Tag: David Murgia

  • Interview met David Murgia, woordvoerder van ‘Tout Autre Chose’

    Tout Autre Chose, de Franstalige tegenhanger van Hart boven Hard

    toutautrechoseOp 11 december werd de Franstalige tegenhanger van Hart boven Hard voorgesteld. Onder de naam Tout Autre Chose werden de eerste acties gehouden tijdens de nationale algemene staking van 15 december. Er werd ook geprotesteerd tegen de uitsluiting van werklozen met een zogenaamde inschakelingsuitkering, een asociale maatregel die nog van de regering-Di Rupo komt en op 1 januari in werking trad. Deze actie werd samen gehouden met Acteurs des Temps Présents, Hart boven Hard en het netwerk Stop Artikel 63§2. We spraken over Tout Autre Chose met David Murgia, een van de woordvoerders van de beweging.

    Van waar komt Tout Autre Chose?

    “In Vlaanderen werd de beweging Hart boven Hard opgezet als reactie op onder meer de besparingen in de culturele sector. Het ging om maatregelen van de Vlaamse regering die erg hard aankwamen. Hart boven Hard oversteeg al snel het strikt culturele kader om een kritiek te brengen op het volledige besparingsbeleid, ook dat van de federale regering. Op de nationale betoging van 6 november was Hart boven Hard erg zichtbaar aanwezig. Er werden hierna nog acties opgezet die de stakingen en het verzet tegen het besparingsbeleid versterkten en tegelijk het democratisch debat aanzwengelen.

    “Tout Autre Chose volgt de oproep van Hart boven Hard, beide initiatieven werken samen. Op elke bijeenkomst van Hart boven Hard zijn er vertegenwoordigers van Tout Autre Chose en vice versa. In Brussel is er een gezamenlijke werkgroep opgezet die een eerste vergadering hield op 18 januari. Het gaat om een nationale beweging tegen de maatregelen van de federale regering. Er wordt een grote actie voorzien op 29 maart in Brussel.”

    Wat wordt met het initiatief beoogd?

    Acteur David Murgia bracht vorig jaar op Socialisme 2014 een stuk.
    Acteur David Murgia bracht vorig jaar op Socialisme 2014 een stuk.

    “Het idee is om te investeren in een ruimte die nog open werd gelaten door de vakbonden waarbij we op een erg brede wijze progressieve burgers verenigen tegen het reactionaire beleid. De huidige situatie politiseert, verdeelt, radicaliseert en dit blijft zeker niet beperkt tot syndicale kringen. De regering-Di Rupo had al een reeks besparingsmaatregelen opgelegd. Maar nu wordt een versnelling hoger geschakeld. Zoals de oproep stelt, moeten we dringend handelen vooraleer de helse machine van alles voor de winst een einde maakt aan wat nog overblijft van onze vrijheden.

    “Het klopt dat er langs Franstalige kant al een erg diverse dynamiek tegen het besparingsbeleid is. Zo is er de alliantie D19-20 [aanvankelijk opgezet voor het protest tegen het Europees besparingsverdrag en het Transatlantisch vrijhandelsverdrag, noot van de redactie], Acteurs des Temps Présents [gesteund door onder meer de metaalcentrale van het ABVV in Brussel en Wallonië, noot van de redactie], … Tout Autre Chose wil de standpunten en acties van die bewegingen eveneens naar voor brengen en ervoor zorgen dat diegenen die tegen de heersende ideologie ingaan meer gehoor krijgen.

    “Een van de eerste doelstellingen is het bieden van een antwoord op het heersende discours dat stelt dat er geen alternatief is, dat we langer moeten werken omdat we langer leven, … We willen wijzen op de ideeën die daarachter zitten en oproepen tot discussie over alternatieven, waarbij we onder alle lagen van de bevolking het debat willen aanwakkeren.

    “Er zijn een aantal belangrijke discussies nodig, onder meer over fiscaliteit. België staat immers bekend als belastingparadijs voor het kapitaal en een fiscale hel voor werkenden. Maar het blijft daar niet bij. We willen ook de wijze waarop de democratie vandaag werkt in vraag stellen, waarbij we grotere nadruk willen leggen op collectief uitgewerkte democratische beslissingen in plaats van unilaterale beslissingen van de machtigen. We willen het debat over een rechtvaardige verdeling van rijkdom voeren, waarbij het solidaire welzijn niet ten koste mag gaan van wie elders woont of van toekomstige generaties. We mogen niet toelaten dat een handvol mensen zich de voordelen van collectieve inspanningen toe-eigenen.”

    Hoe werd dit initiatief onthaald?

    “We kregen snel toegang tot de media, ook de buitenlandse, en het initiatief werd ruim verspreid via sociale media. Het geeft aan dat onze vaststellingen breed gedragen worden. Er waren al gauw een duizendtal volgers voor de facebookgroep en duizenden mensen tekenden de online oproep. Dat is belangrijk. Ons aantal geeft ook legitimiteit aan onze standpunten.

    “De eerste actie van Tout Autre Chose vond plaats tijdens de nationale algemene staking. Er werd een fietstocht langs stakersposten georganiseerd in Brussel, net zoals Hart boven Hard dit onder meer in Gent en Antwerpen deed. Op de avond van de staking was er in Luik een informatievergadering.

    “De uitdaging is nu om ervoor te zorgen dat mensen het initiatief opnemen waardoor het vorm krijgt. Zo willen we bijdragen aan de golf van verzet waarop al wie tegen het besparingsbeleid wil ingaan kan bouwen.”

    www.toutautrechose.be

    [divider]

    De oproep van Tout Autre Chose

    De basistekst van Tout Autre Chose gaat terecht in tegen “de politiek van de sterken die de zwakken verpletteren. Dit beleid is onrechtvaardig, werkt niet en brengt ons tot een gewelddadige samenleving (…) Het besparingsbeleid faalt stelselmatig om de eigen zogenaamde doelstellingen te bereiken. De Europese landen waar dit recept opgelegd wordt, kennen een grotere armoede, ongelijkheid en ook geweld. We willen geen samenleving die bang is van de andere, bang voor zichzelf en bang voor de toekomst. We zeggen stop aan deze stap achteruit.” Er wordt verder gegaan: “We denken dat het niet volstaat om in verzet te gaan, verworvenheden te verdedigen, een uitgeblust maatschappijmodel te behouden. We moeten opkomen voor iets totaal anders.” LSP kan zich daar enkel maar in vinden.

    We kunnen ons vinden in de stelling dat er “geen begrotingsprobleem is, maar slechts een fiscaal probleem.” We erkennen natuurlijk dat er een fiscaliteit met twee snelheden bestaat in België. Maar we gaan een stap verder: de huidige crisis zit ingebakken in het functioneren van het kapitalisme zelf. We moeten gedurfde voorstellen bespreken die ons toelaten om te breken met de dictatuur van de markten.

    Het klopt dat “de ideeën van solidariteit, consensus en sociaal overleg in vraag gesteld worden.” We zijn het daarmee eens en grijpen deze kans aan om een balans op te maken van het overleg tussen de zogenaamde sociale partners (met name vakbonden en werkgevers). In de jaren voor het begin van de crisis en de komst van de regeringen onder leiding van Di Rupo en Michel was er ook sprake van sociale achteruitgang. We konden allemaal vaststellen dat het niet mogelijk is om een ‘consensus’ te vinden tussen twee werelden met zulke verschillende belangen als die van de arbeid en die van het kapitaal.

    Tout Autre Chose roept op om “samen te bouwen aan een totaal andere samenleving die de weg van de solidariteit terugvindt.” We willen de uitdaging aangaan en in het debat tussenkomen met een pleidooi voor een strijdbaar syndicalisme en een strijd tegen het besparingsbeleid die gekoppeld wordt aan de strijd voor een antikapitalistische alternatief op basis van democratische controle en beheer van de economie, een socialistische samenleving.

  • Toespraak voor de natie: de taal van de macht

    Interview met David Murgia

    David Murgia is een geëngageerde artiest die onder meer actief is als acteur en theatermaker. Hij speelde mee in bekende films als Rundskop (als de jonge Bruno Schepers). Naar aanleiding van zijn theaterstuk ‘Toespraak voor de natie’ (‘Discours à la Nation’) spraken we met hem over het stuk, maar ook over de positie van kunstenaars in de samenleving.

    Interview door Cécile (Brussel)

    In het Nationaal Theater in Brussel bracht je een interpretatie van een tekst van Ascanio Celestini, ‘Discours à la Nation’. In dat stuk plaats je je in de huid van politieke leiders en breng je hun discours met heel wat humor en poëzie. Celestini is afkomstig uit Italië en baseerde zich sterk op het politieke circus van Berlusconi en zijn kliek. Komt enkel de populistische rechterzijde aan bod in jouw toespraken?

    “Wat in de voorstelling aan bod komt, is de taal van de macht. Of het nu om politici, patroons, bankiers of voorzitters van raden van bestuur gaat, het zijn mensen van de heersende klasse die ronduit spreken en zich oprecht uiten op een directe en eerlijke manier. “En dan komen er meer intieme verhalen van gewone burgers. Zo is er iemand die vanuit het raam van zijn appartement kijkt zoals naar televisie wordt gekeken. Hij ziet beelden van miserie, barbaarse oorlogen, maar bevindt zich in de veiligheid van zijn salon. Hij voelt niets, maar is niet sadistisch. Alles wat hij ziet, is niet reëel voor hem. Het doet hem niets, hij is optimist.”

    Worden de verhalen gekenmerkt door cynisme en fictie?

    “Bij het brengen van de toespraken door de machthebbers, speel ik met een zekere onbeschaamdheid en brutaliteit. Ik gebruik die opstelling enkel om het idee van een natie of van een samenleving transparant te maken. We brengen een metafoor van een natie, die niet veel afwijkt van een natie vandaag, als een plaats waar de heersende klassen in een totaal andere realiteit leven als de onderdrukte klassen, een klein land waar de machtige patroons en hun leerlingen-tirannen het marxistische begrip van de klassenstrijd het beste hebben opgenomen. Het is dus niet slechts fictie. De crisis wordt uitgebeeld door de regen en in dit kleine land regent het altijd.

    “Oscar Wilde stelde ooit dat cynisme erin bestaat dat de zaken worden gezien zoals ze zijn en niet zozeer zoals ze zouden moeten zijn.”

    Dit stuk kent heel wat succes in kringen van theaterbezoekers en de gevestigde media. Hoe sta je daar tegenover?

    “Het stuk brengt eigenlijk niets nieuw, er worden enkel bestaande verhoudingen en mechanismen herontdekt. We laten het zien vanuit een ander oogpunt, buiten het ritme van het dagelijkse leven en met metaforen en poëzie.

    “De verhalen lijken me interessant als voorstelling van een wereld die bestaat uit sterke tegenstellingen tussen de klassen, tussen de heersende en de onderdrukte klassen. Door die interpretatie van de wereld te onderzoeken, publiek te brengen en te confronteren met andere visies op de wereld (zoals het standpunt dat er geen haalbaar alternatief op het kapitalisme zou bestaan), is het mogelijk om de realiteit opnieuw te definiëren of, anders gezegd, om de algemeen geldende interpretaties van onze samenleving te veranderen. Dat is mogelijk een verklaring voor het enthousiasme voor onze voorstelling.

    “De media waren erg positief voor dit project, zelfs indien dezelfde kranten soms andere vormen van sociale kritiek de kop proberen in te drukken. Daarbij denk ik in het bijzonder aan de wijze waarop soms over stakingen wordt bericht.”

    In een van de toespraken speel je een onschuldige dief die brood steelt. Er wordt vrij expliciet verwezen naar de diefstal door het patronaat, wat marxisten meerwaarde noemen. Een diefstal die niet bestraft wordt.

    “Er worden inderdaad een aantal marx-istische concepten, aangepast aan het theater, door het stuk geweven en er kan zo verwezen worden naar de economische en politieke actualiteit. Zo wordt ingegaan op meerwaarde, privaat bezit, burgerlijke democratie,…”

    Kunst wordt vaak gebruikt als middel tot contestatie. Recent herontdekten we – met het nodige plezier – de golf van kritiek op Thatcher bij pop- en rock-muzikanten in de Angelsaksische wereld. Wat denk je daarvan? Is dat ook hoe je het theater benadert?

    “Ik hoop dat theater ontspanning brengt maar ook aanzet tot reflectie. Een theater dat het ‘gewone kader van het leven’ door elkaar schudt. Het kan natuurlijk een middel tot contestatie zijn, maar ik wil theater niet enkel zo zien. Als het enkel contestatie is, vormt het geen theater meer. Dan is het enkel protest.

    “Theatermakers worden vaak gevraagd of ze ‘politiek theater’ brengen. Maar theater en politiek zijn twee verschillende zaken, twee verschillende talen. Aan politiek doen, vereist directe interactie met de realiteit. Het theater kan dat niet doen. Het theater kan verhalen brengen en het is vervolgens aan de toeschouwer om na te denken wat die verhalen betekenen voor de wereld.”

    Even terug naar de reële wereld. In november vorig jaar was er protest van de artistieke wereld. Er werd geprotesteerd aan het kabinet van de minister van cultuur van de Franstalige gemeenschap, Fadila Laanan (PS). Dat protest was gericht tegen de besparingen in de theatersector. Hoe staat het hier vandaag mee?

    “De werkgroep ‘Conseildead’, samengesteld uit enkele jonge theatermakers, heeft de dreiging van de minister aangegrepen om de volledige artistieke wereld bij elkaar te brengen. Op 29 mei is er een ontmoeting met de minister gepland om een aantal kwesties te bespreken rond het beheer van de theatersector. Een verslag van dit gesprek zal publiek gemaakt worden op conseildead.be

    “Terwijl alle kosten toenemen, zijn de middelen voor cultuur die amper 1% van de begroting van de Franstalige gemeenschap vertegenwoordigen al 12 jaar niet meer geïndexeerd. De volledige artistieke wereld is ongerust en vreest een afbouw van de culturele sector. We weten dat de cultuur in een economische dictatuur niet op een zelfde manier wordt gered als een bank.”

    Naar verluidt heb je net als veel collega’s problemen met de werkloosheidsdiensten. Worden artiesten niet erkend?

    “Er is geen echt statuut voor artiesten. Het weinige dat bestaat, dreigt bovendien snel te verdwijnen. Een aantal artiesten zijn erkend als werkzoekenden onder de zogenaamde ‘houthakkersregel’ die ook voor vissers geldt [met een soepele controle]. Het gebrek aan erkenning en de constante dreiging voor theatermakers, zowel jongeren als ouderen, leidt tot een ondraaglijke situatie. We zijn nog niet zo ver weg gezakt als onze collega’s in Griekenland, Spanje of Portugal, maar het begint wel die richting uit te gaan.”

    Een laatste vraagje. Je richt je regelmatig tot het publiek. Welke boodschap wil je aan hen meegeven? Wat hoop je dat het publiek van je stuk zal meedragen?

    “Ik hoop dat ook buiten de instellingen over het stuk zal gesproken worden, op publieke plaatsen of tijdens feesten. Lachen is een fundamenteel revolutionair wapen. We moeten zelf meesters en bezitters van ons eigen leven worden. Ik probeer een ander leven te beschrijven dat de moeite waard is om gespeeld te worden.”


    ‘Discours à la Nation’ zal in het Nationaal Theater van Brussel gespeeld worden van 26 november tot 14 december 2013. Reservaties via 02/2035303. Tekst en regie: Ascanio Celestini. Gespeeld door David Murgia. Muziek : Carmelo Prestigiacomo. (www.ascaniocelestini.it)

0
    0
    Your Cart
    Your cart is emptyReturn to Shop