Tag: flexi-jobs

  • Uitbreiding van flexi-jobs. Regering zet sociale afbraak door

    Staking bij McDonald’s in Groot-Brittannië

    In het kader van de neoliberale aanvallen in het Zomerakkoord besliste de regering-Michel om de toepassing van de flexi-jobs uit te breiden. Dat speciale statuut werkt als volgt: de werkgever stelt een werknemer een contract voor zonder een welomschreven arbeidstijd, zonder uurrooster en zonder de normale verloning in de sector. Deze contracten laten de werkgevers toe om pas op het laatste moment personeel in te zetten en dit aan een loon van minstens 9,88 euro per uur. Als kers op de taart wordt slechts 25% werkgeversbijdrage betaald. Anders gezegd: het is een blanco cheque voor de werkgevers zonder enige garantie op arbeidsvoorwaarden of inkomsten voor de werkende.

    Artikel door Baptiste (Bergen)

    Jobs, jobs, jobs?

    Deze flexi-jobs bestaan sinds 2015 in de horeca. Het kan toegepast worden op mensen die minstens 4/5e werkten in de voorafgaande periode. Vanaf 1 januari 2018 wordt het mogelijk om ook in de detailhandel met deze contracten te werken en om er gepensioneerden mee aan te werven. De regering-Michel geeft aan dat dit slechts het begin is. Volgens staatssecretaris van Fraudebestrijding Philippe De Backer (Open VLD) is de maatregel gericht op het bestrijden van zwartwerk in de horeca. In werkelijkheid gebruikt de regering het probleem van zwartwerk in de horeca om onzekere en slecht betaalde contracten te formaliseren. Daarmee wordt bijgedragen aan de uitbouw van een lageloonsector.

    Deze flexi-jobs leveren geen enkele nieuwe job op. Integendeel: gewone contracten komen onder druk door deze sociale dumping. In de horeca en de handel zijn de meeste jobs deeltijds omdat dit een grotere flexibiliteit inzake uurroosters mogelijk maakt. Met de flexi-jobs hebben de werkgevers er geen belang bij om iemand vast aan te werven of om de bestaande contracten te verbeteren.

    Wij zijn geen wegwerp-personeel!

    Zonder algemene strijd tegen de regering-Michel beperkte het antwoord van de vakbonden zich tot een procedure voor het Grondwettelijk Hof om de flexi-jobs in de horeca te betwisten. Er werd onder meer gewezen op een discriminatie tussen werkenden op dezelfde werkplaats. Deze betwisting werd verworpen. Het zwakke antwoord van de vakbonden versterkt de agressie van de regering die er nu nog een schep bovenop doet.

    Juridische procedures mogen nooit in de plaats van strijd komen. Strijd is de enige manier om nieuwe sociale verworvenheden af te dwingen. Recent was er voor het eerst in de Britse geschiedenis een staking bij McDonald’s. In twee vestigingen werd gestaakt tegen de onhoudbare arbeidsomstandigheden met nulurencontracten (het soort contract waar de regering hier met de flexi-jobs naartoe wil) en lage lonen. De stakers eisen het einde van de nulurencontracten en een minimumloon van 10 pond per uur. Dergelijke offensieve eisen laten toe om solidariteit op te bouwen onder het personeel van andere vestigingen om zo een sterkere krachtsverhouding te krijgen.

    De flexi-jobs zijn een zware aanval op de arbeidsomstandigheden. Deze maatregel kan enkel door strijd gestopt worden. Een mobilisatiecampagne in de horeca en de handel is noodzakelijk. Zo kunnen we solidariteit opbouwen en samen in actie gaan voor echte contracten. Het kan ook bijdragen aan de heropstart van de algemene strijd tegen deze regering.

  • Het tijdperk van de nieuwe slavernij

    Flexi-jobs, gemeenschapsdienst voor werklozen, langdurig zieken aan de slag, …

    Bart De Wever heeft zijn best gedaan om ervoor te zorgen dat we de feestdagen snel vergeten waren. Hij begon het jaar met een frontale aanval op de sociale zekerheid. “Het is wel duidelijk dat als we op de sociale zekerheid niet extra besparen, we helemaal niet meer besparen. Enkel daar valt nog veel geld te rapen,” vertelde hij in De Tijd (9 januari).

    Dossier door Nicolas Croes

    Werken tot je erbij neervalt. Letterlijk

    Het gaat niet om een kleine besparing. Volgens Di Rupo (PS), die zich baseert op de berekeningen van de Nationale Bank, moet de federale regering nog 6 miljard euro vinden om tegen 2018 een begroting in evenwicht te hebben. Of dacht de regering de besparingen tegen de eisen van de Europese Commissie in uit te stellen?

    De N-VA-voorzitter stak zijn bewondering voor de recepten van de Britse conservatieven nooit onder stoelen of banken. Het thatcherisme is de hoeksteen van zijn politieke filosofie van “meelevend conservatisme” en het principe waarbij vooral de plichten en niet de rechten van mensen centraal staan. Zo denkt De Wever dat het niet mogelijk is om de langdurig zieken niet aan te pakken: zij moeten zo snel mogelijk aan de slag. Het zou een besparing op de sociale zekerheid moeten opleveren, net als de versnelde afbouw van het brugpensioen, de beperking van werkloosheidsuitkeringen in de tijd, de stopzetting van de terugbetaling van een aantal dure behandelingen, verlaging van de pensioenen, …

    Aan de andere kant van het Kanaal zien we de gevolgen van deze opvattingen. De conservatieve regering van David Cameron voerde er het programma ‘fit for work’ door. Er werd begonnen met de uitsluiting van langdurig zieken om hen terug aan het werk te zetten. Dit gebeurde vanaf 2011. Aanvankelijk weigerde het ministerie van arbeid cijfers vrij te geven van het aantal ‘fit verklaarde’ langdurig zieken die meteen na hun herintrede op de arbeidsmarkt overleden. Deze cijfers zouden “verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden”, luidde de redenering van de regering. Na protest en onder meer een petitie die door 250.000 mensen getekend werd, kwamen er in augustus 2015 dan toch cijfers.

    Daaruit blijkt dat tussen december 2011 en februari 2014, iets meer dan twee jaar dus, 2.650 uitkeringsgerechtigde zieken korte tijd nadat ze ‘fit verklaard’ waren overleden. Het is inderdaad mogelijk om op de sociale zekerheid te besparen door de mensen te laten werken tot ze er letterlijk bij neervallen.

    Op 12 februari verklaarde ook minister Maggie De Block (Open Vld) op een debat van de werkgeversorganisatie Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO): “We zullen een mechanisme creëren om langdurig zieken te responsabilseren.” Dit ligt in de lijn van het regeerakkoord. Er wordt hierover gediscussieerd omdat er steeds meer zieken zijn. Zo zijn er studies over het groeiend aantal fysieke klachten, depressies en burn-outs, … Het is een logisch gevolg van de wijze waarop de arbeidsmarkt werkt.

    Hoeveel bedrijven – private en publieke – hebben niet bespaard door gepensioneerden niet langer volledig te vervangen? Hoeveel studies zijn er niet verricht om zelfs de minste seconde tijd te winnen, onder meer door toiletbezoeken tot een minimum te herleiden? Wat hadden de politici dan wel verwacht toen ze beslisten dat oudere werknemers langer aan de slag moeten blijven? In De Tijd schreven Pieter Blomme en Jasper D’Hoore: “De stijging van de uitgaven voor langdurig zieken is deels het gevolg van de beslissing om het systeem van brugpensioen af te bouwen, waardoor de arbeidsongeschiktheid een soort communicerend vat is met de werkloosheid.”

    Offensief tegen alle werkenden

    De Wever wil niet alleen op sociale zekerheid besparen. “We moeten nagaan of we de flexi-jobs ook niet buiten de horeca kunnen invoeren. Ook inzake de nachtarbeid voor e-commerce moeten we misschien nog wat verder gaan. En natuurlijk moeten we onze soms te rigide arbeidsmarkt durven te versoepelen. Ik denk aan het ontslagrecht, maar ook aan de anciënniteitsverloning. En aan de herinvoering van de proefperiode bij vaste contracten, die door de vorige regering werd geschrapt.” We wisten al dat werklozen en zieken in de logica van De Wever profiteurs zijn, maar blijkbaar zijn ook werkenden rotverwend.

    Om ‘onze’ concurrentiepositie te versterken, willen De Wever en co alle werkenden aanpakken. Daartoe probeert hij meteen om verschillende groepen werkenden tegen elkaar op te zetten. Ook met dit voorstel staat N-VA niet alleen. Gwendolyn Rutten van Open Vld stapt maar al te graag mee in het neoliberaal opbod van sociale afbraak. Ze verklaarde in juli reeds: “De horeca is een testcase, ook voor de nieuwe economie. Als dit flexstatuut werkt, kunnen andere sectoren er ook gebruik van maken.” Ter herinnering: een flexi-job is goed voor een uurloon van minstens 9,5 euro waarbij bruto gelijk is aan netto en de werkgever elke dag kan zien of een flexi-werker wordt opgeroepen.

    In het regeerakkoord werden nog enkele voorstellen gedaan die sindsdien nog niet terug opgediept werden; denk maar aan de verplichte gemeenschapsdienst voor langdurig werklozen.

    Vakbonden onder vuur

    De rechtse regering droomt ervan om de lageloonsector drastisch uit te breiden. Ze willen een arbeidsmarkt waar de werkenden geen rechten hebben, enkel plichten tegenover hun werkgever in ruil voor een armoedig loontje en zonder sociale bescherming. Om dat erdoor te krijgen, wil de regering het sociaal verzet breken. Dat is de reden waarom De Wever aanvallen op de vakbonden blijft lanceren.

    Zo stelde hij in hetzelfde interview in De Tijd dat de vakbonden en mutualiteiten miljoenen krijgen voor het beheer van de uitbetalingen. Het is echter duidelijk dat op die 227 miljoen euro niet veel bespaard kan worden:de overheidsinstelling van de Hulpkas is duurder dan de vakbonden die verlies maken aan de organisatie van de uitbetaling van de uitkeringen. Als De Wever dit aanhaalt, is het om een rookgordijn op te trekken. Elke gelegenheid om een extra aanval op de vakbonden in te zetten wordt aangegrepen en is vooral gericht op de discussies over minimale dienstverlening en beperking van het stakingsrecht.

    Niet alle werkgevers zijn enthousiast over de aanhoudende provocaties. De N-VA blijft de vakbonden zien als lege dozen die niets voorstellen, De Wever ziet de kracht van de georganiseerde arbeidersbeweging niet. Sommige werkgevers vrezen echter dat de arrogantie te ver doorslaat en dat het beter is om niet teveel olie op het vuur te gieten. Zo verklaarde het VBO dat er effectief in de sociale zekerheid kan bespaard worden, maar dat de voorstellen rond langdurig zieken te ver gaan. Zelfs bij de Vlaamse werkgevers van VOKA, niet meteen een organisatie die als gematigd bekend staat, was er kritiek. Zoals Luc Van Der Kelen in Het Laatste Nieuws opmerkte: “De voorzitter van de N-VA heeft de vakbonden eraan herinnerd wie hun grootste vijand is. En alles wijst erop dat ze dankzij hem morgen opnieuw front zullen vormen.” Dat is wat niemand in het establishment wil.

    Hopelijk komt er inderdaad een front van verzet met een opbouwend actieplan zoals dat in de herfst van 2014 toen we de regering aan het wankelen kregen. We moeten daar een voorbeeld aan nemen, niet aan de acties zonder perspectief die we in 2015 zagen. In 2014 verloren we een kans om de regering ten val te brengen, maar dit betekent niet dat alles verloren is. De sociale verkiezingen zullen ongetwijfeld de kracht van ons aantal opnieuw bevestigen; bij de vorige waren er 130.000 kandidaten. Wellicht zullen er nu ook heel wat nieuwe strijdbare kandidaten verkozen raken die hun eerste ervaringen opdeden in het actieplan van 2014.

    Jammer genoeg lijken de meeste vakbondsleiders ervan uit te gaan dat we de regering beter kunnen uitzitten. Voor onze levensstandaard is die strategie onverantwoord: de aanvallen en besparingen zullen blijven komen. En wie zegt dat er na de volgende verkiezingen een andere regering of een ander beleid komt? De Britse vakbondsleiders dachten ook van de eerste regering-Cameron uit te zitten, maar die werd in een context van demoralisatie en gebrek aan politiek alternatief opgevolgd door een tweede regering-Cameron die nog harder bespaart.

  • De Wever wil geld halen bij zieken en werklozen

    “Wij besparen uw levensstandaard kapot” is de eigenlijke slogan van deze rechtse bende.

    Eind 2014 gaven peilingen aan dat 85% van de Vlamingen voorstander was van een vorm van vermogensbelasting. Deze toch wel erg brede grondstroom in de samenleving krijgt niet waar ze om vraagt. De regering deed met de tax shift het omgekeerde: de zwakste schouders de grootste lasten laten dragen om uit te delen aan de meest vermogenden. En nu wil De Wever daar nog verder in gaan. Wie dacht dat deze regering zou stoppen na eerste besparingsronden, vergist zich. Op de besparingswoede van De Wever en co staan geen remmen.

    Nu lanceerde hij in De Tijd – zowat de enige krant waarmee hij nog niet gebotst heeft – het standpunt dat in de sociale zekerheid nog kan bespaard worden. “Het is wel duidelijk dat als we op de sociale zekerheid niet extra besparen, we helemaal niet meer besparen. Enkel daar valt nog veel geld te rapen.” Zo wil De Wever langdurig zieken sneller terug aan de slag krijgen. Dat is wat zijn Britse voorbeeld Cameron al langer doet, met onder meer als resultaat dat tussen december 2011 en februari 2014 bijna 2.500 pas fit verklaarde langdurige zieken meteen na hun herintrede op de arbeidsmarkt overleden. Werken tot je erbij neervalt, in letterlijke betekenis, is  goedkoper voor de sociale zekerheid.

    Om de gewenste aanval op werklozen en zieken verkocht te krijgen, wees De Wever op de miljoenen die vakbonden en mutualiteiten krijgen voor het beheer van de betaling van uitkeringen. Het is echter duidelijk dat op die 227 miljoen euro niet veel bespaard kan worden, de overheidsinstelling van de Hulpkas is duurder dan de vakbonden die verlies maken aan de organisatie van de uitbetaling van de uitkeringen. Als De Wever dit aanhaalt, is het om een rookgordijn op te trekken. De besparing die hij voor ogen heeft, treft in de eerste plaats de werklozen en langdurig zieken. Dat verstoppen achter een goedkope aanval op de vakbonden wijst er vooral op dat De Wever wild om zich heen trapt. Zo wild dat zelfs VOKA topman Johann Leten er zich tegen uitsprak. In Het Belang van Limburg verklaarde editorialist Dominiek Claes daarover: “Wij worden het ook moe.” Een detail: dat De Wever voorzitter is van een partij die jaarlijks 12,3 miljoen euro aan overheidsdotaties krijgt, ziet hij niet als iets waar nog besparingen te rapen vallen.

    De tweede aanval die De Wever wil inzetten, is op de arbeidsmarkt. Hij wil flexi-jobs veralgemenen, een soepeler ontslagrecht, het einde van anciënniteitsverloning, … Blijkbaar vindt De Wever dat niet alleen zieken en werklozen ‘profiteren’ maar dat ook werkenden het veel te goed hebben. Degelijke lonen en arbeidsvoorwaarden zijn immers niet goed voor ‘onze’ concurrentiepositie. Is het omdat De Wever weet dat verdere aanvallen op de levensstandaard van de werkenden – na de eerdere indexsprong, afbouw van openbare diensten, allerhande taksen zoals die van Turtelboom, verhoogde pensioenleeftijd, … – onvermijdelijk het ongenoegen verdere zullen aanwakkeren en tot vakbondsprotest kunnen leiden, dat hij nu meteen al een aanval op de vakbonden inzet?

    Vorige week was De Wever nog te gast bij VOKA-Antwerpen om er – vooraleer tot het verorbenen van een luxeueze viergangenmenu werd overgegaan (neen, bij VOKA worden geen 1-euromaaltijden geserveerd) – zijn vrienden bij de werkgevers te paaien. De vrienden van De Wever zitten bij de superrijken en de ondernemers. Werkenden hebben aan De Wever geen vriend. De rechtse politicus lijkt immers vastberaden te zijn om te volharden in de aanval op onze levensstandaard en daarbij duldt hij geen tegenspraak van coalitiepartners. Het enige waar hij naar zal luisteren, is ons verzet waarmee we de regering ten val brengen. Dat is mogelijk, het actieplan eind 2014 deed de regering al wankelen. Laat ons die strijd terug opnemen en doorgaan tot de val van deze regering!

     

    haalhetgeldwaarhetzit

  • Tenzij we de regering stoppen, volgen nog jaren van besparingen en sociale dumping

    Rutten wil laagbetaalde flexi-jobs veralgemenen, De Wever spreekt over nog “twee à drie jaar” besparen.

    De vergelijking werd nog niet expliciet gemaakt, maar de retoriek van de rechtse partijen doet denken aan het beruchte licht aan het einde van de tunnel in de jaren 1980. Het einde van de aanvallen en besparingen wordt beloofd, maar in het beste geval pas binnen enkele jaren. We moeten nog even volhouden, er is al licht aan het einde van de tunnen te zien. Maar we weten natuurlijk dat er steeds nieuwe argumenten zullen opduiken om dat licht aan het einde van de tunnel verder uit te stellen. Het wordt slechts als excuus gebruikt om jarenlang hard te besparen en op onze levensstandaard in te beuken.

    De Antwerpse schaduwpremier bevestigde dit uitdrukkelijk in ‘Het Nieuwsblad’: “Voor de meeste partijen is een jaar besparen al veel. We moeten dat nog twee à drie jaar volhouden, er is geen alternatief.” Waar hebben we dat nog gehoord dat er geen alternatief is? En nog: “Ik hoop voor 2016 dat iedereen nu op de trappers gaat staan, en niet voortdurend probeert om op de bagagedrager te gaan zitten.” Mogelijk wil hij met deze laatste opmerking de sfeer in het kibbelkabinet opkrikken? Of is het omdat de druk op CD&V om in de harde besparingen mee te stappen steeds gewerkt heeft?

    Volgens De Wever moet er dus nog twee tot drie jaar, toevallig tot aan de volgende verkiezingen, hard bespaard worden naar het model van wat we reeds over ons kregen. Ter herinnering, het ging onder meer om een indexsprong waarmee we duizenden euro’s inleveren, afbouw van de openbare diensten, besparingen op diverse uitkeringen, verhoging van de pensioenleeftijd, tal van nieuwe taksen, … terwijl de grote bedrijven een nooit gezien cadeau van enkele miljarden kregen met de tax shift. Dit zou dus ook de komende jaren op de agenda staan. Het betekent ongetwijfeld nog nieuwe indexsprongen, totale uitholling van de sociale zekerheid en verdere afbouw van openbare diensten. Het plaatst de discussie over de NMBS meteen in perspectief: niet het personeel zorgt daar voor de vele problemen, maar de besparingsregering. Maar er zullen nog nieuwe fronten moeten geopend worden, denk maar aan de arbeidsmarkt.

    In zijn neoliberale offensief wordt De Wever zoals steeds gesteund door de andere liberalen. Gwendolyn Rutten mocht dan wel fors uithalen naar een aantal uitspraken van De Wever die ze als zever omschrijft, over de neoliberale aanvallen vormen Rutten en De Wever twee handen op één buik. Rutten stelt uitdrukkelijk dat een volgende nieuwe aanval op de arbeidsmarkt zal uitgevoerd worden. Ze stond reeds vooraan voor de invoering van flexi-jobs in de horeca: laagbetaalde jobs aan 9,5 euro per uur waarbij bruto gelijk is aan netto (en de inkomsten voor de sociale zekerheid en de overheidsmiddelen dus meteen afnemen) en waarbij een job eerder wordt gezien als een mogelijkheid om een centje bij te verdienen.

    Dit soort sociale dumping doet denken aan wat ook gebeurde in sectoren als de bouw en het wegtransport. Daar is er een opmars van arbeidsvoorwaarden die aan slavenarbeid doen denken. Samen met de verplichte gemeenschapsdienst voor werklozen – als er toch werk is, waarom wordt dan geen deftig contract aangeboden? – die aan dwangarbeid doet denken, zien we waar hun ‘modernisering’ van de arbeidsmarkt toe leidt: een terugkeer naar een duister verleden van slavernij en dwangarbeid. Wij moeten voor steeds flexibeler voor minder loon werken zodat hun winsten veilig gesteld worden. Dat is waar de rechtse regering voor gaat. En dat willen de liberalen in zoveel mogelijk sectoren realiseren, denk maar aan de havenarbeid.

    Rutten wil de flexi-jobs in de horeca uitbreiden: “Dat mag van ons een algemeen principe worden. Maar laat ons beginnen met het uit te breiden naar andere sectoren en mogelijk te maken voor gepensioneerden.” Rutten wil dus de sociale dumping veralgemenen en straks kunnen de pensioenen verder omlaag als gepensioneerden voor een iet of wat leefbaar inkomen moeten bijklussen. Zo moet de pensioenleeftijd niet verder omhoog, om rond te komen moeten gewone gepensioneerden dan werken tot ze erbij neervallen.

    Het doet denken aan de nulurencontracten in Groot-Brittannië waar werknemers geen enkele garantie op werk hebben bij het sluiten van een contract, maar tot een uur op voorhand kunnen opgeroepen worden als er werk is. Het leidt tot onzekere en lage inkomens voor de werkende naast een onmogelijk sociaal leven. Toch zijn er al een miljoen dergelijke nulurencontracten. De opgedreven flexibiliteit en harde aanpak van uitkeringstrekkers leidt in Groot-Brittannië tot een explosieve groei van de voedselbanken. Het Britse beleid om langdurig zieken aan het werk te zetten, leidde er volgens regeringscijfers toe dat tussen december 2011 en februari 2014 2.380 mensen om het leven kwamen vlak nadat ze “fit for work” verklaard waren. Dit is letterlijk werken tot je erbij neervalt. Begin 2014 was er zelfs een geval van een langdurig zieke die werd opgeroepen om werkbekwaam verklaard te worden en tijdens het onderzoek zelf overleed. Gezondheidsspecialisten wijzen op een significante toename van problemen inzake geestelijke gezondheid als gevolg van het gevoerde beleid. Dit is het voorbeeld voor De Wever en Rutten.

    Een veralgemening van flexi-jobs zal niet leiden tot extra jobs. Zelfs de liberale professor Marc De Vos waarschuwt hiervoor en waarschuwt voor “een aanzuigeffect voor wat in wezen tweederangsbanen zijn.” Hij stelde nog: “Er zit een zekere perversiteit in deze logica. Blijkbaar zijn horecazaken een poel van zwartwerk. Dat ga je dan wit maken door de arbeid gratis te maken. Terwijl je er eigenlijk van zou moeten uitgaan dat mensen de wet respecteren en sociale bijdragen betalen. (…) Het is net alsof je tegen fiscale fraudeurs zegt dat ze voortaan legaal een deel van hun belastingen niet meer hoeven te betalen.” Voor die laatste suggestie van De Vos – legaal een deel van de belastingen niet meer betalen – kunnen de bedrijven onder meer op de tax shift rekenen. Fraudeurs kunnen op de afkoopwet rekenen indien het toch tot een vervolging dreigt te komen. Het punt van De Vos over de flexi-jobs is wel correct: het leidt niet tot nieuwe jobs, maar tot een veralgemening van slechte arbeidsvoorwaarden. Misschien moeten de politici zelf de proef op de som nemen en vooraleer ze werkenden in andere sectoren tot flexi-jobs veroordelen, deze maatregel in hun eigen sector invoeren? Ministers en parlementsleden die enkele maanden verplicht moeten rondkomen met het inkomen van een flexi-werker in de horeca, het zou voor zowat alle politici een grote schok zijn. Of zou de politiek geen sector zijn waar Rutten de flexi-jobs voor wil veralgemenen?

    Als we deze regering niet stoppen, staan we voor niet afhoudende aanvallen op onze levensstandaard. Het Britse voorbeeld toont aan dat er steeds verder kan gegaan worden. Als we ons verzet niet organiseren tegen het besparingsbeleid, geraken de neoliberalen met veel weg. Bij gebrek aan ernstige oppositie won Cameron zelfs de verkiezingen na een jarenlang besparingsbeleid. Rechts staat klaar voor nieuwe aanvallen, maar waar blijft onze verdediging? Het actieplan eind 2014 toonde de mogelijkheid om de aanvallende regering aan het wankelen te brengen, maar er kwam geen vervolg. Een afwachtende houding langs onze kant wordt afgestraft met nieuwe besparingen.

    We zullen onze strijd opnieuw moeten organiseren om dit tegen te gaan. De sociale verkiezingen die dit jaar plaatsvinden, zullen opnieuw de kracht van de arbeidersbeweging tonen. Bij vorige sociale verkiezingen waren er maar liefst 130.000 kandidaten. Nu kunnen de sociale verkiezingen gebruikt worden om strijdbare delegaties te versterken en strijdbare collega’s sterker op de voorgrond te brengen in verschillende bedrijven. De sociale verkiezingen moeten ook gebruikt worden om een volgende ronde in de strijd tegen de rechtse regering voor te bereiden. De aanvallen van de rechtse regering treffen iedereen op elke werkvloer, het verzet ertegen zal dan ook op elke werkvloer moeten georganiseerd worden.

    De kracht van de arbeidersbeweging is nog steeds bijzonder groot. Zelfs na een periode van aarzeling, onduidelijkheid en een zekere demoralisatie kwamen er op 7 oktober vorig jaar 100.000 betogers naar Brussel om duidelijk te maken dat de woede nog steeds groot is. Het zal erop aankomen om het enorme ongenoegen te organiseren en een perspectief te bieden van een strijd waarmee we kunnen winnen. Duidelijke ordewoorden en alternatieven op het besparingsbeleid zijn nodig. Met LSP zullen we daar verder voor opkomen, versterk ons daarin en sluit je aan! Kom met ons op voor een socialistisch alternatief op de waanzin van het besparingsbeleid.

  • Horeca: flexi-jobs aan 9,5 euro per uur zonder werkzekerheid

    Deze zomer heeft de ministerraad beslist om maatregelen te nemen rond tewerkstelling in de horeca. Met flexi-jobs en goedkope overuren krijgen de werkgevers enorm veel mogelijkheden. Voor Gwendolyn Rutten (Open Vld) is het slechts een opstap: “De horeca is een testcase, ook voor de nieuwe economie. Als dit flexstatuut werkt, kunnen andere sectoren er ook gebruik van maken.”

    Een flexi-job is mogelijk voor wie drie kwartalen minstens vier  vijfden elders werkt of gewerkt heeft. Onder het mom van bijverdienen in de horeca is het dan mogelijk om aan een hongerloon van minstens 9,5 euro per uur te werken, waarbij geen baremaverhogingen mogelijk zijn en waarop geen bijdragen aan sociale zekerheid of bedrijfsvoorheffing betaald worden. De werkgever betaalt enkel een bijzondere bijdrage. Het argument is dat er in de vorige tewerkstelling van minstens vier vijfden al voldoende aan de sociale zekerheid is bijgedragen…

    Er is geen minimumtermijn om de werknemer te verwittigen wanneer hij of zij moet werken, er kan dag per dag gekeken worden of en hoeveel flexi-werkers worden opgeroepen. Een contract voor een flexi-job moet niet noodzakelijk schriftelijk worden opgesteld, een mondeling contract met een dagelijkse aangifte is eveneens mogelijk. De stap naar nulurencontracten, waarbij een contract geen garantie op werkuren en bijhorend loon omvat, wordt wel heel klein.

    Ook voltijds personeel in de horeca wordt onder druk gezet. Het aantal overuren dat dit personeel mag kloppen, wordt verhoogd tot 360 per jaar. Dat zijn er bijna twee per normale werkdag. Een overurentoeslag voor deze uren wordt afgeschaft en zelfs de zon- en feestdagtoeslagen verdwijnen. De regel van een vlak loontarief bij de flexi-jobs wordt dus stilaan veralgemeend tot de volledige sector.

    Deze voorstellen vormen een aanval op de bescherming van werknemers, de lonen en de sociale zekerheid. Het is onderdeel van de invoering van een steeds grotere lageloonsector waarin werkenden geen rechten hebben, maar in ruil voor een hongerloon dag en nacht ter beschikking van hun werkgever moeten staan.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop