Your cart is currently empty!
Tag: droogte
-
Onder het kapitalisme krijgen we morgen nog meer extreem weer

Foto vanop Pixabay Van de laatste zes zomers waren er vijf te droog. Sinds 2017 kampt België met een neerslagtekort dat overeenkomt met zes maanden regen. Dit terwijl 2021 met zijn rampzalige overstromingen in juli natter was dan normaal. Er zijn voortdurend nieuwe hitterecords. Dit alles wijst op een rampzalige escalatie van de klimaatcrisis.
Artikel door Christian (Leuven) uit maandblad De Linkse Socialist
Ongeveer twee derde van Europa kampt met de ergste droogte in 500 jaar. De opwarming van de aarde is de boosdoener. Bij een temperatuurstijging van 2 à 3°C tegen 2100 zouden langdurige droogtes 3,5 keer zo vaak kunnen voorkomen. Soortgelijke tendensen zijn over de hele wereld waar te nemen.
Als het klimaat opwarmt, houdt de atmosfeer meer water vast. Hierdoor is er een tendens van meer overvloedige, maar minder regelmatige regenval. Een dramatisch voorbeeld is de historische overstroming in Dallas-Fort Worth, Texas, op 22 augustus. Na een uitzonderlijke droogte met 67 opeenvolgende dagen zonder meetbare regen, viel in het stedelijk gebied op één dag het equivalent van een hele zomer regen (bijna 300 mm).
De snellere opwarming van de poolgebieden leidt er ook toe dat de straalstroom, de belangrijkste weermotor op het noordelijk halfrond, langzamer gaat draaien. Hogedruk- en lagedrukgebieden worden voor langere tijd geblokkeerd, wat resulteert in ofwel een gebrek ofwel een overmaat aan neerslag.
Effect op de vegetatie verergert het probleem
Extreme weersomstandigheden zorgen ervoor dat bossen minder CO2-uitstoot opnemen. Hierdoor zijn ze minder in staat om de opwarming af te remmen. Delen van het Amazonegebied stoten nu al meer CO2 uit dan ze absorberen. Branden veroorzaakt door de voedselindustrie zijn een factor, net als hogere temperaturen en droogte.
De Europese bossen worden ook aangetast. Enerzijds zijn er de bosbranden. Midden augustus hadden die een oppervlakte gelijk aan een vijfde van België in vlammen laten opgaan. Opeenvolgende jaren van droogte en extreme hitte maken bomen kwetsbaar voor plagen. En dan zijn er nog de krachtiger stormen. In Duitsland is het bosgebied tussen 2018 en 2021 met 5% gekrompen. Bijna 80% van de bomen in Duitse bossen verkeert in slechte gezondheid, een situatie die erger is dan 40 jaar geleden toen vooral zure regen de bossen bedreigde. Bossen met een intensief beheer met het oog op winstgevendheid zijn bijzonder kwetsbaar voor een verlies aan biodiversiteit.
Een bedreiging voor het leven
Extreme en langdurige hittegolven zijn dodelijk en kunnen delen van de wereld onleefbaar maken. Slecht weer en verlies van oogsten (met prijsverhogingen als gevolg) treffen de armsten in het bijzonder. De werkende klasse van de rijkere landen hoort daar ook bij. Extreem weer is nefast voor de landbouwproductie, industrie, vervoer en elektriciteitsvoorziening.
Een hittegolf van twee maanden in China verminderde de reservoirs van de hydro-elektrische centrales op de Yangtze-rivier met bijna de helft. Door het toegenomen gebruik van airconditioning kampen sommige steden in Sichuan met stroomuitval. Fabrieken als Toyota en Foxconn moesten hun productie opschorten. De koeling van Franse kerncentrales werd problematisch. Het vervoer van steenkool over Duitse binnenwateren werd onmogelijk. De problemen op vlak van irrigatie, bevaarbaarheid van rivieren en elektriciteitsopwekking zullen toenemen naarmate de gletsjers verdwijnen.
Meer extreem weer zal ook andere trends versterken, zoals geopolitieke (of lokale) conflicten, economische problemen en stijgende inflatie. De opwarming van de aarde is een integraal onderdeel van de huidige crisis van het kapitalistisch systeem. De passiviteit van de afgelopen decennia en de aanpak van de Covid-crisis, een veel minder grote uitdaging dan de klimaatverandering, tonen dat we niet kunnen rekenen op de heersende klasse en haar politieke vertegenwoordigers.
Democratische planning en systeemverandering nodig
We zullen zelf systeemverandering moeten afdwingen door ervoor te strijden. Het zijn de werkenden en hun gezinnen die daar alle belang bij hebben. Zij zijn de eerste slachtoffers van klimaatverandering. Tegelijk doen zij alles draaien en kunnen ze het dus ook anders laten draaien. De winsthonger bedreigt niet alleen onze portemonnee en levensstandaard, maar het menselijke leven op zich. Hoog tijd om die winsthonger uit te schakelen. Dat vereist een massabeweging van de werkenden en jongeren die de sleutelsectoren van de economie in publieke handen neemt om ze planmatig in te zetten.
Alleen een democratische planning van de economie door de arbeidersklasse kan ons uit de impasse halen. In de eerste plaats moet in minder dan tien jaar tijd een drastische vermindering van de uitstoot van broeikasgassen worden bereikt, terwijl ook op andere terreinen (biodiversiteit, biochemische stromen als stikstof …) een drastische ommekeer nodig is. Bovendien moeten we het hoofd bieden aan de gevolgen van de opwarming van de aarde die er nu al zijn en erger worden. Grondstoffen als water moeten beheerd worden in het algemeen belang van mens en milieu, niet de winst van enkelen. Er is een omvattend plan voor infrastructuur nodig, openbare diensten moeten versterkt worden, klimaatvluchtelingen opgevangen. Systeemverandering betekent voor ons strijd voor socialisme om de barbarij van het kapitalisme te stoppen.
-
Droogte toont dringende nood aan planmatige aanpak water

Een spook waart door Europa, het spook van het watertekort. De landbouwoogst zal dit jaar een stuk lager uitvallen wat de voedselprijzen enkel nog meer de hoogte in kan duwen, Zuid-Europa kampt met talloze bosbranden en de Rijn staat zodanig laag dat er nauwelijks nog vrachtvervoer op kan plaatsvinden. De lage waterstand bemoeilijkt zowel industrieel als graantransport. Het verminderde watertransport leidt tot grondstoftekorten bij sommige bedrijven en daaropvolgend tot productieverminderingen. De fabriek van BASF in Ludwigshafen kampt met grondstoftekorten en in Frankrijk werd de productie in sommige fabrieken al verlaagd. Als de productie stilvalt, kan dit ook een gevolg hebben op de werkgelegenheid.
Door Kim
Eveneens in Frankrijk: meer dan 100 Franse gemeenten hebben geen lopend drinkwater meer en ontvangen hun watervoorraden nu met vrachtwagens. In Zwitserland kwamen er zelfs legerhelikopters aan te pas om enkele dorstige koeien van drinkwater te voorzien. Voor 45% van het grondgebied binnen de Europese Unie bestond midden juli al een droogtewaarschuwing. De droogte is in de weken nadien enkel maar toegenomen. België kende dit jaar de droogste julimaand sinds 1885. De klimaatverandering is ons huis binnengeslopen en het is niet langer een kwestie van enkel klimaatopwarming voorkomen, maar ook van aanpassen en leren omgaan met de klimaatverandering.
Landbouw- en waterbeleid zijn regionale bevoegdheden in ons land, klimaatbeleid is dat deels. Vlaanderen heeft sinds enkele jaren een project lopen, de Blue Deal, die bedoeld is om aanpassingen aan ons landschap door te voeren die moeten maken dat regen beter wordt vastgehouden. Oorspronkelijk werd in deze streken heel veel regenwater vastgehouden. Door de industrialisatie en de bevolkingstoename van de voorbije eeuw heeft er echter een omslag plaatsgevonden: het bouwen van dijken en rechttrekken van rivieren maakte dat het water sneller werd afgevoerd, maar ook dat overstromingsgebieden beschikbaar werden en effectief in gebruik genomen werden. In de voorbije 60 jaar is Vlaanderen ongeveer 75% van haar wetlands kwijtgeraakt, veel meer dan het mondiale gemiddelde. Vandaag gaat 60% van het regenwater meteen naar de zee.
Het effect van veel water dat op hetzelfde moment naar de zee wil, zagen we vorig jaar met de overstromingen van de zomer van 2021. Een waterbom barstte over oostelijk België en een stukje westelijk Duitsland uit en zorgde voor enorme overstromingen. Klimatologen verwachten ten gevolge van de klimaatverandering meer langgerekte periodes van extreme droogte, zoals deze zomer, maar ook meer momenten van zeer intensieve regenval op korte tijd, zoals vorige zomer. Daarnaast verwachten sommige klimatologen dat we naast drogere zomers nattere winters krijgen.
Dit alles wijst op de noodzaak om op een andere manier met (regen)water om te gaan, waarbij regenwater veel meer in ons landschap moet bijgehouden worden. Dit kan de grootte van overstromingen drastisch beperken bij een eventuele volgende waterbom. Tegelijk zou het veel meer water in diepere grondlagen vasthouden om de natuur en de landbouw van water te voorzien in langere droogteperiodes. Meer water tijdens de zomer heeft ook een afkoelend effect, want water dat verdampt neemt warmte weg uit haar omgeving.
Als reactie op de waterbom uit 2021, riep de Vlaamse Overheid een expertenpanel bijeen die zich moest buigen over de volgende vraag: hoe kan Vlaanderen zich beschermen tegen de gevolgen van een eventuele volgende waterbom die over Vlaanderen uiteenbarst? Dit expertenpanel bracht in juli 2022 het rapport “Weerbaar Waterland”(1) uit, waarin het panel pleit voor snelle en radicale verandering om Vlaanderen te beschermen tegen de gevolgen van de klimaatverandering, zowel tegen intensieve regenval op korte tijd als tegen uitgestrekte periodes van droogte. Het rapport pleit voor een breed gamma aan natuurlijke oplossingen en landschapsherstel om neervallend regenwater langere tijd lokaal vast te houden. “Weerbaar Waterland” pleit ervoor om het landschap in haar natuurlijke staat te herstellen, pleit ervoor om de losse projectjes rond waterbeleid die nu bestaan te transformeren in een permanenten werking, en pleit ervoor om de huidige versnipperde initiatieven centraal te coördineren met de oprichting van een watercommissariaat. Het rapport pleit voor een systemische verandering van het waterbeleid en voor een cultuuromslag. Met andere woorden: de experten pleiten voor een drastische wijziging van de huidige koers.
Het rapport “Weerbaar Waterland” maakt duidelijk dat er in België de kennis en het inzicht aanwezig is over wat er moet gebeuren om ons aan te passen aan de veranderende klimaatomstandigheden. Alleen wordt daar weinig mee gedaan. De Vlaamse Overheid heeft een paar jaar geleden de Blue Deal in het leven geroepen, een project waarbij meerdere concrete piloottrajecten over heel Vlaanderen geïnitieerd werden. Bond Beter Leefmilieu, Natuurpunt en enkele hydrologen hielden de resultaten hiervan kritisch tegen het licht, eveneens in juli 2022. (2) Kortweg: het is goed dat er een aantal concrete projecten zijn, maar het gaat te langzaam, er moet nog meer geld tegengaan gegooid worden, en de projecten zijn veel te afhankelijk van vrijwillige medewerking. Op deze manier zal het nog lang duren vooraleer we beschermd zijn tegen langdurige droogte.
Het probleem zit bij heel het systeem. Een kapitalistische regering vertrekt niet van de belangen van de mens en de planeet, maar van de noden van de kapitalistische elite. Als er vandaag al maatregelen komen, is het omdat hun winsten mee bedreigd worden. Voor de financiering van maatregelen wordt niet naar de enorme concentratie van middelen bij een handvol miljardairs en grote bedrijven gekeken, maar naar de werkende klasse. Zo voert Duitsland een extra heffing op gas in.
Er is nood aan een drastische omslag om ons in de toekomst te beschermen tegen droogte. De technische middelen en de nodige knowhow zijn hiervoor aanwezig. Voor een planmatige aanpak is er echter een bredere kijk nodig die botst op de beperkingen van het kapitalisme. Er is strijd nodig voor een ander beheer van het grondgebied. We moeten dit uit de handen van de projectontwikkelaars en hun bondgenoten onder de gevestigde beleidsmakers halen. De volledige bouwsector moet in publieke handen komen om speculatie en de destructieve marktlogica te stoppen. Een drastische omslag van het beleid kan enkel met een planmatige aanpak, waarvoor socialistische maatschappijverandering nodig is.
Voetnoten
- https://www.vlaamsewaterweg.be/sites/default/files/download/weerbaar_waterland_expertenpanel_hoogwaterbeveiliging_advies.pdf
- https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2022/07/25/blue-deal-twee-jaar-later/
-

De dringende noodzaak van systeemverandering – de verwoestende vooruitzichten van toenemende langdurige droogtes

Foto: Pixabay Het kapitalisme verstoort de bestaande watercyclus door de opwarming van de aarde, terwijl het deze essentiële grondstof verspilt en vervuilt voor winst op korte termijn. Het is een systeem dat elke dag aantoont dat het volstrekt niet in staat is om de uitdagingen waar de mensheid voor staat aan te gaan.
Dossier door Christian (Leuven)
Het jaar 2020 zal het heetste of het op één na heetste jaar zijn dat we ooit hebben meegemaakt. De vijf warmste jaren die ooit zijn geregistreerd, kwamen allemaal na 2010. Tot nu toe is de totale wereldwijde neerslag weinig veranderd door de opwarming van de aarde. Desondanks zijn de droogteperioden, inclusief langdurige droogteperioden, op de meeste plaatsen op de planeet toegenomen. Droogtes vertegenwoordigen een schaarste aan zoet water op een bepaalde manier of in een bepaalde vorm, een bron die ongetwijfeld een van de meest essentiële ingrediënten voor het leven op de planeet is.
Als gevolg van de economische crisis die door covid-19 wordt versneld en verdiept, zal het aantal mensen dat acute honger lijdt in de neokoloniale wereld naar verwachting tegen het einde van het jaar bijna verdubbelen. Gezien het feit dat water voor veel economische sectoren essentieel is, is het niet verwonderlijk dat droogte het duurste natuurgevaar is. Droogtes hebben ook verstrekkende maatschappelijke gevolgen en zijn een potentiële bron van conflicten.
Zoals recente studies aantonen, is het van vitaal belang dat de temperatuur niet meer dan 1,5°C boven het pre-industriële niveau stijgt, laat staan meer dan 2°C. Op het hoogtepunt van de lockdowns begin april 2020 was het CO2-niveau met 17% gedaald ten opzichte van 2019. Als sommige beperkingen tot het einde van het jaar van kracht blijven, zou de wereldwijde uitstoot met 7% kunnen dalen ten opzichte van een jaar geleden. Om de doelstelling van de Verenigde Naties om de wereldwijde temperatuurstijging binnen de limiet van 1,5°C te houden, moet de wereldwijde uitstoot elk jaar van dit decennium met 7,6% dalen. Gezien de verwoestende impact die lockdowns (samen met diepere systemische problemen) hebben gehad op de economie, lijkt het implementeren van emissiereducties die zelfs in de buurt komen van wat nodig is, volledig utopisch binnen het huidige systeem. Zulke ambitieuze doelstellingen hebben alleen kans om te worden bereikt door het mobiliseren van de productieve middelen van de mensheid onder een systeem van democratische controle. Met andere woorden, socialistische planning is de enige manier om de gevolgen van de opwarming van de aarde op een zinvolle manier te beperken.
Wat zijn droogtes?
Droogtes vallen in drie algemene categorieën:
- Meteorologische droogtes zijn het gevolg van een lange periode van ondergemiddelde regenval.
- Droogtes in de landbouw doen zich voor wanneer de bodemvochtigheid zodanig daalt dat de gewasopbrengst negatief wordt beïnvloed. Dit houdt over het algemeen verband met verminderde neerslag, maar kan ook het gevolg zijn van grondgebruikspraktijken.
- Hydrologische droogtes doen zich voor wanneer de beschikbare waterreserves in bronnen zoals meren en reservoirs onder een lokaal significante drempel komen. Dalende grondwaterstanden worden ook wel hydrogeologische droogte genoemd. De waterbalans of het verschil tussen neerslag en evapotranspiratie is belangrijk voor de laatste twee soorten droogte. Ter illustratie: door de verdampingsneerslag die in de zomer valt, draagt het minder bij aan de bodemvochtigheid en het aanvullen van de watervoerende lagen dan de neerslag die in de winter valt. Dit is ook een manier waarop de opwarming van de aarde, door de stijgende temperaturen, de droogte verergert.
Enkele globale patronen
De opwarming van de aarde maakt de wereld niet noodzakelijkerwijs droger. Over het algemeen worden natte gebieden natter en droge gebieden droger. Stijgende temperaturen verhogen de capaciteit van de atmosfeer om water vast te houden. De luchtvochtigheid is met 4% toegenomen. Deze stijging van de luchtvochtigheid is de drijvende kracht achter de trend naar zwaardere maar minder frequente regenval. Bovendien draagt een grote hoeveelheid water die in korte tijd de bodem bereikt, relatief weinig bij aan het aanvullen van het grondwater of zelfs van de bodemlagen net onder het oppervlak. Dit heeft een grote invloed op het plantenleven. Het vermogen van verschillende bodemtypes om vocht op te slaan kan een bepalende factor zijn als het gaat om agrarische en hydrologische droogtes. Bovendien kunnen stortregens op zichzelf al zeer destructief zijn en bijdragen aan overstromingen en erosie.
Extreem weer, langdurige hittegolven en overstromingen worden ook in verband gebracht met het vertragen en zelfs afremmen van de straalstroom, de primaire drijfveer van de weerpatronen op het noordelijk halfrond. Als de hogedruk- of lagedruksystemen voor langere tijd vastzitten, is het resultaat ofwel een gebrek aan neerslag ofwel een overdaad aan neerslag. De straalstroom wordt aangedreven door het contrast tussen frigide arctische lucht in het noorden en tropische luchtmassa’s in het zuiden. Sinds 2000 is het noordpoolgebied twee keer zo snel opgewarmd als het wereldgemiddelde en ook de landmassa’s zijn sneller opgewarmd dan de oceanen. Het temperatuurcontrast dat de straalstroom aandrijft, is dus verminderd. Als gevolg daarvan heeft de straalstroom de neiging om steeds langzamer te gaan en te kronkelen. Dit laatste heeft geleid tot een aantal koude en warme periodes in het seizoen. De omstandigheden die gunstig zijn voor het stilvallen van de straalstroom zijn sinds het begin van het industriële tijdperk met 70% toegenomen, met de meest significante toename in de laatste vier decennia.
In de tropen is het de seizoensgebonden verschuivende Intertropische Convergentiezone (ITCZ), de regengordel waar de passaatwinden van het noordelijk en zuidelijk halfrond samenkomen, die het neerslagpatroon bepaalt. Voor 1980 koelden stofdeeltjes (aerosolen) het noordelijk halfrond af en duwde zo de ITCZ naar het zuiden. In die tijd dachten sommigen dat er een nieuwe ijstijd aanbrak. In termen van regenval waren er stijgingen in de Verenigde Staten en dalingen in de Sahel en India. Na 1980 begon deze verschuiving om te keren, omdat de uitstoot van aerosolen in Europa en Noord-Amerika daalde als gevolg van de milieuregelgeving. Naarmate het broeikaseffect sterker werd, begon het noordelijk halfrond bovendien sneller op te warmen dan het zuidelijk halfrond, dat meer door de oceanen wordt bedekt. Dit verklaart een aantal van de veranderingen in de droogtepatronen van de afgelopen decennia. Dit heeft het Sahelgebied enige respijt gegeven. In de regio viel vanaf de jaren 1950 tot en met de jaren 1980 ongeveer 40% minder regen, wat bijdroeg aan de wijdverbreide hongersnood. Een derde van deze daling is sinds het midden van de jaren negentig omgebogen. De stijgende temperaturen die voor meer verdamping zorgen en de meer extreme weerspatronen zullen er echter voor zorgen dat dit uitstel slechts tijdelijk is.
Frequentere langere droogteperiodes in Midden-Europa
In een recente studie is op basis van gegevens sinds 1766 geconcludeerd dat de Europese droogte in 2018-2019 zowel qua geografische omvang als qua ernst ongekend was.
Droge perioden van twee of meer opeenvolgende jaren vormen een veel grotere bedreiging voor de vegetatie dan enkelvoudige zomerdroogten, zelfs wanneer deze laatste intenser zijn, zoals in 2003 en 2015. Door eenmalige gebeurtenissen in de zomer kan de gezondheid van de vegetatie het volgende jaar genormaliseerd worden, terwijl droogteperiodes in opeenvolgende jaren een duurzamer effect hebben. De studie voorspelt dat als de uitstoot van broeikasgassen in het ergste geval onverminderd blijft toenemen, de frequentie van dergelijke langdurige droogte in de tweede helft van de eeuw verzevenvoudigd kan worden. Bovendien zou de droogte van het akkerland in Midden-Europa bijna verdubbelen. Zo’n 40 miljoen hectare of 60% van alle akkerland in de regio zou worden getroffen. Bij een gematigder toename van de uitstoot in overeenstemming met een temperatuurstijging tussen 2 en 3°C tegen 2100 zou de langdurige droogte nog steeds 3,5 keer zo vaak voorkomen. De enige manier om de frequentie van langdurige droogteperioden vrijwel gelijk te houden, is om een wereldwijde temperatuurstijging van meer dan 1,5°C te voorkomen.
Hoe zit het met 2020?
In het voorjaar van 2020 werden er van in Roemenië tot aan het Verenigd Koninkrijk bijzonder droge omstandigheden vastgesteld. Vele eeuwenoude records werden gebroken. In België bijvoorbeeld viel in april en mei de minste regen sinds 1893. Dit kwam bovenop een ernstige twee jaar durende droogte die de helft van Midden-Europa van 2018 tot 2019 heeft getroffen. Op dit moment lijkt het waarschijnlijk dat 2020 een voortzetting zal kennen, misschien in een meer gematigde vorm, van deze droogte.
In de Tsjechische Republiek begon de langdurige droogte al in 2015, waardoor het land in Midden-Europa het zwaarst door het fenomeen werd getroffen. Het probleem gaat zelfs nog verder terug: in de regio Moravië is de regenval in de zomer sinds het begin van de jaren 1990 met vijftig procent afgenomen. Medio april 2020 had driekwart van het Tsjechische grondgebied te kampen met extreme droogte. Destijds werd voorspeld dat het land de ergste droogte in 500 jaar zou meemaken. Sindsdien heeft een natte start van de zomer dit scenario enigszins verbeterd.
Hoewel de situatie in de Tsjechische Republiek misschien wat minder erg werd dan gevreesd, is het interessant om te kijken naar een economische impactstudie die in 2019 is uitgevoerd. In deze studie werd getracht de impact te voorspellen die een langdurige droogte op de Tsjechische economie zou hebben. Een optimistisch scenario, een daling van 25% van het beschikbare water, voorspelde een verlies van 1,6% van het BBP en een sterke daling van de productie in sectoren als papier en textiel. Een pessimistischer scenario, een daling van het beschikbare water met 50%, zou verstrekkende sociale en gezondheidsgevolgen hebben en zich vertalen in een verlies van 2,8 tot 4,8% van het BBP. Aangezien het kapitalisme de afgelopen decennia slechts een trage groei heeft weten te bewerkstelligen in de “ontwikkelde” economieën, zouden langdurige droogteperiodes dergelijke economieën duidelijk in een recessie kunnen duwen. Een andere mogelijkheid is dat zij economische recessies of depressies kunnen verergeren.
Smeltende gletsjers
Het grootste deel van het ijs in de wereld zit vast in de ijskappen van Antarctica en Groenland, terwijl de berggletsjers en ijskappen op lagere breedtegraden slechts 4% van het ijs in de wereld uitmaken. De berggletsjers in de wereld hebben echter onevenredig veel bijgedragen aan de stijging van het zeewater. Het verlies van deze zoetwatervoorraden, die door smeltwaterafvoer droogte kunnen helpen voorkomen of verminderen, vormt een ernstig probleem voor de ecosystemen en de menselijke beschaving.
De Andes hebben van alle bergketens verhoudingsgewijs het grootste verlies aan ijs geleden. Terwijl de Patagonische ijsvelden, die zich op geringe hoogte bevinden, het grootste deel van dit verlies voor hun rekening nemen, is het risico voor de menselijke gemeenschappen het grootst verder naar het noorden waar grote stedelijke centra zoals La Paz in Bolivia, Santiago in Chili, Mendoza in Argentinië en Huaraz in Peru afhankelijk zijn van smeltwater voor hun watervoorziening in de zomer. Uit een onderzoek bleek dat 4 miljoen mensen in de tropische Andes voor hun basisbehoeften afhankelijk waren van smeltwater. In La Paz, een stad met 2,3 miljoen inwoners, was deze watervoorziening goed voor meer dan een kwart van het waterverbruik in het droge seizoen. De afhankelijkheid van gletsjerwater wordt tijdelijk nog groter omdat er meer ijs smelt. Maar uiteindelijk zal het smeltwater drastisch afnemen of zelfs helemaal wegvallen. Aangezien wordt voorspeld dat de klimaatverandering in de tropische Andes een toename van de neerslag in het natte seizoen zal veroorzaken en een afname in het droge seizoen, zal dit dan een enorme uitdaging vormen.
Landen van Kazachstan tot India zijn sterk afhankelijk van de 95.000 gletsjers die zich uitstrekken over de bergketens van het Alai gebergte in Kirgizië tot aan de Himalaya. Soms aangeduid als de “derde pool” is hun smeltwater verantwoordelijk voor tot 100% van de waterstroom van enkele van de belangrijkste rivieren in Azië, waaronder de Amu Darya, Brahmaputra, Ganges, Indus, Mekong, Yangtze en de Gele Rivier. Het water dat zij leveren komt overeen met de waterbehoefte van 221 miljoen mensen (+/- 59 miljoen) of het grootste deel van de jaarlijkse lokale en industriële behoeften van Pakistan, Afghanistan, Tadzjikistan, Turkmenistan, Oezbekistan en Kirgizië samen.
Uit een studie is gebleken dat zelfs als de in 2015 in Parijs vastgestelde klimaatdoelstellingen worden gehaald, een derde van het ijs in de Himalaya en de Hindoekoesj tegen 2100 zal verdwijnen. Uit een ander rapport is echter gebleken dat de Himalaya tegen het einde van de eeuw tweederde van het ijs kan verliezen als er geen substantiële vermindering van de uitstoot van fossiele brandstoffen plaatsvindt.
In feite hebben de Himalaya de afgelopen 40 jaar al een kwart van het ijs verloren. Bovendien neemt het smelten snel toe. De gemiddelde temperaturen tussen 2000 en 2016 waren één graad warmer dan in de periode 1975-2000. Deze temperatuurstijging ging gepaard met een verdubbeling van het jaarlijkse ijsverlies door het smelten. In de aangrenzende gebieden van Pamir, Hindu Kush of Tian Shan lijkt een soortgelijk smeltproces plaats te vinden. Met een afvloeiing van smeltwater van de Himalaya die 1,6 keer zo groot is als wanneer de gletsjers stabiel waren, zijn zowel de seizoensgebonden overstromingen als de catastrofale overstromingen (met name als gevolg van nieuw gevormde gletsjermeren) toegenomen. Binnen enkele decennia zou de toegenomen afvoer echter kunnen worden omgekeerd en zouden de grote rivieren droog kunnen komen te staan. Met ongeveer 800 miljoen mensen die afhankelijk zijn van het smeltwater van de Himalaya voor irrigatie, waterkracht en drinkwater zouden de gevolgen catastrofaal zijn. Temeer daar dit gepaard zou gaan met meer extreme en dodelijke hittegolven. Als de emissies niet onder controle geraken, zou de gemiddelde jaarlijkse temperatuur in India met vier graden kunnen stijgen van 24°C tot 28°C, wat het aantal dagen van extreme hitte (meer dan 35°C) van ongeveer vijf per jaar in 2010 zou doen toenemen tot 42 per jaar in 2100. De overmatige mortaliteit als gevolg van hitte kan oplopen tot 1,5 miljoen per jaar.
In Europa bestaat de vrees dat de scheepvaart op de binnenwateren steeds meer te lijden zal hebben onder de opwarming van de aarde. Door de afname van de gletsjers in de Alpen is het smeltwater in de zomer afgenomen en zijn rivieren als de Rijn en de Donau afhankelijker geworden van de regenval. In 2018 kwam het verkeer op rivieren als de Rijn en de Elbe tot stilstand, waardoor fabrieken hun deuren moesten sluiten vanwege verstoringen in de toeleveringsketens. In het geval van de bovenste Elbe duurde de stilstand van juni tot eind december. Het spoorwegverkeer heeft deze grote verstoringen in de binnenvaart niet kunnen compenseren. Ongetwijfeld hebben de privatisering en het gebrek aan overheidsinvesteringen hierbij een rol gespeeld. De onzekerheden en verstoringen waar de binnenvaart mee te maken heeft, dreigen de afhankelijkheid van het vrachtverkeer verder te vergroten met de grotere milieuschade die dit met zich meebrengt.
Onduurzaam watergebruik – het milieu en de werkenden opgeofferd
Sinds 1900 is het zoetwater dat voor menselijk gebruik wordt onttrokken (landbouw, industrie, gemeenten) verzesvoudigd, waarbij de stijging vanaf de jaren 1950 sterk is versneld, maar sinds 2000 is vertraagd. Landbouwkundige en hydrologische droogtes kunnen niet los worden gezien van deze menselijke consumptiepatronen.
Onder het kapitalisme wordt over het algemeen de nadruk gelegd op individuele verantwoordelijkheid. De discussie over watergebruik gaat dan ook meestal niet verder dan het moraliseren van de huishoudelijke consumptie.
De huishoudelijke consumptie is echter in veel gevallen afgenomen. In Californië is het stedelijk watergebruik sinds 2013 met 20% gedaald. Het waterverbruik van twee Zuid-Californische huishoudens in de jaren 1970 volstaat nu voor drie huishoudens. In Duitsland is het dagelijks huishoudelijk verbruik per persoon gedaald van 144 liter per dag in 1991 tot 123 liter per dag nu. Toch is het waterverbruik van huishoudens, zelfs in rijke landen, slechts een relatief klein percentage van het waterverbruik. In Europa is de landbouw de grootste verbruiker van water (40%), gevolgd door de energieproductie (28%), de mijnbouw en de industrie (18%) en de huishoudens (12%). Het waterverbruik kan echter sterk verschillen van land tot land. In België bijvoorbeeld gebruikt de industrie tien keer meer water dan de landbouw en vijf keer meer dan de huishoudens. Wereldwijd gaat 70% van het zoetwatergebruik naar de landbouw; gemiddeld is dit 90% voor lage-inkomenslanden, 79% voor middeninkomenslanden en 41% voor hoge-inkomenslanden. Ongetwijfeld moet de landbouw, als grootste verbruiker van zoet water en als sector die van vitaal belang is voor het menselijk bestaan, centraal staan in deze discussie.
Een schets van lokale of nationale waterconsumptiepatronen toont in een geglobaliseerde wereldeconomie een vertekend beeld. Termen als ‘watervoetafdruk’ of ‘virtueel water’ worden gebruikt bij het beschrijven van de hoeveelheid zoet water die ‘belichaamd’ is in een product. Dit omvat het water dat in de hele productieketen wordt gebruikt en het water dat tijdens dit proces wordt vervuild. De export van ‘virtueel water’ via de handel kan een grote impact hebben op de lokale gemeenschappen en omgevingen, aangezien het lokaal beschikbare water uitgeput en vervuild is, en dus niet meer beschikbaar is voor lokaal gebruik. Nettowateruitvoergebieden kunnen bijzonder kwetsbaar worden voor veranderende weerspatronen. Uit een studie van 2012 bleek dat de ‘virtuele water’-export in het voorgaande decennium was verdubbeld, terwijl uit een studie van 2013 bleek dat de ‘virtuele water’-export goed was voor 30% van de directe wateronttrekking.
De agro-business gedijt op de intensieve landbouwproductie voor de export. Veel van de betrokken landbouwzones bevinden zich in semi-aride omgevingen die steeds meer onderhevig zijn aan droogte, zoals Californië, Chili of Spanje. Veel van de praktijken die door de agro-industrie worden toegepast, zijn onhoudbaar, zelfs zonder de dreiging van de opwarming van de aarde. De gevolgen van de droogte voor de landbouwproductiviteit zijn nog steeds niet zo dramatisch als men zou verwachten, omdat de boeren steeds meer gebruik maken van de oppervlakte- en vooral grondwaterreserves. De watervoorraden raken echter uitgeput en worden ook steeds meer verontreinigd door chemicaliën. Er worden nog steeds enorme winsten gemaakt, maar net als bij schulden kan de elastiek slechts tot een bepaald punt worden uitgetrokken. Maar in tegenstelling tot de huidige schuldencrisis, die een menselijke constructie is die samen met het kapitalistische systeem kan worden weggenomen, kan de schade aan het milieu langer duren en zelfs onomkeerbaar zijn. De kapitalistische staat heeft de belangen van het grootkapitaal behartigd; hij heeft nagelaten wetten af te dwingen, heeft helemaal afgezien van regelgeving of heeft het helemaal aan de markt overgelaten door middel van privatisering.
Ondanks de ernstige droogte kon de Chileense agro-industrie een recordfruituitvoer voor 2019 aankondigen. Chili is de grootste fruitexporteur op het zuidelijk halfrond en de zesde grootste ter wereld. Tachtig procent van het waterverbruik gaat naar de landbouw, met de mijnbouw op een verre tweede plaats. De agro-business heeft het vrij goed gedaan te midden van de droogte, omdat het profiteert van een systeem van watertoewijzing dat zeer nadelig is voor de rest van de bevolking.
In 1981 werd onder de dictatuur van Pinochet de “Watercode” in de grondwet opgenomen. Hoewel de code water als een “sociaal en economisch goed” classificeerde, stond het de staat toe om waterrechten toe te kennen aan private actoren, gratis en voor altijd. Als zodanig werd het eigendom over water ook gescheiden van de heerschappij over het land. Dit creëerde een watermarkt omdat de houders van de rechten deze ook konden verkopen. In lijn met het feit dat Chili onder de dictatuur een neoliberaal laboratorium vormde, is Chili uniek in het feit dat bijna 100% van de waterdistributie is geprivatiseerd. De eigendom van de waterrechten is geconcentreerd in de handen van enkele grote spelers uit de agro-industrie, de mijnbouw en de bosbouw. Te midden van de droogte zijn de waterrechten het voorwerp geworden van een toenemende speculatie. Bovendien houdt het systeem geen rekening met de veranderende beschikbaarheid van water. Hierdoor zijn de plattelandsgemeenschappen afhankelijk geworden van de levering van waterwagens, terwijl aangrenzende plantages waterhongerige gewassen zoals avocado’s voor de export produceren. Zonder water zijn kleine boeren berooid achtergebleven. Bijna 47% van de huizen op het platteland in Chili, ongeveer een miljoen mensen, hebben geen toegang tot drinkwater. Wanneer men de stedelijke huishoudens meetelt, zijn 400.000 huishoudens of 1,5 miljoen mensen afhankelijk van vijftig liter water per dag, geleverd door een watervrachtwagen. De langdurige strijd van de gemeenschappen die bekend staan als de “wateroorlog” heeft getracht de privatisering van het water om te buigen, waarbij voorrang wordt gegeven aan de behoeften van de gemeenschappen en de toegang tot water voor iedereen is gegarandeerd. Deze eisen werden overgenomen door de massabeweging die in oktober 2019 uitbrak en de strijd tegen de waterprivatisering versterkte.
In Spanje was de landbouw een van de weinige sectoren die niet getroffen werd door de financiële crisis van 2008-2009. Toch opereert deze bloeiende sector ook op geleende tijd. Spanje is momenteel de grootste exporteur van verse groenten en fruit ter wereld. Het land is goed voor 10% van de wereldhandel in deze producten en bijna de gehele export gaat naar de EU. Zestig procent van de geëxporteerde groenten en fruit is afkomstig uit slechts drie provincies: Almeria, Murcia en Valencia. De eerste twee hebben een droog klimaat, de derde een mediterraan klimaat, en allemaal hebben ze te maken met overmatig geëxploiteerd en verontreinigd grondwater. Nu de droogteperioden langer worden, wordt het grondwater op een niet-duurzame manier geëxploiteerd. Volgens een studie van Greenpeace zouden er in Spanje wel een miljoen illegale putten kunnen zijn. Het illegaal gewonnen water zou het equivalent kunnen zijn van het water dat door 118 miljoen mensen wordt gebruikt. Voor een land van 46 miljoen mensen betekent dit een ‘virtuele water’ export van ongelooflijke proporties. En dan hebben we het nog niet eens over het ‘virtuele water’ dat legaal wordt geëxporteerd. Deze waterdiefstal is met de medeplichtigheid van de autoriteiten soms in het zicht van “beschermde” watergebieden ontstaan. Alleen de media-aandacht voor een peuter die in 2019 in zo’n put stierf, heeft de handhaving enigszins doen toenemen. Met driekwart van Spanje in gevaar van woestijnvorming vormen de geplunderde watervoerende lagen een buffer die het land zich slecht kan veroorloven om te verliezen.
De meedogenloze uitbuiting van het milieu gaat hand in hand met een even meedogenloze uitbuiting van arbeiders. Een voorbeeld hiervan is de aardbeienproductie in de provincie Huelva (meer dan een kwart van het EU-totaal). Zij is afhankelijk van werknemers zonder papieren die in smerige sloppenwijken wonen en seizoensarbeiders die nauwelijks beter worden behandeld om een half miljard euro aan inkomsten te genereren. Dit is niet alleen het resultaat van gewetenloze boeren, maar van een heel systeem. Een systeem waarbij hele regio’s zich specialiseren in één enkel gewas om de just-in-time distributie te vergemakkelijken. Een systeem dat onophoudelijk duwt om meer te produceren voor minder, ongeacht de kosten, in een onophoudelijke race naar de bodem.
Socialistische planning – mitigatie en beheer van het watergebruik voor massa’s, niet de elite
Naast het feit dat het van essentieel belang is om een snelle transitie weg van fossiele brandstoffen te bewerkstelligen, is socialistische planning ook het meest geschikt om de schadelijke ontwikkelingen die het kapitalisme in gang heeft gezet en die niet meer te voorkomen zijn, te verzachten. In het geval van grotere droogtes houdt dit in dat de waterverspilling moet worden verminderd en dat de verontreiniging van deze vitale grondstof moet worden voorkomen. Bovendien moet een efficiënter watergebruik waar mogelijk worden gebruik om de reserves en het herstel van de ecosystemen te versterken.
Onder het kapitalisme is de discussie over de ‘watervoetafdruk’ van verschillende grondstoffen meestal beperkt tot individuele keuzes van de consument. Het is duidelijk dat voor de productie van bepaalde goederen (rundvlees, amandelen, ingeblikt voedsel, enz.) meer water nodig is dan voor andere. Maar vertrouwen op het bewustzijn van de consument zal in het gunstigste geval een erg kleine verandering teweegbrengen. Mensen worden vaak beperkt door financiële overwegingen en missen de middelen, de tijd en de energie om weloverwogen beslissingen te nemen te midden van een wirwar van tegenstrijdige informatie en bedrijfsbelangen. Ook reformistische pogingen om het privé-leven te reguleren en te stimuleren zullen niet volstaan. Om de vereiste snelle veranderingen tot stand te brengen, is een collectieve aanpak nodig en moeten veranderingen plaatsvinden in de productie.
Het waterverbruik in de landbouw kan afnemen door de voedselverspilling te beperken. Dit vereist een volledige herziening van de commerciële landbouw en voedseldistributie, iets wat onverenigbaar is met de kapitalistische agro-industrie. De productie van waterhongerige gewassen moet ook worden beperkt in een omgeving die onder waterspanning staat. Verspilling zoals reclame en een nadruk op duurzaamheid kunnen een einde maken aan ‘wegwerpmode’ waarvoor de teelt van katoen, een bijzonder waterhongerig gewas dat vaak in een droge omgeving wordt verbouwd, kan beperkt worden. Hetzelfde geldt voor industriële producten en producten waarvoor mijnbouwgrondstoffen nodig zijn.
Onderinvestering in infrastructuur is een belangrijke bron van waterverspilling. In de EU varieert het geschatte lekpercentage in de lidstaten tussen 7 en 50%. In de Verenigde Staten wordt ongeveer een zevende van het gezuiverde water verspild door lekkage. De upgrades die nodig zijn voor het bestaande watersysteem zouden volgens de American Water Works Association een investering van 1 biljoen dollar op 25 jaar tijd vergen. In het kader van de socialistische planning zouden investeringen in dergelijke infrastructuur prioriteit krijgen, evenals de uitbreiding van veilig drinkwater en sanitaire voorzieningen naar iedereen.
Als revolutionaire socialisten proberen we de dynamiek te begrijpen die de sociale verandering aanjaagt, om zo sociale transformatie te bevorderen en er een actieve rol in te spelen. Het kapitalisme gaf aanleiding tot de ontwikkeling van de arbeidersklasse. De arbeidersklasse is de kracht die de doodgravers van het kapitalisme kan worden en een sociale orde zonder ellende, uitbuiting en onderdrukking kan vestigen. De vernietiging van de natuurlijke wereld onder het kapitalisme bedreigt zo niet het voortbestaan van de mensheid, dan toch op zijn minst de materiële basis voor een beschaafde samenleving. De laatste jaren zijn miljoenen mensen over de hele wereld, in het bijzonder jongeren, door de urgentie van de situatie de straat opgetrokken. Het is van vitaal belang dat we meer inzicht krijgen in de milieuramp die de mensheid te wachten staat. Veel van de betrokken processen zijn zeer complex. De veranderingen in het milieu gaan steeds sneller en dat geldt ook voor de wetenschap op dit gebied. Hoe meer we weten, hoe beter we in staat zullen zijn om het argument te gebruiken dat de vereiste systeemverandering de socialistische transformatie van de samenleving is. Het socialisme is objectief gezien het enige systeem dat kans maakt op het behoud van een leefbare wereld voor toekomstige generaties.
-
Extreem weer laat zich voelen: uitzonderlijke droogte

Eind mei was er al opnieuw een probleem van aanhoudende droogte. In verschillende provincies was er een oppompverbod. Vorig jaar was er ook zo’n verbod, maar toen kwam dit er pas begin juli. Het verbod om water op te pompen, heeft gevolgen voor onder meer de landbouw. Dit kan tot stijgende voedselprijzen leiden.
“Als we de hoeveelheid neerslag en de mate van verdamping bekijken, zien we dat de situatie nog wat erger is dan vorig jaar. Sinds 1901 is het nog nooit zo droog geweest,” aldus weerman Frank Deboosere. Bovendien legt de droogte nu de basis voor nieuwe hittegolven in de zomer. Vorig jaar waren er drie hittegolven en was er een warmterecord van 41,8 graden.
Eens te meer komen de overheden niet verder dan individuele oplossingen: boeren mogen geen water oppompen en iedereen moet zuinig met water omspringen. Het gaat echter om een structureel probleem. Klimaatverandering kan niet opgelost worden met een ‘individuele’ aanpak. Zoals Greenpeace opmerkte: “Als we de kern van het probleem niet aanpakken, riskeren we jaar na jaar hogere temperaturen en langere periodes van droogte, en zal het watertekort steeds nijpender worden.” Wat die kern van het probleem is, weten we ook: het kapitalistisch systeem.
Individuele gedragsverandering volstaat niet. Dat zagen we tijdens de pandemie: er werd amper gevlogen of met de auto gereden. Maar zelfs dit volstond niet. Het probleem zit dieper.
Het kapitalisme ondergraaft zowel de menselijke arbeidskracht als de natuur, de twee bronnen van alle rijkdom. Het gebrek aan democratische planning leidt tot een enorme verspilling. Zo gaat een kwart tot een derde van het geproduceerde voedsel verloren: minstens 1,3 miljard ton per jaar!
Er is een grote omslag nodig in de productie, onder meer om de 2.400 miljard dollar per jaar in hernieuwbare energie te investeren die volgens het IPCC nodig is. Deze middelen kunnen gevonden worden: waarom de 1.900 miljard dollar die jaarlijks naar wapens gaan niet inzetten voor een sociaal nuttig doel? Ongetwijfeld is een grote meerderheid van de bevolking daar voorstander van. Maar indien we de economische hefbomen niet in publiek bezit nemen, is er geen democratische controle en beheer mogelijk.
Daarom komen we op voor de nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie onder democratische controle van de gemeenschap. Dat moet de basis leggen om tot een rationele planning te komen waarbij de beschikbare middelen worden afgestemd op de noden en behoeften van de mens en de planeet. Dat is wat wij socialisme noemen.