enig verzet te sluiten. Tijdens de hoger vermelde bijeenkomsten werd gediscussieerd en beslist om protestacties aan de winkels en aan de Bank of Ireland te organiseren, waarbij de veiligheidsmaatregelen inzake social distancing in acht genomen worden.

    De dag ervoor werden de media gewaarschuwd, wat ertoe leidde dat andere werknemers van Debenhams betrokken raakten. Het protest op woensdag 22 april zou een groot succes worden. De werknemers hebben hun zaak aan het publiek kenbaar gemaakt, met hun eigen stem, en hebben Debenhams via de traditionele en de sociale media op de agenda gezet. Ook de politici werden gedwongen om er nota van te nemen.

    Op die actiedag werd één protestactie door de politie afgebroken onder verwijzing naar de speciale bevoegdheden onder de gewijzigde gezondheidswetgeving. De actievoerders in Henry Street, Dublin, werden in het openbaar de wet voorgelezen. Ze mochten niet met journalisten praten. De politie dreigde iedereen op te pakken en dreef de actievoerders weg. De naam van de vakbondsafgevaardigde van de winkel werd genoteerd door de politie.

    Deze intimidatie stond in schril contrast met het gebrek aan actie tegen een groep extreemrechtse racisten die weigerden sociaal afstand in acht te nemen tijdens een protest aan een rechtszitting op dezelfde dag. Het personeel van Debenhams kreeg brede publieke steun. Op hetzelfde ogenblik ging de Ierse premier op een niet-essentiële foto staan met een grote groep zorgwerkers. In een en dezelfde stad golden er verschillende regels naargelang de situatie.

    Repressie heeft omgekeerd effect

    De acties van de politie hadden een dramatisch averechts effect. Debenhams werd een trending onderwerp op Twitter. Zelfs de leider van de traditionele partij Fianna Fáil – geen vriend van gewone werkenden – verklaarde de volgende dag dat de protesten veilig waren verlopen. Een video van de gebeurtenissen, gefilmd door een lid van de Socialist Party, werd meer dan 50.000 keer bekeken.

    De interventie van de politie was niet toevallig of willekeurig. De politie wachtte de activisten op bij de winkel van Henry Street. Dit was een bewuste beslissing van de staat om alle werkenden te waarschuwen. Er is wereldwijd in heel wat landen een noodwetgeving als gevolg van de gezondheidscrisis. De meeste mensen zien die wetten als noodzakelijk in de strijd tegen het coronavirus.

    De Socialist Party waarschuwde echter dat dergelijke wetgeving ook tegen werknemers kan worden gebruikt, zoals nu blijkt met de acties van het personeel van Debenhams. Mick Barry was het enige parlementslid dat zich expliciet uitsprak tegen de wetgeving die nieuwe bevoegdheden aan de politie bood. Hij verwees specifiek naar het mogelijke gebruik ervan tegen vakbondsleden en protesten. Toen deze wetgeving op 19 maart in het parlement werd besproken, zei hij: “Ik steun veel van de bepalingen in de wetgeving, maar om de redenen die ik heb geschetst [de aanvallen op de democratische rechten], ben ik tegen het totale pakket.”

    Het protest bij Debenhams was een eerste serieuze test van de wetten. Door de repressie niet te aanvaarden en door op een gedisciplineerde wijze te protesteren, met inachtneming van de bezorgdheid rond de volksgezondheid, hebben de werknemers van Debenhams laten zien dat het mogelijk is om te protesteren en hebben ze zich niet laten afschrikken door de repressie.

    De week daarop voelde de politie zich tijdens nieuwe protest genoodzaakt om ook de acties aan de winkel in Henry Street toe te laten, maar het wel qua duur in te korten. Het personeel had een spandoek bij met de tekst: “Dit is een essentieel protest.” Eerder werd het protest immers betwist met het argument dat de activisten een niet-essentiële verplaatsing hadden gemaakt.

    Jobs verdedigen

    Op de tweede actiedag waren er succesvolle protestacties op een groeiend aantal locaties: tien winkels en twee banken. Dit kreeg opnieuw heel wat media-aandacht. Tegen die tijd, na meer discussie via Zoom, werd de nadruk meer gelegd op de strijd voor het behoud van de jobs. De personeelsleden riepen de regering op om een sociaal bloedbad in de detailhandel te vermijden.

    In een verklaring aan de media, zeiden twee delegees, Jane Crowe van Henry Street en Valerie Conlon van Patrick Street in Cork:

    “De boodschap van de werknemers tijdens deze protesten is dat er 2.000 banen op het spel staan bij Debenhams. Dat zijn duizenden mensen en gezinnen die afhankelijk zijn van ons loon. De overheid kan nu beter ingrijpen, om te investeren om mensen aan het werk te houden, in plaats van te moeten betalen voor nog eens duizenden mensen die van sociale zekerheid afhankelijk worden.

    “We denken dat veel van de winkels winstgevend zijn, net zoals de online handel. De overheid zet miljarden in om mensen aan het werk te houden tijdens Covid 19. Er zijn ook EU-middelen om ontslagen te voorkomen. We vragen al onze politieke vertegenwoordigers om de regering te vragen hier een rol te spelen en te investeren om het bedrijf open te houden.”

    Ze riepen het personeel van andere winkels op om hen te steunen.

    Op donderdag 30 april werd de faillissementsprocedure van Debenhams ingezet. De werknemers waren teleurgesteld dat ze geen stem hadden in de procedure, dat het bedrijf werd geliquideerd zonder dat iemand pleitte voor het behoud van hun baan.

    Desondanks besloten ze druk uit te oefenen op politieke partijen en parlementsleden waarbij ze pleitten voor staatsinterventie en investeringen om de jobs bij Debenhams te behouden. Wellicht zullen de traditionele partijen Fianna Fáil en Fine Gael samen met de Groenen een regering vormen. Zullen ze overheidsinvesteringen en de overname van Debenhams steunen? Zeker nu FF stilzwijgend steun aan dit idee gaf?

    Een van de werknemers deed heel wat onafhankelijk onderzoek en schreef hierover naar de vakbond en de politieke partijen. Ze wees erop dat vier tot zes winkels winstgevend zijn, net als de online winkel en dat er geen reden is om deze te sluiten. Met de investeringen van de overheid zouden deze winkels terug kunnen openen als de beperkingen in juni worden opgeheven. Ze wees ook op fondsen van de EU die bedoeld zijn om ontslagen te vermijden, waaronder de 100 miljard euro voor SURE (Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency), een fonds waarop de Ierse regering beroep kan doen voor Debenhams. Hoewel de EU niet kan worden vertrouwd om de rechten van werknemers te ondersteunen, toont dit wel aan dat de middelen aanwezig zijn om jobs te beschermen, maar dat deze moet worden gebruikt ten gunste van werknemers en niet ten gunste van het grootkapitaal, zoals de Europese Commissie van plan is.

    Neem het bedrijf in publieke handen om jobs te redden!

    Er is een mythe ontstaan dat onder het kapitalisme private bedrijven in hun eentje ondergaan of overleven. Dat is verre van correct. Ze worden door de staat overeind gehouden met armbanden en reddingsvesten.

    IDA Ireland, het overheidsagentschap dat buitenlandse investeringen moet aantrekken, gaf in 2018 op één jaar tijd meer dan 100 miljoen euro subsidie aan enkele van de meest winstgevende bedrijven ter wereld. Zo kreeg Abbot Laboratories 14 miljoen euro, de farmaceutische topbedrijven ontvingen 30 miljoen euro, Intel en Microsoft kregen respectief 1,9 en 2,8 miljoen euro.

    Daarbovenop krijgen ze fiscale cadeaus waarbij ze erg lage – of zelfs geen – belasting betalen, waardoor de schatkist geen geld meer heeft. Dertien bedrijven betaalden vorig jaar minder dan 1% belasting. We horen veel over de kost van sociale zekerheid, maar deze cadeaus aan de bedrijven kosten veel meer.

    In 2018 zorgden de subsidies van IDA voor netto 14.040 nieuwe jobs. Nu zomaar 2000 jobs laten schrappen bij Debenhams (inclusief de winkels in concessie) is onaanvaardbaar. Het zou de gemeenschap heel wat geld kosten om deze werknemers werkloosheidsuitkeringen te moeten betalen, terwijl er tegelijk minder inkomsten zijn door het verlies aan belastingen. Waarom zou het ondenkbaar zijn dat de overheid in deze context investeert en de winkels overneemt? Er zou een plan kunnen worden opgesteld om de inkomsten de verhogen, ook om te diversifiëren. Roches, dat eigenaar is van veel van de panden met Debenhams-winkels, en andere verhuurders kunnen verplicht worden om de huurprijzen te verlagen.

    De afgelopen twee maanden heeft de staat maatregelen genomen waarvan voorheen gezegd werd dat ze niet mogelijk waren of zelfs ongrondwettelijk. Zo werd bijgedragen aan de loonkosten van bedrijven, werden uithuiszettingen verboden, waren er tussenkomsten in hypotheekbetalingen, werden private ziekenhuizen overgenomen (zij het tegen schandalig hoge tarieven). Er wordt 6,5 miljard euro uitgetrokken om bedrijven te steunen.

    Er wordt gezegd dat Debenhams te veel verlies maakt en teveel schulden heeft. Zo is er een belastingschuld van 3,8 miljoen euro. Maar er zijn ook veel schulden waarover onduidelijkheid is: hoeveel is de schuld aan Bank of Ireland of aan het Britse moederbedrijf van Debenhams?

    De Socialist Party is van mening dat Debenhams en andere bedrijven die tot massale afdankingen overgaan in publieke handen moeten genomen worden. Deze bedrijven moeten democratisch beheerd worden door het personeel zelf waarbij een nieuw bedrijfsplan wordt opgemaakt. Werknemers zijn goed op de hoogte van de trends in de detailhandel, de groei van online winkelen … Zij hebben de vaardigheden en het vernuft om een weg vooruit uit te stippelen.

    De vraag is wie er voor de Covid-19 recessie zal betalen. Zullen het weer de werkenden zijn, of zal er deze keer naar de banken en grote bedrijven gekeken worden? De enige manier om nog een decennium van besparingen en ellende voor de werkende bevolking te voorkomen is door de rijkdom, de banken en de productie in publiek bezit te nemen, onder de controle van de meerderheid van de bevolking, zodat de economie rationeel kan gepland worden in ons belang.

  • Helden in distributiesector verdienen respect, bescherming en degelijk loon

    Zoals in andere sectoren die blijven werken, is er onder het personeel van de voedingsdistributie heel veel ongerustheid. Er is tegelijk een groot plichtsbesef en fierheid om de mensen van voedsel te blijven voorzien. Dit gebeurt niet altijd in gemakkelijke omstandigheden en de inzet wordt nog steeds niet altijd geapprecieerd. Er is daarnaast al jarenlang een neerwaartse spiraal in de sector, met een grote toename van burn-outs en fysieke klachten als gevolg.

    Bij het begin van de strenge maatregelen in ons land was er hamsterwoede. Winkels waren propvol met klanten en personeel dat de rekken zo goed mogelijk probeerde aangevuld te krijgen. De paniek onder de klanten was zo sterk dat er niet op het personeel werd gelet. Dat gebeurde in omstandigheden dat het vaak sowieso al onmogelijk was om anderhalve meter afstand te bewaren.

    Het personeel deed al het mogelijke en het onmogelijke om de klanten te blijven bedienen, ondanks de schrik en de onzekerheid voor wat nog zou komen. De directies en koepelorganisatie Comeos verklaarden in alle media dat er geen tekorten waren en dat alle producten snel zouden aangevuld worden naarmate de aanvoer dit mogelijk maakte. Militanten en verantwoordelijken van de vakbonden vroegen meteen overleg op alle niveaus in de sector, vaak zonder gehoor. Voor de media waren de directies bereikbaar, voor de vakbonden niet.

    Het duurde op sommige plaatsen dagen vooraleer de nodige veiligheidsmaatregelen getroffen werden, doorgaans op initiatief en onder druk van het personeel. Zelfs vandaag zijn er nog tekorten wat betreft handontsmetting, of kunnen personeelsleden niet af en toe een pauze nemen om de handen te wassen of even uit te blazen. Het blijft op veel plaatsen immers druk in de winkels. Ondertussen zijn de ketens meer bezig met hoe ze marktaandeel van elkaar kunnen afpakken of meer omzet genereren. Terwijl de aanvoer van voedingsproducten al heel wat inspanningen vroeg, wilden verschillende ketens bijvoorbeeld van de sluiting van tuincentra gebruik maken om tuinspullen te verkopen.

    Er waren acties in verschillende ketens en er is ook overleg rond veiligheidsmaatregelen en extra vergoedingen in deze extra drukke en gevaarlijke corona-tijden. De acties kwamen er omdat directies doof bleven voor de gerechtvaardigde eisen van het personeel. Het personeel wil het liefst werken in veilige omstandigheden en gerespecteerd worden voor zijn inzet. De directies maken dit moeilijk, zij zijn verantwoordelijk als er winkels dichtgaan door acties!

    De Linkse Socialistische Partij (LSP) stelt volgende eisen voor in de distributiesector:

    • Overleg op alle niveaus met het personeel en hun vertegenwoordigers, minimaal op wekelijkse basis om de vinger aan de pols te houden rond nieuwe maatregelen.
    • Voldoende persoonlijke beschermingsmiddelen en opleiding om deze goed te gebruiken.
    • Enkel de nodige producten verkopen, geen speciale niet-voedingsacties.
    • Vaste prijzen voor basisproducten opgelegd door crisiscomités in de distributiesector en door de gemeenschap in het algemeen, om de klanten gelijkmatig over alle winkels te spreiden.
    • Arbeidsduurverkorting met behoud van loon naar 30 uur per week, zodat kortere schiften gedraaid kunnen worden en de blootstellingperiode verkleint voor iedereen.
    • Essentieel werk verdient een essentieel loon. Trek het minimumloon op tot €14 per uur zodat de extra stress bij het personeel wegvalt van hoe het iedere maand kan rondkomen en een menswaardig leven leiden.
    • Haal de winstlogica uit de sector, nationaliseer de volledige handelssector onder democratische arbeiderscontrole zodat niet de winst voorop staat maar het algemeen belang.
  • Winkelmedewerker: “Sluit alle niet maatschappelijk noodzakelijke productie en distributie”

    Foto: Wikimedia Commons

    De eerste maandag na de maatregelen van de overheid begon even verward als de vrijdag voordien geëindigd was. De maatregelen waren als een bom ingeslagen en veel collega’s vreesden voor nakende technische werkloosheid. Bij ons in het bedrijf werd vanuit het management gevraagd om vooral kalm te blijven en onze taken verder uit te voeren. Vrachten dienden te worden verwerkt, klanten moesten geholpen worden en de winkel werd, zoals altijd, zo commercieel mogelijk ingericht.

    Door een retailmedewerker in een internationaal meubelbedrijf

    Op dit moment waren er nul maatregelen getroffen om onze werkzaamheden op een zodanige manier te kunnen uitvoeren zodat we geen besmettingsrisico zouden lopen en dus ook geen klanten kunnen besmetten. Er was een vaag document gepost op de centrale webstek waarin werd gezegd dat meer info en maatregelen zouden volgen maar dat de winkels geopend dienden te zijn van maandag tot en met vrijdag. Er was over het weekend geen enkele communicatie van het management over welke maatregelen er zouden genomen worden en wat we moesten doen in geval van ziekte. In de veronderstelling dat er toch geen klanten zouden komen opdagen, begonnen we aan onze werkdag.

    Het feit dat horecazaken hun deuren moesten sluiten maar andere winkels enkel op zaterdag gesloten waren, vonden we vreemd. Nu kwamen er die vrijdag wel gevoelig minder klanten langs; dus dachten we dat het al bij al wel zou meevallen en dat de mensen wel weg zouden blijven. Een collega die opperde dat mensen die op zaterdag niet meer konden komen winkelen tijdens de week zouden komen, werd op gelach onthaald.

    Al snel werd duidelijk dat mensen de richtlijn “Blijf in uw kot!” straal negeerden. We besloten met het aanwezige personeel om geen cash geld meer te aanvaarden en plaatsten bordjes waarop dit stond en de mensen verzocht om 1,5m afstand te houden van het personeel en andere klanten. Verschillende collega’s begonnen te vragen naar handschoenen, ontsmettingsmiddel en andere manieren en middelen om zo hygiënisch mogelijk te kunnen werken. We deelden tips over hoe je best je handen wast en klaagden over het gebrek aan afstand van de klanten. Nog steeds was het muisstil aan de kant van het management.

    We werden volledig aan ons lot overgelaten. Niettegenstaande dat het management dit al een week op voorhand kon geweten hebben, waren er geen ontsmettende producten, handschoenen of mondmaskers aanwezig en waren er geen beslissingen over het wel of niet aanvaarden van cash geld. Die ene vage post op het centrale administratief programma was het enige dat gecommuniceerd was.

    Kort na de middag werd er dan toch een Skype-meeting gepland waarin er duidelijkheid moest gebracht worden. Die duidelijkheid bleek een zware teleurstelling. We kregen te horen dat we alle nodige middelen zelf moesten aankopen met geld uit de kassa. Dit op een moment waarop alles van beschermende middelen zowat uitverkocht was! Het uitstellen van de beslissing was uitgedraaid op het niet nemen van een echte beslissing.

    Het is duidelijk dat de enige maatregel die echt zou helpen om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan, het sluiten van alle niet maatschappelijk noodzakelijke productie en distributie is. De taak om afdoende maatregelen te nemen kunnen we klaarblijkelijk niet aan het management overlaten. Het sluiten van de winkels (ook kmo’s) mag echter de mensen niet in een financiële nachtmerrie storten. Er is geld genoeg bij de 1% rijksten om een volledige uitbetaling van de lonen te garanderen! Enkel door onze economie ten dienste te stellen van de bevolking kunnen we deze coronacrisis bestrijden zonder de meerderheid van de bevolking in de financiële dieperik te duwen.

  • Strijdbare socialiste verkozen als voorzitter Britse handelsvakbond

    De Britse vakbond USDAW organiseert meer dan 400.000 personeelsleden in de handelssector (supermarkten, maar ook kleinhandel). De afgelopen jaren werd ook de Britse distributiesector getroffen door jobverlies en een neerwaartse tendens inzake lonen en arbeidsvoorwaarden. Het verzet daartegen groeit van onderuit. Dit bleek nu ook bij de verkiezingen voor een nieuwe vakbondsvoorzitter.

    Alle leden van USDAW verkiezen de voorzitter van de vakbond. Er waren twee kandidaten: één van hen was Amy Murphy, werkneemster van Tesco en lid van de Socialist Party. Amy zit al jaren in het nationaal bestuur van de vakbond en pleit daar voor een strijdbare opstelling. Dat werd beloond door de leden die haar tot nieuwe voorzitter van USDAW verkozen.

    In haar verkiezingspamflet stelde Amy: “Als werkneemster van een supermarkt die naar de leden luistert, ben ik op de hoogte van de onaanvaardbare druk op al het personeel om steeds meer te presteren en ondertussen nog steeds te moeten glimlachen. Ik denk dat de tijd gekomen is om in te gaan tegen de bedrijven waarvoor we werken. Usdaw mag niet blijven doorgaan zoals vandaag, waarbij het onder zijn gewicht vecht terwijl de leden elke dag geconfronteerd worden met de dreiging van aanvallen op lonen en arbeidsvoorwaarden.”

    Amy werd verkozen met een campagne voor een strijdbare en democratische vakbond en eisen zoals een minimumloon van 10 pond per uur, stopzetting van de nulurencontracten en steun aan leden die in actie willen gaan tegen aanvallen op jobs en arbeidsvoorwaarden.

    Na haar verkiezing stelde Amy: “Ik wil iedereen die me gesteund heeft bijzonder hard bedanken. De steun was enorm. Het is nu tijd om in te gaan tegen de bedrijven waarvoor we werken. Als voorzitter zal ik blijven ingaan tegen de vakbondsleiding en de werkgevers en 100% achter de leden blijven staan.”

    Tijdens de campagne verdeelden leden van de Socialist Party en de linkerzijde binnen USDAW meer dan 11.000 pamfletten. Amy sprak op bijeenkomsten doorheen het land.

    De vakbond krijgt ook een nieuwe algemeen-secretaris. De vorige vice algemeen-secretaris, Paddy Lillis, werd zonder tegenkandidaat verkozen. Het is goed dat Lillis op de regionale conferenties van USDAW heel wat positiever stond tegenover Jeremy Corbyn en het radicale beleid dat hij voorstelde in het recente manifest van Labour. Heel wat van de maatregelen in dat manifest zijn overigens ook op congressen van USDAW aangenomen als voorstellen van de vakbond.

    Maar Lillis was tevens voorzitter van het nationaal uitvoerend comité van Labour tijdens de voorzittersverkiezingen van 2016 waarin heel wat leden van Labour niet mochten stemmen. Samen met aftredend algemeen-secretaris John Hannett ondernam hij niets tegen de enorme aanvallen op de arbeidsvoorwaarden en het jobverlies in de handelssector. Er werd integendeel gegaan voor een benadering van ‘samenwerking’ met de werkgevers van Tesco en andere grootwarenhuizen.

    De verkiezing van Amy biedt een kans om de vakbond in een nieuwe richting te stuwen. Met de verkozenen van Broad Left, de linkerzijde in de vakbond, in het uitvoerend comité en de leden zal gewerkt worden aan de strijdbare opstelling die zo nodig is in deze sector. Heel wat leden en delegees van USDAW die hun steun aan Amy en haar voorstellen gaven, zullen blij zijn met haar verkiezing. Het biedt een uitstekende kans voor de Socialist Party en de Broad Left om verder campagne te voeren voor een stoutmoedige, strijdbare socialistische leiding die zich niet laat doen door de werkgevers en opkomt voor de 430.000 leden van USDAW.

  • Werkgeversfederatie tegen indexsprong omdat het de koopkracht ondermijnt

    winkelHet gebeurt niet iedere dag dat een werkgeversfederatie waarschuwt dat een indexsprong onze koopkracht ondermijnt. Doorgaans houden de werkgevers het op aanvallen op onze levensstandaard om zelf met een groter deel van de koek te gaan lopen. Maar Comeos, de werkgeversfederatie van de handel en diensten, laat een ander geluid horen. Voor de winkels is koopkracht immers belangrijk.

    Volgens een studie die Comeos bestelde, was er tussen 2005 en 2008 een economische groei van 5,6% en stegen de consumentenuitgaven met 5,4%. In 2009-2013 was er een beperktere economische groei van 1,3% maar bleven de particuliere uitgaven met 4,2% stijgen. Zonder de groei van de particuliere uitgaven zou er volgens Comeos een negatieve groei van het BBP met -0,9% geweest zijn. Maar er wordt gevreesd dat de consumptie niet zal blijven toenemen.

    Ondanks de stijgende particuliere uitgaven kent de distributiesector problemen. Om de winsten op peil te houden, besliste Delhaize voor de zomer nog om een sociaal bloedbad aan te richten. Ook bij Cora, Photo Hall, Home Market en andere winkelketens gaan jobs verloren. Comeos wijst erop dat de omzet de afgelopen twee jaar aan het stagneren is, zeker inzake voeding. De werkgeversfederatie vreest dat een vertraging van de consumptie de sector verder zal bedreigen. Of juister gezegd, dat het de winstgevendheid onder druk zet.

    Wat stelt Comeos als alternatief voor? Van een werkgeversfederatie valt natuurlijk geen socialistisch antwoord van meer koopkracht door hogere lonen te verwachten. Neen, ook Comeos speelt het grijsgedraaide plaatje van de lastenverlagingen. Maar dan wel met het voorstel om vooral de lasten voor het personeel in de eigen sector naar beneden te halen. Daartoe stelt Comeos voor om de lasten van laaggeschoolden die weinig verdienen het meeste naar beneden te halen. Van een gemiddelde van 35% sociale bijdragen en lasten wil Comeos naar een tarief van 20% voor maandlonen onder de 2300 euro bruto en 25% voor hogere lonen. Dit zou 2,8 miljard euro kosten.

    Het zou nog steeds volgens de studie van Comeos 42.614 jobs opleveren waarvan 11.336 in de handel. Hier moeten meteen enkele kanttekening bij geplaatst worden. Zou een bedrijf als Delhaize met een dergelijke maatregel alsnog beslissen om de geplande herstructurering teniet te doen? En moesten er al 42.614 jobs bijkomen, is 65.700 euro overheidssteun per gecreëerde job dan niet erg veel? Het is alleszins meer dan een doorsnee bruto jaarloon van een werknemer. Comeos stelt dus eigenlijk voor dat de overheid nieuwe jobs financiert en er nog een mooie extra cadeau bovenop geeft aan de werkgevers. Met 2,8 miljard kan de overheid zelf ongeveer 80.000 mensen met een bruto maandloon van 2.500 euro aan het werk zetten.

    Met het voorstel van een lastenverlaging om de eigen winsten op te krikken, is Comeos niet bijster origineel. Wel opmerkelijk is het standpunt dat een BTW-verhoging een slechte maatregel zou zijn (dit zou de consumptie met 0,29% tot 0,61% doen afnemen) en nog dat een indexsprong geen goed idee is. De natte droom van vele andere werkgevers, betekent voor de sector van de handel vooral een ondermijning van de consumptie. Het uitgangspunt van de werkgevers uit de handel is niet onze koopkracht, maar wel hun winsten. Vanuit de specifieke winstbelangen van de distributie- en handelssector wordt erkend dat een aanval op de koopkracht niet alleen slecht is voor onze levensstandaard maar ook voor de economie.

    Laat ons dit argument van Comeos gebruiken bij de loononderhandelingen in het najaar en als argument in het broodnodige verzet tegen de vele asociale aanvallen die momenteel op onze levensstandaard worden voorbereid of al op gang getrokken zijn.

  • Protest tegen zondagopeningen in Antwerpen

    Het Antwerpse stadsbestuur wil van iedere eerste zondag in de maand een koopzondag maken waarbij de winkels open zijn. Het doel is vooral om toeristen aan te trekken. Het personeel van de winkels staat hier niet voor te springen. Winkelpersoneel moet vaak al bijzonder flexibel zijn en ziet het weekend beperkt tot enkel de zondag, zaterdag is immers een drukke dag in de sector. Nu zou ook deze laatste vrije dag sneuvelen. Bovendien stelt de vraag zich wat de verloning hiervoor zal zijn. In steeds meer sectoren is van een extra vergoeding voor zondagswerk geen sprake meer.

    Om tegen de zondagopeningen te protesteren, voerden personeelsleden en syndicalisten uit de sector gisteren actie aan de Meir in Antwerpen. In de buurt van de grote winkels en vlak na sluitingstijd werd verzameld voor een actie die de steun kreeg van LBC en BBTK. Hieronder enkele foto’s door Wouter en Luc.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop