Tag: Geert Wilders

  • De komende verkiezingen in Nederland, keuze tussen “gewoon” of XXL-rechts?

    Foto: Flickr/95213174@N08

    Net als in andere Europese landen, lijken de verkiezingen in Nederland in maart a.s. een keuze te zijn tussen het “gewone” rechts van de VVD (Liberalen) en de uiterst rechtse partij van Geert Wilders. De “Partij van de Vrijheid” van Wilders (met 29 zetels in het parlement van 150 zetels in de peilingen) zou gemakkelijk de grootste partij kunnen worden. De VVD (27 zetels voorspeld) is de andere grote deelnemer. Grote verliezen worden voorspeld voor de PvdA (de sociaaldemocratische partij, van 38 zetels naar 11!), op dit moment in een coalitie met de VVD in een bezuinigingskabinet voor de afgelopen vier jaar.

    Analyse door Pieter Brans, Socialistisch Alternatief (Amsterdam)

    De cruciale factor is het ontbreken van vertegenwoordiging van de arbeidersklasse. Zoals Benjamin Franklin zei: “democratie is twee wolven en een lam die besluiten wat er voor de lunch gegeten moet worden.” Het doel van socialisten is om dat lam in een leeuw te veranderen door organisatie en door het te trainen voor de strijd. Maar daar komen we later op terug. Hoe is deze situatie tot stand gekomen?

    Het verslaan van de kracht van de arbeidersklasse was het belangrijkste doel van de kapitalistische strategie sinds het eind van de jaren zeventig. Tien jaar later waren de organisaties van de arbeidersklasse een heel eind terug gedrongen. De weg was open voor de vrije markt, het neoliberalisme van de jaren negentig. Maar aan het einde van de jaren negentig was protest in opkomst, ondanks het verlies van de sociaaldemocratische partijen als massapartijen van de arbeidersklasse en ondanks het verlies van de vakbonden als strijdorganisaties.

    Acties tegen de G8-bijeenkomsten in Seattle en Genua kregen veel steun. Het vakbondsprotest was op een laag niveau, maar het potentieel voor massaal verzet bleef, zoals het massale vakbondsprotest in 2004 duidelijk maakte. De strategen van het kapitalisme besloten dat ze de organisaties van de arbeidersklasse wel een klap hadden gegeven, maar dat de kracht van de arbeidersklasse ongebroken bleef.

    Rechtse hulptroepen voor het kapitalisme

    Hun oplossing was om hulptroepen voor het kapitalisme in het leven te roepen. De loper werd uitgerold voor rechtse en racistische organisaties. In Nederland waren dit de dagen dat rechtse politici zoals Pim Fortuyn en partijen zoals de LPF (Lijst Pim Fortuyn) uit de la werden getrokken. De moord op Pim Fortuyn gaf de LPF 27 zetels bij de verkiezingen in 2002.

    Dit soort partijen organiseerde rechts beter dan de gewone rechtse partijen en ze boden een politieke haven aan teleurgestelde secties arbeiders die veel verloren hadden door de globalisering. Natuurlijk werden deze nieuwe hulptroepen voor het kapitalisme gebruikt om af te rekenen met wat er over was van de sociaaldemocratie in die dagen. De nieuwe rechtse partijen begonnen de ontevredenheid over de globalisering te monopoliseren door de “elite” de schuld te geven.

    Deze hulptroepen werden na de eeuwwisseling behoorlijk effectief. Links werd nog verder teruggedrongen. De vakbonden bleven passief en de SP werd, ondanks groeiend succes in de jaren 1990, nooit een massafactor, deels omdat veel kiezers die zich die kant op begaven, nu naar de rechtse partijen gingen. Linkse actiegroepen en andere protestorganisaties werden naar de marges van de samenleving gedrukt. Zelfs de enkele republikein die op Koningsdag demonstreerde, werd opgepakt. Als het ongenoegen niet leidt tot collectief verzet, groeit de ruimte voor allerlei individuele ‘oplossingen’ zoals racisme.

    Op deze manier slaagde de bourgeoisie er in om het succes van rechts voort te zetten toen de eerste golf van neoliberalisme rond het jaar 2000 was uitgewerkt. Eén van de gevolgen is dat er in de komende verkiezingen een wildgroei is van rechtse partijen. Zij proberen allemaal op de verrechtsing in te spelen en een paar zetels in het parlement in de wacht te slepen. Nationale trots, “Nederland eerst” zijn de thema’s van deze partijen met de bekende rechtse stokpaardjes.

    Op dit moment is de klasse van kapitalisten in Nederland geschokt door het succes van deze hulptroepen. Eerst was er de uitslag van het Oekraïne-referendum in Nederland, waarbij de meerderheid stemde tegen het EU-verdrag met dat land. Toen volgde de uitslag van het Brexit-referendum. Engeland was hun “natuurlijke” neoliberale bondgenoot tegenover landen als Duitsland en Frankrijk, waar staatsinterventie populairder was (het continentale kapitalistische model) onder druk van een sterkere arbeidersklasse. Verder voelden ze de schok van de verkiezing van Trump in de VS. Hun hulptroepen aan de rechterkant, Geert Wilders en de PVV, dreigden een politieke macht te krijgen die ze onwenselijk vonden.

    Tegelijkertijd zijn de kapitalisten geconfronteerd met de negatieve consequenties van hun onstuitbare neoliberale maatregelen: in Nederland hebben bedrijven nu zoveel mensen op flexibele contracten in dienst dat er te weinig betrouwbare kernarbeiders zijn om de productie aan de gang te houden. In de gezondheidszorg hebben farmaceutische en verzekeringsbedrijven nu een zo ongelimiteerde macht dat ze het hele systeem bedreigen. De huizenmarkt strompelt van de ene bubbel naar de andere en arbeiders hebben veel tijd nodig om op hun werk te komen door het verkeer. Ernstige en dure vergissingen, zoals het overinvesteren in kolencentrales (elk energiebedrijf voor zichzelf) hangen als molenstenen om de nek van de energiebedrijven. Tienduizenden werkers zijn nodig in de bejaardenzorg maar de bezuinigingen zijn zo diep geweest dat niemand daar nog wil werken. De Belastingdienst is dermate uitgedund dat het binnenhalen van belastinggeld moeilijk is geworden.

    De PVV is een racistische partij

    De PVV is een racistische partij, die openlijk opriep tot “minder Marokkanen” bij de gemeenteraadsverkiezingen. Wilders is veroordeeld maar het proces heeft hem veel gratis publiciteit gegeven. Hij “erkent” de rechtbank niet. Hij vindt dat de rechters PVV-haters zijn en gaat in beroep. Dat zal hem in de verkiezingscampagne extra publiciteit opleveren. Het netto-effect van Wilders op mensen is dat zij opgesloten in woede voor hun TV-schermen en smartphones blijven hangen: passief en gefrustreerd. Dit werkt zo sterk dat het voor Wilders zelfs moeilijk is om zijn kiezers naar het stembureau te krijgen. Maar het is bijna zeker dat zijn partij als de grootste partij uit de bus zal komen bij de komende verkiezingen.

    Maar op dit moment is in de politiek en de media een tegenoffensief op gang gekomen. Trump wordt dagelijks afgekraakt en racistische uitlatingen worden in sommige kranten en TV-programma’s steeds meer bekritiseerd. Er verschijnen meer negatieve artikelen over de PVV. Rutte heeft meeregeren van de PVV zelfs uitgesloten. De bourgeoisie is ervan overtuigd dat rechtse populisten hun plaats moeten weten. Racistische en nationalistische partijen zijn OK als helpers om links klein te houden, maar ze moeten de politiek niet gaan domineren. De bourgeoisie realiseert zich dat als hun invloed blijft groeien de resultaten contraproductief zullen zijn. Als de vrije markt in de EU beschadigd raakt, betekent dat schade voor de Nederlandse export (50% van het BNP). Dan gaat het geld kosten. Maar de geest is uit de fles en het wordt voor de burgerij stilaan onmogelijk om de politieke stabiliteit te herstellen.

    De huidige situatie moet niet worden verward met fascisme of de opkomst daarvan. Fascisme is de vernietiging van de organisaties van de arbeidersklasse als gevolg van de stormram van fascistische organisaties in een situatie van extreme crisis. Het kapitalisme kan dan alleen overleven door de macht aan de fascisten te geven.

    In de huidige situatie is de arbeidersklasse een lange serie van verzwakkingen ondergaan en de organisaties van de arbeidersklasse zijn naar de achtergrond gedrongen. Maar de arbeidersklasse kende geen ernstige en demoraliserende nederlagen. De objectieve kracht van de arbeiders in de samenleving, de macht van het getal, is overweldigend. De arbeidersklasse is alleen verzwakt op het subjectieve vlak: op het gebied van zelfbewustzijn, organisatie en programma. Het zal veel inspanning en ook een zekere tijd vergen om die subjectieve kracht weer op te bouwen, maar het is mogelijk. Dat is een fundamenteel verschil tussen de huidige tijd en de jaren dertig.

    De meest waarschijnlijke uitkomst van de verkiezingen in maart is een grote Partij voor de Vrijheid, een complete nederlaag voor de PvdA en een kleinere nederlaag voor de VVD van premier Rutte. Zoals de VVD heeft aangegeven, gaat Rutte niet met Wilders regeren en komt er waarschijnlijk een poging om een bezuinigingsregering te vormen met een ingewikkelde coalitie van tot vijf partijen. De opkomst van het rechtse populisme beperkt de opties. Als een coalitie met meerdere partijen niet lukt, val een coalitie met de PVV misschien niet meer uit te sluiten. Premier Rutte heeft eerder verkiezingsbeloften gebroken…

    Verzet van SP en vakbonden niet effectief genoeg

    De afgelopen jaren heeft de vakbondsleiding een sociaal akkoord gesloten met het kabinet van liberalen en sociaaldemocraten. Er is een grote reorganisatie doorgevoerd. Beide factoren hebben een rem gezet op de strijdbaarheid van de bonden, hoewel het absoluut een feit is dat er door actie successen zijn geboekt op het gebied van minimum jeugdlonen en collectieve arbeidsovereenkomsten. Maar de net gekozen voorzitter van de FNV, net als de vorige, komt uit de hoek van de politiebonden. Met alle respect voor het vakbondswerk in deze sector, moet toch gezegd worden dat de voorzitters van deze bonden de FNV niet naar links trekken.

    De Socialistische Partij scoort een magere 12 zetels in de peilingen, 3 zetels minder dan ze nu hebben. De deelname van de SP aan lokale besturen, samen met bezuinigingspartijen is een obstakel om op het landelijk vlak het vertrouwen te winnen. In de media wordt de SP onterecht neergezet als een linkse variant van het “populisme”. Bij de vorige landelijke verkiezingen werd een overwinning van de SP (37 zetels in de peilingen!) op het laatste moment onderuit gehaald door de media en de PvdA: teleurstelling in de SP is helaas een factor onder kiezers. Bij afwezigheid van een brede democratische partij die de belangen van de arbeiders vertegenwoordigt, is de SP de beste keuze. De SP heeft een sterke positie bij het bestrijden van bezuinigingen in de zorg, wil de pensioenleeftijd terugbrengen naar 65 en is voorstander van hogere lonen: al deze dingen zijn broodnodig op dit moment.

    Na jaren van bezuinigingen en sociale kaalslag, groeien 400.000 kinderen op in armoede. De gemeente Amsterdam heeft speciale begrafenissen voor mensen die stierven in eenzaamheid, zonder familie of vrienden. Het aantal werklozen is boven de 400.000. Een miljoen mensen is “zelfstandig ondernemer”. Dat betekent dat zij in de meeste gevallen werken voor stuklonen of dagwerk, zoals in de oude dagen van het kapitalisme…Als de uitkomst van de verkiezingen een sterker platform voor racisten is en het voortzetten van de bezuinigingen, dan is duidelijk dat alleen sterk verzet van onderaf een einde kan gaan maken aan deze situatie van machteloosheid.

    De kapitalistenklasse probeert misschien het wijdverbreide racisme in de komende periode iets in te perken. Het is mogelijk dat ze kleine hervormingen toestaan, zoals beperkte loonsverhogingen die de economie een beetje helpen, of verzekeringsregelingen voor de “zelfstandige ondernemers” (ZZP’ers). Een morele strijd tegen racisme en discriminatie kan voor de burgerij behulpzaam zijn in de huidige omstandigheden, maar het zal de arbeidersklasse niet helpen. Alleen onafhankelijke strijd en organisatie, alleen strijdbare vakbondsmacht en een brede arbeiderspartij kunnen ervoor zorgen dat hun belangen worden gerespecteerd. De arbeidersklasse moet laten zien dat het een onafhankelijk socialistisch alternatief heeft voor de blijvende rotzooi van het kapitalisme.

  • Europese verkiezingen en extreemrechts. Van neonazi’s tot populisten

    dossier door Geert Cool, woordvoerder Blokbuster

    Bij de komende Europese verkiezingen dreigt extreemrechts doorheen Europa een sterke score neer te zetten. Het gaat niet om een eengemaakt fenomeen, de diversiteit van populisten tot neonazi’s is groot. Wel kunnen al deze krachten op een zelfde basis aanhang winnen: het ongenoegen tegenover de gevestigde partijen en het gevestigde besparingsbeleid is bijzonder groot. Dat het collectieve bewustzijn van de arbeidersbeweging de afgelopen decennia werd terug geslagen, vergroot de ruimte voor allerhande roepers die met gemakkelijke ‘oplossingen’ komen aandraven.

    Van populisten in het Westen…

    De electorale instorting van het Vlaams Belang, de partij raakt volgens peilingen nog net boven de kiesdrempel, mag ons niet verblinden. In zowat alle buurlanden zien we dat extreemrechtse en populistische krachten als een kat met negen levens zijn. Als onkruid blijven ze terugkomen zolang er een vruchtbare voedingsbodem voor hen bestaat.

    De breed gedragen verontwaardiging tegenover Geert Wilders en diens roep naar “minder Marokkanen” leidde tot een leegloop van mandatarissen van de PVV, maar niet van kiezers. In de peilingen blijft de PVV de tweede partij, nu na de liberale partij D66. Een partij als de PVV moet het niet hebben van sterk uitgebouwde structuren, maar van steekvlammen in de media. Het is veelzeggend dat de partij bij de recente gemeenteraadsverkiezingen in slechts twee steden een lijst kon neerleggen. In Den Haag werd de PVV tweede met 14,1% (na D66), in Almere de grootste met iets meer dan 20%.

    Het populistische model van Wilders kreeg de afgelopen jaren navolging in andere landen, vooral in West-Europa. Bestaande extreemrechtse partijen zoals het Franse FN, het Oostenrijkse FPÖ of het Vlaams Belang bij ons probeerden zich een deftiger imago aan te meten en waren steeds meer afhankelijk van de media om zich in het centrum van de belangstelling te werken. Er was bij deze partijen een terugloop van het aantal actieve militanten en er werden amper nog grootschalige activiteiten of betogingen georganiseerd. Het Vlaams Belang liet dit jaar ook de traditie van een 1-mei activiteit vallen ten voordele van een familiedag in een dierenpark. Het electorale succes heeft de nadruk op de parlementsleden en partijleiders vergroot, waarbij militante activiteiten onder druk kwamen te staan.

    Het Franse FN beweert dan wel dat het over een groeiend ledenbestand beschikt, de partij claimt naargelang de bronnen 50.000 tot 70.000 leden, maar bij de gemeenteraadsverkiezingen moesten de ambities van het aantal steden waar opgekomen werd naar beneden herzien worden tot 500. Bij de laatste voorzittersverkiezingen in 2011 bleek het FN over iets meer dan 22.000 geregistreerde leden te beschikken waarvan er 17.000 aan de stemming deelnamen. Dat is minder dan het aantal leden van het Vlaams Belang op het hoogtepunt van die partij (25.000), maar meer dan het aantal VB-leden dat vandaag nog overblijft (wellicht minder dan 15.000, in 2012 werd voor 200.000 euro lidgeld opgehaald wat neerkomt op maximaal 16.000 leden aan 12,5 euro per jaar).  Massaal zijn deze partijen niet. Ter vergelijking: zowel ABVV als ACV tellen meer dan een miljoen leden in ons land.

    In verschillende landen ontstonden rechtse populistische krachten buiten de bestaande extreemrechtse partijen op een nog beperktere ledenbasis. Dat is het geval met de Nederlandse PVV maar ook met de wel erg reactionaire UKIP (UK Independence Party) van Nigel Farage die in de peilingen op 25% staat. Die partijen dragen geen verleden mee zoals het FN of het Vlaams Belang. Er wordt niet geaarzeld om elkaars campagnes en uitspraken te kopiëren, maar samenwerking blijft moeilijk liggen. Zo haalde Farage al meermaals uit naar Marine Le Pen, die nochtans een doorbraak bekwam met een vorm van samenwerking met Wilders.

    …tot neonazi’s in het oosten, zuiden én westen van Europa

    Na de Europese verkiezingen zullen er meer neofascisten in het Europees Parlement zitten. Er waren al verkozenen van het Hongaarse Jobbik, maar zij zullen gezelschap krijgen van onder meer verkozenen van Gouden Dageraad uit Griekenland en zelfs de Duitse NPD dreigt een verkozene te behalen na het afschaffen van de kiesdrempel van 5%.

    Het gaat om partijen die een stap verder gaan dan extreemrechtse partijen als VB, FN of FPÖ, ook al is er bij militanten van deze partijen een zekere sympathie en steun voor de neonazistische partijen. Het is geen toeval dat de studenten van het Vlaams Belang al meermaals figuren van NPD of Jobbik naar ons land haalden. De referenties naar Gouden Dageraad blijven eveneens opduiken.

    Gouden Dageraad kwam op de voorgrond tijdens de diepe crisis die Griekenland treft. De vroegere extreemrechtse partij LAOS verdween volledig van het toneel na regeringsdeelname waarin het verantwoordelijkheid opnam voor het asociale besparingsbeleid. Gouden Dageraad kon snel uitgroeien van een kleine groep neonazi’s tot een partij die meer dan 10% in de peilingen haalde. Er werd niet geaarzeld om de vuisten boven te halen en andersgekleurden of andersdenkenden fysiek aan te pakken. Militanten gingen zelfs over tot de moord op de linkse rapper Pavlos Fyssas. De overheid zette een offensiefje op tegen Gouden Dageraad, maar de electorale steun kreeg slechts een beperkte deuk.

    Ook Jobbik in Hongarije kent een geschiedenis van geweld en privémilities. De partij is uitdrukkelijk tegen joden, homoseksuelen en al wie uit de band springt. Ondanks geweld tegen zigeuners en ondanks de veroordeling van de Hongaarse Garde als privémilitie blijft Jobbik scoren in de nationale verkiezingen en wellicht ook bij de Europese verkiezingen waarin het resultaat van 20% bij de recente parlementsverkiezingen nog verbeterd kan worden.

    Andere Oost-Europese extreemrechtse partijen zijn niet zachter. De Slovaakse Nationale Partij is niet alleen anti-Hongaars maar ook sterk anti-zigeuner en partijleiders werden regelmatig betrapt op uitspraken waarin de holocaust werd goedgepraat. De partij zat een tijdlang in de Slovaakse regering, wat leidde tot een schorsing van de sociaaldemocratische coalitiepartij uit de Europese fractie van de sociaaldemocratie. De Slovaakse Nationale Partij zou haar zetel kunnen behouden, maar krijgt op haar rechterflank concurrentie van de LSSN (Volkspartij – Ons Slovakije) die tot 4% in de peilingen haalt, wat geen verkozene oplevert maar toch een sterke vooruitgang betekent. De LSSN won eerder dit jaar de verkiezing van een lokale gouverneur in de regio Banska Bystrica in het midden van Slovakije. De fascist Marian Kotleba haalde het verrassend met 55% van de stemmen op basis van een anti-Roma retoriek. Deze partij aarzelt niet om met gewapende milities uit te pakken of om het naziregime onder Jozef Tiso te herdenken.

    Een aantal Oost-Europese formaties hebben het electoraal moeilijk, dat is onder meer het geval met Ataka (Bulgarije) of de Groot-Roemeense partij die hun zetels in het parlement wellicht zullen verliezen. Dat betekent echter niet dat extreemrechts in deze landen afwezig is. Het aantal neonazi’s dat gewelddadig uit de hoek komt neemt toe in Oost-Europa. Bij voetbalwedstrijden laten ze regelmatig van zich horen, maar ook op straat tegen zigeuners en andere vreemdelingen. Hoe snel dergelijke groepen aanhang kunnen winnen, bleek recent nog uit de ontwikkelingen in Oekraïne waar de Rechtse Sector een belangrijke rol speelde en waar de extreemrechtse Svoboda partij in de nieuwe regering werd opgenomen.

    Het is opmerkelijk dat een reeks gevestigde partijen in Oost-Europa niet aarzelen om zelf ook behoorlijk rechts of racistisch uit de hoek te komen. Dat is onder meer het geval met de regerende Fidesz-partij in Hongarije, maar ook pakweg met de gevestigde partijen in Slovakije die niet aarzelden om een coalitie met de Slovaakse Nationale Partij te vormen of met de Poolse partij voor Recht en Rechtvaardigheid.

    En verder moet worden opgemerkt dat de afschaffing van de Duitse kiesdrempel ertoe kan leiden dat de NPD, een wel erg openlijk neonazistische partij, een Europese zetel kan behalen. Hierdoor zou het fenomeen van harde aangebrande fascistische verkozenen zich niet beperken tot Oost-Europa en Griekenland, maar zou het doordringen tot het centrum van de Europese Unie. Een Duitse neonazi in het Europees Parlement zal gelet op de geschiedenis van het continent ook buiten Duitsland heel wat aandacht krijgen.

    Welke Europese fractie(s)?

    Een poging van het Oostenrijkse FPÖ om het oude idee van een Europese fractie van extreemrechts te vormen, de Europese Alliantie voor Vrijheid, blijft vooralsnog op een njet van de UKIP botsen. Die laatste partij vormt een eigen Europese fractie, de EVD (Europa van Vrijheid en Democratie), met onder meer de Lega Nord (Italië), LAOS (Griekenland), de Deense Volkspartij, de Ware Finnen en Philippe de Villiers uit Frankrijk. Het Griekse LAOS en Frank Vanhecke uit ons land zullen dan wel verdwijnen, maar onder meer de Finse en Deense populisten staan op forse winst in de peilingen. Zij halen in de peilingen 20 tot 25%. Bovendien kan de afschaffing van de Duitse kiesdrempel leiden tot enkele verkozenen voor het rechts populistische Alternative für Deutschland dat volgens de peilingen tot 6 verkozenen kan halen. Het behoud van de EVD-fractie zou hierdoor mogelijk zijn.

    Om de rechtse fractie rond FPÖ, FN en Wilders overeind te houden, moest het Oostenrijkse FPÖ een gevestigde waarde uit de partij zetten. Andreas Mölzer was jarenlang een boegbeeld van de partij en was nooit verlegen om een racistische uitspraak of om het ophemelen van de nazi’s. Enige mediabelangstelling hiervoor in de aanloop naar de Europese verkiezingen dwong FPÖ-leider Strache om Mölzer aan de kant te zetten. Onder meer de Zweedse SD (Zweedse Democraten) hadden daarop aangedrongen. Het Front National hield voorlopig ook nog de deur open om met het Hongaarse Jobbik samen te werken, maar het ziet er naar uit dat dit bij andere extreemrechtse krachten een brug te ver kan zijn. Met volgens de peilingen 20 zetels voor het Franse FN ziet het er naar uit dat Marine Le Pen aan zet zal zijn om een fractie samen te stellen (daarvoor zijn 25 zetels uit vier landen vereist). Voorlopig wordt uitgekeken naar FPÖ, VB, FN, PVV en SD. Bij het opzetten van een ‘jongerenvleugel’ onder voorzitterschap van VBJ-voorzitter Van Grieken was de PVV wel afwezig en was er nog sprake van vier partijen.

    Als de fractie van Marine Le Pen de hardliners (NPD, Jobbik, Gouden Dageraad) erbuiten kan houden, wat mathematisch waarschijnlijk is, ziet het er voor die neonazi’s niet direct naar uit dat ze zelf een fractie kunnen samenstellen. Maar ondertussen blijft het feit dat er naast de reeds bestaande Europese fractie van rechtse populisten rond de Britse UKIP (met alles samen tot 35 à 40 leden) wellicht een nieuwe hardere extreemrechtse fractie komt met een 30-tal leden. Samen met de allerhande neonazi’s komen we in totaal aan tot 70 zetels, wat meer is dan de liberale fractie of de radicale linkerzijde (zelfs indien die volgens de peilingen kan groeien van 35 tot een 50-tal leden).

    Oekraïense hypocrisie doorprikt burgerlijke strategie

    Alle extreemrechtse krachten over eenzelfde kam scheren, is te kort door de bocht. Er zijn verschillen tussen de rechtse populisten die er niet in slagen om stabiele partijstructuren uit te bouwen, de neofascistische partijen die heel ver meegaan in het populistische model of de vrij openlijk neonazistische partijen.

    Maar allen hebben ze gemeen dat ze kunnen groeien – zelfs indien het geen stabiele groei is – op een voedingsbodem van sociale tekorten en bijhorende spanningen. De afkeer tegenover de gevestigde partijen en hun beleid is bijzonder groot en volkomen terecht. Zij laten ons opdraaien voor een crisis die wij niet veroorzaakt hebben. Zij snoeien hard in onze levensstandaard, denk maar aan de Griekse lonen die met een kwart daalden, en zetten verschillende bevolkingsgroepen tegen elkaar op zodat we de echte verantwoordelijken voor de crisis niet zouden aanpakken: de bankiers en andere grote aandeelhouders die ook tijdens deze crisis hun fortuin zagen toenemen.

    Als het de burgerij zo uitkomt om de eigen winstbelangen veilig te stellen, worden racisme en verdeeldheid gesteund. In Oekraïne zagen we hoe verschillende Europese leiders nog een stap verder gingen en een neofascistische partij in hun marionettenregering opnamen. Diegenen die zoals Verhofstadt in ons land het luidste hun morele verontwaardiging tegenover extreemrechts van de daken schreeuwen, stonden vooraan in de rij om extreemrechts in Oekraïne te omarmen. Dat doorprikt de liberale benadering van antifascisme dat beperkt is tot morele argumenten. Op het einde van de rit telt ook daar het motto ‘Zuerst das fressen und dann die Moral’. De winsthonger van de 1% rijksten weegt net iets zwaarder door dan de morele argumenten.

    Wij bestrijden extreemrechts met een sociaal alternatief, met verenigende eisen in plaats van de door de burgerij gezaaide verdeeldheid onder de onderdrukten verder uit te vergroten. Het waren niet de werkloze zigeuners uit Oost-Europa of de meisjes met een hoofddoek bij ons die verantwoordelijk zijn voor de huidige crisis, maar wel de bankiers en grote aandeelhouders. In onze strijd tegen de machthebbers staan we verenigd sterker dan als we verdeeld zijn. Iedere werkende weet dat er meer kan afgedwongen worden als alle collega’s aan hetzelfde zeel trekken. Waarom denk je dat er tientallen functieclassificaties in het leven worden geroepen? Om wie hard werkt te belonen of om verdeeldheid op de werkvloer te organiseren? Alles wat ons verdeelt, verzwakt ons. Samen staan we sterker in een levensnoodzakelijke strijd voor een alternatief op een systeem dat ons enkel miserie en sociale aftakeling te bieden heeft.

    De arbeidersbeweging heeft de afgelopen decennia een aantal tradities verloren en het collectieve bewustzijn is terug geslagen onder het neoliberale offensief. Maar dat zal niet zo blijven, we moeten eraan bouwen om de tradities van strijd en solidariteit opnieuw op te vestigen en deze te kaderen in de strijd voor een socialistisch alternatief. Het ongenoegen tegenover het huidige beleid neemt toe, maar uit zich niet steeds op een eenduidige wijze. Bij sommigen leidt het tot een foert-stem, bij anderen tot volledige apathie. Dat kunnen we doorbreken als we bouwen aan alternatieven. Blokbuster wil daar alvast een actieve rol in blijven spelen.

    [divider]

    Overzicht: naar 70 extreemrechtse en rechts-populistische verkozenen in het volgende Europees Parlement?

    • Frankrijk. FN: 22% en 20 zetels (nu: 3)
    • Verenigd Koninkrijk. UKIP: 25% en 19 zetels  (nu: 10)
    • Hongarije. Jobbik: 22% en 5 zetels (nu: 3)
    • Finland. Ware Finnen: 20% en 4 zetels (nu: 1)
    • Denemarken. Deense Volkspartij: 25% en 4 zetels (nu: 1)
    • Nederland. PVV: 15% en 4 zetels  (nu: 3)
    • Duitsland. NPD: 1,5% en 1 zetel (nu: 0)
    • Oostenrijk. FPÖ: 20% en 4 zetels (nu: 2)
    • Italië. Lega Nord: 5% en 4 zetels (nu: 9)
    • Griekenland. Gouden Dageraad: 7,5% en 2 zetels (nu: 0)
    • Zweden. Zweedse Democraten: 5% en 1 zetel (nu: 0)
    • België. VB: 8% en 1 zetel (nu: 1)
    • Slovakije: Slovaakse Nationale Partij: 6,7% en 1 zetel (nu: 1)

    (gegevens van diverse peilingen, onder meer op pollwatch2014.eu)

  • Extreemrechtse alliantie in Europa

    Populisten, antimigrantenformaties en extreemrechts maken zich op voor Europese verkiezingen

    De EU en het extreme besparingsbeleid heeft de mogelijkheden voor extreemrechtse en racistische partijen vergroot. In verschillende landen kunnen dergelijke krachten de grootste worden bij de Europese verkiezingen van mei 2014. Het Franse Front National en de Nederlandse PVV van Wilders bereiden zich daarop voor met een Europese alliantie waarvoor ook andere rechtse krachten worden uitgenodigd.

    Artikel door Per-Åke Westerlund uit weekblad ‘Offensiv’ (Zweden)

    Zowel het Front National van Marine Le Pen als de PVV van Geert Wilders staan op 20 tot 25% in de peilingen en kunnen de grootste partij van hun land worden. Ze willen binnen het Europees Parlement een bredere alliantie vormen om beroep te kunnen doen op onder meer extra financiële middelen. Ze richten zich daarbij onder meer tot het Vlaams Belang, de Lega Nord (Italië), FPÖ (Oostenrijk) of de Zweedse Democraten. Er was al een bijeenkomst in Stockholm met onder meer Le Pen, Dewinter, HC Strache en Jimmie Åkesson van de SD (Sverige Demokraterna, ondanks de naam een extreemrechtse partij). De Deense Volkspartij, het Duitse AfD (Alternatief voor Duitsland) en UKIP behoren tot de partijen die de uitnodiging hebben afgeslagen.

    De toenemende sociale en economische crisis in Europa heeft racistische, extreemrechtse en populistische partijen nieuwe kansen geboden. Eens ze aan de macht zijn, staan zowel de gevestigde rechtse als de sociaaldemocratische partijen voor hetzelfde harde besparingsbeleid dat de levensstandaard van de gewone bevolking hard raakt.

    Symbool van besparingen

    De hele EU is doorheen de crisis, nog sterker dan ervoor het geval was, een symbool van besparingen en aanvallen op onze levensstandaard geworden.

    Een brede peiling in Europa gaf in september nog aan dat slechts 30% van de Europeanen een positief beeld op de EU heeft. Twintig jaar geleden was dat volgens Gallup Europe nog 70%, het onderzoeksbureau stelt vast dat “het Europese project nog nooit zo onpopulair was.”

    Het Franse Front National en haar bondgenoten willen zich opwerpen als de enige echte ‘anti-EU-partijen’ bij de Europese verkiezingen. Doorgaans halen rechtse populisten bij de Europese verkiezingen hun beste scores.

    Het beleid van de EU om het vluchtelingen, zeker rond de Middellandse Zee, moeilijker te maken, levert extreemrechts voordelen op. Het beleid vertrekt immers van een voorstelling van asielzoekers als lastposten in de door crisis getroffen landen. Zowel de gevestigde partijen als extreemrechts brengen dat beeld naar voor. Het verbergt meteen het feit dat het de banken en niet de vluchtelingen zijn die met miljarden aan gemeenschapsmiddelen gaan lopen.

    Extreemrechts probeert op het enorme ongenoegen in de EU in te spelen. Bij de totstandkoming van de nieuwe alliantie beloofde Geert Wilders te zullen “strijden tegen het monsterlijke Europa.” Marine Le Pen stelde dat de EU “van onze volkeren slaven maakt”. Beide partijen willen de eurozone verlaten.

    Het is niet omdat de kritiek op de EU aan belang wint dat het racisme geen thema meer is. PVV-leider Geert Wilders staat vooraan bij de islamofoben in Europa. Hij eist een verbod op de Koran. Le Pen is actief betrokken bij het versterken van vooroordelen tegenover Roma en andere migranten uit Bulgarije en Roemenië.

    Niet meer extreem?

    De afgelopen jaren hebben delen van de media en de gevestigde partijen hun houding tegenover extreemrechts veranderd. Ze zien hen niet langer als extremisten. Toen de FPÖ in 2000 tot de Oostenrijkse regering toetrad, waren er nog beperkte protestgeluiden te horen bij de EU. Toen de PVV tien jaar later de Nederlandse regering ondersteunde, werd niet meer geprotesteerd. Er werd evenmin een probleem van gemaakt dat de Vooruitgangspartij in Noorwegen tot de regering toetrad met ministers van Financiën en Migratie. (Noorwegen is geen lid van de EU maar heeft wel nauwe banden met de landen van de EU).

    Een van de redenen waarom extreemrechts aanvaardbaarder is geworden, bestaat uit het feit dat gevestigde rechtse partijen een deel van hun voorstellen hebben overgenomen. Zowel de voormalige Franse president Sarkozy als de voormalige Italiaanse premier Berlusconi gingen over tot massale uitwijzingen van Roma die meteen ook als criminelen werden bestempeld. Naarmate de economische en sociale crisis dieper wordt, gebruiken ook de gevestigde partijen steeds meer populistische elementen en autoritaire methoden. Maar toen de Hongaarse regeringspartij Fidsz – dat deel uitmaakt van de alliantie van conservatieve partijen in Europa – verschillende voorstellen van het extreemrechtse Jobbik overnam, heeft dit Jobbik enkel versterkt.

    Een andere reden voor de grotere aanvaardbaarheid ligt bij de regeringsdeelname of gedoogsteun in een aantal landen. De Deense Volkspartij steunde een rechtse regering van 2001 tot 2011 en slaagde erin om een hard migratiebeleid op te leggen. De sociaaldemocraten hebben dat beleid nadien overigens behouden. Bij de Franse rechterzijde wordt openlijk gesproken over de mogelijkheid van samenwerking met het FN. In Finland is er speculatie over het feit dat de volgende regering wel eens een coalitie zou kunnen zijn met zowel de Centrumpartij als de Finnen (voorheen ‘Ware Finnen’). Racistische partijen zetten overal druk op de gevestigde partijen. Wilders verklaarde op de persconferentie met Le Pen dat beide partijen de “Eurofiele elite wel eens een ander toontje zouden laten zingen.”

    Opgepoetste imago’s

    De extreemrechtse partijen die nu een alliantie willen vormen, hebben de afgelopen jaren pogingen gedaan om hun publieke imago op te poetsen. Ze stellen zichzelf voor als “patriotten”, maar ze willen geen samenwerking met meer openlijke neonazistische partijen als Gouden Dageraad (Griekenland) of Jobbik (Hongarije).

    De Europese Vrijheidsalliantie bestaat al enkele jaren en wordt voorgezeten door Franz Obermayr van de Oostenrijkse FPÖ. De alliantie omvat ook Marine Le Pen (FN), Philip Claeys (VB) en Ken Ekeroth (SD). In februari 2011 kreeg de alliantie voor het eerste subsidies van het Europees Parlement, goed voor 372.000 euro. In totaal kreeg de groep al meer dan 750.000 euro. Indien de alliantie na de verkiezingen van 2014 een parlementaire fractie kan vormen (met minstens 25 leden uit zeven landen), dan loopt dat op tot meer dan een miljoen euro per jaar.

    Er zijn ook andere groepen van extreemrechts in het Europees Parlement. Er is MELD (Beweging voor een vrij en democratisch Europa) met de Deense Volkspartij, de Lega Nord en de Slovaakse Naitonale Partij. En er is de EVD (Europa van Vrijheid en Democratie) onder leiding van de Britse UKIP en met onder meer Frank Vanhecke. Al deze groepen krijgen enorme middelen van het Europees Parlement.

    Voorbereiding op nog erger

    De extreemrechtse en populistische partijen die hoge scores halen bij de verkiezingen, kunnen de weg voorbereiden voor nog ergere gewelddadige racistische en neonazistische partijen. Rechtse populisten willen deelnemen aan regeringen, maar voeren vervolgens een onpopulair beleid waardoor ze aan steun verliezen. Dat gebeurde met de PVV toen die partij van 2011 tot 2012 in de Nederlandse regering zat. Toen de extreemrechtse partij LAOS in de Griekse regering zat, liep dit faliekant af. De partij stortte in elkaar waardoor de weg open lag voor Gouden Dageraad.

    De extreemrechtse formaties zijn erg verschillend van land tot land, deels omwille van andere tradities en uiteraard van het verzet waar ze op botsen. Voor de Nederlandse PVV is islamofobie een essentieel onderdeel van de ideeën, de partij krijgt zelfs financiële steun van Israëlisch-gezinde organisaties. Het Franse FN heeft meer klassieke neo-fascistische en anti-semitische roots. Het Vlaams Belang en de Oostenrijke FPÖ gingen erg ver in het aannemen van neoliberale aspecten in hun programma’s. De Noorse Vooruitgangspartij heeft erg populistische tradities met eisen voor meer middelen voor gezondheidszorg en dergelijke.

    De extreemrechtse allianties en partijen staan onder constante druk van splitsingen of verdeeldheid. Een vorige poging tot de vorming van een grote extreemrechtse alliantie mislukte omdat Alessandra Mussolini, de kleindochter van de Italiaanse fascistische dictator, de Oost-Europese partijen waardeloos vond.

    De aanhoudende economische crisis en het besparingsbeleid door de EU en de regeringen bieden de extreemrechtse krachten echter nieuwe kansen. Ze proberen zich nu te verenigen rond hun rechtse populistische kritiek op de EU, doorgaans aangevuld met islamofobie als centraal racistisch argument. Dat hun alliantie een substantiële financiële bijdrage van de EU kan krijgen, speelt natuurlijk ook een rol.

    Wat te doen?

    De Europese politici beseffen wel dat extreemrechts goed kan scoren bij de komende Europese verkiezingen, maar ze hebben er geen alternatief op. Ondanks hun woorden, gaan de ‘oude’ partijen steeds openlijker over tot een beleid met elementen van racisme en maatregelen die extreemrechts voorstelt (zoals een hoofddoekenverbod, bedelverbod op straat,…). Daarmee hopen ze de aandacht af te leiden van de economische crisis en de massale werkloosheid.

    De linkerzijde en de arbeidersbeweging moeten andere conclusies trekken. De EU is een instrument van de grote bedrijven en banken om de publieke sector en de vakbondsrechten aan te vallen. Er is geen samenwerking in het belang van de werkenden en jongeren, er is een unie voor de 1% rijksten. Het opbreken van de EU op kapitalistische basis zou echter ongetwijfeld gepaard gaan met nog grotere aanvallen om de nationale concurrentiepositie te ‘versterken’.

    Er is nood aan een Europa van de werkenden. De crisis moet beantwoord worden met strijd en een socialistisch programma voor werk en echte welvaart. Werkenden en armen doorheen Europa hebben gemeenschappelijke klassenbelangen en moeten samen de strijd aangaan. De gemeenschappelijke algemene staking in Spanje en Portugal met tegelijk ook in andere Europese landen acties op 14 november vorig jaar, toont een weg vooruit aan. Massale strijd tegen het besparingsbeleid en de strijd om nieuwe massale arbeiderspartijen op te bouwen rond een socialistisch alternatief, zo kunnen we de strijd tegen de groei van extreemrechts het beste voeren.

    In die strijd moeten we een sterk anti-racistisch profiel aannemen. Arbeidersorganisaties en de linkerzijde moeten zich mobiliseren tegen de pogingen om racistische verdeeldheid te versterken en ze moeten zichzelf verdedigen tegen racistisch geweld.

    Een socialistisch programma gaat in tegen het Europese besparingsbeleid. Wij pleiten voor een offensief project van publieke investeringen om iedereen een degelijke job te bezorgen. Daartoe moeten de banken en grote bedrijven in publiek bezit komen. Enkel dan kunnen we de steun voor extreemrechts en racisme echt onderuit halen.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop