Tag: Ecolo

  • Willen de groenen hun electorale afgang van 2003 recycleren?

    Foto: Jean-Marie

    Een drastische verhoging van het defensiebudget, een onmenselijk migratiebeleid, bevriezing van de lonen… De Vivaldi-regering is niet zo brutaal als de vorige Zweedse coalitie, maar het blijft een rechtse regering. Na de vorige verkiezingen hoopten sommigen dat een groene regeringsdeelname voor verandering zou zorgen. Daar blijft ondertussen weinig van over. Zijn Ecolo en Groen op weg naar een nieuwe afstraffing zoals in 2003, na hun vorige rampzalige regeringsdeelname.

    door Julien (Brussel) uit maandblad De Linkse Socialist

    In 1999 wonnen de groenen de verkiezingen, tegen de achtergrond van een dioxineschandaal dat duidelijk maakte dat onze voedselveiligheid niet compatibel is met winstbejag. De groenen verdedigden in 1999 de eis van collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met compenserende aanwervingen. Ze eisten de afschaffing van gesloten asielcentra. Verder speelden ze in op de woede van een groot deel van de bevolking over politieke corruptieschandalen, de affaire-Dutroux, het protest tegen het repressieve asielbeleid na de dood van Semira Adamu (die in 1998 bij een gedwongen uitwijzing om het leven kwam), de opstand tegen de Franstalige onderwijsbesparingen … De groene verkiezingsoverwinning leidde tot regeringsdeelname. En toen werd het stil, heel stil. En erger. 

    De paarsgroene regering verlaagde de werkgeversbijdragen in 2000 met 60 miljard Belgische Frank (ongeveer 1,5 miljard euro) en een jaar nadien met 80 miljard frank. De privatiseringen werden verdergezet bij Belgacom en de Post. De groene minister Aelvoet kwam in opspraak door wapenleveringen aan de “prille democratie” Nepal. Ecolo schrijft de zware nederlaag van 2003 vandaag graag toe aan de afgelasting van de Grote Prijs van Francorchamps in 2003 naar aanleiding van de antirookwet. De waarheid is dat de groenen verkozen werden met een links programma en vervolgens een rechts beleid voerden. Dat werd afgestraft. 

    De belangrijkste overwinning waarmee de groenen toen konden uitpakken, was het akkoord om de kerncentrales tussen 2015 en 2025 te sluiten. Vandaag blijven de groene regeringspartijen voorstander van een totale uitfasering, maar enkele coalitiegenoten pleiten luidruchtig voor een verlenging van de levensduur van de kerncentrales. Vertrouwen op een akkoord in achterkameronderhandelingen is in het beste geval naïef. De groenen hadden beter gebruik gemaakt van de grote klimaatprotesten de afgelopen jaren om een krachtsverhouding uit te bouwen voor de nationalisatie van de energiesector om een duurzame en sociaal rechtvaardige energietransitie af te dwingen. Dat veronderstelt echter de wil om de confrontatie met het kapitaal aan te gaan en daar wringt net het schoentje. 

    Als ze echt geen lessen willen trekken uit hun electorale afgang in 2003, dan dreigen de groenen zich voor een tweede keer aan dezelfde steen te stoten.

  • Linkse meerderheden mogelijk in Wallonië en Brussel

    Twee jaar geleden deed het Waals ABVV een oproep voor een linkse coalitie in Wallonië. Toen hadden PS, Ecolo en PTB samen 36 van de 75 zetels. Vandaag beschikken dezelfde partijen wel over een meerderheid van 45 zetels.

    Artikel door Nicolas Croes uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Tot voor kort beperkte de PS zich doorgaans tot het argument van het minste kwaad: ‘zonder ons zou het erger zijn.’ Die benadering botste met de sterke groei van een concurrent op de linkerflank. De groei van de PTB (PVDA) dwong de PS om een linksere campagne te voeren rond tien “rode lijnen.”

    Bij deze prioritaire thema’s onder meer: minimumpensioen van 1.500 euro netto per maand voor een volledige loopbaan, minimumloon van 14 euro bruto per uur, verhoging van de sociale uitkeringen tot boven de armoedegrens, een belasting op grote erfenissen (van meer dan 1,25 miljoen euro met uitsluiting van een persoonlijke woning en vermogen verbonden met een beroepsactiviteit), de ontwikkeling van het openbaar vervoer met onder meer een investering van 3 miljard euro in de NMBS, …

    Waarom werd geen enkele stap in deze richting gezet tussen 1988 en 2014, toen de PS ononderbroken aan de macht was? Destijds rechtvaardigde de PS de compromissen en asociale maatregelen met het argument dat toegevingen nodig waren aan de coalitiepartners. We kunnen niet alleen regeren en bijgevolg ons programma niet realiseren, luidde het. Dat argument kan nu van tafel geveegd worden. ‘Hola, wacht eens even’, lijkt de reactie van PS en Ecolo op die vaststelling te zijn…

    De dag na de verkiezingen ontkende Elio Di Rupo dat hij zo links mogelijke coalities wilde vormen. “Neen, dat heb ik niet op die manier gezegd. Ik zei dat ik regeringen wil met een zo progressief mogelijk programma.” Raoul Hedebouw (PVDA) stelde in een interview dat hij wel wil regeren, maar niet tegen elke prijs. “Het kan met PS of Ecolo, maar niet met de PS van Publifin en ook niet met het Ecolo van een CO2-taks.”

    Als we naar de breekpunten van PVDA kijken, valt op dat de lat niet hoog gelegd wordt. Brussels PVDA-parlementslid Youssef Handichi had het over twee breekpunten voor regeringsdeelname: gratis maken van de MIVB (wat 200 miljoen euro kost) en een controle op de huurprijzen. Die maatregelen zouden erg welkom zijn, maar volstaan niet. Gratis openbaar vervoer moet gepaard gaan met een radicaal plan van publieke investeringen want het huidige netwerk is al overbelast. Een controle op de huurprijzen volstaat niet om de prijzen te drukken, daarvoor zijn meer sociale woningen nodig (zoals de eis van 50.000 nieuwe sociale woningen in Brussel die PVDA in het verkiezingsprogramma van 2014 verdedigde). Het was ook nuttig geweest om in dit kader de legitieme eisen van het actievoerende personeel van de lokale en regionale besturen in Brussel te verdedigen.

    De linkerzijde moet voor een echte verandering in het leven van de mensen staan, en kan zich dus niet beperken tot enkele hervormingen. Er is nood aan een regering van burgerlijke ongehoorzaamheid die weigert om zich te laten gijzelen door het budgettaire keurslijf.

    Zowel PS als Ecolo doen nu alsof de oproep van het ABVV niet bestaat. De PTB kan de oproep van het ABVV aangrijpen om PS en Ecolo onder druk te zetten om niet elders te zoeken naar een meerderheid. PS, PTB en Ecolo verdedigden in hun programma’s eisen die al langer gedragen worden door de vakbonden. Waarom zou de PTB geen persconferentie organiseren, liefst samen met het Waals ABVV, met een oproep om deze programmapunten samen te verdedigen en te realiseren? Waarom geen grote lokale meetings, in samenwerking met het ABVV, om de druk op PS en Ecolo verder op te voeren? Zulke meetings zouden overigens belangrijk zijn om de druk ook na een coalitievorming aan te houden zodat een linkse regering effectief breekt met het besparingsbeleid en overgaat tot maatregelen als de invoering van een minimumloon van 14 euro per uur in de regionale openbare diensten, arbeidsduurvermindering zonder loonverlies en met bijkomende aanwervingen, … maar ook massale publieke investeringen in infrastructuur en openbare diensten en de weigering om de Europese begrotingsdictaten na te leven.

    Een dergelijk project zou enthousiasme opwekken, ook in het noorden van het land. Het zou een concrete invulling geven aan de discussie over hoe we best breken met de besparingen. Het zou bovendien de discussie over ons verzet tegen de onvermijdelijke tegenreactie van het kapitaal opentrekken naar een bredere laag van de bevolking. Dat dit geen overbodige luxe is, zagen we met het verraad van Syriza in Griekenland.

  • Kunnen progressieve meerderheden het besparingsbeleid stoppen?

    Foto: Wilfried

    In aanloop naar de lokale verkiezingen later dit jaar en de parlementsverkiezingen in mei volgend jaar, verschuift de nadruk van de discussie over hoe we de besparingen kunnen stoppen zich van het sociale naar het politieke terrein. Eind 2017 deed het Waalse ABVV een oproep voor progressieve meerderheden op regionaal vlak. Op 1 mei werd opgeroepen tot een nieuw sociaal pact. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat die oproepen geen dode letter blijven?

    Artikel door Alain (Namen) uit maandblad ‘De Linkse Socialist’

    Een linkse meerderheid in Wallonië?

    Volgens een peiling van Le Soir in februari halen PS, PTB en Ecolo samen ongeveer 50% van de stemmen. De doorbraak van de PTB en het gedeeltelijk herstel van Ecolo versterken de discussies over de mogelijkheid van een alternatieve meerderheid. De reacties van de verschillende partijen op die discussie waren uiteenlopend.

    Ecolo verklaarde dat het noch links noch rechts is, zonder uit te leggen wat dit concreet wil zeggen op vlak van programma en economisch beleid. De PS reageerde anders. Die partij staat onder druk van de leden van de Gemeenschappelijke Actie (ABVV en socialistische mutualiteit) om een ander beleid te voeren en dit op een ogenblik dat het de laatste hand legt aan de eigen ‘ideeënwerf’ en nog aan het bekomen is van de affaires Publifin en Samusocial. De PS heeft de deur van een progressieve meerderheid niet meteen dichtgegooid, maar baseerde haar dubbelzinnig antwoord op de houding van de PTB, die de komende jaren geen regeringsverantwoordelijkheid wil opnemen, om op te roepen tot een ‘nuttige linkse stem’.

    Wat is de politieke ruimte en welk programma is nodig?

    Een grote meerderheid van de bevolking wil een ander beleid. Of het nu gaat om de pensioenen of de werkdruk, veel mensen kunnen zich niet vinden in de projecten en de visie van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) en de regering. Honderdduizenden mensen kwamen in actie tegen de sociale afbraak van de rechtse regering. Een discussie over hoe we deze strijd politiek vertalen, is dan ook belangrijk.

    Het sociaal verzet moet zich laten horen door economische en sociale eisen centraal in het politieke debat te plaatsen. Dat gebeurt niet enkel door politieke vertegenwoordigers naar het parlement te sturen. De werkende klasse heeft nood aan verkozenen die een programma en eisen verdedigen die breed bediscussieerd worden in de samenleving. De oproep van het ABVV in Charleroi en Zuid-Henegouwen in 2012 ging in die richting. Die oproep ging gepaard met het uitwerken van een reeks eisen die als basis konden dienen voor kandidaten die onze stem en steun vragen.

    In zijn toespraak op 1 mei had Robert Verteneuil, de toekomstige ABVV-voorzitter, het over de nood aan een nieuw sociaal pact. In zijn laatste boek en in toespraken verwijst ook Elio Di Rupo hiernaar. Met de honderdduizenden die zich actief tegen het asociale beleid verzetten, moeten we zien wat mogelijk is. Het is één zaak om iets op papier te zetten, het is iets anders om een krachtsverhouding op te bouwen om het ook effectief af te dwingen en politieke partners te vinden. Het afdwingen van zelfs beperkte sociale hervormingen – zoals de intrekking van de verhoging van de pensioenleeftijd, een minimumloon van 14 euro per uur en collectieve arbeidsduurvermindering zonder loonverlies – zou de krachtsverhoudingen veranderen en hernieuwd zelfvertrouwen aan de arbeidersbeweging geven om deze stappen vooruit te consolideren met echte maatschappijverandering. Zoniet zullen kapitalisten steeds proberen om sociale verworvenheden terug af te bouwen zodra de krachtsverhoudingen veranderen.

    De oproep voor progressieve meerderheden kan gebruikt worden om de discussie aan te gaan over zowel onze eisen als de methoden om ze af te dwingen. Het is immers niet omdat linkse partijen een regering vormen dat er ook automatisch een links beleid gevoerd wordt. Daarvoor is er meer nodig: een breuk met de neoliberale besparingswoede, wat iets anders is dan ‘besparingen light’. De eisen uit de pensioenkrant (minimumpensioen van 1500 euro, pensioen van 75% van het laatste loon, …), een kortere arbeidsweek, een massaal plan van publieke investeringen in openbare diensten, … zouden een goed vertrekpunt zijn en kunnen geconcretiseerd worden in de kiescampagnes. We kunnen alle militanten gebruiken om het terrein voor te bereiden op zo’n breuk en te bouwen aan een beweging waarmee we het kunnen realiseren.

  • Wallonië: progressieve meerderheden in 2019?

    Een peiling, besteld door de MR bij het instituut Dedicated Research, gaf op 1 juli bijna 25% van de Waalse stemintenties aan de PVDA. Een politieke aardbeving. Nooit geziene situaties zorgen voor onuitgegeven ontwikkelingen. Niet veel later verklaarde de algemeen secretaris van de Waalse interregionale van het ABVV, Thierry Bodson, op de RTBF: “Als in 2019 de mogelijkheid van een progressieve meerderheid (Ecolo, PVDA, PS) zich aandient, moet geprobeerd worden om een dergelijke coalitie in het zadel te heffen. In de politiek zijn er momenten die niet gemist mogen worden.”

    Standpunt door Nicolas Croes, hoofdredacteur van ons maandblad ‘Lutte Socialiste’ 

    Het Waalse ABVV kondigde een reeks ontmoetingen aan ter voorbereiding van congressen in mei 2018. Zo wil de vakbond verschillende eisen op tafel leggen. De PS was niet langer de enige formatie die geconsulteerd werd. Er waren ook discussies voorzien met Ecolo en de PVDA. In januari volgt een nieuwe reeks ontmoetingen, dit keer specifiek rond het project van een links-groene samenwerking in 2019.

    Van angst naar stoutmoedigheid

    Veel mensen waren ongetwijfeld enthousiast over de mogelijkheid dat deze drie partijen een einde maken aan het besparingsbeleid. Het enthousiasme is beperkter bij de top van deze partijen. De stilte bij de PS is oorverdovend. Bij Ecolo verstopt co-voorzitster Zakia Khattabi zich achter de “keuze van de kiezer” in 2019 en is er enige minachting. En bij de PVDA? Partijvoorzitter Peter Mertens verklaarde naar aanleiding van zijn bezoek aan het ABVV: “Wij stappen niet in een regionale en federale regering in 2019.” (1) De redenen hiervoor zijn een gebrek aan bereidheid om een regering te vormen die “een totale confrontatie met de Europese instellingen wil aangaan.” Maar ook om te vermijden dat “onze partij gebroken wordt door alle kaders in ministeriële kabinetten te laten plaatsnemen.”

    Deze reacties kunnen wel eens niet begrepen worden door al wie een einde wil maken aan de neoliberale aanvallen. Niet dat de risico’s waar Peter Mertens op wijst niet bestaan. De PVDA beschikt over een indrukwekkend partij-apparaat en een harde kern van trouwe militanten die bereid zijn om grote opofferingen te maken, maar zal dat sterk genoeg zijn om het hoofd te bieden aan de grote uitdagingen?

    Jean-Luc Mélenchon heeft zich waarschijnlijk gelijkaardige vragen gesteld voor hij de dynamiek van La France Insoumise lanceerde. Toch is hij er heel snel in geslaagd om een brede politieke beweging op te bouwen. Hij deed dit door ruimte te bieden aan iedereen die wil strijden tegen de besparingen: syndicalisten, ecologisten, feministen, leden van ngo’s, … Deze benadering – open en zonder beperkingen ter linkerzijde – heeft een dynamiek in het leven geroepen die nog steeds in opbouw is, denk maar aan de enorme betoging van 23 september met 150.000 aanwezigen. Het is deze benadering die toeliet om een spectaculaire politieke kracht te creëren. Zo werd een reservoir aan talent aangetrokken dat voorheen verspreid was over de samenleving. Het Franse politieke landschap is stevig door elkaar geschud.

    Vanaf vandaag bouwen aan sociaal front van verzet

    Met een dergelijke benadering zou de oproep van het ABVV aangegrepen kunnen worden als middel om vanaf vandaag een sociaal front van verzet uit te bouwen dat evengoed syndicalisten van het ACV zou kunnen aantrekken. Mobilisaties op straat zouden op een brede manier duidelijk kunnen maken wie het werkelijk serieus meent met zijn bereidheid om een einde te maken aan de dictatuur van de markt en wie zich liever beperkt tot mooie woorden tijdens verkiezingscampagnes. Maar bovenal zou de ervaring die op deze manier opgedaan wordt, de basis kunnen leggen voor de ontwikkeling van een breed kader van ervaren militanten dat de ontwikkeling van een democratisch, strijdbaar antibesparingsalternatief op zijn schouders kan nemen.

    Een dergelijk alternatief kan gunstige voorwaarden creëren voor de belangen van de werkenden. Tegenover het gevaar van een nieuwe rechtse regering, begrijpen we het enthousiasme voor ‘progressieve coalities.’ Maar we mogen geen illusies hebben: alles zal afhangen van de concrete inhoud van het beleid. En dus van de krachtsverhouding van de arbeidersbeweging.

     

    (1) La Libre Belgique, 23 en 24 september 2017.

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop