Tag: Gaza

  • Crisis in Gaza. Massale actie tegen bloedbad nodig

    Analyse door Shahar Benhorin, Socialistische Strijdbeweging (onze zusterorganisatie in Israël-Palestina)

    Volledige families worden levend verbrand. Ouders met kinderen. De wijk Shajaiya in Gaza is compleet verwoest. Sinds 8 juli zijn er meer dan 1.100 Palestijnen omgekomen in het meedogenloze inferno dat over deze belegerde, arme en dicht bevolkte strook neerdaalde tijdens de Ramadan-maand. Het suikerfeest, Eid Al-fitr, is doorgaans een feestelijke vakantie om het einde van de Ramadan te vieren. Dit jaar werd het in Gaza gekenmerkt door een van de bloedigste luchtaanvallen van deze oorlog waarbij er meer dan honderd doden vielen.

    De gemiddelde leeftijd van de 1,8 miljoen inwoners van de Gazastrook is amper 17 jaar. De massale bombardementen hebben al zowat 250 kinderen omgebracht. De meeste inwoners nemen geen deel aan de gevechten. Meer dan 6.000 mensen raakten gewond, daarnaast zijn er tienduizenden die gebukt gaan onder trauma’s. Velen verloren hun huis. Meer dan 100.000 mensen zijn intern in de Gazastrook moeten vluchten.

    Het enige energiestation van de Gazastrook is geraakt en zou niet binnen het jaar kunnen heropgestart worden. Voor de oorlog zorgde dit energiestation er samen met de elektriciteit uit Israël voor dat de bevolking enkele uren per dag over elektriciteit beschikte. Zelfs dat is nu verdwenen, naast ook vernielingen aan de waterinfrastructuur en de rioleringen.

    Er is geen enkele veilige plaats op de Gazastrook en de bevolking kan nergens naar toe. Iedere nieuwe ronde in het conflict wordt brutaler. Er worden scholen, ziekenhuizen en moskeeën aangevallen. Dat toont het cynisme van de Israëlische propaganda die beweert dat de burgerslachtoffers “spijtige ongelukken” zijn. Sommigen werden vermoord door “waarschuwingsraketten” die worden afgevuurd naar gebouwen die even nadien volledig plat gebombardeerd worden. Deze ‘humanitaire’ waarschuwingsmethode dient enkel als propagandamiddel om de ware aard van de staatsterreur te verbergen.

    De herhaaldelijke leugens van de Israëlische regering over het feit dat het een oorlog ter ‘verdediging’ zou zijn waarbij het regime ‘geen andere keuze’ zou hebben, botsen met iedere nuchtere kijk op de krachtsverhoudingen en de volledige context van de systematische militaire en economische agressie en enorme onderdrukking van de bevolking in Gaza.

    Deze propaganda wordt ook weerlegd door het relatief beperkte aantal Israëlische slachtoffers in deze oorlog. Er kwamen drie Israëlische burgers om het leven. En ook 53 Israëlische soldaten kwamen zinloos om het leven. Dat is meer dan alle dodelijke slachtoffers in Israël als gevolg van de raketaanvallen door Hamas en andere Palestijnse milities vanop de Gazastrook en dit sinds 2001.

    Het Israëlische afweergeschut heeft zowat alle raketaanvallen die burgers konden raken onderschept. Het is geen toeval dat slechts één van de drie burgerslachtoffers in Israël om het leven kwam door een raketinslag en dat het bovendien om een bedoein uit het zuiden van Israël ging. Deze Bedoeïen worden het recht op bescherming ontzegd op basis van een racistisch beleid door de Israëlische overheid. Het dorp van het slachtoffer was niet formeel erkend. De inwoners ervan mogen niet bouwen of een minimale bescherming optrekken. Ze staan niet op de kaart en dus houdt het afweergeschut er geen rekening mee. De andere dodelijke slachtoffers kwamen om het leven door geschut vanop korte afstand. Eén van de slachtoffers was een Thaise migrant die verplicht moest werken in de buurt van de grens.

    Het aantal Israëlische soldaten dat om het leven kwam sinds het begin van de grondinvasie op 18 juli ligt hoger dan in gelijk welke vorige militaire campagne op de Gazastrook, waaronder deze tijdens de intifadas. Dit heeft evenwel nog niet geleid tot een aftakeling van de steun voor de oorlog onder de Israëlisch-Joodse bevolking. De angst voor de raketaanvallen en mogelijke aanslagen op burgers via de tunnels van Hamas vanuit de Gazastrook leidt tot een sterk en blind nationaal-chauvinisme onder de bevolking.

    De opiniepeilingen hebben vaak erg gekleurde vragen en negeren doorgaans de niet-Joodse bevolking in Israël (toch goed voor een kwart van de bevolking). Hierdoor lijkt het alsof een overweldigende meerderheid van zowat 85% tegen een vredesakkoord is en een verderzetting van de oorlog wil. Dat is meer dan wat voor de grondinvasie het geval was.

    Deze reactionaire sfeer is niet alleen gebaseerd op de angst voor aanslagen, een angst waar de regering sterk op inspeelt, maar ook door een zekere wanhoop dat een vredesakkoord niet zal leiden tot meer veiligheid. Na drie weken van oorlog en bloedbad is Hamas nog steeds in staat om raketten tot in Tel Aviv en andere belangrijke bevolkingscentra van Israël af te vuren. Het is echter een waanbeeld om te denken dat een bloedbad op de Gazastrook tot veiligheid voor de Israëlische bevolking kan leiden. Deze illusie zal eens te meer doorprikt worden.

    Mislukte vredesonderhandelingen

    Hoe is het zo ver gekomen met deze oorlog? Er waren gedurende negen maanden formele onderhandelingen tussen Israël en de PLO (Palestijnse Bevrijdingsorganisatie). Deze onderhandelingen werden in april afgebroken na provocaties door de regering-Netanyahu. De onderhandelingsperiode werd gebruikt om de aanvallen op de Palestijnen op te voeren, daarbij vielen 61 doden in de bezette gebieden, werden honderden Palestijnse huizen verwoest en werden de Joodse nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem uitgebreid.

    De belegering van de Gazastrook werd intensiever. Het vredesakkoord dat Israël na de vorige oorlog in november 2012 ondertekende, werd geschonden. Toen ging de vorige regering onder leiding van Netanyahu er uiteindelijk mee akkoord om de belegering wat te verzachten, onder meer door wat extra ruimte toe te kennen voor het vissen en voor de landbouw. Er werd met scherp geschoten tegen vissers en Palestijnen die tot op enkele honderden meter van de grens kwamen. De leiding van Hamas en Fatah werden ertoe gedwongen om uiteindelijk effectief een coalitieregering van de Palestijnse Autoriteit te vormen, waardoor formeel een einde kwam aan de twee parallelle overheden in de Westelijke Jordaanoever en op de Gazastrook.

    De Israëlische leiders begonnen een campagne om Hamas uit de coalitie te krijgen en om te vermijden dat het kon deelnemen aan verkiezingen. De Israëlische regering stond internationaal steeds meer geïsoleerd, ze verloor zelfs enige steun van de bazen in Washington. Op 30 april ging Israël voor het eerst sinds het staakt-het-vuren uit 2012 over tot het vermoorden van een Hamas-activist in Gaza. Het ging om een topman van een militie. Tegelijk was er in april en mei een sterke toename van het aantal projectielen dat vanuit de Gazastrook werd afgevuurd, na een escalatie in maart (onder leiding van de Islamitische Jihad waarvan drie strijders door Israël waren vermoord). Op 11 juni was er een Israëlische poging om een agent van Hamas te vermoorden, waarbij een zevenjarige jongen zwaar gewond raakte en enkele dagen later overleed.

    De volgende dag verdwenen drie Israëlische tieners in de Westelijke Jordaanoever. Ze werden nadien vermoord terug gevonden. Ze werden het slachtoffer van een kleine groep terroristen waarvan Netanyahu en co stelden dat ze banden met Hamas hadden. Een woordvoerder van de Israëlische politie verklaarde enkele dagen geleden dat de politie er niet van uitgaat dat de moord op bevel of door een officiële organisatie van Hamas plaatsvond. Dit weerhield Netanyahu er niet van om cynisch van de situatie gebruik te maken. Hij bleef steeds beweren dat Hamas verantwoordelijk was en ‘zal betalen’. Mogelijk hield hij eerdere vaststellingen dat de drie tieners dood waren verborgen van het Israëlische publiek.

    Hij gaf bevel tot een militaire aanval op de Westelijke Jordaanoever en dit op een schaal die jarenlang niet meer gezien werd. Er werden verschillende betogers vermoord en honderden Palestijnse activisten werden opgepakt, waaronder leden van het parlement van de Palestijnse Autoriteit. Er werden ook 50 voormalige gevangenen opgepakt die in 2011 vrijkwamen als onderdeel van een akkoord om de vrijlating van de Israëlische soldaat Shalit te bekomen. Toen de lijken van de drie tieners werden gevonden, eisten Netanyahu en zijn omgeving ‘wraak’. Er waren racistische bendes onder leiding van neofascistische elementen die Arabische Palestijnse arbeiders en omstaanders fysiek aanvielen. Een Palestijnse jongere uit Oost-Jeruzalem werd ontvoerd en op wreedaardige wijze vermoord.

    Toen de betogingen en rellen van Palestijnen in Oost-Jeruzalem en binnen Israël begonnen, gingen de verschillende milities uit de Gazastrook over tot het opdrijven van hun raketaanvallen. De gewapende vleugel van Hamas, ‘Azzadin Al-Qaasam, werd daar ook bij betrokken. De controle van de regering-Netanyahu op de nieuwe escalatie die het zelf had opgezet, begon verloren te gaan. Deze oorlog in Gaza is vooral een oorlog om het Israëlische regime en haar prestige overeind te houden. Het is een poging om wraak te nemen, tijd te winnen en de schijn te wekken dat iets aan de veiligheidsproblemen van de Israëlische bevolking wordt gedaan.

    Groeiende wanhoop

    De rechtse veiligheidsstrategie is echter een totale mislukking. Het belegeren van Gaza om Hamas van de macht te verdrijven en een hele reeks militaire offensieven op Gaza hebben er enkel toe geleid dat Hamas en andere milities ook militair sterker staan. Ze ontwikkelen en bezitten meer raketten. Er wordt wanhoop, dood en vernieling aangericht en daarmee wordt ook het gevaar van terroristische vergeldingsacties tegen Israëlische burgers vergroot.

    Amira Hass, een van de weinige eerlijke Israëlische journalisten, leefde decennialang in de bezette gebieden en beschreef het crisisbeleid van het Israëlische regime: “Diegenen die het vredesvoorstel met twee staten van Fatah en Jasser Arafat weigerden, kregen nu Haniyeh, Hamas en BDS. Diegenen die van Gaza een strafkamp voor 1,8 miljoen mensen maakten, moeten niet verwonderd zijn dat er tunnels worden gegraven. Diegenen die de belegering en het isolement zaaien, oogsten raketaanvallen. Diegenen die gedurende 47 jaar op willekeurige wijze de Groene Lijn [de afgesproken grenzen bij de vredesonderhandelingen eind jaren 1940] overstaken, grond in beslag namen en burgers treffen met aanvallen, geweervuur en nederzettingen – welk recht hebben zij om te spreken over Palestijnse terreur tegen burgers?” (Haaretz, 21 juli)

    Netanyahu moet nu halfslachtig toegeven dat het Israëlische regime niet langer belang heeft bij een poging om Hamas van de macht te verdrijven in Gaza. Ze zijn immers niet zeker welke andere krachten de plaats van Hamas zouden innemen. Er zijn al beperkte krachten die banden hebben met Da’esh (ISIS) op de Gazastrook. De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken, Avigdor Lieberman, riep op tot een totale militaire overname van de Gazastrook (terwijl hij in het verleden oproep om de banden volledig los te laten). Het Israëlische Veiligheidskabinet van de regering omschreef de doelstelling van de oorlog als volgt: “Het vestigen van een langere periode van rust en stabiele veiligheid in de Palestijnse gebieden, met Hamas als verantwoordelijke instantie maar militair verzwakt, aan banden gelegd in Gaza en met een economische stabilisering.”

    De huidige slachtpartij in Gaza toont aan hoe de situatie in de regio verslechterd is na de spectaculaire volksopstanden van de ‘Arabische Lente’ in 2011. Toen de vorige regering-Netanyahu in 2012 overging tot een oorlog in Gaza, durfde ze niet langer dan een week oorlog voeren. Ze durfde het niet aan om een grondoffensief te starten. Enkele dagen na het begin van die oorlog trokken de ministers van Buitenlandse Zaken van Tunesië en Egypte al naar Gaza. De Israëlische regering was bang dat het vredesakkoord met Egypte op de helling zou staan en er werd ook massaprotest van de Palestijnen gevreesd. Nu krijgt het Israëlische regime de arrogante en criminele steun van de Egyptische president Sisi die de positie van Israël durft te rechtvaardigen. Samen met de internationale steun is er meer ruimte voor barbaarse acties. De huidige oorlog duur langer en is bloediger dan de verschrikkingen in 2008-2009.

    Economische en sociale problemen

    De oorlog wordt door deze regering ook gebruikt om de aandacht van de sociale crisis en de dieper wordende economische problemen in Israël af te leiden. Op een ogenblik van een ernstige vertraging van de Israëlische economie, gaat de regering midden de oorlog over tot voorstellen van omvangrijke privatiseringen en andere aanvallen.

    Het regime gaat echter snel in de richting van een grote crisis na de oorlog. Dit bleek reeds uit de nooit geziene publieke botsingen tussen ministers op een ogenblik van oorlog. De ministers proberen elk voor zich de verantwoordelijkheid voor de enorme crisis van zich af te schuiven. Bovendien is er geen vooruitzicht op de mogelijkheid om een volledige overwinning te claimen. De regering beweert wel dat er zowat 20 tunnels van Hamas verwoest zijn en dit wordt voorgesteld als een strategische overwinning. Maar na nieuwe raketaanvallen die tot in het centrum van Israël doordrongen, moest het regime een hele reeks internationale vluchten afschaffen. Op maandag 28 juli trokken militiestrijders opnieuw via een tunnel over de grens en werden vijf soldaten vermoord. Alle fundamentele problemen blijven gewoon bestaan.

    De nieuwe eis van een demilitarisering van Gaza met het afbreken van raketten en tunnels, zal wellicht niet aanvaard worden door Hamas. Het is hypocriet om een eenzijdige ontwapening voor te stellen terwijl Israël alle middelen van militaire agressie tegen de Palestijnse bevolking behoudt. Zelfs indien Hamas formeel met een dergelijk akkoord zou instemmen, is het onwaarschijnlijk dat het op het terrein ook zou uitgevoerd worden.

    Hamas heeft totnutoe niet veel toegeven aan de Israëlische eisen. De populariteit van Hamas zat voor de oorlog in een dipje, maar nu kan het zich opwerpen als de belangrijkste ‘verdedigingskracht’. De pogingen van Hamas-leider Khaled Mash’al om zich als nationale leider op te werpen, waarbij religieuze en sectaire verdeeldheid wordt overstegen, doet wat denken aan de retoriek van Hezbollah-leider Hassan Nasrallah tijdens de oorlog tussen Israël en Libanon in 2006. De Israëlische regering wordt nu geconfronteerd met een situatie waarbij de openlijke steun van Sisi maakt dat Egypte voor Hamas geen betrouwbare factor is voor onderhandelingen. De Israëlische leiders dringen aan op een overeenkomst op basis van het “Egyptische voorstel” (mogelijk met Saoedische betrokkenheid) dat werd uitgewerkt zonder de goedkeuring van Hamas. Israël wil immers vermijden dat er een akkoord is waarin Turkije en Quatar betrokken zijn, die landen geven immers steun aan de positie van Hamas.

    De centrale eisen van Hamas en de Islamitische Jihad gaan in tegen de belegering door Israël en Egypte en tegen de Israëlische agressie. De regering-Netanyahu kan daar niet mee instemmen omdat het een serieuze slag voor haar prestige zou zijn. Het zou de regering laten overkomen als de verliezer van de politieke onderhandelingen, ondanks het militaire overwicht. Het feit dat de huidige regering de oproepen van Obama en de VN Veiligheidsraad voor een onmiddellijk staakt-het-vuren zomaar naast zich neer legt, bevestigt overigens dat het Israëlische regime wellicht nog meer geïsoleerd zal raken.

    Anti-oorlogsprotest

    De publieke kritiek en de protestacties op internationaal vlak zullen na deze oorlog enkel luider klinken. Dat blijkt uit de indrukwekkende solidariteitsprotesten voor Gaza doorheen de wereld. Het is overigens opmerkelijk dat de Israëlische regering en haar internationale partners bezorgd zijn over de mogelijkheid van een scherpe radicalisering van de Palestijnse gemeenschappen op de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en binnen Israël zelf.

    Na het bloedbad in de wijk Shajaiya in Gaza waarbij meer dan honderd doden vielen, was er een proteststaking van Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en van de Arabisch-Palestijnse bevolking in Israël. Zonder een bredere vakbondssteun – de Israëlische vakbondsfederatie Histadrut neemt een schandalig standpunt van steun aan de oorlog in (zie: http://www.histadrut.org.il/index.php?page_id=3223) – was dit niet zozeer een staking van arbeiders maar eerder een actie van duizenden kleine bedrijfjes. Ook een aantal filialen van Israëlische banken sloten de deuren omdat het management bang was om tegen de stakingsoproep in te gaan.

    Op donderdag 24 juli betoogden tienduizenden mensen op de Westelijke Jordaanoever. Dat is een begin van indicatie van de echte kracht die het reactionaire en waanzinnige bloedvergieten kan stoppen, het is mogelijk het begin van de weg van massastrijd. Deze weg werd de afgelopen jaren bewust vermeden door zowel Fatah als Hamas. Er is nog geen massale volksopstand, maar er waren wel protestacties doorheen de volledige Westelijke Jordaanoever. De grootste betoging was een protestmars van het vluchtelingenkamp Al-Am’ari in de buurt van Ramallah naar het checkpoint van Qalandiya. Op die betoging waren er 20.000 aanwezigen. Dit is niet alleen de grootste Palestijnse betoging tegen de oorlog in Gaza, maar ook een van de grootste betogingen op de Westelijke Jordaanoever sinds jaren.

    De betogers betuigden hun solidariteit met de inwoners van Gaza en gingen heldhaftig met hun actie door ondanks de zware militaire repressie. Er werd een barricade van brandende banden opgericht om militaire aanvallen af te houden, er werd vuurwerk afgeschoten en sommige jongeren gooiden met stenen en Molotov-cocktails bij confrontaties met het leger. In Betlehem werden voertuigen en afvalcontainers gebruikt om barricades te vormen. Er waren duizenden betogers in Nabloes. En er was ook een militante betoging voor de koloniale nederzetting van Bet-El in de buurt van Ramallah.

    Het Israëlische leger vermoordde negen betogers en een kolonist doodde een andere. Op die manier werd geprobeerd om de beweging de kop in te drukken. Dit toont het belang en de noodzaak om de strijd te versterken door democratische comités te organiseren om te mobiliseren, coördineren en het protest te beschermen, waaronder ook op gewapende wijze maar wel met democratische controle.

    In Israël waren er betogingen van duizenden Palestijnen in Nazareth, Kfar Kana en Umm Al-Fahem, ondanks de arrestatie van honderden Palestijnse burgers in Israël en inwoners van Oost-Jeruzalem tijdens de maand juli. Er was ook een anti-oorlogsbetoging van 6.000 mensen, voornamelijk Joden, in het centrum van Tel Aviv op zaterdag 26 juli. Het was de grootste anti-oorlogsbetoging die we tot nu toe in Israël zelf zagen. Duizenden mensen kwamen naar de betoging ondanks het feit dat vorige anti-oorlogsacties bijzonder klein waren en gepaard gingen met fysieke aanvallen door extreemrechts (ook leden van de Socialistische Strijdbeweging werden het slachtoffer van dergelijk geweld). De betoging werd niet gesteund door een van de gevestigde partijen. Ook Meretz, een ‘links-liberale’ nationalistische partij die eerst de oorlog steunde maar nu voor een staakt-het-vuren oproept, nam niet deel. De politie kondigde een uur voor de betoging via radio en televisie aan dat het protest afgelast was, waarna het toch opnieuw toelating gaf.

    Op het einde van deze betoging was er opnieuw fysiek geweld. Op dezelfde dag werden twee Palestijnen in Jeruzalem hard aangepakt door extreemrechts, ze werden bijna gelyncht. Maar de duizenden betogers tegen de oorlog kunnen zelfvertrouwen geven aan de duizenden anderen die nu nog niet durfden te betogen maar wel tegen de oorlog gekant zijn. De ontwikkeling van deze protestacties vormt alleszins een keerpunt.

    Hoe een Palestijnse staat bekomen?

    De Socialistische Strijdbeweging, de afdeling van het CWI in Israël/Palestina, staat in volledige solidariteit met de Palestijnse bevolking tegen de brutale en barbaarse agressie door Israël. We zijn ook solidair met de gewone Israëli die onder deze oorlog lijden. Onder de oppervlakte van de huidige chauvinistische stemming is het duidelijk dat een meerderheid van de Israëlische werkende bevolking een fundamentele oplossing wil. Netanyahu maakt steeds meer duidelijk dat hij geen enkele vorm van onafhankelijk Palestina naast Israël zal dulden. De delen van de Israëlische heersende klasse die hij vertegenwoordigt, hebben geen belang bij het idee van een leefbare onafhankelijke Palestijnse staat. Ze vrezen dat dit geen bijdrage zou zijn aan het stabiliseren van het nationale conflict en de situatie in de regio, maar dat het integendeel zou gecontroleerd worden door politieke krachten die vanuit hun standpunt niet betrouwbaar zijn en zich militair zouden versterken met de mogelijkheid dat meer grondgebied en grondstoffen opgeëist worden. Dat zou kunnen leiden tot een radicalisering en destabilisering in de regio, waaronder ook onder de Palestijnse gemeenschappen in Israël en in de diaspora.

    Netanyahu verklaarde recent: “Er kan onder geen enkel akkoord een situatie zijn waarbij we de veiligheidscontrole op het gebied ten westen van de Jordaan uit handen geven.” Dit gebrek aan zelfs maar de meest beperkte politieke wil om een vorm van onafhankelijkheid toe te kennen, zal het bloedige conflict enkel versterken. De Israëlische Joodse arbeiders zullen uiteindelijk vaststellen dat ze geen veiligheid, vrede en sociale rechtvaardigheid zullen kennen als ze de kant van hun eigen uitbuiters en onderdrukkers kiezen.

    Het is aan de socialistische krachten om consistent te blijven uitleggen dat de Israëlische arbeiders niet alleen voor hun onmiddellijke economische belangen moeten opkomen, maar ook principiële steun moeten geven aan de rechten van de Palestijnen als cruciale stap in de richting van vrede op basis van het stopzetten van de belegering, bezetting, nederzettingen en alle vormen van onderdrukking van de Palestijnen; het stopzetten van alle nationale privileges en discriminatie van gelijk welke groep, en het toekennen van een gelijk recht van zelfbeschikking. Dit betekent het vestigen van een echt onafhankelijk, gelijkwaardig, democratisch en socialistisch Palestina naast een socialistisch en democratisch Israël met twee hoofdsteden in Jeruzalem en gelijke rechten voor minderheden, als onderdeel van de strijd voor een socialistische lente in het Midden-Oosten.

  • Nog een fotoreeks van de nationale betoging tegen de oorlog in Gaza

    Hieronder nog een reeks foto’s van de massale nationale betoging tegen de oorlog in Gaza van afgelopen zondag. Het gaat om een reeks foto’s van PPICS.

  • Israëlische socialist op de Brusselse betoging tegen oorlog in Gaza

    Hieronder een video van een toespraak door Shay, een linkse socialist uit Israël die samen met andere socialistische activisten uit Israël en Palestina deelnam aan de grote anti-oorlogsbetoging in Brussel gisteren.

  • Massale betoging tegen oorlog in Gaza

    Gisteren vond in Brussel een massale betoging plaats. Duizenden werkenden en jongeren van diverse afkomst verzamelden om hun verbijstering en woede over het oorlogsgeweld in Gaza te uiten. De honderden doden in Gaza als gevolg van de Israëlische staatsterreur leiden tot een breed gedragen verontwaardiging. Dat bleek ook uit de massale opkomst voor deze betoging midden in de zomerperiode. Wellicht waren er tot 10.000 aanwezigen.

    LSP was ook op deze betoging aanwezig met een delegatie die een erg internationaal karakter had. Enkele leden uit andere landen die de voorbije week aan onze zomerschool deelnamen, kwamen mee betogen. Onder hen zowel Israëli als Palestijnen. We publiceren hieronder twee fotoreeksen.

    Algemene foto’s vanop de betoging door MediActivista.

    Foto’s van de LSP-delegatie door Zul.

  • Gaza. Betoging in Luik

    Verslag door Simon

    liegeAfgelopen vrijdag kwamen 700 tot 800 mensen samen voor het stadhuis van Luik om het einde van de aanvallen op Gaza en het einde van de bezetting te eisen. LSP was aanwezig om het standpunt van onze internationale beweging, waaronder de afdeling in Israël/Palestina, over het verzet tegen de bezetting en de internationale solidariteit met het Palestijnse volk te verspreiden. De betoging bestond vooral uit mensen van Arabische afkomst. Onze oproep om aansluiting te zoeken bij de massale acties van de eerste intifada en over het belang van het smeden van banden tussen de Israëlische arbeiders en de strijd voor een vrij en socialistisch Palestina vonden een breed gehoor.

    Sommigen ter linkerzijde waren geschokt door de aanwezigheid van religieuze krachten op de betoging. Wij hebben onze socialistische en revolutionaire posities niet weg gestoken, maar denken dat het verkeerd zou zijn om met de linkerzijde terug te plooien op een “pure” beweging. Een vriendschappelijke discussie met anderen in de beweging over de beste strategie en over het versterken van de solidariteit met Palestina is mogelijk indien er respect is voor elkaars eigenheden en indien er geen toegevingen moeten gedaan worden op ons programma.

  • Gaza. Massale betoging in Brussel

    Het bloedbad in Gaza botst op massaal verzet en protest. Afgelopen zaterdag was er in Brussel een grote betoging met duizenden aanwezigen, wellicht tot 10.000. De actie was bijzonder groot en strijdbaar. De verontwaardiging over het bloedbad in Gaza en de bewuste politiek van het Israëlische regime om onschuldig Palestijns bloed te laten vloeien, is terecht erg groot. Waar de Oekraïense en Russische autoriteiten de verantwoordelijkheid voor het bloedbad bij het neerhalen van het vliegtuig van Malaysian Airways nog op elkaar proberen te steken, neemt het Israëlische regime geen blad voor de mond: zij richten bewust en zonder schaamte een verschrikkelijk bloedbad aan.

    Een reeks foto’s door PPICS.

  • Gaza. Foto’s van de actie in Gent

    Afgelopen donderdag was er in Gent een protestactie  tegen de Israëlische staatsterreur in Gaza. Betogers en militanten van diverse achtergronden verzamelden aan het stadhuis waar er enkele toespraken waren. We publiceren hieronder enkele foto’s – een eerste reeks door Jean-Marie en een tweede reeks foto’s door Thomas.

  • Wereldwijde woede tegen bombardementen op Gaza

    Massale actie nodig om bloedbad en blokkade te stoppen!

    Artikel door Judy Beishon uit ‘The Socialist’, weekblad van de Socialist Party

    De 1,8 miljoen mensen die gevangen zitten op de Gazastrook worden zowel vanuit de lucht, vanop zee als vanop het land gebombardeerd. Deze brutale aanvallen op een dicht bevolkt kustgebied zorgen eens te meer voor een schok en afgrijzen onder de bevolking van de volledige wereld.

    Tegen 14 juli hadden de Israëlische troepen 1.474 aanvallen op doelwitten in Gaza uitgevoerd, waarbij op een week tijd 1.500 ton explosieven op het gebied werd gegooid. De schade is verschrikkelijk, de dodentol onder de bevolking van Gaza is opgelopen tot meer dan 180. Volgens de VN gaat het in 75% van de gevallen om gewone burgers en er kwamen minstens 32 kinderen om het leven. Meer dan 1.100 mensen raakten gewond en duizenden anderen worden eens te meer getraumatiseerd. Volledige families die na zonsondergang hun Ramadan-maaltijden samen nuttigen, kwamen onder de bommen terecht. Heel wat mensen verloren hun huis. Bij een aanval kwamen 17 mensen van eenzelfde familie om het leven. Zelfs een verzorgingshuis voor mensen met een ernstige beperking werd gebombardeerd.

    De Israëlische regering verklaart dat de bommen op Gaza ‘defensief’ zijn. Niet alleen is de balans van de militaire krachten bijzonder onevenwichtig, maar de huidige Israëlische regering en zijn voorgangers hebben ook jarenlang de Palestijnse Autoriteit (PA) onderworpen aan brutale repressie en bezetting. Zelfs op ogenblikken dat er over ‘vrede’ werd gesproken, zijn de aanvallen van het Israëlische leger op het Palestijnse gebied gewoon doorgegaan. Dit ging samen met een uitbreiding van de Joodse nederzettingen in Oost Jeruzalem en op de Westelijke Jordaanoever.

    Op dinsdag 15 juli waren er onderhandelingen over een vredesakkoord, maar dit mondde op niets uit. Mogelijk volgen er in de komende dagen nieuwe onderhandelingen, maar als er geen vredesakkoord is zullen het bloedbad en de vernielingen enkel erger worden met mogelijk ook een grondaanval.

    Alleszins is het duidelijk dat er in dit nationale conflict niets zal opgelost worden door de verschrikkelijke cycli van bloedvergieten. Dat geweld zal doorgaan zolang de kapitalistische elite en politici van beide kanten van de nationale tegenstelling aan de macht blijven. De werkenden en armen in de Palestijnse gebieden en de arbeidersklasse in Israël kunnen een alternatief scenario naar voor beginnen schuiven als ze hun eigen politieke organisaties opbouwen die de belangen van de gewone bevolking verdedigen: tegen bezetting, nationale onderdrukking, terreur, oorlog en armoede.

    De berekeningen van de Israëlische ministers

    Toen een regeringscomité op 15 juli over een vredesakkoord debatteerde, spraken de rechtse ministers Naftali Bennett en Avigdor Lieberman er zich sterk tegen uit. Zij willen een escalatie met een grondoffensief waarbij nog meer vernielingen worden aangericht.

    Premier Netanyahu behoort tot de meerderheid van de ministers die daar niet warm voor lopen. Ze vrezen immers de onvermijdelijke dodentol onder het Israëlische leger en ze weten dat dit niet zal leiden tot het einde van de raketaanvallen uit Gaza, zelfs niet tijdelijk. Er waren nog een aantal andere elementen die in de berekening werden opgenomen, onder meer  de moeilijkheden om de troepen terug te trekken eens de grondinvasie is begonnen en een zekere bezorgdheid over de gevolgen van massale vernietigingen. De Israëlische heersende klasse is bang dat het de directe verantwoordelijkheid over het welzijn van de 1,8 miljoen inwoners van Gaza moet opnemen.

    Bovendien zijn er de regionale onrust en burgeroorlogen die samen met de internationale druk de roep naar een afbouw van het conflict kracht bij zetten. Netanyahu ontkent dat dit een rol speelt, maar het zijn factoren die onvermijdelijk meespelen. Een groter aantal Palestijnse doden zal de druk bovendien verder doen toenemen.

    Een escalatie kan de enorme vijandigheid van de Palestijnen tegenover het Israëlische regime enkel nog verder versterken. Het vergroot ook de woede en het ongenoegen onder de Arabische bevolking in Israël zelf, in heel wat gebieden waren er de voorbije weken protestacties tegen de moord op een Palestijnse jongere door extreemrechtse Joodse nationalisten. Die moord kwam er na de tragische moord op drie Israëlische tieners in de buurt van Hebron, waarop het Israëlische leger antwoordde met een collectieve afstraffing van de Palestijnse gebieden.

    Raketaanvallen

    In de week na 7 juli gingen heel wat waarschuwingssirenes af in tal van Israëlische steden en dorpen, waaronder ook Tel Aviv. De raketten die vanuit de Gazastrook werden afgevuurd raakten nog nooit zo ver in Israël, ze gingen tot 170 kilometer ver. Het Israëlische afweergeschut heeft het grootste deel van de raketten onderschept, anderen kwamen in niet bewoonde gebieden terecht.

    De raketaanvallen vanop Gaza werden de afgelopen weken intensiever. Dat is een uitdrukking van de wanhoop van de Palestijnen op de Gazastrook, maar het vormt geen bedreiging voor het Israëlische regime dat over veel krachtiger militair materieel beschikt. De raketten en andere aanvallen op Israëlische burgers worden overigens uitgevoerd door groepen die niet onder de democratische controle van de bevolking staan. Ze zijn bovendien contraproductief omdat het telkens wordt aangegrepen voor meer repressie door het Israëlische leger. Het willekeurige karakter van de aanvallen leidt tot vrees onder de Israëlische gemeenschap, waardoor de Israëlische arbeiders in het kamp van hun rechtse regering worden geduwd. De aanvallen helpen niet om de steun in Israël voor de bombardementen op Gaza te ondermijnen. Deze steun zou wellicht afnemen als het tot een grondinvasie komt, niet in het minst omdat Israëlische doden dan onvermijdelijk zijn.

    Hamas probeerde tot voor kort om het vredesakkoord na de oorlog van 2012 in Gaza na te komen. Maar met de recente gebeurtenissen denken de leiders van Hamas dat het tegen hun belangen ingaat om de milities te stoppen. Hamas wordt met groeiende problemen geconfronteerd nu het haar hoofdkwartier in Syrische ballingschap is verloren en bovendien niet meer kan rekenen op de steun die het kreeg van het regime van de Moslimbroeders in Egypte toen die tot vorig jaar kortstondig aan de macht waren. Samen met de Isrsaëlische blokkade van Gaza, de sluiting van de Egyptische smokkelroutes en de moorden op Hamasleiders, heeft dit geleid tot een verzwakking van Hamas. Deze verzwakking heeft bijgedragen aan het recente ‘eenheidsakkoord’ met de Fatah-leiders van de Westelijke Jordaanoever.

    Anderzijds is het mogelijk dat Hamas versterkt uit de oorlog komt, zeker inzake steun onder de Palestijnse massa’s. Hamas neemt immers een hardere positie dan Fatah in tegenover de bombardementen en tegen de Westerse machten die het geweld rechtvaardigen. Maar noch de rechtse islamistische leiders van Hamas, noch de seculiere leiders van Fatah die beiden pro-kapitalistische zijn, zullen de belangen van de Palestijnse massa’s echt vooruithelpen.

    De Palestijnse president Mahmood Abbas kijkt naar de Westerse machten om tussen te komen. Hij vroeg eens te meer aan de VN om de Israëlische acties te veroordelen, terwijl Westerse leiders als Obama, Hollande en Cameron – toch geen onbelangrijke spelers in de VN – uitdrukkelijk hun solidariteit met de Israëlische regering hebben betuigd. De VS geeft jaarlijks 3,15 miljard dollar aan Israël, een staat die een belangrijk steunpunt voor het Westerse imperialisme is in een regio die er enkel nog instabieler op geworden is. Zowat drie kwart van die middelen worden gebruikt om militair materieel uit de VS aan te kopen.

    Massale acties nodig

    De Palestijnen kunnen niet op hun huidige leiders rekenen en al evenmin op de hypocriete imperialistische machten. De reactionaire Arabische regimes zijn in woorden medestanders van de Palestijnen, maar ze hebben er geen belang bij om meer te doen. Als het van de kapitalistische politici langs beide kanten afhangt, zullen de cycli van bloedvergieten gewoon doorgaan net zoals de huidige operatie “Protective Edge” volgt op de vorige operaties in 2012 en 2008/09.

    Steeds opnieuw hebben ‘vredesonderhandelingen’ gefaald. Dat is in essentie zo omdat het niet in het belang van de Israëlische heersende klasse is om een leefbare onafhankelijke Palestijnse staat naast Israël te kennen, waarbij deze staat aanspraken maakt op Israëlisch grondgebied, een onvoorspelbare politieke leiding kent en een zekere concurrentie kan vormen inzake toegang tot natuurlijke grondstoffen, handel en investeringen. De enige manier om een echte Palestijnse staat te realiseren, alsook vrede en veiligheid, is niet door akkoorden aan de top te sluiten, maar door massale actie van onderuit.

    De Palestijnen kunnen enkel rekenen op hun eigen democratische organisaties van onderuit om de verdediging tegen de repressie te organiseren – met het recht om dit gewapend te doen – en massale acties om hun belangen te verdedigen. Begin 2008 doorbrak een massaal offensief van de bevolking van Gaza de Israëlische belegering waardoor de grensovergang van Rafah elf dagen open ging en er toegang tot Egypte was. Massale actie is mogelijk tegen heel wat doelwitten, waaronder landbezettingen of de apartheidsmuur.

    Het Washington Institute for Near East Policy maakte op 13 juli de resultaten van een peiling bekend waaruit bleek dat een grote meerderheid van de Palestijnen “volksverzet” zoals betogingen en stakingen verkiest boven geweld om haar doelstellingen te bekomen. De peiling wees ook op een groeiende steun voor een oplossing met “één staat” in plaats van twee staten. Dit bedreigt de Israëlische heersende klasse die er niet mee kan instemmen dat de Israëlische Joden een minderheid zouden worden in de staat die werd opgezet vanuit het idee dat het een veilige plaats voor de Joden na de Holocaust zou worden.

    Dezelfde heersende klasse kan echter geen oplossingen aanreiken om het nationale conflict op te lossen. Ze kan enkel meer geweld en vernielingen aanbieden, terwijl dit niets zal oplossen. Net zoals de Palestijnen moeten bouwen aan eigen arbeidersorganisaties, moeten ook de Israëlische werkenden en hun gezinnen dat doen. Ook de Israëlische arbeiders gaan gebukt onder de constante onveiligheid en ze krijgen af te rekenen met aanvallen van de werkgevers en de regering op hun lonen, arbeidsvoorwaarden, sociale zekerheid,…

    De Socialistische Strijdbeweging, de afdeling van het CWI in Israël/Palestina, is actief betrokken in arbeidersstrijd in Israël en in de Palestijnse gebieden. We nemen ook deel aan de gezamenlijke betogingen van Arabieren en Joden tegen de bezetting en de oorlog. We komen op voor socialistische ideeën en de opbouw van nieuwe massale arbeiderspartijen en –organisaties waarmee we de kapitalisten van de kaart kunnen vegen. Een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël als onderdeel van een socialistische confederatie van het Midden-Oosten zou voor eens en voor altijd een einde maken aan het bloedvergieten.

    • Stop het bloedbad! Stop de aanvallen op Gaza! Neen aan deze oorlog van de Israëlische regering van de grote bedrijven en de nederzettingen.
    • Stop de blokkade van Gaza. Voor een onmiddellijke terugtrekking van het Israëlische leger uit de Palestijnse gebieden. Het nationale conflict zal niet op militaire basis opgelost worden.
    • Voor een massastrijd van de Palestijnen onder hun eigen democratische controle die opkomt voor echte nationale bevrijding.
    • Voor onafhankelijke arbeidersorganisaties in Palestina en Israël.
    • Voor een onafhankelijk democratisch socialistisch Palestina naast een democratisch socialistisch Israël met twee hoofdsteden in Jeruzalem en een garantie op democratische rechten voor alle minderheden als onderdeel van een strijd voor een socialistisch Midden-Oosten en regionale vrede.
  • Stop de bommen op Gaza – stop de Israëlische staatsterreur!

    Meer dan 100 doden in Gaza op een week tijd, waaronder 20 kinderen

    israelgaza

    PDF van dit pamflet

    De Israëlische regering van Netanyahu voert een verschrikkelijke slachtpartij uit met honderden luchtaanvallen op de dicht bevolkte Gazastrook. Op een week tijd vielen daarbij meer dan 100 doden, waaronder 20 kinderen. Er vielen ook 400 gewonden. Een luchtaanval raakte een groep voetbalfans die naar de Wereldbeker keken, er vielen negen doden.

    Netanyahu stelt dat deze brutaliteit nodig is om de toename van raketaanvallen door Palestijnse milities op Israëlische steden te stoppen. De Palestijnen staan op militair vlak echter machteloos tegenover de enorme troepenmacht van Israël. De raketten van de milities, eerder projectielen, vormen geen bedreiging voor het Israëlische regime en het willekeurige karakter ervan is contraproductief.

    De barbarij van de Israëlische bombardementen is groot, zeker als in rekenschap wordt genomen dat er tot nu toe geen Israëlische doden of ernstige gewonden zijn gevallen als gevolg van die raketaanvallen.

    Het verschrikkelijke militaire offensief zal niets oplossen. Netanyahu verwierp de voorwaarden voor een wapenstilstand die de Hamasleiders van Gaza hadden opgesteld: het stopzetten van het offensief en de blokkade, vrijlating van de gevangenen die bij een gevangenenruil waren vrijgelaten maar vervolgens terug opgepakt en het stopzetten van de sabotage van de nieuwe Palestijnse eenheidsregering. De Israëlische regering ging hier niet op in maar bereidt een nog grotere slachtpartij voor in de vorm van een invasie op het land. Dat zou het bloedbad enkel drastischer maken, vooral voor de Palestijnen.

    De volledige strategie van de rechtse coalitie van Netanyahu is er een van repressieve bezetting en het opzetten van meer ‘feitelijkheden’ door het programma van Joodse nederzettingen uit te breiden. Palestijnen in de bezette gebieden krijgen te maken met harde repressie en regelmatige militaire operaties. Daarnaast is er een enorme werkloosheid, armoede en is de bevolking geblokkeerd, afgescheiden van familie en vrienden en wordt constant grond in beslag genomen.

    Op deze basis zal het nationale conflict niet beëindigd worden. De Palestijnen hebben geen andere keuze dan de strijd voor nationale bevrijding en degelijke levensstandaarden verder te zetten.

    Het huidige bloedbad ontstond nadat bekend raakte dat drie Israëlische tieners ontvoerd waren en nadien vermoord terug werden gevonden. Het Israëlische leger heeft hierop een collectieve afstraffing van de Palestijnen georganiseerd. Er waren ook enkele nationalistische extreemrechtse betogingen en aanvallen in Israël waarbij onder meer een jonge Palestijn in Oost-Jeruzalem werd vermoord. Als reactie daarop ontstonden er grote protestacties en rellen onder Palestijnen in delen van Israël.

    Maar er waren ook enkele gezamenlijke anti-oorlogsacties van Joden en Arabieren in Tel Aviv, Jeruzalem en Haifa, acties waarin ook de Socialistische Strijdbeweging betrokken was (zie onderaan).

    We moeten het verzet tegen deze oorlog wereldwijd opvoeren en ook in Israël ingaan tegen de propaganda en het nationalistische opbod van de Israëlische leiders. Dit bloedbad is immers niet in het belang van de gewone Israëlische bevolking. Een meerderheid van de bevolking in Israël is voorstander van een onafhankelijke Palestijnse staat en een ontmanteling van de nederzettingen. Maar de regering van Netanyahu gebruikt de moord op drie Israëlische tieners en de raketaanvallen om de angst onder de bevolking te versterken en om een meedogenloze repressie te organiseren. Dit zal geen vrede of veiligheid brengen voor de bevolking.

    De pro-kapitalistische politieke leiders langs beide kanten van de nationale verdeeldheid hebben geen programma dat een einde kan maken aan de opeenvolgende bloedvergieten. De Palestijnse massa’s moeten hun eigen organisaties van onderuit opbouwen zodat ze een democratisch georganiseerde verdediging kunnen organiseren en offensieve initiatieven op basis van massastrijd kunnen opzetten, onder meer tegen de blokkades en inbeslagnames van grond.

    In Israël was er in 2011 een nooit geziene sociale beweging waarbij honderdduizenden op straat kwamen. Er is nood aan een nieuwe arbeiderspartij om de hoop van die beweging inzake degelijke huisvesting, diensten, lonen,… naar voor te brengen.

    Door de opbouw van nieuwe massale arbeiderspartijen en bewegingen in de regio is het mogelijk om tegen de agenda van de kapitalistische partijen in te gaan en er een einde aan te stellen zodat socialistische ideeën op de voorgrond treden. Het is op deze manier dat we tot een socialistisch Palestina en een socialistisch Israël kunnen komen als onderdeel van een socialistische confederatie van het Midden-Oosten waarin de basis ligt voor een toekomst zonder oorlog, terreur en armoede.

    • Stop het bloedbad! Stop de aanvallen op Gaza! Neen aan deze oorlog van de Israëlische regering van de grote bedrijven en de nederzettingen.
    • Stop de blokkade van Gaza. Voor een onmiddellijke terugtrekking van het Israëlische leger uit de Palestijnse gebieden. Het nationale conflict zal niet op militaire basis opgelost worden.
    • Voor een massastrijd van de Palestijnen onder hun eigen democratische controle die opkomt voor echte nationale bevrijding.
    • Voor onafhankelijke arbeidersorganisaties in Palestina en Israël.
    • Voor een onafhankelijk democratisch socialistisch Palestina naast een democratisch socialistisch Israël met twee hoofdsteden in Jeruzalem en een garantie op democratische rechten voor alle minderheden als onderdeel van een strijd voor een socialistisch Midden-Oosten en regionale vrede.

     [divider]

    Verenigd verzet tegen racistisch geweld

    Op 5 juli kwamen honderden Joden en Arabieren samen op straat in Haifa in een betoging tegen een eerdere extreemrechtse betoging die leidde tot racistisch geweld op Arabieren. Onder de sprekers op de tegenbetoging Shay Galy van de Socialistische Strijdbeweging die uithaalde naar het gefaalde zogenaamde vredesproces van de regering die “in minder dan negen maanden toelating gaf voor 13.000 nieuwe huizen in de nederzettingen, meer dan 500 [Palestijnse] huizen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem vernietigde, 61 Palestijnen vermoordde en 1.000 gewonden maakte.” Hij eiste: “Stop de militaire aanvallen in Gaza en stop de onderdrukking van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. We willen echte en gelijke veiligheid voor Palestijnen en Israëli.”

     

  • Israël/Palestina. Escalatiepolitiek van Netanyahu wakkert protestgolf aan

    Uittreksels van materiaal dat eerder werd gepubliceerd door de Socialistische Strijdbeweging, onze zusterorganisatie in Israël/Palestina.

    Momenteel heeft de Israëlische regering een nieuwe reeks luchtaanvallen en bombardementen op de belegerde bevolking van Gaza ingezet onder de naam ‘operatie beschermingsrand’. De dodentol in Gaza is in de huidige operatie al opgelopen tot 11, waaronder twee kinderen van minder dan vijf jaar oud. Maandag raakten minstens 75 Palestijnen gewond. Het is nog eens een stap in de escalatiepolitiek van de Israëlische regering die dreigt te leiden tot een breder conflict.

    De Israëlische premier Netanyahu en andere ministers voelden zich verplicht om de verschrikkelijke moord van de Palestijnse tiener Mohammad Abu-Khdeir in Oost-Jeruzalem te veroordelen, maar ze hielden het op krokodillentranen. De tragische ontwikkelingen van de voorbije weken tonen het beleid van aanhoudende repressieve bezetting van de Palestijnse gebieden en een agressief programma van Joodse nederzettingen.

    Israëlische nationalisten zijn uit op wraak na de moord op drie Israëlische tieners van wie de lijken op 30 juni werden gevonden. Deze roep naar wraak werd gedeeld door Netanyahu en andere vertegenwoordigers van de heersende partijen. Het komt hen goed uit dat ze de aandacht kunnen afleiden van de rampzalige gevolgen van hun beleid. Deze regering van de grote bedrijven en de nederzettingen probeert wanhopig de controle te behouden over de gebeurtenissen die ontwikkelden door de eigen acties en woorden van de regering.

    Een reeks racistische aanvallen door extreemrechtse Israëlische nationalisten in Jeruzalem – waarbij Abu-Khdeir op 2 juli om het leven kwam – leidde tot een golf van woede, protest en rellen in de Palestijnse gemeenschappen doorheen Israël. Het is de grootste protestbeweging onder Arabieren in Israël sinds jaren. Er waren ook gezamenlijke protestacties van Joden en Arabieren in Jeruzalem, Tel Aviv en Haifa. Daarbij werd geprotesteerd tegen de extreemrechtse aanvallen en tegen de oorlogstrom van de regering.

    Naarmate het Palestijnse protest zich verspreidde, deden de Israëlische media er alles aan om vooral in te zoomen op vernielingen en aanvallen op Joodse mensen. De redenen voor het protest, de discriminatie en de racistische aanvallen en de woede tegenover de bezetting werden zorgvuldig weg gelaten.

    Van de aanhoudende bezetting en blokkade van Palestijnse gebieden met enorme discriminatie op alle vlakken van het leven van de Arabische gemeenschap in Israël tot de aanhoudende racistische aanvallen, zorgt het regeringsbeleid tot een nieuw kruitvat van woede waarbij een deel nu tot explosie komt. Palestijnse jongeren zien hun toekomst vertrappeld worden door deze rechtse Israëlische regering en trekken daarom de straat op om te protesteren tegen een gevoel van vervreemding, woede en frustratie.

    Offensief van de regering

    Toen de regering-Netanyahu de ontvoering van de drie jongeren vernam, werd dit meteen gebruikt om de eigen politieke agenda naar voor te schuiven in een sfeer van versterkte nationalistische propaganda. Er werd meteen geprobeerd om de coalitieregering van Fatah en Hamas in de Palestijnse Autoriteit te verdelen.

    De Israëlische veiligheidsdiensten suggereerden dat de twee verdachten – die nog niet werden gevonden – jonge Hamas-activisten uit Hebron zijn. Hamas heeft iedere verantwoordelijkheid ontkend, het is mogelijk dat enkele aanhangers van Hamas buiten het medeweten van de leiders overgingen tot de moorden maar het kan even goed om mensen gaan die niets met Hamas te maken hebben.

    De regering is overgegaan tot een militaire campagne van collectieve afstraffing in de bezette gebieden. Zeven voornamelijk jonge Palestijnen werden door aanvallen op de Westelijke Jordaanoever omgebracht en minstens negen Palestijnen kwamen om het leven bij luchtaanvallen op de Gazastrook, onder deze doden was er een kind.

    De dreigementen om de huizen van de families van de vermeende moordenaars te vernietigen en de beslissing om het gezinshuis van de moordenaar van een politieagent die in buurt van Hebron werd neergeschoten te vernietigen, zijn voorbeelden van de collectieve straffen tegen gezinsleden die nochtans niet schuldig werden bevonden aan enig misdrijf. Bij een van deze aanvallen op familieleden raakte een baby van amper een maand oud gewond.

    De vernielingen en aanvallen hebben nog nooit de terroristische aanvallen verminderd. De ervaring leert net dat de motivatie voor dergelijke aanvallen onder de meest wanhopige delen van de Palestijnse samenleving dan net toeneemt om zo wraak te nemen. Een dergelijk beleid wordt gebruikt om de aandacht af te leiden van het feit dat de regering ook op vlak van veiligheidsbeleid heeft gefaald en de aanslagen niet kon stoppen. Dergelijke collectieve maatregelen worden nooit opgelegd tegen de families van veroordeelde Joodse moordenaars, zoals Baruch Goldstein, de extreemrechtse terrorist die verantwoordelijk was voor een bloedbad in Khalil/Hebron in 1993 waarbij 29 Palestijnen werden vermoord en meer dan 120 gewonden vielen.

    De pogingen van de Israëlische regering om Palestijnen te ‘ontmoedigen’ om over te gaan tot aanslagen, ontvoeringen of aanvallen zijn allemaal mislukt. De acties van de Israëlische troepen hebben geleid tot duizenden doden, maar geen enkel probleem werd opgelost. De ‘oorlog tegen het terrorisme’ door de regeringen van de grote bedrijven en de nederzettingen heeft enkel geleid tot meer bloedvergieten en het maakt de situatie enkel maar complexer.

    Tijdens de eerste Palestijnse Intifada van 1987 tot 1993 probeerde de Israëlische regering de rechtse Islamistische Hamas te versterken als antwoord op de seculiere Palestijnse organisaties die opkwamen voor het einde van de bezetting. Nu voert de regering een oorlog tegen Hamas waarbij zeker de bevolking in Gaza onder verschrikkelijke omstandigheden probeert te overleven. Dit legt de basis voor de groei van nieuwe reactionaire organisaties, waaronder groepen van het type van Al Qaeda.

    Gevaar van escalatie

    Tegen de achtergrond van de Ramadan, de regionale instabiliteit en de internationale druk op Israël ziet het er naar uit dat een meerderheid van de legerleiders en van de regering op dit ogenblik een grote militaire escalatie wil vermijden. Maar ondanks deze terughoudendheid wordt overgegaan tot verdere militaire aanvallen op Gaza, onder meer als ‘antwoord’ op het groeiende aantal projectielen dat vanop de Gazastrook naar Israëlische doelwitten wordt afgevuurd. De troepen werden klaargestoomd voor een eventuele escalatie en er is een mobilisatie langs de Gazastrook waarbij ook enkele reservisten werden opgeroepen.

    Bovendien gaat de regering over tot het inwilligen van de eisen van minister Naftali Bennett en de gemeenteraad van Yesha om nieuwe nederzettingen te bouwen. Netanyahu had het over nieuwe nederzettingen die worden opgezet in naam van de vermoorde tieners. Hij gebruikt hun dood om de politieke agenda van de rechtse kolonisten te promoten.

    Er is een groot gevaar van verdere escalatie van het geweld in de komende dagen en weken. Dat kan zowel als reactie op de militaire aanvallen, de politierepressie van protest of verdere terroristische aanslagen door individuen of groepen.

    De nationalistische demagogie wordt ook door de rechtse ministers Avigdor Lieberman en Naftali Bennett gedeeld. Zij ondernemen een poging om op racistische basis steun te mobiliseren en ze gebruiken daarvoor de woede en het gevoel van onveiligheid onder de Joodse bevolking. Ze pleiten voor een groot militair offensief op de Gazastrook, met andere woorden voor nog meer bloedvergieten. Dat zal niets oplossen, het leidt enkel tot meer doden en trauma’s. De bevolking van Gaza zal daar het hardste onder lijden, maar ook de Israëlische bevolking zal niet aan de gevolgen van het bloedvergiet ontsnappen. Een groot militair offensief zou immers onvermijdelijk leiden tot nieuwe aanslagen en geweld.

    Minister van Buitenlandse Zaken Lieberman kondigde aan dat de alliantie van zijn partij met de Likoed-partij van Netanyahu wordt opgezegd naar aanleiding van een meningsverschil rond Gaza. Lieberman maakte van de huidige spanningen ook gebruik om te pleiten voor het gedwongen annexeren van Arabische gemeenschappen in Israël bij een toekomstige Palestijnse staat. Hij wil de rechten van Palestijnse burgers in Israël niet erkennen en wil niet dat die gemeenschappen democratisch kunnen beslissen of ze in de toekomst aansluiting zoeken bij een Palestijnse staat. Zijn doel is een Israëlische staat zonder grote Palestijnse minderheid.

    Delen van het Israëlische establishment verzetten zich tegen een escalatie. Zo verklaarde de voormalige chef van de veiligheidsdienst Shin Bet, Yuval Diskin, afgelopen vrijdag op Facebook dat de regering verantwoordelijk is voor “een snelle verslechtering van de veiligheidssituatie”. Hij haalde uit naar de “illusie dat alles kan opgelost worden met wat meer troepen; de illusie dat de Palestijnen alles wat we op de Westelijke Jordaanoever doen aanvaarden zonder te reageren, ondanks hun woede, frustratie en slechter wordende economische situatie; de illusie dat de internationale gemeenschap geen sancties zal opleggen; dat de gefrustreerde Arabische burgers in Israël uiteindelijk niet op straat zullen komen; en dat de Israëlische publieke opinie het falende antwoord van de regering inzake het sociale beleid zal blijven aanvaarden op een ogenblik dat corruptie alles wegvreet dat goed is.” Hij waarschuwde dat zelfs indien de rust terugkeert de dreiging blijft bestaan en “indien daar niets aan wordt gedaan, zullen we met een nog ernstiger situatie geconfronteerd worden.”

    Het protest ontwikkelen

    Wanhopige daden van vandalisme en nationalistische aanvallen op burgers door een kleine minderheid van activisten zal niet tot een verandering van het beleid leiden en zal geen verbetering voor de jonge Palestijnen bekomen. Dergelijke acties vervreemden de gewone mensen die het slachtoffer van deze acties zijn, waarop de regering hen gebruikt als excuus voor hardere repressie van betogers in naam van “zero tolerance.”

    De omvang van het Palestijnse protest in Israël wijst niet alleen op de frustratie onder deze bevolking, maar ook op het potentieel van een bredere strijd tegen de regering van de grote bedrijven en de nederzettingen, tegen de aanvallen op de Palestijnen en tegen de bezetting. Deze strijd vereist de opbouw van een democratisch georganiseerde bredere protestbeweging van Joden en Arabieren met een programma en acties die ingaan tegen de Israëlische regering en tegen extreemrechts.

    Het opzetten van actiecomités in de wijken waar er betogingen zijn, kan een stap vormen om de strijd vooruit te helpen. Daarbij is er nood aan democratische beheerde zelfverdediging tegen de overheidsrepressie en om te vermijden dat betogingen uitmonden in rellen en nationalistische fysieke aanvallen. Deze comités kunnen eisen ontwikkelen om te antwoorden op de roep naar vrede en het oplossen van sociale tekorten. Dat zou een brede laag van Joden en Arabieren op gezamenlijke betogingen kunnen brengen waarbij ook arbeiderscomités en studentenorganisaties worden betrokken.

    Veel  Israëli verafschuwen de barbarij van extreemrechts en zijn het regeringsbeleid beu dat telkens meer geweld brengt in het nationale conflict terwijl tegelijk de sociale crisis dieper wordt. Een recente peiling van Knesset Channel wijst op een groeiende steun voor de Arbeiderspartij en Meretz, een uitdrukking van het feit dat ondanks de huidige nationalistische reactie een deel van de publieke opinie naar partijen kijkt die als ‘links’ worden bestempeld. Peilingen geven ook nog steeds aan dat een meerderheid van de Israëlische bevolking voorstander is van de ontmanteling van de nederzettingen en het beëindigen van de bezetting.

    De Socialistische Strijdbeweging komt op voor de vestiging van een nieuwe partij van de werkende bevolking, Joden en Arabieren, om de belangen van alle werkenden te verdedigen en een duidelijk socialistisch alternatief naar voor te schuiven op de tragedie die onvermijdelijk is als we de kapitalisten en nationalistische rechterzijde laten doen.

    We komen op voor:

    • Het versterken van het protest tegen extreemrechts en de regering-Netanyahu, een regering van het kapitaal en de nederzettingen. Ja aan gezamenlijke betogingen van Joden en Arabieren, neen aan nationalistisch geweld. Voor het opzetten van actiecomités in de wijken waar betoogd wordt om de strijd te organiseren.
    • Steun het recht op protest, neen aan politiegeweld. Voor democratische controle op de politie die onderworpen moet worde aan democratisch toezicht door wijkcomités. Ontslag van racistische agenten.
    • Haal het leger weg uit de Palestijnse gebieden! Stop de bezetting en de nederzettingen. Stop de politiek van ‘liquidaties’ en de aanvallen op Gaza. Het nationale conflict zal niet met militaire middelen opgelost raken.
    • Voor de vrijlating van alle Palestijnse politieke gevangenen. Voor een eerlijk proces van alle Israëli en Palestijnen die verdacht worden van verantwoordelijkheid bij misdaden in het conflict. Dit moet gebeuren in speciale publieke rechtbanken onder toezicht van vertegenwoordigers van de werkenden en de gemeenschappen langs beide kanten van het conflict en met de betrokkenheid van de getroffen Israëlische en Palestijnse families.
    • Voor een onafhankelijke democratische socialistische Palestijnse staat naast een democratisch socialistisch Israël met twee hoofdsteden in Jeruzalem en gelijke rechten voor alle minderheden, als onderdeel van de strijd voor een socialistisch Midden-Oosten en regionale vrede.

     

    [divider]

    Eenheid tegen racistisch geweld

    Op 2 juli betoogden ongeveer 1.000 mensen in het centrum van Jeruzalem onder de slogan “rouw, geen wraak”. De actie was georganiseerd door de alliantie ‘Tag Meir – Licht in plaats van terreur”. Nadien trokken enkele betogers naar de kantoren van de premier om te protesteren tegen de oorlogstrom van de premier die het geweld van extreemrechts verder aanwakkert.

    Een dag later waren er meer dan 1.000 betogers op het Habima-plein in Tel Aviv, eveneens in een betoging tegen de rol van de regering en tegen de bezetting.

    Op 5 juli betoogden 300 Joden en Arabieren in het centrum van Haifa als reactie op een betoging twee dagen eerder van een dertigtal extreemrechtse activisten die slogans als “Dood aan de Arabieren” meedroegen. Onder de sprekers op de tegenbetoging Shay Galy van de Socialistische Strijdbeweging die uithaalde naar het gefaalde zogenaamde vredesproces van de regering die “in minder dan negen maanden toelating gaf voor 13.000 nieuwe huizen in de nederzettingen, meer dan 500 [Palestijnse] huizen op de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem vernietigde, 61 Palestijnen vermoordde en 1.000 gewonden maakte.” Hij eiste: “Stop de militaire aanvallen in Gaza en stop de onderdrukking van de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem. We willen echte en gelijke veiligheid voor Palestijnen en Israëli.”

    De familie van een van de drie vermoorde Israëlische tieners heeft de moord op de jonge Palestijn Abu-Khdeir publiekelijk veroordeeld en nam contact op met zijn familie om hun medeleven te betuigen. Palestijnen uit Hebron gingen naar het huis van dezelfde Israëlische familie (die niet in een nederzetting woont) om hun medeleven te betuigen.

     

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop